Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL7908602A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van gelaagd metalen koorden. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van gelaagd metalen koorden. Download PDF

Info

Publication number
NL7908602A
NL7908602A NL7908602A NL7908602A NL7908602A NL 7908602 A NL7908602 A NL 7908602A NL 7908602 A NL7908602 A NL 7908602A NL 7908602 A NL7908602 A NL 7908602A NL 7908602 A NL7908602 A NL 7908602A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wires
axis
cage
group
along
Prior art date
Application number
NL7908602A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190379C (nl
NL190379B (nl
Original Assignee
Pirelli
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pirelli filed Critical Pirelli
Publication of NL7908602A publication Critical patent/NL7908602A/nl
Publication of NL190379B publication Critical patent/NL190379B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190379C publication Critical patent/NL190379C/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D07ROPES; CABLES OTHER THAN ELECTRIC
    • D07BROPES OR CABLES IN GENERAL
    • D07B7/00Details of, or auxiliary devices incorporated in, rope- or cable-making machines; Auxiliary apparatus associated with such machines
    • D07B7/02Machine details; Auxiliary devices
    • D07B7/025Preforming the wires or strands prior to closing
    • DTEXTILES; PAPER
    • D07ROPES; CABLES OTHER THAN ELECTRIC
    • D07BROPES OR CABLES IN GENERAL
    • D07B3/00General-purpose machines or apparatus for producing twisted ropes or cables from component strands of the same or different material
    • D07B3/02General-purpose machines or apparatus for producing twisted ropes or cables from component strands of the same or different material in which the supply reels rotate about the axis of the rope or cable or in which a guide member rotates about the axis of the rope or cable to guide the component strands away from the supply reels in fixed position
    • D07B3/022General-purpose machines or apparatus for producing twisted ropes or cables from component strands of the same or different material in which the supply reels rotate about the axis of the rope or cable or in which a guide member rotates about the axis of the rope or cable to guide the component strands away from the supply reels in fixed position with provision for imparting two or more twists to the filaments for each revolution of the guide member
    • DTEXTILES; PAPER
    • D07ROPES; CABLES OTHER THAN ELECTRIC
    • D07BROPES OR CABLES IN GENERAL
    • D07B2207/00Rope or cable making machines
    • D07B2207/20Type of machine
    • D07B2207/207Sequential double twisting devices

Landscapes

  • Ropes Or Cables (AREA)
  • Wire Processing (AREA)

