NL1034356C2 - Chassis voor een drie- of vierwielig voertuig, en voertuig dat met een dergelijk chassis is uitgerust. - Google Patents

Description

Titel: Chassis voor een drie- of vierwielig voertuig, en voertuig dat met een dergelijk chassis is uitgerust.

De uitvinding heeft betrekking op een chassis voor een drie- of meerwielig voertuig, bijvoorbeeld een skelter.

Een dergelijk chassis is bekend. Zij omvat gebruikelijk een centraal framedeel, ten minste één wielas en aandrijfiniddelen voor aandrijving van 5 deze ten minste ene wielas. Het chassis wordt gebruikelijk vervaardigd op een eerste locatie, waar de productiekosten laag zijn, en vervolgens getransporteerd naar een tweede locatie, alwaar het chassis wordt afgemonteerd tot een voertuig en wordt verkocht. Alternatief kan althans een deel van het montageproces reeds op de eerste locatie plaatsvinden. In 10 beide gevallen zijn de transportkosten tussen de eerste en tweede locatie relatief hoog, doordat het al dan niet gedeeltelijk afgemonteerde chassis relatief veel ruimte in beslag neemt. Hierdoor gaat althans een deel van het met de lage productiekosten behaalde voordeel verloren.

De uitvinding beoogt een chassis van het hiervoor genoemde type te 15 verschaffen waarbij genoemd nadeel van het bekende chassis is gereduceerd. Daartoe wordt een chassis volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Dankzij een ophangconstructie volgens de uitvinding kan een aangedreven wielas in een chassis worden gemonteerd zonder de 20 aandrijfmiddelen te verstoren die voor aandrijving van de betreffende wielas zorgen. Hierdoor kan de wielas snel, zonder speciale expertise, complexe montagehandelingen en/of complex montagegereedschap worden aangebracht, tegen relatief lage kosten. Dit biedt de mogelijkheid om het chassis op een eerste locatie te vervaardigen en met gedemonteerde wielas 25 of wielassen te transporteren naar een tweede locatie. Aangezien de of elke wielas in gedemonteerde toestand naast het centrale framedeel kan liggen, 1034356 2 kan het chassis aldus op zeer compacte wijze worden getransporteerd, waardoor transportkosten kunnen worden bespaard. Om dezelfde reden kunnen ook de opslagkosten lager zijn.

Aangekomen op de plaats van bestemming kan de of elke wielas 5 eenvoudig op voornoemde wijze worden gemonteerd. Aldus kan bijvoorbeeld een in hoofdzaak T-vormig chassis worden gevormd met één aangedreven wielas, voor bijvoorbeeld een driewiebg voertuig. Op soortgelijke wijze kan een in hoofdzaak H-vormig chassis worden gevormd, met twee wielassen, waarvan ten minste één aangedreven, voor bijvoorbeeld een vierwielig 10 voertuig.

Volgens een aspect van de uitvinding heeft het centrale framedeel een relatief slanke, langgerekte vorm. Onder een relatief slanke, langgerekte vorm wordt in deze beschrijving verstaan dat het framedeel in één richting, de lengterichting, een aanzienlijk grotere afmeting heeft dan in 15 de overige richtingen. Met een dergelijk framedeel kan in combinatie met één of twee wielassen een stabiel T-vormig, respectievelijk H-vormig chassis worden gevormd. Deze chassis kunnen ten behoeve van transport en opslag tot zeer compacte pakketten worden getransformeerd, door de wielassen te demonteren. Het framedeel kan bijvoorbeeld buisvormig zijn en desgewenst 20 zijn voorzien van koppelmiddelen, zoals openingen, voor aankoppeling van diverse voertuigonderdelen of accessoires zoals een zitvoorziening, stuurvoorziening, carrosseriedelen, of dergelijke.

Volgens een verder aspect van de uitvinding kunnen de borgmiddelen waarmee de wielas in de ophangconstructie kan worden gefixeerd 25 losneembaar zijn uitgevoerd. Hierdoor kan de betreffende wielas herhaaldelijk worden gedemonteerd. Dit kan het gebruiksgemak voor een eindgebruiker vergroten, bijvoorbeeld omdat deze het voertuig hierdoor compact kan opbergen en/of vervoeren.

De aandrijfmiddelen kunnen bijvoorbeeld een trapas omvatten en 30 simpele transmissiemiddelen zoals een snaar of ketting, waarmee de bus 3 waarin de wielas is opgenomen kan worden aangedreven. Alternatief kan gebruik worden gemaakt van een hulpas, die bij voorkeur tussen de aandrijfbare as en de aangedreven wielas is opgesteld.

