NL2013514B1

NL2013514B1 - Wig voor het opspannen van een overlangs door een wigvormige spleet gedeelde verstevigingshuls in een kunstof buis.

Info

Publication number: NL2013514B1
Application number: NL2013514A
Authority: NL
Inventors: Saris Marc
Original assignee: Huwa Int Pipeline Products B V
Priority date: 2014-04-28
Filing date: 2014-09-23
Publication date: 2016-07-11

Abstract

Een verstevingsinrichting bestaat uit een overlangs door een wigvormige spleet 3 gedeelde vertevigingshuls 1, en een in de speet tussen de begrenzingsranden 5 van de spleet aanwezige wig 11. De begrenzingsranden 5 van de spleet zijn in het mantelvlak 7 van de verstevigingshuls 1 aanwezig. De wig 11 is gevormd uit een wigvormige strip 13 met een in dwarsdoorsnede gebogen hoofdvlak 13A. Uit deze strip zijn langwerpige uitstulpingen 15 gedrukt, die zich in breedterichting van de strip uitstrekken. De uiteinden 17 van de uitstulpingen zijn losgesneden van de rest van de strip en vormen drijfvlakken die tijdens gebruik in contact zijn met de begrenzingsranden 5 van de spleet. De drijfvlakken zijn begrensd door enerzijds delen 13B van het hoofdvlak van de strip 13 en anderzijds door uit de strip gestanste lippen 19.

Description

Wig voor het opspannen van een overlangs door een wigvormige spleet gedeelde verstevigingshuls in een kunststof buis BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een wig voor het opspannen van een overlangs door een wigvormige spleet gedeelde verstevigingshuls in een kunststof buis, omvattende een wigvormige strip met een in dwarsdoorsnede gebogen hoofdvlak en van het hoofdvlak opstaande drijfvlakken die tijdens en na het in de wigvormige spleet drijven van de wig in contact zijn met de begrenzingsranden van de spleet en tijdens het in de wigvormige spleet drijven van de wig uit elkaar drijven van de begrenzingsranden van de spleet, welke drijfvlakken zijn begrensd door op afstand van elkaar aanwezige uitsteeksels waartussen tijdens en na het in de wigvormige spleet drijven van de wig de begrenzingsranden van de spleet opgesloten zijn.

Kunststof buizen en een kunststof buis en een van een flens voorzien buis stuk worden door middel van een om de buizen aangebrachte buiskoppelingen met elkaar gekoppeld. Door hogere eisen die aan de verbinding tussen de buizen gesteld worden vanwege toenemende druk van het door de buizen stromende medium dienen de buiskoppelingen steviger aangebracht te worden waardoor grote klemkrachten op de kunststof buizen uitgeoefend worden. Onder deze grote klemkrachten blijken de buizen langzaam te vloeien met als gevolg afname van de klemkrachten en lekkages. Om het vloeien tegen te gaan worden metalen verstevigingshulzen ter plaatse van de buiskoppelingen in de uiteinden van de kunststof buizen aangebracht. Om deze verstevigingshulzen goed passend te krijgen, zijn zij overlangs gedeeld en worden zij door een spie uit elkaar gedreven.

Stand van de techniek

Een dergelijke wig is algemeen bekend. De bekende wig heeft een Ω-vormige dwarsdoorsnede, waarbij in de tegenover elkaar aanwezige inhammen ter plaatse van de overgangen van de poten naar het gebogen middendeel van de wig, naar binnen gebogen begrenzingsranden van de spleet opgesloten zijn. Bij grote klemkrachten neemt de kans toe dat de begrenzingsranden van de spleet naar binnen gebogen worden en daardoor de wig uit de spleet gedrukt wordt.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een wig van de in de aanhef om schreven soort waarbij de begrenzingsranden van de spleet beter opgesloten zijn in de wig zodat de begrenzingsranden minder snel naar binnen zullen buigen. Hiertoe is de wig volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de drijfvlakken gevormd zijn door eindvlakken van een aantal langwerpige zich dwars over de strip uitstrekkende en uit de strip gedrukte uitstulpingen, waarbij de uitsteeksels gevormd zijn door enerzijds naast de eindvlakken van de uitstulpingen aanwezige delen van het hoofdvlak van de strip en anderzijds uit de strip gestanste lippen die op afstand van de genoemde delen van de strip aanwezig zijn en aan de uitstulpingen zijn bevestigd. Door deze in de breedte van de stip zich uitstrekkende uitstulpingen neemt de stijfheid van de wig in breedterichting toe waardoor de wig minder gemakkelijk uit de spleet gedrukt kan worden. Doordat voorts de begrenzingsranden van de spleet opgesloten zijn door de een geheel met de uitstulpingen vormende uitstekende lippen en delen van het hoofdvlak van de strip kunnen deze begrenzingsranden minder gemakkelijk omgebogen worden, waardoor de verstevigingshuls grotere drukkrachten kan opvangen.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de wig volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de uitstulpingen gevormd zijn tussen twee op afstand van elkaar aanwezige sneden in de strip, waarbij de aan de sneden grenzende randen de eindvlakken en de lippen vormen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een verstevingsinrichting voor een kunststof buis, omvattende een overlangs door een wigvormige spleet gedeelde vertevigingshuls, alsmede een in de speet tussen de begrenzingsranden van de spleet aanwezige wig volgens de uitvinding.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de verstevigingsinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de begrenzingsranden van de spleet in het mantelvlak van de verstevigingshuls aanwezig zijn en dus niet naar binnen of buiten omgebogen zijn. Hierdoor is de verstevigingshuls sterker en kunnen de begrenzingsranden minder gemakkelijk omgebogen worden.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de wig en de versteviging sinrichting volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de versteviging sinrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht;