Description

i f TO 87½
Titel: Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van gelaagd metalen koorden.
De uitvinding heeft betrekking op het vervaardigen van metalen koorden en in het "bijzonder koorden, "bestemd voor het versterken van elastamere voorwerpen, zoals voertuigbanden, stroken, transportbanden e.d.
5 . In het bijzonder betreft de uitvinding het vervaardigen van gelaagde metalen koorden, d.v.z. koorden met een centrale kern en.een buitengedeelte of kroon, gevormd door een of meer lagen, coaxiaal t.o.v. de kern.
Zowel de kern als de diverse lagen kunnen hetzij worden ge- 10 vormd door enkelvoudige metalen draden (die derhalve in deze beschrijving zullen worden aangeddid als elementairdraden) als uit strengen, waarmee wordt bedoeld koorden, bestaande uit een aantal elementairdraden die samen zijn getwist, danwel bestaan uit een samenstel van elementairdraden en strengen in diverse opstellingen.
15 Derhalve zullen in deze beschrijving met draden elementen worden bedoeld, die samenstellende*delen van een koord vormen en bedoeld wordt dat zij bestaan uit hetzij elementairdraden, hetzij samengestelde strengen.
Yoor het vervaardigen van koorden van het bovenbeschreven 20 type wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van een kabelslag- of twist-ma'chine. Met behulp van een dergelijke machine wordt een bundel draden, n.l. zoveel als nodig is voor het samenstellen van de buitenlaag van het koord, schroeflijnvormig cm de koordkem gewikkeld, voorzover het tenminste de radiale binnenlaag' betreft, 25 of anders wordt gewikkeld om het radiaal binnenste deel van het koord, n.l. het deel, gevormd door de kern en door de tevoren cm de kern gewikkelde lagen.
Het koord wordt in achtereenvolgende stappen vervaardigd, waarbij elke stap bestaat uit het wikkelen van een volgende dek- 30 laag op het tevoren vervaardigde koordgedeelte, dus om de kern en « 790 86 02 -2-
V
αα de radiaal binnenste deklagen, todat het gewensts produkt is verkregen.
B.v. een koord 3S + 9S +· 15Z bestaat uit een centrale kern, gevormd door een streng van drie draden die samen zijn getwist "5 volgens S-vormige wikkelingen, een tussendeklaag, gevormd door negen enkelvoudige draden die naast elkaar zijn geplaatst en om de kern zijn gewikkeld volgens S-vormige wikkelingen en tenslotte een buitenste deklaag, gevormd door vijftien enkelvoudige draden die in tegengestelde richting, dus volgens een Z-patroon over het 10 deel zijn geslagen, gevormd door de kern en de tussenlaag. S-win-dingen en Z-vindingen zijn op dit gebied bekende uitdrukkingen, die geen nadere uitleg behoeven.
De vervaardiging van het bedoelde koord geschiedt derhalve in drie opeenvolgende fasen, n.l. het vormen van de kern, het wik-15 kelen van de eerste laag en het wikkelen van de tweede laag.
Deze drie fasen worden gewoonlijk niet op een en dezelfde machine uitgevoerd, dus niet in een- continu proces , maar na elke fase wordt het verkregen tussenprodukt op spoelen gewikkeld.
Bij bekende machines is het derhalve niet mogelijk tegelijker-20 tijd twee of meer lagen te wikkelen, noch is het mogelijk de kern te slaan en deze tegelijkertijd met de radiaal binnenste deklaag te bewikkelen.
Het zal derhalve duidelijk zijn, dat de werkwijze voor het vormen van koorden zowel langdurig als kostbaar is en wel sterker 25 naarmate het koord een meer complexe structuur heeft, resp. het aantal deklagen groter is.
Daarnaast is het zo, dat het aantal draden in de lagen (om de voor de hand liggende reden dat de dwarsdoorsnede moet worden opgevuld) eveneens toeneemt bij toenemende afstand van de laag tot 30 de kern. Zelfs bij het beschreven eenvoudige koord bevat de tussenlaag negen draden terwijl de buitenste laag tot vijftien draden bevat.
Het resultaat hiervan, een gevolg van het grote aantal vereiste spoelen (een spoel per draad) is dat tot dusverre gebruikte 35 machines omvangrijk en zwaar zijn en cm dezelfde reden ook langzaam • ·.% 790 8 6 02 -3- werken.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een snelle en economische methode voor het vervaardigen van metalen gelaagde hoorden met verbeterde kwalitatieve eigenschappen en te-5 gelijkertijd het vergroten van de produktiè door het opnemen van snel werkende machines in de fabriek. Daarenboven wordt een nieuwe werkwijze beoogd waarmee in een enkele bewerking diverse constructief asen van het proces kunnen worden uitgevoerd. Zoals reeds gezegd, werden tot dusverre deze fasen steeds afzonderlijk en ge-10 scheiden van de volgende fase uitgevoerd.
Verder is het doel van de uitvinding het verschaffen van een machine, die in. het bijzonder geschikt is voor het uitvceren van de werkwijze.
Hiertoe wordt bij een werkwijze voor het vervaardigen van me— 15 talen koorden, in het bijzonder koorden bestemd voor toepassing in een wapeningselement voor elastcmere structuren, welke koorden worden gevormd door een centrale kern en tenminste een deklaag, waarbij de elementen die het koord samenètellen in het algemeen worden aangeduid als draden, welke enkelvoudige metalen draden en/of 20 strengen zijn en waarbij de draden van elke deklaag schroeflijnvormig en onderling evenwijdig zijn gewikkeld om de radiaal binnenste lagen en de centrale kern, waarbij de werkwijze wordt uitgevoerd door eerst de eerste groep draden af te wikkelen voor het koordgedeelte dat binnen een deklaag moet warden apgencmen, ver-25 volgens de tweede groep draden voor de deklaag af te wikkelen en vervolgens op de draden van deze groepen een kracht uit te oefenen voor het distribueren van deze draden die van de betreffende spoelen warden afgewikkeld en vervolgens de draden van deze tweede groep permanent te vervormen, althans buigend te vervormen, teneinde aan .30 deze draden een rotatie te geven met als effect het wikkelen van de draden, d.w.z. schroef lijnvormig en onderling evenwijdig, om het genoemde koordgedeelte, dat voor dit doel met de draden van de tweede groep in aanraking is gebracht en aldus de genoemde deklaag wordt gevormd, waarna de aldus gevormde koorden naar een 35 verzamelinrichting worden geleid waarbij de bewegingsrichting van « 790 8 6 02 / .
1 de koorden op hèt punt van voming van de genoemde deklaag wordt aangeduid als. de vooruitbeweegriehting, -welke werkwijze volgens de uitvinding de hiernavolgende fasen, omvat: — het verdelen van de tweede groep draden, in de vom van een hundel 5 van afzonderlijke draden die niet samen zijn getwist; - het aan deze draden geven van twee opeenvolgende rotaties - in-de-zelfde zin als door hun torderingen is bepaald, t.o.v. de in het voorgaande genoemde richting - voor het verkrijgen van.een dubbel getwiste streng; 10 - het. aan de streng geven van een tegentwist - in dezelfde orde van grootte als dat van de twee voorgaande torderingen. - en aldus verdelen van genoemde streng in de draden waaruit de streng bestaat en het daaropvolgend zowel evenwijdig als naast elkaar plaatsen van deze draden en 15 - het aan de aldus geplaatste draden die dus permanent zijnwer-vormd door buiging, geven van een torsie - in dezelfde orde van grootte als de voorafgaande tegentwist - en het tegelijkertijd wikkelen van de gescheiden draden om de draden van de eerste groep, zodanig dat de deklaag op het genoemde koordgedeelte wordt 20 gevormd.
