Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL7906969A - POINT MATRIX SIGN PRINTER WITH VARIABLE SPEED CONTROL. - Google Patents

POINT MATRIX SIGN PRINTER WITH VARIABLE SPEED CONTROL. Download PDF

Info

Publication number
NL7906969A
NL7906969A NL7906969A NL7906969A NL7906969A NL 7906969 A NL7906969 A NL 7906969A NL 7906969 A NL7906969 A NL 7906969A NL 7906969 A NL7906969 A NL 7906969A NL 7906969 A NL7906969 A NL 7906969A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transition
signal
increment
line
printhead
Prior art date
Application number
NL7906969A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Digital Equipment Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Digital Equipment Corp filed Critical Digital Equipment Corp
Publication of NL7906969A publication Critical patent/NL7906969A/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K15/00Arrangements for producing a permanent visual presentation of the output data, e.g. computer output printers
    • G06K15/02Arrangements for producing a permanent visual presentation of the output data, e.g. computer output printers using printers
    • G06K15/10Arrangements for producing a permanent visual presentation of the output data, e.g. computer output printers using printers by matrix printers

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mathematical Physics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Character Spaces And Line Spaces In Printers (AREA)
  • Dot-Matrix Printers And Others (AREA)
  • Impact Printers (AREA)

Description

\\

Digital Equipment Corporation, te Maynard, Massachusetts, Verenigde Staten van AmerikaDigital Equipment Corporation, Maynard, Massachusetts, United States of America

Puntmatrixtekendrukker met variabele snelheidsregelingDot matrix printer with variable speed control

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van elektronisch geregelde tekendrukkers, in het bijzonder puntmatrixdrukkers, welke tekens vormen als een reeks punten op beschikbare plaatsen. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een regelstelsel voor zulke 5 drukkers voor het drukken, met verschillende snelheden, van tekens met verschillende spoed, met de mogelijkheid van het drukken van tekens van verschillende spoed op dezelfde lijn.The invention relates to the field of electronically controlled sign printers, in particular dot matrix printers, which form characters as a series of dots at available locations. In particular, the invention relates to a control system for such printers for printing, with different speeds, characters of different pitch, with the possibility of printing characters of different pitch on the same line.

Puntmatrixtekendrukkers zijn bekend, in het bijzonder voor gebruik als uitgangsorganen voor computers en andere elektronische organen. IDot matrix markers are known, especially for use as output devices for computers and other electronic devices. I

10 Deze drukkers worden gebruikt voor het leveren van gedrukte tekenuitgang ' op een papiermedium tengevolge van het ontvangen van elektronische signalen, welke overeenkomen met de tekens van de beschikbare tekenstellen. Afzonderlijke tekens worden gevormd uit een geschikte combinatie van punten, gekozen uit een reeks van beschikbare puntplaatsen. In het algemeen 15 zijn deze puntplaatsen ingerieht in een matrix van n kolommen en m rijen.These printers are used to provide printed character output on a paper medium as a result of receiving electronic signals corresponding to the characters of the available character sets. Individual characters are formed from an appropriate combination of points selected from a range of available point locations. Generally, these point locations are arranged in a matrix of n columns and m rows.

Een drukkop bevat een door een spoel bediende drukstaaf voor elke plaatsing in de matrix. Wanneer het drukken van een teken vereist, dat een punt wordt geschreven op een bepaalde plaats, wordt de betreffende spoel in de drukkop geaktiveerd. Dit veroorzaakt dat de bijbehorende drukstaaf 20 wordt geworpen (of geschoten) in de richting van het papier (dus het doel).A printhead contains a coil-actuated pressure bar for each placement in the matrix. When the printing of a mark requires that a dot be written at a particular location, the respective coil is activated in the print head. This causes the associated pressure rod 20 to be thrown (or shot) towards the paper (i.e. the target).

Een inktdrukband is geplaatst tussen de drukkop en het papier. Aldus treft de geschoten drukstaaf de strook en drukt een afdruk van zijn eind-oppervlak op het papier. De drukstaaf is in feite een dun draadvormig element met een vlak einde en een ronde dwarsdoorsnede. Dit einde vormt een 25 punt op het papier.An ink print belt is placed between the print head and the paper. Thus, the shot pressure rod strikes the strip and prints an imprint of its end surface on the paper. The compression rod is in fact a thin filamentary element with a flat end and a round cross section. This end forms a 25 point on the paper.

Typerend omvat de drukkop van een puntmatrixdrukker druk-spoelen. Deze zijn gemonteerd in dichte nabijheid van elkaar. Het akti-veren van deze drukspoelen veroorzaakt dat deze warm worden. Dissipatie van spoelwarmte if normaal niet een probleem bij tekendrukkers met geringe 30 7906969 % ' ^ 2 \ snelheid. Er is echter waargenomen dat dit soms een probleem wordt bij stipmatrixtekendrukkers van hoge snelheid. Wanneer de drukkop wordt geak-tiveerd gedurende een aanzienlijke tijd en de tekens worden opgewekt in een relatief kort interval, waardoor het drukken wordt vereist van een tj iets hoger dan gemiddeld aantal punten gedurende dat interval, kan de spoel-warmte niet voldoende worden afgevoerd. Wanneer dat optreedt, kunnen spoel-aanspreekkarakteristieken worden gewijzigd tengevolge van parametrische variaties en een of meer drukstaven kunnen zorgen dat een punt iets eerder of later dan bedoeld wordt afgedrukt of zelfs in het geheel niet. Dit ver-jq stoort het uiterlijk van punten tekens gedrukt onder zulke omstandigheden en kan onder ernstige omstandigheden zelfs leiden tot het drukken van onherkenbare of onjuiste tekens. Uitval van spoelvoedingsvermogen of verstoord werken kan ook resulteren, wanneer een grotere belasting daarop wordt aangelegd. Een buitensporige warmte kan zorgen voor permanente be-.jcj schadiging van de spoelen of andere componenten. Aanzienlijk rendement wordt verloren indien de tekendruksnelheid aanzienlijk wordt verminderd teneinde het probleem van spoelwarmte-afvoer te vermijden, aangezien hoge betrouwbaarheid een aanzienlijke vermindering van snelheid zou vereisen.Typically, the print head of a dot matrix printer includes pressure coils. These are mounted in close proximity to each other. The activation of these pressure coils causes them to heat up. Dissipation of coil heat is not normally a problem with drawing printers with low speed 7906969% ^ 2 \ speed. However, it has been observed that this sometimes becomes a problem with high speed dot matrix printers. When the printhead is activated for a considerable time and the characters are generated in a relatively short interval, requiring the printing of a slightly higher than average number of points during that interval, the rinse heat cannot be sufficiently dissipated. When that occurs, coil response characteristics can be changed due to parametric variations and one or more pressure bars can cause a point to be printed slightly earlier or later than intended or even not at all. This disturbs the appearance of dot characters printed under such conditions and may even lead to the printing of unrecognizable or incorrect characters under severe conditions. Failure of flushing power or disrupted operation can also result if a greater load is applied thereto. Excessive heat can cause permanent damage to the coils or other components. Significant efficiency is lost if the drawing printing speed is significantly reduced in order to avoid the problem of coil heat dissipation, since high reliability would require a significant reduction in speed.

Typerend is het bij de bekende techniek, teneinde de spoed 2Q van gedrukte tekens te veranderen, noodzakelijk geweest extra sporen op het codeerorgaan aan te brengen met verschillende spoed of lichamelijk de overbrengingsverhouding van codeerorgaan tot wagen te wijzigen. Deze oplossingen zijn typerend zeer omvangrijk en niet geschikt voor het veranderen van spoed op een teken tot tekenbasis.Typically, in the prior art, in order to change the pitch 2Q of printed characters, it has been necessary to provide additional tracks on the encoder with different pitches or to physically change the encoder to carriage transmission ratio. These solutions are typically very bulky and are not suitable for changing pitch from sign to sign base.

22 Ook wordt opgemerkt, dat'de drukkoppen van de bekende techniek in het algemeen hun drukstaven allemaal hebben opgesteld in een enkele vertikale kolom. Tenzij de drukkop vertikaal kan worden bewogen, betekent dit, dat punten gevormd door naburige drukdraden of staven, niet kunnen overlappen. Enige puntspreiding veroorzaakt door de band, kan 2q echter enige vermenging van naburige punten veroorzaken, maar de resolutie wordt uiteindelijk beperkt tot die, geleverd door tangentiaal rakende punten.It is also noted that the prior art printheads generally have their thrust rods all arranged in a single vertical column. Unless the printhead can be moved vertically, this means that points formed by adjacent printing threads or rods cannot overlap. However, some point spread caused by the band, 2q may cause some mixing of neighboring points, but the resolution is ultimately limited to that provided by tangent tangent points.

De uitvinding is ontworpen voor het toelaten van drukken van puntmatrixtekens van verschillende spoed (dat wil zeggen horizontale 32 breedten). Tekenspoed is te kiezen en variabel op teken bij tekenbasis 7906969 ' ? * % 3 indien gewenst. Elektronische signalen onder "besturing van de gebruiker leveren spoedselectie, Een voorziening kan worden getroffen voor het regelen van de druksnelheid op elektronische wijze voor het verkrijgen van soepel starten en stoppen van de wagen, terwijl de tekendruksnelheid 5 maximaal is. De maximum druksnelheid wordt beperkt door de snelheid, waarmee de drukkopspoelen kunnen werken. Indien echter de te drukken tekst een puntdruksnelheid vereist, welke zou resulteren in oververhitting van de drukspoelen of van hun voedingsbron, wordt de druksnelheid verminderd tot een veilige puntdruksnelheid wordt bereikt. De maximum toelaatbare puntdruksnelheid is een systeemparameter, welke proefondervindelijk wordt afgeleid.The invention is designed to allow printing of dot matrix characters of different pitch (i.e., horizontal 32 widths). Character pitch can be chosen and variable on character at drawing base 7906969 '? *% 3 if desired. Electronic signals under user control provide urgent selection. Provision may be made for electronically controlling the printing speed to obtain smooth starting and stopping of the carriage, while the drawing printing speed is 5 maximum. The maximum printing speed is limited by the speed at which the print head coils can operate, however, if the text to be printed requires a dot print speed which would result in overheating of the print coils or their power source, the print speed is reduced until a safe dot print speed is reached. The maximum allowable dot print speed is a system parameter , which is derived experimentally.

Variabele tekendruksnelheid vereist dat de drukkopwagen het papier doorloopt met een variabele snelheid. Aangezien de snelheid van wagenloop aanzienlijk is met betrekking tot de tijd tussen een spoelbe-^ krachtigingscommendo en de tijd dat de bijbehorende drukstaaf het papier treft, is het noodzakelijk te compenseren voor variaties in de wagenbewe-ging teneinde te zorgen dat de drukstaven steeds het papier in een gewenste positie treffen. Deze positie is natuurlijk bedoeld om ongevoelig te zijn voor de tekendruksnelheid. De situatie is analoog aan het geval van 2q een jager, welke schiet op een bewegende eens vanaf een vaste plaats.Variable drawing printing speed requires the printhead carriage to advance the paper at a variable speed. Since the carriage running speed is significant with respect to the time between a spool force recommendation and the time the associated pressure bar hits the paper, it is necessary to compensate for variations in the carriage movement to ensure that the pressure bars always in a desired position. This position is of course intended to be insensitive to the drawing printing speed. The situation is analogous to the case of a 2q hunter shooting a moving once from a fixed location.

Teneinde de beweging van de eend te compenseren gedurende de tijd dat zijn kogel in de vlucht is, moet de jager mikken voor de eend uit. Deze tekendrukker vormt slechts de omgekeerde situatie, aangezien het doel vast is en het projectiel wordt geschoten vanaf een bewegend platform, ofschoon 25 het probleem van relatieve beweging hetzelfde is. Organen zijn daarom aangebracht voor het afleiden van een correctiefactor voor het bedienen van de spoelen op de juiste tijden ter compensatie van de momentele snelheid van wagenbeweging ten opzichte van het papier.In order to compensate for the duck's movement during the time his bullet is in flight, the hunter must aim for the duck. This marker is only the reverse situation, since the target is fixed and the projectile is fired from a moving platform, although the problem of relative motion is the same. Organs are therefore arranged to derive a correction factor for operating the reels at the correct times to compensate for the instantaneous speed of carriage movement relative to the paper.

Bij de voorkeursuitvoering van de uitvinding worden buiten-20 dien de drukstaven opgesteld in twee kolommen, zodanig dat de drukstaven in een van de kolommen vertikaal worden verplaats met betrekking tot de drukstaven in de andere kolom. Dit veroorlooft een hogere resolutie (dus dichtheid} van puntdrukken en veroorlooft dat de punten in aanzienlijke mate worden overlapt, zodat de puntmatrixtekens dichter de gebruikelijke 35 gedrukte tekens benaderen. Afzonderlijke spoelontsteektijdsignalen zijn 79 0 6 9 6 § \ y v * k vereist voor elke kolom van drukstaven om hun verschillende horizontale standen op een gegeven tijdstip in aanmerking te nemen.In addition, in the preferred embodiment of the invention, the pressure bars are arranged in two columns such that the pressure bars in one of the columns are moved vertically with respect to the pressure bars in the other column. This allows for a higher resolution (i.e. density} of dot printing and allows the dots to be overlapped to a significant degree, so that the dot matrix characters are closer to the usual 35 printed characters. Separate coil ignition time signals are required 79 0 6 9 6 § \ yv * k for each column of pressure bars to take into account their different horizontal positions at a given time.

De uitvinding is ook gericht op de mogelijkheid om het de gebruiker mogelijk te maken de letters en spoed van teken tot teken binnen de lijn te veranderen.The invention is also directed to the ability to allow the user to change the letters and pitch from character to character within the line.

5 ... . »5 .... »

De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing.

Figuur 1 toont een functioneel blokdiagram met hoog niveau van een puntmatrixtekendrukker volgens de uitvinding.Figure 1 shows a high-level functional block diagram of a dot matrix printer according to the invention.

^ Figuur 2 toont schematisch een zevendraadsdrukkop, en geeft verder een mogelijke uitvoering van punt buff eruit gangslijnen naar spoelen.^ Figure 2 schematically shows a seven-wire printhead, and further shows a possible embodiment of point buff out lines to coils.

Figuur 3 toont schematisch een elfdraadsdrukkop, met verder een mogelijke uitvoering van puntbufferuitgangslijnen naar spoelen.Figure 3 schematically shows an eleven-wire printhead, further with a possible implementation of point buffer output lines to coils.

Figuur U toont een functioneel blokdiagram van de drukker-regelketen PCC van figuur 1.Figure U shows a functional block diagram of the printer control circuit PCC of Figure 1.

Figuur 5 toont een toestandsovergangsdiagram van de druk-toelaatketen van figuur U.Figure 5 shows a state transition diagram of the pressure allow chain of Figure U.

Figuur 6 toont een toestandstabel voor de druktoelaatketen. Figuur T toont een totaal functioneel blokdiagram van de codeersignaalprocessor van figuur 1».Figure 6 shows a state table for the pressure admission chain. Figure T shows a total functional block diagram of the encoding signal processor of Figure 1 ».

