BE1031410B1 - Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad - Google Patents
Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad Download PDFInfo
- Publication number
- BE1031410B1 BE1031410B1 BE20235171A BE202305171A BE1031410B1 BE 1031410 B1 BE1031410 B1 BE 1031410B1 BE 20235171 A BE20235171 A BE 20235171A BE 202305171 A BE202305171 A BE 202305171A BE 1031410 B1 BE1031410 B1 BE 1031410B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- worktop
- induction
- fixing
- induction cooking
- rails
- Prior art date
Links
- 230000006698 induction Effects 0.000 title claims abstract description 143
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 42
- 238000010411 cooking Methods 0.000 claims description 99
- 238000004904 shortening Methods 0.000 claims description 4
- 238000004026 adhesive bonding Methods 0.000 claims description 2
- 239000000463 material Substances 0.000 description 7
- 239000002241 glass-ceramic Substances 0.000 description 6
- XEEYBQQBJWHFJM-UHFFFAOYSA-N Iron Chemical compound [Fe] XEEYBQQBJWHFJM-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 5
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 description 5
- 238000009529 body temperature measurement Methods 0.000 description 4
- 230000004907 flux Effects 0.000 description 4
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 4
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 3
- 230000001681 protective effect Effects 0.000 description 3
- 238000012546 transfer Methods 0.000 description 3
- 230000003313 weakening effect Effects 0.000 description 3
- 230000009471 action Effects 0.000 description 2
- 239000000919 ceramic Substances 0.000 description 2
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 2
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 2
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 2
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 2
- 239000003779 heat-resistant material Substances 0.000 description 2
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 2
- 238000009413 insulation Methods 0.000 description 2
- 229910052742 iron Inorganic materials 0.000 description 2
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 2
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 2
- 229910052751 metal Inorganic materials 0.000 description 2
- 238000012544 monitoring process Methods 0.000 description 2
- 229910052573 porcelain Inorganic materials 0.000 description 2
- 230000009467 reduction Effects 0.000 description 2
- 229910001220 stainless steel Inorganic materials 0.000 description 2
- 239000010935 stainless steel Substances 0.000 description 2
- 239000002131 composite material Substances 0.000 description 1
- 238000013461 design Methods 0.000 description 1
- 238000001514 detection method Methods 0.000 description 1
- 239000012467 final product Substances 0.000 description 1
- 239000010438 granite Substances 0.000 description 1
- 230000017525 heat dissipation Effects 0.000 description 1
- 239000002648 laminated material Substances 0.000 description 1
- 239000004579 marble Substances 0.000 description 1
- 238000005259 measurement Methods 0.000 description 1
- 230000035699 permeability Effects 0.000 description 1
- 230000008569 process Effects 0.000 description 1
- 239000000047 product Substances 0.000 description 1
- 239000004575 stone Substances 0.000 description 1
- 238000004804 winding Methods 0.000 description 1
- 229910000859 α-Fe Inorganic materials 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H05—ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- H05B—ELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
- H05B6/00—Heating by electric, magnetic or electromagnetic fields
- H05B6/02—Induction heating
- H05B6/10—Induction heating apparatus, other than furnaces, for specific applications
- H05B6/12—Cooking devices
- H05B6/1209—Cooking devices induction cooking plates or the like and devices to be used in combination with them
- H05B6/1245—Cooking devices induction cooking plates or the like and devices to be used in combination with them with special coil arrangements
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24C—DOMESTIC STOVES OR RANGES ; DETAILS OF DOMESTIC STOVES OR RANGES, OF GENERAL APPLICATION
- F24C15/00—Details
- F24C15/10—Tops, e.g. hot plates; Rings
- F24C15/108—Mounting of hot plate on worktop
-
- H—ELECTRICITY
- H05—ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- H05B—ELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
- H05B6/00—Heating by electric, magnetic or electromagnetic fields
- H05B6/02—Induction heating
- H05B6/10—Induction heating apparatus, other than furnaces, for specific applications
- H05B6/12—Cooking devices
- H05B6/1209—Cooking devices induction cooking plates or the like and devices to be used in combination with them
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Induction Heating Cooking Devices (AREA)
Abstract
Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting (5) onder een werkblad (2) met een bovenzijde, een onderzijde en minstens één opening die zich doorheen het werkblad uitstrekt. De werkwijze omvat: het verschaffen van een steunframe dat twee onderling parallelle rails omvat die verbonden zijn via een dwarselement; het verschaffen van de inductiekookinrichting, welke inductiekookinrichting een torenvormig element omvat dat uitsteekt vanaf de bovenzijde; het plaatsen van een tijdelijk bevestigingsmiddel in de opening in het werkblad; het bevestigen van het dwarselement aan het tijdelijk bevestigingsmiddel; het fixeren van de parallelle rails ten opzichte van het werkblad; het verwijderen van dwarselement en het tijdelijk bevestigingsmiddel; het plaatsen van de inductiekookinrichting onder het werkblad met het torenvormig element in de opening; en het fixeren van de inductiekookinrichting aan de parallelle rails. Deze werkwijze kan door één persoon worden uitgevoerd en resulteert in een nauwkeurige plaatsing van de inductiekookinrichting ten opzichte van het werkblad.
Description
1 BE2023/5171
Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad
Technisch gebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad.
Voorgaande stand der techniek
Inductiekookinrichtingen zijn gekend en omvatten gewoonlijk een kader dat een inductiespoel draagt dat dienst doet als een inductor. Er wordt een generator verschaft om een wisselstroom aan te brengen op de inductiespoel en een magnetische flux-concentrator, typisch vervaardigd uit ferriet, wordt verschaft onder de inductiespoel. Een kookwerkblad in de vorm van een glas keramische plaat wordt typisch verschaft bovenop de inductiekookinrichting. Deze glas keramische plaat wordt vervolgens ingebracht in een opening van een traditioneel werkblad (bijvoorbeeld vervaardigd uit natuursteen, zoals graniet of marmer, laminaatmaterialen, composietmaterialen, enz.). De wisselstroom in de inductiespoel genereert een magnetisch veld dat wervelstromen genereert in de onderkant van een elektrisch geleidende houder (d.w.z. een kookpot; natuurlijk is een kookpot ook bedoeld om pannen en andere gebruikelijke kookhouders te omvatten) die bovenop het kookwerkblad geplaatst is. De afstand tussen het bovenoppervlak van de inductiespoel en het kookoppervlak (d.w.z. het bovenoppervlak van de glas keramische plaat) is gewoonlijk ongeveer 4 mm tot 6 mm.
Er werden reeds diverse openbaringen gemaakt met betrekking tot zogenaamde onzichtbare inductiekookinrichtingen. Meer specifiek is, in deze openbaringen, het werkblad ononderbroken en is er geen opening verschaft voor het glas keramische kookwerkblad.
Voorbeelden vindt men in WO 97/30567 A1, WO 98/41064 A2, US 6080975
A, WO 2014/108521 A1 en EP 3032917 A1. Een gemeenschappelijk
2 BE2023/5171 probleem voor onzichtbare inductiekookinrichtingen is de efficiëntie van de energieoverdracht van de inductiespoel naar de kookpot die op het kookoppervlak geplaatst is. Meer specifiek kan, bij onzichtbare inductiekookinrichtingen, de afstand tussen de inductiespoel en het kookoppervlak van de orde van 6 tot 50 mm zijn, afhankelijk van het ontwerp van het werkblad, welke afstand groter is in vergelijking met conventionele inductiekookinrichtingen met een glas keramische bovenplaat. De vergroting van deze afstand oefent een negatieve invloed uit op de efficiëntie van de energieoverdracht.
