NL7907764A - Schokbuis voor een explosief projectiel. - Google Patents

Description

79.3479/M/Rey/jz N*

Aanvraagster: SARMAC S.A. te Carouge, Zwitserland.

Titel : Schokbuis voor een explosief projectiel.

De uitvinding heeft betrekking op een schokbuis met een uitgeschakelde detonator voor een explosief projectiel, in het bijzonder voor een geweergranaat.

Ontstekingsbuizen voor kleine explosieve projectielen, met 5 een lage beginsnelheid, zoals geweergranaten, lichte mortiergranaten, raketten van een klein kaliber, enz. moeten buiten het mechanisme dat noodzakelijk is voor de werking hiervan, zijn voorzien van een aantal inrichtingen, die de vereiste veiligheid verschaffen, welke noodzakelijk is voor een risikoloos gebruik, bijvoorbeeld een 10 mondingsveiligheid door een vertraging in het op scherp stellen, een veiligheid voor het geval het projectiel valt of stoot tijdens het transport, enz. Om deze reden hebben de meeste bekende ontstekingsbuizen een zeer complex ontwerp en constructie en zijn voorzien van lastige, tere, zware en omvangrijke mechanische en/of electronische 15 inrichtingen.

De uitvinding beoogt een schokbuis voor een explosief projectiel te verschaffen, met een eenvoudige samenstelling en fabricage, een laag gewicht en een kleine omvang, maar die niettemin alle vereiste veiligheden bezit. Dit oogmerk wordt volgens de uit-20 vinding bereikt, doordat de buis bestaat uit een cilindrisch lichaam waarvan de achterzijde is voorzien van bevestigingsmiddelen, die in de operationele stand samenwerken met overeenkomstige middelen aan de voorzijde van het projectiel, en is voorzien van een koker, die axiaal binnen het genoemde lichaam is gelegen, welke koker zich in 25 de operationele stand tot binnen de explosieve lading van het projectiel uitstrekt, dat een detonator, omvattende een huls waarvan het achterste deel is versterkt en dient als pantserplaat, een lading een aan de voorzijde aangebrachte vergrendelingsmiddelen verplaatsbaar is gemonteerd binnen een coaxiaal in het lichaam bevestigde bus,

7 β O. 7 ? ^ I

'f & L' ,v ~ * -2- · zodat de detonator vanuit een niet-werkzame stand waarin de pantser-plaat voor de genoemde bevestigingsmiddelen van het cilindrische lichaam zijn gelegen en de detonator zich binnen de bus bevindt, axiaal kan verschuiven naar een werkzame stand waarbij de detonator 5 zich binnen de genoemde koker bevindt, en de buis voorts is voorzien van een traagheidsgewicht dat verschuifbaar aan de buitenzijde van de bus is gemonteerd en samenwerkt met de vergrendelingsmiddelen van de detonator en is onderworpen aan de druk van een veer en aan de werking van middelen voor het vertragen van de voorwaartse verplaat-10 sing door deze veerdruk, alsmede van een omwentelingselement dat coaxiaal aan de voorzijde van het cilindrische lichaam is bevestigd, welk element een axiaal beweegbaar ontstekingsmassa bevat, die nabij het voorste uiteinde van de bus is geplaatst en een slagpen die aan het voorste uiteinde van het omwentelingselement is bevestigd, 15 waarbij de ontstekingsmassa onder de druk van een veer staat teneinde deze massa op een afstand van de slagpen te houden.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening die twee uitvoeringsvormen van de ontstekingsbuis volgens de uitvinding weergeeft.

20 Fig. 1 toont een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de buis in de ruststand, met in doorsnede een detail van een vertragingssleuf.

Fig. 2, 3 en 4 tonen doorsneden met een detail van de vertragingssleuven die de werking van de eerste uitvoeringsvorm 25 volgens Fig. 1 tonen, en respectievelijk de stand tijdens het op scherp stellen, de scherpe stand en de ontstekingsstand weergeven.

Fig. 5 toont het principe van de veiligheid tegen het vallen, bij een accidentele schok.

Fig. 6 is een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht van een 30 tweede uitvoeringsvorm met de slagpen in een niet werkzame stand.

Fig. 7 en 8 zijn doorsneden op een vergrote schaal van het voorste deel van de tweede uitvoeringsvorm met de slagpen resp. in de werkzame scherpe stand en in de stand ten tijde van de ontsteking bij de inslag.

