NL1002690C2 - Mal-samenstel en werkwijze voor gebruik van mal-samenstel. - Google Patents
Mal-samenstel en werkwijze voor gebruik van mal-samenstel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1002690C2 NL1002690C2 NL1002690A NL1002690A NL1002690C2 NL 1002690 C2 NL1002690 C2 NL 1002690C2 NL 1002690 A NL1002690 A NL 1002690A NL 1002690 A NL1002690 A NL 1002690A NL 1002690 C2 NL1002690 C2 NL 1002690C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plunger
- mold
- mold assembly
- base
- slide
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/17—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C45/26—Moulds
- B29C45/2673—Moulds with exchangeable mould parts, e.g. cassette moulds
- B29C45/2675—Mounting of exchangeable mould inserts
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/02—Transfer moulding, i.e. transferring the required volume of moulding material by a plunger from a "shot" cavity into a mould cavity
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/14—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor incorporating preformed parts or layers, e.g. injection moulding around inserts or for coating articles
- B29C45/14639—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor incorporating preformed parts or layers, e.g. injection moulding around inserts or for coating articles for obtaining an insulating effect, e.g. for electrical components
- B29C45/14655—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor incorporating preformed parts or layers, e.g. injection moulding around inserts or for coating articles for obtaining an insulating effect, e.g. for electrical components connected to or mounted on a carrier, e.g. lead frame
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/17—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C45/26—Moulds
- B29C45/2673—Moulds with exchangeable mould parts, e.g. cassette moulds
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
- Encapsulation Of And Coatings For Semiconductor Or Solid State Devices (AREA)
Description
MAL-SAMENSTEL EN WERKWIJZE VOOR GEBRUIK VAN MAL-SAMENSTEL
De uitvinding heeft betrekking op een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, omvattende: 5 - twee door een inrichting ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het in een persinrichting plaatsen van ten minste een deel van een dergelijk mal-samenstel.
10 Voor het omhullen van electronische componenten bevestigd op zogeheten leadframes worden doorgaans grote persinrichtingen gebruikt. Voor het omhullen van meerdere produkten is het mogelijk verschillende mal-samenstellen in een dergelijke persinrichting te bevestigen. Voor 15 ieder te omhullen produkt dient daarbij een specifiek mal-samenstel aanwezig te zijn. Het omhullen van de electronische componenten geschiedt door het verwarmen van een in een maldeel opgenomen omhulmateriaal dat vervolgens door middel van een plunjer onder druk wordt 20 gezet, waardoor het vloeibaar geworden omhulmateriaal via toevoerkanalen naar één of meerdere vormholten stroomt. Naast het ten opzichte van elkaar bewegen van de vormhelften van het mal-samenstel wordt door de persinrichting tevens de beweging van de plunjer of 25 plunjers bewerkstelligd. Bij het omstellen van een persinrichting wordt een mal-samenstel uit de persinrichting verwijderd, waarna een ander mal-samenstel in de persinrichting wordt geplaatst. Een beperking van de bestaande inrichtingen is daarbij dat de positie 30 waarop de persinrichting de plunjers aangrijpt vastligt. Dit beperkt de omstelmogelijkheden aangezien slechts mal- 1 0 0 ."<? 9 o 2 samenstellen toepasbaar zijn waarbij de plunjerconfiguratie zodanig is gekozen dat de plunjers aangegrepen kunnen worden door de persinrichting voor het uitoefenen van druk op het omhulmateriaal. Doorgaans zijn 5 er meerdere plunjers op een rij gelegen maar dit is niet noodzakelijk. In de praktijk worden er uiteenlopende mal-samenstellen toegepast met standaard plunjerconfiguraties. Voorbeelden daarvan zijn een mal-samenstel met een centrale plunjerrij, een mal-samenstel 10 met twee evenwijdige, op gelijke afstand van het midden geplaatste plunjerrijen, een zeer gangbaar mal-samenstel met vier evenwijdige plunjerrijen etcetera. Bij het omstellen van een bestaande persinrichting van een situatie waarin een mal-samenstel met een enkele centrale 15 plunjerrij is opgespannen naar een situatie waarin een mal-samenstel met twee evenwijdige plunjerrijen zijn opgespannen, is een zeer omslachtige ombouw van de persinrichting benodigd.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het 20 verschaffen van een mal-samenstel en een werkwijze voor het in een persinrichting plaatsen van zo'n mal-samenstel waarmee op zeer eenvoudige wijze mal-samenstellen met uiteenlopende plunjerconfiguraties bediend kunnen worden. Tevens is het doel van de uitvinding een mal-samenstel te 25 verschaffen dat tijdens gebruik niet of nagenoeg niet zal vervormen.
De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een mal-samenstel van het in aanhef genoemd type, tevens omvattende: 30 - ondersteuningselementen koppelbaar met de van de op elkaar sluitende zijden afgekeerde zijden van de vormhelften, en - ten minste één tussen de met één vormhelft gekoppelde ondersteuningselementen beweegbare plunjerdrager waaraan 35 ten minste één plunjer is bevestigd voor samenwerking met een doorgaande uitsparing in een vormhelft.
