Archeologie
“Dit artikel gaat over archeologie.”
“Er zij archeologie!”
“En er was archeologie!”
“Dit artikel gaat over de archeoloog.”
Archeologie of Oudheidkunde is een tot wetenschap uitgegroeide ongewone tot onrustbarende belangstelling voor
dingen die oud zijn, zich ergens onder bevinden, meestal ondergronds onder de grond[1], en bij voorkeur gerelateerd zijn aan de mens, of op z'n minst aan levende wezens.
De vader der archeologen[bewerken]
Andronikos II Archeologos (Constantinopel, 11 december 1282, ib., 24 mei 1328) was een Oost-Romeins keizer, die een systematisch onderzoek wou naar de niet bovengronds zichtbare overblijfselen van de Griekse geschiedenis, en daarom, ter stimulatie én controle hiervan, de naar zichzelf genoemde "Archeologische Academie" stichtte. De door die Academie gehomologeerden worden vanaf een bepaald niveau of "stadium" "Archeoloog" genoemd, een etiket dat door brede lagen van de wereldbevolking wordt geplakt op eenieder die zich met archeologie bezig houdt. Andronikos II Archeologos wordt, voornamelijk om symbolische reden, beschouwd als eerste Aartsarcheoloog, en zijn afstammeling Constantinos XI Archeologos, laatste keizer van het Oost-Romeinse keizerrijk, gestorven in Constantinopel in 1453 tijdens de inname van de stad, als laatste. Verderop wordt duidelijk waarom deze personen de titel enkel op symbolische wijze konden dragen, en waarom er, officieel althans geen andere Aartsarcheologen bekend zijn.
Erkenning en homologatie[bewerken]
Archeologie moge dan geen beroep zijn, de bezigheid wordt wel beschermd, en wel door de eerder aangehaalde Academie, die aspirant-archeologen begeleidt en examens organiseert. Het slagen voor een dergelijk examen maakt de stap naar een volgend stadium mogelijk. Wie op korte termijn de titel "Archeoloog " wil behalen, zonder de voorafgaande tien stadia (zie verder) te doorlopen, kan aan de meeste grote universiteiten een vijfjarige cursus archeologie doorlopen. De resterende vijf stadia[2], de zogenaamde "eindstadia", kunnen dan weer uitsluitend door de Academie gehomologeerd worden. In praktijk zijn het er maar vier, want tot nu toe heeft nog nooit iemand het vijfde eindstadium, dat de titel "Aartsarcheoloog" moet opleveren, met vrucht afgewerkt.
De archeoloog[bewerken]
De persoon die met vrucht het vijfde middenstadium heeft beëindigd, wordt "Archeoloog" genoemd, en is daar blij mee. Zó blij, dat hij[3] onverstoorbaar blijft doorgraven, om het vijfde eindstadium te bereiken, en "Aartsarcheoloog" genoemd te worden.Pogingen om aan de archeologentitel een gelijknamig beroep te koppelen, liepen tot nu toe steeds stuk op het gebrek aan fondsen om dergelijke lui voltijds aan het werk te houden. Ze doen het dan maar als hobby, en zijn daarbuiten voornamelijk actief als leraar, een beroep met veel vakantie en dus zeer passend bij een dergelijke vrijetijdsbesteding.
De beginstadia[bewerken]
Alle grote ondernemingen beginnen klein, en ook archeologie kent een bescheiden begin. Een dergelijk begin noemt men gewoonlijk een "beginstadium", maar archeologie kent vijf beginstadia. En vijf middenstadia. En zelfs vijf eindstadia.
Eerste beginstadium: 1 tot 5 jaar[bewerken]
Tijdens het eerste beginstadium maakt de aankomende archeoloog zich de technieken en het jargon van de archeologie eigen. Hij graaft in zijn directe omgevingen allerlei spulletjes op, met voornamelijk aandacht voor dingen die tussen de één en de vijf jaar oud zijn. Om toegelaten te worden tot het tweede beginstadium, moet de kandidaat feilloos een door de Academie gepresenteerde selectie kunnen
- lokaliseren: met behulp van een aangeboren flair het stukje terrein kunnen aanduiden waar waarschijnlijk iets geschikts onder de grond zit. De jury wéét waar het spul zit, en laat de kandidaat los op een terrein van vijf meter bij vijf;
- opgraven: het tot dan nog onbekende voorwerp uit de grond halen, met behulp van adequaat graafgerei[4];
- identificeren: kunnen bepalen om welk object het precies gaat;
- dateren: met een tolerantie van zes maanden kunnen zeggen hoe oud het opgegravene is. Blijkt de ouderdom buiten de door het stadium opgelegde grenzen te vallen (in dit geval jonger dan één jaar, of ouder dan vijf), dan moet de kandidaat opnieuw beginnen graven. Hij krijgt maximaal drie kansen op hetzelfde terrein, en moet in totaal vijf terreinen aandoen. Een score van drie op vijf geeft een voldoende, vier op vijf betekent onderscheiding, en vijf op vijf grote onderscheiding.