7907734

-3- . J

De eerste uitvoeringsvorm van de schokbuis volgens de uitvinding, zoals weergegeven in Fig. 1, omvat een hol cilindrisch lichaam 1, dat aan de achterzijde is voorzien van een schroefdraad 2, die kan samenwerken met een overeenkomstige schroefdraad in het 5 voorste deel 3 van een explosief projectiel, waarop de buis is gemonteerd en dat een explosieve lading 4 bevat. Het voorste deel van het lichaam 1 is voorzien van een tussenring 5 waarop een omwen-telingselement 6 is bevestigd, welk element 6 dient als steun voor de ontstekingsinrichting. De ontstekingsinrichting omvat een ontste-10 kingsmassa 7, die verschuifbaar in het element 6 nabij het voorste uiteinde van het lichaam 1 is gemonteerd, en onder druk staat van een veer 8, een slagpen 9, die is bevestigd aan het voorste uiteinde van het element 6, waarbij de veer 8 de ontstekingsmassa 7 op een afstand van de slagpen 9 houdt. De ontstekingsinrichting kan in het 15 bijzonder tijdens het transport en de opslag worden beschermd door een kap 10.

Een bus 11 met een cilindrische inwendige doorgang is coaxiaal binnen het lichaam 1 geplaatst. Een detonator 12 is verschuifbaar binnen de bus 11 gemonteerd. Deze detonator 12 omvat een 20 huls 13, waarvan de achterzijde is versterkt teneinde een pantser- plaat 13' te vormen, een lading 14 en vergrendelingsmiddelen bestaande uit een deksel 15, die is voorzien van een groef 16 en samenwerkt met de huls 13. De detonator staat tevens onder druk van een veer 17.

In de niet-werkzame stand, is de detonator 12 geheel binnen 25 de huls 11 gelegen, waarbij de pantserplaat 13' de voortplanting van de explosie bij een accidentele ontsteking van de detonator 12 tegengaat. Deze detonator wordt daarom wel een "uitgeschakelde” detonator genoemd. In de scherpe stand is de detonator 12 in een koker 18 gelegen, die in het verlengde van de bus 11 is bevestigd 30 aan het achterste uiteinde van het lichaam 1 en welke koker geheel binnen de explosieve lading 4 is gelegen wanneer de ontstekingsbuis voor het gebruik op het projectiel 3 is gemonteerd. De detonator 12 wordt in zijn niet-werkzame stand buiten de lading gehouden door middel van kogels 19 die gedeeltelijk in de groef 16 van de deksel 79 0 7 7 5 4

V

-4- J.

15 van de detonator 12 grijpen. Deze kogels 19 steken buiten kanalen 20 uit, die zijn aangebracht in de wand van de bus 11 en worden in deze kanalen 20 vastgehouden door een boring van een traagheidsgewicht 21.

5 Het traagheidsgewicht 21 is verschuifbaar buiten de bus 11 gemonteerd en staat onder de druk van een veer 22. Het gewicht wordt in de stand waarbij de kogels 19 worden vergrendeld gehouden door middel van twee diametraal tegenover elkaar gelegen uitsteeksels 23, die samenwerken met keersleuven 24, en in het bijzonder in de in 10 Fig. 1 weergegeven niet-werkzame stand met de uiteinden van de zijtakken 25 van de keersleuven 24, door de werking van de veer 22 (zie het detail van de keersleuven in Fig. 1).

Met verwijzing naar de Fig. 2-6 zal de werking van de ontstekingsbuis worden beschreven. Bij de aanvang van de lancering 15 ( zie Fig. 2) wordt het traagheidsgewicht 21 door de werking van de traagheidskrachten naar beneden gedrukt, waarbij de veer 22 wordt samengedrukt, en de uitsteeksels 23 langs de zijtakken 25 van de keersleuven 24 bewegen (zie het detail in Fig. 2), welke zijtakken uitmonden in een rechtlijnig deel 26 van de keersleuven 24. Nadat het 20 traagheidsgewicht 21 deze teruggaande beweging heeft beëindigd, wordt het traagheidsgewicht 21 door de veer 22 weer in voorwaartse richting bewogen.

