NL1002690C2 - Mold assembly and method for using mold assembly. - Google Patents
Mold assembly and method for using mold assembly. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1002690C2 NL1002690C2 NL1002690A NL1002690A NL1002690C2 NL 1002690 C2 NL1002690 C2 NL 1002690C2 NL 1002690 A NL1002690 A NL 1002690A NL 1002690 A NL1002690 A NL 1002690A NL 1002690 C2 NL1002690 C2 NL 1002690C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plunger
- mold
- mold assembly
- base
- slide
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/17—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C45/26—Moulds
- B29C45/2673—Moulds with exchangeable mould parts, e.g. cassette moulds
- B29C45/2675—Mounting of exchangeable mould inserts
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/02—Transfer moulding, i.e. transferring the required volume of moulding material by a plunger from a "shot" cavity into a mould cavity
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/14—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor incorporating preformed parts or layers, e.g. injection moulding around inserts or for coating articles
- B29C45/14639—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor incorporating preformed parts or layers, e.g. injection moulding around inserts or for coating articles for obtaining an insulating effect, e.g. for electrical components
- B29C45/14655—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor incorporating preformed parts or layers, e.g. injection moulding around inserts or for coating articles for obtaining an insulating effect, e.g. for electrical components connected to or mounted on a carrier, e.g. lead frame
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/17—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C45/26—Moulds
- B29C45/2673—Moulds with exchangeable mould parts, e.g. cassette moulds
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Encapsulation Of And Coatings For Semiconductor Or Solid State Devices (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
Description
MAL-SAMENSTEL EN WERKWIJZE VOOR GEBRUIK VAN MAL-SAMENSTELMAL ASSEMBLY AND METHOD FOR USING MAL ASSEMBLY
De uitvinding heeft betrekking op een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, omvattende: 5 - twee door een inrichting ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften.The invention relates to a mold assembly for encapsulating electronic components, mounted on so-called lead frames, comprising: 5 - two mold halves movable relative to each other and mutually lockable.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het in een persinrichting plaatsen van ten minste een deel van een dergelijk mal-samenstel.The invention also relates to a method for placing at least a part of such a mold assembly in a press device.
10 Voor het omhullen van electronische componenten bevestigd op zogeheten leadframes worden doorgaans grote persinrichtingen gebruikt. Voor het omhullen van meerdere produkten is het mogelijk verschillende mal-samenstellen in een dergelijke persinrichting te bevestigen. Voor 15 ieder te omhullen produkt dient daarbij een specifiek mal-samenstel aanwezig te zijn. Het omhullen van de electronische componenten geschiedt door het verwarmen van een in een maldeel opgenomen omhulmateriaal dat vervolgens door middel van een plunjer onder druk wordt 20 gezet, waardoor het vloeibaar geworden omhulmateriaal via toevoerkanalen naar één of meerdere vormholten stroomt. Naast het ten opzichte van elkaar bewegen van de vormhelften van het mal-samenstel wordt door de persinrichting tevens de beweging van de plunjer of 25 plunjers bewerkstelligd. Bij het omstellen van een persinrichting wordt een mal-samenstel uit de persinrichting verwijderd, waarna een ander mal-samenstel in de persinrichting wordt geplaatst. Een beperking van de bestaande inrichtingen is daarbij dat de positie 30 waarop de persinrichting de plunjers aangrijpt vastligt. Dit beperkt de omstelmogelijkheden aangezien slechts mal- 1 0 0 ."<? 9 o 2 samenstellen toepasbaar zijn waarbij de plunjerconfiguratie zodanig is gekozen dat de plunjers aangegrepen kunnen worden door de persinrichting voor het uitoefenen van druk op het omhulmateriaal. Doorgaans zijn 5 er meerdere plunjers op een rij gelegen maar dit is niet noodzakelijk. In de praktijk worden er uiteenlopende mal-samenstellen toegepast met standaard plunjerconfiguraties. Voorbeelden daarvan zijn een mal-samenstel met een centrale plunjerrij, een mal-samenstel 10 met twee evenwijdige, op gelijke afstand van het midden geplaatste plunjerrijen, een zeer gangbaar mal-samenstel met vier evenwijdige plunjerrijen etcetera. Bij het omstellen van een bestaande persinrichting van een situatie waarin een mal-samenstel met een enkele centrale 15 plunjerrij is opgespannen naar een situatie waarin een mal-samenstel met twee evenwijdige plunjerrijen zijn opgespannen, is een zeer omslachtige ombouw van de persinrichting benodigd.Large pressing devices are generally used for encapsulating electronic components mounted on so-called lead frames. For encapsulating several products, it is possible to attach different mold assemblies in such a pressing device. A specific mold assembly must be present for each product to be encapsulated. The encapsulation of the electronic components is effected by heating an encapsulating material incorporated in a mold part, which is then pressurized by means of a plunger, whereby the liquefied encapsulating material flows via supply channels to one or more mold cavities. In addition to moving the mold halves of the mold assembly relative to each other, the pressing device also effects the movement of the plunger or plungers. When converting a press device, a mold assembly is removed from the press device, after which another mold assembly is placed in the press device. A limitation of the existing devices is that the position 30 at which the pressing device engages the plungers is fixed. This limits the diverter possibilities since only mold assemblies can be used where the plunger configuration is selected such that the plungers can be engaged by the pressing device to apply pressure to the encapsulating material. Typically there are several plungers arranged in a row but this is not necessary In practice, a variety of jig assemblies are used with standard plunger configurations, such as a jig assembly with a central plunger row, a jig assembly 10 with two parallel, equidistant spacing of the center-placed plunger rows, a very common mold assembly with four parallel plunger rows, etc. When converting an existing pressing device from a situation in which a mold assembly with a single central plunger row is clamped to a situation in which a mold assembly with two parallel plunger rows are tensioned is a very laborious conversion of the press device ting required.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het 20 verschaffen van een mal-samenstel en een werkwijze voor het in een persinrichting plaatsen van zo'n mal-samenstel waarmee op zeer eenvoudige wijze mal-samenstellen met uiteenlopende plunjerconfiguraties bediend kunnen worden. Tevens is het doel van de uitvinding een mal-samenstel te 25 verschaffen dat tijdens gebruik niet of nagenoeg niet zal vervormen.The object of the present invention is to provide a mold assembly and a method for placing such a mold assembly in a pressing device with which mold assemblies with various plunger configurations can be operated in a very simple manner. The object of the invention is also to provide a mold assembly which will not or hardly deform during use.
De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een mal-samenstel van het in aanhef genoemd type, tevens omvattende: 30 - ondersteuningselementen koppelbaar met de van de op elkaar sluitende zijden afgekeerde zijden van de vormhelften, en - ten minste één tussen de met één vormhelft gekoppelde ondersteuningselementen beweegbare plunjerdrager waaraan 35 ten minste één plunjer is bevestigd voor samenwerking met een doorgaande uitsparing in een vormhelft.The present invention provides for this purpose a mold assembly of the type mentioned in the preamble, also comprising: - supporting elements which can be coupled to the sides of the mold halves remote from the mutually closing sides, and - at least one movable between the supporting elements coupled to one mold half plunger carrier to which at least one plunger is attached for co-operation with a through recess in a mold half.
In de werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt afhankelijk van een plunjerconfiguratie van één van de 10 0 2690 3 vormhelften een plaats bepaald waar ondersteuningselementen tussen een vormhelftbasis van de vormhelft en de persinrichting aangebracht worden. De ondersteuningselementen zijn verplaatsbaar ten opzichte 5 van de overige mal-samensteldelen, in het bijzonder de "basisdelen" waarin de vormopeningen zijn aangebracht. Afhankelijk van de plunjerconfiguratie van het mal-samenstel zijn de ondersteuningselementen zodanig geplaatst dat deze ruimte laten voor het doorlaten voor 10 plunjeraandrijving en/of plunjers. De verplaatsbaarheid van de ondersteuningselementen maakt het mogelijk de positie ervan aan te passen aan de specifieke plunjerconfiguratie. Dit wil dus zeggen dat de ondersteuningselementen niet verplaatst dienen te worden 15 bij een omstelling tussen mal-samenstellen met gelijke plunjerconfiguratie. In dat geval hoeft slechts het produktafhankelijke deel van het mal-samenstel omgesteld te worden. Een deel van het mal-samenstel, waaronder de ondersteuningselementen, behoeft dus wanneer de mal-20 samenstellen deel uitmaken van dezelfde plunjerconfiguratiefamilie niet verwijderd te worden. Dit vereenvoudigt allereerst het omstellen van mal-samenstellen binnen dezelfde plunjerconfiguratiefamilie maar maakt het tevens mogelijk om te stellen tussen twee 25 mal-samenstellen die in uiteenlopende plunjerconfiguratiefamilies zijn in te delen. Dit wil bijvoorbeeld zeggen dat eerst een mal-samenstel met een enkele rij plunjers wordt toegepast waarna een mal-samenstel met twee rijen plunjers kan worden toegepast.In the method according to the invention, depending on a plunger configuration of one of the mold halves, a place is determined where supporting elements are arranged between a mold half base of the mold half and the pressing device. The support elements are movable relative to the other mold assembly parts, in particular the "base parts" in which the mold openings are arranged. Depending on the plunger configuration of the jig assembly, the support elements are positioned to allow passage for plunger drive and / or plungers. The movability of the support elements allows their position to be adapted to the specific plunger configuration. This means that the support elements should not be moved when changing between jig assemblies with the same plunger configuration. In that case, only the product-dependent part of the mold assembly needs to be converted. Thus, a portion of the jig assembly, including the support members, need not be removed when the jig assemblies are part of the same plunger configuration family. First of all, this simplifies the conversion of jig assemblies within the same plunger configuration family, but also makes it possible to arrange between two jig assemblies that can be divided into different plunger configuration families. This means, for example, that a mold assembly with a single row of plungers is first used, after which a mold assembly with two rows of plungers can be used.