Tweede beginstadium: 6 tot 10 jaar[bewerken]
Er wordt grosso modo dezelfde procedure als bij het eerste beginstadium, behalve dat de ouderdomslimiet anders is, en de oppervlakte van de vijf terreinen groter: tien meter bij tien.
Derde beginstadium: 11 tot 25 jaar[bewerken]
De procedure is eigenlijk dezelfde als bij het tweede beginstadium, behalve dat de ouderdomslimiet anders is, en de oppervlakte van de vijf terreinen uitgebreid tot vijfentwintig meter op vijf vijfentwintig.
Vierde beginstadium: 26 tot 50 jaar[bewerken]
De procedure lijkt goed op die van het derde beginstadium, behalve dat de ouderdomslimiet anders is, de oppervlakte van de vijf terreinen uitgebreid wordt tot vijftig meter bij vijftig, én dat de kandidaat nu ook zijn vondsten terdege moet afborstelen, met adequaat borstelgerei, vooraleer ze aan de jury te presenteren[5].
Vijfde beginstadium: 51 tot 100 jaar[bewerken]
Een stadium dat qua vorm haast niet te onderscheiden is van het vorige, op de ouderdomslimiet en de terreinoppervlakte (honderd meter bij honderd, door boeren een "hectare" genoemd) na. Het grootste verschil is, dat er voor het eerst een titel wordt uitgereikt, en wel die van "Antiquair".
De middenstadia[bewerken]
Wie met vrucht het examen aflegt dat het vijfde beginstadium bekroont, mag zichzelf "Antiquair" noemen. Let wel, deze antiquairstitel is geen synoniem voor het vak van antiquair, waarbij oude spulletjes tegen onwaarschijnlijk hoge prijzen aan de man gebracht worden. Een archeoloog (of, in dit geval, aspirant-archeoloog) verkoopt zijn vondsten niet, maar schenkt ze aan het dichtstbijzijnde Archeologisch Museum.
Een der allereerste vaardigheden die een aspirant-archeoloog zich in dit stadium moet eigen maken, is het in kaart brengen van zijn vondsten. Dat gebeurt door middel van kleurige plaatjes, die rondom de vindplaats worden aangebracht, waarna er tekeningen van het geheel wordt gemaakt, of, sinds de uitvinding van de fotografie, foto's. Er wordt ook nog een overzichtskaart gemaakt, die de vondst situeert ten opzichte van de omgeving. Dit is nodig, omdat vanaf nu het niet meer de jury is, die brol archeologisch interessante voorwerpen in de grond stopt, maar willekeurige voorvaderen, die daarvan geen notities hebben nagelaten. De jury suggereert aan de kandidaat wel een terrein (vijf terreinen, om precies te zijn), waarvan de afmetingen afhangen van het beoogde stadium.
Eerste middenstadium: 101 tot 200 jaar[bewerken]
Het in kaart brengen van de vondsten is het grootste verschil met de vorige stadia: verder schuift de ouderdomslimiet immer verder op, en breidt het terrein zich uit, meer bepaald tot tweehonderd meter bij tweehonderd. Omdat de te onderzoeken oppervlakte stilaan te groot wordt om nog zuiver via de flair binnen de drie pogingen de juiste graafplek te vinden, is het aantal pogingen tot vijf opgetrokken, en mag de kandidaat één assistent inzetten. Het afborstelen, identificeren en dateren blijft uiteraard verplicht.
Tweede middenstadium: 201 tot 500 jaar[bewerken]
Het tweede middenstadium verschilt van het eerste enkel in de ouderdomslimiet en in de terreinoppervlakte, die met vijfhonderd meter bij vijfhonderd stilaan indrukwekkend mag genoemd worden, zélfs met twee assistenten, want dat mag nu.