Als het traagheidsgewicht 21 door de druk van de veer 22 voorwaarts beweegt, wordt het door zijn uitsiseksels, die eerst in 25 de rechte delen 26 van de keersleuven 24 en vervolgens in de sinusof zigzagvormige delen 27 (zie Fig. 3) zijn gelegen geleid. Dit laatste heeft tot doel het op scherp stellen te vertragen, en zodoende een mondingsveiligheid te verschaffen. Aan het uiteinde van de weg van het traagheidsgewicht 21 zijn de kanalen 20 niet afgesloten, 30 en kunnen de kogels 19 de kanalen 20 verlaten. De kogels 19 worden dan opzij geworpen door het schuine oppervlak van de cirkelvormige groef 16 via de druk van de veer 17, die vervolgens de zojuist vrij gegeven detonator 12 in de koker 18 in de werkzame stand in de explosieve lading 4 drukt, zódat de inrichting in de in Fig. 3 weer- 7907764 Λ -5- > gegeven scherpe stand komt. Bovendien is de detonator in de koker 18 opgesloten, bijvoorbeeld door middel van een veerring 28 met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, die in een cirkelvormige groef in het buitenoppervlak van de deksel 15 is aangebracht, en die 5 gedeeltelijk in een cirkelvormige groef 29 grijpt, die is aangebracht in de binnenzijde van het achterste uiteinde van de bus 11. Zodoende wordt voorkomen dat de detonator 12 bij de inslag weer naar voren beweegt.

Opgemerkt wordt, dat de kogels 19 die dienen om de detonator 10 12 in de vergrendelde niet-werkzame stand te houden in het begin van de lancering met een versnelling van 2.000 tot 3,000 G zijn onderworpen aan krachten die aanzienlijk maar toch acceptabel zijn, waarbij noch de groef 16 in de deksel 15 van de detonator noch de kanalen 20 in de bus 11 worden beschadigd.

15 Bij de inslag wordt de slagpen 9 die is verbonden met het omwentelingselement 6 naar achteren gedrukt na het breken van een ring 31 en een pen 30 die het element 6 vasthoudt aan de tussenring 5, die zelf is bevestigd aan het uiteinde van het lichaam 1. De ontstekingsmassa 7 die de neiging heeft de snelheid verkregen aan 20 het begin van de lancering te handhaven zal ten gevolge van zijn traagheid de druk van de veer 8 overwinnen en tegen de punt van de slagpen 9 aanslaan, waardoor deze massa explodeert en de explosie van de detonator 12 en hiermee van de lading 4 veroorzaakt, zoals is weergegeven in Fig. 4.

25 De mondingsveiligheid, d.w.z. dat wordt voorkomen dat de granaat binnen een bepaalde afstand voor de schutter die het projectiel afvuurt, kan ontploffen, wordt zodoende op twee manieren verkregen: ten eerste door de vertraging in het op scherp stellen n.l. ten gevolge van de heen en weer gaande beweging van het traagheids-30 gewicht 21, en door de vertragende werking van de keersleuven 24, die de verplaatsing van de detonator 12 in de lading 4 tijdens het eerste deel van de baan van het projectiel vertragen, waardoor het projectiel een bepaalde afstand kan afleggen voordat het op scherp wordt gesteld. De detonator 12 is slechts aan het einde van de 790775« 7 -6- beweging van het traagheidsgewicht 21 niet vergrendeld, na een "tijdverlies" dat wordt veroorzaakt door de heen en weer gaande beweging van het traagheidsgewicht 21, samen met de remmende werking van de keersleuven.

5 In geval van een voortijdige inslag, binnen de bovenge noemde veiligheidsafstand, wanneer de detonator 12 nog niet is vergrendeld, explodeert de lading 14 in de bus 11 buiten de lading 4, zodat dit geen uitwerking heeft op de explosieve lading zelf, zoals weergegeven in Fig. 5. De bescherming van deze lading 4 wordt 10 bovendien verzekerd door de aanwezigheid van de gepantserde plaat 13' waarmee de huls 13 van de detonator is uitgerust.

De tweede uitvoeringsvorm van de ontstekingsbuis volgens de uitvinding, zoals weergegeven in de Fig. 6 en 7 onderscheidt zich van de hierboven beschreven eerste uitvoeringsvorm doordat extra 15 veiligheidsmaatregelen zijn aangebracht. De slagpen 32 is axiaal verschuifbaar vanuit een niet-werkzame stand (Fig. 6) naar een werkzame stand (fig. 7) in het omwentelingselement 33 gemonteerd.