30 Daarbij is het dan natuurlijk noodzakelijk de ondersteuningselementen zodanig te verplaatsen dat de respectievelijke rijen plunjers vrijgelaten worden door de ondersteuningselementen.It is of course then necessary to move the support elements such that the respective rows of plungers are released by the support elements.
Een bijkomend voordeel van de verplaatsbare 35 ondersteuningselementen is dat deze zodanig opgesteld kunnen worden dat het malsamenstel een goede ondersteuning heeft. In bestaande inrichtingen waarin namelijk dezelfde omstelvrijheden aanwezig zijn dient mer.An additional advantage of the movable support elements is that they can be arranged such that the mold assembly has good support. In existing establishments in which the same freedom of adjustment is present, EIA must be used.
1002690 4 het mal-samenstel daar waar plunjers zich mogelijk kunnen vinden immers vrij te laten. In het mal-samenstel overeenkomstig de onderhavige uitvinding kan de ondersteuning ervan vlak naast de plunjers worden 5 gerealiseerd.1002690 4 release the mold assembly where plungers may find themselves. In the mold assembly according to the present invention, its support can be realized right next to the plungers.
In een voorkeursuitvoering van het mal-samenstel is ten minste één evenwijdig aan de plunjerdrager beweegbare ejectorstangdrager met één van de vormhelften verbonden door ten minste één ejectorstang, middels welke in een 10 vormhelft aanwezige ejectorpennen bedienbaar zijn voor het uit een vormholte lossen van een omhuld produkt en/of omhulmateriaal. Deze constructie maakt het mogelijk onder handhaving van bovengenoemde voordelen tevens de ejectorpennen in een mal-samenstel te bedienen 15 onafhankelijk van de plunjerconfiguratie en/of de positie(s) waar de aandrijfmiddelen voor de ejectorpennen het mal-samenstel aangrijpen. Ook ten aanzien van de configuratie van aangrijppunten voor de ejectorpenaandrijving verschaft de uitvinding een grote 20 flexibiliteit.In a preferred embodiment of the mold assembly, at least one ejector rod carrier movable parallel to the plunger carrier is connected to one of the mold halves by at least one ejector rod, by means of which ejector pins present in a mold half can be actuated for releasing a cased product from a mold cavity and / or encapsulating material. This construction also allows, while maintaining the above advantages, to operate the ejector pins in a jig assembly independently of the plunger configuration and / or the position (s) where the drive means for the ejector pins engage the jig assembly. The invention also provides great flexibility with regard to the configuration of engagement points for the ejector pin drive.
In een voorkeursuitvoering van het mal-samenstel omvatten de vormhelften: - een basis waarop de ondersteuningselementen aangrijpen, ingericht voor het opnemen van ten minste één slede, 25 - ten minste één in de basis plaatsbare slede met ten minste één vormholte, en - vergrendelmiddelen voor het in de basis vergrendelen van de slede.In a preferred embodiment of the mold assembly, the mold halves comprise: - a base on which the supporting elements engage, adapted to receive at least one slide, - at least one slide that can be placed in the base with at least one mold cavity, and - locking means for locking the carriage in the base.
In een verdere voorkeursuitvoering omvatten de 30 grendelmiddelen: - in de basis aangebrachte profielranden waarin van één zijde van de basis de slede schuifbaar is, - van de slede deel uitmakende met de profielranden in de basis samenwerkende contraprofielranden, en 35 - een aan de zijde van de basis waaraan de slede in de basis sluitbaar is bevestigbaar afdekelement.In a further preferred embodiment the locking means comprise: - profiled edges arranged in the base, in which the slide can be slid from one side of the base, - forming part of the slide with the profiled edges co-acting in the base, and - a side on the side of the base to which the carriage can be closed in the base attachable cover element.
Door een opdeling van de vormhelften in een basis waarin ten minste één slede is opgenomen ontstaat de 1002690 5 mogelijkheid op zeer eenvoudige wijze (SMED) produktafhankelijke vormholten te vervangen voor vormholten met andere afmetingen zonder dat een groot deel van het mal-samenstel verwijderd en verplaatst dient 5 te worden. Een voorwaarde daarbij is echter wel dat de plunjerconfiguratie, en bij voorkeur eveneens de configuratie van aangrijppunten voor de ejectorpennen, voorbij de te omhullen produkten aan elkaar gelijk zijn. In dit geval kan gesproken worden van een zelfde familie 10 produkten qua mal-samenstelconstructie.By dividing the mold halves into a base in which at least one slide is accommodated, the 1002690 5 makes it possible to very easily replace (SMED) product-dependent mold cavities for mold cavities of other dimensions without removing and moving a large part of the mold assembly should be 5. However, a condition for this is that the plunger configuration, and preferably also the configuration of engaging points for the ejector pins, are equal to each other beyond the products to be encapsulated. In this case one can speak of the same family of products in terms of mold assembly construction.
Ondersteuningselementen en plunjerdrager(s) hoeven binnen dezelfde mal-samenstelfamilie niet verwijderd en herplaatst te worden bij toepassing van de beschreven constructie. Indien de plunjerconfiguraties voor en na de 15 omstelling exact aan elkaar gelijk zijn is het eveneens overbodig de plunjerdrager(s) te verwijderen en te vervangen. Het is evenwel ook mogelijk dat binnen dezelfde mal-samenstelfamilie de plunjers voor en na de omstelling in dezelfde werklijn(en) gelegen zijn maar dat 20 de plunjers zich op andere posities op de werklijn bevinden. In dit laatste geval zal het eveneens nodig zijn de plunjerdrager(s) te verwijderen en te vervangen. We spreken in dit geval evenwel nog steeds van een zelfde mal-samenstelfamilie.Support members and plunger carrier (s) do not need to be removed and replaced within the same jig assembly family using the construction described. If the plunger configurations are exactly the same before and after the changeover, it is also unnecessary to remove and replace the plunger carrier (s). However, it is also possible that within the same jig assembly family, the plungers are located in the same working line (s) before and after the changeover, but the plungers are located at different positions on the working line. In the latter case, it will also be necessary to remove and replace the plunger carrier (s). In this case, however, we still speak of the same mold assembly family.