Figuur 2 een uitvoeringsvorm van de wig volgens de uitvinding in bovenaanzicht;

Figuur 3 de in figuur 2 weergegeven wig in perspectief;

Figuur 4 de in figuur 2 weergegeven wig is zijaanzicht; en

Figuur 5 een detail van de in figuur 1 weergegeven versteviging sinrichting ter plaatse van de wig in doorsnede.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van de verstevigingsinrichting voor een kunststof buis (met onderbroken lijnen aangegeven) volgens de uitvinding getoond. De verstevingsinrichting bestaat uit een overlangs door een wigvormige spleet 3 gedeelde vertevigingshuls 1, en een in de speet tussen de begrenzingsranden 5 van de spleet aanwezige wig 11. De begrenzingsranden 5 van de spleet zijn in het mantelvlak 7 van de verstevigingshuls 1 aanwezig.

De wig 11, zie figuur 2, is gevormd uit een wigvormige strip 13 met een in dwarsdoorsnede gebogen hoofdvlak 13 A (zie figuur 3 waarin de wig in perspectief is weergegeven). Uit deze strip zijn uitstulpingen 15 gedrukt. Dit is duidelijk zichtbaar in figuur 4 waarin de wig in zijaanzicht is getoond. Deze uitstulpingen 15 zijn langwerpig, zie figuur 2, en strekken zich in breedterichting van de strip uit. De uiteinden 17 van de uitstulpingen zijn losgesneden van de rest van de strip en vormen drijfvlakken die tijdens gebruik in contact zijn met de begrenzingsranden 5 van de spleet, zie figuur 5 waarin een detail van de verstevigingsinrichting ter plaatse van de wig is weergegeven in doorsnede. In figuur 2 zijn ter illustratie met onderbroken lijnen de begrenzingsranden van de wigvormige spleet in de verstevigingshuls aangegeven.

De drijfvlakken zijn begrensd door op afstand van elkaar aanwezige uitsteeksels waartussen tijdens gebruik de begrenzingsranden 5 van de spleet 3 in de verstevigingshuls 1 zijn opgesloten, zie figuur 5. Deze uitsteeksels zijn gevormd door enerzijds naast de eindvlakken 17 van de uitstulpingen 15 aanwezige delen 13B van het hoofdvlak van de strip 13 en anderzijds uit de strip gestanste lippen 19 die op afstand van de genoemde delen 13B van de strip aanwezig zijn en een geheel vormen met de uitstulpingen. De uitstulpingen 15 zijn gevormd tussen twee op afstand van elkaar aanwezige sneden 21 in de strip, waarbij de aan de sneden grenzende randen van de uitstulping 15 de eindvlakken 17 en de lippen 19 vormen.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Wig voor het opspannen van een overlangs door een wigvormige spleet gedeelde verstevigingshuls in een kunststof buis, omvattende een wigvormige strip met een in dwarsdoorsnede gebogen hoofdvlak en van het hoofdvlak opstaande drijfvlakken die tijdens en na het in de wigvormige spleet drijven van de wig in contact zijn met de begrenzingsranden van de spleet en tijdens het in de wigvormige spleet drijven van de wig uit elkaar drijven van de begrenzing sranden van de spleet, welke drijfvlakken zijn begrensd door op afstand van elkaar aanwezige uitsteeksels waartussen tijdens en na het in de wigvormige spleet drijven van de wig de begrenzing sranden van de spleet opgesloten zijn, met het kenmerk, dat de drijfvlakken gevormd zijn door eindvlakken van een aantal langwerpige zich dwars over de strip uitstrekkende en uit de strip gedrukte uitstulpingen, waarbij de uitsteeksels gevormd zijn door enerzijds naast de eindvlakken van de uitstulpingen aanwezige delen van het hoofdvlak van de strip en anderzijds uit de strip gestanste lippen die op afstand van de genoemde delen van de strip aanwezig zijn en aan de uitstulpingen zijn bevestigd.

2. Wig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitstulpingen gevormd zijn tussen twee op afstand van elkaar aanwezige sneden in de strip, waarbij de aan de sneden grenzende randen de eindvlakken en de lippen vormen.

3. Verstevingsinrichting voor een kunststof buis, omvattende een overlangs door een wigvormige spleet gedeelde vertevigingshuls, alsmede een in de speet tussen de begrenzingsranden van de spleet aanwezige wig volgens één der voorgaande conclusies.

4. Verstevigingsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de begrenzingsranden van de spleet in het mantelvlak van de verstevigingshuls aanwezig zijn.