Figuur 8 toont een detailblokdiagram van de signaalfilters van figuur 7.Figure 8 shows a detail block diagram of the signal filters of Figure 7.

Figuur 9 toont een detailblokdiagram van de overgangsdetector van figuur 7.Figure 9 shows a detail block diagram of the transition detector of Figure 7.

^ Figuur 10 toont een detailblokdiagram van de richtingsdetec- tor van figuur 7·^ Figure 10 shows a detail block diagram of the direction detector of Figure 7

Figuur 11 toont een detailblokdiagram van de overgangs- en toenameteller van figuur U.Figure 11 shows a detail block diagram of the transition and increment counter of Figure U.

Figuur 12 toont een detailblokdiagram van de impulsstrekker van figuur k.Figure 12 shows a detail block diagram of the pulse trigger of Figure k.

Figuur 13 is een diagram van verkvijzestappen bij het berekenen van de vluchttijdcompensatietelling en voor het regelen van de overgangsopteller.Figure 13 is a diagram of picking steps in calculating the flight time compensation count and controlling the transition adder.

Men ziet in figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld met een func-^ tioneel blokdiagram op hoog niveau van een puntmatrixtekendrukker volgens 7906969 I ί 5 de uitvinding. Eet papier 12 is Eet uitgangsmedium, waarop het drukken wordt uitgevoerd. Het papier wordt normaal gedragen op tandwielen 1^A, 1UB gevoerd langs een drukbalk (niet getekend) volgens de gebruikelijke praktijk. De drukbalk. dient voor hetzelfde doel als een rol (werkt dus 2 als een hard rugoppervlak om tegen te drukken) behalve dat hij het papier niet beweegt. De randen van het papier bevatten gelijkmatig gespatieerde vertikale gaten, welke samenwerken met de tanden van de aandrijfwielen ikA en I^B voor het vertikaal voeden van het papier. Beelden worden op het papier gevormd door een lint 16, dat kan worden gedragen tussen een paar lintrollen 18A en 18B of een patroonlint zijn, gewikkeld op een rol of spoel. De drukstaven of draden uit de drukkop 20 drukken het inktlint 16 op het papier 12 en tegen de drukbalk om een afbeelding van de druk- staaf te vormen op het papier. De drukkop 20 wordt gedragen op een wagen, welke langs het papier loopt voor het plaatsen van de drukkop op de juiste « ^ plaats als elke kolom van punten wordt gedrukt. Ben drukmechanisme 22 omvat een mechanisch stelsel, dat bestaat uit de wagen en de noodzakelijke hefbomen enz., voor het bewegen van de wagen, samen met een lintbevegings-mechanisme voor het wikkelen van het lint (bijvoorbeeld op een rol 18B) indien in gebruik. Het drukkermechanisme omvat ook gebruikelijke mechani-2Q sche verbindingen voor het verbinden van de lijntoevoerstapmotor 2k naar de trekkers of aandrijftandvielen 1^B en voor het verbinden van de vagenmotor 26a met het vagenbevegingsmechanisme.Figure 1 shows an exemplary embodiment with a high-level functional block diagram of a dot matrix printer according to the invention. Eat paper 12 is Eat starting medium on which the printing is performed. The paper is normally carried on gears 1 ^ A, 1UB fed along a pressure bar (not drawn) according to usual practice. The pressure bar. serves the same purpose as a roll (so acts as a 2 hard back surface to press against) except it does not move the paper. The edges of the paper contain uniformly spaced vertical holes which cooperate with the teeth of the drive wheels ikA and I ^ B to feed the paper vertically. Images are formed on the paper by a ribbon 16, which can be carried between a pair of ribbon rolls 18A and 18B or a pattern ribbon wound on a roll or spool. The print bars or wires from the print head 20 press the ink ribbon 16 onto the paper 12 and against the print bar to form an image of the print bar on the paper. The printhead 20 is carried on a carriage that runs along the paper to place the printhead in the correct position when each column of dots is printed. A pushing mechanism 22 includes a mechanical system, consisting of the carriage and the necessary levers, etc., for moving the carriage, together with a ribbon fastening mechanism for winding the ribbon (e.g. on a roll 18B) when in use. The printer mechanism also includes conventional mechanical connections for connecting the line feed stepper motor 2k to the triggers or drive teeth 1B and connecting the fading motor 26a to the fading sweeper.

Een drukkerregelketen (PCC) 30 levert de werkelijke regel-signalen, waardoor de wagen zal bewegen naar de juiste plaats en de be-g,- treffende drukspoelen worden bekrachtigd. PCC 30 levert in principe drie soorten regelsignalen als uitgangen. Een lijntoevoerregelsignaal wordt geleverd als een eerste uitgang op een lijn 32 naar een lijntoevoerver-sterker 3¼. Op zijn beurt levert de versterker 3^ het vereiste aandrijf-signaal naar de lijntoevoerstapmotor 2k voor het zorgen dat het lijntoevoer-2Q voortbevegingsmechanisme de aandrijftandvielen beweegt over een geschikte afstand om het papier over een lijnspatie voort te bewegen. Een wagen-aandrijfregelsignaal is de tweede PCC-uitgang. Deze wordt geleverd op een lijn 36 naar een wagenmotorversterker 38. Deze versterker 38 levert het aandrijfsignaal naar de wagenmotor 26a voor het regelen van beweging van 25 beweging van de vagen. De wagenmotor is ook uitgerust met een toenemende- 7906969 t ‘ « 6 aspositiecodeerinrichting 2ÓB voor het leveren van een uitgangssignaal op een lijn 1+2 naar de PCC 30» representatief voor de verandering van de hoekstand van de motoras. Aangezien de rotatiestand van de wagenmotoras direkt overeenkomt met de positie van de wagen en in het hijzonder de druk-5 kop, geeft het signaal op de lijn k2 de positie en positieveranderingen van de drukkop weer. De derde uitgang van de PCC 30 is een drukkopregel-signaal geleverd op een lijn 1+1+ naar de drukkopaandrijver 1+6. De drukkop-aandrijver 1+6 aansprekend op signalen over de lijn 1+1+, levert een be-dieningssignaal naar betreffende spoelen in de drukkop 20 om te zorgen 10 dat betreffende punten worden afgedrukt op een gewenste plaats.A printer control circuit (PCC) 30 provides the actual control signals, which will move the carriage to the correct location and energize the appropriate pressure coils. PCC 30 basically provides three types of control signals as outputs. A line feed control signal is supplied as a first output on a line 32 to a line feed amplifier 3¼. In turn, the amplifier 3 ^ supplies the required drive signal to the line feed stepper motor 2k for causing the line feed 2Q propelling mechanism to move the drive teeth a suitable distance to advance the paper over a line space. A carriage drive control signal is the second PCC output. It is supplied on a line 36 to a carriage motor amplifier 38. This amplifier 38 supplies the drive signal to the carriage motor 26a for controlling movement of motion of the fades. The carriage motor is also equipped with an increasing 7906969 t "6 axis position encoder 2ÓB for supplying an output signal on a line 1 + 2 to the PCC 30" representative of the change of the angular position of the motor axis. Since the rotational position of the carriage motor shaft directly corresponds to the position of the carriage and, in particular, the print head, the signal on line k2 shows the position and position changes of the print head. The third output of the PCC 30 is a printhead control signal delivered on a line 1 + 1 + to the printhead driver 1 + 6. The printhead actuator 1 + 6, responsive to signals over the line 1 + 1 +, provides an actuation signal to respective coils in the printhead 20 to ensure that corresponding points are printed at a desired location.

Voor gebruik met een computer of andere dergelijke bron van af te drukken gegevens wordt de drukker voorzien van een ingangskoppeling 1+8. Deze koppeling 1+8 levert geschikte ingangshuifering voor het opvangen van af te drukken gegevens. Een tabel van teken tot puntpatronen opge- « 15 slagen in ROM 56 van opeenvolgingsregelorgaan 50 wordt gebruikt voor het omzetten van de tekeninformatie geleverd door de ingangsgegevensbron, in puntmatrixinformatie, welke elk af te drukken teken weergeeft. Door het variëren van het teken tot puntpatroonverloop, kunnen verschillende letters (zoals verschillende lettersoorten of lettersoorten voor verschil-20 lende alfabetten, bijvoorbeeld Cyrillisch, Grieks, enz. alfabet) worden gedrukt. Tekens met dezelfde basisletter (dat wil zeggen lettersoort) kunnen worden gespreid of samengedrukt in de horizontale afmeting door het wijzigen van de spaties tussen punten en de vrije spaties tussen tekens, waardoor de spoed van de tekens wordt gewijzigd. Aangezien ook het verloop 25 moet geschieden op een teken door tekenbasis, is het mogelijk de tekenafmeting en tekensoort op dezelfde basis te veranderen. Er is geen voorziening voor verandering van de maat van de gedrukte tekens in de vertikale richting indien het aantal vertikale drukstaafposities daardoor zou worden overschreden, maar verschillende tekenbreedten kunnen worden toegepast en 30 vertikaal samengedrukte of gestrekte tekens kunnen worden opgewekt door gebruik van minder dan of ten hoogste, het volledige aantal vertikaal beschikbare drukstaafposities.For use with a computer or other such source of data to be printed, the printer is provided with an input coupler 1 + 8. This coupling 1 + 8 provides suitable input hinge for collecting data to be printed. A table of character to dot patterns stored in ROM 56 of sequence controller 50 is used to convert the character information provided by the input data source into dot matrix information representing each character to be printed. By varying the character to dot pattern gradient, different letters (such as different typefaces or typefaces for different alphabets, e.g., Cyrillic, Greek, etc. alphabet) can be printed. Characters with the same base letter (i.e. typeface) can be spread or compressed in the horizontal size by changing the spaces between dots and the free spaces between characters, changing the pitch of the characters. Since also the course 25 has to take place on a character by character base, it is possible to change the character size and character type on the same basis. There is no provision for changing the size of the printed characters in the vertical direction if this would exceed the number of vertical pressure bar positions, but different character widths can be used and 30 vertically compressed or stretched characters can be generated using less than or at least highest, the full number of vertically available push rod positions.

Een opeenvolgingsregelorgaan 50 voor het opwekken van PCC regel- of commandosignalen en als teken tot puntverloop aanwezig is, 35 omvat een processoreenheid 52, een willekeurig toegangsgeheugen (RAM) 5*+ 7906969 * * \ 7 en een alleen-afleesgeheugen (BOM) 56. De koppeling U8, de processor 52, HAM 5^» ROM 56 en FCC 30 zijn ai i ahi»»! onderling verbonden via een rail of verbinding 58.A sequence controller 50 for generating PCC control or command signals and as a point-to-point signal is present, comprises a processor unit 52, a random access memory (RAM) 5 * + 7906969 * * \ 7 and a read-only memory (BOM) 56. The coupling U8, the processor 52, HAM 5 ^ »ROM 56 and FCC 30 are ai i ahi» »! interconnected via a rail or connection 58.

Af te drukken tekeninformatie vordt toegevoerd van de in-5 gangskoppeling via de rail 58 naar RAM 5^, waar deze tijdelijk wordt opgeslagen. RAM 56 regelt de werking van de processor 52 en de gegevens-banen tussen de verschillende elementen verbonden met de rail 58. Gebruikt men het teken-puntverloop geleverd door de ROM 56, dan levert de processor 52 instructies aan de PCC 30 wat betreft het af te drukken punt-10 patroon. Op zijn beurt bepaalt de PCC 30 de geschikte tijdstippen, als functie van de wagenpositie, voor het bekrachtigen van de drukkopaandrij-ver voor het bekrachtigen van de drukkopspoelen.Drawing information to be printed is supplied from the input interface via the rail 58 to RAM 5 ^, where it is temporarily stored. RAM 56 controls the operation of the processor 52 and the data paths between the various elements connected to the rail 58. If the sign-point progression provided by the ROM 56 is used, the processor 52 delivers instructions to the PCC 30 as to dot-10 pattern to be printed. In turn, the PCC 30 determines the appropriate times, as a function of the carriage position, for energizing the printhead driver for energizing the printhead coils.

Hoewel verschillende componenten kunnen worden gebruikt voor het vervaardigen van de bovengenoemde blokeenheid, wordt in het bij- « 15 zonder gevezen op de 8Ο8Ο A en 8085 microprocessors van Intel Corporation, geschikt voor de processor 52. Aldus wordt de speciale uitvoering, die hier in detail wordt beschreven, aangegeven met betrekking tot het gebruik van bovengenoemd model 8Ο8Ο A. De drukregelketen 30 kan ook op verschillende wijzen worden uitgevoerd. Teneinde echter kosten en het aantal 2o onderlinge verbindingen tot een minimum te beperken, is deze uitgevoerd als een enkele geïntegreerde keten op grote schaal, waarbij metaaloxyde-halfgeleidertechniek is gebruikt, met een ontwerp geschikt voor regeling door een microprocessor.Although various components can be used to manufacture the above block unit, in particular, the 8Ο8Ο A and 8085 microprocessors from Intel Corporation are suitable for the processor 52. Thus, the special embodiment described here in detail described with reference to the use of the above Model 8Ο8ΟA. The pressure control circuit 30 may also be implemented in various ways. However, in order to minimize costs and the number of interconnections, it is constructed as a single large-scale integrated circuit using metal oxide semiconductor technology, with a design suitable for microprocessor control.

De drukkerregelketen 30 is geschikt om te werken volgens 25 twee modes voor het opwekken van tekens van verschillende spoed. De eerste mode levert het gebruik van een gebruikelijke zevendraadsafdruk-kop, voorzien van zeven drukstaven opgesteld in een enkele vertikale kolom. De tweede mode is uniek voor de uitvinding en veroorlooft het gebruik van twee horizontaal verplaatste kolommen van drukstaven. De spe-30 ciale toelichting van deze mode, hierna beschreven, toont het gebruik van een elfdraadsdrukkop met een eerste vertikale kolom van zes drukstaven en een tweede vertikale kolom van vijf drukstaven. De getekende uitvoering toont verder de staafposities in de tweede rij vertikaal gespatieerd van de staafposities in de eerste rij teneinde een vertikale inter-35 liniering te verkrijgen van de posities en het mogelijk te maken, dat de 7906969 l *i \ « 8 gedrukte punten gevormd door de vertikaal naburige staven in de twee rijen elkaar overlappen. Figuur 2 toont de drukstaafposities in een zeven-draadskop en figuur 3 toont de drukstaafposities in een elfdraadskop.The printer control circuit 30 is capable of operating in two modes of generating characters of different pitch. The first mode provides the use of a conventional seven-wire print head, with seven pressure bars arranged in a single vertical column. The second mode is unique to the invention and allows the use of two horizontally displaced columns of pressure bars. The special explanation of this mode, described below, shows the use of an eleven-wire printhead with a first vertical column of six pressure bars and a second vertical column of five pressure bars. The drawn embodiment further shows the bar positions in the second row spaced vertically from the bar positions in the first row in order to obtain a vertical interlacing alignment of the positions and allow the 7906969 1 * 8 printed dots to be formed overlapping each other by the vertically adjacent bars in the two rows. Figure 2 shows the pressure rod positions in a seven-wire head and Figure 3 shows the pressure rod positions in an eleven-wire head.