25 Een andere uitvoering volgens de uitvinding heeft betrekking op een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften 30 omvat, waarvan een eerste vormhelft is voorzien van ten minste één uitsparing voor het opnemen van omhulmateriaal waarop druk uitoefenbaar is en waarvan het contactoppervlak van een tweede vormhelft ten minste daar waar dit aansluit op de uitsparing voor omhulmateriaal 35 wordt gevormd door een ten opzichte van het omringende vormhelft oppervlak uitkragend plaatvormig element dat door ten minste één elastisch vervormbaar element met de tweede vormhelft is verbonden. Het elastisch vervormbaar 1002690 6 element is bij voorkeur holcylindervormig en vervaardigd uit metaal. In een andere voorkeursuitvoering heeft het plaatvormige element een langwerpige vorm en is het door meerdere elastisch vervormbare elementen met de tweede 5 vormhelft verbonden. Het tegenover de uitsparing waarin het omhulmateriaal door middel van een plunjer onder druk geplaatst wordt plaatvormig element zal bij het sluiten van de vormhelften met een door het ten minste ene elastisch vervormbaar element te bepalen voorspanning 10 tegen de tegenoverliggende vormhelft worden gedrongen. Indien het elastisch vervormbaar element een voldoende grote veerconstante heeft kan op deze manier een zeer goede aansluiting van het plaatvormige element met de tegenoverliggende vormhelft worden verkregen. In het 15 bijzonder daar waar het omhulmateriaal onder druk wordt gezet bestaat een relatief grote kans dat een component met relatief lage viscositeit uit het omhulmateriaal treedt en tussen de vormhelften treedt. Een laag die hierdoor op één van de vormhelften achterblijft na het 20 omhullen is relatief moeilijk te verwijderen en kan leiden tot een verminderde kwaliteit van het omhulde produkt bij een volgende produktiegang. Om nu te voorkomen dat een dergelijke dunne laag tussen de beide vormhelften dringt is een zeer goede aansluiting nabij de 25 uitsparing waarin het omhulmateriaal onder druk wordt gebracht wenselijk. Een dergelijke goede aansluiting kan met behulp van de genoemde maatregelen worden verkregen. Het voordeel van het elastisch ondersteund plaatvormige element is dat dit een goede afdichting tussen de beide 30 vormhelften verschaft nabij de uitsparing voor het opnemen van omhulmateriaal waardoor de kans op verontreiniging van de vormhelften wordt verkleind.Another embodiment according to the invention relates to a mold assembly for encapsulating electronic components, mounted on so-called lead frames, which mold assembly comprises two mold halves 30 movable relative to each other and provided with a first mold half of at least one recess for receiving encapsulating material to which pressure can be applied and of which the contact surface of a second mold half is formed at least where it adjoins the recess for casing material 35 by a plate-shaped element protruding relative to the surrounding mold half surface which at least one elastically deformable element is connected to the second mold half. The elastically deformable 1002690 6 element is preferably concave cylindrical and made of metal. In another preferred embodiment, the plate-shaped element has an elongated shape and is connected to the second mold half by several elastically deformable elements. The plate-shaped element opposite the recess in which the encapsulating material is placed under pressure by means of a plunger will be pressed against the opposite mold half when the mold halves are closed, with a bias 10 to be determined by the at least one elastically deformable element. If the elastically deformable element has a sufficiently large spring constant, a very good connection of the plate-shaped element with the opposite mold half can be obtained in this way. Particularly where the encapsulating material is pressurized, there is a relatively high chance that a component of relatively low viscosity will exit the encapsulating material and pass between the mold halves. As a result, a layer which remains on one of the mold halves after encapsulation is relatively difficult to remove and can lead to a reduced quality of the encapsulated product during a subsequent production run. To prevent such a thin layer from penetrating between the two mold halves, a very good connection near the recess in which the encapsulating material is pressurized is desirable. Such a good connection can be obtained with the aid of said measures. The advantage of the elastically supported plate-shaped element is that it provides a good seal between the two mold halves near the recess for receiving encapsulating material, so that the risk of contamination of the mold halves is reduced.
Een elastisch vervormbaar element vervaardigd uit metaal met een holcylindervormige vorm, kan zodanig 35 worden uitgevoerd dat een voldoende grote veerconstante kan worden verkregen. Het voordeel van deze constructie is tevens dat een holcylindervormig element zeer nauwkeurig op lengte is te slijpen waardoor een 10 0 2 6 9 0 7 nauwkeurige positionering van het plaatvormige element in één van de vormhelften mogelijk wordt. Een dergelijke nauwkeurige maatvoering van de elastisch vervormbare elementen is bijzonder van belang wanneer het 5 plaatvormige element langwerpig is en door meerdere vervormbare elementen wordt ondersteund. Een langwerpig plaatvormig element kan worden gebruikt voor aansluiting op meerdere uitsparingen voor omhulmateriaal.An elastically deformable element made of metal with a hollow cylindrical shape can be designed such that a sufficiently large spring constant can be obtained. The advantage of this construction is also that a hollow cylinder-shaped element can be grinded to a very precise length, so that a precise positioning of the plate-shaped element in one of the mold halves is possible. Such an accurate dimensioning of the elastically deformable elements is particularly important when the plate-shaped element is elongated and supported by several deformable elements. An elongated plate-shaped element can be used to connect to multiple recesses for encapsulating material.
Een ander aspect van de uitvoering heeft betrekking 10 op een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften omvat, waarbij door een eerste vormhelft ten minste één doorgaande uitsparing 15 loopt en in de uitsparing een plunjerdeel is opgenomen voorzien van koppelmiddelen voor het ontkoppelbaar met een plunjerdrager verbinden van het plunjerdeel. Bij voorkeur omvat de eerste vormhelft tevens borgmiddelen voor het in de eerste vormhelft borgen van een 20 plunjerdeel. In de stand van de techniek is een plunjerdeel doorgaans vast verbonden met de plunjerdrager of op zeer omslachtige wijze daarvan los te nemen dan wel daar aan te bevestigen. In de praktijk betekent dit dat bij het vervangen van één of meerdere plunjers tevens de 25 plunjerdrager uit de mal-samenstel aandrijvende inrichting genomen dient te worden. Er kan dan vervolgens een andere plunjerdrager met ten minste één plunjer inde inrichting geplaatst worden of het is mogelijk buiten de het mal-samenstel aandrijvende inrichting één of meerdere 30 vervormde plunjerdelen aan de plunjerdrager te bevestigen waarna deze weer in de inrichting kan worden geplaatst.Another aspect of the embodiment relates to a mold assembly for encapsulating electronic components, mounted on so-called lead frames, which mold assembly comprises two mold halves which are movable relative to each other and which can be closed by means of a first mold half one continuous recess 15 runs and a plunger part is received in the recess, provided with coupling means for detachably connecting the plunger part to a plunger carrier. Preferably, the first mold half also comprises locking means for locking a plunger part in the first mold half. In the prior art, a plunger part is usually fixedly connected to the plunger carrier or can be detached or attached to it in a very laborious manner. In practice, this means that when replacing one or more plungers, the plunger carrier must also be taken out of the mold assembly driving device. Then, another plunger carrier with at least one plunger can be placed in the device or it is possible to attach one or more deformed plunger parts to the plunger carrier outside the mold assembly driving device, after which it can be placed back in the device.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde constructie waarbij op eenvoudige wijze een plunjerdeel losgenomen kan worden van de 35 plunjerdrager.The object of the present invention is to provide an improved construction in which a plunger part can easily be detached from the plunger carrier.
Met behulp van de beschreven constructie kan op zeer eenvoudige wijze een plunjerdeel van de plunjerdrager losgenomen worden. Dit heeft als voordeel dat bij het 10 02 6 90 8 wisselen van ten minste een deel van het mal-samenstel de plunjerdrager niet verwisseld hoeft te worden. Deze kan achterblijven in de het mal-samenstel aandrijvende inrichting, waardoor sneller een dergelijke omstelling 5 gerealiseerd kan worden. Een ander voordeel is dat de bouwhoogte van de het mal-samenstel aandrijvende inrichting door deze constructie beperkt kan worden. Het is immers mogelijk een plunjerdeel in een vormhelft te laten zitten bij het plaatsen respectievelijk uitnemen 10 van vormhelften uit de in respectievelijk uit de aandrijvende inrichting. Het gevolg hiervan is dat de plunjerdrager niet zover van de vormhelften afbewogen hoeft te worden dat de plunjers volledig vrijkomen van de vormhelft waarin doorgaande uitsparingen zijn 15 aangebracht. Een deel van de plunjers kan namelijk achterblijven in deze vormhelft wanneer deze uit de inrichting wordt genomen. De plunjerdrager behoeft daardoor een minder grote slag te kunnen maken. Dit beperkt de bouwhoogte van de aandrijvende inrichting.With the aid of the construction described, a plunger part can be detached from the plunger carrier in a very simple manner. This has the advantage that when plunging at least part of the mold assembly, the plunger carrier does not have to be changed. This can remain in the device driving the mold assembly, so that such a conversion 5 can be realized more quickly. Another advantage is that the construction height of the device driving the mold assembly can be limited by this construction. After all, it is possible to leave a plunger part in a mold half when placing or removing mold halves from the in or from the driving device. The result of this is that the plunger carrier does not have to be moved away from the mold halves to such an extent that the plungers are completely released from the mold half in which through-out recesses are arranged. Namely, part of the plungers can remain in this mold half when it is removed from the device. The plunger carrier therefore needs to be able to make a smaller stroke. This limits the construction height of the driving device.