In de werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt afhankelijk van een plunjerconfiguratie van één van de 10 0 2690 3 vormhelften een plaats bepaald waar ondersteuningselementen tussen een vormhelftbasis van de vormhelft en de persinrichting aangebracht worden. De ondersteuningselementen zijn verplaatsbaar ten opzichte 5 van de overige mal-samensteldelen, in het bijzonder de "basisdelen" waarin de vormopeningen zijn aangebracht. Afhankelijk van de plunjerconfiguratie van het mal-samenstel zijn de ondersteuningselementen zodanig geplaatst dat deze ruimte laten voor het doorlaten voor 10 plunjeraandrijving en/of plunjers. De verplaatsbaarheid van de ondersteuningselementen maakt het mogelijk de positie ervan aan te passen aan de specifieke plunjerconfiguratie. Dit wil dus zeggen dat de ondersteuningselementen niet verplaatst dienen te worden 15 bij een omstelling tussen mal-samenstellen met gelijke plunjerconfiguratie. In dat geval hoeft slechts het produktafhankelijke deel van het mal-samenstel omgesteld te worden. Een deel van het mal-samenstel, waaronder de ondersteuningselementen, behoeft dus wanneer de mal-20 samenstellen deel uitmaken van dezelfde plunjerconfiguratiefamilie niet verwijderd te worden. Dit vereenvoudigt allereerst het omstellen van mal-samenstellen binnen dezelfde plunjerconfiguratiefamilie maar maakt het tevens mogelijk om te stellen tussen twee 25 mal-samenstellen die in uiteenlopende plunjerconfiguratiefamilies zijn in te delen. Dit wil bijvoorbeeld zeggen dat eerst een mal-samenstel met een enkele rij plunjers wordt toegepast waarna een mal-samenstel met twee rijen plunjers kan worden toegepast.
30 Daarbij is het dan natuurlijk noodzakelijk de ondersteuningselementen zodanig te verplaatsen dat de respectievelijke rijen plunjers vrijgelaten worden door de ondersteuningselementen.
Een bijkomend voordeel van de verplaatsbare 35 ondersteuningselementen is dat deze zodanig opgesteld kunnen worden dat het malsamenstel een goede ondersteuning heeft. In bestaande inrichtingen waarin namelijk dezelfde omstelvrijheden aanwezig zijn dient mer.
1002690 4 het mal-samenstel daar waar plunjers zich mogelijk kunnen vinden immers vrij te laten. In het mal-samenstel overeenkomstig de onderhavige uitvinding kan de ondersteuning ervan vlak naast de plunjers worden 5 gerealiseerd.
In een voorkeursuitvoering van het mal-samenstel is ten minste één evenwijdig aan de plunjerdrager beweegbare ejectorstangdrager met één van de vormhelften verbonden door ten minste één ejectorstang, middels welke in een 10 vormhelft aanwezige ejectorpennen bedienbaar zijn voor het uit een vormholte lossen van een omhuld produkt en/of omhulmateriaal. Deze constructie maakt het mogelijk onder handhaving van bovengenoemde voordelen tevens de ejectorpennen in een mal-samenstel te bedienen 15 onafhankelijk van de plunjerconfiguratie en/of de positie(s) waar de aandrijfmiddelen voor de ejectorpennen het mal-samenstel aangrijpen. Ook ten aanzien van de configuratie van aangrijppunten voor de ejectorpenaandrijving verschaft de uitvinding een grote 20 flexibiliteit.
In een voorkeursuitvoering van het mal-samenstel omvatten de vormhelften: - een basis waarop de ondersteuningselementen aangrijpen, ingericht voor het opnemen van ten minste één slede, 25 - ten minste één in de basis plaatsbare slede met ten minste één vormholte, en - vergrendelmiddelen voor het in de basis vergrendelen van de slede.
In een verdere voorkeursuitvoering omvatten de 30 grendelmiddelen: - in de basis aangebrachte profielranden waarin van één zijde van de basis de slede schuifbaar is, - van de slede deel uitmakende met de profielranden in de basis samenwerkende contraprofielranden, en 35 - een aan de zijde van de basis waaraan de slede in de basis sluitbaar is bevestigbaar afdekelement.
Door een opdeling van de vormhelften in een basis waarin ten minste één slede is opgenomen ontstaat de 1002690 5 mogelijkheid op zeer eenvoudige wijze (SMED) produktafhankelijke vormholten te vervangen voor vormholten met andere afmetingen zonder dat een groot deel van het mal-samenstel verwijderd en verplaatst dient 5 te worden. Een voorwaarde daarbij is echter wel dat de plunjerconfiguratie, en bij voorkeur eveneens de configuratie van aangrijppunten voor de ejectorpennen, voorbij de te omhullen produkten aan elkaar gelijk zijn. In dit geval kan gesproken worden van een zelfde familie 10 produkten qua mal-samenstelconstructie.
Ondersteuningselementen en plunjerdrager(s) hoeven binnen dezelfde mal-samenstelfamilie niet verwijderd en herplaatst te worden bij toepassing van de beschreven constructie. Indien de plunjerconfiguraties voor en na de 15 omstelling exact aan elkaar gelijk zijn is het eveneens overbodig de plunjerdrager(s) te verwijderen en te vervangen. Het is evenwel ook mogelijk dat binnen dezelfde mal-samenstelfamilie de plunjers voor en na de omstelling in dezelfde werklijn(en) gelegen zijn maar dat 20 de plunjers zich op andere posities op de werklijn bevinden. In dit laatste geval zal het eveneens nodig zijn de plunjerdrager(s) te verwijderen en te vervangen. We spreken in dit geval evenwel nog steeds van een zelfde mal-samenstelfamilie.