Eerst en vooral blijkt dat het voor het verminderen van elke belasting van het materiaal tijdens de vervaardiging van de koorden, voordelig is aan de draden van de tweede groep de relatieve permanente vervorming mede te delen door buigingen, d.w.z.
25 volgend op de tegentwistbewerking.
Daarnaast blijkt dat de werkwijze die zojuist is beschreven, optimaal kan worden uitgevoerd door de twee genoemde opeenvolgende torderingen aan de draden van de tweede groep mede te . delen door de betreffende draden te trekken door een eerste traject dat om 30 een as roteert - echter niet daarmee samenvalt, echter voorzien van een begin- en een eindgedeelte dat op de as ligt, waarbij · de richtingen van de beweging van deze draden langs het bedoelde traject in de eerste en de eindfase onderling tegengesteld zijn.
Op overeenkomstige wijze worden ook de tegentwist en de volgende 35 torderingen, aan de draden medegedeeld door deze langs een tweede ♦ 790 8 6 02 -5- traject te trékken, dat cm een.'-as roteert - echter niet met deze as samenvalt. - en waarbij de eerste en laatste trajectdelen op de as liggen,waarbij de bewegingsrichtingen van de draden (langs genoemd traject in de eerste en laatste delen), eveneens met elkaar 5 overeenstemmen.
Hetgeen eveneens gunstig blijkt is het feit, dat de rota-tiesnelheid in het tweede traject, welke rotatie dezelfde richting heeft en verder tweemaal zo groot is als de rotatiesnelheid in het eerste traject, terwijl verder de bevegingsrichtingen'van 10 de tweede groep draden in de trajectdelen, n.l. het eindtraject-deel van het eerste traject en het begintraj eet deel van het tweede traject, in. dit geval met elkaar in overeenstemming zijn.
Deze werkwijze kan gunstig worden 'gebruikt, voor het in een enkele fase vervaardigen van de centrale kern en de deklaag 15 die daar onmiddellijk aan grenst. In dit geval omvat de werkwijze in de betreffende volgorde, ook het distribueren van de eerste groep draden in de vorm van een bundel afzonderlijke draden - die niet zijn samengetwist, door het onderling evenwijdig en naast elkaar plaatsen daarvan; het permanent vervormen door buigen van 20 de aldus geplaatste draden; het mededelen van opeenvolgende dubbel— torderingen aan de draden - en in dezelfde zin op deze wijze realiseren van een dubbel getwiste streng die de centrale kern bevat. De twee opeenvolgende torderingen worden aan de draden van de eerste groep medegedeeld door dezelfde roterende beweging die 25 wordt gebruikt voor het aan de opeenvolgende torderingen van de draden van de tweede groep geven van de genoemde tegentvist.
Verder kan het gunstig zijn de in het voorgaande gedefinieerde vooruitbeweegrichting van de koorden en de rotatieas van de beschreven trajecten coaxiaal en in lineaire opeenvolging 30 te realiseren.
Voor het uitvoeren van de beschreven werkwijze verschaft de uitvinding een inrichting voor het vervaardigen van metalen koorden - van het in het voorgaande beschreven type, welke inrichting is gekenmerkt door i 35 - een eerste machine van het dubbel torderende type, in hoofdzaak 790 8 6 02 : -6- . ~ ........
gevoimd door een cm zijn eigen as roteerbare kooi. en door een drager of shuttle - coaxiaal t.o.v. de kooi, binnen de kooi opgesteld en Trij roteerbaar om zijn. eigen as, en ingericht voor het legeren van de middelen voor het distribueren van een eerste 5 groep draden voor het vormen van het koordgedeelte waarop een deklaag moet worden gewikkeld; - een tweede machine van het dubbel horderende type, in hoofdzaak op dezelfde wijze samengesteld als de eerste machine, waarbij de drager van de tweede machine de middelen kan dragen voor het 10 distribueren van. een tweede groep draden in de vorm van een bundel afzonderlijke draden - voor het vormen van de genoemde deklaag; - een qp zichzelf bekende voorvorminrichting, ingericht voor het permanent vervormen, tenminste door middel van buigingen, van de draden van de genoemde tweede groep; 15 — een inrichting voor het met elkaar koppelen van de eerste en de tweede machine en eveneens ingericht voor het differentiëren . van de rotatiesnelheden van hun respectieve kooien, terwijl de betreffende snelheden op een constante verhouding van 2:1 worden gehouden en 20 - op zichzelf bekende middelen voor het trekken van de draden voor het stabiliseren van de torderingen en voor het verzamelen van de geproduceerde koorden.
Daarbij kunnen de distributiemiddelen voor de eerste groep draden zijn voorzien van een spoel die vrij roteerbaar is om.
25 zijn eigen as en geplaatst is op een draagorgaan en haaks op de as van de betreffende kooi, welke spoel het koord bevat waarop de deklaag moet worden gewikkeld, terwijl de distributiemiddelen van de tweede groep draden een aantal spoelen cmvatten, elk voor een enkele draad, waarvan het aantal gelijk is aan het aantal · 30 draden waaruit de deklaag moet worden vervaardigd en waarbij elke spoel vrij roteerbaar is cm zijn eigen as die op het draag-orgaan is geplaatst en wel haaks op de as van de betreffende kooi. De voorvorminrichting kan bij voorkeur op overigens bekende wijze eveneens worden gevormd door een kleine rol die eveneens 35 vrij roteerbaar is om zijn eigen as, haaks op de kooias.
« 790 8 6 02
J
I 1 ' ' -.-- -- I . -u. ·ΤΓ- — ~ . .
. : ~ -7~
Haast de ia het voorgaande beschreven voorvormrol zijn de in het voorgaande beschreven inrichtingen eveneens voorzien van een ander aantal rollen voor het vormen van de middelen voor het geleiden van de draden. In het bijzonder omvat deze tweede machine 5 geleidingsrollen voor het trekken van de draden van de tweede groep langs een traject dat aanvankelijk samenvalt met de rotatie-as van. de kooi, waarbij de draden door de kooi heen worden geleid vanaf de binnenzijde naar de buitenzijde en vervolgens langs het buitenoppervlak van de kooi worden geleid om tenslotte weer 10 bij elkaar te kernen en samen te vallen met de as van de kooi in een buitenpositie van de kooi, waarbij de bewegingsrichting van de draden langs genoemd traject tegengesteld is aan de bewegingsrichting in de twee traject delen die met de kooi as samenvallen.
De eerstgenoemde machine is eveneens voorzien van gelei-15 dingsrollen - voor het trekken van de draden van de tweede groep langs een traject dat zich steeds aan de buitenzijde van de eigen kooi bevindt en aanvankelijk samenvalt mét de as van deze kooi -en vervolgens zich uitstrekt langs het buitenoppervlak van de kooi om tenslotte wederom met de as van da kooi samen te vallen, 20 waarbij de bewegingsrichting van de draden langs dit traject samenvalt met die van de twee traject delen die zich langs de kooi-as uitstrekken.
