NL8105123A - Instelbare afsluiter in het bijzonder voor de kortsluitleiding van een pomp. - Google Patents

Description

-1-

Instelbare afsluiter in het bijzonder voor de kortsluitleiding van een pomp.

De uitvinding heeft betrekking op een instelbare afsluiter in het bijzonder voor het tot een bepaalde instelbare mediumdruk gesloten houden van een kortsluit-leiding van een pomp, welke afsluiter een huis omvat 5 dat in de kortsluitleiding is opgenomen en waarin een klepzitting en een daarmee samenwerkende klep zijn aangebracht, welke klep door een veer naar zijn gesloten stand ten opzichte van de klepzitting wordt gedrukt, waarbij de door de veer uitgeoefende druk van buiten 10 af instelbaar is.

Een dergelijke afsluiter kan bijv. worden opgenomen bij een circulatiepomp van een verwarmingsinstallatie. Wanneer radiatorkranen van een centrale verwarmingsinstallatie worden gesloten zal de door de circulatie-15 pomp getransporteerde waterhoeveelheid afnemen. In het uiterste geval kunnen zelfs alle leidingen zijn afgesloten. Bij handbediende kranen zal dit niet vaak optreden, maar bij toepassing van thermische radiatorkranen moet er mee rekening worden gehouden.

20 Wanneer de circulatiepomp draait zonder water te verplaatsen, kan het water in de pomp zo heet worden dat beschadiging van de pomp zou kunnen optreden.

In verband hiermee wordt in het algemeen overgegaan tot toepassing van een kortsluitleiding met daarin een 25 afsluiter, die bij een bepaalde druk open kan gaan, zodat een deel van het door de pomp verplaatste water direkt in de retourleiding terecht kan komen.

Hierbij wordt dus gebruik gemaakt van het feit, dat de door de centrifugaalpomp geleverde druk hoger 30 zal worden wanneer de verplaatste hoeveelheid water kleiner wordt.

Bij dergelijke bekende installaties is nu de moeilijkheid, dat de afsluiter zodanig moet worden ingesteld, dat hij gesloten is wanneer alle radiator-35 kranen geheel open staan, waarbij de circulatiepomp een bepaalde druk levert en daarbij een bepaalde hoeveel- 8105123 - 2 - ί- - _*ϊ * heid water verpompt, terwijl bij het dichtdraaien van din of meer kranen de afsluiter in de kortsluitleiding moet worden geopend. Om de druk waarbij de afsluiter open-gaat in te kUnnen stellen moet men beschikken over ver-5 schillende gegevens van de installatie, zoals het pomp-diagram, de capaciteit van de installatie en het druk-verlies in het leidingstelsel. Vooral dit laatste is moeilijk te berekenen en kan ook na verloop van tijd wijzigen, bijv. door vuilafzettingen in het leiding-10 stelsel van de installatie.

Het gevaar is dus aanwezig, dat de afsluiter in de kortsluitleiding reeds bij het in bedrijf stellen van de installatie te vroeg opengaat, of dat dit na enige bedrijfstijd het geval zal zijn.

15 Bij wijziging van een oudere installatie zullen ook niet altijd meer direkt de gegevens ter beschikking staan die voor de juiste instelling van de afsluiter noodzakelijk zijn.

De uitvinding heft nu deze bezwaren op, door het 20 verschaffen van een afsluiter, die daardoor is gekenmerkt, dat door de wand van het huis heen een van buiten het huis lopende secundaire leiding is aangebracht, die zodanig in het huis uitmondt dat hij door de klep gesloten wordt gehouden zolang de klep de afsluiter gesloten houdt, terwijl 25 gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig met het openen van de afsluiter ten gevolge van de toenemende pompdruk de secundaire leiding wordt geopend, zodanig dat medium uit het huis via de leiding naar buiten toe uit het huis kan stromen, waarbij in de leiding een kraan aanwezig is 30 voor het afsluiten van de leiding na het instellen van de druk, waarbij de afsluiter open moet gaan.

Bij het aanbrengen van een afsluiter volgens de onderhavige uitvinding in de kortsluitleiding zal deze worden ingesteld om open te gaan bij een hoge druk en 35 de installatie zal in bedrijf worden genomen met alle radiatorkranen geheel geopend. De circulatiepomp levert • dan een bepaalde druk, waarbij de afsluiter in de kort-sluitleiding gesloten blijft. De door de veer op de klep van de afsluiter uitgeoefende druk wordt nu verminderd 40 totdat de afsluiter open gaat, waarbij dan gelijktijdig 8105123 - 3 - « - Η ^ of nagenoeg gelijktijdig ook de secundaire leiding wordt geopend, van welke leiding de kraan eveneens in de geopende stand staat. Er zal dan dus water uit de leiding stromen en men gaat nu de veerdruk weer verhogen, totdat 5 geen water meer uit de leiding stroomt. Men weet dan dat de afsluiter in de kortsluitleiding juist weer in de gesloten stand is terecht gekomen. De kraan in de secundaire leiding kan dan worden gesloten en de installatie is bedrij fsgereed.