De bus of de hulpas kan zijn voorzien van een 5 versnellingsmechanisme, waarmee een gebruiker verschillende overbrengingsverhoudingen kan instellen tussen de aandrijfbare as en de aangedreven wielas. Daarnaast of alternatief kan de bus of de hulpas zijn voorzien van een remmechanisme.

De transmissiemiddelen zijn bijvoorkeur zodanig uitgevoerd dat de 10 aandrijfrichting van de wielas omkeerbaar is, zodat een daarmee uitgerust voertuig in voor- en achteruit kan worden aangedreven.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een voertuig dat is voorzien van een chassis volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een set van een veelvoud 15 chassis volgens de uitvinding en een veelvoud voertuigcomponenten, zoals wielen, zitvoorzieningen en stuurvoorzieningen. Met een dergelijke set kan, uitgaande van één type chassis, een groot aantal verschillende voertuigen worden samengesteld, door dit chassis te combineren met verschillende voertuigcomponenten. Het chassis kan relatief goedkoop worden 20 vervaardigd op een eerste locatie en vervolgens op een tweede locatie worden afgebouwd. Dankzij de keuze uit de verschillende voertuigonderdelen kan flexibel worden ingespeeld op veranderingen in de vraag.

In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige 25 uitvoeringsvormen beschreven van een chassis volgens de uitvinding en een daarmee uitgerust voertuig. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een chassis volgens de uitvinding en de toepassing daarvan worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: 4 FIG. 1 een chassis volgens de uitvinding, in perspectivisch bovenaanzicht; FIG. 2 het chassis uit Figuur 1, in perspectivisch onderaanzicht; FIG. 3 het chassis uit Figuur 1 en 2 in uiteengenomen toestand; 5 FIG. 4 een voertuig voorzien van een chassis volgens de uitvinding; FIG. 5 een variant op het voertuig uit Figuur 4, in uiteengenomen toestand; en FIG 6 het voertuig uit Figuur 5, in verpakte toestand.

Figuren 1-3 tonen een chassis 1 volgens de uitvinding en Figuur 4 10 toont een daarmee opgebouwd voertuig 10. Het chassis 1 volgens de uitvinding omvat een relatief slank, langgerekt centraal framedeel 3 en ten minste één aangedreven wielas 4, welke een voor- of achterwielas kan zijn. Het chassis 1 omvat voorts een ophangconstructie 2 voor ophanging van de wielas 4 aan het centrale framedeel 3 en aandrijfmiddelen 5 voor 15 aandrijving van de wielas 4.

De aandrijfmiddelen 5 omvatten in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een aandrijfbare as 6, die op afstand van de wielas 4 in het centrale framedeel 3 is gelagerd en via hieronder nog nader te beschrijven transmissiemiddelen 7 aan de wielas 4 is gekoppeld. De 20 aandrijfbare as 6 kan bijvoorbeeld een trapas zijn, aandrijfbaar door pedalen 8.

De ophangconstructie 2 omvat in de geïllustreerde uitvoeringsvorm twee tegenover elkaar gelegen vleugels 15A,B die aan een einde van het centrale framedeel 3 zijn bevestigd, en een bus 14, die met behulp van 25 lagers 16 roteerbaar tussen deze vleugels 15A,B is opgehangen. De vorm en afmetingen van de wielas 4 en de bus 14 zijn zodanig op elkaar afgestemd dat de wielas 4 met een einde door de bus 14 kan worden gestoken, waarna de wielas met borgmiddelen 20 in de bus 14 kan worden gefixeerd, in axiale en rotatie-richting. De borgmiddelen 20 kunnen bijvoorbeeld een pin of bout 30 omvatten die in een in hoofdzaak radiale richting door de bus 14 en de 5 wie las 4 kan worden gestoken (niet getoond). Daarnaast of alternatief kunnen de wielas 4 en de bus 14 langs althans een deel van hun buitenomtrek, respectievelijk binnenomtrek zijn voorzien van één of meerdere profileringen, zoals bijvoorbeeld een nok 21 en/of een inkeping 22 5 (als getoond in Figuur 3), die in gemonteerde toestand in elkaar kunnen grijpen. Alternatief kan gebruik worden gemaakt van een spie of spline. Ook kunnen de borgmiddelen 20 één of meerdere stellingen 23 omvatten, die bijvoorbeeld met een eerste bout aan de bus 14 kunnen worden bevestigd en met een radiale klembout rond de wielas 4 kunnen worden vastgeklemd.

10 Alternatief kan de wielas 4 worden gefixeerd aan een gedeelte van de lagers 16 dat stationair met de bus 14 is verbonden. Vele andere borgmiddelen 20 zijn mogelijk.