Teneinde dit probleem te verlichten vertrouwen de bekende onzichtbare inductiekookinrichtingen op het verschaffen van één of meer uitsparingen in de onderzijde, waarbij de inductiekookinrichtingen vervolgens geplaatst worden in deze uitsparingen. De uitsparingen maken vermindering van de afstand tussen het kookoppervlak en de inductiespoel in de inductiekookinrichting mogelijk om de energieoverdracht van de inductiespoel naar de kookpot die op het kookoppervlak geplaatst is te verbeteren. Een alternatieve oplossing is om te vertrouwen op zeer dunne werkplaten (bv. werkplaten met een dikte van 6 of 8 mm). Dit vereist echter een additioneel draagkader onder de werkplaat om de vereiste sterkte voor de werkplaat te verschaffen.
Een keerzijde van de bekende onzichtbare inductiekookinrichtingen is dat de uitsparingen het werkblad structureel verzwakken en/of een additioneel draagkader vereist is dat ongewenst is.
Bovendien beperkt dit ook de grootte van en/of het aantal inductiekookinrichtingen dat verschaft kan worden in het kooksamenstel.
Een andere keerzijde van de bekende onzichtbare inductiekookinrichtingen is dat de warmte die gegenereerd wordt in de kookpot het werkblad negatief kan beïnvloeden, wat bv. een scheur in de werkplaat veroorzaakt. Een bekende oplossing voor dit probleem is het verschaffen van een thermische isolatielaag tussen het werkblad en de kookpot, welke laag ook rechtstreeks contact voorkomt. Voorbeelden zijn
3 BE2023/5171 geopenbaard in WO 2012/98262 A1, ES 2455442 A1, WO 2019/130180 A1 en WO 2020/34011 A1. Het gebruik van additionele lagen is echter omslachtig en verhoogt de algemene kostprijs van het inductiekookinrichting.
Een andere oplossing is het gebruik van poten onder de kookpot om een luchtruimte tussen de werkplaat en de kookpot te hebben, waardoor een thermische isolatielaag veroorzaakt wordt. Dit vereist echter toepassingsgerichte kookpotten voor het onzichtbare inductiekookinrichting, wat ongewenst is.
Nog een andere oplossing om beschadiging aan het werkblad te vermijden is het beperken van het inductievermogen, bv. een maximumvermogen gelijk aan 3000 W, of om slechts gedurende beperkte tijd hoge inductievermogens toe te staan (bv. 3700 W gedurende slechts enkele seconden). Dit beperkt echter ook de maximaal verkregen kooktemperaturen die vervolgens kenmerkend onder 200 °C blijven, welke temperaturen niet volstaan om bepaalde specifieke gerechten te bereiden.
In het kader van dergelijke probleemstelling is een verbeterde inductiekookinrichting geopenbaard in WO 2022/101462 A1 die onder een werkblad geplaatst kan worden zonder het werkblad structureel te verzwakken.
Openbaring van de uitvinding
Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om werkwijze te verschaffen voor het bevestigen van een inductiekookinrichting, in het bijzonder een inductiekookinrichting geopenbaard in WO 2022/101462 A1, onder een werkblad.
Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding verkregen met een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad, welk werkblad een bovenzijde en een onderzijde heeft die zich tegenover elkaar bevinden en minstens één opening omvat die zich doorheen het werkblad uitstrekt tussen de bovenzijde en de onderzijde, de
4 BE2023/5171 werkwijze omvattende: het verschaffen van een steunframe dat twee onderling parallelle rails omvat die verbonden zijn via een dwarselement; het verschaffen van de inductiekookinrichting die een bovenzijde en een onderzijde heeft, waarbij de bovenzijde van de inductiekookinrichting nagenoeg vlak is en geconfigureerd is om aan de onderzijde van het werkblad geplaatst te worden en hoofdzakelijk evenwijdig met de onderzijde, welke inductiekookinrichting een torenvormig element omvat dat uitsteekt vanaf de bovenzijde; het plaatsen van een tijdelijk bevestigingsmiddel in de opening in het werkblad; het bevestigen van het dwarselement aan het tijdelijk bevestigingsmiddel ten behoeve van het bevestigen van het steunframe aan de onderzijde van het werkblad; het fixeren van genoemde parallelle rails ten opzichte van het werkblad; het verwijderen van dwarselement en het tijdelijk bevestigingsmiddel; het plaatsen van de inductiekookinrichting onder het werkblad met het torenvormig element in de opening; en het fixeren van de inductiekookinrichting aan genoemde parallelle rails.
Deze werkwijze heeft de volgende voornaamste voordelen.
De plaatsing van de inductiekookinrichting ten opzichte van het werkblad en in het bijzonder ten opzichte van de opening daardoorheen is nauwkeurig en correct. Dit komt, onder meer, door het gebruik van onderling parallelle rails die via het tijdelijk bevestigingsmiddel en het dwarselement (dat ook slechts bedoeld is voor tijdelijk gebruik) accuraat geplaatst zijn ten opzichte van de opening doorheen het werkblad. Het dwarselement zit door het tijdelijk bevestigingsmiddel gewenst gepositioneerd t.0.v. de opening in het werkblad. Door het vervangen van het dwarselement door de inductiemodule is deze derhalve ook gewenst gepositioneerd, i.h.b. met het torenvormig element doorheen de opening.
De gehele werkwijze kan daarenboven door één persoon worden uitgevoerd. Typisch is de inductiekookinrichting een vrij zwaar element om te monteren. Er is derhalve vaak nood aan twee personen voor installatie, namelijk één persoon om de inductiekookinrichting correct te plaatsen aan de onderzijde van het werkblad zodat de andere persoon de fixering kan uitvoeren. Echter, door het gebruik van het tijdelijk bevestigingsmiddel en het dwarselement kan de steunframe tijdelijk worden vastgehouden aan de onderzijde van het werkblad zonder noodzaak dat 5 een persoon deze blijft vasthouden. Vandaar kan één persoon op zichzelf dit steunframe eerst positioneren waarna het tijdelijk wordt vastgehouden door het tijdelijk bevestigingsmiddel en het dwarselement zodat diezelfde persoon de fixatie kan uitvoeren. Daarna kan hetzelfde gedaan worden voor de inductiekookinrichting die eerst kan worden geplaatst op de steunframe en daardoor dus ondersteund is, waarna de fixatie kan worden uitgevoerd.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het plaatsen van de inductiekookinrichting onder het werkblad het tegen de onderzijde van het werkblad plaatsen van de inductiekookinrichting. Echter, alternatief is mogelijk om een zekere minimale afstand te voorzien tussen de inductiekookinrichting en de onderzijde van het werkblad.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze verder het achtereenvolgens plaatsen van meerdere inductiekookinrichtingen onder genoemd werkblad. Dit biedt een hoge mate van modulariteit en flexibiliteit aangezien meerdere kookzones kunnen worden voorzien. Bij voorkeur wordt elke inductiekookinrichting geplaatst op één gezamenlijk steunframe. Dit vermijdt de nood aan meerdere afzonderlijke steunframes dewelke de totale kost zouden verhogen alsook de tijd nodig voor de plaatsing.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding steunt het werkblad op ten minste twee wanden (typisch zijwanden van een kastruimte onder het werkblad) die zich tegenover elkaar bevinden en waarbij het fixeren van genoemde parallelle rails ten opzichte van het werkblad omvat: het fixeren van de uiteinden van elke rail aan één van genoemde wanden. Dit vermijdt dat de parallelle rails direct aan de onderzijde van het werkblad bevestigd dienen te worden. Een dergelijke directe bevestiging zou namelijk lokale verzwakkingen aanbrengen in het
6 BE2023/5171 werkblad, bv. door de nodige holtes voor het ontvangen van bouten of schroeven (algemeen bevestigingsmiddelen). Een wandfixatie vermijdt dergelijke lokale verzwakking en is derhalve voordelig.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is elke rail van genoemde rails nabij zijn uiteinden voorzien van een L-vormig bevestigingselement, waarbij een eerste been van elk L- vormig bevestigingselement verschuifbaar gemonteerd is op een overeenkomstige rail, en waarbij het fixeren van de uiteinden van elke rail aan één van genoemde wanden omvat: het verschuiven van een L-vormig bevestigingselement langsheen een overeenkomstige rail tot tegen een overeenkomstige wand; en het fixeren van een tweede been van het L- vormig bevestigingselement tegen de overeenkomstige wand door middel van bevestigingsmiddelen zoals bouten of schroeven. Bij voorkeur omvat de werkwijze verder: het inkorten van elke rail in afhankelijkheid van een kortste afstand tussen genoemde wanden door bij voorkeur aan elk uiteinde nagenoeg evenveel materiaal weg te nemen.