25 Een andere uitvoering volgens de uitvinding heeft betrekking op een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften 30 omvat, waarvan een eerste vormhelft is voorzien van ten minste één uitsparing voor het opnemen van omhulmateriaal waarop druk uitoefenbaar is en waarvan het contactoppervlak van een tweede vormhelft ten minste daar waar dit aansluit op de uitsparing voor omhulmateriaal 35 wordt gevormd door een ten opzichte van het omringende vormhelft oppervlak uitkragend plaatvormig element dat door ten minste één elastisch vervormbaar element met de tweede vormhelft is verbonden. Het elastisch vervormbaar 1002690 6 element is bij voorkeur holcylindervormig en vervaardigd uit metaal. In een andere voorkeursuitvoering heeft het plaatvormige element een langwerpige vorm en is het door meerdere elastisch vervormbare elementen met de tweede 5 vormhelft verbonden. Het tegenover de uitsparing waarin het omhulmateriaal door middel van een plunjer onder druk geplaatst wordt plaatvormig element zal bij het sluiten van de vormhelften met een door het ten minste ene elastisch vervormbaar element te bepalen voorspanning 10 tegen de tegenoverliggende vormhelft worden gedrongen. Indien het elastisch vervormbaar element een voldoende grote veerconstante heeft kan op deze manier een zeer goede aansluiting van het plaatvormige element met de tegenoverliggende vormhelft worden verkregen. In het 15 bijzonder daar waar het omhulmateriaal onder druk wordt gezet bestaat een relatief grote kans dat een component met relatief lage viscositeit uit het omhulmateriaal treedt en tussen de vormhelften treedt. Een laag die hierdoor op één van de vormhelften achterblijft na het 20 omhullen is relatief moeilijk te verwijderen en kan leiden tot een verminderde kwaliteit van het omhulde produkt bij een volgende produktiegang. Om nu te voorkomen dat een dergelijke dunne laag tussen de beide vormhelften dringt is een zeer goede aansluiting nabij de 25 uitsparing waarin het omhulmateriaal onder druk wordt gebracht wenselijk. Een dergelijke goede aansluiting kan met behulp van de genoemde maatregelen worden verkregen. Het voordeel van het elastisch ondersteund plaatvormige element is dat dit een goede afdichting tussen de beide 30 vormhelften verschaft nabij de uitsparing voor het opnemen van omhulmateriaal waardoor de kans op verontreiniging van de vormhelften wordt verkleind.
Een elastisch vervormbaar element vervaardigd uit metaal met een holcylindervormige vorm, kan zodanig 35 worden uitgevoerd dat een voldoende grote veerconstante kan worden verkregen. Het voordeel van deze constructie is tevens dat een holcylindervormig element zeer nauwkeurig op lengte is te slijpen waardoor een 10 0 2 6 9 0 7 nauwkeurige positionering van het plaatvormige element in één van de vormhelften mogelijk wordt. Een dergelijke nauwkeurige maatvoering van de elastisch vervormbare elementen is bijzonder van belang wanneer het 5 plaatvormige element langwerpig is en door meerdere vervormbare elementen wordt ondersteund. Een langwerpig plaatvormig element kan worden gebruikt voor aansluiting op meerdere uitsparingen voor omhulmateriaal.
Een ander aspect van de uitvoering heeft betrekking 10 op een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften omvat, waarbij door een eerste vormhelft ten minste één doorgaande uitsparing 15 loopt en in de uitsparing een plunjerdeel is opgenomen voorzien van koppelmiddelen voor het ontkoppelbaar met een plunjerdrager verbinden van het plunjerdeel. Bij voorkeur omvat de eerste vormhelft tevens borgmiddelen voor het in de eerste vormhelft borgen van een 20 plunjerdeel. In de stand van de techniek is een plunjerdeel doorgaans vast verbonden met de plunjerdrager of op zeer omslachtige wijze daarvan los te nemen dan wel daar aan te bevestigen. In de praktijk betekent dit dat bij het vervangen van één of meerdere plunjers tevens de 25 plunjerdrager uit de mal-samenstel aandrijvende inrichting genomen dient te worden. Er kan dan vervolgens een andere plunjerdrager met ten minste één plunjer inde inrichting geplaatst worden of het is mogelijk buiten de het mal-samenstel aandrijvende inrichting één of meerdere 30 vervormde plunjerdelen aan de plunjerdrager te bevestigen waarna deze weer in de inrichting kan worden geplaatst.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde constructie waarbij op eenvoudige wijze een plunjerdeel losgenomen kan worden van de 35 plunjerdrager.
Met behulp van de beschreven constructie kan op zeer eenvoudige wijze een plunjerdeel van de plunjerdrager losgenomen worden. Dit heeft als voordeel dat bij het 10 02 6 90 8 wisselen van ten minste een deel van het mal-samenstel de plunjerdrager niet verwisseld hoeft te worden. Deze kan achterblijven in de het mal-samenstel aandrijvende inrichting, waardoor sneller een dergelijke omstelling 5 gerealiseerd kan worden. Een ander voordeel is dat de bouwhoogte van de het mal-samenstel aandrijvende inrichting door deze constructie beperkt kan worden. Het is immers mogelijk een plunjerdeel in een vormhelft te laten zitten bij het plaatsen respectievelijk uitnemen 10 van vormhelften uit de in respectievelijk uit de aandrijvende inrichting. Het gevolg hiervan is dat de plunjerdrager niet zover van de vormhelften afbewogen hoeft te worden dat de plunjers volledig vrijkomen van de vormhelft waarin doorgaande uitsparingen zijn 15 aangebracht. Een deel van de plunjers kan namelijk achterblijven in deze vormhelft wanneer deze uit de inrichting wordt genomen. De plunjerdrager behoeft daardoor een minder grote slag te kunnen maken. Dit beperkt de bouwhoogte van de aandrijvende inrichting.
20 Weer een ander voordeel van de onderhavige constructie is dat de kans op beschadiging van de plunjerdelen beperkt wordt doordat deze ook wanneer deze uit de inrichting worden genomen opgenomen zijn in een vormhelft. Deze vormhelft voorkomt beschadiging van de, doorgaans 25 kwetsbare, plunjerdelen. Naast de genoemde tijdsbesparing bij het ombouwen heeft het achterblijven van een plunjerdrager bij het omstellen tussen twee mal-samenstellen van een zelfde familie voor wat betreft de plunjerconfiguratiefamilie tevens als voordeel dat de, 30 doorgaans volumineuze plunjerdrager, reeds op temperatuur is nadat de machine is omgebouwd. Dit maakt het mogelijk sneller na de omstelling te produceren dan met inrichtingen volgens de stand der techniek.