In de niet-werkzame stand wordt de slagpen 32, die is omgeven door een ring 34 in zijn positie gehouden door radiale verende vingers . 20 35, die bestaan uit omgezette delen van de ring 34, zodat de punt 36 van de slagpen 32 voor de achterste cirkelvormige rand 37 van de ring 34 is gelegen, en zodoende wordt in het geval van een stoot ten gevolge van een accidentele val, b.v. tijdens het transport, de ontstekingsmassa 7 door zijn traagheid naar voren gedrukt en 25 komt tegen de rand 37 aan en kan zodoende niet in contact komen met de punt 36 van de slagpen 32. Deze constructie voorziet zodoende in een perfecte veiligheid met betrekking tot een accidentele val.

Aan het begin van de lancering is de slagpen 32 aan dezelfde versnelling onderworpen als het projectiel en wordt naar achteren 30 gedrukt, zodat de verende vingers 35, die de pen vasthouden in een niet-werkzame stand tegen de wand van het element 33 worden bewogen, totdat de schouder 38 van de slagpen 32 in contact komt met het radiale oppervlak 39 van de ring 34. De verende vingers 35 keren naar hun oorspronkelijke vergrendelende stand terug, en voorkomen 7907764 4 -7- zodoende dat de slagpen op het moment van de inslag naar voren beweegt, zoals is weergegeven in Fig. 7. De punt 36 van de slagpen 32 is dan achter de achterste cirkelvormige rand 37 van de ring 34 gelegen, en bevindt zich zodoende in een werkzame stand klaar om bij 5 de inslag in contact te komen met de ontstekingsmassa.

Zoals hierboven met betrekking tot de eerste uitvoeringsvorm reeds is beschreven, wordt de slagpen 32 die op dat ogenblik is bevestigd aan het omwentelingselement 33 bij de inslag naar achteren bewogen na het breken van de pen 30 en de ring 31, en overwint de 10 ontstekingsmassa 7 ten gevolge van zijn traagheid de druk van de veer 8 en slaat tegen de punt 36 van de slagpen 32, zoals weergegeven in Fig. 8. Evenals in de eerste uitvoeringsvorm veroorzaakt de explosie van de ontstekingsmassa 7 de explosie van de detonator 12 en zodoende de explosie van de lading 4.

15 Bovendien heeft het omwentelingselement 33 in deze tweede uitvoeringsvorm een verlengstuk 40 (zie Fig. 6) dat zich uitstrekt tot binnen de bus 11, aan het voorste uiteinde van de deksel 15 van de detonator 12. Het verlengstuk 40 is niet hol, zoals het voorste deel van het element 33, en dient als een physische barrière om te 20 voorkomen dat de explosie zich voortplant naar de detonator 12 in het geval dat de ontstekingsmassa per ongeluk afgaat. Aan de andere kant, is het verlengstuk voorzien van doorgangen 41, die een vuurgang moeten vormen, wanneer het element 33 naar achteren wordt gedrukt bij de inslag, en het verlengstuk 40 geheel binnen de bus 11 is gelegen. 25 Tot slot heeft de veerring 42 voor het in de werkzame stand in de koker 18 opsluiten van de detonator 12 zoals ook in Fig. 6 is weergegeven, een rechthoekige doorsnede, evenals de groef 43 die aan de achterzijde in het inwendige oppervlak van de bus 11 is aange^-bracht, en die dient om de veerring 42 op te nemen.

30 De schokbuis voor een explosief projectiel volgens de uitvinding, zoals deze bij wijze van voorbeeld aan de hand van de bijgaande tekening is beschreven, heeft vele voordelen, waarvan de nadruk ligt op een zeer eenvoudige constructie met een klein aantal onderdelen die volgens een axiaal systeem worden sanengesteld, ter- 7907764 ' -8- 7 wijl alle vereiste veiligheden worden verkregen, geringe afmetingen en een laag gewicht. Bovendien kan de buis worden verwijderd en gescheiden van het overige deel van het projectiel worden opgeslagen. Het kan bijvoorbeeld in zijn transportdoos 5 binnen het staartdeel van een granaat worden geplaatst.