Het gebruik van verschuifbare L-vormige bevestigingselementen vermijdt dat de rails exact op maat moeten worden gemaakt gezien de onderlinge afstand tussen de zijwanden. Deze onderlinge afstand is vaak geselecteerd uit een aantal standaardmaten, bv. 60 cm, 65 cm, 70 cm, 75 cm, 80 cm, 85 cm, 90 cm, 95 cm, 100 cm, 105 cm, 110 cm, 115 cm, 120 cm, 125 cm, 130 cm of nog andere maten. Echter, in de praktijk zijn er vaak kleine verschillen met de standaardmaten. De L- vormige bevestigingselementen kunnen deze verschillen compenseren zonder noodzaak om de rails op maat te zagen. Voor het verder reduceren van het aantal nodige rails is er bij voorkeur sprake van één of twee standaardmaten van rails, bv. 75 cm of 80 cm enerzijds en 120 cm of 125 cm anderzijds. De standaardmaatrails van 75/80 cm worden dan gebruikt voor zijwandmaten van bijvoorbeeld 60 cm, 65 cm, 70 cm, 75 cm terwijl de standaardmaatrails van 120/125 cm gebruikt worden voor zijwandmaten van bijvoorbeeld 75 cm, 80 cm, 85 cm, 90 cm, 95 cm, 100 cm, 105 cm, 110
7 BE2023/5171 cm, 115 cm, 120 cm. Met andere woorden de rails zijn vaak langer dan de beschikbare afstand tussen de zijwanden. Daardoor omvat de werkwijze een stap van het inkorten van de rails en dit bij voorkeur door aan beide uiteinden materiaal weg te nemen. De verschuifbare L-vormige bevestigingselementen laten hier ook toe dat het inkorten niet al te exact (bv. een verschil van enkele millimeter of centimer) dient te gebeuren aangezien verschillen opgevangen kunnen worden door het verschuiven van de L-vormige bevestigingselementen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is elk van genoemde rails voorzien van een magnetisch element (bv. een ferromagneet zoals een ijzeren element), waarbij de inductiekookinrichting aan tegenoverliggende kanten voorzien is van een magnetisch element (bv. een permanente magneet) en waarbij het fixeren van de inductiekookinrichting aan genoemde parallelle rails omvat: het door middel van magnetische aantrekking tussen de magnetische elementen in genoemde rails en de inductiekookinrichting tijdelijk bevestigen van de inductiekookinrichting aan genoemde rails. Bij voorkeur omvat het fixeren van de inductiekookinrichting aan genoemde parallelle rails: het borgen van de inductiekookinrichting aan genoemde rails door middel van bevestigingsmiddelen zoals bouten of schroeven.
Zoals hierin gebruikt is de term “magnetisch element” bedoeld om te verwijzen naar enerzijds een magneet (bv. een permanente magneet of een elektromagneet) alsook naar een element dat aangetrokken is tot een magneet (bv. een ferromagneet of ferrimagneet).
Het gebruik van magneten als tijdelijke bevestiging is vooreerst betrouwbaar in de zin dat deze normaal niet per ongeluk loskomen. Het zorgt ook voor een betrouwbaar correcte plaatsing. Deze plaatsing is bij voorkeur zodanig dat het torenvormig element overeenkomt met de opening in het werkblad waar het tijdelijk bevestigingsmiddel zich voorheen bevond. Er zijn ook geen bijkomende elementen (zoals lijm, plakband, schroeven, bouten, etc.) vereist. Daarnaast is er geen nood om
8 BE2023/5171 haken, openingen, aangrijpplaatsen, etc. te voorzien die lokaal de rails en/of de inductiekookinrichting kunnen verzwakken en/of die bijkomende productiestappen vereisen. Een bijkomende borging garandeert dat de inductiekookinrichting correct vast bevestigd blijft ten opzichte van het werkblad gedurende jarenlang gebruik en/of bij onverwachte extreme belasting (bv. een aardbeving, het vallen van een zwaar voorwerp op het werkblad, het stoten tegen de inductiekookinrichting vanuit de kastruimte onder het werkblad, etc.) waar de magneetverbinding eventueel minder betrouwbaar is.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat elke rail een eerste plaatsingsmiddel en de inductiekookinrichting overeenkomstige tweede plaatsingsmiddelen. Deze plaatsingsmiddelen dragen samen bij aan het correct plaatsen (i.e. positioneren) van de inductiekookinrichting t.o.v. de rails. Omdat in de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding de rails (via het dwarselement en het tijdelijk bevestigingsmiddel) de gewenste plaatsing hebben t.o.v. de opening in het werkblad, zijn de eerste plaatsingsmiddelen dus gewenst geplaatst t.0.v. de opening in het werkblad. De eerste en tweede plaatsingsmiddelen zorgen in combinatie hiermee dus voor de gewenste correcte plaatsing van de inductiekookinrichting t.0.v. de opening in het werkblad.
De magnetische elementen voor het tijdelijk bevestigen van de inductiekookinrichting aan de rails hierboven beschreven kunnen tevens dienst doen als eerste en tweede plaatsingsmiddelen. Deze kunnen vandaar een dubbele functie hebben zodat het aantal elementen beperkt kan worden.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het tijdelijk bevestigingsmiddel een magnetisch element, waarbij het dwarselement een magnetisch element omvat en waarbij het bevestigen van het dwarselement aan het tijdelijk bevestigingsmiddel omvat: het door middel van magnetische aantrekking tussen de magnetische elementen tijdelijk bevestigen van de steunframe aan het tijdelijk bevestigingsmiddel.
9 BE2023/5171
Het gebruik van magneten als tijdelijke bevestiging is vooreerst betrouwbaar in de zin dat deze normaal niet per ongeluk loskomen. Het zorgt ook voor een betrouwbaar correcte plaatsing. Er zijn ook geen bijkomende elementen (zoals lijm, plakband, schroeven, bouten, etc.) vereist. Daarnaast is er geen nood om haken, openingen, aangrijpplaatsen, etc. te voorzien die bijkomende productiestappen vereisen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding het verschaffen van de inductiekookinrichting: het verschaffen van de inductiekookinrichting met een torenvormig element dat zich uitstrekt tussen een proximaal uiteinde nabij de bovenzijde van de inductiekookinrichting en een distaal uiteinde, waarbij een temperatuursensor is voorzien nabij het distaal uiteinde, welke temperatuursensor via een kabel verbonden is met de inductiekookinrichting; en het verschaffen van een afschermkap. Bij voorkeur omvat de afschermkap een flensrand. Bij voorkeur is de afschermkap vervaardigd uit metaal, zoals roestvast staal.
Een temperatuurmeetsysteem (zoals een temperatuursensor) is voordelig doordat dit het monitoren van de kookpottemperatuur mogelijk maakt. Op deze manier kunnen wettelijk opgelegde veiligheidsvoorwaarden gemonitord worden. Bovendien maakt dit ook het monitoren van de verwarming van het werkblad mogelijk om beschadiging van het werkblad (bv. een scheur of barst) te voorkomen. Meer specifiek monitort de temperatuursensor de kookpottemperatuur die gebruikt wordt als een indirecte maat van de lokale werkbladtemperatuur.