20 Weer een ander voordeel van de onderhavige constructie is dat de kans op beschadiging van de plunjerdelen beperkt wordt doordat deze ook wanneer deze uit de inrichting worden genomen opgenomen zijn in een vormhelft. Deze vormhelft voorkomt beschadiging van de, doorgaans 25 kwetsbare, plunjerdelen. Naast de genoemde tijdsbesparing bij het ombouwen heeft het achterblijven van een plunjerdrager bij het omstellen tussen twee mal-samenstellen van een zelfde familie voor wat betreft de plunjerconfiguratiefamilie tevens als voordeel dat de, 30 doorgaans volumineuze plunjerdrager, reeds op temperatuur is nadat de machine is omgebouwd. Dit maakt het mogelijk sneller na de omstelling te produceren dan met inrichtingen volgens de stand der techniek.Yet another advantage of the present construction is that the chance of damage to the plunger parts is limited in that they are included in a mold half even when they are taken out of the device. This mold half prevents damage to the, usually vulnerable, plunger parts. In addition to the aforementioned conversion time saving, the fact that a plunger carrier remains when converting between two jig assemblies of the same family with regard to the plunger configuration family also has the advantage that the, usually bulky plunger carrier, is already up to temperature after the machine has been converted. . This makes it possible to produce faster after the changeover than with prior art devices.
In een voorkeursuitvoering van een mal-samenstel 35 omvatten de borgmiddelen een in hoofdzaak loodrecht op het plunjerdeel verschuifbare plaat, welke plaat is voorzien van een opening voor het doorlaten van het plunjerdeel met een versmald openingdeel voor 1002690 9 samenwerking met een verjongd deel het plunjerdeel. Een dergelijke verschuifbare plaat is relatief zeer eenvoudig te construeren en tevens kan op eenvoudige wijze worden voorkomen dat het plunjerdeel op een ongewenst moment 5 wordt geborgd. Dit zal nader worden verduidelijkt in de bijgevoegde figuurbeschrijving.In a preferred embodiment of a mold assembly 35, the locking means comprise a plate which is displaceable substantially perpendicular to the plunger part, which plate is provided with an opening for passage of the plunger part with a narrowed opening part for cooperation with a rejuvenated part of the plunger part. Such a sliding plate is relatively very easy to construct and it is also possible in a simple manner to prevent the plunger part from being secured at an undesired moment. This will be further elucidated in the attached figure description.
In een voorkeursuitvoering omvat het mal-samenstel tevens de plunjerdrager voorzien van koppelmiddelen voor samenwerking met koppelmiddelen van het plunjerdeel. Naar 10 keuze kan de plunjerdrager al dan niet deel uitmaken van het mal-samenstel afhankelijk van de diversiteit aan mal-samenstelfamilies (met betrekking tot de plunjerconfiguratie ervan). Zo is het mogelijk in situaties waarin slechts één plunjerconfiguratie in een 15 het mal-samenstel aandrijvende inrichting wordt toegepast de plunjerdrager deel uit te laten maken van de aandrijvende inrichting. Bij een grotere diversiteit aan mal-samenstelfamilies (ten aanzien van de plunjerconfiguratie) kan het zinvol zijn de plunjerdrager 20 deel uit te laten maken van het mal-samenstel. Deze uitvinding heeft nadrukkelijk betrekking op een mal-samenstel waarbij de plungerdrager geen deel uitmaakt van het mal-samenstel alsmede een mal-samenstel waarbij de plungerdrager wel deel uitmaakt van het mal-samenstel.In a preferred embodiment, the mold assembly also comprises the plunger carrier provided with coupling means for cooperation with coupling means of the plunger part. Optionally, the plunger carrier may or may not be part of the mold assembly depending on the diversity of mold assembly families (with regard to its plunger configuration). Thus, in situations where only one plunger configuration is used in a jig assembly driving device, the plunger carrier may be part of the driving device. With a greater diversity of jig assembly families (with respect to the plunger configuration), it may make sense to have the plunger carrier 20 form part of the jig assembly. This invention expressly relates to a mold assembly in which the plunger support is not part of the mold assembly as well as a mold assembly in which the plunger support is part of the mold assembly.
25 Bijzonder voordelig is de uitvoering van het mal- samenstel waarbij de vormhelft met doorgaande opening omvat: - een basis waarop ondersteuningselementen aangrijpen, ingericht voor het opnemen van ten minste één slede, 30 - ten minste één in de basis plaatsbare slede met ten minste één vormholte, en - vergrendelmiddelen voor het in de basis vergrendelen van de slede, waarbij het plunjerdeel met de borgmiddelen is opgenomen in de slede.The embodiment of the mold assembly is particularly advantageous, in which the mold half with through opening comprises: - a base on which support elements engage, adapted to receive at least one slide, - at least one slide which can be placed in the base with at least one mold cavity, and - locking means for locking the carriage in the base, the plunger part with the locking means being received in the carriage.
35 De voordelen van het snel uitwisselen van de slede zoals reeds eerder beschreven hebben in deze constructie tevens als voordeel dat met de slede ten minste één plunjerdeel kan worden uitgenomen. Een voordeel dat 1002690 10 eveneens voor de andere mal-samenstellen met koppelbaar plunjerdeel geldt, is dat met deze constructie het plunjerdeel steeds samenwerkt met één en dezelfde doorgaande opening in een vormhelft. Daardoor kan een 5 optimale passing worden verkregen tussen vormhelft en plunjerdeel. Wanneer een plunjer in meerdere doorgaande openingen wordt gebruikt zal deze passing gemiddeld minder nauwkeurig zijn.The advantages of rapid exchange of the carriage as already described earlier also have the advantage in this construction that at least one plunger part can be taken out with the carriage. An advantage that 1002690 10 also applies to the other mold assemblies with a connectable plunger part is that with this construction the plunger part always cooperates with one and the same through opening in a mold half. As a result, an optimal fit can be obtained between mold half and plunger part. When a plunger is used in several through openings, this fit will be less accurate on average.
Weer een ander aspect van de uitvinding heeft 10 betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van een slede, deel uitmakend van een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare 15 vormhelften omvat, zoals bovengaand omschreven, omvattende de stappen: - het in een koppelpositie plaatsen van de plunjerdrager, zodanig dat de koppelmiddelen van de plunjerdrager gepositioneerd zijn voor samenwerking met de 20 koppelmiddelen van het plunjerdeel, - het in de basis plaatsen van de slede, waarbij het plunjerdeel in de slede is geborgd door de borgmiddelen, zodanig dat de koppelmiddelen van het plunjerdeel de koppelmiddelen van de plunjerdrager aangrijpen, en 25 - het lossen van de borgmiddelen waardoor het plunjerdeel door de plunjerdrager beweegbaar is.Yet another aspect of the invention relates to a method for placing a carriage, which is part of a mold assembly for encapsulating electronic components mounted on so-called lead frames, which mold assembly is movable two relative to each other and mutually closable mold halves, as described above, comprising the steps of: - placing the plunger carrier in a coupling position, such that the coupling means of the plunger carrier are positioned for cooperation with the coupling means of the plunger part, - placing in the base the carriage, wherein the plunger part is secured in the carriage by the locking means, such that the coupling means of the plunger part engage the coupling means of the plunger carrier, and - releasing the locking means whereby the plunger part is movable through the plunger carrier.
Naast de werkwijze voor het plaatsen van de slede omvat de uitvinding tevens een werkwijze voor het uitnemen van de slede, deel uitmakend van een mal-30 samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften omvat, zoals bovengaand beschreven, omvattende de stappen: 35 - het in een ontkoppelpositie plaatsen van de plunjerdrager, zodanig dat de koppelmiddelen van de plunjerdrager gepositioneerd zijn van ontkoppeling van het plunjerdeel en de plunjerdrager, 1002690 11 - het met de borgmiddelen vastzetten van het plunjerdeel in de slede, en - het uit de basis nemen van de slede met daarin geborgd plunjerdeel, waardoor de koppelmiddelen van het 5 plunjerdeel en de koppelmiddelen van de plunjerdrager loskomen van elkaar.In addition to the method for placing the slide, the invention also comprises a method for removing the slide, which is part of a mold assembly for encapsulating electronic components, mounted on so-called lead frames, which mold assembly two with respect to movable and lockable mold halves comprises, as described above, comprising the steps of: 35 - placing the plunger carrier in a disengaging position, such that the plunger carrier coupling means are positioned to disengage the plunger member and the plunger carrier, 1002690 11 - the securing the plunger part in the carriage with the locking means, and - removing the slider with the plunger part locked therein from the base, so that the coupling means of the plunger part and the coupling means of the plunger carrier are separated from each other.
Middels enkele zeer eenvoudige en dus snel uit te voeren handelingen wordt het mogelijk een slede te plaatsen respectievelijk uit te nemen. Met behulp van de 10 werkwijzen kunnen de reeds eerder genoemde voordelen worden gerealiseerd, dat wil zeggen snel wisselen zonder lange wachttijden of complexe constructies voor temperatuurcompensatie, minder kans op beschadiging van de plunjers en de mogelijkheid tot het gebruik van een 15 omhul-inrichting van beperkte hoogte.By means of a few very simple and thus quick to perform actions it becomes possible to insert or remove a slide. With the aid of the 10 methods, the aforementioned advantages can be realized, ie quick change without long waiting times or complex constructions for temperature compensation, less chance of damage to the plungers and the possibility of using a casing device of limited height.