Een functioneel blokdiagram voor de drukkerregelketen PCC 5 30 ziet men in figuur 1*. Af te drukken tekengegevens en toezichtcommen- do's naar de PCC 30 worden ontvangen via de rail 58, waardoor de PCC in verbinding kan zijn met de opeenvolgingsregelinrichting en de ingangs-koppeling zoals vereist. Informatie, ontvangen door de PCC op de rail . 58 wordt opgevangen door een ingangsbuffer 62. De ingangsbuffer 62 voert 50 deze informatie naar de verschillende functie-elementen van de PCC via een parallelrail 6¾. De rail 61* is in figuur 1* afzonderlijk aangegeven bij de betreffende functieblokken met een open afgebroken pijl. Het zal duidelijk zijn, dat de rail alle aangegeven blokken onderling verbindt zelfs ofschoon de volledige onderlinge verbinding niet is getekend.A functional block diagram for the printer control circuit PCC 5 30 is shown in Figure 1 *. Character data to be printed and supervision commands to the PCC 30 are received via the rail 58, allowing the PCC to communicate with the sequence control device and the input coupler as required. Information received by the PCC on the rail. 58 is received by an input buffer 62. The input buffer 62 feeds this information to the various function elements of the PCC via a parallel rail 6¾. The rail 61 * is shown separately in figure 1 * at the relevant function blocks with an open broken arrow. It will be understood that the rail interconnects all indicated blocks even though the full interconnection is not shown.

15 Een van de elementen, verbonden met de rail 61*, is een commendodecodeerorgaan 66. Dit decodeerorgaan 66 is ook verbonden via lijnen 68 met de verschillende andere elementen van de PCC. Zulke verbindingen zijn niet expliciet getekend echter teneinde de tekening duidelijk te houden. Het commendodecodeerorgaan 66 detecteert en decodeert de commen-20 do's, geleverd door het opeenvolgingsregelorgaan en aktiveert, deakti- veert en regelt door het gebruik van de betreffende stuurlogika de functionele blokken van figuur 1* voor het verkrijgen van de werking, gericht door de commendo's.One of the elements, connected to the rail 61 *, is a commode decoder 66. This decoder 66 is also connected via lines 68 to the various other elements of the PCC. Such connections are not drawn explicitly, however, in order to keep the drawing clear. The commode decoder 66 detects and decodes the commodos 20 supplied by the sequence controller and activates, deactivates and controls the functional blocks of FIG. 1 * using the appropriate control logic to obtain the operation directed by the commendos.

Zoals in het kort hierboven is opgemerkt, is de functie 25 van de PCC het leveren van geschikte signalen voor het aandrijven van de lijntoevoerversterker 3**, de wagenmotorversterker 38 en de drukkopaandrij-ver 1*6. De dominante functie van de PCC is het uitvoeren van de vereiste regeling van de drukkopaandrijver 1*6 voor het afdrukken, met variabele spoed en het uitvoeren van de "eendafschietverking" nodig bij het afdrukken 30 met een variabele wagensnelheid. De gewenste wagensnelheid is een functie van de wagenpositie in de lijn, met het doel maximum doorvoer van tekens te handhaven binnen de grenzen, gesteld door beschikbare versnelling, start/stopdynamika van de drukknop en spoelbekrachtigingssnelheden, welke buitensporige verwarming vermijden. De processor 52 bepaalt de betreffen-35 de wagensnelheid en de PCC bekrachtigt de drukkopaandrijver overeenkomstig.As briefly noted above, the function of the PCC is to provide suitable signals for driving the line feed amplifier 3 **, the carriage motor amplifier 38 and the printhead driver 1 * 6. The dominant function of the PCC is to perform the required control of the variable speed print head driver 1 * 6 and to perform the "duck firing" required when printing at a variable carriage speed. The desired carriage speed is a function of the carriage position in the line, with the aim of maintaining maximum throughput of characters within the limits set by available acceleration, push-button start / stop dynamics, and coil actuation speeds, which avoid excessive heating. The processor 52 determines the respective carriage speed and the PCC energizes the printhead driver accordingly.

7906969 Ψ t 97906969 9 t 9

Aldus is de basisinformatie, nodig voor de processor 52, de positie en de snelheid van de drukkop. Deze informatie vordt verkregen van het co-deerorgaan 2ÓB, aangedreven door de vagenmotor 26a. Eet codeerorgaan 26b is een toenemend tveekanalencodeerorgaan, dat een digitale uitgang levert.Thus, the basic information required for the processor 52 is the position and speed of the print head. This information is obtained from the coder 20B driven by the fading motor 26a. The encoder 26b is an increasing channel channel encoder that provides a digital output.

^ Een korte op-neerpositieteller 72 ontvangt de uitgang van het toenemings-codeerorgaan 26b via een codeersignaalprocessor welke op geschikte wijze de uitgang van het codeerorgaan in conditie en vorm brengt. Aldus blijft de positieteller 72 op het spoor van de relatieve positie van de drukkop, modulo zijn radix. De uitgang van de positieteller 72 vordt toe-jq gevoerd naar de uitgangsbuffer 78 op aanvraag en vanuit de uitgangsbuffer naar de rail 58 en de processor 52. De processor 52 onderzoekt periodiek de positie-informatie, geleverd door de positieteller 72 en berekent druk-kopsnelheid vanaf de verandering in positie gedurende de intermonstertijd.A short up-down position counter 72 receives the output from the increment encoder 26b through an encoder signal processor which suitably conditions and outputs the encoder output. Thus, the position counter 72 remains on track of the relative position of the print head, modulo its radix. The output of the position counter 72 is fed to the output buffer 78 on demand and from the output buffer to the rail 58 and the processor 52. The processor 52 periodically examines the position information provided by the position counter 72 and calculates pressure head speed from the change in position during the inter-sample time.

Bij de bepaalde uitvoeringsvorm tot nu toe, monstert de processor 52 de e ^ uitgang van de positieteller ongeveer een keer bij elke 2,5 milliseconde.In the particular embodiment to date, the processor 52 samples the e output of the position counter approximately once every 2.5 milliseconds.

De positieverandering, vaargenomen bij elke monstertijd, vordt gesommeerd in een positieregister (dus adreslokatie) in RAM 5b, Absolute positie-informatie vordt verkregen door het aanvankelijk voeren van het positieregister naar een bekende vaarde vanneer de vagen vordt gedvongen tegen 2Q een vaste aanslag.The position change, taken at each sample time, is summed in a position register (i.e. address location) in RAM 5b, Absolute position information is obtained by initially feeding the position register to a known value of the fades forced at 2Q a fixed stop.

De inleidingsprocedure van de drukker vereist dat de vagenmotor vordt bestuurd voor het aandrijven van de vagen in de richting van de aanslag. Wanneer de processor geen verandering detecteert in de uitgang van de positieteller gedurende een vooraf bepaald aantal monstertijden, 2^ vaarin de vagen vordt geeommendeerd te bevegen naar de aanslag, veet hij dat de vagen reeds de aanslag heeft bereikt. Het positieregister is dan ingeleid. Alle relatieve beveging kan dan vorden vergeleken met deze aan-vangspositie, om te vorden getransformeerd tot absolute positie.The printer initiation procedure requires that the fuzzy motor be controlled to drive the fuzes toward the stop. When the processor does not detect a change in the output of the position counter during a predetermined number of sample times, sweeping the fuzes in order to sweep towards the stop, it fakes that the fades have already reached the stop. The position register is then initiated. All relative sweeping can then be compared to this starting position, to be transformed into absolute position.

Hoevel verschillende codeerontverpen geschikt voor deze 2q toepassing, duidelijk zullen zijn voor een deskundige, is dit stelsel met succes uitgevoerd met een codeerorgaan van de soort, vaarbij gebruik vordt gemaakt van twee sporen voor het leveren van een paar in fase loodrecht staande uitgangssignalen. Deze codeersignalen vorden geleverd naar de PCC codeersignaalprocessor (ESP) 7b via lijnen b2A en ^2B (velke collee-25 tief zijn getekend als een lijn b2 in figuur 1). De codeersignaalprocessor 7906969 10As many different coding designs suitable for this 2q application will be apparent to one skilled in the art, this system has been successfully implemented with an encoder of the type using two tracks to provide a pair of phase-perpendicular output signals. These encoding signals are supplied to the PCC encoding signal processor (ESP) 7b via lines b2A and ^ 2B (many collective are drawn as a line b2 in Figure 1). The coding signal processor 7906969 10

Jk wordt gebruikt voor het geven van een schone positiedecodering en verzekert dat slechts geldige toestandsveranderingen op de lijnen h2A en k2B worden uitgelegd door de PCC als aanwijzing van motorbeweging. ESP Jk kan bijvoorbeeld een zogenaamde meerderheidsstemmingsketen bevatten, 5 welke gebruik maakt van een hoge monstersnelheid voor het onderscheiden tussen geldige en ongeldige toestandsveranderingen in de loodrechte co-deeruitgangssignalen.Jk is used to give a clean position decoding and ensures that only valid state changes on lines h2A and k2B are explained by the PCC as an indication of motor movement. ESP Jk may include, for example, a so-called majority voting circuit, which uses a high sample rate to distinguish between valid and invalid state changes in the perpendicular coding output signals.

Op dit punt zal het geschikt zijn voor de verdere uitleg van de werking van de PCC om in het kort een uitleg te geven van teken--jQ celconstructie. Al het afdrukken van tekens door dit stelsel vindt plaats binnen programmeerbare tekencellen, waarvan de fundamentele eenheden codeerorgaanovergangen zijn (dus logische toestandsveranderingen in de onderling loodrechte codeeruitgangssignalen). Zoals met succes is toegepast bijvoorbeeld, kan elk codeerorgaan overeenkomen met drukkop- of ^ wagenbeweging van 1/660 inch. Een tekencel bestaat uit twee secties, waarbij de eerste (van links) het toenemingsveld is waarin punten kunnen worden gedrukt. De tweede sectie is de tussentekenspatie. Binnen het toenemingsveld zijn twee of meer toenemingen gelijk gespatieerd. Hun spatie is een programmeerbare parameter, "overgangen per toename" genoemd, ofwel TPI.At this point, it will be appropriate for further explanation of the operation of the PCC to briefly explain tick-jQ cell construction. All character printing by this system takes place within programmable character cells, the fundamental units of which are encoder transitions (i.e. logical state changes in the mutually perpendicular encoder outputs). For example, as successfully employed, each encoder can correspond to 1/660 inch print head or carriage movement. A drawing cell consists of two sections, the first (from the left) being the increment field into which points can be printed. The second section is the separator space. Within the increase field, two or more increases are equally spaced. Their space is a programmable parameter called "transitions per increment" or TPI.

2Q TPI wordt vaak ook genoemd als de radix van het teken en is een functie van tekenbreedte of spoed. Het aantal toenamen per teken IPC is ook programmeerbaar. Aangezien een toename optreedt zowel bij het begin als het einde van het toenemingsveld, is de breedte van het toenemingsveld (bij overgangen) gegeven door TPI x (IPC - 1). De tussentekenspatie heeft geen 22 fijne structuur en is direkt geprogrammeerd als overgangen per spatie TPS. Zoals de naam aangeeft, wordt puntafdrukken verhinderd (geen toenamen treden op) in de tussentekenspatie. Een tekencelbreedte is gelijk aan de som van de breedten van het toenemingsveld en de tussentekenspatie, zodat de totale breedte wordt gegeven door Breedte = TPI x (IPC - 1) + TPS.2Q TPI is often also referred to as the radix of the character and is a function of character width or pitch. The number of increments per character IPC is also programmable. Since an increase occurs both at the beginning and the end of the increment field, the width of the increment field (at transitions) is given by TPI x (IPC - 1). The spacer space does not have a fine structure and is directly programmed as transitions per space TPS. As the name implies, dot printing is prevented (no increments occur) in the separator space. A character cell width is equal to the sum of the widths of the increment field and the intersign space, so the total width is given by Width = TPI x (IPC - 1) + TPS.

2Q Het diagram hieronder toont een enkele cel van breedte U0, IPC * 13, TPI * 3 en TPS = 1+: I..1..1,.1..1..I..I..I..I..I..I..I..Isss waarbij I een toename weergeeft, s een spatie weergeeft en het "."symbool elke andere overgang weergeeft.2Q The diagram below shows a single cell of width U0, IPC * 13, TPI * 3 and TPS = 1+: I..1..1, .1..1..I..I..I..I ..I..I..I..Isss where I represents an increase, s represents a space and the "." Symbol represents any other transition.

32 Elk van de bovengenoemde parameters TPI, IPC en TPS kan 7906969 * τ 11 worden geprogrammeerd in de PCC 30 vanuit de processor 52 voor het selecteren van een bepaalde lettercompressie of spoed. Bij het afdrukken telt de PCC overgangen en toenamen, zodat het bekend is, vanneer een tekengrens, toename of spatie optreedt.32 Each of the aforementioned parameters TPI, IPC and TPS can be programmed 7906969 * τ 11 into the PCC 30 from the processor 52 to select a particular letter compression or pitch. When printing, the PCC counts transitions and increments, so that it is known when a character boundary, increment, or space occurs.

5 Wanneer het afdrukken van een teken is begonnen, gebruikt de overgangsteller de vaarde van TPI als een radix. Elke tijd dat de over-gangsteller overloopt, vordt een toename opgevekt, velke onder andere veroorzaakt dat de toenameteller zijn telling verandert. Wanneer de toename-teller een telling bereikt gelijk aan IPC, vordt de radix van de over-jq gangsteller veranderd tot TPS, zodat de juiste tussentekenspatie vordt opgevekt. Wanneer de volgende toename vordt ontvangen gaat de toenameteller naar een vaarde minder dan IPC (hetzij 0 of IPC - 1 afhankelijk van richting). Op dit tijdstip vordt een tekengrenssignaal opgevekt en vordt de radix van de toenameteller veer TPI.5 When character printing has started, the transition counter uses TPI's value as a radix. Each time the transition counter overflows, an increase is noticed, which causes, among other things, the increment counter to change its count. When the increment counter reaches a count equal to IPC, the radix of the over-jq counter is changed to TPS, so that the correct interspace blank is created. When the next increment is received, the increment counter goes to a value less than IPC (either 0 or IPC - 1 depending on direction). At this time, a sign boundary signal is generated and the radix of the increment counter becomes spring TPI.

15 Mén kan zien, dat de overgangen per spatie elk niet-nul- getal kunnen zijn. Het feit evenvel, dat de tijdorganen verken op elke toename, maakt het wenselijk voor TPC om tenminste gelijk te zijn aan de waarde van TPI. De betreffende tellers kunnen worden ingeleid door een donmendo vanuit het opeenvolgingsregelorgaan 50. Tabel A, hieronder aan-2Q gegeven, toont verschillende tekenspoed en de parameters, welke deze opwekken.15 One can see that the transitions per space can be any non-zero number. The fact that the time scouts explore each increment makes it desirable for TPC to be at least equal to the value of TPI. The respective counters can be initiated by a donmendo from the sequence controller 50. Table A, given below-2Q, shows various character pitch and the parameters which generate them.