De flensrand aan de bovenzijde van de afschermkap voorkomt dat de afschermkap te diep geduwd kan worden in de opening in het werkblad. Het te diep duwen kan namelijk leiden tot een te grote afstand met de kookpot waardoor de temperatuurmeting niet-representatief kan zijn.
Ditzelfde kan eventueel ook bereikt worden met een ander type bevestiging (bv. lijm) maar dit vereist dan typisch een bijkomende montagestap. Deze flensrand is vrij dun (bv. een dikte van 0,05 mm; 0,1 mm; 0,15 mm; of 0,2
10 BE2023/5171 mm) zodat de kookpotten minder neiging hebben om te wiebelen (of idealiter niet wiebelen) door de uitstekende flensrand t.o.v. de bovenzijde van het werkblad. Een metalen afschermkap is voordelig qua thermische geleidbaarheid. Roestvast staal heeft het verdere voordelen van een lage elektrische geleidbaarheid zodat er minder opwarming is ten gevolge van het door de inductiekookinrichting opgewekt magnetisch veld. Dergelijke opwarming kan ook leiden tot een niet-representatieve temperatuurmeting.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze, na het fixeren van de inductiekookinrichting aan genoemde parallelle rails, verder: het van het torenvormig element losmaken van de temperatuursensor zodat deze aan de bovenzijde van het werkblad toegankelijk is; het verwijderen van het torenvormig element; het fixeren van de afschermkap op de temperatuursensor; en het fixeren van de afschermkap in de opening bijvoorbeeld door deze daarin te lijmen.
Het torenvormig element dient in deze uitvoering als een tijdelijke houder voor de temperatuursensor. Deze is dus tijdens plaatsing van de inductiekookinrichting tijdelijk gefixeerd en kan derhalve niet haperen aan een extern element, klem komen te zitten en/of beschadigd raken.
Verder is de temperatuursensor direct onder de afschermkap geplaatst, welke afschermkap in het finale product contact kan maken met de kookpot of zich minstens daar dichtbij bevindt (kookpotten hebben soms namelijk een holle of niet vlakke bodem zodat direct contact niet altijd mogelijk is). Op deze manier kan de temperatuursensor dichtbij (bv. onmiddellijk onder) de kookpot gemonteerd worden om de kooktemperatuur nauwkeurig te monitoren. Bovendien gebeurt temperatuurdetectie en temperatuurregeling veel sneller en veel nauwkeuriger in vergelijking met het gebruik van een conventionele glaskeramische plaat doordat de opening doorheen het werkblad rechtstreeks contact (met rechtstreeks contact wordt hiermee verwezen naar het directe thermische contact tussen de temperatuursensor en de kookpot niettegenstaande de aanwezigheid
14 BE2023/5171 van de afschermkap en eventueel de minieme luchtspleet door een niet- vlakke kookpotbodem daartussen) tussen de temperatuursensor en de kookpot mogelijk maken. De afschermkap is bij voorkeur ook dunwandig om de invloed (i.h.b. de latentie die kan optreden door de tijd nodig voor warmte-dissipatie doorheen de afschermkap) op de temperatuurmeting zo minimaal mogelijk te maken, bv. een dikte tussen 0,2 mm en 2 mm, bij voorkeur tussen 0,5 mm en 1,5 mm, meer bij voorkeur tussen 0,7 mm en 1,3 m en meest bij voorkeur tussen 0,9 mm en 1,1 mm. De afschermkap dient daarenboven ook een additionele bescherming voor de temperatuursensor.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het plaatsen van een tijdelijk bevestigingsmiddel in de opening in het werkblad: het klemmen van het werkblad tussen twee afzonderlijke elementen die samen het tijdelijk bevestigingsmiddel vormen. Bij voorkeur omvat het klemmen van het werkblad tussen twee afzonderlijke elementen: het plaatsen van een eerste element van het tijdelijk bevestigingsmiddel aan de onderzijde van het werkblad; en het daarop schroeven van een tweede element van het tijdelijk bevestigingsmiddel aan de bovenzijde van het werkblad.
Het gebruik van een klemmende werking tussen het tijdelijk bevestigingsmiddel en het werkblad zorgt voor een secure plaatsing van het tijdelijk bevestigingsmiddel ten opzichte van de opening in het werkblad. Dit draagt derhalve bij aan de gewenste positionering van de rails en de inductiekookinrichting ten opzichte van het werkblad. Voor het bereiken van een klemmende werking dient het tijdelijk bevestigingsmiddel uit minstens twee elementen te bestaan die aan elkaar bevestigd worden. Omdat de bovenzijde van het werkblad typisch gemakkelijker toegankelijk is dan de onderzijde daarvan is het gewenst om het bovenste element in het onderste te schroeven en niet andersom.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het werkblad N openingen die zich doorheen het werkblad uitstrekken
12 BE2023/5171 tussen de bovenzijde en de onderzijde, waarbij N een natuurlijk getal is groter dan één, waarbij de inductiekookinrichting N torenvormige elementen omvat die uitsteken vanaf de bovenzijde en waarbij de werkwijze omvat: het plaatsen van een tijdelijk bevestigingsmiddel in minstens twee van de N openingen in het werkblad; het bevestigen van het dwarselement (waarop de rails bevestigd zijn) aan ten minste twee tijdelijke bevestigingsmiddelen of het bevestigen van twee (of meer) dwarselementen elk aan één tijdelijke bevestigingsmiddel; het fixeren van de rails ten opzichte van het werkblad, ih.b. door deze aan de zijwanden van de kast te bevestigen; het verwijderen van de dwarselementen en de tijdelijke bevestigingsmiddelen; en het plaatsen van de inductiekookinrichting onder het werkblad met elk torenvormig element in een overeenstemmende opening. De voornaamste reden voor deze uitvoeringsvorm is het plaatsen van een inductiekookinrichting met meerdere inductiespoelen waarbij elk torenvormig element overeenstemt met een inductiespoel.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het verschaffen van de inductiekookinrichting: het verschaffen van een inductiekookinrichting omvattende: een kader; een inductiespoel gedragen door het kader en met een onderkant en een bovenkant, waarbij de bovenkant naar het werkblad georiënteerd is, waarbij de inductiespoel gevormd is uit een draad met een nagenoeg gelijkmatige niet-cirkelvormige dwarsdoorsnede met een breedte en een hoogte, waarbij de hoogte groter is dan de breedte; een generator verbonden met de inductiespoel en geconfigureerd voor het toevoeren van een wisselstroom naar de inductiespoel, waarbij de wisselstroom een frequentie tussen 25 en 100 kHz heeft; en een magnetische flux-concentrator geplaatst tussen het kader en de onderkant van de inductiespoel, waarbij de magnetische flux- concentrator ten minste 50% van de onderkant van de inductiespoel bedekt en een relatieve magnetische permeabiliteit van ten minste 1000 heeft.
Zoals beschreven in WO 2022/101462 A1 resulteert een inductiekookinrichting met (in vergelijking met bekende
13 BE2023/5171 inductiekookinrichtingen) spoelwikkelingen die dichter bij elkaar liggen (dankzij hun niet-cirkelvormige dwarsdoorsnede), wat hun onderlinge inductie maximaliseert, een verhoogde frequentie van de wisselstroom en een verhoogde reluctantie van de magnetische flux-concentrator in een gegenereerd magnetisch veld dat in staat is energie over te dragen naar locaties die zich verder weg van de inductiespoel bevinden. In het bijzonder is een dergelijke inductiekookinrichting in staat om effectief voldoende energie over te dragen om een kookpot gelokaliseerd op 20 mm of meer van de inductiespoel te verwarmen.
