BE1021858B1 - Filterinrichting - Google Patents

Abstract

Filterinrichting voor het filteren van onzuiverheden uit lucht, waarbij de filterinrichting (1) één of meerdere filterelementen (2) omvat waarbij elk filterelement (2) samengesteld is uit een inlaatstuk (3) dat verbonden is met een filterzak (4), daardoor gekenmerkt dat het inlaatstuk (3) en de instroomopening (5) van het inlaatstuk (3) een aërodynamische vormgeving hebben en dat de filterzak (4) hoofdzakelijk kegelvormig is waarvan het ene uiteinde (6) open is en bevestigd is aan de instroomopening (5) en waarvan het andere uiteinde (7) gesloten is.

Description

Filterinrichting.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een filterinrichting voor het filteren van onzuiverheden uit lucht.

Meer speciaal, betreft de uitvinding een filterinrichting die één of meerdere filterelementen omvat waarbij elk filterelement samengesteld is uit een inlaatstuk dat verbonden is met een filterzak welke filterinrichting bedoeld is voor het verwijderen van stof, vuil en andere verontreinigingen in vaste fase aanwezig in lucht.

Men kent reeds dergelijke klassieke filterinrichtingen van het type zakkenfilter die onder andere toegepast worden in klimaatregelaars, luchtzuiveringssystemen, compressoren, gasturbines, om verontreinigingen uit de lucht te verwijderen om ervoor te zorgen dat de verontreinigingen de goede werking van het apparaat niet kunnen verhinderen of om ervoor te zorgen dat de lucht zuiver blijft.

Met behulp van de filterinrichting kunnen allerhande verontreinigingen uit de te filteren lucht gehaald worden, doordat het filterelement voorzien is van een filter waar lucht doorheen kan stromen maar die ondoorlaatbaar is voor de verontreinigingen. f

De filter is hiertoe vervaardigd uit een geschikt materiaal naargelang onder andere de toepassing en het soort verontreinigingen.

Het is bekend dat de vormgeving van filterinrichtingen sinds lange tijd niet meer veranderd is.

Bij dergelijke traditionele filterinrichtingen is de vorm niet optimaal om een goede doorstroom van lucht te verwezenlij ken.

Vaak wordt een vierkante of rechthoekige doorsnede van de inlaatopening van de filterzak toegepast, maar deze vorm veroorzaakt een grote doorstromingsweerstand voor de lucht en een grote drukval in de lucht ter hoogte van de inrichting.

Dit heeft als nadeel dat er meer energie nodig is om een zelfde volume lucht doorheen de filterinrichting te kunnen leiden en filteren..

Ook de vorm van de filterzak is niet aërodynamisch, waardoor de luchtweerstand over het hele oppervlak van de filter relatief hoog en bovendien niet constant is.

Dit zal nadelig zijn voor de efficiënte werking van de filterinrichting, aangezien niet het gehele oppervlak van de filterzak in gelijke mate gebruikt wordt.

Hierdoor zullen stof, vuil en onzuiverheden zich lokaal sneller kunnen opstapelen en kan de filterzak sneller verzadigd zijn.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

De huidige uitvinding heeft een filterinrichting als voorwerp voor het filteren van onzuiverheden uit lucht, waarbij de filterinrichting één of meerdere filterelementen omvat waarbij elk filterelement samengesteld is uit een inlaatstuk dat verbonden is met een filterzak, waarbij het inlaatstuk en de instroomopening van het inlaatstuk een aërodynamische vormgeving hebben en dat de filterzak hoofdzakelijk kegelvormig is waarvan het ene uiteinde open is en bevestigd is aan de instroomopening en waarvan het andere uiteinde gesloten is.

Met kegelvormig wordt hier bedoeld een vorm gelijkaardig aan een kegel of 'pin' van een kegelspel of 'bowlingspel' . In het Engels wordt ook gesproken van 'skittle shape'.

Een voordeel is dat door de aërodynamische vormgeving de doorstromingsweerstand van lucht door de filterinrichting tot een minimum beperkt wordt.

Bovendien zal ook de drukval over de inrichting tot een minimum beperkt worden, hetgeen het voordeel biedt dat er minder energie nodig is om lucht doorheen de inrichting te laten stromen.

