Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

BE1020222A3 - BALL FOR CASTING CONCRETE CROSS BEAMS FOR A RAIL LINE. - Google Patents

BALL FOR CASTING CONCRETE CROSS BEAMS FOR A RAIL LINE. Download PDF

Info

Publication number
BE1020222A3
BE1020222A3 BE2011/0550A BE201100550A BE1020222A3 BE 1020222 A3 BE1020222 A3 BE 1020222A3 BE 2011/0550 A BE2011/0550 A BE 2011/0550A BE 201100550 A BE201100550 A BE 201100550A BE 1020222 A3 BE1020222 A3 BE 1020222A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
mold
homogeneous
closing means
openings
plastic
Prior art date
Application number
BE2011/0550A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Bonte International Bv Met Beperkte Aansprakelijkheid De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bonte International Bv Met Beperkte Aansprakelijkheid De filed Critical Bonte International Bv Met Beperkte Aansprakelijkheid De
Priority to BE2011/0550A priority Critical patent/BE1020222A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020222A3 publication Critical patent/BE1020222A3/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B23/00Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
    • B28B23/005Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects with anchoring or fastening elements for the shaped articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/0002Auxiliary parts or elements of the mould
    • B28B7/0011Mould seals

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Moulds, Cores, Or Mandrels (AREA)

Abstract

Mal (1) voor het gieten van betonnen dwarsliggers voor een spoorlijn met een bodem (3), twee langse zijwanden (4) en twee kopse zijwanden (5), waarbij in de bodem (3) twee paren openingen (6,7) zijn voorzien voor het aanbrengen van metalen bevestigingsmiddelen (10), waarbij de mal (1) is voorzien van herbruikbare kunststoffen afsluitmiddelen (14) die deel uitmaken van de mal (1), waarbij elk afsluitmiddel (14) de randen(15) van de betreffende opening (8,9) in de bodem (3) van de mal (1) omsluit en voorzien is van een inwendige opening (19) bedoeld voor het omsluiten van een bevestigingsmiddel (10).Mold (1) for casting concrete sleepers for a railway line with a bottom (3), two longitudinal side walls (4) and two end side walls (5), wherein in the bottom (3) there are two pairs of openings (6,7) provided for mounting metal fasteners (10), the mold (1) being provided with reusable plastic closing means (14) forming part of the mold (1), each closing means (14) being the edges (15) of the respective opening (8,9) in the bottom (3) of the mold (1) and being provided with an internal opening (19) intended for enclosing a fastening means (10).

Description

Mal voor het gieten van betonnen dwarsliggers voor een spoorlijn.Mold for casting concrete sleepers for a railway line.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een mal voor het gieten van betonnen dwarsliggers voor een spoorlijn.The present invention relates to a mold for casting concrete sleepers for a railway line.

Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op zulke mal, die gevormd wordt door een balkvormige bak met vier zijwanden en een bodem, waarbij in de bodem twee paren openingen zijn voorzien voor het aanbrengen van metalen bevestigingsmiddelen die met hun voet in de betonnen dwarsligger dienen te worden ingegoten.More specifically, the invention relates to such a mold, which is formed by a beam-shaped trough with four side walls and a bottom, wherein two pairs of openings are provided in the bottom for providing metal fasteners to be placed with their feet in the concrete sleeper. cast.

Er zijn reeds zulke mallen bekend voor het vervaardigen van betonnen dwarsliggers van een spoor, doch deze vertonen een aantal nadelen.Such molds are already known for the manufacture of concrete sleepers of a rail, but they have a number of disadvantages.

Een eerste nadeel van de bekende mallen is dat, na het plaatsen van de bevestigingsmiddelen in de mal doorheen de openingen voorzien in de bodem van de mal met de bedoeling de bevestigingsmiddelen met hun voet in te bedden in de te gieten dwarsligger, de randen tussen de openingen en de betreffende bevestigingsmiddelen dienen te worden afgedicht om lekken van betonspecie te vermijden.A first drawback of the known molds is that, after placing the fastening means in the mold through the openings provided in the bottom of the mold with the intention of embedding the fastening means with their foot in the crossbar to be cast, the edges between the openings and the relevant fasteners must be sealed to prevent concrete mortar leaks.

Het verwezenlijken van zulke afdichting gebeurt doorgaans door de randen af te kitten met een daartoe geschikte afdichtingsspecie.The realization of such a seal is usually done by sealing the edges with a suitable seal.

Zulke bewerking vraagt echter veel tijd en kan gemakkelijk aanleiding geven tot fouten en dergelijke meer.However, such processing requires a lot of time and can easily give rise to errors and the like.

Bovendien moet de afdichtingsspecie achteraf worden verwijderd wat tevens een tijdrovende bezigheid is.Moreover, the sealing grout must be removed afterwards, which is also a time-consuming task.

Als alternatief worden soms andere afdichtingsmiddelen gebruikt in de vorm van een soort kunststoffen schelpvormige afdichtingen die over de openingen in de bodem van de mal dienen te worden aangebracht en die na het ontvormen van een betonnen dwarsligger uit de mal dienen te worden verwijderd.As an alternative, other sealing means are sometimes used in the form of a kind of plastic shell-shaped seals which have to be arranged over the openings in the bottom of the mold and which have to be removed from the mold after demoulding a concrete cross-member.

Een nadeel van deze bekende mallen is dat op deze manier de voornoemde schelpen nog steeds bij elk nieuw gietsel dienen te worden aangebracht en ze nadien opnieuw dienen te worden verwijderd, wat tevens veel tijd vergt.A disadvantage of these known molds is that in this way the aforementioned shells still have to be applied to each new casting and they have to be removed again afterwards, which also takes a lot of time.

Bovendien blijven de schelpen na gebruik als afval achter.Moreover, the shells are left behind as waste after use.

Nog een ander nadeel van de bekende mallen heeft te maken met het ontvormen van de uitgeharde betonnen dwarsligger uit de mal.Yet another drawback of the known molds has to do with the demoulding of the cured concrete cross-member from the mold.

Immers, bij het uitharden heeft het beton de neiging te krimpen, waardoor ter plaatse van de openingen in de bodem van de mal spanningen optreden tussen de uitgeharde gegoten betonnen dwarsligger in de mal, en in het bijzonder tussen de bevestigingsmiddelen en de openingen in de bodem van de mal, met als gevolg dat de betonnen dwarsligger moeilijk ontvormd kan worden.After all, during hardening the concrete tends to shrink, as a result of which tensions occur at the openings in the bottom of the mold between the cured cast concrete cross-beam in the mold, and in particular between the fastening means and the openings in the bottom of the mold, with the result that the concrete sleeper is difficult to deform.

Bovendien wordt doorgaans tevens in de mal een wapening voorzien die, voor het eigenlijke gieten aanvangt, wordt opgespannen.Moreover, a reinforcement is usually also provided in the mold which is tensioned before the actual casting starts.

Deze opspanning van de wapening wordt na de uitharding opgeheven, zodat de spanning in de wapening resulteert in een trekspanning op de uitgeharde dwarsligger en aldus wordt in zulk geval het krimpeffect nog vergroot en wordt dus tevens het ontvormen nog meer bemoeilijkt.This tensioning of the reinforcement is canceled out after the curing, so that the tension in the reinforcement results in a tensile stress on the cured crossbar and, in such a case, the shrinking effect is further increased and the deformation is thus made even more difficult.

De uitvinding heeft dan ook tot doel aan één of meerdere van de voorgaande nadelen en eventuele andere nadelen een oplossing te bieden.The invention therefore has for its object to offer a solution to one or more of the foregoing disadvantages and any other disadvantages.