De bovengaand beschreven mal-samenstellen en werkwijzen zullen aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden nader worden verduidelijkt. Hierin 20 toont:The mold assemblies and methods described above will be further elucidated with reference to the non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein 20 shows:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht op een mal-samenstel overeenkomstig de uitvinding;Fig. 1 is a perspective view of a mold assembly according to the invention;
Fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht op een persinrichting waarin het 25 mal-samenstel overeenkomstig figuur 1 is opgenomen;Fig. 2 is a partly cut-away perspective view of a press device in which the mold assembly according to figure 1 is included;
Fig. 3 een perspectivisch aanzicht op een gedeeltelijk in dele uiteen genomen vormhelft deel uitmakend van het mal-samenstel in figuur 1;Fig. 3 is a perspective view of a partially disassembled mold half forming part of the mold assembly in FIG. 1;
Fig. 4 een opengewerkt perspectivisch aanzicht 30 op de vormhelft getoond in figuur 3 in geassembleerde toestand;Fig. 4 is an exploded perspective view of the mold half shown in FIG. 3 in assembled condition;
Fig. 5 een perspectivisch aanzicht op een constructie opgenomen in een voorkeursuitvoering van het mal-samenstel overeenkomstige uitvinding, en 35 Fig. 6 een perspectivisch aanzicht op een aandrijving opgenomen in een voorkeursuitvoering van het mal-samenstel overeenkomstig de onderhavige uitvinding.Fig. 5 shows a perspective view of a construction included in a preferred embodiment of the mold assembly according to the invention, and FIG. 6 is a perspective view of a drive included in a preferred embodiment of the mold assembly according to the present invention.
1002690 121002690 12
Fig. 1 toont een mal-samenstel 1 omvattende een bovenste vormhelft 2 en een onderste vormhelft 3 welke ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn en op elkaar sluitbaar zijn. De bovenste vormhelft 2 en de onderste 5 vormhelft 3 zijn door respectievelijk bevestigingsplaten 70,71 bevestigbaar aan een in deze figuur niet weergegeven persinrichting. Zowel de bovenste vormhelft 2 als de onderste vormhelft 3 zijn voorzien van respectievelijk ondersteuningselementen 4,5. De positie 10 van de ondersteuningselementen 4,5 ligt niet vast; de positie van de ondersteuningselementen 4,5 in de bovenste vormhelft 2 en de onderste vormhelft 3 is variabel. De positie waarin de ondersteuningselementen 4,5 worden geplaatst is in het bijzonder afhankelijk van de vorm van 15 de werkzame vlakken 6,7 van de bovenste vormhelft 2 en de onderste vormhelft 3. Met name de in het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 aangebrachte doorgaande openingen 8 waarin, in deze figuur niet zichtbare, plunjers beweegbaar zijn voor het onder druk 20 brengen van omhulmateriaal dienen door de ondersteuningselementen 5 vrijgelaten te worden. Tussen de ondersteuningselementen 5 en onder de doorgaande openingen 8 zijn plunjerbalken 9 aangebracht waarop de in de openingen 8 beweegbare plunjers bevestigd zijn. Bij 25 het uitwisselen van de werkzame oppervlakken 6,7 voor andere werkzame oppervlakken waarbij in het bijzonder de plunjeropeningen 8 zich op dezelfde posities bevinden als in het werkzaam oppervlak 7 is het onnodig om de positie van de ondersteuningselementen 4,5 in respectievelijk de 30 bovenste vormhelft 2 en de onderste vormhelft 3 te wijzigen. Ook wanneer de positie van de plunjeropeningen 8 in beperkte mate wijzigt, dat wil zeggen wanneer zij in de rijen zijn gelegen die zich op dezelfde posities bevinden alswaar de rijen plunjeropeningen 8 zich voor de 35 omstelling bevonden kan het verplaatsen van de ondersteuningselementen 4,5 achterwege gelaten worden. Slechts wanneer de plunjeropeningen 8 zich na het verwisselen var. de werkzame oppervlakken 6,7 zich bevinden op een positie 1002690 13 waar een ondersteuningselement 5 het werkzame oppervlak 7 ondersteund is het noodzakelijk de ondersteuningselementen 5 te verplaatsen. Voor goede balancering van het mal-samenstel 1 zullen de 5 ondersteuningselementen 4 in de bovenste vormhelft 2 zo geplaatst dienen te worden dat zij boven de ondersteuningselementen 5 gelegen zijn.Fig. 1 shows a mold assembly 1 comprising an upper mold half 2 and a lower mold half 3 which are movable relative to each other and can be locked together. The top mold half 2 and the bottom 5 mold half 3 can be fixed by means of mounting plates 70, 71 to a press device not shown in this figure. Both the upper mold half 2 and the lower mold half 3 are provided with support elements 4,5, respectively. The position of the support elements 4,5 is not fixed; the position of the support elements 4,5 in the upper mold half 2 and the lower mold half 3 is variable. The position in which the supporting elements 4,5 are placed depends in particular on the shape of the active surfaces 6,7 of the upper mold half 2 and the lower mold half 3. In particular the shape in the active surface 7 of the lower mold half 3 arranged through openings 8 in which plungers, which are not visible in this figure, are movable for pressurizing encapsulating material 20 must be released by the supporting elements 5. Plunger beams 9 are mounted between the supporting elements 5 and under the through-openings 8 on which the plungers movable in the openings 8 are mounted. When exchanging the active surfaces 6,7 for other active surfaces, in which in particular the plunger openings 8 are in the same positions as in the active surface 7, it is unnecessary to change the position of the supporting elements 4,5 in the upper mold half 2 and the lower mold half 3. Also when the position of the plunger openings 8 changes to a limited extent, ie when they are located in the rows which are in the same positions as the rows of plunger openings 8 were before the change-over, the support elements 4,5 can be displaced be left. Only if the plunger openings 8 extend after the exchange var. the active surfaces 6,7 are at a position 1002690 13 where a support element 5 supports the active surface 7, it is necessary to move the support elements 5. For proper balancing of the mold assembly 1, the 5 supporting elements 4 in the upper mold half 2 should be placed such that they are located above the supporting elements 5.
In het mal-samenstel 1 getoond in figuur 1 zijn tevens ejectorbalken 10,11 weergegeven waaraan 10 ejectorstangen 12,13 bevestigd zijn. Door middel van de ejectorbalken 10,11 en ejectorstangen 12,13 kunnen in deze figuur niet zichtbare ejectorpennen bewogen worden waarmee objecten van de werkzame oppervlakken 6,7 gelost kunnen worden. Dit zal verder worden verduidelijkt aan de 15 hand van figuur 4. Ook voor de ejectorbalken 10,11 dienen de ondersteuningselementen 4,5 ruimte vrij te laten, daar waar de ejectorstangen 12 zich bevinden. De plunjerbalken 9 zijn door middel van een gemeenschappelijke plunjerbalkondersteuning 14 met elkaar gekoppeld. Wanneer 20 het onnodig is de positie van de plunjerbalken 9 te wijzigen bij een omstelling kan ook de bevestiging van de plunjerbalken 9 op de plunjerbalkondersteuning 14 intact blijven. Wanneer het echter noodzakelijk is de positie van de plunjerbalken 9 te wijzigen dienen deze op andere 25 posities aan de plunjerbalkondersteuning 14 bevestigd te worden. Daartoe zijn er plunjerbalkondersteuningsdelen 15, die op de plunjerbalkondesteuning 14 bevestigbaar zijn en waardoor de positie van de plunjerbalken 9 wordt bepaald. De plunjerbalkondersteuningselementen 15 zijn 30 dus familie-afhankelijk en behoeven slechts gevangen te worden door andere wanneer de positie van de plunjerbalken 9 wijzigt.In the mold assembly 1 shown in figure 1, ejector bars 10,11 are also shown, to which 10 ejector rods 12,13 are attached. Ejector pins not visible in this figure can be moved by means of the ejector bars 10,11 and ejector rods 12,13 with which objects can be released from the active surfaces 6,7. This will be further elucidated on the basis of figure 4. Also for the ejector beams 10, 11 the support elements 4,5 must leave space where the ejector rods 12 are located. The plunger beams 9 are coupled together by means of a common plunger beam support 14. When it is unnecessary to change the position of the plunger beams 9 during a changeover, the attachment of the plunger beams 9 to the plunger beam support 14 can also remain intact. However, if it is necessary to change the position of the plunger beams 9, they should be attached to the plunger beam support 14 at other positions. For this purpose, there are plunger beam support parts 15, which are attachable to the plunger beam support 14 and by which the position of the plunger beams 9 is determined. The plunger beam support elements 15 are thus family dependent and need only be caught by others when the position of the plunger beams 9 changes.