Het dient duidelijk te zijn dat de inductiekookinrichting ook meerdere afzonderlijke inductiespoelen kan omvatten om zo meerdere kookzones te creëren. Typisch zal een inductiekookinrichting één of twee inductiespoelen omvatten. Een klassieke kookoplossing met 4 kookzones kan derhalve worden bekomen door twee inductiekookinrichtingen naast elkaar te plaatsen, waarbij elke inductiekookinrichting voorzien is van twee inductiespoelen. Een andere aantal kookzones (bv. 2, 5, 6, etc.) is natuurlijk ook realiseerbaar.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze verder het verschaffen van het werkblad. Dit omvat bij voorkeur het verschaffen van een werkblad met een nagenoeg constante dikte, welke dikte ten minste 6 mm bedraagt, in het bijzonder ten minste 12 mm, meer specifiek ten minste 16 mm en nog meer specifiek ten minste 18 mm bedraagt, welke dikte ten hoogste 50 mm bedraagt, in het bijzonder ten hoogste 40 mm, meer specifiek ten hoogste 30 mm, nog meer specifiek ten hoogste 25 mm, en meest specifiek ten hoogste 22 mm, welke dikte meest voordelig nagenoeg 20 mm bedraagt.
Een inductiekookinrichting zoals beschreven in WO 2022/101462 A1 is optimaal voor gebruik in een opstelling waarbij de afstand tussen de bovenkant van de inductiespoel en het bovenoppervlak van het werkblad idealiter tussen 18 en 22 mm is. Met een grotere afstand is de koppeling tussen de inductiespoel en de kookpot lager, wat een
14 BE2023/5171 langzamere verwarming van de kookpot veroorzaakt. Bovendien kan dit ook problemen met hoge stromen in de generator veroorzaken in geval deze gebaseerd is op een resonantieomvormer. Met een kleinere afstand is de algemene koppeling tussen de inductiespoel en de kookpot hoger, wat kan leiden tot een te snelle verwarming van de kookpot, en tot onveilige situaties (bv. een kookpot die heter kan worden dan wettelijk toegelaten).
Een werkblad met uniforme dikte is verder voordelig omdat de algemene structurele integriteit van het kookwerkblad dan ook uniform is.
Het werkblad is typisch uit een hittebestendig materiaal, zoals porselein, keramiek, glas, of een gesinterd materiaal, vervaardigd. Er werd vastgesteld dat dergelijke materialen in staat zijn de warmtegeleiding van de kookpot te weerstaan zonder beschadigd te worden.
Het dient duidelijk te zijn dat, zoals hierna tevens zal blijken uit de verdere beschrijving, de hierboven geïdentificeerde verschillende uitvoeringsvormen (incl. de eventueel aangeduide optionele kenmerken) geen afzonderlijke elementen zijn, maar, integendeel, dat deze verschillende elementen onderling met elkaar gecombineerd kunnen worden voor het bekomen van nog andere uitvoeringsvormen dan degene reeds beschreven, welke uitvoeringsvormen tevens deel vormen van de onderhavige uitvinding.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding wordt verder verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en de bijgevoegde figuren.
Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een kastruimte met daarop een werkblad met een inductiekookinrichting daaronder bevestigd.
Figuur 2 toont een onderaanzicht van figuur 1 met de deuren van de kastruimte weggenomen.
15 BE2023/5171
Figuren 3 tot en met 18F tonen de opeenvolgende stappen van de werkwijze van het bevestigen van een inductiekookinrichting in de kastruimte onder het werkblad, waarbij: - figuur 3 de lege kastruimte toont; - figuur 4A het plaatsen van de tijdelijke bevestigingsmiddelen in het werkblad toont; - figuur 4B een detail toont van figuur 4A; - figuur 5A het werkblad toont met de bevestigde tijdelijke bevestigingsmiddelen in bovenaanzicht; - figuur 5B het werkblad met toont met de bevestigde tijdelijke bevestigingsmiddelen in onderaanzicht; - figuur 6A een bovenaanzicht toont van de steunframe; - figuur 6B een onderaanzicht toont van de steunframe; - figuur 7 het plaatsen van de steunframe aan de tijdelijke bevestigingsmiddelen in het werkblad toont; - figuur 8 het werkblad toont met daaraan het steunframe bevestigd; - figuur 9 het verschuiven van de L-vormig bevestigingselementen toont; - figuur 10 het fixeren van de L-vormig bevestigingselementen aan de kastruimte toont; - figuur 11 het verwijderen van het dwarselement toont; - figuur 12A het verwijderen van de tijdelijke bevestigingsmiddelen toont; - figuur 12B een detail toont van figuur 12A; - figuur 13 de bevestigde rails onder het werkblad toont; - figuur 14 het plaatsen van de inductiekookinrichting onder het werkblad toont; - figuur 15 het fixeren van de inductiekookinrichting aan de rails toont;
16 BE2023/5171 - figuur 16 een bovenaanzicht toont van het werkblad met het torenvormig element dat daaruit steekt; - figuren 17A tot en met 17G het verwijderen van het torenvormig element tonen; en - figuren 18A tot en met 18F het afwerken en plaatsen van de temperatuursensor in het werkblad tonen.
Beschrijving van de uitvinding
De onderhavige uitvinding wordt beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, maar de uitvinding is niet beperkt hiertoe, maar alleen door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn louter schematisch en zijn niet- beperkend. In de tekeningen kan de grootte van sommige van de elementen overdreven zijn en niet op schaal getekend voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met werkelijke reducties voor de praktijk van de uitvinding.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde. De termen zijn onderling verwisselbaar onder gepaste omstandigheden en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere volgordes dan hierin beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden de termen bovenkant, onderkant, boven, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor descriptieve doeleinden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar onder gepaste omstandigheden en de uitvoeringsvormen van de hierin beschreven uitvinding kunnen werken in andere oriëntaties dan hierin beschreven of geïllustreerd.
Verder dienen de diverse uitvoeringsvormen, hoewel ze omschreven zijn als “te verkiezen”, geïnterpreteerd te worden als
17 BE2023/5171 kenschetsende manieren waarop de uitvinding kan worden uitgevoerd in de plaats van als beperkend voor het toepassingsgebied van de uitvinding.
Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een kastruimte 1 met daarop een werkblad 2, welk werkblad 2 voorzien is van meerdere (in de getoonde uitvoering vijf) openingen 3. Het werkblad 2 is vervaardigd uit een warmtebestendig materiaal, zoals porselein, keramiek, glas, of een gesinterd materiaal. Het werkblad 2 heeft een nagenoeg constante dikte, die in de orde van 9 tot 50 mm kan zijn en bij voorkeur ongeveer 20 mm is.
In de kastruimte, zoals getoond in figuur 2, zijn één of meerdere (in de getoonde uitvoering drie) inductiekookinrichtingen 5 bevestigd onder het werkblad 2 via een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. De gebruikte inductiekookinrichtingen 5 zijn bij voorkeur deze zoals geopenbaard in WO 2022/101462 A1 die specifiek ontworpen zijn voor gebruik onder een werkblad.
Figuren 1 en 2 tonen derhalve een werkblad 2 met inductiekookinrichtingen 5 die samen dus voorzien in vijf kookzones, nl. één kookzone per doorgaande opening 3. De doorgaande openingen 3 vormen voor de eindgebruiker een eenvoudige manier om kookzones te identificeren. In de getoonde uitvoering zijn verder ook markeringen 6 aangebracht om de kookzone te identificeren wat voordelig is aangezien het werkblad 2 typisch continu doorloopt naar de resterende keuken. Een bediening 4 voor de inductiekookinrichtingen 5 is ook getoond in het werkblad 2. Details omtrent een bediening van inductiekookinrichtingen 5 zijn verondersteld gekend door de vakman.