Tabel ATable A

CPI TPC IPC_TPI_TPSCPI TPC IPC_TPI_TPS

10 66 11 6 6 25 12 55 11 5 5 13,2 50 10 5 5 16,5 1*0 10 k 1* 5 132 11 12 12 6 110 41 10 10 30 6,6 100 10 10 10 8,25 80 10 8 810 66 11 6 6 25 12 55 11 5 5 13.2 50 10 5 5 16.5 1 * 0 10 k 1 * 5 132 11 12 12 6 110 41 10 10 30 6.6 100 10 10 10 8.25 80 10 8 8

Daarbij betekent CPI het aantal tekens per inch en TPC het aantal overgangen per teken (dus de spoed). De eerste vier rijen geven normale spoed veer en de tweede vier rijen geven spoed met dubbele breedte.CPI means the number of characters per inch and TPC the number of transitions per character (ie the pitch). The first four rows provide normal pitch spring and the second four rows provide double width pitch.

35 De codeersignaalprocessor 7** levert drie uitgangssignalen 7906969 12 afgeleid uit de onderling loodrechte signalen ontvangen uit de ascodeer-inrichting. Ce eerste van deze signalen is een richtingssignaal op een lijn 82 als aanwijzing voor de richting van de wagenbeweging. Het richtings-signaal wordt geleverd naar de positieteller 72 om deze neerwaarts of op-5 waarts te laten tellen zoals nodig. Wagenbeweging in een eerste richting zal zorgen dat de positieteller omhoog telt en wagenbeweging in de andere richting zal de positieteller neerwaarts doen tellen. Een tweede uitgang van de ESP op een lijn 8¼ is een codeer over gangs impuls signaal. Dit laatste signaal omvat een impuls, elke keer dat één van de twee onderling jq loodrecht staande codeersignalen op de lijnen k2A en b2B van toestand verandert, aangevend dat de wagen is bewogen over een overgangsafstand vanaf zijn voorafgaande positie. De impulsen in het codeerovergangsimpuls-signaal op een lijn 84 worden toegevoerd aan en geteld door de positieteller 72 voor het op het spoor blijven van veranderingen van wagenpositie. Lijnen 82 en 8¾ zijn ook verbonden met overgangs- en toenameteller (T& IC). 86 en de lijr*82 is verder verbonden met een impulsstrekker 88. Het derde uitgangssignaal uit de ESP 74 is een snelheidsovergangsimpulssignaal op een lijn 92. Dit signaal omvat het tweede ingangssignaal naar de impuls-strekker 88.The encoder signal processor 7 ** supplies three output signals 7906969 12 derived from the mutually perpendicular signals received from the ascoder. The first of these signals is a direction signal on a line 82 as an indication of the direction of carriage movement. The direction signal is supplied to the position counter 72 to make it count down or up 5 as needed. Carriage movement in a first direction will cause the position counter to count up, and carriage movement in the other direction will cause the position counter to count down. A second output of the ESP on an 8¼ line is a coding over pulse signal. The latter signal includes a pulse each time one of the two mutually perpendicular coding signals on lines k2A and b2B changes state indicating that the carriage has moved a transition distance from its previous position. The pulses in the coding transition pulse signal on a line 84 are applied to and counted by the position counter 72 to track changes of carriage position. Lines 82 and 8¾ are also connected to transition and increment counter (T & IC). 86 and the line * 82 is further connected to a pulse trigger 88. The third output signal from the ESP 74 is a velocity transition pulse signal on a line 92. This signal includes the second input signal to the pulse trigger 88.

2q Voor het uitvoeren van de bovenbeschreven uitvoeringsmoge lijkheden moeten drukcommendo's worden gegeven naar de spoelen bij verlerende (dus niet vaste) posities ten opzichte van de doellokatie, waar afdrukken wordt gewenst. De spoelbedieningsposities (dus afschieten) zijn functioneel in verband met de drukkopsnelheid, aangezien de afstand door-25 lopen door de drukdraden vast is. Opeenvolgingsregelorgaan 50 berekent de vereiste spoelschietpositie en PCC 30 wekt de werkelijke signalen op welke spoelbekrachtiging regelen in overeenstemming met de berekeningen van de opeenvolgingsregelinrichting. De overgangs- en toenemingsteller 86 is het startpunt binnen de PCC voor het opwekken van de noodzakelijke regel-30 signalen. De T & IC 86 omvat een paar tellers voor het respectievelijk nasporen van overgangen en toenemingen. Signaalingangen voor de T & IC 86 zijn het riehtingssignaal op de lijn 82 en het codeerovergangsimpuls-signaal op de lijn 84. Aangezien de wagen beweegt terwijl de drukwerking plaatsvindt, moeten de drukstaven worden geschoten vanaf de bewegende 35 drukkop voordat de wagen de treflokatie bereikt. Nominaal is de gemiddelde 7906969 13 vaarde van deze voorlooptijd bekend voor een gemiddelde vagensnelheid, een van de stelselontverpparameters. Evenvel is de vagensnelheid variabel bij de onderhavige uitvinding en andere niet-gemiddelde snelheden zullen een grotere of kleinere voorloop (dus positieverplaatsing) ver-5 eisen tussen het schieten van de drukdraad en het treffen, onafhankelijk van het feit of de snelheid onder of boven het gemiddelde is. Bij het omzetten van het voorlopen in positie-eenheden is er een nominale bekende verplaatsing (in overgangen) tussen de trefpositie op het papier en de positie van de drukkop vanneer de spoelen vorden bekrachtigd. Een geschikte •j q schakeling is aangebracht voor het aflezen van de positie aangegeven door de T & IC en het omschakelen van het afschieten door de spoelen vanneer de positie van de vagen, aangegeven door de T & IC de juiste afstand is vanaf de doelpositie op het papier, voor de dan optredende vagensnelheid. Aldus omvat een vooraf gekozen overgangstelling (bijvoorbeeld een telling ^ gelijk aan de overgangstellerradix) in de T 4 IC een trekkersignaal voor de drukspoelen. De spoelen vorden bekrachtigd tengevolge van het optreden van deze telling. De processor 52 levert een overgangsoptel/aftrekcommen-do naar de T & IC via de rail 6k om te zorgen dat de overgangstelling, daarin opgeslagen, hetzij verhoogd of verlaagd vordt. Dit veroorzaakt een 2o foutieve of pseudo-overgangsaflezing in de T 4 IC. Deze aflezing kan vorden gebruikt voor het bekrachtigen van de drukspoelen door te forceren dat de trekkertelling optreedt bij de positie, voorgesteld door de drukkop-snelheid. Aldus vordt de overgangstelling, aangegeven in de T & IC verschoven van de telling, geregistreerd in de positieteller 72, over een 25 vaarde, velke een vluchttijdcompensatietelling veergeeft. Dit betekent, dat dit verschil de verplaatsing, in overgangen, veergeeft tussen het punt van spoelbekraehtiging en het punt van treffen.2q To perform the above described embodiment capabilities, pressure commands must be given to the coils at learning (i.e. not fixed) positions relative to the target location, where printing is desired. The bobbin actuation positions (thus firing) are functional in connection with the printhead speed, since the distance through the pressure threads is fixed. Sequence controller 50 calculates the required coil firing position and PCC 30 generates the actual signals which control coil actuation in accordance with the calculations of the sequence controller. The transition and increment counter 86 is the starting point within the PCC for generating the necessary control 30 signals. The T & IC 86 includes a pair of counters for tracking transitions and increments, respectively. Signal inputs to the T & IC 86 are the direction signal on line 82 and the encode transition pulse signal on line 84. Since the carriage moves while the printing operation is taking place, the pressure bars must be fired from the moving print head before the carriage reaches the target location. Nominally, the mean 7906969 13 value of this lead time is known for an average vagina rate, one of the system detonation parameters. Likewise, the paging speed is variable in the present invention and other non-average speeds will require a greater or lesser lead (ie, positional displacement) between the firing of the presser wire and the hitting irrespective of whether the speed is below or above the mean. When converting the leading into position units, there is a nominal known displacement (in transitions) between the target position on the paper and the position of the print head from the coils are energized. A suitable circuit has been provided for reading the position indicated by the T & IC and switching the firing by the coils from the position of the fades indicated by the T & IC is the correct distance from the target position on the paper, for the vagina speed that then occurs. Thus, a preselected transition count (for example, a count gelijk equal to the transition counter radix) in the T 4 IC includes a trigger signal for the pressure coils. The coils are energized due to the occurrence of this count. The processor 52 supplies a transition addition / subtraction comms-do to the T & IC via the rail 6k to cause the transition count stored therein to be either increased or decreased. This causes a 2o erroneous or pseudo transition reading in the T 4 IC. This reading can be used to energize the pressure coils by forcing the trigger count to occur at the position represented by the print head speed. Thus, the transition count indicated in the T & IC shifted from the count registered in the position counter 72 over a range yields a flight time compensation count. This means that this difference gives the displacement, in transitions, between the point of coil protection and the point of impact.

Het overgangstellerdeel van de T & IC 86 omvat een teller met tvee programmeerbare radixvaarden overeenkomend met de TPI en TPS 30 parameters. Het toenametellergedeelte van de T & IC omvat een teller met een enkele programmeerbare radix overeenkomend met de parameter IPC. De radixvaarden vorden geleverd vanuit het opeenvolgingsregelorgaan 50 via de bus 6k.The transition counter portion of the T & IC 86 includes a counter with two programmable radix values corresponding to the TPI and TPS 30 parameters. The T & IC increment counter portion includes a single programmable radix counter corresponding to the parameter IPC. The radix values are supplied from the sequence controller 50 through the bus 6k.

De overgangs- en toenameteller 86 levert drie uitgangssig-35 nalen. Het eerste signaal daarvan is een tekengrenssignaal geleverd op 7906969The transition and increment counter 86 provides three output signals. The first signal thereof is a drawing limit signal delivered at 7906969

1U1U

·* * een lijn 91* naar de druktoelaatketen (PEC) 96. Het tekengrenssignaal stelt het uitvoeren van het drukstartcommando uit slechts tot de drukdraadin-gangspositie binnenkomt in de cel van het te drukken teken. Het tweede signaal vanuit de T & 1C op de lijn 93 is een netto-overgangssignaal. De ej lijn 9Ö is verbonden met een toenameversehuivingsregister 100 voor het leveren van het netto-overgangssignaal daaraan. Het derde uitgangssignaal van de T & IC op een lijn 102 is een primair toename signaal. Dit primaire toenamesignaal wordt toegevoerd naar het toenameversehuivingsregister 100 en naar een toenamestuurketen 10H.* * * A line 91 * to the pressure permitting circuit (PEC) 96. The character limit signal postpones the execution of the pressure start command only until the pressure thread entry position enters the cell of the character to be printed. The second signal from the T & 1C on line 93 is a net transition signal. The line 92 is connected to a gain shifter register 100 for supplying the net transition signal thereto. The third output from the T & IC on a line 102 is a primary increase signal. This primary increase signal is applied to the increase shifter register 100 and to an increase control circuit 10H.

IQ De functie van de druktoelaatketen 96 is het leveren-van interne PCC regeling (dus toelaten en uitschakelen) van de elementen gebruikt voor het omschakelen van de spoelen. Ih principe is de druktoelaatketen een eindige-toestandsmachine waarvan de werking wordt bepaald in figuren 5 en 6. Uit figuur k zal men echter zien, dat de PEC 96 drie signaalin-^ gangen en een signaaluitgang heeft. De eerste signaalingang is het tekengrenssignaal op de lijn 9^· De tweede signaalingang is een drukklaarsignaal op een lijn 106 vanaf een buffermonitorketen 108. Het opeenvolgingsregel-orgaan 50 levert het derde ingangssignaal, een drukstartsignaal, via de rail 6k. De uitgang van de PEC 96 is een druktoelaatsignaal op een lijn 112.IQ The function of the pressure allowance circuit 96 is to provide internal PCC control (i.e. enable and disable) of the elements used to switch the coils. In principle, the pressure admission circuit is a finite state machine, the operation of which is determined in Figures 5 and 6. However, from Figure k, it will be seen that the PEC 96 has three signal inputs and one signal output. The first signal input is the drawing limit signal on the line 91 The second signal input is a print ready signal on the line 106 from a buffer monitor circuit 108. The sequence control 50 supplies the third input signal, a pressure start signal, via the rail 6k. The output of the PEC 96 is a pressure allowance signal on a line 112.

2q Het druktoelaatsignaal wordt geleverd naar het toenameversehuivingsregister . 100 en. naar de...toenamestuurketen 10U. Het druktoelaatsignaal zal een. eer- . .2q The pressure allowance signal is supplied to the gain shift register. 100 and. to the ... increase control chain 10U. The pressure admission signal will be one. honour- . .

ste logische toestand aannemen wanneer het afdrukken moet worden toegelaten en zal een tweede logische toestand aannemen wanneer het afdrukken moet vorden afgeschakeld. Volgens figuur 5 ziet men een toestandsovergangs-2«j diagram voor het aangeven van de normale werkingsopeenvolging van de druktoelaatketen. De PEC heeft drie toestanden 11115 en 116, Het afdrukken is afgeschakeld in de toestanden 11U en 115 en slechts in de toestand II6 wordt drukken toegelen. Wordt aanvankelijk aangenomen dat de PEC in de toestand 114 is, zoals zou zijn na het drukken dat vooraf is beëindigd, 2q of op een tijdstip volgend op het inleiden, maar voorafgaand aan de start van het drukken, dan zal een drukstartcommendo uit het opeenvolgingsregel-orgaan, ontvangen via de rail 6h·, een verandering naar toestand 115 veroorzaken. Op dit punt neemt de PEC de regeling over de drukwerking opzich.assume the logical state when printing is to be enabled and will assume a second logic state when printing is to be turned off. 5 shows a state transition diagram for indicating the normal operating sequence of the pressure permissive chain. The PEC has three states 11115 and 116, Printing is turned off in states 11U and 115 and printing is only allowed in state II6. If it is initially assumed that the PEC is in the state 114, as would be after the printing that has ended beforehand, 2q or at a time following the initiation, but prior to the start of the printing, then a print start command from the sequence rule will means received through the rail 6h · cause a change to state 115. At this point the PEC takes over the regulation of the printing effect.