In een voorkeursuitvoering van een mal-samenstel 35 omvatten de borgmiddelen een in hoofdzaak loodrecht op het plunjerdeel verschuifbare plaat, welke plaat is voorzien van een opening voor het doorlaten van het plunjerdeel met een versmald openingdeel voor 1002690 9 samenwerking met een verjongd deel het plunjerdeel. Een dergelijke verschuifbare plaat is relatief zeer eenvoudig te construeren en tevens kan op eenvoudige wijze worden voorkomen dat het plunjerdeel op een ongewenst moment 5 wordt geborgd. Dit zal nader worden verduidelijkt in de bijgevoegde figuurbeschrijving.
In een voorkeursuitvoering omvat het mal-samenstel tevens de plunjerdrager voorzien van koppelmiddelen voor samenwerking met koppelmiddelen van het plunjerdeel. Naar 10 keuze kan de plunjerdrager al dan niet deel uitmaken van het mal-samenstel afhankelijk van de diversiteit aan mal-samenstelfamilies (met betrekking tot de plunjerconfiguratie ervan). Zo is het mogelijk in situaties waarin slechts één plunjerconfiguratie in een 15 het mal-samenstel aandrijvende inrichting wordt toegepast de plunjerdrager deel uit te laten maken van de aandrijvende inrichting. Bij een grotere diversiteit aan mal-samenstelfamilies (ten aanzien van de plunjerconfiguratie) kan het zinvol zijn de plunjerdrager 20 deel uit te laten maken van het mal-samenstel. Deze uitvinding heeft nadrukkelijk betrekking op een mal-samenstel waarbij de plungerdrager geen deel uitmaakt van het mal-samenstel alsmede een mal-samenstel waarbij de plungerdrager wel deel uitmaakt van het mal-samenstel.
25 Bijzonder voordelig is de uitvoering van het mal- samenstel waarbij de vormhelft met doorgaande opening omvat: - een basis waarop ondersteuningselementen aangrijpen, ingericht voor het opnemen van ten minste één slede, 30 - ten minste één in de basis plaatsbare slede met ten minste één vormholte, en - vergrendelmiddelen voor het in de basis vergrendelen van de slede, waarbij het plunjerdeel met de borgmiddelen is opgenomen in de slede.
35 De voordelen van het snel uitwisselen van de slede zoals reeds eerder beschreven hebben in deze constructie tevens als voordeel dat met de slede ten minste één plunjerdeel kan worden uitgenomen. Een voordeel dat 1002690 10 eveneens voor de andere mal-samenstellen met koppelbaar plunjerdeel geldt, is dat met deze constructie het plunjerdeel steeds samenwerkt met één en dezelfde doorgaande opening in een vormhelft. Daardoor kan een 5 optimale passing worden verkregen tussen vormhelft en plunjerdeel. Wanneer een plunjer in meerdere doorgaande openingen wordt gebruikt zal deze passing gemiddeld minder nauwkeurig zijn.
Weer een ander aspect van de uitvinding heeft 10 betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van een slede, deel uitmakend van een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare 15 vormhelften omvat, zoals bovengaand omschreven, omvattende de stappen: - het in een koppelpositie plaatsen van de plunjerdrager, zodanig dat de koppelmiddelen van de plunjerdrager gepositioneerd zijn voor samenwerking met de 20 koppelmiddelen van het plunjerdeel, - het in de basis plaatsen van de slede, waarbij het plunjerdeel in de slede is geborgd door de borgmiddelen, zodanig dat de koppelmiddelen van het plunjerdeel de koppelmiddelen van de plunjerdrager aangrijpen, en 25 - het lossen van de borgmiddelen waardoor het plunjerdeel door de plunjerdrager beweegbaar is.
Naast de werkwijze voor het plaatsen van de slede omvat de uitvinding tevens een werkwijze voor het uitnemen van de slede, deel uitmakend van een mal-30 samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften omvat, zoals bovengaand beschreven, omvattende de stappen: 35 - het in een ontkoppelpositie plaatsen van de plunjerdrager, zodanig dat de koppelmiddelen van de plunjerdrager gepositioneerd zijn van ontkoppeling van het plunjerdeel en de plunjerdrager, 1002690 11 - het met de borgmiddelen vastzetten van het plunjerdeel in de slede, en - het uit de basis nemen van de slede met daarin geborgd plunjerdeel, waardoor de koppelmiddelen van het 5 plunjerdeel en de koppelmiddelen van de plunjerdrager loskomen van elkaar.
Middels enkele zeer eenvoudige en dus snel uit te voeren handelingen wordt het mogelijk een slede te plaatsen respectievelijk uit te nemen. Met behulp van de 10 werkwijzen kunnen de reeds eerder genoemde voordelen worden gerealiseerd, dat wil zeggen snel wisselen zonder lange wachttijden of complexe constructies voor temperatuurcompensatie, minder kans op beschadiging van de plunjers en de mogelijkheid tot het gebruik van een 15 omhul-inrichting van beperkte hoogte.
De bovengaand beschreven mal-samenstellen en werkwijzen zullen aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden nader worden verduidelijkt. Hierin 20 toont:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht op een mal-samenstel overeenkomstig de uitvinding;
Fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht op een persinrichting waarin het 25 mal-samenstel overeenkomstig figuur 1 is opgenomen;
Fig. 3 een perspectivisch aanzicht op een gedeeltelijk in dele uiteen genomen vormhelft deel uitmakend van het mal-samenstel in figuur 1;
Fig. 4 een opengewerkt perspectivisch aanzicht 30 op de vormhelft getoond in figuur 3 in geassembleerde toestand;
Fig. 5 een perspectivisch aanzicht op een constructie opgenomen in een voorkeursuitvoering van het mal-samenstel overeenkomstige uitvinding, en 35 Fig. 6 een perspectivisch aanzicht op een aandrijving opgenomen in een voorkeursuitvoering van het mal-samenstel overeenkomstig de onderhavige uitvinding.