Bij voorkeur wijzigt de diameter van de filterzak in de lengterichting van de filterzak, waarbij de diameter vanaf de instroomopening constant of ongeveer constant blijft over een zekere afstand van de lengte van de filterzak, waarna de diameter vervolgens geleidelijk aan afneemt over een zekere afstand, waarna de diameter opnieuw geleidelijk aan toeneemt en waarbij het gesloten uiteinde een sferische of nagenoeg sferische vorm heeft.

Dit heeft als voordeel dat dergelijke filterzak, in combinatie met de aërodynamische vormgeving van het inlaatstuk, ervoor zal zorgen dat de luchtweerstand over het hele oppervlak gelijk is en zo laag mogelijk, waardoor het volledige oppervlak van de filterzak gelijkmatig en uniform doorstroomd wordt door de lucht. Bijgevolg zullen de onzuiverheden gelijkmatig over het oppervlak van de filterzak verdeeld worden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een filterinrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een klassieke filterinrichting weergeeft; figuur 2 schematisch en in perspectief een filterinrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn III-III in figuur 2; figuur 4 schematisch en in perspectief het frame van de filterinrichting uit figuur 2 weergeeft; figuur 5 een tabel weergeeft met resultaten van experimenten uitgevoerd met de filterinrichting volgens de uitvinding; figuur 6 schematisch een alternatieve vorm weergeeft van een filterzak 4 volgens de uitvinding; figuur 7 schematisch en in perspectief een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een filterinrichting volgens de uitvinding.

De in figuur 1 weergegeven traditionele filterinrichting 1 omvat hoofdzakelijk een aantal filterelementen 2, in dit geval drie, die elk bestaan uit een inlaatstuk 3 en een filterzak 4.

De inlaatstukken 3 zijn naast elkaar geplaatst en tot één geheel samengevoegd. . Elk inlaatstuk 3 heeft een rechthoekige vormgeving en een rechthoekige instroomopening 5 voor lucht.

Aan elk inlaatstuk 3 is een zakvormige filterzak 4 aangebracht, die aan één zijde 6 een open rechthoekige doorsnede heeft en aan de andere zijde 7 in de breedte taps toeloopt en gesloten is.

Dergelijke traditionele filterinrichtingen 1 worden gebruikt in bijvoorbeeld luchtzuiveringssystemen, alwaar de te zuiveren lucht doorheen de filterinrichting geleid wordt in de richting van de pijlen A om zo stof, vuil of onzuiverheden uit de lucht te filteren.

Door de rechthoekige vorm van de instroomopening 5 en de vorm van de filterzak 4 zal de te filteren lucht, die via de instroomopening 5 door de filterzak 4 stroomt, veel weerstand ondervinden.

Hierdoor zal er meer energie nodig zijn om de lucht doorheen de filterinrichting 1 te sturen.

Bovendien zal de combinatie van de vormgeving het inlaatstuk 3 en de filterzak 4 ervoor zorgen dat de luchtweerstand over het oppervlak van de filterzak 4 niet constant is zodat de onzuiverheden niet gelijkmatig over het oppervlak van de filterzak 4 verdeeld worden wat ertoe leidt dat de filterinrichting 1 niet efficiënt gebruikt wordt.

De in figuren 2 en 3 weergegeven filterinrichting 1 volgens de uitvinding omvat een aantal filterelementen 2, in dit geval 16, die elk bestaan uit een inlaatstuk 3 en uit een filterzak 4.

Volgens de uitvinding heeft het inlaatstuk 3 een aërodynamische vormgeving, dit wil zeggen dat de zijwanden 8 van het inlaatstuk 3 gebogen zijn volgens een welbepaalde welving of kromming.

Deze welving kan worden bepaald op basis van simulaties en berekeningen met behulp van een simulatieprogramma gebaseerd op vloeistofmechanica, meer bepaald op stromingsleer of 'fluid dynamics'.

Op basis van deze berekeningen kan de vormgeving bepaald worden waarvoor de doorstromingsweerstand van lucht zo laag mogelijk is.

De instroomopening 5 heeft in dit geval een cirkelvormige doorsnede. Het is ook mogelijk dat de instroomopening 5 een ovale of veelhoekige doorsnede heeft. Bijvoorbeeld een achthoekige of tienhoekige doorsnede is ook mogelijk. Met andere woorden: de vorm van de instroomopening 5 is cirkelvormig of één van zijn afgeleide vormen.