Hiertoe betreft de uitvinding een mal voor het gieten van betonnen dwarsliggers voor een spoorlijn, waarbij de mal gevormd wordt door een balkvormige bak met een bodem en vier zijwanden, meer bepaald twee langse zijwanden en twee kopse zijwanden en waarbij er in de bodem twee paren openingen zijn voorzien voor het aanbrengen van bevestigingsmiddelen die met hun voet in de betonnen dwarsligger dienen te worden ingegoten, waarbij de mal is voorzien van herbruikbare kunststoffen of rubberen afsluitmiddelen die deel uitmaken van de mal en die elk zijn aangebracht over of in één van de openingen waarbij elk afsluitmiddel de randen van de betreffende opening in de bodem van de mal omsluit teneinde het lekken van betonspecie uit de mal tijdens het gieten te verhinderen en voorzien is van een inwendige opening bedoeld voor het omsluiten van een bevestigingsmiddel.To this end the invention relates to a mold for casting concrete sleepers for a railway line, wherein the mold is formed by a beam-shaped container with a bottom and four side walls, more particularly two longitudinal side walls and two end side walls and wherein two pairs of openings in the bottom are provided for mounting fasteners to be cast with their foot into the concrete sleeper, the mold being provided with reusable plastics or rubber sealing means that form part of the mold and which are each arranged over or in one of the openings, each closing means encloses the edges of the relevant opening in the bottom of the mold in order to prevent the concrete from leaking from the mold during casting and is provided with an internal opening intended for enclosing a fastening means.

Een groot voordeel van zulke mal volgens de uitvinding bestaat erin dat ze voorzien is van afsluitmiddelen die het lekken van betonspecie uit de mal verhinderen, welke afsluitmiddelen, in tegenstelling tot wat het geval is bij de bekende mallen, deel uitmaken van de mal, zodat, na het plaatsen van de metalen bevestigingsmiddelen in de mal, dadelijk overgegaan kan worden tot het gieten van een dwarsligger, zonder een bijkomende bewerking te moeten uitvoeren voor het afdichten van de mal, waardoor veel tijd kan worden bespaard.A major advantage of such a mold according to the invention is that it is provided with closing means which prevent the concrete from leaking from the mold, which closing means, unlike what is the case with the known molds, form part of the mold, so that, after placing the metal fasteners in the mold, it is possible to proceed immediately to casting a cross-member, without having to carry out an additional operation for sealing the mold, whereby a great deal of time can be saved.

Bovendien blijven bij een mal volgens de uitvinding, na het ontvormen van een uitgeharde betonnen dwarsligger uit de mal, de af sluitmiddelen gewoon deel uitmaken van de mal, waardoor geen bijkomend afval wordt gecreëerd, noch een bijkomende bewerking wordt vereist voor het wegnemen van de afsluitmiddelen.Moreover, in the case of a mold according to the invention, after the demoulding of a hardened concrete cross-beam from the mold, the closing means simply remain part of the mold, whereby no additional waste is created, nor is additional processing required for the removal of the closing means. .

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een mal volgens de uitvinding zijn de voornoemde afsluitmiddelen vervaardigd uit een elastische kunststof of uit een elastisch rubber en liefst nog is de elasticiteit van de kunststof of het rubber van deze afsluitmiddelen zodanig dat, bij het gieten van een dwarsligger in de mal, een inkrimping van de betonnen dwarsligger ten gevolge van uitharding van het betonspecie of door het opspannen van een wapening kan gebeuren zonder noemenswaardige spanningen in de afsluitmiddelen op te wekken.According to a preferred embodiment of a mold according to the invention, the aforementioned closing means are manufactured from an elastic plastic or from an elastic rubber, and most preferably the elasticity of the plastic or the rubber of these closing means is such that, when casting a cross member into the mold, a contraction of the concrete sleeper as a result of hardening of the concrete mortar or by tensioning a reinforcement can occur without generating significant stresses in the closing means.

Een groot voordeel van deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een mal volgens de uitvinding is dat het ontvormen heel gemakkelijk kan gebeuren, aangezien zelfs na het krimpen van de betonnen dwarsligger, tijdens het uitharden of door het ontspannen van de wapening, er geen noemenswaardige spanningen ontstaan tussen het gietstuk en de mal en aldus het gietstuk probleemloos ontvormd kan worden.A major advantage of this preferred embodiment of a mold according to the invention is that demoulding can take place very easily, since even after the concrete sleepers have shrunk, during curing or due to the relaxation of the reinforcement, there are no appreciable tensions between the casting and the mold and thus the casting can be demoulded without any problems.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een mal volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een mal volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een bovenaanzicht weergeeft op de mal uit figuur 1; figuur 3 analoog aan figuur 2 een bovenaanzicht weergeeft op de mal uit figuur 1 wanneer metalen bevestigingsmiddelen in de bodem van de mal zijn aangebracht ; figuur 4 analoog aan figuur 3 een bovenaanzicht weergeeft op de mal uit figuur 1 waarbij bijkomend een wapening in de mal is aangebracht; figuur 5 een doorsnede weergeeft doorheen de mal volgens de lijn V-V uit figuur 4; figuur 6 uitvergroot het gedeelte uit figuur 5 weergeeft dat is aangeduid met F6; en, figuren 7 en 8 een uitvergroting weergeven van het gedeelte aangeduid met F7/F8 in figuur 2, meer bepaald van twee mogelijke uitvoeringsvormen van een afsluitmiddel met concentrische homogene gedeelten,; en, figuren 9 tot 11 uitvergroot het gedeelte weergeven dat is aangeduid met F9/F10 in figuur 2, van nog andere mogelijke uitvoeringsvormen van een paar afsluitmiddelen, meer bepaald van afsluitmiddelen uitgevoerd met dwarse homogene gedeelten.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments of a mold according to the invention are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a mold according to perspective; represents the invention; figure 2 represents a top view of the mold from figure 1; figure 3 shows a top view analogous to figure 2 on the mold from figure 1 when metal fastening means are arranged in the bottom of the mold; figure 4, analogous to figure 3, shows a top view of the mold from figure 1, wherein a reinforcement is additionally arranged in the mold; figure 5 represents a cross-section through the mold along the line V-V from figure 4; Figure 6 is an enlarged view of the part of Figure 5 indicated by F6; and, figures 7 and 8 show an enlargement of the part indicated by F7 / F8 in figure 2, in particular of two possible embodiments of a closing means with concentric homogeneous parts; and, FIGS. 9 to 11 show enlarged the portion indicated by F9 / F10 in FIG. 2 of yet other possible embodiments of a pair of closure means, more particularly of closure means provided with transverse homogeneous portions.

De in figuur 1 weergegeven mal 1 volgens de uitvinding is bedoeld voor het gieten van betonnen dwarsliggers voor een spoorlijn.The mold 1 according to the invention shown in Figure 1 is intended for casting concrete sleepers for a railway line.

Deze mal 1 wordt gevormd door een balkvormige bak 2 met een bodem 3 en vier zijwanden, meer bepaald twee evenwijdige langse zijwanden 4 volgens de lengterichting LL' van de mal 1 en twee evenwijdige kopse zijwanden 5 die de kopse uiteinden vormen van de mal 1.This mold 1 is formed by a beam-shaped container 2 with a bottom 3 and four side walls, more particularly two parallel longitudinal side walls 4 along the longitudinal direction LL 'of the mold 1 and two parallel end walls 5 which form the end ends of the mold 1.

De zijwanden 4, evenals de bodem 3 zijn in het midden ietwat verdikt uitgevoerd overeenkomstig een versmalling in het midden van de te gieten dwarsligger.The side walls 4, as well as the bottom 3, are slightly thickened in the middle in accordance with a narrowing in the middle of the crossbar to be cast.

Zoals duidelijker is weergegeven in het bovenaanzicht van figuur 2 zijn er in de bodem 3 van de mal twee paren openingen 6 en 7 voorzien, meer bepaald een eerste paar openingen 6 bestaande uit een opening 8 en een opening 9, evenals een tweede paar openingen 7 die tevens bestaat uit een opening 8 en een opening 9.As is more clearly shown in the plan view of Figure 2, two pairs of openings 6 and 7 are provided in the bottom 3 of the mold, more particularly a first pair of openings 6 consisting of an opening 8 and an opening 9, as well as a second pair of openings 7 which also consists of an opening 8 and an opening 9.

De openingen 8 en 9 zijn bedoeld voor het aanbrengen van bevestigingsmiddelen 10, zoals in de figuren 3 tot 6 is weergegeven, welke bevestigingsmiddelen 10 vaak uit metaal zijn vervaardigd, doch ook uit andere materialen kunnen vervaardigd zijn.The openings 8 and 9 are intended for mounting fastening means 10, as shown in Figures 3 to 6, which fastening means 10 are often made of metal, but can also be made of other materials.