Het realiseren van een dergelijk traject kan worden vergemakkelijkt door bij de machine volgens de uitvinding de assen van 25 de twee kooien en de vooruitbeweegrichting, zoals in het voorgaande gedefinieerd, coaxiaal en in lineaire volgorde op te stellen.
Onder deze omstandigheden kan de voorvormpen van de tweede groep draden eveneens cp geschikte wijze het geleidingsmiddel vormen voor het traject van de draden op de eerste machine op de 30 plaats waar het traject weer samenvalt met de as van de betreffende kooi.
De aldus beschreven machine is geschikt voor het in een enkele fase vervaardigen van de centrale kern en de radiaal binnenste koordlaag. In dat geval kan het distributiemiddel van 35 de eerste groep draden, aangepast aan de distributie van de draden 790 86 02 .*· ! . . -8- ί · ' ' j in de vorm. van een "bundel afzonderlijke draden, b.v. worden ge— ; Tormd door een aantal enkeIkoppige spoelen, danwel door een meer koppige enkele, spoel. In "beide gevallen is bet aantal koppen gelijk aan het aantal draden waaruit de centrale kern wordt samen-: 5 gesteld. Bovendien kan de eerste machine zijn voorzien van een andere voorvorminrichting voor het permanent vervormen, tenminste door middel van "buigingen, voor elk van de draden van de eerste groep en een aantal geleidingsrollen voor het trekken van de draden langs een eerste traject, samenvallend met de as van de bijbe-10 horende kooi , voor het door de kooi bewegen van de draden van de binnenzijde naar de buitenzijde en vervolgens geleiden van de draden langs het buitenoppervlak van de kooi cm tenslotte weer samen te vallen met de as van de kooi die zich aan de buitenzijde daarvan bevindt. De bewegingsrichtingen van de draden langs genoemd tra-13 ject zijn tegengesteld aan elkaar in de twee trajectdelen die met de kooias samenvallen.
Ook in dit geval kan de voorvorminrichting worden gevormd door een rol die functioneert als geleidingsmiddel voor het trekken van de draden van de eerste groep tot aan het punt waar het ge-20 noemde traject, nardoor de kooi. te zijn bewogen, met de as samenvalt en vanwaar de draden worden weggetrokken.
Ier verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting voor het vervaardigen van gelaagde koorden worden be-25 schreven.
Fig. 1 is een rechte doorsnede van een gelaagd koord, type 3S + 9S + 15Z; fig. 2. is een doorsnede - perspectiefaanzicht van het koord volgens fig. 1; 30 fig. 3 toont schematisch,, en uitsluitend uit functioneel oogpunt, een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke gelaagde koorden en fig. h toont een variant van de inrichting volgens fig. 3.
Volgens de tekening, in het bijzonder fig. 1, is een koord, 35 type 3S + 9S + 15Z voorzien van een kern 1, gevormd door drie 790 8 6 02 -9- af zender lijke metalen draden die samen zijn getwist.
Op deze streng is een eerste laag 2 gewikkeld, voorzien van negen enkele metalen draden en daaroverheen is een tweede laag 3 aangehracht, voorzien van vijftien enkele metalen draden.
5 De wikkelri chting van de kern en van de deklagen (S of Z) blijkt duidelijk uit de tekening, in het bijzonder fig. 2, en behoeft derhalve verder geen nadere uiteenzetting.
De fig. 3 en ^ tonen twee uitvoeringsvormen (waarvan de tweede meer algemeen toepasbaar is dan de eerste) van dezelfde in-10 richting voor het vervaardigen van koorden en meer in het bijzonder voor het uitvoeren van de diverse, werkf asen van het koardwikkel-proces.
De inrichting of installatie (waarvan alleen de nieuwe elementen zijn afgebeeld), is schematisch weergegeven en wel uit-15 sluitend functioneel, aangezien de diverse mechanische elementen, vaaruit de inrichting is samengesteld, op zichzelf bekend zijn.
De inrichting is voorzien van een eerste kabelslagmachine t van het dubbel torderende type en is met behulp van een koppelin-richting 6, verbonden met een tweede machine 5 van het dubbel 20 torderende type.
Uiteraard is, hoewel niet in de tekeningen weergegeven, een dragend frame voor de twee machines aanwezig en eveneens diverse aandrijvingen, een verzamelinrichting voor de vervaardigde koorden e.d. Bovendien zijn de gebruikelijke behandelingsinrichtingen, 25 zoals b.v. een spil (capstan) en een inrichting voor het verwijderen van residuele spanningen in het vervaardigde koord, aanwezig.
Belangrijk voor de uitvinding is de machine voorzien van een kooi 7 die cm zijn eigen as roteert, welke kooi vast is verbonden met twee keerrollen 8 en 9 die resp. bovenstroams en 30 benedenstrooms van de kooi zijn opgesteld, gezien in de bewegingsrichting van het koord, waarbij de benedenstrocmse keerrol 9 eveneens functioneert als voorvormpen.
Opgemerkt wordt dat deze voorvormpen een specifieke uitvoeringsvorm is van de inrichting voor het geven van permanente 35 vervormingen, tenminste buigingen, aan de, het koord samenstellende t 7908602 4» f -ΙΟΙ draden. IS' Ja et "bijzonder vervormt deze voorvormpen de draden die daarop zijn gewikkeld, tenminste gedeeltelijk, tijdens hun bewe-ging door de inrichting.
Binnen de kooi en coaxiaal ten opzichte daarvan, is een 5 draagorgaan 10. (shuttle) aangehracht, dat vrij roteerbaar is cm zijn eigen as en een spoel 11 draagt (die eveneens cm zijn eigen as vrij roteerbaar is), welke spoel haaks op de as van de machine ^ is opgesteld.
Vaste bevestigd aan het draagorgaan 6 is eveneens de as 10 van een andere rol 12, ingericht voor het geleiden van draden die door de spoel 11 worden afgewikkeld.
De dubbel.torderende machine 5 is in hoofdzaak gelijk aan de machine H en eveneens voorzien van een kooi 13 die vast is verbonden met keerrollen lH en 1?, die resp. bovenstroams en 15 benedenstrooms, gezien in de bewegingsrichting van de draad zijn cpgesteld. Een draagorgaan 16, coaxiaal, binnen de kooi, is vrij roteerbaar cm zijn eigen as en vast bevestigd aan de assen van een aantal draadgeleidingsrollen 17 en ingericht voor het bedienen van een aantal spoelen 18.
20 De twee machines ^ en 5 zijn in lijn en coaxiaal opgesteld en onderling verbonden door een koppelinrichting 6, die een vaste verhouding van 2-:1. tot stand brengt en handhaaft tussen de respectieve rotatiesnelheden van de kooien 7 en 13. M.a.w., de rotatiesnelheid van de kooi 7 is gelijk georiënteerd en steeds 25 tweemaal zo groot als die van de kooi 13.
Aangezien de structuur van de inrichting nu is beschreven kan worden ingegaan op de functie daarvan en op die van diverse varianten.
Stel dat de deklaag 2 over de kernstreng 1 (zie fig. 2) 30 moet worden gewikkeld. ·
Voor dit doel wordt op de machine ^ (fig. 3) de spoel 11 gemonteerd die de streng bevat die reeds op eenvoorgaande machine werd vervaardigd. Op de machine 5 wordt het aantal spoelen aangebracht voor het afwikkelen van negen draden van de deklaag, 35 b.v. negen spoelen, elk met een enkele kop.