Wanneer de PEC in de toestand 115 is, test hij het tekengrenssignaal op de 35 lijn 91*. Wanneer dat signaal aangeeft, dat de voorrand van de tekencelgrens 7906969 15 is gekruist, gaat de PEC voort naar zijn derde toestand 116 en levert het druktoelaatsignaal 112 in de toestand, waarbij drukken wordt toegestaan. De drukwerking zal voortgaan totdat de buffermonitorketen 108 een druk-klaarsignaal levert op de lijn 106 om aan te geven, dat er niet meer af 5 te drukken informatie is. Bij ontvangst van het drukklaar signaal zal de PEC terugkeren naar de toestand 11^ en het drukken afschakelen door verandering van de toestand van het druktoelaatsignaal op de lijn 112. Het drukken zal niet worden hernomen totdat een volgend drukstartcommando, wordt ontvangen uit het opeenvolgingsregelorgaan. Aldus kan de toestand 50 114 een loze toestand worden genoemd, terwijl de toestand 115 overeenkomt met een toestand voor wachten voor een tekencelgrens en de toestand 116 overeenkomt met de aktieve druktoestand. De toestandsovergangstabel van figuur 6 levert een andere beschrijving van de PEC, aannemende een speciale uitwerking, waarbij de drukafschakelconditie overeenkomt met een logisch 35 0 druktoelaatsignaal en een logisch 1 druktoelaatsignaal veroorlooft dat het drukken wordt uitgevoerd. Overeenkomstige aannamen worden gemaakt met betrekking tot de logische waarden van de PEC ingangssignalen. Het symbool X wordt gebruikt in figuur 6 om aan te geven, met betrekking tot de ingang dat elk logisch niveau kan bestaan en, met betrekking tot de toestanden, 20 dat elke toestand voldoet aan de conditie.When the PEC is in the state 115, it tests the character boundary signal on the line 91 *. When that signal indicates that the leading edge of the drawing cell boundary 7906969 is crossed, the PEC proceeds to its third state 116 and supplies the pressure enable signal 112 in the permitting state. Printing will continue until the buffer monitor circuit 108 provides a print ready signal on line 106 to indicate that there is no more information to be printed. Upon receipt of the print ready signal, the PEC will return to state 11 ^ and turn off printing by changing the state of the print allowance signal on line 112. Printing will not be resumed until a next print start command is received from the sequence controller. Thus, state 50 114 may be called a dormant state, while state 115 corresponds to a waiting state for a sign cell boundary, and state 116 corresponds to the active pressure state. The state transition table of Figure 6 provides another description of the PEC, assuming a special effect, wherein the pressure shutdown condition corresponds to a logic pressure allowance signal and a logic 1 pressure allowance signal allows printing to be performed. Corresponding assumptions are made with respect to the logic values of the PEC input signals. The symbol X is used in Figure 6 to indicate, with respect to the input that any logic level can exist and, with respect to the states, that each state satisfies the condition.

Opgemerkt wordt, dat in het bovenstaande de uitdrukking "tekengrens" overeenkomt met de toename, welke zorgt dat de toenameteller in de T & IC de tussentekensspatie aflevert. De uitdrukking "toename" heeft betrekking op die overgang, welke zorgt dat de overgangsteller in 25 de T & IC overloopt. Dit betekent, opwaarts tellen vanaf maximum naar nul of neerwaarts vanaf nul naar maximum. De "tussentekenspatie" is dat interval, gedurende hetwelk de toenametellervaarde gelijk is aan zijn radix (dus zijn maximum waarde).It should be noted that in the above, the expression "character boundary" corresponds to the increment causing the increment counter in the T & IC to deliver the intersign space. The term "increment" refers to that transition which causes the transition counter to overflow in the T & IC. This means counting up from maximum to zero or down from zero to maximum. The "semicolon space" is that interval, during which the increment counter value equals its radix (ie its maximum value).

Twee puntbuffer- en tijdketens 120A en 120B zijn aangebracht. 30 Wanneer een tweekoloms-(bijvoorbeeld elfdraads-) drukkop wordt gebruikt, behoort éên van de puntbuffer- en tijdketens bij een eerste van de klommen en de andere puntbuffer- en tijdketen bij de andere van de kolommen.Two point buffer and time chains 120A and 120B are provided. When a two-column (eg, eleven-wire) printhead is used, one of the point buffer and time chains belongs to one of the columns and the other point buffer and time chain to the other of the columns.

Deze kunnen respectievelijk overeenkomen met vijfpunts- en zespuntskolom-men. Wanneer slechts één kolom van drukstaven wordt aangebracht in de 35 drukkop, zoals voor een zevendraadskop, worden beide puntbuffer- en tijd- 7906969 16 ketens parallel in werking gesteld. De puntbuffer- en tijdketens ontvangen tekenpimtgegevens vanuit de processor en bekrachtigen de betreffende drukspoelen op geschikte tijdstippen. Elke puntbuffer- en tijdketen omvat een aantal registers, een registerregelaar, een uitgangsbuffer en 2 een tijdorgaan. De registers zijn bij voorkeur ingericht als een eerst-in-eerst-uit (fifo) stapelbuffer. Een van de registers in de stapel is een ingangsregister, dat wordt geladen door de processor. Een ander register omvat een uitgangsregister. Gegevens lopen door elk register, beginnend bij het ingangsregister, totdat zij eventueel het laatste, uitgaande re-gister bereiken. De uitgang van het uitgangsregister wordt gepoort naar de drukkopversterkers op een nauwkeurig punt in de baan van de kop en wordt gehouden voor een nauwkeurige tijd, zoals geregeld door een tijdorgaan in de puntbuffer- en tijdketen. Het doel van de puntbuffer- en tijdketens is het toelaten, dat de processor 52 puntgegevens levert voor de drukkop ^ asynchroon met betrekking tot de tijd dat zulk een gegeven nodig is voor bekrachtiging van de spoelen. Het regelorgaan in de puntbuffer- en tijdketens bestaat uit een geheugen, dat de aanwezigheid naloopt, in elk register, van af te drukken gegevens samen met een logika, welke veroorzaakt dat alle gegevens voortschrijden zover mogelijk door de fifo-stapel. 2Q De regelaar detecteert wanneer het tijdorgaan is gestopt met het bekrachtigen van de uitgangsbuffer en doet dan de gegevens in de registers voortgaan. Dit vormt spatie bij de ingang van de stapel. Een bufferstatissig-naal wordt geleverd op lijnen 122A en 122B naar de buffermonitorketen 108. Wanneer een vooraf bepaald aantal spaties bestaat in de fifo-stapel (s) gcj zoals aangegeven door de bufferstapelsignalen aan de buffermonitor, wekt de buffermonitor een puntgegevensvraagsignaal op naar de processor op een lijn 12U. De processor levert dan meer gegevens naar het puntbufferingangs-register. Wanneer beide bufferstapels volledig leeg zijn, wekt de buffermonitor een drukklaar-signaal op via een lijn 106 voor het terugstellen 2Q van de PEC 96.These can correspond to five-point and six-point columns, respectively. When only one column of pressure bars is placed in the print head, such as for a seven-wire head, both point buffer and time chains 7906969 16 chains are operated in parallel. The point buffer and time chains receive sign pimple data from the processor and energize the respective pressure coils at appropriate times. Each point buffer and time chain includes a number of registers, a register controller, an output buffer and 2 a timer. The registers are preferably arranged as a first-in-first-out (fifo) stacking buffer. One of the registers in the stack is an input register, which is loaded by the processor. Another register includes an output register. Data flows through each register, starting at the input register, until it eventually reaches the last outgoing register. The output from the output register is gated to the printhead amplifiers at a precise point in the path of the head and held for an accurate time, as controlled by a timer in the point buffer and time chain. The purpose of the point buffer and time chains is to allow the processor 52 to supply point data for the printhead asynchronously with respect to the time such data is required to energize the coils. The controller in the point buffer and time chains consists of a memory, which tracks the presence, in each register, of data to be printed together with a logic, which causes all data to travel as far as possible through the fifo stack. 2Q The controller detects when the timer has stopped energizing the output buffer and then continues to run the data in the registers. This forms a space at the entrance to the stack. A buffer status signal is provided on lines 122A and 122B to the buffer monitor chain 108. When a predetermined number of spaces exists in the fifo stack (s) gcj as indicated by the buffer stack signals to the buffer monitor, the buffer monitor generates a point data demand signal to the processor on a line 12U. The processor then supplies more data to the point buffer input register. When both buffer stacks are completely empty, the buffer monitor generates a print ready signal via a line 106 for resetting 2Q of the PEC 96.

Het tijdorgaan in elk van de puntbuffer- en tijdketens wordt gebruikt om de puntgegevens aan te bieden aan het drukelement (dus de spoel) voor een programmeerbaar tijdsverloop, bepaald door de karak-, teristieken van het element, dat wordt geregeld. Het tijdorgaan bestaat 25 uit een binaire teller, welke een programmeerbaar aantal klokcycli telt.The timing means in each of the point buffer and time chains is used to provide the point data to the pressure element (i.e. the coil) for a programmable time course determined by the character characteristics of the element being controlled. The timer consists of a binary counter, which counts a programmable number of clock cycles.

7906969 177906969 17

Het start met tellen op commando van de toenamestuurketen 10U, tenzij het reeds loopt. Elke keer dat het tijdorgaan stopt, levert het een signaal naar het stapelregelorgaan om toe te laten dat nieuve gegevens worden aangeboden aan de uitgangsbuffer.It starts counting on command of the increment control chain 10U, unless it is already running. Each time the timer stops, it sends a signal to the stack controller to allow new data to be presented to the output buffer.

5 De uitgangsbuffer in de puntbuffer- en tijdketen veroor looft dat de uitgang van de stapel voortgaat naar de drukkop wanneer het tijdorgaan loopt.The output buffer in the point buffer and time chain allows the stack output to continue to the printhead when the timer is running.

Elk register in de fifostapel in de puntbuffer- en tijdketens 120A en 120B bevat een opzameling voldoende voor een vertikale kolom van •jq punten. In de bepaalde hier beschreven en getekende uitvoering omvat één van de puntbuffers vijf-bitregisters en de andere zes-bitregisters, waardoor wordt gezorgd voor de regeling van een maximum van elf drukspoelen in de drukkop. Het is natuurlijk gemakkelijk mogelijk, indien slechts een enkelkolomsdrukkop moet worden gebruikt, om slechts één puntbuffer- en tijdketen toe te passen met hetzelfde aantal bits per register als het aantal drukdraden. Het toenameschuifregister 100 en de toenamestuurketen 1θ4 worden ook onnodig bij laatstgenoemde toepassing, aangezien de enkele puntbuffer- en tijdketen direkt regelbaar is door het primaire toename-signaal, zoals hierna wordt toegelicht · 2Q Bij een tweekolomsdrukkop wordt spoelregeling ingewikkeld door het feit, dat de twee kolommen van draden lichamelijk zijn verplaats in de horizontale richting. Daarom moet voor het afdrukken van een enkele vertikale lijn van punten, het achterste stel (dus kolom) van draden worden geschoten een aantal overgangen later dan het voorste stel waarbij 25 het aantal overgangen overeenkomt met de verplaatsing tussen de twee kolommen van draden, gemeten in overgangen. Aldus worden de twee kolommen van draden voorzien van twee verschillende afsehietregelsignalen. Deze worden primaire en secundaire toename signalen genoemd. Het primaire toe-namesignaal schiet het voorste stel draden en het secundaire toename-20 signaal schiet het achterste stel van draden. Bij het drukken herhaalt de tweede toename het primaire toenamepatroon, slechts vertraagd over het noodzakelijke aantal overgangen. Verder wordt opgemerkt, dat het drukken hetzö van links naar rechts of van rechts naar links kan worden uitgevoerd. In een richting zal één van de kolommen het voorste stel en de andere 35 het achterste stel zijn. De situatie zal omgekeerd zijn in de tegenge- 7906969 18 stelde richting, waarbij de andere kolom dan het voorste stel wordt.Each register in the fifo stack in the point buffer and time chains 120A and 120B contains a set sufficient for a vertical column of • jq points. In the particular embodiment described and drawn here, one of the point buffers includes five-bit registers and the other six-bit registers, thereby controlling a maximum of eleven print coils in the print head. Of course, if only a single column printhead is to be used, it is easily possible to use only one point buffer and time chain with the same number of bits per register as the number of print threads. The increment shift register 100 and the increment control circuit 1θ4 also become unnecessary in the latter application, since the single point buffer and time chain is directly controllable by the primary increment signal, as explained below · 2Q In a two column printhead, coil control is complicated by the fact that the two columns of wires are physically displaced in the horizontal direction. Therefore, to print a single vertical line of points, the rear set (ie column) of wires must be shot a number of transitions later than the front set where the number of transitions corresponds to the displacement between the two columns of wires, measured in transitions. Thus, the two columns of wires are provided with two different flow rate control signals. These are called primary and secondary increase signals. The primary increase signal shoots the front set of wires and the secondary increase signal shoots the rear set of wires. When printing, the second increment repeats the primary increment pattern, delayed only by the necessary number of transitions. It is further noted that the printing can be carried out from left to right or from right to left. In one direction, one of the columns will be the front set and the other 35 will be the rear set. The situation will be reversed in the opposite direction, with the other column becoming the front set.

Het primaire toenamesignaal wordt opgewekt door de over-gangs- en toenameteller 86 en geleverd op de lijn 102 naar het toename-schuifregister 100 en de toenamestuurketen 10H. Het toenameschuifregister 2 100 levert de overgangsvertragingsfunctie voor het opwekken van het secundaire toenamesignaal daaruit. Dit secundaire toenamesignaal wordt geleverd op een lijn 126 naar de toenamestuurketen lOU. Het netto-over-gangssignaal 98 wordt essentieel gebruikt als een kloksignaal voor het toenameschuifregister 100.The primary incremental signal is generated by the transition and increment counter 86 and supplied on the line 102 to the increment shift register 100 and the increment control circuit 10H. The increment shift register 2 100 provides the transition delay function for generating the secondary increment signal therefrom. This secondary increase signal is supplied on a line 126 to the increase control circuit 10U. The net transition signal 98 is essentially used as a clock signal for the increment shift register 100.

Wanneer de drukker wordt bediend op de wijze met de twee-kolomsdrukkop, richt de toename-stuurketen het primaire toenamesignaal naar de puntbuffer- en tijdketen voor het voorste stel van drukdraden en het secundaire toenamesignaal naar de puntbuffer- en tijdketen voor het achterste stel van drukdraden. Wanneer de drukker wordt bediend op de wijze met ^ enkelkolomsdrukdraden, richt de toenamestuurketen 10U het primaire toenamesignaal naar de beide puntbuffer- en tijdketens aangezien het secundaire toenamesignaal niet wordt gebruikt.When the printer is operated in the two column printhead mode, the increment control circuit directs the primary increment signal to the point buffer and timing chain for the front set of print threads and the secondary increment signal to the point buffer and time chain for the posterior set of pressure threads. . When the printer is operated in the single column pressure wire mode, the increment control circuit 10U directs the primary incremental signal to both point buffer and time chains since the secondary incremental signal is not used.

De PCG drijft ook de vagenversterker aan in het wagenservo-motorstelsel voor het regelen van de wagenmotorsnelheid. De vagenmotor-2Q snelheidsregeling wordt uitgevoerd door een servostelsel. De processor 52 bepaalt de maximum mogelijke wagensnelheid, gebaseerd op de hoogste spoel-bekrachtigingssnelheid, waarmee de drukspoelen goed zullen werken en welke kan worden aangehouden zonder oververhitting. Hij levert een snelheids-commandosignaal via de rail 6k naar bitsnelheidsvermenigvuldiger (BRM) 2^ 132. De BRM is van gebruikelijk ontwerp en levert twee uitgangssignalen.The PCG also drives the fade amplifier in the car servo motor system to control the car engine speed. The fading motor-2Q speed control is performed by a servo system. The processor 52 determines the maximum possible carriage speed, based on the highest coil energization speed, with which the pressure coils will work properly and which can be maintained without overheating. It provides a speed command signal over the rail 6k to bit rate multiplier (BRM) 2 ^ 132. The BRM is of conventional design and provides two output signals.

