BE1010816A3

BE1010816A3 - Hoekconstructie in gipskartonplaat of dergelijke en werkwijze voor het realiseren van dergelijke hoekconstructie, alsmede hulpstukken hierbij aangewend.

Info

Publication number: BE1010816A3
Application number: BE9601068A
Authority: BE
Original assignee: Jansen Products Naamloze Venno
Priority date: 1996-12-19
Filing date: 1996-12-19
Publication date: 1999-02-02
Also published as: ATE269466T1; PL191434B1; EP0849415B1; DE69729539T2; PL323893A1; NO316391B1; NO975964L; EP0849415A1; DE69729539D1; NO975964D0

Abstract

Hoekconstructie in gipskartonplaat of dergelijke, meer speciaal in een plaat (13) die bestaat uit een kern (14) en een aan minstens één zijde (15) hiervan aangebrachte bekledingslaag (17), daardoor gekenmerkt dat de plaat (13) met uitzondering van de bekledingslaag (17) ter plaatse van de hoek onderbroken is; dat de plaat (13) ter plaatse van de bekledingslaag (17) omgebogen is zodat twee plaatdelen (19-20) ontstaan die een hoek vormen; en dat tussen deze plaatdelen (19-20) een profiel (21) ingesloten is.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Hoekconstructie in gipskartonplaat of dergelijke en werkwijze voor het realiseren van dergelijke hoekconstructie, alsmede hulpstukken hierbij aangewend. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een hoekconstructie in gipskartonplaat of dergelijke, meer speciaal in een plaat die bestaat uit een kern en aan minstens   een   zijde hiervan aangebrachte bekledingslaag. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het realiseren van een dergelijke hoekconstructie, alsmede op hulpstukken die hierbij worden aangewend. 



  Klassiek wordt een buitenhoek uit gipskartonplaat vervaardigd door de platen die de hoek uitmaken aan de hoek tegen elkaar te plaatsen, een verzinkt hoekprofiel hierover aan te brengen en het geheel vervolgens te plamuren tot een glad geheel. Het hierbij aangewende hoekprofiel is in de eerste plaats bedoeld om een bescherming aan de hoek te bieden tegen externe stoten en in de tweede plaats ook bedoeld om een hechting te bieden aan het plamuurmiddel. 



  Deze klassieke techniek heeft als nadelen dat hij een zeer tijdrovende en precieze activiteit vergt op de werf ; dat extra materialen noodzakelijk zijn, zoals een intern steunprofiel dat toelaat dat het hoekprofiel kan worden vastgenageld, het hoekprofiel zelf en plamuur ; dat dit een vuil werk is omwille van het werken met nat plamuur ; 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 en dat de hoek die als resultaat wordt bekomen geen rechte hoek meer is, hetgeen esthetisch bezwaarlijk kan zijn, in het bijzonder in het geval van bepaalde natuurlijke of kunstmatige lichtinvallen. 



  Volgens een andere bekende techniek wordt in een prefabhoekconstructie voorzien door in de gipskartonplaat een hoek uit te frezen tot precies aan de onderliggende kartonlaag en de gipskartonplaat dicht te plooien. Deze werkwijze biedt het voordeel dat de hoeken vooraf in een werkplaats kunnen worden vervaardigd, zodat op de werf alleen nog de plaatsing dient te worden uitgevoerd zonder verdere afwerking. Daarenboven is bij deze werkwijze het verbruik van extra afwerkingsmaterialen zo goed als uitgesloten. Meer speciaal zijn hierbij geen extern hoekprofiel, geen plamuur en in veel gevallen ook geen intern bevestigingsprofiel meer noodzakelijk. 



  Deze werkwijze heeft tot op heden echter het grote nadeel dat de verkregen buitenhoeken niet meer extra beschermd zijn en bijgevolg zeer gevoelig zijn aan externe stoten. 



  Dit maakt dat dergelijke prefab-hoekconstructies uiterst geschikt zijn in de constructie van plafonds en voor wandgedeelten op een hoogte boven de grond, doch meestal niet geschikt zijn voor wanden tot op de vloer. 