1002690 12
Fig. 1 toont een mal-samenstel 1 omvattende een bovenste vormhelft 2 en een onderste vormhelft 3 welke ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn en op elkaar sluitbaar zijn. De bovenste vormhelft 2 en de onderste 5 vormhelft 3 zijn door respectievelijk bevestigingsplaten 70,71 bevestigbaar aan een in deze figuur niet weergegeven persinrichting. Zowel de bovenste vormhelft 2 als de onderste vormhelft 3 zijn voorzien van respectievelijk ondersteuningselementen 4,5. De positie 10 van de ondersteuningselementen 4,5 ligt niet vast; de positie van de ondersteuningselementen 4,5 in de bovenste vormhelft 2 en de onderste vormhelft 3 is variabel. De positie waarin de ondersteuningselementen 4,5 worden geplaatst is in het bijzonder afhankelijk van de vorm van 15 de werkzame vlakken 6,7 van de bovenste vormhelft 2 en de onderste vormhelft 3. Met name de in het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 aangebrachte doorgaande openingen 8 waarin, in deze figuur niet zichtbare, plunjers beweegbaar zijn voor het onder druk 20 brengen van omhulmateriaal dienen door de ondersteuningselementen 5 vrijgelaten te worden. Tussen de ondersteuningselementen 5 en onder de doorgaande openingen 8 zijn plunjerbalken 9 aangebracht waarop de in de openingen 8 beweegbare plunjers bevestigd zijn. Bij 25 het uitwisselen van de werkzame oppervlakken 6,7 voor andere werkzame oppervlakken waarbij in het bijzonder de plunjeropeningen 8 zich op dezelfde posities bevinden als in het werkzaam oppervlak 7 is het onnodig om de positie van de ondersteuningselementen 4,5 in respectievelijk de 30 bovenste vormhelft 2 en de onderste vormhelft 3 te wijzigen. Ook wanneer de positie van de plunjeropeningen 8 in beperkte mate wijzigt, dat wil zeggen wanneer zij in de rijen zijn gelegen die zich op dezelfde posities bevinden alswaar de rijen plunjeropeningen 8 zich voor de 35 omstelling bevonden kan het verplaatsen van de ondersteuningselementen 4,5 achterwege gelaten worden. Slechts wanneer de plunjeropeningen 8 zich na het verwisselen var. de werkzame oppervlakken 6,7 zich bevinden op een positie 1002690 13 waar een ondersteuningselement 5 het werkzame oppervlak 7 ondersteund is het noodzakelijk de ondersteuningselementen 5 te verplaatsen. Voor goede balancering van het mal-samenstel 1 zullen de 5 ondersteuningselementen 4 in de bovenste vormhelft 2 zo geplaatst dienen te worden dat zij boven de ondersteuningselementen 5 gelegen zijn.
In het mal-samenstel 1 getoond in figuur 1 zijn tevens ejectorbalken 10,11 weergegeven waaraan 10 ejectorstangen 12,13 bevestigd zijn. Door middel van de ejectorbalken 10,11 en ejectorstangen 12,13 kunnen in deze figuur niet zichtbare ejectorpennen bewogen worden waarmee objecten van de werkzame oppervlakken 6,7 gelost kunnen worden. Dit zal verder worden verduidelijkt aan de 15 hand van figuur 4. Ook voor de ejectorbalken 10,11 dienen de ondersteuningselementen 4,5 ruimte vrij te laten, daar waar de ejectorstangen 12 zich bevinden. De plunjerbalken 9 zijn door middel van een gemeenschappelijke plunjerbalkondersteuning 14 met elkaar gekoppeld. Wanneer 20 het onnodig is de positie van de plunjerbalken 9 te wijzigen bij een omstelling kan ook de bevestiging van de plunjerbalken 9 op de plunjerbalkondersteuning 14 intact blijven. Wanneer het echter noodzakelijk is de positie van de plunjerbalken 9 te wijzigen dienen deze op andere 25 posities aan de plunjerbalkondersteuning 14 bevestigd te worden. Daartoe zijn er plunjerbalkondersteuningsdelen 15, die op de plunjerbalkondesteuning 14 bevestigbaar zijn en waardoor de positie van de plunjerbalken 9 wordt bepaald. De plunjerbalkondersteuningselementen 15 zijn 30 dus familie-afhankelijk en behoeven slechts gevangen te worden door andere wanneer de positie van de plunjerbalken 9 wijzigt.
Ook de ejectorbalken 10,11 zijn gekoppeld door middel van ejectorbalkondersteuningen 16,17. Voor het 35 doen bewegen van de ejectorbalken 10,11 kunnen er in het mal-samenstel 1 aandrijvingen zijn opgenomen waarvan het uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven in figuur 6. Het is evenwel ook mogelijk de aandrijving van de ejectorbalken '10 9 2 6 9 0 14 10,11 in plaats van in het mal-samenstel 1 in een het mal-samenstel 1 aandrijvende inrichting te plaatsen. Het mal-samenstel toont voorts centreerpennen 18 bevestigd aan de onderste vormhelft 3 die samenwerken met 5 centreersleuven 19 bevestigd aan de bovenste vormhelft 2. Voor de fijncentrering zijn in de onderste vormhelft 3 tevens fijncentreerpennen 20 aangebracht die op dezelfde wijze als de centreerpennen 18 met de centreersleuven 19 samenwerken samenwerken met fijncentreersleuven 21.