Het eerste daarvan is een commandotekensignaal op een lijn 13^ om de richting aan te geven, waarin de motor wordt gecommandeerd te werken. Het tweede van de BRM uitgangssignalen is een commando-impulssignaal op een lijn 136, dat de werkelijke motorsnelheidsinformatie levert. Het snelheids-2o overgangsimpulssignaal op de lijn 92 en het riehtingssignaal op de lijn 82 omvatten overeenkomende signalen voor het aangeven van de werkelijke beweging van de vagenmotor. Deze laatste twee signalen worden ontvangen door de impulsstrekker 88, welke op zijn beurt de terugkoppelsignalen levert, vereist bij de servolus. Een terugkoppeltekensignaal wordt geleverd 35 op een lijn 138 en een terugkoppelimpulssignaal wordt geleverd op een 7906969 19 lijn 139· De snelheidsstuurketen lk2 verbindt de lijnen 136 en 139 met betreffende uitgangspennen l4U en 146 in overeenstemming met de bijbehorende tekensignalen, gedragen op de lijnen 13^ en 138 respectievelijk. Deze impulsreeksen vorden ontvangen door de vagenversterker 38, welke deze impuls-cj signalen integreert mor het verkrijgen van bun gemiddelde vaarden. De wagenversterker is de foutversterker van de wagenmotorservot Hij bepaalt het verschil tussen de commandosnelheid en de richting en de werkelijke snelheid en richting van de motor en levert een aandrijfsignaal naar de vagenmotor voor het aandrijven van de vagenmotor naar de gecommandeerde jq snelheid.The first of these is a command mark signal on a line 13 ^ to indicate the direction in which the motor is commanded to operate. The second of the BRM output signals is a command pulse signal on a line 136, which provides the actual motor speed information. The velocity 20 transition pulse signal on line 92 and the direction signal on line 82 include corresponding signals to indicate the actual motion of the blur motor. The latter two signals are received by the pulse trigger 88, which in turn supplies the feedback signals required at the servo loop. A feedback sign signal is supplied 35 on a line 138 and a feedback pulse signal is supplied on a 7906969 19 line 139 · The speed control circuit lk2 connects lines 136 and 139 to respective output pins 14U and 146 in accordance with the associated character signals carried on lines 13 ^ and 138 respectively. These impulse sequences are received by the fade amplifier 38, which integrates these impulse cj signals to obtain the mean values. The carriage amplifier is the fault amplifier of the carriage motor servo. It determines the difference between the command speed and the direction and the actual speed and direction of the motor and provides a drive signal to the blur motor for driving the blur motor to the commanded speed.

Het commando gegeven aan het servamechanisme door de BRM, bestaat uit een reeks smalle impulsen. Het snelheidsovergangsimpulssignaal op de lijn 92 dat de motorsnelheidsinformatie bevat, gebruikt voor terugkoppeling, heeft dezelfde breedte als de BRM commando-impulsen. Evenwel zijn er verschillende, bijvoorbeeld acht commando-impulsen voor elke snel-beidsovergangsimpuls, geleverd op de lijn 92. Het servomechanisme is typerend ontworpen om aan te spreken op de gemiddelde waarde van de commando-impuls en terugkoppelimpulssignalen. Het wordt dus nodig de snelheids-overgangsimpulsen te strekken over een gelijke waarde. Dit wordt uitgevoerd 2q door het vormen van een terugkoppelimpuls op de lijn 139 voor elke snel- heidsovergangsimpuls op de lijn 92, welke acht maal zo lang is. Indien bijvoorbeeld de commando-impulsen elk 6,5 ms in breedte zijn, zijn de terug-koppelimpulsen ongeveer 52 ms in breedte.The command given to the servo mechanism by the BRM consists of a series of narrow impulses. The speed transition pulse signal on line 92 containing the motor speed information used for feedback has the same width as the BRM command pulses. However, several, for example, eight command pulses for each quick changeover pulse, are provided on line 92. The servo mechanism is typically designed to respond to the mean value of the command pulse and feedback pulse signals. It therefore becomes necessary to stretch the speed transition pulses over an equal value. This is performed 2q by forming a feedback pulse on line 139 for each speed transition pulse on line 92, which is eight times longer. For example, if the command pulses are each 6.5 ms in width, the feedback pulses are approximately 52 ms in width.

In figuren 7 tot 12 ziet men verdere details van blokken uit figuur U. Figuren 7 tot 10 tonen details van de codeersignaalprocessor Th. Een totaal blokschema van deze processor ziet men in figuur J. Het doel van de codeersignaalprocessor is het omzetten van onderling loodrechte codeerpositiesignalen met rechthoeksgolf, ontvangen op de lijnen k2A en U2B uit de twee codeersporen, in overgangsgebeurtenis- en richtingssignalen, 2o welke kunnen worden geteld in op/neertellers en gebruikt voor het omschakelen van met overgang gerelateerde gebeurtenissen. De codeersignaalprocessor, welke deze functies uitvoert, bestaat uit een richtingsdetector 202 en voor elk van de twee kanalen van de codeersignaalingang, uit een signaal-filter 20UA of 20hB en een bijbehorende overgangsdetector 20éA en 206B.Figures 7 to 12 show further details of blocks from Figure U. Figures 7 to 10 show details of the encoding signal processor Th. A total block diagram of this processor is shown in Figure J. The purpose of the encoding signal processor is to convert mutually perpendicular coding position signals of rectangular wave, received on the lines k2A and U2B from the two coding tracks, into transition event and direction signals, 2o which can be counted. in up / down counters and used to switch transition related events. The coding signal processor performing these functions consists of a direction detector 202 and for each of the two channels of the coding signal input, a signal filter 20UA or 20hB and an associated transition detector 20éA and 206B.

35 De uitgangen van de overgangsdeteet oren op de lijnen 208A en 208B respec- 7906969 V * 20 tievelijk worden gecombineerd door een OF-poort 210 voor het leveren van het gecodeerde overgangsimpulssignaal, dat wordt toegevoerd naar de posit iet eller 72 en T & IC 86 op de lijn 8H. Het snelheidsovergangsimpuls-signaal wordt geleverd op de lijn 92 door een EN-poort 212, welke als 5 zijn ingangen het overgangsdetectoruitgangssignaal op de lijn 208A uit een van de kanalen en de ingang van de overgangsdetector 20ÓB van het andere kanaal op de lijn 21k ontvangt. De richtingsdetector 202 ontvangt de uitgangen van de twee signaalfliters op de lijnen 21^ en 216 voor het leveren van het richtingssignaal op de lijn 182. Men zal dus zien, dat het codeer-10 overgangsimpulssignaal een impuls levert, elke keer dat er een toestands-overgang is in elk van de twee signalen, geleverd door het codeerorgaan, en dat het snelheidsovergangsimpulssignaal een impuls levert wanneer er een overgang is op een van de kanalen, terwijl het andere kanaal in de 1 toestand is. Bij werking in de normale toestand zal een snelheidsovergangs-15 impuls optreden op de lijn 92 bij elke vierde overgang. Bij de besproken uitvoering komt de breedte van deze impulssignalen overeen met een klok-periode van de stelselklok,The outputs of the transition detector ears on lines 208A and 208B 7906969 V * 20 respectively are combined by an OR gate 210 to provide the encoded transition pulse signal which is applied to the position counter 72 and T & IC 86 on line 8H. The speed transition pulse signal is supplied on line 92 by an AND gate 212, which as its inputs receives the transition detector output signal on line 208A from one of the channels and the input of the transition detector 20B from the other channel on line 21k. The direction detector 202 receives the outputs of the two signal flashes on lines 21 ^ and 216 to supply the direction signal on line 182. Thus, it will be seen that the encoding transition pulse signal produces a pulse every time a state signal is sent. transition is in each of the two signals supplied by the encoder, and that the rate transition pulse signal provides a pulse when there is a transition on one of the channels, while the other channel is in the 1 state. When operating in the normal state, a speed transition pulse will occur on line 92 at every fourth transition. In the discussed embodiment, the width of these pulse signals corresponds to a clock period of the system clock,

De uitgang van de richtingsdetector is in tegenstelling een niveau, dat het teken (+ of -) van de overgang weergeeft en bepaalt 20 welk van de twee onderling loodrechte signalen in fase voorloopt bij het andere signaal.In contrast, the output of the direction detector is a level that represents the sign (+ or -) of the transition and determines which of the two mutually perpendicular signals is in phase ahead of the other signal.

Het doel van de signaalfilters 2QHa en 20^B is het verwijderen van stoorimpulsen van korte duur uit de signalen op de lijnen k2A en k2B zodat zij geen foute uitgangen en foute reacties kunnen leveren 25 bij de overgangsdetectoren en richtingsdetector. In het bijzonder is het wenselijk gebleken de signaalfilters als meerderheidsstemmingsketens uit te voeren, welke twee nieuwe monsters van hun ingang vergelijken met de voorafgaande uitgang. De uitgangen van de signaalfilters kunnen alleen van toestand veranderen indien de twee nieuwe monsters met elkaar overeen-30 komen. Voor verdere betrouwbaarheid kan een zelfs groter aantal monsters worden gebruikt. De twee monsters van de ingang van het signaalfilter worden afgenomen bij een normale stelselkloksnelheid, maar ongeveer 180° uit fase met elkaar, waardoor een netto monstersnelheid wordt verkregen, welke tweemaal de normale kloksnelheid is.The purpose of the signal filters 2QHa and 20B is to remove short duration interference pulses from the signals on the lines k2A and k2B so that they cannot provide faulty outputs and responses at the transition detectors and direction detector. In particular, it has been found desirable to design the signal filters as majority voting circuits comparing two new samples from their input to the previous output. The output of the signal filters can only change state if the two new samples match. An even larger number of samples can be used for further reliability. The two samples from the input of the signal filter are taken at a normal system clock rate, but about 180 ° out of phase with each other, giving a net sample rate, which is twice the normal clock rate.

35 Een geschikt blokdiagram voor elk van de signaalfilter- 7906969 21 elementen 20l*A en 20UB ziet men in figuur 8. Hoewel het voorbeeld ie beschreven aan de hand van het signaalfilter 20UA, is dit even goed toe te passen voor het signaalfilter 2(AB. Vier gebruikelijke monster- en -houd-ketens (S & H) en een meerderheidsstemmingsketen worden gebruikt in elk tj signaalfilter. De monster- en houdketen 222 levert de uitgang van het signaalfilter, dat het signaal weergeeft, geleverd door de meerderheidsstemmingsketen 22k bij een monstertijd T^. De twee signaalmonsters worden afgenomen op de tijdstippen Tg en T^ respectievelijk door de S & H ketens 226 en 228. De vierde monster- en houdketen 232 monstert de voorafgaande jq uitgang, welke aanwezig is op de lijn 216 op het tijdstip Tg eveneens.35 A suitable block diagram for each of the signal filter 7906969 21 elements 20l * A and 20UB is shown in figure 8. Although the example is described with the aid of the signal filter 20UA, this is equally applicable for the signal filter 2 (AB Four conventional sample and hold chains (S & H) and a majority mood circuit are used in each signal filter The sample and hold circuit 222 provides the output of the signal filter, which reproduces the signal, supplied by the majority mood circuit 22k at a sample time T ^ The two signal samples are taken at times Tg and T ^ by the S&H circuits 226 and 228, respectively. The fourth sample and hold circuit 232 samples the previous jq output, which is present on line 216 at the time Tg as well.

Zoals boven toegelicht zijn de monstertijden Tg en T^ verplaatst ten opzichte van elkaar over ongeveer 180°, maar kunnen optreden met dezelfde snelheid, afgeleid uit dezelfde klok. De meerderheidsstemmingsketen 22U leest de uitgang van de S & H ketens 226, 228 en 232 optredende op de lij-^ nen 227, 229 en 231 respectievelijk en levert een uitgang op een lijn 225 overeenkomend met de toestand van de meerderheid van zijn ingangen. De signaalingang op de lijn b2A is bij voorkeur gesynchroniseerd om stabiel te zijn bij de Tg en T^ monstertijden. Een geklokte D-soort flip-flop Schmitt-trekker of dergelijke inrichting (niet getekend) kan voor dit doel 2Q worden gebruikt.As explained above, the sample times Tg and Tj are displaced from each other by approximately 180 °, but may occur at the same rate derived from the same clock. The majority voting circuit 22U reads the output of the S&H circuits 226, 228 and 232 occurring on lines 227, 229 and 231, respectively, and provides an output on a line 225 corresponding to the state of the majority of its inputs. The signal input on line b2A is preferably synchronized to be stable at the Tg and T T sample times. A clocked D-type flip-flop Schmitt trigger or the like device (not shown) can be used for this purpose 2Q.

Het doel van de overgangsdeteetoren 206a en 20ÖB is het leveren van een gebeurtenisimpuls elke keer dat hun ingangssignalen van toestand veranderen. Dit wordt gemakkelijk uitgevoerd met de inrichting van figuur 9. Men ziet dat de overgangsdetector 206a bijvoorbeeld bestaat g,j uit een vertragingselement 236 en een exclusief-OF-poort 238. De uitgang van het vertragingselement op een lijn 237 en de ingang op de lijn 216 leveren twee ingangen voor de exclusief-OF-poort 238. Dit levert bij de uitgang van de exclusief-OF-poort op de lijn 208A een reeks impulsen, waarbij de breedte van elk gelijk is aan de vertragingstijd van het ver-2Q tragingselement. De vertragingstijd van een klokperiode van de stelsel-klok is voldoende voor dit doel. Aldus is het vertragingselement 236 getekend om ook op de lijn 239 de stelselklok te ontvangen.The purpose of the transition detectors 206a and 20ÖB is to provide an event pulse each time their input signals change state. This is easily accomplished with the arrangement of Figure 9. It can be seen that the transition detector 206a consists, for example, g, j of a delay element 236 and an exclusive-OR gate 238. The output of the delay element on a line 237 and the input on the line. 216 provides two inputs to the exclusive-OR gate 238. This produces a series of pulses at the output of the exclusive-OR gate on line 208A, the width of each being equal to the delay time of the delay element. The delay time of a clock period of the system clock is sufficient for this purpose. Delay element 236 is thus drawn to receive the system clock on line 239 as well.