Deze bevestigingsmiddelen 10 zijn voorzien van een voet 11 die in een betonnen dwarsligger dient te worden ingegoten en een kop 12 die bedoeld is om uit zulke te gieten betonnen dwarsligger uit te steken teneinde een spoor of rail van een trein of tram te kunnen vastzetten op de dwarsligger, bijvoorbeeld met bijkomende hulpstukken of bouten of dergelijke meer.These fastening means 10 are provided with a foot 11 which must be cast into a concrete sleeper and a head 12 which is intended to protrude from such a concrete sleeper to be cast in order to be able to fix a rail or rail of a train or tram on the cross member, for example with additional fittings or bolts or the like.

Zoals duidelijk is weergegeven in de doorsneden van de figuren 5 en 6, dienen hiertoe dan ook de bevestigingsmiddelen 10 met hun voet 11 naar de binnenkant 13 van de mal 1 over een opening 8 of 9 in de bodem 3 te worden geplaatst, terwijl de kop 12 van zulke bevestigingsmiddel 10 zich uitstrekt tot in de betreffende opening 8 of 9.As is clearly shown in the cross-sections of Figs. 5 and 6, for this purpose the fastening means 10 must also be placed with their foot 11 towards the inside 13 of the mold 1 over an opening 8 or 9 in the bottom 3, while the head 12 of such fastening means 10 extends into the relevant opening 8 or 9.

Teneinde zeer efficiënt betonnen dwarsliggers te kunnen gieten met de mal 1 is volgens de uitvinding de mal 1 voorzien van kunststoffen afsluitmiddelen 14, die elk zijn aangebracht over één van de openingen 8 of 9, waarbij elk afsluitmiddel 14 de randen 15 van de betreffende opening 8 of 9 in de bodem 3 van de mal 1 omsluit teneinde het lekken van betonspecie uit de mal 1 tijdens het gieten te verhinderen.In order to be able to cast concrete sleepers with the mold 1 very efficiently, according to the invention the mold 1 is provided with plastic closing means 14, which are each arranged over one of the openings 8 or 9, wherein each closing means 14 is the edges 15 of the relevant opening 8. or encloses 9 in the bottom 3 of the mold 1 to prevent the concrete from leaking out of the mold 1 during casting.

Hierbij is het volgens de uitvinding zo dat de af sluitmiddelen 14 deel uitmaken van de mal 1, althans in de zin dat ze niet elke keer dat een betonnen dwarsligger met de mal 1 wordt vervaardigd, dienen te worden vervangen en ze bijgevolg herbruikbaar zijn.In this case, according to the invention, the closing means 14 form part of the mold 1, at least in the sense that they do not have to be replaced every time a concrete sleeper with the mold 1 is manufactured, and they are therefore reusable.

Anderzijds, hoeven de afsluitmiddelen 14 en de bodem 3 niet als één geheel te zijn uitgevoerd, maar kunnen ze in de openingen 8 en 9 zijn aangebracht en bijvoorbeeld door middel van schroeven 16 of een verlijming of dergelijke aan deze bodem 3 zijn vastgemaakt.On the other hand, the closing means 14 and the bottom 3 need not be designed as a whole, but can be arranged in the openings 8 and 9 and fixed to this bottom 3, for example, by means of screws 16 or a gluing or the like.

In het voorbeeld van de figuren bevindt elk paar openingen 6 of 7 zich aan of in de nabijheid van één van de langse uiteinden van de mal 1, respectievelijk uiteinde 17 en uiteinde 18 van de mal 1.In the example of the figures, each pair of openings 6 or 7 is located at or in the vicinity of one of the longitudinal ends of the mold 1, end 17 and end 18 of the mold 1, respectively.

Hierbij is de afstand C tussen de openingen 8 en 9 van elk paar openingen 6 en 7 nagenoeg gelijk aan de breedte van een rail.The distance C between the openings 8 and 9 of each pair of openings 6 and 7 is here substantially equal to the width of a rail.

Voorts hebben de openingen 8 en 9 in de bodem 3 van de mal 1 in dit geval een vierkante vorm, doch andere vormen zijn uiteraard volgens de uitvinding niet uitgesloten in functie van de in te gieten inzetstukken 10.Furthermore, the openings 8 and 9 in the bottom 3 of the mold 1 in this case have a square shape, but other shapes are of course not excluded according to the invention as a function of the inserts 10 to be cast.

De afsluitmiddelen 14 bestaan in het hier besproken voorbeeld dan ook uit kunststoffen inzetstukken 14 die in de openingen 8 en 9 van de mal 1 zijn bevestigd en die tevens een uitwendige vierkante vorm hebben die zulke vierkante opening 8 en 9 in de mal 1 overlapt.In the example discussed here, the closing means 14 therefore consist of plastic inserts 14 which are fixed in the openings 8 and 9 of the mold 1 and which also have an external square shape which overlaps such square opening 8 and 9 in the mold 1.

Bovendien is volgens de uitvinding elk kunststoffen inzetstuk 14 voorzien van een inwendige opening 19 die bedoeld is voor het omsluiten van het profiel of de dwarsdoorsnede van de kop 12 van een bevestigingsmiddel 10 voor een rail.In addition, according to the invention, each plastic insert 14 is provided with an internal opening 19 intended for enclosing the profile or the cross-section of the head 12 of a rail 10 fastener.

Op deze manier wordt, na het aanbrengen van een bevestigingsmiddel 10 in de inwendige opening 19, een dichting gevormd rond het bevestigingsmiddel 10 tegen het lekken van betonspecie tijdens het gieten van een dwarsligger.In this way, after applying a fastener 10 in the internal opening 19, a seal is formed around the fastener 10 against the leaking of concrete mortar during the casting of a cross member.

Uiteraard dient hiertoe zulke inwendige opening 19 in een af sluitmiddel 14 complementair te zijn aan het profiel of de dwarsdoorsnede van de kop 12 van een bevestigingsmiddel 10, wat in de getoonde uitvoeringsvorm gerealiseerd is door de voornoemde inwendige opening 19 in een afsluitmiddel 14 als een U-vorm uit te voeren met twee benen 20 en een rug 21, overeenkomstig de U-vormige dwarsdoorsnede van de kop 12 van een bevestigingsmiddel 10.To this end, of course, such an internal opening 19 in a closing means 14 must be complementary to the profile or cross-section of the head 12 of a fastening means 10, which in the shown embodiment is realized by the aforementioned internal opening 19 in a closing means 14 as a U shape with two legs 20 and a back 21, corresponding to the U-shaped cross-section of the head 12 of a fastener 10.

Hierbij zijn bovendien de ruggen 21 van de inwendige openingen 19 van elk paar afsluitmiddelen 14, aangebracht in de openingen 8 en 9 van elk paar openingen 6 of 7, naar elkaar gericht.Moreover, the ridges 21 of the internal openings 19 of each pair of closing means 14 arranged in the openings 8 and 9 of each pair of openings 6 or 7 are directed towards each other.

Uiteraard zijn volgens de uitvinding vele andere uitvoeringsvormen niet uitgesloten, waarbij afsluitmiddelen 14 worden toegepast met een inwendige opening 19 die gans anders is, overeenkomstig de dwarsdoorsnede van bevestigingsmiddelen 10 met mogelijks een andere vorm.Naturally, according to the invention, many other embodiments are not excluded, wherein closing means 14 are used with an internal opening 19 which is completely different, according to the cross-section of fastening means 10 with possibly a different shape.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een mal 1 zijn de kopse zijwanden 5 van de mal 1 voorzien van opspanmiddelen 22 voor het opspannen van een wapening 23.According to a preferred embodiment of a mold 1, the end side walls 5 of the mold 1 are provided with clamping means 22 for clamping a reinforcement 23.

Zoals bekend is, kan met zulke opspanmiddelen 22 een trekspanning in de wapening 23 worden gerealiseerd, wat na het uitharden van een betonnen dwarsligger en het ontspannen van de opspanmiddelen 22 resulteert in een drukbelasting in de betonnen dwarsligger, waardoor de dwarsligger bijvoorbeeld beter bestand is tegen buigbelastingen.As is known, with such clamping means 22 a tensile stress can be realized in the reinforcement 23, which after curing a concrete sleeper and releasing the tensioning means 22 results in a pressure load in the concrete sleeper, so that the sleeper, for example, is more resistant to bending loads.