Ook de ejectorbalken 10,11 zijn gekoppeld door middel van ejectorbalkondersteuningen 16,17. Voor het 35 doen bewegen van de ejectorbalken 10,11 kunnen er in het mal-samenstel 1 aandrijvingen zijn opgenomen waarvan het uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven in figuur 6. Het is evenwel ook mogelijk de aandrijving van de ejectorbalken '10 9 2 6 9 0 14 10,11 in plaats van in het mal-samenstel 1 in een het mal-samenstel 1 aandrijvende inrichting te plaatsen. Het mal-samenstel toont voorts centreerpennen 18 bevestigd aan de onderste vormhelft 3 die samenwerken met 5 centreersleuven 19 bevestigd aan de bovenste vormhelft 2. Voor de fijncentrering zijn in de onderste vormhelft 3 tevens fijncentreerpennen 20 aangebracht die op dezelfde wijze als de centreerpennen 18 met de centreersleuven 19 samenwerken samenwerken met fijncentreersleuven 21.The ejector bars 10,11 are also coupled by means of ejector bar supports 16,17. In order to move the ejector beams 10,11, the mold assembly 1 may include drives, the embodiment of which is shown in figure 6. However, it is also possible to drive the ejector beams '10 9 2 6 9 0 14 10 , 11 instead of being placed in the jig assembly 1 in a device driving the jig assembly 1. The jig assembly further shows centering pins 18 attached to the lower mold half 3 which cooperate with 5 centering slots 19 attached to the upper mold half 2. For fine centering, fine centering pins 20 are also arranged in the lower mold half 3 which are arranged in the same manner as the centering pins 18 with the centering slots 19 cooperate cooperating with fine centering slots 21.
10 Tevens toont deze figuur uitkragende stroken 22 die een deel vormen van het werkzame oppervlak 6 van de bovenste vormhelft 2. Deze uitkragende stroken 22 zullen nader beschreven worden aan de hand van figuur 5.This figure also shows protruding strips 22 which form part of the active surface 6 of the upper mold half 2. These protruding strips 22 will be described in more detail with reference to Figure 5.
Fig. 2 toont een persinrichting 23 waarin het mal-15 samenstel 1 is opgenomen. De persinrichting 23 met daarin opgenomen mal-samenstel 1 zijn weergegeven in persstand. De bovenste vormhelft 2 is gedeeltelijk weggebroken zodat een beter zicht ontstaat op de onderste vormhelft 3. De onderste vormhelft 3 is verticaal verplaatsbaar in een 20 gestel 24 van de persinrichting 1 voor het openen en sluiten van de vormhelften 2,3. Dit openen is noodzakelijk het plaatsen van te omhullen electronische componenten, het aanbrengen van omhulmateriaal en het na de omhulbewerking verwijderen van de omhulde produkten.Fig. 2 shows a pressing device 23 in which the mold 15 assembly 1 is included. The pressing device 23 with the mold assembly 1 included therein are shown in the pressing position. The upper mold half 2 is partly broken away so that a better view is obtained on the lower mold half 3. The lower mold half 3 is vertically displaceable in a frame 24 of the pressing device 1 for opening and closing the mold halves 2,3. This opening is necessary for placing electronic components to be encapsulated, applying encapsulating material and removing the encapsulated products after the encapsulating operation.
25 In het gestel 5 van de persinrichting 1 is een motorreductor 25 opgenomen voor het verticaal doen bewegen van de onderste vormhelft 3. Tevens zijn in de persinrichting 23 middelen 26 zichtbaar waardoor de in deze figuur eveneens niet zichtbare plunjers verplaatst 30 kunnen worden en deze druk kunnen uitoefenen op het omhulmateriaal geplaatst in de plunjeropeningen 8 in de onderste vormhelft 3. De middelen 26 voor het aandrijven van de plunjers omvatten vier verticale schroefspillen 27, die door middel van riemen 28 aangedreven worden door 35 een centrale motor 29. Door middel van het roteren van de schroefspillen 27 zijn de plunjerbalkondersteuningen 14 synchroon verticaal verplaatsbaar. De persinrichting 23 vormt onafhankelijk van het mal-samenstel 1 een 1002690 15 uitvinding waarop eveneens octrooi is aangevraagd. De persinrichting 23 is hier alleen getoond ter verduidelijking van de werking van het mal-samenstel 1 en maakt geen deel uit van de onderhavige uitvinding.In the frame 5 of the pressing device 1 a motor gearbox 25 is included for moving the lower mold half vertically. Also in the pressing device 23 means 26 are visible, so that the plungers, also not visible in this figure, can be moved and this pressure the casing material placed in the plunger openings 8 in the lower mold half 3. The means 26 for driving the plungers comprise four vertical screw spindles 27, which are driven by belts 28 by a central motor 29. By means of the Rotating the screw spindles 27, the plunger beam supports 14 are vertically displaceable synchronously. The press device 23 independently of the mold assembly 1 forms a 1002690 invention, which is also pending. The pressing device 23 is shown here only to clarify the operation of the mold assembly 1 and is not part of the present invention.
5 Fig. 3 toont de onderste vormhelft 3 in uiteengenomen toestand. Duidelijk zichtbaar in deze figuur zijn de plunjerbalken 9 die losgenomen zijn van de plunjerbalkondersteuning 14 en het plunjerbalkondersteuningselement 15. Op de plunjerbalken 10 9 bevinden zich plunjerkoppeldelen 30 die koppelbaar zijn met plunjers 31 waarvan er één door middel van een onderbroken lijn is weergegeven. De plunjers 31 bevinden zich in een slede 32, welke slede 32 een deel van het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 vormt.FIG. 3 shows the lower mold half 3 in disassembled condition. Clearly visible in this figure are the plunger beams 9 detached from the plunger beam support 14 and the plunger beam support element 15. On the plunger beams 9, there are plunger coupling parts 30 which are coupled to plungers 31, one of which is shown by a broken line. The plungers 31 are located in a slide 32, which slide 32 forms part of the active surface 7 of the lower mold half 3.
15 Naast de in fig. 1 weergegeven plunjeropeningen 8 zijn in deze figuur tevens vormholten 33 weergegeven. De plunjers 31 dringen in de plunjeropeningen 8 geplaatst omhulmateriaal door kanalen 34 naar de vormholten 33. De slede 32 is voorzien van profielranden 35 voor 20 samenwerking met geleidingen 36 in een basis 37. De slede 32 kan in de basis 37 worden geschoven waardoor koppelelementen 38 bevestigd aan de ejectorstangen 12 in een rails 39 grijpen die deel uitmaakt van de slede 32.In addition to the plunger openings 8 shown in Fig. 1, mold cavities 33 are also shown in this figure. The plungers 31 penetrate casing material placed in the plunger openings 8 through channels 34 to the mold cavities 33. The carriage 32 is provided with profiled edges 35 for cooperation with guides 36 in a base 37. The carriage 32 can be slid into the base 37, whereby coupling elements 38 attached to the ejector rods 12 in a rail 39 which forms part of the carriage 32.