Derde middenstadium: 501 tot 1.000 jaar[bewerken]
Een terrein onderzoeken dat 1 km² groot is, zelfs met behulp van drie assistenten, om in maximaal vijf pogingen een object te vinden (en af te borstelen, en te identificeren, en te dateren) dat tussen de 501 en de 1000 jaar oud is, vergt zó veel van de kandidaat-archeoloog, dat in dit stadium massaal afgehaakt wordt. De afhakers graven wel nog af en toe "voor eigen rekening", op niet door de Academie gecontroleerde plekken, maar mogen geen objecten aanraken die meer dan vijf eeuwen oud zijn. Die dienen ze over te dragen aan de Academie, die ze opnieuw toedekt, en het terrein toewijst aan een toegewijde kandidaat die het moeilijk heeft, en een duwtje in de rug kan gebruiken. De familie Archeologos is intussen zelf in dit stadium terechtgekomen.
Vierde middenstadium: 1.001 tot 2.000 jaar[bewerken]
Het kan verbazing wekken dat iemand die spullen opgraaft die meer dan duizend jaar oud zijn, officieel (nog) geen "Archeoloog" mag genoemd worden, maar dat verhindert niet dat verdergevorderden zich ook met minder oude spullen bezig houden. Een Archeoloog in het tweede eindstadium kan zich perfect interesseren voor artefacten van pakweg vijfhonderd jaar oud.
Het vierde middenstadium heeft niet zoveel nieuws te bieden, en dat komt goed uit, aangezien archeologie zich voornamelijk met oude spullen bezig houdt. 4 km² is de oppervlakte intussen geworden, wat verklaart waarom de overgebleven kandidaten vaak in woestijngebied aan het werk worden gezet.
Vijfde middenstadium: 2.001 tot 5.000 jaar[bewerken]
Het vijfde middenstadium is wellicht dat met de grootste weerklank in archeologische kringen, want wie aan het einde van dat stadium slaagt voor het overeenkomstig examen, mag eindelijk de titel van "Archeoloog" voeren! Een mooie beloning voor het onderzoeken van vijf terreinen van elk 25 km³, zélfs met vijf assistenten[6]!
De eindstadia[bewerken]
Het met vrucht afwerken van het vijfde middenstadium levert de zo begeerde titel van "Archeoloog" op, een titel die ook kan behaald worden door met vrucht de vijfjarige universitaire cursus "Archeologie" te doorworstelen. Nu begint het échte archeologenwerk: mythische vergezichten ontplooien zich: Troje, Palenque, Atlantis en El Dorado lijken nu klein bier. Er wordt ook geen terreinoppervlakte meer opgelegd: vanaf honderd km² is de hele wereld de achtertuin van de archeoloog.
Eerste eindstadium: 5.001 tot 10.000 jaar[bewerken]
De objecten beginnen schaars te worden, tenminste indien we gesteente niet meerekenen. Maar keien vinden we overal, en zijn alleen voor geologen. Zowel identificatie als datering worden erg moeilijk, ook al verlaagt de steeds verder evoluerende technologie het percentage giswerk.
Tweede eindstadium: 10.001 tot 100.000 jaar[bewerken]
De kandidaat dient nu ook te weten dat Holoceen en Pleistoceen geen bouwmaterialen of pathologieën zijn, omdat sommige van zijn vondsten wel eens uit die periodes zouden kunnen komen, en dergelijke onwetendheid tevens een klap in het gezicht zou zijn van die hardwerkende prehistorici, die zich de moeite hebben getroost om prehistorie in een overzichtelijke tabel te gieten.
Derde eindstadium: 100.001 tot 500.000 jaar[bewerken]
Subtiliteit is nu vereist, want het Pleistoceen is "gevuld met wolfijzers en schietgeweren", zoals de eminente Professor W. Druyff[7] het in een interview met het toonaangevende tijdschrift "The Archeologist's Spade And Broom" op speelse wijze aangaf. Hij doelt daarmee indirect op goedgelovige archeologen die vol fierheid complete draaimolens, poffertjeskramen en bushokjes uit die periode aan de jury presenteren.
Vierde eindstadium: 500.001 tot 1.000.000 jaar[bewerken]
Onrustbarend veel kandidaten zijn voorgoed verdwenen in de diepere lagen van het Pleistoceen, meer bepaald het Midden Pleistoceen en ook het Vroeg Pleistoceen, waar vooral het Calabrien een kwalijke reputatie heeft. Het is daar ongezond vertoeven, ook voor de juryleden. Wie klaagt over asbest, fijn stof of een stijgende zeespiegel moet zich maar heel eventjes in dat stadium begeven.