Teneinde een dwarsligger gemakkelijk te kunnen ontvormen uit een mal 1 zijn er volgens de uitvinding bij voorkeur bijkomend nog speciale voorzieningen getroffen, meer bepaald met betrekking tot de afsluitmiddelen 14 die eerst en vooral liefst uit een elastische kunststof vervaardigd zijn.In order to be able to easily demould a cross-member from a mold 1, special provisions are preferably also made according to the invention, more particularly with regard to the closing means 14, which are first and foremost preferably made of an elastic plastic.

Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een mal 1 overeenkomstig de uitvinding is de elasticiteit van de kunststof van de afsluitmiddelen 14 bovendien zodanig, dat bij het gieten van een dwarsligger in de mal 1 een inkrimping van de betonnen dwarsligger, bijvoorbeeld ten gevolge van uitharding van het betonspecie of door het opspannen en ontspannen van een wapening 23, kan plaatshebben zonder noemenswaardige spanningen in de afsluitmiddelen 14 op te wekken.According to an even more preferred embodiment of a mold 1 according to the invention, the elasticity of the plastic of the closing means 14 is moreover such that when a cross girder is poured into the mold 1 a contraction of the concrete cross girder, for example as a result of hardening of the concrete mortar or by tensioning and relaxing a reinforcement 23 can take place without generating significant stresses in the closing means 14.

Hierbij kan er bijvoorbeeld voor geopteerd worden de afsluitmiddelen 14 te vervaardigen uit meerdere homogene gedeelten die elk vervaardigd zijn uit een kunststof met al dan niet een verschillende elasticiteit.In this case, it may be opted, for example, to manufacture the closing means 14 from a plurality of homogeneous sections, each made from a plastic with or without a different elasticity.

In figuur 7 is een eerste mogelijke uitvoeringsvorm weergegeven van een afsluitmiddel 14, waarbij in dit geval het af sluitmiddel 14 twee homogene gedeelten 24 en 25 bevat.Figure 7 shows a first possible embodiment of a closing means 14, in which case the closing means 14 comprises two homogeneous parts 24 and 25.

Meer bepaald is één van de voornoemde homogene gedeelten 24 en 25 van het kunststoffen afsluitmiddel 14 een inwendig homogeen gedeelte 24 in de zin dat het gans de inwendige opening 19 in het afsluitmiddel 14 omsluit.In particular, one of the aforementioned homogeneous portions 24 and 25 of the plastic closure means 14 is an internally homogeneous portion 24 in the sense that the whole encloses the internal opening 19 in the closure means 14.

Anderzijds, kan het homogeen gedeelte 25 van het kunststoffen afsluitmiddel 14 in dit geval als een uitwendig homogeen gedeelte 25 worden beschouwd, aangezien het gans de uitwendige vorm 26, in dit voorbeeld de uitwendige vierkante vorm 26, van het afsluitmiddel 14 vormt.On the other hand, the homogeneous portion 25 of the plastic closure means 14 can in this case be regarded as an externally homogeneous portion 25, since it forms the outer shape 26, in this example the outer square shape 26, of the closure means 14.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een mal 1 volgens de uitvinding hebben de homogene gedeelten 24 en 25 een verschillende elasticiteit.According to a preferred embodiment of a mold 1 according to the invention, the homogeneous portions 24 and 25 have a different elasticity.

Bijvoorbeeld kan het volgens de uitvinding interessant zijn het inwendige homogene gedeelte 24 elastischer uit te voeren dan het uitwendige homogene gedeelte 25 teneinde de vooropgestelde doelstelling te realiseren zonder veel moeite een betonnen dwarsligger uit de mal 1 te kunnen ontvormen, doch even goed is net het omgekeerde mogelijk, waarbij het meest naar buiten gelegen uitwendige gedeelte 25 van een afsluitmiddel 14 elastischer is uitgevoerd dan het meest naar binnen gelegen inwendige gedeelte 24 van dat afsluitmiddel 14.According to the invention, for example, it may be interesting to make the interior homogeneous portion 24 more elastic than the outer homogeneous portion 25 in order to achieve the stated object without much difficulty in dismounting a concrete sleeper from the mold 1, but the reverse is just as good. possibly, in which the outermost outer part 25 of a closing means 14 is made more elastic than the innermost inner part 24 of said closing means 14.

Volgens de uitvinding is het voornamelijk van belang dat de afsluitmiddelen 14 een beweging van de gegoten betonnen dwarsligger toelaten ten opzichte van de mal 1 zonder dat er noemenswaardige lekken optreden en zonder dat er al te grote spanningen in de afsluitmiddelen 14 optreden die het ontvormen zouden kunnen bemoeilijken.According to the invention, it is mainly important that the closing means 14 allow a movement of the cast concrete sleeper relative to the mold 1 without significant leaks occurring and without excessive stresses occurring in the closing means 14 that could deform the mold. complicate.

Een andere vereiste bestaat erin dat de positie van de bevestigingsmiddelen op de uiteindelijk gerealiseerde dwarsligger zoveel als mogelijk op voorhand moet te bepalen zijn en binnen zekere toleranties niet beïnvloed mag zijn door het krimpen van de betonnen dwarsligger.Another requirement consists in that the position of the fastening means on the eventually realized cross-member must be as far as possible to be determined in advance and must not be influenced within certain tolerances by the shrinking of the concrete cross-member.

Hiervoor is het belangrijk de elasticiteit van de gedeelten 24 en 25 op elkaar af te stemmen.For this it is important to match the elasticity of the sections 24 and 25.

Uiteraard is het niet uitgesloten de afsluitmiddelen 14 uit meer dan twee homogene gedeelten 24 en 25 met een verschillende elasticiteit te vervaardigen.Of course, it is not excluded that the closing means 14 can be manufactured from more than two homogeneous sections 24 and 25 with a different elasticity.

Een mogelijke uitvoeringsvorm is weergegeven in figuur 8 waarbij het kunststoffen afsluitmiddel 14 bijkomend voorzien is van een tussenliggend homogeen gedeelte 26 dat het inwendig homogeen gedeelte 24 omsluit en dat door het uitwendig homogeen gedeelte 25 wordt omsloten.A possible embodiment is shown in figure 8, wherein the plastic closing means 14 is additionally provided with an intermediate homogeneous part 26 which encloses the internal homogeneous part 24 and which is enclosed by the external homogeneous part 25.

Volgens de uitvinding hebben de verschillende homogene gedeelten 24 tot 26 onderling bij voorkeur een verschillende elasticiteit, althans minstens voor zover de gedeelten 24 tot 26 elkaar onderling raken.According to the invention, the different homogeneous parts 24 to 26 mutually preferably have a different elasticity, at least insofar as the parts 24 to 26 touch each other.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm kan het zin hebben de afsluitmiddelen 14, zoals in figuur 8, uit te voeren met drie concentrische gedeelten 24 tot 26, waarbij het uitwendige gedeelte 25 en het inwendige gedeelte 24 een zekere elasticiteit hebben en waarbij het tussenliggende gedeelte 26 een aanzienlijk grotere elasticiteit heeft.According to a preferred embodiment, it may be useful to construct the closing means 14, as in Figure 8, with three concentric portions 24 to 26, wherein the outer portion 25 and the inner portion 24 have a certain elasticity and the intermediate portion 26 has a considerable has greater elasticity.

Op deze manier kan een stevige omsluiting van het afsluitmiddel 14 worden bekomen, zowel met de mal 1 aan de randen van de openingen 9 en 8 in de bodem 3 van de mal 1, als met het bevestigingsmiddel 10 aan de randen aan de inwendige opening 19 in het afsluitmiddel 14, terwijl het tussenliggende gedeelte 26 een voldoende elasticiteit heeft om een beweging van het inwendige gedeelte 24 ten opzichte van het uitwendige gedeelte 25 toe te staan, zodat een beweging van het betonnen gietstuk ten opzichte van de mal 1/ onder invloed van het krimpen, probleemloos kan gebeuren zonder dat de bevestigingsmiddelen 10 tegen een afsluitmiddel 14 blokkeren, terwijl toch een goede positionering van de bevestigingsmiddelen 10 in de betonnen dwarsligger wordt verzekerd.In this way a firm enclosure of the closing means 14 can be obtained, both with the mold 1 on the edges of the openings 9 and 8 in the bottom 3 of the mold 1, and with the fastening means 10 on the edges on the inner opening 19. in the closing means 14, while the intermediate portion 26 has sufficient elasticity to allow movement of the inner portion 24 relative to the outer portion 25, such that a movement of the concrete casting relative to the mold 1 / under the influence of shrinking can be done without problems without the fastening means 10 blocking against a closing means 14, while still ensuring a good positioning of the fastening means 10 in the concrete sleeper.