10 Tevens toont deze figuur uitkragende stroken 22 die een deel vormen van het werkzame oppervlak 6 van de bovenste vormhelft 2. Deze uitkragende stroken 22 zullen nader beschreven worden aan de hand van figuur 5.
Fig. 2 toont een persinrichting 23 waarin het mal-15 samenstel 1 is opgenomen. De persinrichting 23 met daarin opgenomen mal-samenstel 1 zijn weergegeven in persstand. De bovenste vormhelft 2 is gedeeltelijk weggebroken zodat een beter zicht ontstaat op de onderste vormhelft 3. De onderste vormhelft 3 is verticaal verplaatsbaar in een 20 gestel 24 van de persinrichting 1 voor het openen en sluiten van de vormhelften 2,3. Dit openen is noodzakelijk het plaatsen van te omhullen electronische componenten, het aanbrengen van omhulmateriaal en het na de omhulbewerking verwijderen van de omhulde produkten.
25 In het gestel 5 van de persinrichting 1 is een motorreductor 25 opgenomen voor het verticaal doen bewegen van de onderste vormhelft 3. Tevens zijn in de persinrichting 23 middelen 26 zichtbaar waardoor de in deze figuur eveneens niet zichtbare plunjers verplaatst 30 kunnen worden en deze druk kunnen uitoefenen op het omhulmateriaal geplaatst in de plunjeropeningen 8 in de onderste vormhelft 3. De middelen 26 voor het aandrijven van de plunjers omvatten vier verticale schroefspillen 27, die door middel van riemen 28 aangedreven worden door 35 een centrale motor 29. Door middel van het roteren van de schroefspillen 27 zijn de plunjerbalkondersteuningen 14 synchroon verticaal verplaatsbaar. De persinrichting 23 vormt onafhankelijk van het mal-samenstel 1 een 1002690 15 uitvinding waarop eveneens octrooi is aangevraagd. De persinrichting 23 is hier alleen getoond ter verduidelijking van de werking van het mal-samenstel 1 en maakt geen deel uit van de onderhavige uitvinding.
5 Fig. 3 toont de onderste vormhelft 3 in uiteengenomen toestand. Duidelijk zichtbaar in deze figuur zijn de plunjerbalken 9 die losgenomen zijn van de plunjerbalkondersteuning 14 en het plunjerbalkondersteuningselement 15. Op de plunjerbalken 10 9 bevinden zich plunjerkoppeldelen 30 die koppelbaar zijn met plunjers 31 waarvan er één door middel van een onderbroken lijn is weergegeven. De plunjers 31 bevinden zich in een slede 32, welke slede 32 een deel van het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 vormt.
15 Naast de in fig. 1 weergegeven plunjeropeningen 8 zijn in deze figuur tevens vormholten 33 weergegeven. De plunjers 31 dringen in de plunjeropeningen 8 geplaatst omhulmateriaal door kanalen 34 naar de vormholten 33. De slede 32 is voorzien van profielranden 35 voor 20 samenwerking met geleidingen 36 in een basis 37. De slede 32 kan in de basis 37 worden geschoven waardoor koppelelementen 38 bevestigd aan de ejectorstangen 12 in een rails 39 grijpen die deel uitmaakt van de slede 32.
De rails 39 is verbonden met de in deze figuur niet 25 zichtbare ejectorpen. Door middel van het bewegen van de ejectorstangen 12 zal tevens de ejectorrails 39 bewegen waardoor ook de ejectorpennen zullen bewegen. Alvorens'de slede 32 in de basis 37 kan worden geschoven dienen eerst de plunjerbalken 9 op de plunjerbalkondersteuning 14 30 geplaatst te worden. Vervolgens dienen de plunjerbalken 9 zodanig naar boven bewogen te worden dat de plunjerkoppelmiddelen 30 door de sleuven 40 in de basis 36 steken. Wanneer de plunjerkoppelmiddelen 30 op de juiste hoogte zijn gebracht kan de slede 32 in de basis 35 37 worden geplaatst. De plunjers 31 zullen daarbij aangrijpen op de plunjerkoppelmiddelen 30. Nadat de slede 32 volledig in de basis 37 is geplaatst, en de plunjerkoppelmiddelen 30 met de plunjers 31 zijn 10 0 2 6 90 16 gekoppeld, kunnen borgmiddelen 41 waarmee tot op dat moment de plunjers 31 in de slede 32 waren geborgd in een ontkoppelde stand worden geplaatst. Dit wil zeggen dat de plunjers 31 na het ontkoppelen van de borgmiddelen 41 5 beweegbaar zijn in de slede 32 door een verticale verplaatsing van de plunjerbalken 9. Tenslotte dient voor het fixeren van de slede 32 in de basis 37 een sluitlijst 42 aan de basis 37 bevestigd te worden. Het plaatsen van deze sluitlijst 42 zal tevens de borgmiddelen 41 in een 10 ontkoppelde stand plaatsen. Dit voorkomt beschadiging aan het mal-samenstel 1 om ten gevolge van het per abuis niet ontkoppelen van de plunjers 31 in de slede 32.