Door middel van de voornoemde berekeningen kan bepaald worden welke instroomopening 5 het minste weerstand veroorzaakt voor het doorstromen van lucht, rekening houdend met het debiet of het materiaal waaruit de filterzak 4 is vervaardigd.

Zoals weergegeven in figuur 4, zijn de inlaatstukken 3 in dit geval in een 4x4 rooster geschikt, waarbij de inlaatstukken 3 onderling verbonden zijn bijvoorbeeld door middel van niet op de figuren weergegeven gepaste bevestigingsmiddelen zoals klemmen of dergelijke eventueel in combinatie met afdichtingen, waarbij de inlaatstukken 3 in een raamwerk 9 zijn aangebracht dat rondom het rooster van inlaatstukken 3 aansluit.

Het is mogelijk dat dit raamwerk 9 achterwege wordt gelaten.

Dergelijke opbouw van de filterinrichting 1 zal toelaten om een geschikt aantal filterelementen 2 in een geschikte configuratie te gebruiken al naargelang de situatie of toepassing waarvoor men de filterinrichting wenst te gebruiken.

Bovendien kan in dit geval elk inlaatstuk 3 afzonderlijk losgemaakt worden van het raamwerk 9 en de andere inlaatstukken 3.

Hierdoor kunnen volledige filterelementen 2 indien nodig worden vervangen of losgemaakt.

Aansluitend op het inlaatstuk 3 en als het ware in het verlengde van de instroomopening 5 is de filterzak 4 aangebracht.

De filterzak 4 is hoofdzakelijk kegelvormig en is met zijn open uiteinde 6 bevestigd aan de instroomopening 5. Het andere uiteinde 7 van de filterzak 4 is gesloten.

De doorsnede van de filterzak 4 in een vlak evenwijdig met de instroomopening 5 is in dit geval cirkelvormig, zoals de vorm van de instroomopening 5. Deze doorsnede kan ook ovaal of veelhoekig zijn. Op verschillende locaties langsheen de lengterichting van de filterzak 4, zullen de doorsneden verschillende afmetingen hebben, maar ze zullen wel allen gelijkvormig zijn. ·»

Ook de vormgeving van de filterzak 4 is in dit geval bepaald op basis van de voornoemde berekeningen, zodat de weerstand van de lucht over het gehele oppervlak van de filterzak 4 constant is, zodat de onzuiverheden gelijkmatig over het oppervlak van de filterzak 4 opgevangen worden.

Meer speciaal wijzigt de diameter D van de filterzak 4 in de lengterichting van de filterzak. Dit wil zeggen dat de doorsnede van de filterzak 4 in de lengterichting niet constant is.

In dit geval is de filterzak 4 als het ware op te delen in drie delen 10, 11, 12: - een eerste deel 10 loopt vanaf de instroomopening 5 en heeft een lengte A van ongeveer 25% van de totale lengte L van de filterzak 4; - het daaropvolgende tweede deel 11 bestrijkt een lengte B van ongeveer 60% van de totale lengte L van de filterzak 4; - het derde deel 12 betreft het overblijvende deel van de filterzak 4 met inbegrip van het gesloten uiteinde 7, wat een lengte C heeft van ongeveer 15% van de totale lente L van de filterzak 4.

Deze drie delen zijn aangeduid voor één van de filterzakken 4 in figuur 3.

Het gesloten uiteinde 7 heeft in dit geval een sferische vorm.

In dit geval is de diameter D van de filterzak in het eerste deel 10 constant.

In het tweede deel 11 neemt de diameter D geleidelijk aan af, waarbij in het derde deel 12 de diameter D opnieuw toeneemt tot aan het gesloten uiteinde 7 met een sferische vorm.

Uit de simulaties en berekeningen met behulp van een simulatieprogramma gebaseerd op stromingsleer of 'fluid dynamics', is gebleken dat bij voorkeur de verhouding van de diameter D van de filterzak 4 aan de instroomopening 5 tot de diameter D aan het einde van het eerste deel 10 1 is.

De verhouding van de kleinste diameter D van de filterzak 4 tot de diameter D van de filterzak 4 aan de instroomopening 5 is bij voorkeur 0.57.