Vijfde eindstadium: 1.000.000 jaar tot de Oerknal[bewerken]
In dit stadium lopen zelfs de meest gedreven archeologen vast, omdat ze, tot op heden, nog niet voorbij degelijk dateerbare spulletjes van pakweg meer dan 2.000.000 jaar geraken. De titel van "Aartsarcheoloog" is tot op heden dan ook altijd hypothetisch gebleven, omdat nog nooit iemand met vrucht het laatste stadium heeft afgewerkt. Dit werpt ook twijfel en schaduw over het jureren van een eventuele kandidaat, aangezien men van een jurylid minstens mag verwachten die titel zelf ook te dragen, en aangezien nog nooit iemand die titel heeft behaald... Het mysterie van de aartsarcheologentitel is nog verre van opgelost: de wereld blijft zitten wachten op archeologische vondsten uit de tijd van de oerknal. Zoals al eerder aangehaald, waren de Byzantijnse keizers uit de Archeologosfamilie allen Aartsarcheoloog, maar aan die titels wordt, om intussen evidente reden[8], uitsluitend symbolische waarde gehecht.
En het ging vooruit[bewerken]
Het koppelen van ouderdomslimieten aan de verschillende stadia heeft een markant neveneffect: met het voortschrijden der jaren schuiven de door een dergelijke limiet omschreven objecten door naar een "hoger" stadium. Dit verschuiven is het meest opvallend in de lagere stadia, waar de limieten dichter bij elkaar liggen. Het neveneffect is vooral vervelend voor beginnende kandidaten die niet opschieten: eer ze voldoende kennis hebben over een op te graven en te identificeren object, is het object soms al naar een hoger stadium verhuisd, en moeten ze iets anders zoeken. Leerrijk, maar frustrerend. Even markant is dat de familie Archeologos, of in ieder geval wat er van hen intussen ondergronds of onder water is verzeild geraakt[9] intussen zelf stilaan het domein der middenstadia heeft bereikt, en dus studiemateriaal aan het worden is voor wie op weg is naar de zo fel begeerde archeologentitel.
Beroemde archeologen[bewerken]
- Johann Ludwig Heinrich Julius Schliemann, beter bekend als "Troy Schliemann" - Duitse archeoloog die Troje meende gevonden te hebben, een vondst die uiteindelijke bleek de catacomben van Parijs te behelzen. Latere pogingen hadden meer succes. Hij stond ook bekend als "de archeoloog met de bulldozer".
- Henry Walton Jones jr., beter bekend als "Indiana Jones" - verhief, tussen 1926 en 1956, het begrip "archeoloog" tot avontuurlijke bezigheid, het bestaan van een topspion of een ruimtevaarder evenarend.
- Professor W. Druyff - Vermaarde multiwetenschapper, waarvan het niemand verwondert dat hij óók archeoloog is.
Alle ologen en alogen op een rijtje | |||
---|---|---|---|
Archeoloog · Analoog · Antropoloog · Astroloog · Bioloog · Cardioloog · Deskundigoloog · Dialoog · Etymoloog · Musicoloog · Paleontoloog · Pinokkio loog · Psycholoog · Ufoloog |
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 14 mei 2018 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|
Notenbalk[bewerken]
- ↑ Onder water kan ook, maar die tak is minder populair.
- ↑ Gelieve er vrede mee te nemen dat de woorden "stadium", "beginstadium", "middenstadium", "eindstadium", alsmede hun meervouden en het woord "Academie" gedurende dit hele artikel cursief worden gezet: ze zijn cruciaal voor het inzicht in archeologie, en voldoende afwijkend van hun doordeweekse betekenis om deze eer te krijgen.
- ↑ Of zij, ze bestaan in beide seksen, en sinds de invoering van het begrip "genderneutraal" wordt ook "het" aanvaard.
- ↑ Gehomologeerd graafgerei kan aangeschaft worden in de winkel van de Academie.
- ↑ Gehomologeerd borstelgerei kan aangeschaft worden in de winkel van de Academie.
- ↑ Deze assistenten kunnen voor een prikje gehuurd worden bij de Academie.
- ↑ Waarvan men vermoedt dat hij de enige Aartsarcheoloog is na de Archeologosfamilie, maar die deze kundigheid stilhoudt, omdat hij absoluut geen tijd heeft om in jury's te zetelen.
- ↑ Tenminste indien u, lezer, oplettend en alert bent gebleven.
- ↑ Maar dat kunnen zij dus even goed zélf zijn, tenminste indien ze op ordentelijke wijze begraven zijn.