Fig. 4 toont in doorsnede een aanzicht op de slede 32 geplaatst in de basis 37. Duidelijk zichtbaar is dat 15 de plunjerkoppeldelen 30 verbonden zijn met de plunjers 31 doordat voeten 43 aan de onderzijde van de plunjers 31 grijpen in uitsparingen 44 aangebracht in de plunjerkoppeldelen 30. Het moge duidelijk zijn dat een koppeling tussen plunjer 31 en plunjerkoppeldeel 30 20 slechts dan mogelijk is wanneer de plunjerkoppeldelen 30 exact op de juiste hoogte zijn geplaatst bij het in de basis 37 schuiven van de slede 32, zodat de voeten 43 zich juist op de hoogte van de uitsparingen 44 bevinden. De borgmiddelen 41 dienen te voorkomen dat de plunjers 31 25 uit de slede 32 kunnen vallen wanneer deze uit de basis 37 wordt genomen. De koppelmiddelen 41 bestaan uit een strip 45 waarin uitsparingen 46 zijn aangebracht. De uitsparingen 46 zijn voorzien van een openingdeel met een dwarsdoorsnede dat ten minste even groot is als de 30 dwarsdoorsnede van de plunjer 31 ter hoogte van de strip 45. De uitsparingen 46 omvatten tevens een openingdeel dat aansluit op het reeds eerder beschreven openingdeel dat kleiner is dan de dwarsdoorsnede van de plunjers 31 ter hoogte van de strip 45. Dit versmalde openingdeel van 35 de uitsparingen 46 kan samenwerken met verjongde delen 47. Wanneer de strip 45 zodanig geplaatst is dat de versmalde openingdelen van de uitsparingen 46 samenwerken met de verjongde delen 47 van de plunjers 31 bevinden de 1002690 17 plunjers 31 zich in geborgde toestand. Door het verplaatsen van de strip 45 kan het openingdeel van de uitsparing 46 met de vergrote dwarsdoorsnede in lijn geplaatst worden met de plunjers 31. Op dat moment 5 bevinden de plunjers 31 zich in ontkoppelde toestand. Het plaatsen van de sluitlijst 42 dringt de strip 45 noodzakelijkerwijs zodanig naar voren dat de plunjers 31 in ontkoppelde toestand verkeren wanneer de sluitlijst 42 is geplaatst.
10 Fig. 4 toont tevens ejectorpennen 48 die door middel van een ejectorplaat 49 met elkaar zijn verbonden. Op de ejectorplaat 49 grijpt de rails 39 aan. Een minimale verticale beweging van de ejectorstangen 42 zal door de koppelelementen 38 worden doorgeleid aan de rails 39. De 15 relatief beperkte verticale beweging van de rails 39 heeft tot gevolg dat tevens de ejectorplaat 49 beweegt waardoor ook de ejectorpennen 48 zullen bewegen. De beweging van de ejectorpennen 48 in de vormholte 33 is gewenst voor het lossen van in de vormholte 33 gevormde 20 produkten. Door middel van de ejectorpennen 48 kan het met omhulmateriaal omhulde electronische element losgeduwd worden van het werkzame oppervlak 7. Het gebruik van ejectorpennen 48 voorkomt onnodige beschadiging van de omhulde produkten.
25 Fig. 5 toont de uitkragende strook 22 op het oppervlak 6 van de bovenste vormhelft 2. De uitkragende strook is zodanig verplaatst dat deze zich bevindt boven de plunjeropeningen 8. De strip 22 dekt de plunjeropeningen 8 volledig af. Het naar de onderste 30 vormhelft 3 toegekeerde oppervlak van de uitkragende strook 22 ligt niet volledig in lijn met van het overige deel van het werkzame oppervlak 6 maar steekt over zeer beperkte afstand uit over het overige deel van het oppervlak 6. De uitkragende strook 22 wordt afgesteund op 35 de bovenste vormhelft 2 onder tussenkomst van veerkrachtige elementen 50, hier in de vorm van holle cilindervormige bussen. Bij het op elkaar aansluiten van de vormhelften 2,3 zal allereerst de uitkragende strook 10 0 ? 6 9 o 18 22 tegen het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 worden gedrongen. Bij het toenemen van de sluitkracht tussen de vormhelften 2,3 zullen de veerkrachtige elementen 50 worden ingedrukt. Op deze 5 wijze wordt een zeer goede aansluiting van de uitkragende strook 22 op het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 verkregen. Tevens is door middel van de veerkrachtige elementen 50 nauwkeurig te bepalen hoe groot die sluitkracht is. Dit alles is bijzonder gewenst 10 voor het verkrijgen van een zeer goede afdichting op de plunjeropeningen 8. Dit om te voorkomen dat een zeer vloeibare fractie van het omhulmateriaal geplaatst in de plunjeropeningen 8 tussen de vormhelften 2,3 dringt. Het voordeel van de gekozen constructie voor wat betreft de 15 veerelementen 50 is dat deze relatief goedkoop en zeer nauwkeurig op lengte gebracht kunnen worden waardoor een gelijkmatige aansluiting van de uitkragende strook 22 over zijn gehele lengte op het werkzame oppervlak 7 van de onderste vormhelft 3 mogelijk is.
20 Fig. 6 tenslotte toont een aandrijving 51 waar een door rotatie van assen 52 waarop excenters 53 zijn bevestigd een relatief beperkte verticale beweging van balken 54 kan worden gerealiseerd. Een dergelijke beperkte verticale beweging van de balken 54 kan 25 bijzonder voordelig worden aangewend voor het aandrijven van de ejectorstangen 12. Dit kan worden gerealiseerd door de ejectorbalken 10 te koppelen met de balken 54 of door de balken 54 te vervangen door de ejectorbalken 10. Deze aandrijving 51 kan worden opgenomen in de onderste 30 vormhelft 3 maar het is tevens mogelijk de aandrijving 51 met de persinrichting 20 te verbinden. De aandrijving 51 is bijzonder compact en constructief eenvoudig te realiseren.
1002690
Claims (16)
1. Mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten bevestigd op zogeheten leadframes, omvattende: - twee door een inrichting ten opzichte van elkaar 5 beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften, - ondersteuningselementen koppelbaar met de van de op elkaar sluitende zijden afgekeerde zijden van de vormhelften, en - ten minste één tussen de met één vormhelft gekoppelde 10 ondersteuningselementen beweegbare plunjerdrager waaraan ten minste één plunjer is bevestigd voor samenwerking met een doorgaande uitsparing in een vormhelft.