Figuur 3 toont de keukenkast 1 met de deuren daarvan weggenomen met daarop het werkblad 2 waarin de doorlopende openingen 3 zijn aangebracht. In de praktijk is de keukenkast 1 geïnstalleerd als onderdeel van een keuken en dient de inductiekookinrichting 5 in een vervolgfase te worden geplaatst. De keukenkast 1 omvat twee verticale wanden 14, een bodem 1b, deuren 1c (of schuiven of een vaste wand) en een bovenwand gevormd door het werkblad 2.Verder tonen de figuren ook
18 BE2023/5171 de aanwezigheid van plinten 6 aan de bodem 1b van de keukenkast 1. In het kader van de huidige uitvinding is voornamelijk relevant dat het werkblad 2 gesteund is op twee zich tegenover elkaar bevindende zijwanden 1a. De afstand tussen de zijwanden 1a kan op maat gemaakt zijn in functie van de keuken, maar is typisch geselecteerd uit standaardmaten, bv. 60 cm, 65 cm, 70 cm, 75 cm, 80 cm, 85 cm, 90 cm, 95 cm, 100 cm, 105 cm, 110 cm, 115 cm, 120 cm, 125 cm, 130 cm, etc.
Figuren 4A en 4B illustreren het plaatsen van tijdelijke bevestigingselementen 7 doorheen de openingen 3. In de getoonde uitvoering omvat elk tijdelijk bevestigingselement 7 een bovenste deel 7a en een onderste deel 7b dat, zoals getoond via de pijlen 8, in elkaar worden geduwd via weerszijden van het werkblad 2 en via rotatie (zie pijl 9) worden bevestigd op elkaar. Elk tijdelijk bevestigingselement 7 omvat een magnetisch element (niet getoond), bv. een permanente magneet, dat typisch is voorzien in het onderste deel 7b. De geplaatste tijdelijke bevestigingselementen 7 zijn getoond in figuren 5A en 5B.
Figuren 6A en 6B tonen verschillende aanzichten van een steunframe 10. Het steunframe 10 omvat twee parallelle rails 11 verbonden via één of meerdere (twee in de getoonde uitvoering) dwarselementen 12.
Nabij elk uiteinde van de rails 11 is een verschuifbaar L-vormig element 13 aangebracht. Op elk dwarselement 12 zijn één of meerdere (twee in de getoonde uitvoering) cilindervormige plaatsingselementen 14 voorzien. In deze cilindervormige plaatsingselementen 14 is een magnetisch element (niet getoond), bv. een permanente magneet, geplaatst. Eventueel is het dwarselement 12 geheel of lokaal nabij de cilindervormige plaatsingselementen 14 vervaardigd uit een tot magneten aangetrokken materiaal (bv. ijzer).
Voor het plaatsen van het steunframe 10 in de kastruimte 1 worden vooreerst, indien nodig, de rails 11 ingekort (eventueel langs beiden uiteinden en bij voorkeur ongeveer evenveel aan tegenoverliggende uiteinden) zodat deze tussen de zijwanden 1a passen. Vervolgens wordt de
19 BE2023/5171 steunframe 10 omhoog geschoven (zie pijl 15 in figuur 7) naar het werkblad 2. Eens nabij genoeg is er sprake van magnetische aantrekking tussen de tijdelijke bevestigingselementen 7 en de cilindervormige plaatsingselementen 14 om op die manier het geheel steunframe 10 tegen het werkblad 2 te hangen zoals getoond in figuur 8. Natuurlijk kan de tijdelijke bevestiging ook gebeuren door gebruik van mechanische middelen om een dwarselement te verbinden met een tijdelijk bevestigingselement.
Vervolgens (zoals getoond in figuren 9 en 10) worden de rails 11 gefixeerd aan de zijwanden 1a. In de getoonde uitvoering is daarvoor gebruik gemaakt van in rails 11 verschuifbare L-vormige delen 13. Deze hebben een eerste been 13a geplaatst in de rail 11 en daarop vast geplaatst via de gewoonlijke middelen (zoals bouten 18). Door deze bouten 18 los te draaien (bv. via rotatie volgens pijl 16) kan elk L-vormig deel 13 verschoven worden ten opzichte van de rail 11 zodat het tweede been 13b tot tegen de zijwand 1a kan worden geschoven (i.e. een verschuiving in de richting zoals aangegeven met pijl 17). Via conventionele middelen 19 (bv. nagels, spijkers, schroeven, etc.) worden de tweede benen 13b vast gezet op de zijwanden 1a waarna de bouten 18 terug worden gespannen (bv. via rotatie volgens pijl 20).
Nadat de rails 11 vastgezet zijn op de zijwanden 1a (of meer algemeen ten opzichte van het werkblad 2) worden bouten 21 (of andere conventionele bevestigingen) losgemaakt om de één of meerdere dwarselementen 12 los te maken van de rails 11 zoals getoond in figuur 11.
Hierna kunnen de tijdelijke bevestigingsmiddelen 7 tevens worden verwijderd zoals getoond in figuren 12A en 12B. Daarbij wordt eerst het bovenste element 7a losgedraaid (bv. via rotatie aangegeven met pijl 22) waarna de elementen 7a, 7b uit elkaar worden geschoven zoals aangegeven met pijlen 23.
Op deze manier bekomt men de toestand getoond in figuur 13 met een werkblad 2 met daaronder twee parallelle rails 11 bevestigd aan de zijwanden 1a met de openingen 3 die opnieuw vrij zijn.
20 BE2023/5171
Figuur 14 toont het plaatsen van de inductiekookinrichting 5 onder het werkblad 2. Hiertoe wordt de inductiekookinrichting 5 omhoog geschoven (zie pijl 24) naar het werkblad 2. Eens nabij genoeg is er sprake van magnetische aantrekking tussen magnetische elementen (niet getoond) in de inductiekookinrichting 5 en magnetische elementen (niet getoond) in de rails 11. Bijvoorbeeld zijn meerdere permanente magneten aangebracht in de inductiekookinrichting 5 waarbij de rails 11 voorzien zijn van overeenkomstige permanente magneten of, zoals in de getoonde uitvoering, vervaardigd uit een tot magneten aangetrokken materiaal (bv. ijzer). Daarbij worden torenvormige elementen 25 aan de bovenzijde van de inductiekookinrichting 5 doorheen overeenkomstige van de openingen 3 geplaatst.
Figuur 15 illustreert het borgen van de inductiekookinrichting 5 aan de rails 11 door middel van conventionele bevestigingsmiddelen 36, bv. bouten.
Figuur 16 illustreert de situatie waarbij één van de drie inductiekookinrichtingen 5 is bevestigd aan de onderzijde van het werkblad 2 waarbij het torenvormig element 25 aan de bovenzijde van het werkblad 2 uitsteekt. Op dit torenvormig element 25 is een temperatuursensor 26 bevestigd die verbonden is (bv. via een draad 27) met een processor (niet weergegeven) die de temperatuursensormetingen verwerkt om de kookpottemperatuur te bepalen. Het torenvormig element 25 is een tijdelijke oplossing om de temperatuursensor 26 vast te houden ten opzichte van de inductiekookinrichting 5 tijdens de plaatsing daarvan om zo te vermijden dat de sensor 26 beschadigd raakt en/of schade toebrengt aan andere componenten.