Volgens de uitvinding is het echter niet uitgesloten net het omgekeerde toe te passen, waarbij het inwendige gedeelte 24 en het uitwendige gedeelte 25 een elasticiteit hebben die groter is dan het tussenliggend gedeelte 26.According to the invention, however, it is not excluded that the reverse may be applied, wherein the inner portion 24 and the outer portion 25 have an elasticity greater than the intermediate portion 26.

Als alternatief kunnen tevens alle gedeelten 24 tot 26 een verschillende elasticiteit hebben of kan een afsluitmiddel 14 worden gerealiseerd met meerdere concentrische homogene gedeelten, waarbij meer dan één tussenliggend gedeelte wordt voorzien.Alternatively, all sections 24 to 26 can also have different elasticity or a closing means 14 can be realized with a plurality of concentric homogeneous sections, wherein more than one intermediate section is provided.

In figuur 9 is nog een andere uitvoeringsvorm weergegeven, die in grote mate de voorkeur geniet, waarbij een paar afsluitmiddelen 14 elk zijn voorzien van een eerste homogeen gedeelte 27 en een tweede homogeen gedeelte 28, welke dwarse homogene gedeelten 27 en 28 zijn, aangezien ze zich uitstrekken doorheen het afsluitmiddel 14 in een richting DD' dwars op de lengterichting LI/ van de mal 1.Figure 9 shows yet another highly preferred embodiment, wherein a pair of closing means 14 are each provided with a first homogeneous portion 27 and a second homogeneous portion 28, which are transverse homogeneous portions 27 and 28, since they extending through the closing means 14 in a direction DD 'transversely of the longitudinal direction L1 / of the mold 1.

In het getoonde voorbeeld strekt het eerste dwars gedeelte 27 zich uit dwars op de lengterichting LL' van de mal 1 langsheen een uitwendige rand 29 van het afsluitmiddel 14 over een breedte B ten. opzichte van deze rand 29 en dit aan de rand 29 van het afsluitmiddel 14 in de nabijheid van de uiteinden van de benen 20 van de U-vormige opening 19.In the example shown, the first transverse portion 27 extends transversely to the longitudinal direction LL 'of the mold 1 along an external edge 29 of the closing means 14 over a width B at. with respect to this edge 29 and this at the edge 29 of the closing means 14 in the vicinity of the ends of the legs 20 of the U-shaped opening 19.

Door zulk homogeen dwars gedeelte 27 van een gepaste elasticiteit te voorzien, kan er aldus voor gezorgd worden dat de inwendige opening 19 een relatieve beweging in de lengterichting LL' van de mal 1 kan ondergaan ten opzichte van de buitenrand van het afsluitmiddel 14, wat voordelig is aangezien bij krimp hoofdzakelijk een beweging volgens de lengterichting LL' van de mal 1 plaatsheeft.By providing such homogeneous transverse portion 27 with an appropriate elasticity, it can thus be ensured that the internal opening 19 can undergo relative movement in the longitudinal direction LL 'of the mold 1 relative to the outer edge of the closing means 14, which is advantageous since, in the case of shrinkage, a movement in the longitudinal direction LL 'of the mold 1 takes place.

De kunststoffen afsluitmiddelen 14 uit het voorbeeld van figuur 9 zijn voorts voorzien van een tweede dwars homogeen gedeelte 28 dat aanliggend is aan het dwarse homogene gedeelte 27 en waarin de inwendige opening 19 is voorzien.The plastic closing means 14 from the example of Fig. 9 are furthermore provided with a second transverse homogeneous part 28 which is adjacent to the transverse homogeneous part 27 and in which the internal opening 19 is provided.

Het dwarse homogeen gedeelte 28 dat de inwendige opening 19 omsluit, strekt zich voorts uit tot aan een buitenrand 30 van het afsluitmiddel 14, welke buitenrand 30 zich uitstrekt evenwijdig aan de lengterichting LL' van de mal 1, evenals tot aan een buitenrand 31 tegenover de rand 28 met het homogeen dwars gedeelte 27 en welke rand 31 aanliggend is aan het intermediair gedeelte 32 van de mal 1 tussen het paar openingen 8 en 9.The transverse homogeneous portion 28 enclosing the inner opening 19 further extends to an outer edge 30 of the closing means 14, which outer edge 30 extends parallel to the longitudinal direction LL 'of the mold 1, as well as to an outer edge 31 opposite the edge 28 with the homogeneous transverse portion 27 and which edge 31 is adjacent to the intermediate portion 32 of the mold 1 between the pair of openings 8 and 9.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het dwars homogeen gedeelte 28 van de afsluitmiddelen 14 van figuur 9 vervaardigd uit een kunststof waarvan de elasticiteit kleiner is dan de elasticiteit van het dwars gedeelte 27.According to a preferred embodiment, the transverse homogeneous portion 28 of the closing means 14 of Figure 9 is made from a plastic whose elasticity is smaller than the elasticity of the transverse portion 27.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm bestaat erin dat de ganse inwendige opening 19 is omringd door een dwars gedeelte 28 dat relatief star is en dat zich uitstrekt tot aan de rand 31 van het af sluitmiddel 14 die aanliggend is aan het intermediair gedeelte 32 van de mal 1.An advantage of this embodiment is that the entire internal opening 19 is surrounded by a transverse portion 28 which is relatively rigid and extends as far as the edge 31 of the closing means 14 which abuts the intermediate portion 32 of the mold 1. .

Op deze wijze kan een paar bevestigingsmiddelen 10, aangebracht in de inwendige openingen 19 van het paar af sluitmiddelen 14 aan de openingen 8 en 9 van één van de uiteinden 17 en 18 van de mal 1, niet naar elkaar toe bewegen, zodat de afstand E tussen deze bevestigingsmiddelen 10 aan zulk uiteinde 17 of 18 van de mal 1 wordt bewaard.In this way a pair of fastening means 10 provided in the internal openings 19 of the pair of closing means 14 on the openings 8 and 9 of one of the ends 17 and 18 of the mold 1 cannot move towards each other, so that the distance E between these fastening means 10 at such end 17 or 18 of the mold 1 is stored.

Anderzijds, kan een gezamenlijke beweging volgens de lengterichting LL' van zulk paar bevestigingsmiddelen 10 aan één uiteinde 17 van de mal 1 wel gebeuren omwille van de elasticiteit van het dwars gedeelte 27, bijvoorbeeld een gezamenlijke beweging onder invloed van krimp in de richting van een ander paar bevestigingsmiddelen 10 aangebracht aan het ander uiteinde 18 van de mal 1.On the other hand, a joint movement along the longitudinal direction LL 'of such a pair of fastening means 10 at one end 17 of the mold 1 can indeed take place because of the elasticity of the transverse portion 27, for example a joint movement under the influence of shrinkage in the direction of another pair of fasteners 10 arranged on the other end 18 of the mold 1.

Zo wordt de afstand E tussen een paar bevestigingsmiddelen 10 aan elk uiteinde 17 of 18 van de mal 1 behouden, terwijl de afstand F kan wijzigen, welke afstand F de afstand is tussen enerzijds, het midden M tussen het paar bevestigingsmiddelen 10 aan het ene uiteinde 17 van de mal 1, en, anderzijds het midden M' tussen het paar bevestigingsmiddelen 10 aan het andere uiteinde 18 van de mal 1.Thus, the distance E between a pair of fasteners 10 at each end 17 or 18 of the mold 1 is retained, while the distance F can change, which distance F is the distance between, on the one hand, the center M between the pair of fasteners 10 at the one end 17 of the mold 1 and, on the other hand, the center M 'between the pair of fasteners 10 on the other end 18 of the mold 1.

Op deze wijze kan het krimpen van een gegoten betonnen dwarsligger gevolgd worden zonder dat hierdoor de bevestigingsmiddelen 10 in de afsluitmiddelen 14 geklemd geraken.In this way the shrinkage of a cast concrete sleeper can be followed without the fastening means 10 getting caught in the closing means 14.