De verhouding van de diameter D van het sferische uiteinde 7 tot de diameter D van de filterzak 4 aan de instroomopening 5 is bij voorkeur gelijk aan 0,71.

De hoger vermelde verhoudingen en de afmetingen van de drie delen 10, 11 en 12 bepalen een geoptimaliseerde aërodynamische vorm voor de filterzak 4, voor een vooropgesteld debiet, filtermateriaal en toepassing.

De precieze afmetingen van het inlaatstuk 3 en de filterzak 4 zal, afhangen van het debiet van de te filteren lucht, de aanwezige onzuiverheden of het materiaal waaruit de filterzak 4 vervaardigd is. Echter de vorm van de filterzak 4 zal steeds een zekere kegelvorm vertonen, waarbij de diameter vanaf de instroomopening constant of ongeveer constant blijft over een zekere afstand van de lengte van de filterzak, waarna de diameter vervolgens geleidelijk aan afneemt over een zekere afstand, waarna de diameter opnieuw geleidelijk aan toeneemt en waarbij het gesloten uiteinde een sferische of nagenoeg sferische vorm heeft.

De filterzak 4 is in dit geval gemaakt uit een vormvast materiaal, bijvoorbeeld een metaalgaas, waardoor de vorm van de filterzak 4 steeds behouden blijft, ook wanneer er geen lucht doorheen de filterinrichting stroomt.

Welk materiaal gebruikt wordt, wordt zoals bekend bepaald door de te verwijderen onzuiverheden, meer bepaald zal het materiaal ondoorlaatbaar moeten zijn voor de onzuiverheden terwijl lucht er doorheen moet kunnen stromen. Het is bijgevolg niet uitgesloten dat een ander soort materiaal gebruikt wordt, zoals bijvoorbeeld papier, kunststof, geweven stof, niet geweven stof of een ander geperforeerd materiaal indien de toepassing dit zou vereisen.

De werking van de filterinrichting 1 uit figuren 2 en 3 is zeer eenvoudig en als volgt.

Een filterinrichting 1 volgens de uitvinding kan worden gebruikt om lucht te filteren teneinde stof, vuil en andere onzuiverheden in vaste fase uit de lucht te kunnen verwijderen.

Wanneer de f ilterinrichting 1 in gebruik is, zal er lucht doorheen stromen waarbij de lucht doorheen de inlaatstukken 3, via de instroomopeningen 5 naar de filterzakken 4 zal stromen, volgens de pijlen A.

Door de aërodynamische vormgeving van de inlaatstukken 3 en de filterzakken 4, zal de doorstromingsweerstand van de lucht doorheen de filterinrichting 1 minimaal zijn, waardoor er minder energie nodig is om dezelfde hoeveelheid lucht doorheen de filterinrichting 1 te sturen.

Bovendien zal de weerstand van de lucht over het gehele oppervlak van de filterzak 4 gelijk zijn, en minimaal, waardoor het volledig oppervlak gelijkmatig doorstroomd zal worden door de lucht en gelijkmatig onzuiverheden zal opvangen.

In figuur 5 zijn de resultaten weergegeven van experimenten waarbij de drukval over een filterinrichting 1 werd opgemeten.

In kolom I zijn de opgemeten waarden weergegeven van de druk in de lucht die doorheen een filterinrichting 1 stroomt, waarbij de druk Pin aan de inlaatzijde en de druk Pout aan de uitlaatzijde van de f ilterinrichting 1 zoals weergegeven in figuren 2 en 3 is opgemeten, waarbij de filterzakken 4 de hoger beschreven geoptimaliseerde vorm hebben.

In kolom II zijn gelijkaardige metingen weergegeven, doch voor een filterinrichting 1 waarvoor de filterzakken 4 de hoger beschreven geoptimaliseerde vorm niet hebben, maar waarbij de filterzakken 4 een constante diameter D hebben over hun volledige lengte.

Zoals af te leiden in uit figuur 5, is de drukval ΔΡ = Pj.n - Pout over de filterinrichting 1 kleiner wanneer de vorm van de filterzakken geoptimaliseerd is. Met andere woorden, de geoptimaliseerde vorm, berekend met behulp van fluid-dynamics, zal ervoor zorgen dat de lucht die doorheen de filter stroomt minder weerstand ondervindt.