Figuren 17A tot en met 17G illustreren de mogelijke stappen voor het verwijderen van een torenvormig element 25. Figuur 17A illustreert de initiële situatie na het plaatsen en fixeren van de inductiekookinrichting 5 onder het werkblad 2. Figuur 17B toont dat de sensor 26 wordt losgemaakt van het torenvormig element 25 door deze schuin omhoog weg te trekken
21 BE2023/5171 (geïllustreerd via pijl 28). Door de sensor 26 langszij de toren 25 te plaatsen met zijn kabel 27 doorheen een gedeelte van de toren (figuur 17C) is het mogelijk om de sensor 26 en het torenvormig element 25 te draaien (geïllustreerd via pijl 29 in figuur 17D) en derhalve het torenvormig element 25 los te maken van de inductiekookinrichting 5. Dit is de toestand getoond in figuur 17E waarna het torenvormig element 25 kan worden verwijderd door deze omhoog te tillen (geïllustreerd via pijl 30 in figuur 17F). Op die manier bekomt men de situatie getoond in figuur 17G waar de temperatuursensor 26 langsheen de opening 3 ligt.
Figuren 18A tot en met 18F illustreren het afwerken van de temperatuursensor 26 en de finale plaatsing daarvan. Figuur 18A toont het plaatsen van een afschermkap 31 op de bovenzijde van de temperatuursensor 26. De afschermkap 31 wordt door middel van conventionele middelen 32 (zoals stelschroeven) vastgezet op de temperatuursensor 26, eventueel via gebruik van daartoe voorzien gereedschap 33. In de getoonde uitvoering omvat de afschermkap 31 een flensrand 34 waarvan de voordelen reeds hierboven zijn beschreven.
Vervolgens kan lijm of dergelijke 35 worden aangebracht op de afschermkap 31 (zie figuur 18D) zodat de temperatuursensor 26 met afschermkap 31 in de opening 3 kan worden geplaatst (zie figuur 18E) en daarin vast bevestigd zit zoals getoond in figuur 18F.
Door het uitvoeren van de werkwijze getoond in figuren 3 tot en met 18F alsook eventueel een aantal stappen daarvan meermaals uit te voeren (bv. het plaatsen van meerdere inductiekookinrichtingen op dezelfde rails) bekomt men het afgewerkte product getoond in figuren 1 en 2.
Hoewel aspecten van de geopenbaarde uitvinding beschreven werden met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen, is het duidelijk dat deze aspecten uitgevoerd kunnen worden in andere vormen binnen het toepassingsgebied van de uitvinding zoals gedefinieerd door de conclusies.
Claims (15)
1. Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting (5) onder een werkblad (2), welk werkblad een bovenzijde en een onderzijde heeft die zich tegenover elkaar bevinden en minstens één opening (3) omvat die zich doorheen het werkblad uitstrekt tussen de bovenzijde en de onderzijde, de werkwijze omvattende: - het verschaffen van een steunframe (10) dat twee onderling parallelle rails (11) omvat die verbonden zijn via een dwarselement (12); - het verschaffen van de inductiekookinrichting die een bovenzijde en een onderzijde heeft, waarbij de bovenzijde van de inductiekookinrichting nagenoeg vlak is en geconfigureerd is om aan de onderzijde van het werkblad geplaatst te worden en hoofdzakelijk evenwijdig met de onderzijde, welke inductiekookinrichting een torenvormig element (25) omvat dat uitsteekt vanaf de bovenzijde; - het plaatsen van een tijdelijk bevestigingsmiddel (7) in de opening in het werkblad; - het bevestigen van het dwarselement aan het tijdelijk bevestigingsmiddel ten behoeve van het bevestigen van het steunframe aan de onderzijde van het werkblad; - het fixeren van genoemde parallelle rails ten opzichte van het werkblad; - het verwijderen van het dwarselement en het tijdelijk bevestigingsmiddel; - het plaatsen van de inductiekookinrichting onder het werkblad met het torenvormig element in de opening; en - het fixeren van de inductiekookinrichting aan genoemde parallelle rails.
2. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het werkblad steunt op ten minste twee wanden (1a) die zich tegenover elkaar bevinden en waarbij het fixeren van genoemde parallelle rails ten opzichte van het werkblad omvat: - het fixeren van de uiteinden van elke rail aan één van genoemde wanden.
23 BE2023/5171
3. De werkwijze volgens conclusie 2, waarbij elke rail van genoemde rails nabij zijn uiteinden voorzien is van een L-vormig bevestigingselement (13), waarbij een eerste been (13a) van elk L-vormig bevestigingselement verschuifbaar gemonteerd is op een overeenkomstige rail, en waarbij het fixeren van de uiteinden van elke rail aan één van genoemde wanden omvat: - het verschuiven van een L-vormig bevestigingselement langsheen een overeenkomstige rail tot tegen een overeenkomstige wand; en - het fixeren van een tweede been (13b) van het L-vormig bevestigingselement tegen de overeenkomstige wand door middel van bevestigingsmiddelen (19) zoals bouten of schroeven.
4. De werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarbij de werkwijze verder omvat: - het inkorten van elke rail in afhankelijkheid van een kortste afstand tussen genoemde wanden.
5. De werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het tijdelijk bevestigingsmiddel een magnetisch element omvat, waarbij het dwarselement een magnetisch element omvat en waarbij het bevestigen van het dwarselement aan het tijdelijk bevestigingsmiddel omvat: - het door middel van magnetische aantrekking tussen de magnetische elementen tijdelijk bevestigen van de steunframe aan het tijdelijk bevestigingsmiddel.
6. De werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk van genoemde rails voorzien is van een magnetisch element, waarbij de inductiekookinrichting aan tegenoverliggende kanten voorzien is van een magnetisch element en waarbij het fixeren van de inductiekookinrichting aan genoemde parallelle rails omvat:
24 BE2023/5171 - het door middel van magnetische aantrekking tussen de magnetische elementen in genoemde rails en de inductiekookinrichting tijdelijk bevestigen van de inductiekookinrichting aan genoemde rails.
7. De werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het fixeren van de inductiekookinrichting aan genoemde parallelle rails omvat: - het borgen van de inductiekookinrichting aan genoemde rails door middel van bevestigingsmiddelen (36) zoals bouten of schroeven.
8. De werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verschaffen van de inductiekookinrichting omvat: - het verschaffen van de inductiekookinrichting met een torenvormig element dat zich uitstrekt tussen een proximaal uiteinde nabij de bovenzijde van de inductiekookinrichting en een distaal uiteinde, waarbij een temperatuursensor (26) is voorzien nabij het distaal uiteinde, welke temperatuursensor via een kabel (27) verbonden is met de inductiekookinrichting; en - het verschaffen van een afschermkap (31).
9. De werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de werkwijze, na het fixeren van de inductiekookinrichting aan genoemde parallelle rails, verder omvat: - het van het torenvormig element losmaken van de temperatuursensor zodat deze aan de bovenzijde van het werkblad toegankelijk is; - het verwijderen van het torenvormig element; - het fixeren van de afschermkap op de temperatuursensor; en - het fixeren van de afschermkap in de opening bijvoorbeeld door deze daarin te lijmen.
10. De werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij het verschaffen van een afschermkap omvat:
95 BE2023/5171 - het verschaffen van een afschermkap met een flensrand (34).
11. De werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het plaatsen van een tijdelijk bevestigingsmiddel in de opening in het werkblad omvat: - het klemmen van het werkblad tussen twee afzonderlijke elementen (7a, 7b) die samen het tijdelijk bevestigingsmiddel vormen.
12. De werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het klemmen van het werkblad tussen twee afzonderlijke elementen omvat: - het plaatsen van een eerste element (7b) van het tijdelijk bevestigingsmiddel aan de onderzijde van het werkblad; en - het daarop schroeven van een tweede element (7a) van het tijdelijk bevestigingsmiddel aan de bovenzijde van het werkblad.