In figuur 10 is een variant op het vorige voorbeeld weergegeven, waarbij het dwarse homogene gedeelte 27 is uitgevoerd met een grotere breedte B, zodat dit dwarse gedeelte 27 tevens gedeeltelijk de inwendige opening 19 omsluit.Figure 10 shows a variant of the previous example, in which the transverse homogeneous portion 27 is designed with a larger width B, so that this transverse portion 27 also partially encloses the internal opening 19.

Bijgevolg omsluit het andere dwarse homogene gedeelte 28 niet meer volledig de inwendige opening 19.Consequently, the other transverse homogeneous portion 28 no longer completely encloses the internal opening 19.

Het dwarse gedeelte 28 strekt zich nog steeds uit langsheen de rand 31 en dit met een breedte B' en omsluit nog gedeeltelijk de inwendige opening 19 in het afsluitmiddel 14 .The transverse portion 28 still extends along the edge 31 and this with a width B 'and still partially encloses the internal opening 19 in the closing means 14.

Dit verandert verder niets essentieels aan de voornoemde werking, aangezien nog steeds de afstand E tussen de inwendige openingen 19 van een paar afsluitmiddelen 14 aan één uiteinde 17 of 18 van de mal 1 constant kan worden gehouden, terwijl de afstand F kan variëren tijdens het krimpen van de betonnen dwarsligger.This does not change anything essential to the aforementioned operation, since still the distance E between the internal openings 19 of a pair of closing means 14 at one end 17 or 18 of the mold 1 can be kept constant, while the distance F can vary during shrinking of the concrete sleeper.

Door te spelen met de breedtes B en B' en met de elasticiteit van de dwarse gedeelten 27 en 28 kan een evenwicht worden bereikt tussen, enerzijds, een voldoende stijve omsluiting van de bevestigingsmiddelen 10 teneinde ze juist te kunnen positioneren en teneinde lekken te vermijden, en anderzijds, een voldoende grote elasticiteit in de lengterichting LL' teneinde het krimpen van een gegoten stuk te kunnen toelaten zonder grote spanningen op te wekken in de afsluitmiddelen 14 die het ontvormen zouden kunnen belemmeren.By playing with the widths B and B 'and with the elasticity of the transverse sections 27 and 28, a balance can be achieved between, on the one hand, a sufficiently rigid enclosure of the fastening means 10 in order to be able to position them correctly and to prevent leaks, and, on the other hand, a sufficiently large elasticity in the longitudinal direction LL 'to allow shrinkage of a molded piece without generating large tensions in the closing means 14 which could hinder deformation.

In figuur 11 is nog een andere uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de afsluitmiddelen 14 met meerdere dwarse homogene gedeelten zijn uitgevoerd.Figure 11 shows yet another embodiment in which the closing means 14 are designed with a plurality of transverse homogeneous sections.

Meer bepaald is in dit geval een afsluitmiddel 14 voorzien van twee dwarse gedeelten 27 en 28, respectievelijk aan de randen 28 en 31 van het afsluitmiddel 14 die zich uitstrekken dwars op de lengterichting LL', evenals van een tussenliggend dwars gedeelte 33 dat de inwendige opening 19 omsluit.More specifically, in this case a closing means 14 is provided with two transverse sections 27 and 28, respectively at the edges 28 and 31 of the closing means 14 which extend transversely to the longitudinal direction LL ', as well as with an intermediate transverse section 33 which surrounds the internal opening 19 encloses.

Zulke uitvoeringsvorm zou bijvoorbeeld nuttig kunnen zijn om toch enigszins een wijziging toe te laten van de afstand E tussen de inwendige openingen 19 van het paar afsluitmiddelen 14 aan één uiteinde van de mal 1.Such an embodiment could be useful, for example, to allow a slight change in the distance E between the internal openings 19 of the pair of closing means 14 at one end of the mold 1.

Aldus kan bijvoorbeeld worden vermeden dat de bevestigingsmiddelen 10 komen vast te zitten, omdat een krimp over het intermediair gedeelte 32 tussen de openingen 8 en 9 te groot zou zijn en wordt belemmerd door een te beperkte elasticiteit van de dwarse gedeelten.Thus, for example, it is possible to prevent the fastening means 10 from becoming stuck, because a shrinkage over the intermediate portion 32 between the openings 8 and 9 would be too great and is impeded by an insufficient elasticity of the transverse portions.

Uiteraard zijn vele andere mogelijke uitvoeringsvormen niet uitgesloten van de uitvinding.Of course, many other possible embodiments are not excluded from the invention.

Algemeen kan gesteld worden dat, naargelang de toepassing, een homogeen gedeelte aan de buitenrand van het afsluitmiddel 14, zoals bijvoorbeeld een uitwendig homogeen gedeelte 24 weergegeven in de figuren 8 en 9 of een dwars homogeen gedeelte 27 of 28 weergegeven in de figuren 9 tot 11, een grotere elasticiteit dan wel een kleinere elasticiteit kan hebben dan een aanliggend homogeen gedeelte.Generally it can be stated that, depending on the application, a homogeneous part on the outer edge of the closing means 14, such as for example an external homogeneous part 24 shown in figures 8 and 9 or a transversely homogeneous part 27 or 28 shown in figures 9 to 11 , may have a greater elasticity or a lower elasticity than an adjacent homogeneous portion.

Evenzo kan een homogeen gedeelte aan een rand 15 van de inwendige opening 19 in het afsluitmiddel 14, zoals bijvoorbeeld een inwendig homogeen gedeelte 24 zoals weergegeven in de figuren 8 en 9 of bijvoorbeeld een dwars homogeen gedeelte 33 overeenkomstig figuur 11, een kleinere dan wel een grotere elasticiteit hebben dan een aanliggaend homogeen gedeelte.Similarly, a homogeneous portion at an edge 15 of the internal opening 19 in the closure means 14, such as, for example, an internal homogeneous portion 24 as shown in Figs. 8 and 9 or, for example, a transverse homogeneous portion 33 according to Fig. 11, may be smaller have greater elasticity than an adjacent homogeneous part.

Dwarse homogene gedeelten kunnen naargelang het geval zodanig worden uitgevoerd dat een inwendige opening 19 geheel of gedeeltelijk is omsloten.Transverse homogeneous portions may, depending on the case, be embodied such that an internal opening 19 is wholly or partially enclosed.

Bovendien kan de elasticiteit van een eerste dwars gedeelte dat aanliggend is aan een intermediair gedeelte 32 van de mal 1 tussen een paar openingen 8 en 9, zoals bijvoorbeeld een dwars gedeelte 28 overeenkomstig de figuren 9 tot 11, groter dan wel kleiner worden gekozen dan de elasticiteit van een tweede dwars gedeelte dat aanliggend is aan het voornoemde eerste dwars gedeelte.Moreover, the elasticity of a first transverse portion abutting an intermediate portion 32 of the mold 1 between a pair of apertures 8 and 9, such as, for example, a transverse portion 28 according to Figures 9 to 11, can be selected to be greater or smaller than the elasticity of a second transverse portion adjacent the aforementioned first transverse portion.

Voorts is het volgens de uitvinding tevens niet uitgesloten . de voorgaande technieken van de figuren 7 tot 11 te combineren teneinde het ontvormen te optimaliseren, waarbij een evenwicht dient gezocht te worden tussen het vermijden van lekken van betonspecie tijdens het gieten en het verzekeren van de positie van de bevestigingsmiddelen 10 in een betonnen dwarsligger enerzijds, en, het toelaten van een zekere beweging ten gevolge van het krimpen van de gegoten betonnen dwarsligger tijdens het uitharden anderzijds, zonder dat hierbij noemenswaardige spanningen in de afsluitmiddelen 14 worden opgewekt.Furthermore, it is also not excluded according to the invention. combining the foregoing techniques of Figures 7 to 11 in order to optimize demoulding, whereby a balance must be found between avoiding leaks of concrete mortar during casting and ensuring the position of the fastening means 10 in a concrete sleeper on the one hand, and, allowing a certain movement due to the shrinking of the cast concrete sleeper during hardening, on the other hand, without significant stresses being generated in the closing means 14.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen van een mal 1 overeenkomstig de uitvinding, doch een mal 1 volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen en op verschillende manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments and shown in the figures of a mold 1 according to the invention, but a mold 1 according to the invention can be realized in all shapes and sizes and in different ways without being outside the scope of the invention. invention.