  Om deze laatste hoekconstructies alsnog te verstevigen, kan dan terug een extern hoekprofiel worden aangebracht, doch dit resulteert dan terug in de reeds genoemde nadelen van de voornoemde klassieke techniek. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 De uitvinding heeft een hoekconstructie tot doel die de voornoemde nadelen niet vertoont. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een hoekconstructie in gipskartonplaat of dergelijke, meer speciaal in een plaat die bestaat uit een kern en een aan minstens   een   zijde hiervan aangebrachte bekledingslaag, daardoor gekenmerkt dat de plaat met uitzondering van de bekledingslaag ter plaatse van de hoek onderbroken is ; dat de plaat ter plaatse van de bekledingslaag omgebogen is zodat twee plaatdelen ontstaan die een hoek vormen ; en dat tussen deze plaatdelen een profiel ingesloten is. 



  Doordat tussen de plaatdelen een profiel ingesloten is, wordt een stootvaste hoekconstructie verkregen. Doordat de plaatdelen alsnog aan elkaar hangen, is het niet noodzakelijk om externe profielen aan te wenden. Doordat het profiel ingesloten is, wordt geen verdikking aan de buitenzijde verkregen, waardoor de nadelen van de hiervoor beschreven klassieke techniek zich niet manifesteren, met andere woorden, de bekomen hoek is steeds perfect recht, zodat gelijk welke lichtinval geen storend effect oplevert. 



  De hoekconstructie van de uitvinding kan deel uitmaken van een prefab-constructie, waarbij platen en hoeken op voorhand op maat worden gesneden en opgebouwd, met specifieke afmetingen aangepast aan de toepassing. 



  De hoekconstructie van de uitvinding kan echter ook met 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 standaardafmetingen worden verwezenlijkt, zodanig dat de hoekconstructie als het ware een hoekelement vormt, dat uitsluitend nog op lengte dient te worden afgezaagd, waarbij de respectievelijke wanden dan aan het hoekelement dienen te worden aangepast. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het realiseren van dergelijke hoekconstructies, hetzij in een werkplaats of op een werf om hoekconstructies op maat te verwezenlijken voor een bepaalde toepassing, hetzij in een fabriek om standaarduitvoeringen in serie te verwezenlijken. 



  Volgens de uitvinding bestaat deze werkwijze hoofdzakelijk in opeenvolgend het aan   een   zijde uitfrezen van de plaat, tot tegen de zieh aan de andere zijde bevindende bekledingslaag, het hierbij realiseren van een zitting voor een profiel, het aanbrengen van het profiel ter plaatse van de zitting, en het dichtplooien van het geheel in de gewenste hoekvorm. Bij voorkeur wordt het geheel ter plaatse van de hoek verlijmd. Het is duidelijk dat de hoekconstructie op deze wijze zeer gemakkelijk en zeer precies kan worden gerealiseerd. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het ingesloten profiel staafvormig of vertoont het een staafvormig gedeelte. Hierdoor wordt een externe hoek verkregen die veel sterker is dan de volgens het traditionele systeem verkregen verstevigde hoek, daar de traditionele toegepaste hoekbeschermingsprofielen een 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 holle hoekzijde bezitten die gemakkelijk kan worden ingedeukt. 



  Het is ook duidelijk dat volgens de uitvinding de volledige hoek in prefab in een werkplaats kan worden voorbereid, zodat de hoek op de werf nog slechts dient gemonteerd te worden, zonder dat daarbij extra activiteiten van afwerking dienen verricht te worden. De traditioneel benodigde afwerkingsmaterialen worden daarbij uitgespaard. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een traditionele uitvoering van een hoekconstructie weergeeft ; figuren 2 en 3 schematisch een eveneens bekende techniek voor het vormen van een hoekconstructie weergeven ; figuur 4 in doorsnede een hoekconstructie volgens de uitvinding weergeeft ; figuren 5 en 6 weergeven hoe de hoekconstructie van figuur 4 kan worden verwezenlijkt ; figuur 7 in doorsnede een variante weergeeft van een hoekconstructie volgens de uitvinding ; figuur 8 in doorsnede nog een variante van de uitvinding weergeeft ; 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 figuur 9 in perspectief het profiel weergeeft dat in de uitvoering van figuur 8 is aangewend. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 worden in een traditionele hoekconstructie 1 twee gipskartonplaten 2-3 ter plaatse van de hoek met hun uiteinden tegen elkaar geplaatst, tegen een intern steunprofiel 4, en wordt aan de buitenzijde een extern hoekprofiel 5 hierop aangebracht dat door middel van plamuur 6 uit het zieht wordt onttrokken. Figuur 1 maakt duidelijk dat de hierbij in de inleiding genoemde nadelen optreden. 