13. De werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het werkblad N openingen omvat die zich doorheen het werkblad uitstrekken tussen de bovenzijde en de onderzijde, waarbij N een natuurlijk getal is groter dan één, waarbij de inductiekookinrichting N torenvormig elementen omvat die uitsteken vanaf de bovenzijde en waarbij de werkwijze omvat: - het plaatsen van een tijdelijk bevestigingsmiddel in minstens twee van de N openingen in het werkblad; - het bevestigen van het dwarselement aan ten minste twee tijdelijke bevestigingsmiddelen; en - het plaatsen van de inductiekookinrichting onder het werkblad met elk torenvormig element in een overeenstemmende opening.
14. De werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze verder omvat: - het verschaffen van het werkblad.
26 BE2023/5171
15. De werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het verschaffen van het werkblad omvat: - het verschaffen van een werkblad met een nagenoeg constante dikte, welke dikte ten minste 6 mm bedraagt, in het bijzonder ten minste 12 mm, meer specifiek ten minste 16 mm en nog meer specifiek ten minste 18 mm bedraagt, welke dikte ten hoogste 50 mm bedraagt, in het bijzonder ten hoogste 40 mm, meer specifiek ten hoogste 30 mm, nog meer specifiek ten hoogste 25 mm, en meest specifiek ten hoogste 22 mm, welke dikte meest voordelig nagenoeg 20 mm bedraagt.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20235171A BE1031410B1 (nl) | 2023-03-08 | 2023-03-08 | Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad |
AU2024201088A AU2024201088A1 (en) | 2023-03-08 | 2024-02-20 | Method for securing an induction cooking device under a worktop |
EP24161133.4A EP4429407A1 (en) | 2023-03-08 | 2024-03-04 | Method for securing an induction cooking device under a worktop |
US18/598,285 US20240302053A1 (en) | 2023-03-08 | 2024-03-07 | Method for securing an induction cooking device under a worktop |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20235171A BE1031410B1 (nl) | 2023-03-08 | 2023-03-08 | Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1031410A1 BE1031410A1 (nl) | 2024-10-01 |
BE1031410B1 true BE1031410B1 (nl) | 2024-10-08 |
Family
ID=85601642
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20235171A BE1031410B1 (nl) | 2023-03-08 | 2023-03-08 | Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20240302053A1 (nl) |
EP (1) | EP4429407A1 (nl) |
AU (1) | AU2024201088A1 (nl) |
BE (1) | BE1031410B1 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH417905A (de) * | 1962-12-14 | 1966-07-31 | Siemens Elektrogeraete Gmbh | Einrichtung zur Befestigung von Elektroherdmulden an einem von Unterbauten gehaltenen Einbaurahmen |
US6080975A (en) * | 1994-05-24 | 2000-06-27 | Kuse; Kolja | Kitchen workplate with integrated cooking field |
US20080173634A1 (en) * | 2007-01-22 | 2008-07-24 | E.G.O. Elektro-Geraetebau Gmbh | Cooktop |
WO2022101462A1 (en) * | 2020-11-16 | 2022-05-19 | Novy International Nv | A cooking assembly |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ATE188835T1 (de) | 1996-02-16 | 2000-01-15 | Kolja Kuse | Induktionsherdanordnung mit steinoberfläche fur eine küchenarbeitsplatte |
EP1029426B1 (en) | 1997-03-13 | 2005-02-16 | Aktiebolaget Electrolux | A table top with induction heating elements |
DE102011000278A1 (de) | 2011-01-21 | 2012-07-26 | DESIGNquadrat GbR (vertretungsberechtigte Gesellschafter Alexander Christ, 50679 Köln, Guido Endert, 42799 Leichlingen, Horst Wergen, 42105 Wuppertal) | Induktionsherd |
ES2455442B1 (es) | 2012-10-15 | 2015-02-11 | Alberto Eugenio BARBERO GONZÁLEZ | Sistema de cocinado que permite cocinar directamente sobre la encimera |
DE102013200372B4 (de) | 2013-01-14 | 2024-11-07 | BSH Hausgeräte GmbH | Kochfeld, Küchenarbeitsplatte mit einem integrierten Kochfeld |
NL2013963B1 (nl) | 2014-12-12 | 2016-10-11 | Groku Kampen B V | Kooksamenstel van een kookwerkblad en één of meerdere inductiekookinrichtingen en een kookwerkblad. |
US20200345172A1 (en) | 2017-12-29 | 2020-11-05 | Breton Spa | Countertop with induction hob |
WO2020034011A1 (en) | 2018-08-17 | 2020-02-20 | Marc Danze | Cooktop system and method |
-
2023
- 2023-03-08 BE BE20235171A patent/BE1031410B1/nl active IP Right Grant
-
2024
- 2024-02-20 AU AU2024201088A patent/AU2024201088A1/en active Pending
- 2024-03-04 EP EP24161133.4A patent/EP4429407A1/en active Pending
- 2024-03-07 US US18/598,285 patent/US20240302053A1/en active Pending
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH417905A (de) * | 1962-12-14 | 1966-07-31 | Siemens Elektrogeraete Gmbh | Einrichtung zur Befestigung von Elektroherdmulden an einem von Unterbauten gehaltenen Einbaurahmen |
US6080975A (en) * | 1994-05-24 | 2000-06-27 | Kuse; Kolja | Kitchen workplate with integrated cooking field |
US20080173634A1 (en) * | 2007-01-22 | 2008-07-24 | E.G.O. Elektro-Geraetebau Gmbh | Cooktop |
WO2022101462A1 (en) * | 2020-11-16 | 2022-05-19 | Novy International Nv | A cooking assembly |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1031410A1 (nl) | 2024-10-01 |
AU2024201088A1 (en) | 2024-09-26 |
US20240302053A1 (en) | 2024-09-12 |
EP4429407A1 (en) | 2024-09-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN101394692B (zh) | 感应加热方法 | |
ES2496970T3 (es) | Cocina de calentamiento por inducción | |
ES2086977T3 (es) | Plancha de trabajo y de coccion. | |
BR8605576A (pt) | Unidade de aquecimento por inducao | |
DK0677263T3 (da) | Stege- og/eller kogeredskab, der er indrettet til en tilførsel af varmeenergi fra bundsiden ved varmeledning eller ved elektromagnetisk induktion | |
NO893681L (no) | Kokingssystem. | |
EP0804051A3 (en) | Electric cooker using induction heater | |
ES2101890T3 (es) | Calefaccion inductiva para zonas de coccion. | |
US7750273B2 (en) | Induction cooking mat for maintaining temperature in food and drink | |
BE1031410B1 (nl) | Een werkwijze voor het bevestigen van een inductiekookinrichting onder een werkblad | |
JP3033321B2 (ja) | 中華鍋加熱用電磁誘導加熱装置 | |
EP2658341B1 (de) | System mit einem Kochfeld und mit wenigstens einer abnehmbaren Kochfeldplatteneinheit | |
DK0556251T3 (da) | Kogebord med opvarmning ved induktion | |
DK105390A (da) | Induktionskoge- eller varmeplade | |
CN113906256A (zh) | 用于控制烹饪器具的方法 | |
IT1312566B1 (it) | Apparecchio di cottura con fondo adatto all'adduzione di energiatermica mediante conduzione ed induzione elettromagnetica. | |
ITMI941807A0 (it) | Fondo di una padella e simili, particolarmente destinata al riscaldamento su piano di vetroceramica o mediante induzione magnetica | |
EP3970450B1 (en) | Induction cooker, method and computer program product for adjusting air gap for induction coil | |
CN209341312U (zh) | 一种电磁炉 | |
JP2011134644A (ja) | 誘導加熱調理器 | |
JPH0613168A (ja) | 誘導加熱調理器 | |
KR920016065U (ko) | 전자조리기용 자기유도 가열판 | |
JPS5848795Y2 (ja) | 誘導加熱調理器 | |
CN112503592A (zh) | 一种电磁炉铁炒锅支架 | |
JPH01139399U (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20241008 |