Claims (20)

1. Mal (1) voor het gieten van betonnen dwarsliggers voor een spoorlijn, waarbij de mal (1) gevormd wordt door een balkvormige bak (2) met een bodem (3) en vier zijwanden, meer bepaald twee langse zijwanden (4) en twee kopse zijwanden (5) , en waarbij er in de bodem (3) twee paren openingen (6,7) zijn voorzien voor het aanbrengen van bevestigingsmiddelen (10) die met hun voet (11) in de betonnen dwarsligger dienen te worden ingegoten, daardoor gekenmerkt dat de mal (1) is voorzien van herbruikbare kunststoffen of rubberen afsluitmiddelen (14) die deel uitmaken van de mal (1) en die elk zijn aangebracht over of in één van de openingen (8,9) waarbij elk afsluitmiddel (14) de randen (15) van de betreffende opening (8,9) in de bodem (3) van de mal (1) omsluit teneinde het lekken van betonspecie uit de mal (1) tijdens het gieten te verhinderen en voorzien is van een inwendige opening (19) bedoeld voor het omsluiten van een bevestigingsmiddel (10).A mold (1) for casting concrete sleepers for a railway line, the mold (1) being formed by a beam-shaped container (2) with a bottom (3) and four side walls, in particular two longitudinal side walls (4) and two end walls (5), and wherein two pairs of openings (6, 7) are provided in the bottom (3) for mounting fasteners (10) to be cast into the concrete sleeper with their feet (11), characterized in that the mold (1) is provided with reusable plastics or rubber sealing means (14) which form part of the mold (1) and which are each arranged over or in one of the openings (8,9), wherein each closing means (14) ) encloses the edges (15) of the relevant opening (8, 9) in the bottom (3) of the mold (1) in order to prevent the concrete from leaking from the mold (1) during casting and is provided with an internal opening (19) intended for enclosing a fastener (10). 2. Mal (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de afsluitmiddelen (14) vervaardigd zijn uit een elastische kunststof of uit een elastisch rubber.Mold (1) according to claim 1, characterized in that the closing means (14) are made from an elastic plastic or from an elastic rubber. 3. Mal (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de elasticiteit van de kunststof of het rubber van de afsluitmiddelen (14) zodanig is dat bij het gieten van een dwarsligger in de mal (1) een inkrimping van de betonnen dwarsligger ten gevolge van uitharding van het betonspecie of door het opspannen van een wapening kan gebeuren zonder noemenswaardige spanningen in de afsluitmiddelen (14) op te wekken.Mold (1) as claimed in claim 2, characterized in that the elasticity of the plastic or the rubber of the closing means (14) is such that when a cross beam is poured into the mold (1) a contraction of the concrete cross beam results curing of the concrete mortar or by tensioning a reinforcement can occur without generating significant stresses in the closing means (14). 4. Mal (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een afsluitmiddel (14) meerdere verschillende homogene gedeelten (24-28,33) bevat die vervaardigd zijn uit een kunststof.Mold (1) according to one of the preceding claims, characterized in that a closing means (14) contains several different homogeneous parts (24-28,33) made of a plastic. 5. Mal (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de afsluitmiddelen (14) bestaan uit kunststoffen inzetstukken (14) die in de mal (1) zijn bevestigd en die een uitwendige vorm hebben die een opening (8,9) in de mal (1) overlapt en waarbij in elk kunststoffen inzetstuk (14) een inwendige opening (19) is voorzien voor het omsluiten van de dwarsdoorsnede van de kop (12) van een bevestigingsmiddel (10) voor een rail teneinde na het aanbrengen van een bevestigingsmiddel (10) in de inwendige opening (19) een dichting te vormen rond het bevestigingsmiddel (10) tegen het lekken van betonspecie tijdens het gieten van de dwarsligger.Mold (1) according to claim 5, characterized in that the closing means (14) consist of plastic inserts (14) which are fixed in the mold (1) and have an external shape which has an opening (8, 9) in the mold (1) overlaps and wherein in each plastic insert (14) an internal opening (19) is provided for enclosing the cross-section of the head (12) of a rail mounting means (10) so that after mounting a mounting means (10) to form a seal in the internal opening (19) around the fastener (10) against the leaking of concrete mortar during the casting of the sleeper. 6. Mal (1) volgens conclusies 4 en 5, daardoor gekenmerkt dat één van de voornoemde homogene gedeelten van het kunststoffen afsluitmiddel (14) een inwendig homogeen gedeelte is dat gans de inwendige opening in het afsluitmiddel (14) omsluit.Mold (1) according to claims 4 and 5, characterized in that one of the aforementioned homogeneous portions of the plastic closure means (14) is an internally homogeneous portion that encloses the entire opening in the closure means (14). 7. Mal (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat één van de voornoemde homogene gedeelten van het kunststoffen afsluitmiddel (14) een uitwendig homogeen gedeelte is dat gans de uitwendige vorm van het afsluitmiddel (14) vormt.Mold (1) according to claim 6, characterized in that one of the aforementioned homogeneous portions of the plastic closure means (14) is an externally homogeneous portion that forms the entire shape of the closure means (14). 8. Mal (1) volgens conclusies 6 en 7, daardoor gekenmerkt dat het kunststoffen afsluitmiddel (14) voorzien is van één of meerdere tussenliggende homogene gedeelten (26) die het inwendig homogeen gedeelte (24) omsluiten en die door het uitwendig homogeen gedeelte (25) worden omsloten.Mold (1) according to claims 6 and 7, characterized in that the plastic sealing means (14) is provided with one or more intermediate homogeneous parts (26) which enclose the internal homogeneous part (24) and which are enclosed by the external homogeneous part ( 25) are enclosed. 9. Mal (1) volgens één van de conclusies 4 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde homogene gedeelten van het kunststoffen afsluitmiddel (14) gevormd worden door meerdere concentrische homogene gedeelten (24-26).Mold (1) according to one of claims 4 to 8, characterized in that the aforementioned homogeneous portions of the plastic sealant (14) are formed by a plurality of concentric homogeneous portions (24-26). 10. Mal (1) volgens conclusies 4 en 5, daardoor gekenmerkt dat één van de voornoemde homogene gedeelten van het kunststoffen afsluitmiddel (14) een dwars homogeen gedeelte (27,28,33) is dat zich uitstrekt doorheen het afsluitmiddel (14) in een richting dwars op de lengterichting (LI/) van de mal (1).Mold (1) according to claims 4 and 5, characterized in that one of the aforementioned homogeneous portions of the plastic sealing means (14) is a transverse homogeneous portion (27, 28, 33) extending through the sealing means (14) in a direction transverse to the longitudinal direction (L1 /) of the mold (1). 11. Mal (1) volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat een voornoemd dwars homogeen gedeelte (27,28) van het kunststoffen afsluitmiddel (14) zich uitstrekt dwars op de lengterichting (LL') van de mal (1) langsheen een uitwendige rand (28,31) van het afsluitmiddel (14).A mold (1) according to claim 10, characterized in that a said transverse homogeneous portion (27,28) of the plastic sealing means (14) extends transversely to the longitudinal direction (LL ') of the mold (1) along an external edge (28,31) of the closing means (14). 12. Mal (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat een dwars homogeen gedeelte (28) de inwendige opening (19) omsluit en zich tevens uitstrekt tot aan een buitenrand (30) van het afsluitmiddel (14), welke buitenrand (30) zich uitstrekt volgens de lengterichting (LL') van de mal (1).A mold (1) according to claim 6, characterized in that a transverse homogeneous portion (28) encloses the internal opening (19) and also extends up to an outer edge (30) of the closing means (14), which outer edge (30) extends in the longitudinal direction (LL ') of the mold (1). 13. Mal (1) volgens één of meerdere van de conclusies 4 tot 12, daardoor gekenmerkt dat een homogeen gedeelte (25, 27, 28) aan een buitenrand (28, 31) van het af sluitmiddel (14) een grotere elasticiteit heeft dan een aanliggend homogeen gedeelte.Mold (1) according to one or more of claims 4 to 12, characterized in that a homogeneous part (25, 27, 28) has an elasticity greater than an outer edge (28, 31) of the closing means (14) than an adjacent homogeneous portion. 14. Mal (1) volgens één of meerdere van de conclusies 4 tot 12, daardoor gekenmerkt dat een homogeen gedeelte (25, 27, 28) aan een buitenrand (28,31) van het af sluitmiddel (14) een kleinere elasticiteit heeft dan een aanliggend homogeen gedeelte.Mold (1) according to one or more of claims 4 to 12, characterized in that a homogeneous part (25, 27, 28) has an elasticity lower than an outer edge (28, 31) of the closing means (14) than an adjacent homogeneous portion. 15. Mal (1) volgens één of meerdere van de conclusies 4 tot 14, daardoor gekenmerkt dat een homogeen gedeelte (24.28) aan een rand van de inwendige opening (19) in het afsluitmiddel (14) een grotere elasticiteit heeft dan een aanliggend homogeen gedeelte.Mold (1) according to one or more of claims 4 to 14, characterized in that a homogeneous part (24.28) on an edge of the internal opening (19) in the closing means (14) has a greater elasticity than an adjacent homogeneous part. 16. Mal (1) volgens één of meerdere van de conclusies 4 tot 14, daardoor gekenmerkt dat een homogeen gedeelte (24.28) aan een rand van de inwendige opening (19) in het afsluitmiddel (14) een kleinere elasticiteit heeft dan een aanliggend homogeen gedeelte.Mold (1) according to one or more of claims 4 to 14, characterized in that a homogeneous part (24.28) on an edge of the internal opening (19) in the closing means (14) has a lower elasticity than an adjacent homogeneous part. 17. Mal (1) volgens één of meerdere van de conclusies 4 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de mal (1) voorzien is van een paar afsluitmiddelen (14) aangebracht in een paar openingen (8,9) aan één van de uiteinde (17, 18) van de mal (1), waarbij elk afsluitmiddel (14) van dat paar is voorzien van een dwars gedeelte (28) dat zich uitstrekt langsheen een rand (31) van het betreffende afsluitmiddel (14) aanliggend aan een intermediair gedeelte (32) van de mal (1) tussen de openingen (8,9) aan het betreffende uiteinde (17,18), waarbij de elasticiteit van de voornoemde dwarse gedeelten (28) groter is dan de elasticiteit van een aanliggend homogeen gedeelte (27, 33).Mold (1) according to one or more of claims 4 to 16, characterized in that the mold (1) is provided with a pair of closing means (14) arranged in a pair of openings (8, 9) at one of the ends ( 17, 18) of the mold (1), wherein each closing means (14) of that pair is provided with a transverse portion (28) extending along an edge (31) of the respective closing means (14) adjacent an intermediate portion (32) of the mold (1) between the openings (8,9) at the respective end (17,18), the elasticity of the aforementioned transverse sections (28) being greater than the elasticity of an adjacent homogeneous section (27) , 33). 18. Mal (1) volgens één of meerdere van de conclusies 6 tot 16, daardoor gekenmerkt dat een voornoemde inwendige opening (19) in een afsluitmiddel (14) een U-vorm heeft met twee benen (20) en een rug (21) waarbij de ruggen (21) van elk paar afsluitmiddelen (14) aangebracht in de openingen (8,9) van elk paar openingen (6,7) naar elkaar zijn gericht.Mold (1) according to one or more of claims 6 to 16, characterized in that a said internal opening (19) in a closing means (14) has a U-shape with two legs (20) and a back (21) wherein the ridges (21) of each pair of closure means (14) disposed in the openings (8, 9) of each pair of openings (6, 7) face each other. 19. Mal (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat elk paar openingen (6,7) zich bevindt aan één langs uiteinde (17,18) van de mal (1) en de afstand (C) tussen de openingen (9,8) van elk paar openingen (6,7) nagenoeg gelijk is aan de breedte van een rail.Mold (1) according to one of the preceding claims, characterized in that each pair of openings (6, 7) is located at one longitudinal end (17,18) of the mold (1) and the distance (C) between the openings (9.8) of each pair of openings (6.7) is substantially equal to the width of a rail. 20. Mal (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kopse zijwanden (5) van de mal (1) voorzien zijn van opspanmiddelen (22) voor het opspannen van een wapening (23).Mold (1) according to one or more of the preceding claims, characterized in that the end side walls (5) of the mold (1) are provided with clamping means (22) for clamping a reinforcement (23).
BE2011/0550A 2011-09-15 2011-09-15 BALL FOR CASTING CONCRETE CROSS BEAMS FOR A RAIL LINE. BE1020222A3 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0550A BE1020222A3 (en) 2011-09-15 2011-09-15 BALL FOR CASTING CONCRETE CROSS BEAMS FOR A RAIL LINE.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0550A BE1020222A3 (en) 2011-09-15 2011-09-15 BALL FOR CASTING CONCRETE CROSS BEAMS FOR A RAIL LINE.
BE201100550 2011-09-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020222A3 true BE1020222A3 (en) 2013-06-04