De uitgang van de richtingsdetector 202 in de codeersignaal-processor begeleidt elk van de overgangsgebeurtenissignalen (dus het snel-25 heidsovergangsimpulssignaal en het codeerovergangsimpulssignaal) naar hun 79 0 6 96 9 i 22 "bestemmingen. Het doel van de richtingsdetector is het decoderen van de onderling loodrechte gecodeerde richtingsinformatie in de twee ingangssignalen op de lijnen U2A en U2B, hetgeen een uitgangssignaal levert waarvan de toestanden overeenkomen met de richtingen behorende bij de overgangs-5 gebeurtenisimpulsen. Een geschikte uitvoering van de richtingsdetector ziet men in figuur 10. Daar bestaat de richtingsdetector 202 uit een ver-tragingselement 2^2 en een exclusief-OF-poort 2¼¼. Een van de ingangen, bijvoorbeeld die op een lijn 216, wordt vertraagd door het vertragingsele-ment 2^2 en het vertraagde signaal wordt geleverd op een lijn 2¼3 naar een jq van de ingangen van de exclusief-OF-poort 2¼¼. De andere ingang, bijvoorbeeld die op de lijn 21¼, wordt direkt geleverd naar de andere ingang van de poort 2¼¼. De uitgang op de lijn 82, indien slechts waargenomen gedurende de perioden wanneer het codeerovergangsgebeurtenissignaal aanwezig is, zal (op die tijdstippen) in een toestand zijn wanneer de overgang in de ene richting was en dan in de andere toestand wanneer de overgang in de tegengestelde richting was. Het vertragingselement 21*2 levert evenals het vertragingselement 236 een vertraging van een enkele klokperiode en ontvangt een stelselklok als een ingang op een lijn 2l*6, Opgemerkt wordt, dat indien de kloksignalen op de lijnen 2U6 en 239 dezelfde zijn, de uitgangen 2q van de vertragingselement 236 en 2l*2 hetzelfde zijn. Aldus kan een enkel vertragingselement worden gebruikt voor zowel de richtingsdetector als een van de overgangsdeteetoren.The output of the direction detector 202 in the encoding signal processor guides each of the transition event signals (i.e., the speed transition pulse signal and the coding transition pulse signal) to their 79 0 6 96 9 i 22 "destinations. The purpose of the direction detector is to decode the mutually perpendicular coded direction information in the two input signals on the lines U2A and U2B, providing an output signal whose states correspond to the directions associated with the transition 5 event pulses A suitable embodiment of the direction detector is shown in Figure 10. There exists the direction detector 202 from a delay element 2 ^ 2 and an exclusive-OR gate 2¼¼ One of the inputs, for example those on a line 216, is delayed by the delay element 2 ^ 2 and the delayed signal is supplied on a line 2¼3 to one jq of the inputs of the exclusive-OR gate 2¼¼, the other input, for example the one on the line 21¼, is directly delivered to the other entrance of the gate 2¼¼. The output on line 82, if only sensed during the periods when the encode transition event signal is present, will (at those times) be in a state when the transition was in one direction and then in the other state when the transition was in the opposite direction used to be. The delay element 21 * 2, like the delay element 236, provides a delay of a single clock period and receives a system clock as an input on a line 21 * 6. It is noted that if the clock signals on lines 2U6 and 239 are the same, the outputs 2q of the delay element 236 and 2 * 2 are the same. Thus, a single delay element can be used for both the direction detector and one of the transition detectors.

Men ziet in figuur 11 een detail van de T & IC 86. De over-gangs- en toenameteller 86 heeft drie componentelementen, een overgangs-22 opteller 252, een overgangsteller 25¼ en een toenameteller 256. De over-gangsteller en toenameteller zijn boven reeds toegelicht. De overgangsop-teller 252 werkt in principe onder besturing van het opeenvolgingsregel-orgaan 50 voor het leveren van de vereiste verstelling in de telling, gehandhaafd in de overgangsteller ten opzichte van de telling gehandhaafd in 20 de positieteller (dus de vluchttijdcompensatietelling) teneinde te zorgen dat de overgangsteller de spoelbekrachtigingstelling levert op de geschikte lokatie. Wanneer een tweekolomsdrukkop wordt gebruikt, beweegt de overgangs-opteller ook de primaire toename wanneer de richting van drukken verandert, voor het in aanmerking nemen van de verplaatsing tussen de twee kolommen 25 van drukdraden. Buitendien dient de overgangsopteller voor het elimineren 7906969 23 van enkele overgangen met tegengestelde tekens (richting) uit de onmiddellijk voorafgaande en volgende overgangen, zoals vorden geleverd door de werking van de overgangsoptel/aftrekketen. Andere zulke signaalovergangen moeten en zullen niet optreden, behalve wat betreft de aanwezigheid van 5 ruis en monsteringsonnauvkeurigheden.Figure 11 shows a detail of the T & IC 86. The transition and increment counter 86 has three component elements, a transition 22 adder 252, a transition counter 25¼ and a increment counter 256. The transition counter and increment counter are already above. explained. The transition adder 252 operates in principle under the control of the sequence controller 50 to provide the required adjustment in the count maintained in the transition counter relative to the count maintained in the position counter (i.e., the flight time compensation count) to ensure that the transition counter provides the coil actuation rack at the appropriate location. When a two-column print head is used, the transition adder also moves the primary increment when the direction of printing changes, to account for the displacement between the two columns of print threads. In addition, the transition adder serves to eliminate some transitions with opposite signs (direction) from the immediately preceding and following transitions, as provided by the operation of the transition addition / subtraction chain. Other such signal transitions should and will not occur except for the presence of noise and sampling inaccuracies.

In de overgangsopteller 252 is een netto-overgangsgenera-tor 252A opgenomen, welke in feite twee overgangsopteluitgangssignalen levert, het netto-overgangssignaal (op de lijn 98) en het nettorichtings-signaal (op een lijn 253)* Afgezien van het elimineren van enkele over-10 gangen van tegengesteld teken, werkt de netto-overgangsgenerator 252A onder het commando van het opeenvolgingsregelorgaan 50 om hetzij overgangen op te tellen bij de lijn 98, welke extra zijn ten opzichte van die geleverd op de lijn 84, of om te verhinderen dat impulsen op de lijn 84 de lijn 98 bereiken, teneinde de overgangsteller 254 te dwingen op de juiste wijze de positiecorrectie te reflecteren, vereist voor het bekrachtigen van de spoelen qp het juiste tijdstip. Het nettorichtingssignaal op de lijn 253 is eenvoudig het riehtingssignaal, dat overeenkomt met het netto-over-gangssignaal op de lijn 98. Het is het riehtingssignaal op de lijn 98. Het is het riehtingssignaal op de lijn 82 zoals gewijzigd door de werking 20 van de netto-overgangsgenerator 252A door het optellen, aftrekken of elimineren van impulsen.Transition adder 252 includes a net transition generator 252A, which actually provides two transition add output signals, the net transition signal (on line 98) and the net direction signal (on line 253) * Apart from eliminating some over - 10 turns of opposite sign, the net transition generator 252A operates under the command of the sequence controller 50 to either add transitions to line 98, which are additional to those supplied on line 84, or to prevent pulses on line 84 to reach line 98 in order to force transition counter 254 to properly reflect the position correction required to energize coils qp at the correct time. The net direction signal on line 253 is simply the direction signal corresponding to the net transition signal on line 98. It is the direction signal on line 98. It is the direction signal on line 82 as modified by the operation of the net transition generator 252A by adding, subtracting or eliminating impulses.

De overgangsteller 254 omvat een programmeerbare radix-teller met twee programmeerbare radixwaarden behorende bij TPI en TPS, welke zijn ingesteld door het opeenvolgingsregelorgaan 50 via de rail 64.The transition counter 254 includes a programmable radix counter with two programmable radix values associated with TPI and TPS, which are set by the sequence controller 50 via the rail 64.

25 De overgangsteller 254 is een opwaartse/neerwaartse teller, welke tellings-richtingsregeling ontvangt vanaf het nettorichtingssignaal op de lijn 253 en dat de impulsen telt in het netto-overgangssignaal op de lijn 98.The transition counter 254 is an up / down counter, which receives count direction control from the net direction signal on line 253 and counts the pulses in the net transition signal on line 98.

De uitgang van de opwaartse/neerwaartse teller wordt gedecodeerd voor het leveren van een signaal als de uitgang van de overgangsteller, genaamd 30 het primaire toenamesignaal, op de lijn 102 wanneer de overgangstelling van de opwaartse/neerwaartse teller overeenkomt met de positie, waarbij de drukspoelen moeten worden bekrachtigd. De toenameteller 256 ontvangt het primaire toenamesignaal en het nettorichtingssignaal als ingangen en levert het tekengrenssignaal als een uitgang op de lijn 94. De toenametel-35 Ier is een eenvoudige programmeerbare radixteller, waarvan de radix over- 7906969 2k Ύ - eenkomende met de parameter IPC, wordt ingesteld door het opeenvolgings-regelorgaan via de rail.The up / down counter output is decoded to provide a signal as the transition counter output, called the primary incremental signal, on line 102 when the up / down counter transition count corresponds to the position where the pressure coils must be ratified. The increment counter 256 receives the primary increment signal and the net direction signal as inputs and supplies the character limit signal as an output on line 94. The increment meter 35 is a simple programmable radio counter, the radix of which corresponds to 7906969 2k Ύ - corresponding to the parameter IPC, is set by the sequence controller via the rail.

Het derde blok van figuur U is de impulsstrekker 88, in detail aangegeven in figuur 12. De impulsstrekker omvat twee componenten, 5 een snelheidsovergangsprocessor (SIP) 262 en een impulsgenerator 261*. De snelheidsovergangsprocessor ontvangt het richtingssignaal op de lijn 82 en het snelheidsovergangssignaal op de lijn 92 evenals een 19,2 kHz impuls op een lijn 266. Zijn uitgangen zijn het terugkoppeltekensignaal op de lijn 138 en een terugkoppelafwachtsignaal op een lijn 268. Het terugkoppelaf-10 wachtsignaal omvat één van de ingangen naar de impulsgenerator 261*. Het 19,2 kHz impulssignaal op de lijn 266 is de andere ingang naar de impulsgenerator en het terugkoppelimpulssignaal op de lijn 139 is zijn&itgang.The third block of Figure U is the pulse trigger 88, shown in detail in Figure 12. The pulse trigger includes two components, a speed transition processor (SIP) 262 and a pulse generator 261 *. The speed transition processor receives the direction signal on line 82 and the speed transition signal on line 92 as well as a 19.2 kHz pulse on line 266. Its outputs are the feedback sign signal on line 138 and a feedback wait signal on line 268. The feedback-10 wait signal includes one of the inputs to the pulse generator 261 *. The 19.2 kHz pulse signal on line 266 is the other input to the pulse generator and the feedback pulse signal on line 139 is its output.

De STP bevat een enkelbitgeheugen van terugkoppelteken en een enkelbit-geheugen van terugkoppelafwaehten. Indien een snelheidsovergang optreedt 15 met een richting (teken) dat overeenkomt met het vooraf gevormde terugkoppelt eken, dan wordt het terugkoppelafwachtsignaal gehandhaafd. Het terugkoppelafwachtsignaal wordt niet gehandhaafd onmiddellijk na het volgende optreden van de 19,2 kHz impuls. Indien de richting van de snelheids-overgangsimpuls niet overeenkomt met het terugkoppelteken, wordt het 20 terugkoppelteken veranderd, maar geen terugkoppelafwachtsignaal wordt opgewekt. De impulsgenerator 261* monstert het terugkoppelafwachtsignaal op een lijn 268 elke keer dat een 19,2 kHz impuls optreedt en handhaaft een terugkoppelimpuls op de lijn 139 op geschikte wijze, waardoor aldus impulsen worden gevormd van ongeveer 52 microsec. breed, achtmaal de breedte 25 van de eommando-impulsen op de lijn 136 uit de bitsnelheidsvermenigvuldiger 132.The STP includes a single bit feedback sign memory and a single bit feedback feedback memory. If a velocity transition occurs with a direction (sign) corresponding to the preformed feedback mark, the feedback wait signal is maintained. The feedback wait signal is not maintained immediately after the next occurrence of the 19.2 kHz pulse. If the direction of the speed transition pulse does not match the feedback mark, the feedback mark is changed, but no feedback wait signal is generated. The pulse generator 261 * samples the feedback wait signal on a line 268 every time a 19.2 kHz pulse occurs and appropriately maintains a feedback pulse on the line 139, thus generating pulses of about 52 microseconds. wide, eight times the width of the eommand pulses on the line 136 from the bit rate multiplier 132.

Zoals boven is opgemerkt, is het opeenvolgingsregelorgaan 50 de commandopost of "hersenen", waardoor de PCC 30 wordt aangedreven.As noted above, the sequence controller 50 is the command post, or "brain," driving the PCC 30.

Het opeenvolgingsregelorgaan bepaalt onder andere de vluchttijdcompensa-30 tietelling, welke nodig is en levert overgangsoptel/aftrekcommando’s naar de overgangsopteller om te zorgen dat de netto-overgangsgenerator een kleiner of groter aantal impulsen toevoert naar de overgangsteller, voor het leveren van de juiste vluchttijdcompensatietelling. Het opeenvolgingsregelorgaan drijft de wagenmotor aan met de hoogste beschikbare snelheid 35 in overeenstemming met af doende versnelling en spoelwerking. De bovengrens 7906969 % 25 van de vagenmotorsnelheid is deels een functie van de puntdichtheid van de af te drukken tekens gedurende een vooraf gekozen tijdsinterval, zodat de spoelhekrachtigingssnelheid proefondervindelijk afgeleide grenzen voor afdoende werking niet overschrijdt. Aldus is de vagensnelheid groter in 5 blanke gebieden aangezien de spoelhekrachtigingssnelheid in het geheel geen grens stelt in deze gebieden.The sequence controller determines, among other things, the flight time compensation count which is needed and provides transition add / subtract commands to the transition adder to cause the net transition generator to supply a smaller or greater number of pulses to the transition counter to provide the correct flight time compensation count. The sequence controller drives the carriage engine at the highest speed available 35 in accordance with adequate acceleration and flushing operation. The upper limit 7906969% of the fuzzy motor speed is partly a function of the dot density of the characters to be printed during a preselected time interval, so that the coil power speed does not exceed experimentally derived limits for effective operation. Thus, the vagina speed is greater in blank areas since the coil energization rate does not set any limit at all in these areas.

Bij de onderhavige uitvoering is de stelselkloksnelheid gekozen op 2 MHz omdat hij de werking van de 8080 A microprocessor bij ongeveer zijn maximum snelheid toelaat, en gedeeld door 13 een frequentie 10 van 153,6 kHz levert en het 6,5 microsec. monsterinterval gebruikt door de codeersignaalprocessor 7^. Hij levert ook het kloksignaal nodig voor de ingangskoppeling kö voor seriegegevenscommunicatie. In het bijzonder veroorlooft hij het gebruik van vele standaardsignaleersnelheden zoals 9600 bits per seconde en afgeleiden daarvan. Dezelfde 153,6 KHz drijft de BRM 15 132 aan. Als bijprodukt levert de BRM een signaal met 1/128 van deze fre quentie, welke gedeeld door 3, het 2,5 ms monsterinterval levert, gebruikt door het opeenvolgingsregelorgaan 50 voor het verwerken van de aflezingen van de positieteller 72.In the present embodiment, the system clock speed is selected at 2 MHz because it allows the 8080 A microprocessor to operate at approximately its maximum speed, and divided by 13, provides a frequency of 153.6 kHz and 6.5 microsec. sample interval used by the encoder signal processor 7 ^. It also supplies the clock signal required for the input coupling kö for serial data communication. In particular, it allows the use of many standard signaling rates such as 9600 bits per second and derivatives thereof. The same 153.6 KHz drives the BRM 15 132. As a by-product, the BRM provides a signal of 1/128 of this frequency, divided by 3, yields the 2.5 ms sample interval used by the sequence controller 50 to process the readings from the position counter 72.