  Volgens een andere reeds in de inleiding genoemde techniek wordt, zoals weergegeven in figuur 2, uitgegaan van een gipskartonplaat 7, waarin een infrezing 8 tot op de onderste kartonlaag 9 wordt aangebracht, en wordt het geheel zoals weergegeven in figuur 3 dichtgeplooid, bij voorkeur tegen een intern steunprofiel 10. Het is duidelijk dat de verkregen hoekconstructie 11 weinig bestand is tegen stoten. 



  Teneinde aan de voornoemde nadelen een oplossing te bieden, voorziet de uitvinding, zoals weergegeven in figuur 4, in een hoekconstructie 12 die op een bijzondere wijze is verstevigd. 



  Zoals dit ook het geval is in de uitvoeringen van figuren 1 tot 3, betreft het een hoekconstructie 12 die is verwezenlijkt uit een plaat 13 die bestaat uit een kern 14 en een aan minstens   een   zijde 15 hiervan, en bij 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 voorkeur zoals weergegeven aan beide zijden 15-16, aangebrachte bekledingslaag, respectievelijk 17-18. Hierbij wordt opgemerkt dat de uitvinding in de eerste plaats bedoeld is voor   gipskartonplaten,   waarbij de kern 14 bestaat uit gips en de bekledingslagen 17-18 bestaan uit karton, doch dat het niet uitgesloten is om de uitvinding ook aan te wenden in andere soorten platen die bestaan uit een kern en minstens   een   bekledingslaag. 



  Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de hoekconstructie 12 daardoor gekenmerkt is dat de plaat 13 met uitzondering van de bekledingslaag 17 ter plaatse van de hoek onderbroken is ; dat de plaat 13 ter plaatse van de bekledingslaag 17 omgebogen, respectievelijk geknikt is zodat twee plaatdelen 19-20 ontstaan die een hoek vormen ; en dat tussen deze plaatdelen 19-20 een profiel 21 ingesloten is. 



  Bij voorkeur sluit het profiel 21 zoals weergegeven aan tegen de bekledingslaag 17, waardoor een optimale weerstand tegen stoten wordt geboden, terwijl het profiel 21 toch aan het zieht onttrokken is. 



  Bij voorkeur is het profiel 21 minstens aan de zijde die tegen de bekledingslaag 17 aansluit, afgerond, zodanig dat een mooie hoek wordt gevormd en geen scherpe randen op de bekledingslaag 17 inwerken. Om dit te bekomen, kan een staafvormig profiel worden aangewend, dat bij voorkeur massief is. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 In de uitvoering van figuur 4 is het profiel 21 volledig ingesloten, waardoor het perfect op zijn plaats blijft. 



  De kopse kanten 22-23 van de plaatdelen 19-20 zijn in verstek gevormd en sluiten tegen elkaar aan. 



  Nabij de hoek kunnen de verschillende samenkomende gedeelten onderling verbonden zijn doordat het geheel verlijmd is. 



  De werkwijze van de uitvinding, voor het verwezenlijken van de hoekconstructie 12 van figuur 4, is stapsgewijs in de figuren 5 en 6 afgebeeld. 



  Eerst wordt de plaat 13 zoals weergegeven in figuur 5 aan de zijde 16 uitgefreesd tot tegen de zieh aan de andere zijde 15 bevindende bekledingslaag 17. Hierbij wordt enerzijds een uitsparing 24 gevormd met een tophoek X die in het geval van een rechte hoek 900 bedraagt, en anderzijds een zitting 25 die nadien als hoekruimte zal fungeren voor het aanbrengen van het voornoemde profiel 21. 