Op de bus 14 is een tandwiel 12 aangebracht, dat onderdeel uitmaakt van eerdergenoemde transmissiemiddelen 7. Volgens een meest 15 eenvoudige uitvoeringsvorm kunnen de transmissiemiddelen 7 voorts een op de trapas 6 voorzien tandwiel 11 omvatten en een rond de tandwielen 11, 12 geleide ketting 13. Hiermee kan de bus 14 met daarin de wielas 4 rechtsreeks worden aangedreven door de aandrijfbare as 6.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm kan tussen de 20 aandrijfbare as 6 en de aangedreven wielas 4 een hulpas 9 zijn voorzien, als getoond in de Figuren 1-3. Deze hulpas 9 is roteerbaar tussen de vleugels 15A,B opgehangen, in hoofdzaak evenwijdig aan de bus 14. De hulpas 9 is voorzien van ten minste twee tandwielen 17, 18, waarvan het ene (tandwiel 17) wordt aangedreven door de trapas 6 via een eerste ketting 13, en het 25 andere (tandwiel 18) de bus 14 aandrijft via een tweede ketting 19.

Desgewenst kunnen de aandrijfbare as 6, de hulpas 9 en/of de bus 14 elk van meerdere tandwielen zijn voorzien (niet getoond), met onderling verschillende diameters, waartussen de kettingen 13, respectievelijk 19 kunnen worden verlegd, met een daartoe voorzien derailleur (niet getoond).

6

Aldus kunnen tussen de trapas 6 en de wielas 4 verschillende overbrengingsverhoudingen worden ingesteld.

Uiteraard kunnen andersoortige transmissiemiddelen 7 zijn voorzien voor het overbrengen van de rotaties van de aandrijfbare as 6 op de 5 wielas 4. Voorts kunnen de bus 14 of de hulpas 9 zijn voorzien van een remvoorziening, die bijvoorbeeld door een achteruittrapbeweging kan worden geactiveerd, als beschreven in DE 10023856. Alternatief kunnen de remmiddelen zodanig zijn uitgevoerd, dat de werkingsrichting van de aandrijfmiddelen 5 omkeerbaar is zodat de wielas 4 in voor· en 10 achterwaartse richting aandrijfbaar is. De remmiddelen kunnen daartoe bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een remschoen of remblok dat met daartoe voorziene bedieningsmiddelen in en uit contact kan worden gebracht met de hulpas 9, de wielas 4 en/of de daaraan gekoppelde wielen.

De hiervoor beschreven ophangconstructie 2 biedt het voordeel dat 15 een aangedreven wielas 4 hierdoor eenvoudig in het chassis 1 kan worden gemonteerd, zonder dat de aandrijfmiddelen 5 daartoe verstoord behoeven te worden. Hierdoor is voor het monteren van de wielas 4 geen speciaal gereedschap nodig, noch speciale expertise. Het monteren kan snel en tegen lage kosten worden uitgevoerd. Bovendien kunnen de aandrijfmiddelen 5 20 hierdoor in een beschermende behuizing 25 worden opgenomen, zoals te zien in Figuur 5.

Dankzij voornoemde eenvoudige montage-mogelijkheid kan een chassis 1 volgens de uitvinding met ongemonteerde wielas 4 of wielassen 4 worden aangeleverd. Hierdoor kan het chassis 1 zeer compact worden 25 verpakt, als getoond in Figuur 6, waarbij een lengte L- en breedtemaat B van de verpakking 30 bij voorkeur zodanig zijn gedimensioneerd dat deze een geheel aantal keer op een (Euro)pallet passen, zonder restruimte. Hierdoor kunnen transport- en opslagkosten worden geminimaliseerd. Dit biedt de mogelijkheid om het chassis 1 te vervaardigen op een locatie waar 30 de productiekosten relatief laag zijn, zelfs als deze locatie zich op relatief 7 grote afstand van de uiteindelijke verkoop- en/of gebruikslocatie bevindt.

Dit zal weliswaar extra transportkosten met zich meebrengen, doch deze zullen niet opwegen tegen het extra voordeel dat met de lage vervaardigingskosten te behalen valt.

5 Volgens een alternatieve (niet getoonde) uitvoeringsvorm kan de of elke wielas 4 slechts één wiel dragen. De in de Figuren 2, 3 en 5 getoonde wielas 4 kan daartoe worden gedacht te zijn opgesplitst in twee delen die elk met een einde in een einde van de bus 14 kunnen worden gestoken en daarin met eerdergenoemde of soortgelijke borgmiddelen 20 kunnen worden 10 vastgezet. Hierdoor kunnen de maximale afmetingen van het uiteengenomen chassis 1 nog verder worden beperkt indien de lengtemaat van de wielas 4 maatgevend is. Ook de bus 14 kan in dat geval uit twee delen bestaan. Deze delen kunnen desgewenst onderling gekoppeld zijn door een differentieel.