790 86 02 Λ -lila de eerste plaats moet'in het oog worden gehouden dat de beweging van de draad - in de richting F, wordt verkregen door middel van een (niet af geheelde) inrichting voor het trekken van het koord, welke inrichting zich aan de rechter zijde van de figuur 5 bevindt. Bovendien worden de dragers 10 en 16, vrij draaibaar cm hun eigen assen, aangebracht echter onder invloed van het gewicht van de zich daarin bevindende spoelen zullen zij tijdens de werking van de inrichting stationair blijven terwijl de respectieve! kooien daaromheen roteren. Deze kooibewegingen worden verkregen door een 10 (eveneens niet afgeheelde) aandrijf inrichting.
De draden die door de spoelen worden af gewikkeld, worden uit de machine 5 getrokken en overgencmen door de machine k - volgens een traject dat aanvankelijk met de as van. de machine samenvalt - tussen rol 17 en rol lU en ook langs het buitenopper-15 vlak van de machine tussen de rol ïk en.de rol 15-
Zoals uit de tekening blijkt zijn de bewegingsrichtingen van. de draden (volgens de twee delen van de trajecten die met de machineas samenvallen) onderling tegengesteld, d.w.z. dat de draden, na uit de kooi te zijn getrokken, bij de beweging langs 20 de as van de kooi in een bepaalde richting, worden gekeerd (op de rol lU) die ervoer zorgt dat zij eerst in hoofdzaak in tegengestelde richtingen bewegen en vervolgens, benedenstrooms van rol 15, nauwkeurig in tegengestelde richting.
Bovendien ondergaan de negen draden op de rol lU een 25 eerste tordering die de draden tot strengen verenigd. Daarna ondergaat de streng een tweede tordering op de ról 15 in de zelfde zin als de eerste tordering.
Van daaruit wordt de aldus gevormde streng, die derhalve dubbel is getwist, opgenemen door de machine U, waarop de ge- 30 vormde streng volgens een tweede traject - nog steeds aan de buitenzijde van de machine zelf - beweegt in een richting die aanvankelijk coaxiaal is met de as van de laatstgenoemde machine - bovenstreams van de rol 8 en vervolgens langs het buitenoppervlak van de kooi tussen de rol 8 en de rol 9 en tenslotte weer gelijk- 35 lopend aan de as van de machine zelf - n.l. benedenstrooms van de « 790 86 02 * ί· . - ! rol 9.
Op de rol 8, waarvan de as samen met die Tan de kooi 7. roèc teert - welke in dezelfde zin roteert als de kooi 13, ondergaat deze streng dan een tordering in tegengestelde zin - t.o.v. die van 5 de twee voorgaande torderingen - en wordt thans tegengetwist.
Aangezien de rotatiesnelheid van de kooi 7 steeds tweemaal die is van de kooi 13, zal de tegentwist die door de rol 8 wordt veroorzaakt derhalve de twee voorgaande torderingen opheffen en derhalve wordt de streng uiteengerafeld in negen draden die daarin 10 aanwezig waren. Deze vervormde, echter niet getwiste draden, worden onderling evenwijdig en naast elkaar opgesteld eh bewegen verder terwijl hun opstelling op het buitenoppervlak van de kooi 7 gehandhaafd blijft, totdat zij uiteindelijk bij de vaorvormpen 9 aankomen, waarop zij gedeeltelijk worden gewikkeld - door middel 15 van wijziging van de bewegingsrichting - zodat zij aldus vanaf deze pen 9 voortgaan in de bewegingsrichting even-wijdig aan de as van de machine
Op dezelfde pen 9, waarop ook de kemstreng 1 aankomt, ' wordt de streng afgewikkeld door de spoel 11 met een stationaire 20 as en geleid door de leirol 12. Het is duidelijk dat i.p.v. de enkelvoudige streng 1, op deze plaats ook een koordgedeelte dat nog met een deklaag moet worden af gedekt, kan worden afgewikkeld, b.v. in het geval dat de inrichting wordt gebruikt voor het uitvoeren van de laatste fase van de koordvervaardiging, in welk 25 geval de spoel 11 een koord afwikkelt, gevormd door de kernstreng 1, waarover de eerste deklaag 2 reeds is gewikkeld.
In elk geval wordt de streng niet op de rol 9 gewikkeld maar blijft daaraan rakend verlopen, zodat de rotatie van de as van de rol 9» samen met de kooi 7, dit koordgedeelte niet be-30 invloedt.
De rotatie van deze pen cm de kemstreng heeft daarentegen tot effect dat de deklaag om het betreffende koordgedeelte wordt gewikkeld.
De negen draden die onderling evenwijdig bij de pen 9 35 aankomen, uit een richting die samenvalt met die van de machineas, * 790 8 6 02 -13- •worden, zoals reeds eerder opgemerkt, over een bepaald trajectdeel, gewikkeld om het oppervlak van deze rolpen dat een kromtestraal heeft dat ongeveer in verhouding tot de diameter van de gebruikte draden wordt gekozen, welke dan een voorvervoiming ondergaan, n.l.
5 een permanente buigvervorming, langs een beschrijvende lijn van een axiale ontwikkeling, waarbij, aangezien de draden niet zijn getwist, zij tegelijk met deze buigvervorming, een tordering in tegengestelde zin ondergaan en in een gelijke mate, vergeleken met de tegentwist die op de rol 8 is uitgevoerd.
10 Door de aanwezigheid van de kern kunnen de draden echter niet onderling tot strengen worden geslagen, echter zij worden geforceerd als een mantel cm de kern gewikkeld en vormen’ aldus de gewenste deklaag.
Het aldus gevormde koord verlaat dan de machine b en volgt 15 een bepaald traject naar overigens bekende behandelingsinrichtingen en van daaruit wordt het koord verzameld, veelal op een spoel gewikkeld, welke spoel zodanig is opgesteld, dat deze makkelijk weer in de inrichting kan worden gebracht, b.v. ter vervanging van de spoel 11, zodat een volgende laag over het gerede koord 20 kan worden gewikkeld.
Yoor het op de aldus vervaardigde koorden aahbrengen van een volgende deklaag 3 (zie fig. 2), in het bijzonder een laag met vijftien draden, behoeft nu nog slechts op de drager 10 de spoel met het vervaardigde koord (3S + 9S) te worden geplaatst, ter-25 wijl op de drager 16 de spoelen moeten worden aangebracht voor het afleveren van vijftien draden, waarna de volgende fase van het proces op exacte gelijke wijze als in het voorgaande beschreven kan worden uitgevoerd en bij het einde van de inrichting kan het voltooide koord 3S + 9S + 15 Z worden opgevangen.
30 Het is duidelijk dat voor het verkrijgen van een bepaalde gewenste wikkelrichting voor de kern en de deklagen, het voldoende is de rotatierichting van de machinekooien op de gewenste wijze in te stellen.
Meer in detail kan nu worden gesteld dat gezien in de 35 bewegingsrichting van de draden door de inrichting in de diverse 790 86 02 ' ί .........".......
richtingen, t.o.v. een bepaalde referentie, in de onderhavige beschrijving de richting (fig. 3 en M die door het geproduceerde koord -wordt gevolgd en die begint op het punt vaar het wikkelen van de deklaag geschiedt, de vooruitbeweegrichting is, waaraan bij 5 het beschrijven van andere bewegingsrichtingen van de draden wordt gereferereerd.
Verder is de in de figuren afgevoerde uitvoeringsvorm de practijkuitvoering, waarbij de vooruitbeweegrichting en de assen van de machines k en 3 coaxiaal zijn en elkaar lineair opvolgen.