  Op het volledig uitgevoerde oppervlak wordt dan bij voorkeur een daartoe geschikte lijm 26 aangebracht, waarna, zoals weergegeven in figuur 6, over de volledige lengte van de plaat 13, het staafvormig profiel 21 in de zitting 25 wordt aangebracht. Door vervolgens zoals aangeduid met pijl Y de plaatdelen 19-20 ten opzichte van elkaar te plooien en de lijm 26 de tijd te geven om uit 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 te harden, ontstaat een hoekconstructie zoals afgebeeld in figuur 4. 



  Het is duidelijk dat het in bepaalde toepassingen niet uitgesloten is om het gebruik van lijm achterwege te laten. 



  In figuur 7 is een variante weergegeven van de hoekconstructie 12 van de uitvinding, waarbij deze extra is verstevigd door middel van een intern hoekprofiel 27, bij voorkeur een L-profiel. Dit L-profiel kan op willekeurige wijze bevestigd zijn. In figuur 7 is deze bevestiging verwezenlijkt met schroeven 28, doch volgens een variante zal ook gebruik kunnen worden gemaakt van lijm of dergelijke. 



  De uitvoering van figuur 7 maakt het gebruik van een intern steunprofiel 4, zoals afgebeeld in figuur 1, overbodig. 



  Zoals weergegeven in figuur 8 kan het intern hoekprofiel 27   een   geheel vormen met het profiel 21, bijvoorbeeld doordat deze met elkaar verbonden zijn door middel van een flens 29 die dan plaats neemt tussen de kanten 22-23 van de plaatdelen 19-20. Het is duidelijk dat de uitsparing 24 dan passend wordt uitgevoerd opdat de aanwezigheid van de flens 29 geen storend effect zou hebben bij het onder een hoek vouwen van de plaatdelen 19-20. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 Figuur 9 geeft ter verduidelijking het samengestelde profiel 30 weer dat in figuur 8 is aangewend. Zoals zichtbaar sluit de flens 29 bij voorkeur aan op de hoek van het L-vormige hoekprofiel 27, in de richting van de bisectrice van de benen van dit profiel 27. 



  Het is duidelijk dat de profielen 21-27-30 verschillende doorsneden kunnen hebben. Zo bijvoorbeeld kan in de plaats van een staafvormig profiel 21, de flens 29 langer worden uitgevoerd, zodat zij met haar vrije uiteinde aan de binnenzijde van de bekledingslaag 17 komt te zitten, waardoor deze flens 29 zelf als hoekverstevigingsprofiel gaat fungeren. Het hoekprofiel 27 hoeft niet noodzakelijk L-vormig te zijn, doch kan ook bestaan uit een hol rechthoekig profiel, een driehoekig profiel of dergelijke. 



  De flens 29 hoeft niet massief te zijn en kan ook bestaan uit een reeks van plaatselijke verbindingen die op welbepaalde afstanden het profiel 21 aan het profiel 27 koppelen. 



  De profielen 21-27-30 kunnen uit verschillende materialen bestaan, zoals metaal, bijvoorbeeld aluminium, kunststof, enzovoort. 



  Zoals schematisch in aslijn in figuur 8 is afgebeeld, kan de hoekconstructie 12 deel uitmaken van een standaard hoekelement met plaatdelen 19-20 die zich over welbepaalde afstanden A en B uitstrekken en die eventueel 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 voorzien zijn van afschuiningen 31-32 die een aanpassing aan naastliggende platen toelaten met een vulmiddel. 



  Het is duidelijk dat de hoekconstructies van figuren 7 en 8 op dezelfde wijze kunnen worden verwezenlijkt als hiervoor is uiteengezet aan de hand van de figuren 5 en 6. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op de speciale hulpelementen die worden aangewend om zulke hoekconstructie 12 te verwezenlijken, waarmee de speciaal daartoe ontworpen profielen worden bedoeld, zoals bijvoorbeeld het voornoemde samengestelde profiel 30. 