15 De borgmiddelen 20 kunnen losneembaar zijn uitgevoerd. Dit biedt het voordeel dat een eindgebruiker de wielas 4 of wielassen 4 eenvoudig zelf kan demonteren, bijvoorbeeld ten behoeve van compact vervoer of opslag. Alternatief kunnen de borgmiddelen 20 onlosmakelijk zijn uitgevoerd. Montage kan dan eenmalig geschieden, op de plaats van bestemming, door 20 de producent of wederverkoper. Aldus behoudt de producent het hiervoor beschreven transport- en opslagvoordeel en kan hij bovendien de eindcontrole uitoefenen over de juiste montage van de wielas 4 en de daarmee samenhangende veiligheid van het chassis 1.

De hiervoor beschreven chassis-uitvoeringsvormen kunnen 25 bijvoorbeeld worden toegepast in een skelterachtig voertuig 10 als getoond in Figuur 4-6. In deze toepassing vormt de aangedreven wielas 4 een achteras van het voertuig 10. Het voertuig 10 omvat voorts een voorwielas 24, een stuurvoorziening 26 en een zitvoorziening 27. Genoemde onderdelen kunnen met eenvoudige bevestigingsmiddelen aan het chassis 1 (dat in 30 Figuur 6 is opgenomen in behuizing 25) worden bevestigd in daartoe 8 voorziene openingen 27 (zie Figuur 1). Deze openingen 27 zijn bij voorkeur zodanig geplaatst dat hiermee de positie van de zitvoorziening 26 en/of de stuurvoorziening 26 in enigermate instelbaar is.

Uitdrukkelijk zij opgemerkt dat een chassis 1 volgens de uitvinding 5 toepasbaar is in andersoortige voertuigen, welke bijvoorbeeld slechts drie wielen kunnen omvatten, waarvan er twee kunnen zijn aangedreven door een wielas 4 volgens de uitvinding. Dit kan een voorwielas of achterwielas zijn.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de 10 tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Alle combinaties van (delen van) beschreven en/of getoonde uitvoeringsvormen worden geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties daarop mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

15 1034356

Claims (14)

1. Chassis voor een drie- of meerwielig voertuig, omvattende: een centraal framedeel; een wielas, ingericht voor ondersteuning van ten minste één wiel; aandrijfmiddelen voor aandrijving van de wielas; 5. een ophangconstructie voor ophanging van de wielas in het centrale framedeel, waarbij de ophangconstructie ten minste één bus omvat, welke roteerbaar in de ophangconstructie is opgehangen, aandrijfbaar door de aandrijfmiddelen, en waarbij de wielas met een einde in de bus kan steken en met borgmiddelen daarin vastzetbaar is zonder de 10 aandrijfmiddelen te verstoren.

2. Chassis volgens conclusie 1, waarbij het centrale framedeel een relatief slanke, langgerekte vorm heeft.

3. Chassis volgens conclusie 1 of 2, waarbij de wielas door de bus kan steken en is ingericht om aan beide einden een wiel te ondersteunen.

4. Chassis volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het chassis in bovenaanzicht gezien in hoofdzaak een T-vorm of H-vorm heeft.

5. Chassis volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de of elke wielas in gedemonteerde toestand naast het centrale framedeel is gelegen.

6. Chassis volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de borgmiddelen losneembaar zijn.

7. Chassis volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen een trapas omvatten.

8. Chassis volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 rotatierichting van de aandrijfmiddelen omkeerbaar is.

9. Chassis volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen een remmechanisme omvatten. 1034356

10. Chassis volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen een hulpas omvatten, welke roteerbaar in de ophangconstructie is op gesteld, in hoofdzaak evenwijdig aan de bus.

11. Chassis volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 5 chassis in hoofdzaak is opgebouwd uit buisvormige delen.

12. Voertuig omvattende een chassis volgens een van de voorgaande conclusies.

13. Voertuig volgens conclusie 12, waarbij het voertuig een skelter is.

14. Set van een veelvoud chassis van in hoofdzaak eenzelfde type, 10 volgens een van de conclusies 1-11 en een veelvoud verschillende wielen, een veelvoud verschillende zitvoorzieningen en een veelvoud verschillende stuurvoorzieningen, waarbij de wielen, de zitvoorzieningen en de stuurvoorzieningen door middel van gestandaardiseerde koppelmiddelen met de respectieve chassis verbindbaar zijn, ter vorming van een grote 15 variëteit aan verschillende voertuigen met één type chassis. 1034356