10 Voor wat. betreft de koppeling tussen de twee machines is in "' de tekening een koppeling 6 schematisch weergegeven op een axiale positie in de inrichting. In de praktijk kan elk type koppeling worden toegepast met behulp waarvan de volgens de uitvinding vereiste verhouding 2:1 tussen de rotatiesnelheid van de kooi 7 en 15 die van de kooi 13 kan worden gehandhaafd. Om redenen van meer mechanische aard, betreffende de doorgang van de draden, behoeft een mechanische koppeling, coaxiaal met de machines, niet meer praktisch en ook niet geschikter te zijn.
In elk geval moet voor dit onderdeel van de inrichting een 20 type koppeling worden gekozen, dat voor de technische installatie geen problemen oplevert.
Tenslotte is bij de uitgang van de inrichting een voor-vormpen 9 aangebracht. Niettemin is het ook zeer goed mogelijk deze pen bij het begin van de baan van de deklaagdraden aan te 25 brengen, b.v. samenvallend met de rol 17 of ook kan een speciale . pen worden geplaatst in het gedeelte van het dradentrajéct tussen de rollen 17 en de rol ik. In de afgeheelde uitvoeringsvorm is men echter uitgegaan van het vervaardigen van een koord waarvan het materiaal laag moet worden belast cm tijdens gebruik van de 30 koorden optimale resultaten te verkrijgen.
Reeds eerder is opgemerkt dat het met de inrichting volgens de uitvinding mogelijk is twee bewerkingen in een enkele fase uit te voeren, d.w.z. tegelijkertijd twee bewerkingen uit te voeren die volgens de bekende techniek afzonderlijk moeten worden uitge- 35 voerd. Meer in het bijzonder is het met de 'inrichting volgens de « 790 8 6 02 -15- uitvinöing mogelijk in een enkele fase de kern te -wikkelen en deze met een eerste deklaag te omwikkelen.
Fig. h toont deze uitvoeringsvorm, in welke figuur voor de eenvoud verwij zings cijfers van delen die ook bij de machine 5 volgens fig. 3 aanwezig zijn, achterwege zijn gelaten.
Voor de beschrijving van de inrichting volgens fig. k wordt weer uitgegaan, van een koord 3S + 9S + 15Z. De kern van dit koord wordt gevormd door een streng van drie samengetwiste afzonderlijke draden.
10 la fig. 4 zijn in de drager van de machine h drie spoelen 19 opgesteld, elk met een enkele kop in plaats van de enkele spoel voor de streng 1x3 volgens fig. 3.
Set zal duidelijk zijn, dat i.p.v. drie enkelkoppigê spoelen theoretisch ook een enkele driekoppige spoel kan worden toegepast.
15 In de praktijk zal, afhankelijk van de omstandigheden, van beide typen gebruik worden gemaakt.
Verder wordt er op gewezen, dat de toepassing van meerkoppige., spoelen, hoewel in het voorgaande niet uitdrukkelijk gesteld, natuurlijk ook mogelijk is in het geval van de spoel 18 voor de 20 kroondraden.
Verwijzend naar hetgeen reeds is gesteld bij de beschrijving van de machine 5, zullen ook in dit geval de draden die door de drie spoelen 19 worden af gewikkeld, uit de kooi worden getrokken naar het ontmoetingspunt met de andere draden van de deklaag door . 25 een traject te volgen dat aanvankelijk samenvalt met de as van de kooi tussen de draadgeleidingsrollen 20 en 21, vervolgens over het buitenoppervlak van de kooi tussaide rollen 21 en 22 en tenslotte, weer samenvallend met de kooias. Ook hierbij, verschillen de bewegingsrichtingen van de draden onderling in de twee 30 delen van het traject, samenvallend met de kooias,. waarbij de richting bij de uitgang van de rol 22 samenvalt met de reeds eerder genoemde vooruitbeweegrichting. Elk van de rollen 20 kan worden gebruikt als voorvorminrichting voor de betreffende draden op een soortgelijke wijze als beschreven bij de voorvormpen 9 35 voor de deklaagdraden. Daarnaast kan theoretisch gebruik worden 79 0 8 ö ύ - - - % « -16- gemaakt van een enkele voorvormpen, gelegen in het trajectdeel tussen de rollen 20 en de rol 21.
In herinnering brengend wat reeds in het voorgaande is gesteld, zal het duidelijk zijn op welke wijze in fig. U de drie , 5 kerndraden (tijdens hun weg op de rol 9) een*dubbele tordering ondergaan en wel een eerste tordering op de rol 21, waar zij worden samengeslagen en een tweede tordering op de rol 22. Bij het verlaten van de laatste rol is dus een tweemaal getwijnde streng -lx? verkregen*, die ook de kern van de koorden tijdens de vorming daarvan 10 omvat. Voor het overige is niets veranderd t.o.v. het in het voorgaande beschreven proces, welke beschrijving nauwkeurig toepasbaar o is op de uitvoeringsvorm volgens fig. k.
Deze variantuitvoering blijkt uiterst geschikt voor gelaagde koorden met een enkèle deklaag. Een veel gebruikt koord dat aldus 15 kan worden vervaardigd is een koord 2 + J, voorzien van een kern van twee samengetwiste draden en een deklaag van zeven enkele draden.
De koorden, die met de inrichting volgens de uitvinding zijn vervaardigd, blijken kwalitatief aan hoge eisen te voldoen. In het 20 bijzonder hebben zij een grotere regelmaat van geometrische configuratie en een grotere uniformiteit voor wat betreft de spanning in de enkele draden van het koord. Derhalve hebben deze koorden niet het veelvuldig voorkomende en uiterst nadelig gebleken aspect van een draad in het kernlichasm zelf, die buitsihet beoogde 25 traject ligt. Een dergelijke afwijking is makkelijk herkenbaar doordat een dergelijk koord bobbels vertoont.
Zonder dat aanvraagster zich op de hiernavolgende hypothese wil vastleggen, gelooft zij dat e.e.a. hoogstwaarschijnlijk het gevolg is van het feit, dat alle draden van de deklaag (van op 30 de bovenbeschreven wijze vervaardigde koorden) worden vervormd door buigingen en wel op identieke wijze, volgens een van hun beschrijvende lijnen, terwijl zij axiaal worden getwist, in plaats dat zij door buigingen worden vervormd langs een cylindrische schroeflijn over hun buitenoppervlak, hetgeen geschiedt zij koordver-35 vaardiging op bekende machines.
79 0 8 6 02 -17-
Aan'deze afwijkende wijze van vervormen moeten de verbeteringen die bij de koorden volgens de uitvinding zijn geconstateerd, worden toegeschreven, in het bijzonder voorzover dit betreft hun weerstand tegen spontaan rafelen in. een zone waar 5 zij worden doorgesneden en ook voor wat betreft hun weerstand tegen materiaalmoeheid gedurende gebruik.
Het is duidelijk dèt bij het vervaardigen van koorden met een enkele laag - b.v. de bovengenoemde 2+7 koorden, in een enkele bewerking - i.p.v., de gebruikelijke twee bewerkingen 10 (eerst het vormen van de kern en het verzamelen daarvan op een spoel en vervolgens vervaardigen van het voltooide koord), en ook door toepassing van de dubbel torderende machines die uiterst snel werken in vergelijking met de bekende langzaam werkende kabelslagmachines, een aanzienlijke verhoging van de 15 productiviteit wordt bereikt hetgeen niet verwaarloosbare economische voordelen heeft.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat binnen het raam van de· uitvinding diverse wijzigingen mogelijk zijn.
« - ·* 790 8 6 02