10 Uiteraard is het mogelijk de druk van de veer, die de klep gesloten houdt, nog in bepaalde mate te verhogen, zodat niet direkt bij het sluiten van een enkele radiator-kraan de afsluiter in de kortsluitleiding reeds open gaat.

Een zekere verhoging van de werkdruk van de pomp is 15 uiteraard toelaatbaar.

Tijdens het bedrijf van de installatie kan men steeds de juiste werking van de afsluiter in de kortsluitleiding van de pomp controleren, zonder dat men over gegevens van de installatie moet beschikken.

20 Daar bij het instellen van de afsluiter de invloed van de geopende secundaire leiding op de stromings-omstandigheden zo klein mogelijk moet zijn, zal de diameter van deze leiding of de maximale doorlaat van de ermee verbonden kraan zo klein mogelijk zijn, waarbij er slechts 25 op moet worden gelet dat er geen gevaar bestaat voor het verstopt raken van de leiding of de kraan.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin de fig. 1 en 2 schematise!! een 30 doorsnede tonen over twee mogelijke uitvoeringsvormen van de kraan.

In beide figuren is de van de circulatiepomp afkomende leiding aangeduidt met 1, de retourleiding met 2 en de op deze leidingen aansluitende delen van de kort-35 sluitleiding met 3a resp. 3b.

Tussen de delen 3a en 3b van de kortsluitleiding bevindt zich de afsluiter 4 in fig. 1 resp. 5 in fig. 2.

De afsluiter 4 van fig. 1 omvat een huis 6 met een bodem 7, in welke bodem het deel 3a van de kortsluit-40 leiding uitmondt, terwijl in de zijwand van het huis 6 8105123 -a· + * - 4 - het deel 3b van de kortsluitleiding uitmondt. In de bodem 7 mondt eveneens de secundaire leiding 8 uit, die is voorzien van de kraan 9. De leidingen 3a en 8 warden beide afgesloten door de klep 10, die belast wordt door de veer 11, waarvan 5 het andere einde aanligt tegen een schotel 12, die is verbonden met een instelschroef 13, voorzien van de instelknop 14. De schroef 13 is verdraaibaar opgenomen in de bovenwand 15 van het huis 6, zodat de druk van de veer 11 instelbaar is.

10 Bij de afsluiter 5 van fig. 2 zijn overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid, waarbij slechts het verschil is, dat het huis 16 van de afsluiter 5 op iets andere wijze is uitgevoerd dan bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1, terwijl de secundaire 15 leiding 17 zodanig is aangebracht dat de hartlijn ervan samenvalt met de hartlijn van de klep 10, zodat deze meer centrisch zal worden belast.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvoeringsvoorbeel-den slechts schematisch zijn weergegeven en dat vele 20 wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

Zo kunnen bijv. de kleppen en klepzittingen conisch zijn uitgevoerd voor het verkrijgen van bepaalde stromingsomstandigheden enz., maar al deze mogelijkheden 25 zullen de deskundige duidelijk zijn.

- conclusies - 8105123

Claims (2)

1. Instelbare afsluiter, in het bijzonder voor het tot een bepaalde instelbare mediumdruk gesloten houden van een kortsluitleiding van een pomp, welke afsluiter een huis omvat dat in de kortsluitleiding is opgenomen 5 en waarin een klepzitting en een daarmee samenwerkende klep zijn aangebracht, welke klep. door een veer naar zijn gesloten stand ten opzichte van de klepzitting wordt gedrukt, waarbij de door de veer uitgeoefende druk van buiten af instelbaar is,met het kenmerk, 10 dat door de wand van het huis heen een van buiten het huis lopende secundaire leiding is aangebracht, die zodanig in het huis uitmondt dat hij door de klep gesloten wordt gehouden zolang de klep de afsluiter gesloten houdt, terwijl gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig met het 15 openen van de afsluiter ten gevolge van de toenemende pompdruk de secundaire leiding wordt geopend, zodanig dat medium uit het huis via de leiding naar buiten toe uit het huis kan stromen, waarbij in de leiding een kraan aanwezig is voor het afsluiten van de leiding na het 20 instellen van de druk, waarbij de afsluiter open moet gaan.

2. Afsluiter als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 8105123