Wanneer de lucht doorheen de filterzakken 4 zal stromen, zullen de in de lucht aanwezige onzuiverheden tegengehouden worden door de filterzakken 4 aangezien deze niet doorlatend zijn voor de onzuiverheden.

De lucht die doorheen de filterzakken 4 is gestroomd, zal bijgevolg vrij zijn van onzuiverheden.

Wanneer zich een zekere hoeveelheid vuil, stof en andere onzuiverheden hebben opgestapeld in de filterzakken 4, kan de goede werking van de filterinrichting 1 verminderen omdat de filterzakken 4 deels gevuld zijn met onzuiverheden.

Door de inlaatstukken 3 los te maken van de filterinrichting 1, kunnen de vervuilde filterelementen 2 uit .de filterinrichting 1 genomen worden en kunnen deze gereinigd worden en nadien opnieuw bevestigd worden in de filterinrichting 1.

Het is ook mogelijk maar niet noodzakelijk dat gebruik gemaakt wordt van wegwerp- filterelementen 2, waarbij de vervuilde filterelementen 2 vervangen worden door nieuwe filterelementen.

Door de aërodynamische vormgeving van de inlaatstukken 3 en de filterzakken 4, wordt het gehele oppervlak van de filterzak 4 gebruikt, waardoor er geen lokale ophoping van onzuiverheden mogelijk is en dus ook geen bijhorende verstopping of blokkade van de filterzak 4. Bijgevolg zal de filterzak 4 langer gebruikt kunnen worden alvorens deze vervangen of gereinigd dient te worden.

Het is mogelijk dat in het eerste deel 10 de diameter D 'niet constant is, maar dat de filterzak 4 een iets grotere diameter D heeft op een zekere afstand van de instroomopening 5. Een voorbeeld van dergelijke vorm van filterzak 4 is weergegeven in figuur 6.

In figuur 7 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven van een filterinrichting 1 volgens de uitvinding.

Hierbij is in dit voorbeeld een raamwerk 9 voorzien waarin in dit geval vier inlaatstukken 3 zijn aangebracht. De inlaatstukken 3 vormen in dit geval samen met het raamwerk 9 één geheel. Dit heeft als voordeel dat er geen mogelijkheid is dat lucht tussen twee inlaatstukken 3 doorheen de filterinrichting 1 kan stromen.

Het geheel kan bijvoorbeeld worden vervaardigd uit kunststof via spuitgieten.

Het is duidelijk dat in dit geval de inlaatstukken 3 niet losmaakbaar zijn van elkaar of van het raamwerk 9 gescheiden kunnen worden.

De vormgeving van de inlaatstukken 3 is dezelfde als in de vorige beschreven uitvoeringsvorm.

Elk inlaatstuk 3 is voorzien van een filterzak 4, die een gelijkaardige vorm heeft als de filterzak 4 uit de vorige uitvoeringsvorm.

Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding is elke filterzak 4 afzonderlijk losmaakbaar van het betreffende inlaatstuk 3.

Dit heeft als voordeel dat de filterinrichting 1 ook gebruikt kan worden in combinatie met wegwerpfilterzakken.

Het is duidelijk dat het ook mogelijk is dat de filterzak 4 één onlosmakelijk geheel vormt met het betreffende inlaatstuk 3.

De werking van de f ilterinrichting 1 uit figuur 6 is analoog aan de hoger beschreven uitvoeringsvorm.

In dit geval zal het mogelijk zijn om, wanneer nodig, een filterzak 4 afzonderlijk los te maken van het inlaatstuk 3 en te vervangen of te reinigen en nadien opnieuw te bevestigen aan het inlaatstuk 3.

Het is duidelijk dat het niet uitgesloten is dat in de eerste uitvoeringsvorm de filterzakken 4 losmaakbaar zijn van de inlaatstukken 3 en dat met andere woorden, zowel de filterzak 4, als het volledige filterelement 1 vervangen kan worden.

Het is ook mogelijk dat in de eerste uitvoeringsvorm de inlaatstukken 3 niet afzonderlijk losmaakbaar zijn en dat enkel de filterzakken 4 losmaakbaar zijn.