Claims (17)

1. Werkwijze voor het vervaardigen, van metalen koorden - in het bijzonder koorden bestemd voor toepassing in een wapeningselement voor elastomere structuren, welke koorden bestaan uit een centrale kern en tenminste een deklaag of mantel, waarbij de elementen waaruit 5 het koord wordt vervaardigd draden zijn, hetzij enkelvoudige metalen en/of strengen en waarbij de draden van elke laag schroeflijnvormig en onderling evenwijdig worden gewikkeld on radiaal aan de binnenzijde gelegen lagen en eveneens cm de centrale kern, waarbij eerst een eerste groep draden wordt aangebracht voor het vormen van het 10 koordgedeelte dat met een deklaag moet worden omwikkeld en een tweede groep draden voor de deklaag wordt afgewikkeld en vervolgens op de draden van de groepen een kracht wordt uitgeoefend waardoor de draden van hun respectieve afwikkelspoelen worden af gewikkeld en vervolgens de draden van de tweede groep permanent althans door 15 buiging, worden vervormd en aan deze draden een rotatie wordt gegeven waardoor de draden worden gewikkeld en wel schroeflijnvormig en onderling evenwijdig, cm het genoemde deel dat voor dit doel met de draden van de tweede groep in aanraking wordt gebracht en aldus de deklaag wordt gevoimd en de aldus gevormde koorden naar een 20 verzamelinridating worden geleid, waarbij de voortbewegingsridating van de koorden op het punt van vorming van de deklaag de voortbe-wegingsrichting is, met het kenmerk, dat : - de tweede groep draden in de vorm van een bundel- afzonderlijke draden die niet zijn samengeslagen, worden af geleverd; 25. aan deze draden twee opeenvolgende rotaties in dezelfde zin, n.l. torderingen in de bovenaangegeven wijze worden medegedeeld zodat een dubbel getwijnde streng ontstaat; - aan deze streng een tegentwist wordt medegedeeld in dezelfde orde van grootte als van de twee voorafgaande torderingen en aldus de 30 streng weer wordt gesplitst in de samenstellende draden en deze draden evenwijdig en naast elkaar worden geplaatst en - aan de aldus geplaatste draden, die door buigingen permanent zijn vervormd, een tordering wordt gegeven in dezelfde orde van grootte als de eerdergenoemde tegentwist, terwijl tegelijkertijd de ge- « 790 8 6 02 *v « *" — -19- splitste draden cm de draden van de eerste groep worden aangebracht , zodanig dat de deklaag op het koordgedeelte wordt gevormd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde permanente vervormingen door buiging worden medegedeeld 5 aan de draden van de tweede groep nadat deze zijn tegengetwist.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de twee opeenvolgende torderingen worden bewerkstelligd door het trékken van de draden volgens een eerste traject dat cm een as roteert echter niet daarmee samenvalt en voorzien van eerste en laatste 10 trajectdelen volgens deze as, waarbij de bewegingsrichting van de draden in dit traject in de eerste en laatste trajectdelen onderling tegengesteld is. ij-. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor het tegentwisten en daaropvolgende torderen de streng wordt getrokken 15 langs een tweede traject dat cm een as roteert, echter niet daarmee samenvalt en voorzien van een eerste en een laatste trajectdeel langs de as, waarbij de bewegingsrichtingen van de streng langs een tweede traject- in de eerste en laatste trajectdelen met elkaar overeehkcmen.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 en met het kenmerk, dat de rotatiesnelheid in‘het tweede traject dat tegengesteld is gericht de dubbele grootte heeft van de rotatiesnelheid in het eerste traject, waarbij de bewegingsrichting van de draden in het einddeel van het eerste traject en in het begindeel van het tweede 25 traject met elkaar in overeenstemming is.·
6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies voor het in een enkele bewerking vervaardigen van de centrale kern en een radiaal binnenste deklaag, gekenmerkt doordat: - de draden van de eerste groep worden geleverd in de voim van een 30 bundel van afzonderlijke draden die onderling evenwijdig zijn en naast elkaar liggen; - tenminste door middel van buigen de aldus geplaatste draden permanent worden vervormd; - deze draden worden onderworpen aan opeenvolgende torderingen in 35 dezelfde zin, zodat een dubbel getwijnde streng wordt verkregen die % 790 8 6 02. . % : -20-' ! de genoemde centrale kern vormt en > - de twee opeenvolgende torderingen worden gerealiseerd met dezelfde rotatie voor het bewerkstelligen van de genoemde tegentwist en opeenvolgende torderingen bij de draden van de genoemde tweede 5 groep.
7· Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de twee opeenvolgende torderingen worden gerealiseerd door het trekken van de draden langs een traject dat cm een as roteert echter niet daarmee samenvalt en voorzien van een begin-en een eindtrajeetge- 10 deelte langs deze as, waarbij de bewegingsrichtingen van de draden langs deze trajectgedeelten in de begin- en einddelen van het 0 traject tegengesteld aan elkaar zijn.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de genoemde voortbeweegrichting en de rotatieassen 15 van de beschreven trajecten coaxiaal zijn en in lijn liggen.
9· Inrichting voor het vervaardigen van metalen ko.orden, in het bijzonder koorden, bestand voor wapeningselementen in elastomers structuren, welke koorden worden gevormd door een centrale kern en tenminste een dek- of mantellaag, waarbij de elementen 20 waaruit de koorden zijn samengesteld draden zijn, welke draden hetzij inderdaad afzonderlijke metalen draden en/of strengen zijn, waarbij de draden van elke deklaag schroeflijnvormig zijn gewikkeld en onderling evenwijdig cm radiaal aan de binnenzijde gelegen lagen en de centrale kern zijn geslagen, gekenmerkt door: 25. een eerste machine van het dubbel torderende type, in hoofdzaak samengesteld uit een kooi die cm zijn eigen as roteerbaar is en uit een draagorgaan (shuttle), coaxiaal t.o.v. de kooi en aan de-binnenzijde daarvan aangebracht, en ook roteerbaar cm zijn eigen as, welk draagorgaan bestemd is voor middelen voor het distribueren 30 van een eerste groep draden voor het vormen van het koordgedeelte, waarop een deklaag moet worden gewikkeld; - een tweede machine van het dubbel torderende type, in hoofdzaak met dezelfde constructie als de eerste machine, waarbij het draagorgaan van de tweede machine is bestemd voor middelen voor het 35 distribueren van een tweede groep draden - in de vorm van een « 7908502 • -21- bundel afzonderlijke draden, "bestemd -voor het vervaardigen van "bedoelde deklaag » - een op zichzelf békende voorvorminrichting voor het, althans door middel van buigingen, permanent vervormen van de draden van de 5 tweede groep; - een inrichting voor het onderling koppelen van de eerste en tweede machine en geschikt voor het differentiëren van de rotatie-snelheden van de respectieve kooien terwijl hun snelheden op een constante verhouding 2:1 worden gehouden en 10. op zichzelf bekende middelen voor het trekken van de draden voor het stabiliseren van de torderingen en voor het verzamelen van de voltooide koorden.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de middelen voor het distribueren van de eerste groep draden zijn 15 voorzien van een spoel die vrij roteerbaar is cm zijn eigen as en welke is aangebracht op een bijbehorend draagorgaan en haaks qp de as van de betreffende kooi, welke spoel het koord bevat waarover de deklaag moet worden gewikkeld.
11. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de 20 middelen voor het afleveren van de tweede groep draden een aantal spoelen omvatten, elk vrij draaibaar cm zijn eigen as die haaks is gericht op de kooias, waarbij elke spoel een enkele metalen draad bevat en waarbij het aantal spoelen gelijk is aan het aantal draden waaruit de deklaag is samengesteld.
12. Inrichting volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de aflevermiddelen voor de tweede groep draden tenminste een spoel omvatten die vrij draaibaar is cm zijn eigen as die haaks op de kooias is georienteerd en waarbij elke spoel een aantal enkele metalen draden bevat, waarbij het aantal draden in de spoelen 30 gelijk is aan het aantal draden waaruit de deklaag is samengesteld.
13. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de voorvorminrichting is voorzien van een pen die vrij roteerbaar is om zijn eigen as die haaks is geplaatst t.o.v. de as van de bijbehorende kooi. 35 ik. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de 790 86 02 _ 1 * f 1 -22- * i ; inrichting is voorzien van op zichzelf bekende middelen voor het geleiden van. de draden van de tweede groep volgens een traject dat aanvankelijk samenvalt met de kooias, vervolgens de kooi door- . , · loopt van de binnenzijde naar de buitenzijde en vervolgens langs 5 het buitenoppervlak van" de kooi om tenslotte weer samen te vallen met de as van de kooi, aan de buitenzijde daarvan en aan de tegenoverliggende zijde van het genoemde eerste trajectdeel.
15. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de eerste· machine, is voorzien van op zichzelf bekende middelen voor ' 10 het geleiden van de draden van de genoemde tweede groep volgens een traject dat zich steeds aan de buitenzijde van de bijbehorende kooi- bevindt, aanvankelijk samenvalt met de kooias en vervolgens verloopt langs het buitenoppervlak van de kooi om tenslotte weer samen te vallen met de kooias aan de andere zijde van het genoemde 15 eerste trajectdeel.
16. Inrichting volgens conclusie lh, met het kenmerk,dat de vonrvormpen eveneens is voorzien van geleidingsmiddelen van het traject voor de tweede groep draden op het punt waar het traject samenvalt met de as van de eerste machine. 20 17. . Inrichting volgens conclusie 9 voor het in een enkele bewerking vervaardigen van de centrale kern en de binnenste deklaag, met het kenmerk, dat de middelen voor het af leveren van de eerste groep draden zijn ingericht voor het afleveren van deze draden in de vorm van een bundel afzonderlijke draden en dat de 25 eerste machine eveneens is voorzien van een. voorvorminrichting voor het, althans door middel van buigingen, permanent vervormen van elke draad van de bundel en verder op zichzelf bekende middelen zijn aangebracht voor het geleiden van de draden volgens een traject dat aanvankelijk samenvalt met de kooias, over de 30 kooi beweegt van de binnenzijde naar de buitenzijde en vervolgens zich uitstrekt langs het buitenoppervlak van de kooi om tenslotte weer samen te vallen met de kooias, aan de buitenzijde daarvan en aan het einde tegenover het einde waar zich het eerste trajectdeel bevindt.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat 790 8 6 02 -23- de voorvorminri chhing wordt gevormd door een rol waarop de draden van genoemde bundel, die onderling evenwijdig zijn en naast elkaar liggen, gedeeltelijk warden gewikkeld, welke rol eveneens een geleidingselement vormt voor het traject van deze draderibundel, 5 bovenstrocms van het punt waar het genoemde eerste deel van het traject, dat samenvalt met de rotatieas van de kooi, zich van de as af beweegt in de richting langs het buitenoppervlak van de kooi.
19. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies,. met 10 het kenmerk, dat de eerste en tweede machine in lineaire opeenvolging. zijn opgesteld en coaxiaal t.o.v. elkaar in de voort-bewegingsrichting,
20. Gelaagd metalen koord, voorzien van een centrale kern en tenminste een deklaag, waarbij de draden van elk van de dék- 15 lagen schroeflijnvormig en onderling evenwijdig zijn gewikkeld cm aan de radiale binnenzijde daarvan gelegen lagen en cm de genoemde centrale kern, vervaardigd, onder toepassing van de t werkwijze en/of de inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draden van de deklagen 20 permanent zijn vervormd door buiging langs een beschrijvende lijn van een mantel en afzonderlijk axiaal zijn getwist. 790 86 02
NLAANVRAGE7908602,A 1979-02-06 1979-11-27 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van gelaagde metalen koorden. NL190379C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
IT19915/79A IT1110954B (it) 1979-02-06 1979-02-06 Metodo e macchinario per produrre cordicelle metalliche a strati
IT1991579 1979-02-06