De rails 39 is verbonden met de in deze figuur niet 25 zichtbare ejectorpen. Door middel van het bewegen van de ejectorstangen 12 zal tevens de ejectorrails 39 bewegen waardoor ook de ejectorpennen zullen bewegen. Alvorens'de slede 32 in de basis 37 kan worden geschoven dienen eerst de plunjerbalken 9 op de plunjerbalkondersteuning 14 30 geplaatst te worden. Vervolgens dienen de plunjerbalken 9 zodanig naar boven bewogen te worden dat de plunjerkoppelmiddelen 30 door de sleuven 40 in de basis 36 steken. Wanneer de plunjerkoppelmiddelen 30 op de juiste hoogte zijn gebracht kan de slede 32 in de basis 35 37 worden geplaatst. De plunjers 31 zullen daarbij aangrijpen op de plunjerkoppelmiddelen 30. Nadat de slede 32 volledig in de basis 37 is geplaatst, en de plunjerkoppelmiddelen 30 met de plunjers 31 zijn 10 0 2 6 90 16 gekoppeld, kunnen borgmiddelen 41 waarmee tot op dat moment de plunjers 31 in de slede 32 waren geborgd in een ontkoppelde stand worden geplaatst. Dit wil zeggen dat de plunjers 31 na het ontkoppelen van de borgmiddelen 41 5 beweegbaar zijn in de slede 32 door een verticale verplaatsing van de plunjerbalken 9. Tenslotte dient voor het fixeren van de slede 32 in de basis 37 een sluitlijst 42 aan de basis 37 bevestigd te worden. Het plaatsen van deze sluitlijst 42 zal tevens de borgmiddelen 41 in een 10 ontkoppelde stand plaatsen. Dit voorkomt beschadiging aan het mal-samenstel 1 om ten gevolge van het per abuis niet ontkoppelen van de plunjers 31 in de slede 32.The rails 39 are connected to the ejector pin not visible in this figure. By means of moving the ejector rods 12, the ejector rails 39 will also move, as a result of which the ejector pins will also move. Before the carriage 32 can be slid into the base 37, the plunger beams 9 must first be placed on the plunger beam support 14. Subsequently, the plunger beams 9 must be moved upwards such that the plunger coupling means 30 protrude through the slots 40 in the base 36. When the plunger coupling means 30 have been brought to the correct height, the carriage 32 can be placed in the base 35 37. The plungers 31 will thereby engage the plunger coupling means 30. After the carriage 32 has been completely placed in the base 37, and the plunger coupling means 30 are coupled to the plungers 31, locking means 41 with which the plungers until then can be 31 in the carriage 32 were secured in a disengaged position. This means that the plungers 31, after uncoupling the locking means 41, are movable in the carriage 32 by a vertical displacement of the plunger beams 9. Finally, for fixing the carriage 32 in the base 37, a closing strip 42 serves on the base 37. to be confirmed. Placing this closing strip 42 will also place the locking means 41 in a disengaged position. This prevents damage to the jig assembly 1 due to accidental disengagement of the plungers 31 in the carriage 32.
Fig. 4 toont in doorsnede een aanzicht op de slede 32 geplaatst in de basis 37. Duidelijk zichtbaar is dat 15 de plunjerkoppeldelen 30 verbonden zijn met de plunjers 31 doordat voeten 43 aan de onderzijde van de plunjers 31 grijpen in uitsparingen 44 aangebracht in de plunjerkoppeldelen 30. Het moge duidelijk zijn dat een koppeling tussen plunjer 31 en plunjerkoppeldeel 30 20 slechts dan mogelijk is wanneer de plunjerkoppeldelen 30 exact op de juiste hoogte zijn geplaatst bij het in de basis 37 schuiven van de slede 32, zodat de voeten 43 zich juist op de hoogte van de uitsparingen 44 bevinden. De borgmiddelen 41 dienen te voorkomen dat de plunjers 31 25 uit de slede 32 kunnen vallen wanneer deze uit de basis 37 wordt genomen. De koppelmiddelen 41 bestaan uit een strip 45 waarin uitsparingen 46 zijn aangebracht. De uitsparingen 46 zijn voorzien van een openingdeel met een dwarsdoorsnede dat ten minste even groot is als de 30 dwarsdoorsnede van de plunjer 31 ter hoogte van de strip 45. De uitsparingen 46 omvatten tevens een openingdeel dat aansluit op het reeds eerder beschreven openingdeel dat kleiner is dan de dwarsdoorsnede van de plunjers 31 ter hoogte van de strip 45. Dit versmalde openingdeel van 35 de uitsparingen 46 kan samenwerken met verjongde delen 47. Wanneer de strip 45 zodanig geplaatst is dat de versmalde openingdelen van de uitsparingen 46 samenwerken met de verjongde delen 47 van de plunjers 31 bevinden de 1002690 17 plunjers 31 zich in geborgde toestand. Door het verplaatsen van de strip 45 kan het openingdeel van de uitsparing 46 met de vergrote dwarsdoorsnede in lijn geplaatst worden met de plunjers 31. Op dat moment 5 bevinden de plunjers 31 zich in ontkoppelde toestand. Het plaatsen van de sluitlijst 42 dringt de strip 45 noodzakelijkerwijs zodanig naar voren dat de plunjers 31 in ontkoppelde toestand verkeren wanneer de sluitlijst 42 is geplaatst.Fig. 4 is a sectional view of the carriage 32 placed in the base 37. It is clearly visible that the plunger coupling parts 30 are connected to the plungers 31 in that feet 43 on the underside of the plungers 31 engage in recesses 44 provided in the plunger coupling parts 30. It will be clear that a coupling between plunger 31 and plunger coupling part 30 is only possible if the plunger coupling parts 30 are placed exactly at the correct height when sliding the carriage 32 into the base 37, so that the feet 43 are just at the height of the recesses 44. The locking means 41 serve to prevent the plungers 31 from falling out of the carriage 32 when it is removed from the base 37. The coupling means 41 consist of a strip 45 in which recesses 46 are arranged. The recesses 46 are provided with an opening part with a cross section which is at least as large as the cross section of the plunger 31 at the level of the strip 45. The recesses 46 also comprise an opening part which connects to the opening part described earlier which is smaller. then the cross section of the plungers 31 at the level of the strip 45. This narrowed opening part of the recesses 46 can cooperate with rejuvenated parts 47. When the strip 45 is placed such that the narrowed opening parts of the recesses 46 cooperate with the rejuvenated parts 47 of the plungers 31, the 1002690 17 plungers 31 are in a locked condition. By displacing the strip 45, the opening part of the recess 46 with the enlarged cross section can be aligned with the plungers 31. At that moment the plungers 31 are in disengaged state. Placing the closure strip 42 necessarily pushes the strip 45 forward such that the plungers 31 are disengaged when the closure strip 42 is placed.
10 Fig. 4 toont tevens ejectorpennen 48 die door middel van een ejectorplaat 49 met elkaar zijn verbonden. Op de ejectorplaat 49 grijpt de rails 39 aan. Een minimale verticale beweging van de ejectorstangen 42 zal door de koppelelementen 38 worden doorgeleid aan de rails 39. De 15 relatief beperkte verticale beweging van de rails 39 heeft tot gevolg dat tevens de ejectorplaat 49 beweegt waardoor ook de ejectorpennen 48 zullen bewegen. De beweging van de ejectorpennen 48 in de vormholte 33 is gewenst voor het lossen van in de vormholte 33 gevormde 20 produkten. Door middel van de ejectorpennen 48 kan het met omhulmateriaal omhulde electronische element losgeduwd worden van het werkzame oppervlak 7. Het gebruik van ejectorpennen 48 voorkomt onnodige beschadiging van de omhulde produkten.FIG. 4 also shows ejector pins 48 which are connected together by means of an ejector plate 49. The rails 39 engage on the ejector plate 49. A minimal vertical movement of the ejector rods 42 will be transmitted by the coupling elements 38 to the rails 39. The relatively limited vertical movement of the rails 39 also results in the ejector plate 49 also moving, as a result of which the ejector pins 48 will also move. The movement of the ejector pins 48 in the mold cavity 33 is desirable for releasing products formed in the mold cavity 33. By means of the ejector pins 48, the encapsulated electronic element can be pushed away from the active surface 7. The use of ejector pins 48 prevents unnecessary damage to the encapsulated products.
25 Fig. 5 toont de uitkragende strook 22 op het oppervlak 6 van de bovenste vormhelft 2. De uitkragende strook is zodanig verplaatst dat deze zich bevindt boven de plunjeropeningen 8. De strip 22 dekt de plunjeropeningen 8 volledig af. Het naar de onderste 30 vormhelft 3 toegekeerde oppervlak van de uitkragende strook 22 ligt niet volledig in lijn met van het overige deel van het werkzame oppervlak 6 maar steekt over zeer beperkte afstand uit over het overige deel van het oppervlak 6. De uitkragende strook 22 wordt afgesteund op 35 de bovenste vormhelft 2 onder tussenkomst van veerkrachtige elementen 50, hier in de vorm van holle cilindervormige bussen. Bij het op elkaar aansluiten van de vormhelften 2,3 zal allereerst de uitkragende strook 10 0 ? 6 9 o 18 22 tegen het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 worden gedrongen. Bij het toenemen van de sluitkracht tussen de vormhelften 2,3 zullen de veerkrachtige elementen 50 worden ingedrukt. Op deze 5 wijze wordt een zeer goede aansluiting van de uitkragende strook 22 op het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 verkregen. Tevens is door middel van de veerkrachtige elementen 50 nauwkeurig te bepalen hoe groot die sluitkracht is. Dit alles is bijzonder gewenst 10 voor het verkrijgen van een zeer goede afdichting op de plunjeropeningen 8. Dit om te voorkomen dat een zeer vloeibare fractie van het omhulmateriaal geplaatst in de plunjeropeningen 8 tussen de vormhelften 2,3 dringt. Het voordeel van de gekozen constructie voor wat betreft de 15 veerelementen 50 is dat deze relatief goedkoop en zeer nauwkeurig op lengte gebracht kunnen worden waardoor een gelijkmatige aansluiting van de uitkragende strook 22 over zijn gehele lengte op het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 mogelijk is.FIG. 5 shows the protruding strip 22 on the surface 6 of the upper mold half 2. The protruding strip is displaced so that it is above the plunger openings 8. The strip 22 completely covers the plunger openings 8. The surface of the protruding strip 22 facing the lower mold half 3 is not completely in line with that of the rest of the active surface 6, but protrudes over the rest of the surface 6 over a very limited distance. supported on the upper mold half 2 through the intermediary of resilient elements 50, here in the form of hollow cylindrical sleeves. When connecting the mold halves 2,3, the protruding strip 10 0? 6 9 o 18 22 are pressed against the active surface 7 of the lower mold half 3. As the closing force between the mold halves 2,3 increases, the resilient elements 50 will be compressed. In this way a very good connection of the protruding strip 22 to the active surface 7 of the lower mold half 3 is obtained. It is also possible to accurately determine by means of the resilient elements 50 how great this closing force is. All this is particularly desirable for obtaining a very good seal on the plunger openings 8. This in order to prevent a very liquid fraction of the encapsulating material placed in the plunger openings 8 from entering between the mold halves 2,3. The advantage of the chosen construction with regard to the spring elements 50 is that they can be lengthened relatively cheaply and very accurately, so that an even connection of the protruding strip 22 over its entire length to the active surface 7 of the lower mold half 3 is possible. is.