Hoewel de werkwijze gebruikt door het opeenvolgingsregel-20 orgaan voor vluchttijdcompensatie, kan worden gegeneraliseerd op de wijze als getekend in figuur 13, is de vluchttijdcompensatietelling nodig voor een speciale uitvoering van de uitvinding, een functie van de vagensnelheid. In de wagenversnelling niet laag genoeg wordt gehouden, moet de compensatiefunctie afhangen van die parameter ook, natuurlijk. De beschik-25 bare compensatie wordt begrensd door het snelheidsgebied, opgelost door minimale toename of afname van de vluchttijdcompensatietelling. Aangezien de vereiste compensatie afhangt van de mechanische parameters van de drukker (het doel is het compenseren van de eindige vluchttijd van de druk-draden en andere dynamisch geleverde positieverstellingen) is de verkelij-30 ke noodzakelijke compensatiefunctie karakteristiek voor de bepaalde drukker. De geschikte drukkerparameters kunnen worden verkregen hetzij door een model of door proefondervindelijke bepaling.Although the method used by the flight time compensation sequence control 20 can be generalized in the manner shown in Figure 13, the flight time compensation count is needed for a special embodiment of the invention, a function of the vagina speed. In the car gear is not kept low enough, the compensation function should depend on that parameter too, of course. The available compensation is limited by the speed range, solved by minimal increase or decrease in flight time compensation count. Since the required compensation depends on the mechanical parameters of the printer (the object is to compensate for the finite flight time of the presser wires and other dynamically delivered position adjustments), the preferred necessary compensation function is characteristic for the particular printer. The suitable printer parameters can be obtained either by model or by experimental determination.

Een voorbeeld van opeenvolgingsmethodestappen vereist voor vluchttijdconpensatieteUingsafk-eiding ziet men in figuur 13. De eerste 35 stap 310 is het meten van de positieverandering van de wagen, welke op- 7906969An example of succession method steps required for flight time compensation deduction is shown in Figure 13. The first step 310 is to measure the change in position of the carriage, which 7906969

VV

* 26 treedt gedurende het voorafgaande tussenmonsterinterval. Dit is aangegeven met DELTAX. DELTAX vordt verkregen door het monsteren van de uitgang van de positieteller 72 op elk monstertijdstip (hij het begin en het einde van dat interval). DELTAX is een variabele met een teken en zijn teken geeft 5 de richting van de wagenbeweging aan gedurende de intervaltijd. Indien daarna vereist door de aard van het drukkermechanisme, kan een geschikte verschuiving worden toegevoegd aan DELTAX in de stap 320. Het doel van het verschuiven is het compenseren van mechanische speling in de drukkeraan-drijving of andere dergelijke factoren, welke primair functies zijn van de 10 richting en niet van de snelheid. In sommige stelsels kunnen zulke verschuivingen niet nodig zijn voor aanvaardbare registratie van gedrukte punten. De volgende trap 330 dient voor het berekenen van de verandering in FTC vereist vanwege de verandering in de verschuiving-ingestelde DELTAX vaargenomen gedurende de laatste monsterpe'riode. De vereiste waarde van 15 FTC kan in het algemeen worden uitgedrukt als een functie van verstelling-ingestelde DELTAX. Bij de speciale uitvoering met een drukkermechanisme overeenkomstig dat gebruikt bij het model LA36 terminal van Digital Equipment Corporation, Maynard, MA, is gebleken dat deze functie kan worden uitgedrukt als een evenredigheidsconstante, waarvan de waarde primair wordt 20 bepaald door de drukdraadvluchttijd en secundair wordt bepaald door met de snelheid gerelateerde mechanismen-variaties, zoals elasticiteit van de wagenaandrijfverbindingen. Aldus kan de FTC verbindingsfunctie worden verkregen uit een uitdrukking in de vorm: gewenste FTC = KFTC (DELTAX + verstel-inriehting) 25 waarbij KFTC de evenredigheidsconstante voorstelt.* 26 occurs during the previous intermediate sample interval. This is indicated with DELTAX. DELTAX is obtained by sampling the output of the position counter 72 at each sampling time (it is the beginning and the end of that interval). DELTAX is a variable with a sign and its sign indicates the direction of carriage movement during the interval time. If thereafter required by the nature of the printer mechanism, an appropriate shift can be added to DELTAX in step 320. The purpose of the shift is to compensate for mechanical play in the printer driver or other such factors, which are primary functions of the 10 direction and not the speed. In some systems such shifts may not be necessary for acceptable registration of printed dots. The next stage 330 serves to calculate the change in FTC required because of the change in the shift set DELTAX taken during the last sample period. The required value of 15 FTC can generally be expressed as a function of adjustment-set DELTAX. In the special version with a printer mechanism similar to that used with the Model LA36 terminal of Digital Equipment Corporation, Maynard, MA, it has been found that this function can be expressed as a proportionality constant, the value of which is primarily determined by the presser wire flight time and is secondary determined due to speed-related mechanism variations, such as elasticity of the carriage drive connections. Thus, the FTC link function can be obtained from an expression in the form: desired FTC = KFTC (DELTAX + adjustment device) where KFTC represents the proportionality constant.

Aangezien de overgangsteller slechts gehele veelvouden van een overgang kan oplossen en de bovenstaande berekening kan voeren tot het berekenen van een gewenste FTC, welke verschilt van de posit iet elling over een niet-geheel getal van overgangen, kan de gewenste FTC slechts 30 worden benaderd op een basis van grootste geheel getal. In het bijzonder is de oplossing, verkregen bij de bovenstaande berekening, gelijk aan een overgang gedeeld door KFTC. Aldus wordt bij de stap 3^0 een optel/aftrek-commendo gezonden naar de T & IC 86 om te zorgen dat de netto-overgangs-generator een aantal overgangen optelt of aftrekt, overeenkomend met het 35 grootste gehele getal in het verschil tussen de eerdere FTC en de gewenste 7906969 % 27 FTC, om te zorgen dat het grootste gehele getal in de gewenste FTC de nieuwe FTC wordt.Since the transition counter can only solve whole multiples of a transition and the above calculation can lead to the calculation of a desired FTC, which differs from the position count over a non-integer number of transitions, the desired FTC can only be approximated at a base of largest integer. In particular, the solution obtained in the above calculation is equal to a transition divided by KFTC. Thus, at step 3 ^ 0, an add / subtract commendo is sent to the T & IC 86 to cause the net transition generator to add or subtract a number of transitions, corresponding to the largest integer in the difference between the previous FTC and the desired 7906969% 27 FTC, to ensure that the largest integer in the desired FTC becomes the new FTC.

Hoewel het mogelijk kan zijn het "bovenstaande op waarde brengen van FTC te voltooien in zijn geheel gedurende een tussenmonster-5 periode, is ook gebleken, dat indien de versnelling laag genoeg is, het op waarde brengen kan worden uitgevoerd met een geringere snelheid, zelfs even langzaam als een overgang optellen of aftrekken per monsterinterval.While it may be possible to complete the above FTC upgrading in its entirety during an intermediate sample period, it has also been found that if the acceleration is low enough, the upgrading can be performed at a slower rate, even add or subtract as slowly as a transition per sample interval.

79069697906969

Claims (2)

1. Puntmatrixtekendrukker voor het drukken van tekens met een spoedvaarde te kiezen uit een aantal beschikbare spoedwaarden, met het kenmerk, dat een drukkop aanwezig is, organen voor het bewegen 5 van de drukkop, overgangsopvekorganen voor het leveren van drukkopbewe- gingssignalen aansprekend op de beweging van de drukkop, waarbij elke basiseenheid van drukkopverplaatsing een overgang bepaalt, overgangstellerorga-nen voor het leveren van drukkopbedieningssignalen aansprekend op de druk-kopbewegingssignalen, waarbij de afstand doorlopen door de drukkop tussen 10 opvolgende drukkopbedieningssignalen een toename bepaalt, toenameteller- organen voor het leveren van tussentekenspatiesignalen aansprekend op drukkopbedieningssignalen , waarbij de overgangstellerorganen en de toename-tellerorganen variabele radixtellers zijn, organen aansprekend op tussentekenspatiesignalen voor het veranderen van de radix van de overgangs-15 tellerorganen op een basis van een keer per teken voor het opwekken van een tussentekenspatie met één of meer overgangen onafhankelijk van het aantal overgangen per toename, organen voor het aannemen van een signaal dat het aantal toenamen per teken weergeeft, evenals het aantal overgangen per toename en het aantal overgangen per tussentekenspatie, organen voor het 20 opslaan van een representatie van het aantal toenamen per teken, het aantal overgangen per toename en- het aantal overgangen per tussentekenspatie, organen voor het instellen van de radixwaarden van de overgangstellerorganen en toenametellerorganen, en waarbij de radix van de overgangs-teller wordt ingesteld door de radixinstelorganen op het aantal over-25 gangen per tussentekenspatie tengevolge van het tussentekenspatiesignaal en wordt ingesteld door de radixinstelorganen op het aantal overgangen per toename op alle andere tijdstippen.1. Dot matrix printer for printing characters with a rush speed to be selected from a number of available pitch values, characterized in that a print head is provided, means for moving the print head, transition ups for supplying print head movement signals responsive to the movement of the printhead, with each base unit of printhead displacement determining a transition, transition counters for supplying printhead actuation signals responsive to the printhead movement signals, the distance traversed by the printhead between 10 successive printhead actuation signals determining an increase, counter counters for providing spacer spacing signals responsive to printhead operation signals, wherein the transition counter members and the increment counter members are variable radio counters, responsive to spacer spacer signals for changing the radix of the transition 15 counter members on a one-by-character basis for the generation knowing a sign space with one or more transitions independent of the number of transitions per increment, means for accepting a signal representing the number of increments per character, as well as the number of transitions per increment and the number of transitions per spacer, saving means of a representation of the number of increments per character, the number of transitions per increment and the number of transitions per intersign space, means for setting the radix values of the transition counter members and increment counter members, and wherein the radix of the transition counter is set by the radix adjusters to the number of transitions per spacing blank due to the spacing spacing signal and is set by the radix adjusters to the number of transitions per increment at all other times. 2. Drukinrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. ƒ y j, 79069692. Printing device substantially as described in the description and / or shown in the drawing. ƒ y j, 7906969
NL7906969A 1978-10-30 1979-09-19 POINT MATRIX SIGN PRINTER WITH VARIABLE SPEED CONTROL. NL7906969A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US95552578A 1978-10-30 1978-10-30
US95552578 1978-10-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906969A true NL7906969A (en) 1980-05-02

Family

ID=25496935

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906969A NL7906969A (en) 1978-10-30 1979-09-19 POINT MATRIX SIGN PRINTER WITH VARIABLE SPEED CONTROL.

Country Status (8)

Country Link
JP (1) JPS5563483A (en)
AU (1) AU534414B2 (en)
CA (1) CA1130463A (en)
DE (1) DE2940019A1 (en)
FR (1) FR2440275B1 (en)
GB (3) GB2086109B (en)
IT (1) IT1197514B (en)
NL (1) NL7906969A (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0040313A2 (en) * 1980-05-20 1981-11-25 Monarch Marking Systems, Inc. Matrix printer

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4445796A (en) * 1982-06-16 1984-05-01 International Business Machines Corporation Print electrode control circuit
US4469460A (en) * 1982-09-30 1984-09-04 International Business Machines Corporation Matrix printer with optimum printing velocity
IT1163792B (en) * 1983-07-15 1987-04-08 Honeywell Inf Systems Italia MICROPROGRAMMED CONTROL APPARATUS FOR SERIAL PRINTER
JPS62162556A (en) * 1985-12-11 1987-07-18 インタ−ナショナル ビジネス マシ−ンズ コ−ポレ−ション Wire projection controller for wire-matrix-printer
US4755069A (en) * 1986-06-23 1988-07-05 National Business Systems, Inc. Credit card embossing and recording system
JPS6447556A (en) * 1987-08-19 1989-02-22 Brother Ind Ltd Printer
AU3996789A (en) * 1988-10-31 1990-05-03 International Business Machines Corporation Wire fire control mechanism for a wire matrix printer
JP3495747B2 (en) * 1991-07-22 2004-02-09 セイコーエプソン株式会社 Printer print control method and apparatus

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3513774A (en) * 1968-07-01 1970-05-26 Ibm Printer hammer compensation
GB1373773A (en) * 1970-10-09 1974-11-13 Carrus A Carrus P Spark discharge printer
FR2205003A5 (en) * 1972-10-26 1974-05-24 Honeywell Bull Soc Ind
US3950685A (en) * 1974-04-25 1976-04-13 Lrc, Inc. Dc motor position controller
US3973662A (en) * 1974-11-29 1976-08-10 Extel Corporation Acceleration control system for high speed printer
DE2516835C3 (en) * 1975-04-15 1978-11-23 Mannesmann Ag, 4000 Duesseldorf Control circuit for triggering the print wires of a wire dot print head that prints in both directions
US4020939A (en) * 1975-10-21 1977-05-03 Ncr Corporation Matrix print head repetition rate control

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0040313A2 (en) * 1980-05-20 1981-11-25 Monarch Marking Systems, Inc. Matrix printer
EP0040313A3 (en) * 1980-05-20 1982-10-27 Monarch Marking Systems, Inc. High quality printer

Also Published As

Publication number Publication date
AU5056079A (en) 1980-05-08
IT1197514B (en) 1988-11-30
CA1130463A (en) 1982-08-24
FR2440275B1 (en) 1987-08-28
GB2080003A (en) 1982-01-27
GB2034087B (en) 1982-11-17
GB2086109A (en) 1982-05-06
IT7969093A0 (en) 1979-10-26
GB2034087A (en) 1980-05-29
DE2940019C2 (en) 1993-03-04
AU534414B2 (en) 1984-01-26
DE2940019A1 (en) 1980-05-14
FR2440275A1 (en) 1980-05-30
JPH0532226B2 (en) 1993-05-14
JPS5563483A (en) 1980-05-13
GB2086109B (en) 1983-02-23
GB2080003B (en) 1983-03-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906969A (en) POINT MATRIX SIGN PRINTER WITH VARIABLE SPEED CONTROL.
US4844635A (en) Wire fire control mechanism for a wire matrix printer
EP0105095B1 (en) Printer with optimum printing velocity
CN101376302A (en) Device and method for controlling imaging component working in printing system
US4404572A (en) Recording apparatus
EP0508784B1 (en) Printer having a plurality of printing modes
CN104129169A (en) Invalid ticket prevention printer, invalid ticket prevention printing system and invalid ticket prevention printing operation method
JP2511893B2 (en) Printer print head drive
US2787953A (en) Print device shifiting means for effecting interspersed printing
JPS62162556A (en) Wire projection controller for wire-matrix-printer
JPS5916765A (en) Controlling system of printing
US4603984A (en) Apparatus and method for the reduction of printing offset in bidirectional printing devices
EP0139538B1 (en) Control signal generating circuit
JPS6016351B2 (en) Dot printer paper feed motor control circuit
US6601513B1 (en) Motor control method and apparatus, time recorder having same and impact type printing apparatus
EP0367059A2 (en) Wire fire control mechanism for a wire matrix printer
JPH0647290B2 (en) Printer
JPS5945166A (en) Printing mode for serial printer
US4665371A (en) Character spacing circuit for controlling print hammer firing
GB1566024A (en) Dot matrix printing
CA1133144A (en) Dot matrix character printer with variable speed control
JPS60183164A (en) Printer shuttle mechanism
JPH01304967A (en) Bar code printing system
JPH0127859B2 (en)
JPS5822183A (en) Printer

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed