Cartoonist
“Bah! Wat een losers!”
“Bah! Wat een losers!”
“Zie je die man daar met zijn grote neus en zijn…”
Cartoonisten zijn mensachtigen en beschermers van de wereld die humorloze droogheid en saaie, inhoudsloze boodschappen bestrijden door middel van serieuze lachwekkende prentjes.
Geschiedenis[bewerken]
Het speciale volkje heeft altijd al bestaan in de mensheid, aangezien de oudste bronnen dateren uit het Stenen Tijdperk (grotschilderingen). Het dagelijkse leven werd afgebeeld op een al dan niet kunstzinnige manier. Er werden vooral rondspringende ossen afgebeeld die de jachtpraktijken symboliseerden. Ook de mens en andere dieren werden afgebeeld: rondhuppelende kinderen, opfladderende vogels, handafdrukken, diverse prooidieren, mannen en vrouwen die op elkaar liggen... Zelfs in die tijd was het tekenen een bijzonder belangrijke bezigheid, toen kon men immers geen dingen schriftelijk vastleggen en kon men alleen steunen op mondelinge overleveringen.
Later in de oudheid verviel die belangrijke functie van het tekenen op grotwanden, aangezien het schrift was ontwikkeld. Iedereen in die tijd had schriftjes en men kon i.p.v. op steen daarin tekenen. Dit was een enorme verbetering: het was veel eenvoudiger en men kon vloeiendere lijnen tekenen. Door deze gemakkelijkheid ontstonden betere tekentechnieken die gebruikt werden door een apart volkje: de cartoonisten. Doorheen heel de geschiedenis van de oudheid ziet men getekende bekendheden zoals Griekse aanvoerders en Romeinse keizers. Er werd ook niet zelden de spot gedreven met homo’s. Emo’s en Gothics waren er toen nog niet, al werd er toen vaak zelfmoord gepleegd en dat verschafte de cartoonist van die tijd toch nog meer inspiratie om te tekenen.
In de middeleeuwen was het triestig gesteld met het ras. Cartoonisten die wat tekenden (als kritiek op de lompe maatschappij en op de Kerk) werden terechtgesteld wegens ketterij en in het minste geval gemarteld.
Vanaf de Franse Revolutie toen Jaques Chirac aan de macht kwam, werd de situatie in Europa stabieler en hadden cartoonisten weer vrij spel. Politiek, Kerk en andere geloven werden het slachtoffer en allen konden gelukkig lachen om de spot. De cartoonist zijn wereld was geopend en zonder hindernissen. De gouden eeuw van de cartoonist was begonnen.
Vanaf het begin van de twintigste eeuw echter begon het imago van de cartoonist steeds omstredener te worden. Bij het meer verspreiden van media vergrootte ook het lezerspubliek en mede door verder ontwikkelde telecommunicatie werd ook de moslim gauw op de hoogte gesteld. Zij kwamen bij deze ook op de proppen bij protest tegen de cartoons omdat cartoonisten volgens hen Allah hebben beledigd. Allah echter, die het gebeuren met grote ogen toekeek moest lachen met zijn onderdanen. “Zo’n gebrek aan gevoel voor humor! Wahahaha!!!”
Verder in dit artikel wordt beschreven welke problematiek moslims hebben veroorzaakt door het misinterpreteren van cartoons, zie vanaf Prooi wordt Predator.
De cartoonistmethode[bewerken]
Cartoonisten kunnen beschouwd worden als predatoren, roofdieren die telkens weer een slachtoffer vinden. Zo zijn koningshuizen, politici en bekende personen vaak de prooien van een cartoonist. De roof van zo’n prooi kan men best omschrijven als “het vinden van een afbeelding van de prooi in kwestie”. Op deze manier kan een cartoonist de celebrity’s bewerken en verwerken. Het verwerken gebeurt met de nodige middelen: een tekenstiftje vinden is een prioriteit, indien een cartoonist geen tekenstiftje in de buurt heeft, moet deze het stellen met slechts een potlood en dat vindt hij maar minderwaardig (ook al zit deze in een etui); het volgende wat ook geen bijzaak is, is het zoeken naar papier, een cartoonist kan immers niet zonder en bij de hoogste nood zaagt deze de eerste en de beste boom om die hij te zien krijgt en maakt van het omgehakte zelf papier. Het lijkt extreem en dat is het ook, als men weet dat cartoonisten een bijzondere vorm van autisme hebben. Vervolgens gebeurt de verwerking. Aangezien de cartoonist nu de middelen heeft om zijn prooi tot een mooi geheel te “koken”, kan hij aan de slag. Met de vereiste tekenkruiden, perspectiefvullingen en eventuele kleurstoffen giet de cartoonist de componenten van de tekening in een geheel, met name zijn “gerecht” als tekening. Om zijn “dagschotel” te presenteren gaat de cartoonist uiteindelijk naar zijn opperhoofd en chef-kok: de redacteur. Deze laatste is een zeer gevaarlijk man die beslist over leven en dood. Wordt het spotprentje niet grappig bevonden, verslindt hij het, wordt hij knalrood van woede en wordt de cartoonist stante pede door hem ontslagen. Is de cartoon wel grappig, verschijnt het prentje in het medium van de volgende dag en wordt de cartoonist, ondanks al zijn moeite, toch ontslagen wegens besparingen of wegens een financiële crisis.
Humor[bewerken]
De humor van een cartoonist is vrij specifiek bedoeld subtiel. De humor wordt dan ook vaak niet erg goed begrepen omdat het publiek dom is omdat er nogal her en der gevoelige plekjes liggen op vlak van verschillende aspecten. Daarom werden er verschillende beschouwingen bestudeerd van zowel de cartoonist als het publiek en werden ook de gevolgen van de humor geverifieerd om mogelijke misverstanden in de toekomst beter te begrijpen.