Family

ID=44907683

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0550A BE1020222A3 (en) 2011-09-15 2011-09-15 BALL FOR CASTING CONCRETE CROSS BEAMS FOR A RAIL LINE.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1020222A3 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9500388A (en) * 1995-02-28 1996-10-01 Grimbergen Holding B V Mold for manufacturing sleepers.
DE20013125U1 (en) * 2000-07-29 2002-01-03 Dyckerhoff & Widmann AG, 81829 München Device for temporarily fixing built-in parts for rail fastenings in the manufacture of concrete sleepers

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9500388A (en) * 1995-02-28 1996-10-01 Grimbergen Holding B V Mold for manufacturing sleepers.
DE20013125U1 (en) * 2000-07-29 2002-01-03 Dyckerhoff & Widmann AG, 81829 München Device for temporarily fixing built-in parts for rail fastenings in the manufacture of concrete sleepers

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2007260582B2 (en) Recess former for concrete panels
US20100325995A1 (en) Expansion joint system of concrete slab arrangement
BE1020222A3 (en) BALL FOR CASTING CONCRETE CROSS BEAMS FOR A RAIL LINE.
JP6186232B2 (en) Concrete strength test formwork
JP2008248648A (en) Concrete structure and joining method of concrete structure
JP3575564B2 (en) End face formwork for PC plate manufacturing
JP5788840B2 (en) Continuous partition structure and construction method thereof
KR102241987B1 (en) Prestressed concrete girder and bridge construction method thereof
BR102016029540B1 (en) STEP FOR AN EMERGENCY LADDER AND METHOD FOR RUNNING A STEP FOR AN EMERGENCY LADDER
KR101050145B1 (en) Construction method of continuous bridge applying pre-stress
KR101638176B1 (en) A preformed sealant having a support and method for repairing a concrete pavement using the same
KR200429910Y1 (en) Forming device for construct drainage canal in the concrete structure
KR20130136874A (en) Logitudinal divided girder
KR20180052835A (en) PC double beam-column joint structure for securing of seismic performance
KR100718753B1 (en) Forming device for construct drainage canal in the concrete structure
NL2014368B1 (en) Method for providing a foundation using a multi-part foundation formwork.
KR102241988B1 (en) Prestressed concrete girder and bridge construction method thereof
BE1017172A3 (en) Foundation element for engineering construction, comprises prefabricated foot with upright walls separated by gap for receiving concrete and reinforcement
NL1034981C1 (en) Bracket for synthetic foam shuttering, has clamping arms specially oriented relative to length axis of span portion
US1285682A (en) Railroad-tie mold.
US20060248832A1 (en) Concrete wall form tie
CS351191A3 (en) Equipment for the production of railway sleepers from prestressed concrete and sleepers manufactured by such an equipment
JP3782400B2 (en) Multi-cavity mold for rebar spacers
NL1021869C2 (en) Foundation comprising reinforced concrete pile and support part, has connecting part extending between pile head cavity and support part
FR2883591B1 (en) FORMWORK IN THE FORM OF A SWIVELING TOOTH COMB FOR ENDS OF REINFORCED CONCRETE BEAMS WITH REINFORCEMENTS EXTENDING AT THE ENDS AND THAT CAN BE VERTICALLY ALIGNED