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7908602A true NL7908602A (nl) 1980-08-08
NL190379B NL190379B (nl) 1993-09-01
NL190379C NL190379C (nl) 1994-02-01

Family

ID=11162295

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7908602,A NL190379C (nl) 1979-02-06 1979-11-27 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van gelaagde metalen koorden.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4299082A (nl)
JP (1) JPS55122641A (nl)
AR (1) AR219856A1 (nl)
BE (1) BE881543A (nl)
BR (1) BR8000758A (nl)
DE (1) DE3004375A1 (nl)
ES (1) ES488968A1 (nl)
FR (1) FR2448430A1 (nl)
GB (1) GB2044314B (nl)
IT (1) IT1110954B (nl)
LU (1) LU82132A1 (nl)
NL (1) NL190379C (nl)
TR (1) TR20691A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1135631B (it) * 1981-02-26 1986-08-27 Pirelli Miglioramenti alle macchine per la produzione di cordicelle metalliche a strati
US4470249A (en) * 1983-02-18 1984-09-11 Amsted Industries Incorporated Multi-layer, contrahelically stranded wire rope
US4608817A (en) * 1984-05-21 1986-09-02 The Goodyear Tire & Rubber Company Single strand metal cord and method of making
GB2234267B (en) * 1989-07-19 1994-02-02 Delta Enfield Ltd Apparatus for manufacturing electric cable
JPH04127325U (ja) * 1991-05-14 1992-11-19 ナシヨナル住宅産業株式会社 太陽熱集熱、融雪屋根の構造
US5487262A (en) * 1993-04-20 1996-01-30 N.V. Bekaert S.A. Method and device for overtwisting and undertwisting a steel cord
CN102439344B (zh) * 2009-04-20 2014-12-03 柔性管系统股份有限公司 金属芯线增强软管
US9322495B2 (en) 2011-11-16 2016-04-26 Shawcor Ltd. Shawcor Ltée Connection for a thermoplastic pipe, assembly and method
US9726306B2 (en) 2011-11-16 2017-08-08 Shawcor Ltd. Flexible reinforced pipe and reinforcement tape
EP2815164B1 (en) 2012-02-17 2019-11-27 CORE Linepipe Inc. Pipe, pipe connection and pipeline system
KR101647091B1 (ko) * 2014-10-14 2016-08-09 홍덕산업 주식회사 타이어 보강용 스틸코드

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1276511B (de) * 1963-03-01 1968-08-29 Krupp Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Verseilen mehrlagiger Kabel od. dgl.
FR87005E (fr) * 1963-04-12 1966-05-27 Geoffroy Delore Procédé pour transmettre un mouvement de rotation de l'une à l'autre des extrémités d'un élément filiforme, et machines à câbler pour la mise en oeuvre de ce procédé
US3431718A (en) * 1964-02-18 1969-03-11 Vornbaeumen & Co E Method and machines for twisting together strands of material
US3425203A (en) * 1966-12-30 1969-02-04 Wanskuck Co Cable making machine
GB1285270A (en) * 1970-03-31 1972-08-16 Mario Martinez Bunching and stranding machine
DE2653041A1 (de) * 1976-11-22 1978-05-24 Barmag Barmer Maschf Verfahren zur herstellung eines seils
IT1078402B (it) * 1977-04-08 1985-05-08 Pirelli Metodo e dispositivo per la confezione di cordicelle metalliche
IT1094576B (it) * 1978-05-09 1985-08-02 Pirelli Macchina per cordare cordicelle metalliche

Also Published As

Publication number Publication date
IT1110954B (it) 1986-01-13
NL190379C (nl) 1994-02-01
DE3004375C2 (nl) 1991-06-06
AR219856A1 (es) 1980-09-15
LU82132A1 (fr) 1981-09-10
DE3004375A1 (de) 1980-08-14
IT7919915A0 (it) 1979-02-06
FR2448430B1 (nl) 1983-12-30
US4299082A (en) 1981-11-10
GB2044314A (en) 1980-10-15
TR20691A (tr) 1982-05-06
FR2448430A1 (fr) 1980-09-05
GB2044314B (en) 1983-11-23
NL190379B (nl) 1993-09-01
ES488968A1 (es) 1980-09-16
BE881543A (fr) 1980-05-30
BR8000758A (pt) 1980-10-14
JPS6351773B2 (nl) 1988-10-17
JPS55122641A (en) 1980-09-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908602A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van gelaagd metalen koorden.
EP0851949B1 (de) Verfahren und vorrichtung zum gleichzeitigen bewickeln einer mehrdrahtspule mit mehreren drähten und/oder gleichzeitigem abwickeln der drähte von einer derart bewickelten mehrdrahtspule für eine nachfolgende verseilung derselben
EP0143732B1 (en) Apparatus and process of manufacturing a metal cord
EP0563586A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung hochfester Stahldrahtlitzen
US5826419A (en) Apparatus and method for manufacturing fiber optic cable
JPS6233359B2 (nl)
WO2008145344A1 (de) Doppelschlag-verlitzmaschine
JPS62282088A (ja) スチ−ルコ−ドの製造方法及び装置
US4141205A (en) Stranding process and apparatus
DE4337596A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von HT- bzw. Ultra-HT-Cord
EP0336052B1 (de) Einrichtung zum wendelförmigen Aufbringen von band- oder fadenförmigem Material auf langgestrecktes Gut
US4342190A (en) Stranding stock of large cross sections
JPS61186588A (ja) ストランド加工機
JPH02182669A (ja) 糸状体の蓄積方法と装置
US1874413A (en) Method of making shafting
GB2214942A (en) Method of making twisted wire articles
JPS63282386A (ja) 一重及び多重の鋼線ストランドの製造方法及びその装置
AT286833B (de) Verfahren zur herstellung von spannungsfreien seilen oder litzen und schnellverseilmaschine zur durchfuehrung des verfahrens
NL8105481A (nl) Inrichting voor het maken van kabels of dergelijke.
JPH09503881A (ja) 伸張された線条部材を逆撚りの撚り線にする撚り合わせ方法および装置
DE3636638A1 (de) Vorrichtung zum umseilen eines materialstranges
JPH0377314B2 (nl)
DE1510158B2 (de) Verfahren zur herstellung von litzen oder seilen aus draehten oder litzen sowie maschine zur durchfuehrung des verfahrens
JPS58203188A (ja) 金属コ−ドの製造方法および装置
JPS58225508A (ja) 走行線条体へのより返し付与方法およびその装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 19991127