  Het is duidelijk dat in alle uitvoeringsvormen het geheel al dan niet kan worden verlijmd en/of worden tesamen geschroefd, al dan niet met aanwending van bijkomende hulpelementen. 



  Alhoewel het profiel 21 bij voorkeur afgerond is, is dit geen noodzaak. Volgens een variante kan gebruik worden gemaakt van een hoekig profiel of een profiel met een scherpe rand. 



  Alhoewel de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen steeds betrekking hebben op hoeken van 900 is het duidelijk dat de uitvinding ook van toepassing is op hoekconstructies die zieh over andere hoeken uitstrekken. De betreffende profielen 27 en/of 30 zijn dan uiteraard in vorm aangepast. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke hoekconstructie, de werkwijze om haar te realiseren en de daarbij aangewende hulpelementen, zoals het samengesteld profiel 30, kunnen uiteraard in verschillende vormen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1. - Hoekconstructie in gipskartonplaat of dergelijke, meer speciaal in een plaat (13) die bestaat uit een kern (14) en een aan minstens een zijde (15) hiervan aangebrachte bekledingslaag (17), daardoor gekenmerkt dat de plaat (13) met uitzondering van de bekledingslaag (17) ter plaatse van de hoek onderbroken is ; dat de plaat (13) ter plaatse van de bekledingslaag (17) omgebogen is zodat twee plaatdelen (19-20) ontstaan die een hoek vormen ; en dat tussen deze plaatdelen (19-20) een profiel (21) ingesloten is.

2.-Hoekconstructie volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde profiel (21) aansluit, respectievelijk gesitueerd is tegen de bekledingslaag (17).

3.-Hoekconstructie volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het profiel (21) minstens aan de zijde die naar de bekledingslaag (17) gericht is, afgerond is.

4.-Hoekconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het profiel (21) staafvormig is.

5.-Hoekconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van een intern hoekprofiel (27) dat tegen de plaatdelen (19-20) aansluit. <Desc/Clms Page number 14>

6.-Hoekconstructie volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de plaatdelen (19-20) tegen het intern hoekprofiel (27) zijn vastgeschroefd.

7.-Hoekconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde profiel (21) volledig ingesloten zit tussen de kern (14) van de omliggende plaatdelen (19-20).

8.-Hoekconstructie volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde profiel (21) eendelig is uitgevoerd met het intern hoekprofiel (27), zodat beide profielen een samengesteld profiel (30) vormen.

9.-Hoekconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het geheel verlijmd en/of geschroefd is.

10.-Hoekconstructie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de plaat (13) een gipskartonplaat is die aan beide zijden is voorzien van een bekledingslaag (17-18) uit karton.

11.-Werkwijze voor het realiseren van een hoekconstructie zoals beschreven in een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat in opeenvolgend het aan een zijde (16) uitfrezen van de plaat (13), tot tegen de zieh aan de andere zijde (15) bevindende bekledingslaag (17), het hierbij realiseren van een zitting (25) voor een profiel (21), het <Desc/Clms Page number 15> aanbrengen van het profiel (21) ter plaatse van de zitting (25), en het dichtplooien van het geheel in de gewenste hoekvorm.

12.-Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat bij het uitfrezen een uitsparing (24) in de vorm van een bepaalde hoek wordt gerealiseerd, zodanig dat de plaatdelen (19-20) na het dichtplooien in verstek aan elkaar passen, en dat onderaan in deze uitsparing (24) de voornoemde zitting (25) wordt aangebracht.

13.- Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat het geheel wordt verlijmd door eerst een hoeveelheid lijm (26) ter plaatse van de uitfrezing op de plaat (13) aan te brengen, vervolgens het profiel (21-30) op zijn plaats te brengen en daarna het geheel toe te vouwen tot in de gewenste hoek.

14.-Hulpstuk voor het realiseren van een hoekconstructie zoals beschreven in een van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het bestaat uit een samengesteld profiel (30) met een staafvormig profiel (21), een Lvormig hoekprofiel (27) en een flens (29) die de hoek van het L-vormig profiel (27) verbindt met het staafvormig profiel (21).