Beschouwing der cartoonisten[bewerken]
“Tja... die doen natuurlijk heel ophemelend over zichzelf he.”
Het feit is dat cartoonisten een heel grote eigendunk hebben en dat ze zichzelf veel beter voelen dan de rest. Toch kunnen ze goed omgaan met zelfspot. Dat lijkt vreemd in het eerste opzicht, maar de cartoonist laat zich niet zomaar inmaken: direct na de zelfspot begint de wederreactie. De “vernedering” voor de andere persoon in kwestie wordt gevolgd door een aantal sterke argumenten waarin de cartoonist redenen opsomt waarom hij die andere persoon in de grond boort. Toch probeert hij zo min mogelijk scheldwoorden te gebruiken in zijn taal, wat verdomme erg moeilijk is bij een verdediging tegen de andere persoon.
Zo gaat het ook voor een groot stuk in zijn tekeningen. Hier wordt de cartoonist zelf niet beledigd, maar hij gebruikt wel zulke situaties in zijn fantasie om een soort wederreactie te creëren die hij kan benuttigen bij het maken van een spotprent. Dit leidt vaak tot zeer grappige, vermakende, sappige, (bij sommige) sensuele cartoons, waar men een hele dag om moet lachen of moet bij geilen.
De andere partij[bewerken]
Vaak worden cartoons gemaakt vanwege een bepaalde uiting over politiek, geloof en/of maatschappij. Hier speelt verdraagzaamheid een zeer grote rol. Emo’s bijvoorbeeld vinden het hartstikke vervelend als men hen beschrijft als Tokio Hotel-fans. Emo’s weten immers dat deze band een publiek heeft van laag niveau en komen er niet voor uit. Ze beginnen dan heftig te roepen en te tieren dat Tokio Hotel niet Emo is, terwijl dat wel zo is. Cartoonisten proberen dit principe te doorbreken met hun humor en laten op deze manier het ware binnenste of leugenachtigheid van bepaalde personen of bevolkingsgroepen naar boven komen om de bescherming van hun imago weg te werken.
Prooi wordt Predator[bewerken]
Het allerbekendste voorbeeld van onenigheid bij de “tegenpartij” is bij de moslims. Den Mohammed werd ooit afgebeeld met een bom als een tulband, is dat zo bijzonder??? Hier in het middeleeuwse Europa zou dat beeld niet meer dan normaal zijn. Blijkbaar konden de moslims er niet erg mee lachen, want ze begonnen opeens massaal vlaggen te verbranden. Sommigen denken dat de moslims dat deden als een teken van blijdschap, omdat ze bij zulke verbrandingen ook heel hard roepen en juichen. Dit is echter een valse verklaring, omdat later alle cartoonisten met de dood bedreigd werden. De moslims zouden het niet daarbij laten: de cartoonisten zouden ook gestalkt en achtervolgd worden. In 2006 waren 42 cartoonisten ter dood gebracht tijdens een vakantie in een moslimland en 157 anderen zaten vast.
De cartoonkwestie[bewerken]
Deze terechtstellingen brachten regeringen van deze cartoonisten op het idee een free-draw-wet te ondertekenen, welke inhoudt dat men mag tekenen over wat men wilt. Dit loste echter de toenmalige problematiek niet op en de overheden richtten in samenwerking met Amnesty International dialogen op met de theocratische regeringen in de moslimwereld. De meesten daarvan mislukten en de overige cartoonisten in gevangenschap werden alsnog geëxecuteerd. De cartoonkwestie was begonnen. Mensen kwamen massaal op straat om te betogen om verdraagzaamheid. Emo’s (Tokio Hotel-fans) en Gothics bleven binnen. Het zou tot eind 2007 duren tot de kwestie geluwd was en de gemoederen bedaard waren.
“Bah zeg, wat een triest verhaal!”
Sekscartoons[bewerken]
Tot slot moet er ook nog verteld worden over een ander thema waar cartoonisten graag over tekenen, namelijk SEKS grrrrr. In hun rijke fantasieën zweven ook wel eens flarden van erotische beelden. Cartoonisten kunnen het dan ook niet laten om die beelden meteen te tekenen, zodat ze niet weer verloren gaan in hun vreemd samengestelde hersenmassa. De huidige maatschappij houdt van seks, hoewel in gesprekken niet zoveel gepraat wordt over dit thema, aangezien er nogal een grote taboesfeer rond hangt.
“Allez, waar blijft de seks???”
Trivia[bewerken]
Dit is een
|
Wist je dat...
- ...een cartoonist een gevaarlijk beroep uitoefent?
- ...als Allah niet had bestaan dat de cartoonkwestie er ook helemaal niet was geweest?
- ...terechtgestelde Deense cartoonisten gemarteld werden met LEGO-blokjes?
- ...Bush ongeveer 527.063 keer getekend is geweest in de wereld?
- ...de paus geen cartoons toelaat in het Vaticaan en dat hij daarmee ook Obama, alle koningshuizen en politici niet meer op bezoek krijgt?
- ...op dit moment ongeveer half de moslimwereld op stelten staat na het lezen van dit artikel?
Links[bewerken]
Beroepen, stielen, ambachten en andere verdachte bezigheden | |
Acteur ·
Analoog ·
Bankhanger ·
Boswachter ·
Brandweerman ·
Butler ·
Cardioloog ·
Cartoonist ·
Conducteur ·
Dialoog ·
Dictator |