20 Fig. 6 tenslotte toont een aandrijving 51 waar een door rotatie van assen 52 waarop excenters 53 zijn bevestigd een relatief beperkte verticale beweging van balken 54 kan worden gerealiseerd. Een dergelijke beperkte verticale beweging van de balken 54 kan 25 bijzonder voordelig worden aangewend voor het aandrijven van de ejectorstangen 12. Dit kan worden gerealiseerd door de ejectorbalken 10 te koppelen met de balken 54 of door de balken 54 te vervangen door de ejectorbalken 10. Deze aandrijving 51 kan worden opgenomen in de onderste 30 vormhelft 3 maar het is tevens mogelijk de aandrijving 51 met de persinrichting 20 te verbinden. De aandrijving 51 is bijzonder compact en constructief eenvoudig te realiseren.FIG. 6 finally shows a drive 51 where a relatively limited vertical movement of beams 54 can be realized by rotation of shafts 52 on which eccentrics 53 are mounted. Such a limited vertical movement of the beams 54 can be used particularly advantageously for driving the ejector rods 12. This can be realized by coupling the ejector beams 10 to the beams 54 or by replacing the beams 54 with the ejector beams 10. This drive 51 can be received in the lower mold half 3, but it is also possible to connect the drive 51 to the pressing device 20. The drive 51 is particularly compact and structurally simple to realize.
10026901002690
Claims (16)
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1002690A NL1002690C2 (en) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Mold assembly and method for using mold assembly. |
PCT/NL1997/000143 WO1997035703A1 (en) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Mould assembly and method for use thereof |
AU19472/97A AU1947297A (en) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Mould assembly and method for use thereof |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1002690 | 1996-03-22 | ||
NL1002690A NL1002690C2 (en) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Mold assembly and method for using mold assembly. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1002690C2 true NL1002690C2 (en) | 1997-09-23 |
Family
ID=19762549
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1002690A NL1002690C2 (en) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Mold assembly and method for using mold assembly. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU1947297A (en) |
NL (1) | NL1002690C2 (en) |
WO (1) | WO1997035703A1 (en) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1002691C2 (en) * | 1996-03-22 | 1997-09-23 | Fico Bv | Press for encapsulating electronic components and methods for using the press. |
Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2189182A (en) * | 1986-04-11 | 1987-10-21 | Michio Osada | Multiple plunger injection moulding apparatus |
US4767302A (en) * | 1986-09-26 | 1988-08-30 | Yazaki Corporation | Exchangeable multiplunger transfer molding die apparatus |
US4812114A (en) * | 1987-09-30 | 1989-03-14 | Texas Instruments Incorporated | New IC molding process |
US4915608A (en) * | 1987-07-20 | 1990-04-10 | Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha | Device for resin sealing semiconductor devices |
JPH05138682A (en) * | 1991-11-25 | 1993-06-08 | Mitsubishi Electric Corp | Method and apparatus for molding |
US5252051A (en) * | 1990-07-27 | 1993-10-12 | Kabushiki Kaisha Toshiba | Resin-seal apparatus for semiconductor element |
DE4329311A1 (en) * | 1992-09-01 | 1994-03-03 | Mitsubishi Electric Corp | Plastics mould for semiconductor component mfr. - has bottom plunger which has lower cushion block section and lower plunger face, or drawing section |
EP0594863A1 (en) * | 1992-04-13 | 1994-05-04 | Apic Yamada Corporation | Method of transfer mold and apparatus for transfer mold |
EP0646948A1 (en) * | 1993-09-30 | 1995-04-05 | Tamusu Technology Kabushiki Kaisha | Resin packaging method, and apparatus and mold for the same |
-
1996
- 1996-03-22 NL NL1002690A patent/NL1002690C2/en not_active IP Right Cessation
-
1997
- 1997-03-19 WO PCT/NL1997/000143 patent/WO1997035703A1/en active Application Filing
- 1997-03-19 AU AU19472/97A patent/AU1947297A/en not_active Abandoned
Patent Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2189182A (en) * | 1986-04-11 | 1987-10-21 | Michio Osada | Multiple plunger injection moulding apparatus |
US4767302A (en) * | 1986-09-26 | 1988-08-30 | Yazaki Corporation | Exchangeable multiplunger transfer molding die apparatus |
US4915608A (en) * | 1987-07-20 | 1990-04-10 | Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha | Device for resin sealing semiconductor devices |
US4812114A (en) * | 1987-09-30 | 1989-03-14 | Texas Instruments Incorporated | New IC molding process |
US5252051A (en) * | 1990-07-27 | 1993-10-12 | Kabushiki Kaisha Toshiba | Resin-seal apparatus for semiconductor element |
JPH05138682A (en) * | 1991-11-25 | 1993-06-08 | Mitsubishi Electric Corp | Method and apparatus for molding |
EP0594863A1 (en) * | 1992-04-13 | 1994-05-04 | Apic Yamada Corporation | Method of transfer mold and apparatus for transfer mold |
DE4329311A1 (en) * | 1992-09-01 | 1994-03-03 | Mitsubishi Electric Corp | Plastics mould for semiconductor component mfr. - has bottom plunger which has lower cushion block section and lower plunger face, or drawing section |
EP0646948A1 (en) * | 1993-09-30 | 1995-04-05 | Tamusu Technology Kabushiki Kaisha | Resin packaging method, and apparatus and mold for the same |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 017, no. 520 (M - 1482) 20 September 1993 (1993-09-20) * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO1997035703A1 (en) | 1997-10-02 |
AU1947297A (en) | 1997-10-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4793785A (en) | Apparatus of multiplunger type for enclosing semiconductor elements with resin | |
US8261809B2 (en) | Method to move an upper mold in relation to a lower mold in a permanent mold casting machine and the permanent mold casting machine used for the method | |
US4555086A (en) | Plastic molding apparatus | |
US9238323B2 (en) | Injection molding machine having a temperature controlled baseplate | |
NL1002690C2 (en) | Mold assembly and method for using mold assembly. | |
NL193748C (en) | Injection molding device. | |
CN211990427U (en) | Hairpin forming die assembly | |
JP3368263B2 (en) | Resin sealing mold equipment | |
JPH06285916A (en) | Cassette type mold device and automatic cassette mold changing device | |
KR100284633B1 (en) | Injection Molding Apparatus and Molds for Use in the Injection Molding Apparatus | |
CN216501879U (en) | Universal fine blanking die for die carrier | |
CN216570270U (en) | Dental model bears device | |
JP2996427B2 (en) | Electronic component mold | |
CN215203182U (en) | Mold for injection molding and injection molding machine | |
JPH0413139Y2 (en) | ||
SU1734909A1 (en) | Stamp with workpiece pushing arrangement | |
CN220808308U (en) | Mold core comprising ejection assembly and mold assembly | |
CN219726092U (en) | Plastic shell pressing device | |
JPS591787Y2 (en) | Molding equipment | |
JP2002166431A (en) | Mold device | |
SU1291600A1 (en) | Device for moulding toilet soap | |
JP2003266503A (en) | Movable platen supporting apparatus for molding machine | |
JP3592793B2 (en) | Synthetic resin molding equipment | |
SU1493489A1 (en) | Casting mould | |
SU707810A1 (en) | Mould for making polymeric articles |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20001001 |