-conclusies- 7907764

Claims (9)

1. Schokbuis voor een explosief projectiel met het k e n m e r k, dat de buis bestaat uit een cilindrisch lichaam waarvan de achterzijde is voorzien van bevestigingsmiddelen die in de operationele stand kunnen samenwerken met overeenkomstige middelen aan 5 de voorzijde van het projectiel, en is voorzien van een koker die axiaal binnen het genoemde lichaam is gelegen, welke koker zich in de operationele stand tot binnen de explosieve lading van het projectiel uitstrekt, dat een detonator omvattende een huls, waarvan het achterste deel is versterkt en dient als pantserplaat, een Ί0 lading en aan de voorzijde aangebrachte vergrendelingsmiddelen verplaatsbaar is gemonteerd binnen een coaxiaal in het lichaam bevestigde bus, zodat de detonator vanuit een niet-werkzame stand waarin de pantserplaat voor de genoemde bevestigingsmiddlen van het cilindrische lichaam zijn gelegen en de detonator zich binnen de 15 bus bevindt, axiaal kan verschuiven naar een werkzame stand, waarbij de detonator zich binnen de koker bevindt en de buis voorts is voorzien van een traagheidsgewicht dat verschuifbaar aan de buitenzijde van de bus is gemonteerd en samenwerkt met de vergrendelingsmiddelen van de detonator en is onderworpen aan de druk van een veer en aan 20 de werking van middelen voor het vertragen van de voorwaartse verplaatsing door de veerdruk, alsmede van een omwentelingselement dat coaxiaal aan de voorzijde van het cilindrische lichaam is bevestigd, welk element een axiaal beweegbare ontstekingsmassa bevat die nabij het voorste uiteinde van de bus is geplaatst en een slagpen die 25 aan het voorste uiteinde van het omwentelingselement is bevestigd,' waarbij de ontstekingsmassa is onderworpen aan de druk van een veer staat, teneinde deze massa op een afstand van de slagpen te houden.

2. Buis volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de vergrendelingsmiddelen van de detonator, 30 teneinde deze in een niet-werkzame stand te vergrendelen, bestaan uit een deksel die samenwerkt met het voorste deel van de huls en die aan zijn buitenoppervlak is voorzien van een groef, alsmede uit 7907764 v -10- kogels die gedeeltelijk·in de genoemde groef grijpen en die buiten in de wand van de bus aangebrachte openingen steken, welke kogels in de genoemde openingen worden vastgehouden door een boring in het traagheidsgewicht.

3. Buis volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat deze is voorzien van middelen om de detonator in zijn werkzame stand in de koker op te sluiten.

4. Buis volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de opsluitmiddelen bestaan uit een veerring die 10 in een cirkelvormige groef in het uitwendige oppervlak van de deksel is geplaatst en uit een cirkelvormige groef in het inwendige oppervlak van het achterste uiteinde van de bus, waarbij de veerring gedeeltelijk in de laatstgenoemde groef grijpt als de detonator zich in de werkzame stand binnen de koker bevindt.

5. Buis volgens conclusies 1-4, met h et kenmerk, dat de vertragingsmiddelen bestaan uit een in het uitwendige oppervlak van de bus gefreesde keejdeuven, waarmee tenminste een uitstekend deel van het traagheidsgewicht samenwerkt welke keersleuven tenminste zijn voorzien van een zig-zagvormige 20 tak voor het vertragen van de voorwaarts gerichte beweging van het traagheidsgewicht en van een zijtak waarin het uitstekend deel wordt vastgehouden door de druk van de veer op het traagheidsgewicht.

6. Buis volgens een der voorafgaande conclusies 1—5, met het kenmerk, dat de slagpen vast is gemonteerd 25 binnen het omwentelingselement.

7. Buis volgens een der voorafgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de slagpen verplaatsbaar binnen het omwentelingselement is gemonteerd en vanuit een niet-werkzame stand waarin de pen wordt vastgehouden door radiale verende vingers, 30 zodat de beweegbare ontstekingsmassa niet met de pen in contact kan komen bij een voortijdige stoot, axiaal naar een werkzame stand kan schuiven, waarin de slagpen naar achteren is verplaatst en wordt vastgehouden door de verende vingers, zodat de beweegbare ontstekingsmassa bij de inslag met de pen in contact kan komen. 7907765 ψ -η- \

8. Buis volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de slagpen is omgeven door een ring, en de verende vingers worden gevormd door delen van de wand van de ring, die naar binnen toe zijn verbogen, en de achterste cirkelvormige 5 rand van de ring dient als aanslag voor de beweegbare ontstekings-massa wanneer de slagpen zich in de niet-werkzame stand bevindt.

9. Buis volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat deze aan zijn voorste uiteinde is voorzien van een losneembare beschermkap. 79077$4