Het is duidelijk dat er niet noodzakelijk 16 of 4 filterelementen 2 in de filterinrichting 1 aanwezig moeten zijn.

Op basis van berekeningen is gebleken dat 9 of 20 filterelementen 2, bijvoorbeeld gerangschikt in een 3x3 of 4x5 rooster, een optimaal luchtdebiet garanderen.

Het is bovendien niet noodzakelijk dat de filterelementen 2 met hun inlaatstuk 3 in een al dan niet vierkant rooster geschikt zijn.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een filterinrichting volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader vap de uitvinding te treden.

Claims (12)

1. Conclusies .

   1. - Filterinrichting voor het filteren van onzuiverheden uit lucht, waarbij de filterinrichting (1) één of meerdere filterelementen (2) omvat waarbij elk filterelement (2) samengesteld is uit een inlaatstuk (3) dat verbonden is met een filterzak (4), daardoor gekenmerkt dat het inlaatstuk (3) en de instroomopening (5) van het inlaatstuk (3) een aërodynamische vormgeving hebben en dat de filterzak (4) hoofdzakelijk kegelvormig is waarvan het ene uiteinde (6) open is en bevestigd is aan de instroomopening (5) en waarvan het andere uiteinde (7) gesloten is.
2. 2. - Filterinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de instroomopening (5) van het inlaatstuk (3) een cirkelvormige, veelhoekige of ovale doorsnede heeft, waarbij de doorsneden van de filterzak (4) evenwijdig met de instroomopening (5) eveneens cirkelvormig, veelhoekig of ovaal zijn.
3. 3. - Filterinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de diameter (D) van de filterzak (4) wijzigt in de lengterichting van de filterzak (4), waarbij de diameter (D) vanaf de instroomopening (5) constant of ongeveer constant blijft over een zekere afstand van de lengte van de filterzak (4), waarna de diameter (D) vervolgens geleidelijk aan afneemt over een zekere afstand, waarna de diameter (D) opnieuw geleidelijk aan toeneemt en waarbij het gesloten uiteinde (7) een sferische of nagenoeg sferische vorm heeft.
4. 4. - Filterinrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de diameter (D) van de filterzak (4) vanaf de instroomopening (5) tot op een afstand van de instroomopening (5) gelijk aan ongeveer 25% van de totale lengte van de filterzak (4) constant of ongeveer constant blijft, waarbij de diameter (D) vervolgens geleidelijk aan afneemt over een afstand van ongeveer 60% van de lengte van de filterzak (4), waarna vervolgens de diameter (D) opnieuw toeneemt en het gesloten uiteinde (7) een sferische vorm heeft.
5. 5. - Filterinrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de verhouding van de diameter (D) van de filterzak (4) aan de instroomopening (5) tot de diameter (D) van de filterzak (4) op een afstand van de instroomopening (5) gelijk aan 25% van de totale lengte van de filterzak (4) 1 is en/of dat de verhouding van de kleinste diameter (D) van de filterzak (5) tot de diameter (D) van de filterzak (4) aan de instroomopening (5) gelijk is aan 0,57 en/of dat de verhouding van de diameter (D) van de sferische uiteinde (7) tot de diameter (D) van de filterzak (4) aan de instroomopening (5) gelijk is aan 0,71.
6. 6. - Filterinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de filterinrichting (1) meerdere filterelementen (2) omvat die met hun inlaatstuk (3) onderling verbonden zijn.
7. 7. - Filterinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de filterinrichting (1) meerdere filterelementen (2) omvat die met hun inlaatstuk (3) in een raamwerk (9) zijn aangebracht.
8. 8. - Filterinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inlaatstukken (3) en eventueel het raamwerk (9) één geheel vormen.
9. 9. - Filterinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de filterzak (4) en/of het inlaatstuk (3) voor elk filterelement (2) afzonderlijk losgemaakt en vervangen kan worden.
10. 10. - Filterinrichting volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het inlaatstuk (3) en de filterzak (4) één onlosmakelijk geheel vormen.
11. 11. - Filterinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de filterzak (4) gemaakt is van papier, kunststof, metaalgaas, geweven stof, niet geweven stof of uit een ander geperforeerd materiaal.
12. 12. - Filterinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de filterzak (4) vervaardigd is uit een materiaal dat vormvast is.