2. Mal-samenstel volgens conclusie 1, waarbij ten minste één evenwijdig aan de plunjerdrager beweegbare 15 ejectorstangdrager met één van de vormhelften is verbonden door ten minste één ejectorstang, middels welke in de vormhelft aanwezige ejectorpennen bedienbaar zijn voor het uit een vormholte lossen van een omhuld produkt en/of omhulmateriaal.
3. Werkwijze voor het in een persinrichting plaat-sen van ten minste een deel van een mal-samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij afhankelijk van een plunjerconfiguratie van één van de vormhelften de plaats bepaald wordt waar ondersteuningselementen tussen een 25 vormhelftbasis van de vormhelft en de persinrichting aangebracht worden.
4. Mal-samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vormhelften omvatten: - een basis waarop de ondersteuningselementen aangrijpen, 30 ingericht voor het opnemen van ten minste één slede, <002690 - ten minste één in de basis plaatsbare slede met ten minste één vormholte, en - vergrendelmiddelen voor het in de basis vergrendelen van de slede.
5. Mal-samenstel volgens conclusie 3, waarbij de vergrendelmiddelen omvatten: - in de basis aangebrachte profielranden waarin van één zijde van de basis de slede schuifbaar is, - van de slede deel uitmakende met de profielranden in de 10 basis samenwerkende contraprofielranden, en - een aan de zijde van de basis waaraan de slede in de basis sluitbaar is bevestigbaar afdekelement.
6. Mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal- 15 samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften omvat, waarvan een eerste vormhelft is voorzien van ten minste één uitsparing voor het opnemen van omhulmateriaal waarop druk uitoefenbaar is en waarvan het contactoppervlak van een tweede 20 vormhelft ten minste daar waar dit aansluit op de uitsparing voor omhulmateriaal wordt gevormd door een ten opzichte van het omringende vormhelft oppervlak uitkragend plaatvormig element dat door ten minste één elastisch vervormbaar element met de tweede vormhelft is 25 verbonden.
7. Mal-samenstel volgens conclusie 5, waarbij het elastisch vormbare element hol cilindervormig is.
8. Mal-samenstel volgens conclusie 5 of 6, waarbij het elastisch vormbare element is vervaardigd uit metaal.
9. Mal-samenstel volgens één der conclusies 5-7, waarbij het plaatvormige element een langwerpige vorm heeft en door meerdere elastisch vervormbare elementen met de tweede vormhelft is verbonden.
10. Mal-samenstel voor het omhullen van 35 electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften omvat, waarbij door een eerste vormhelft ten minste één 1002690 doorgaande uitsparing loopt en in de uitsparing een plunjerdeel is opgenomen voorzien van koppelmiddelen voor het ontkoppelbaar met een plunjerdrager verbinden van het plunjerdeel.
11. Mal-samenstel volgens conclusie 9, waarbij de eerste vormhelft borgmiddelen omvat voor het in de eerste vormhelft borgen van het plunjerdeel.
12. Mal-samenstel volgens conclusie 9 of 10, waarbij de borgmiddelen in hoofdzaak loodrecht op het plunjerdeel 10 verschuifbare plaat omvatten, welke plaat is voorzien van een opening voor het doorlaten van het plunjerdeel met een versmald openingdeel voor samenwerking met een verjongd deel van het plunjerdeel.
13. Mal-samenstel volgens één der conclusies 9-11, 15 waarbij het mal-samenstel tevens de plunjerdrager voorzien van koppelmiddelen voor samenwerking met de koppelmiddelen van het plunjerdeel omvat.
14. Mal-samenstel volgens één der conclusies 9-12, waarbij de vormhelft met doorgaande opening omvat: 20. een basis waarop ondersteuningselementen aangrijpen, ingericht voor het opnemen van ten minste één slede, - ten minste één in de basis plaatsbare slede met ten minste één vormholte, en - vergrendelmiddelen voor het in de basis vergrendelen 25 van de slede, waarbij het plunjerdeel met de borgmiddelen is opgenomen in de slede.
15. Werkwijze voor het plaatsen van een slede, déél uitmakend van een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten bevestigd op zogeheten 30 leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften omvat, volgens conclusie 13, omvattende de stappen: - het in een koppelpositie plaatsen van de plunjerdrager, zodanig dat de koppelmiddelen van de plunjerdrager 35 gepositioneerd zijn voor samenwerking met de koppelmiddelen van het plunjerdeel, - het in de basis plaatsen van de slede, waarbij het plunjerdeel in de slede is geborgd door de borgmiddelen, 10 0 2 0 9 0 zodanig dat de koppelmiddelen van het plunjerdeel de koppelmiddelen van de plunjerdrager aangrijpen, en - het lossen van de borgmiddelen waardoor het plunjerdeel door de plunjerdrager beweegbaar is.
16. Werkwijze voor het uitnemen van een slede, deel uitmakend van een mal-samenstel voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, welk mal-samenstel twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften 10 omvat, volgens conclusie 13, omvattende de stappen: - het in een ontkoppelpositie plaatsen van de plunjerdrager, zodanig dat de koppelmiddelen van de plunjerdrager gepositioneerd zijn van ontkoppeling van het plunjerdeel en de plunjerdrager, 15. het met de borgmiddelen vastzetten van het plunjerdeel in de slede, en - het uit de basis nemen van de slede met daarin geborgd plunjerdeel, waardoor de koppelmiddelen van het plunjerdeel en de koppelmiddelen van de plunjerdrager 20 loskomen van elkaar. ***** 1002690
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1002690A NL1002690C2 (nl) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Mal-samenstel en werkwijze voor gebruik van mal-samenstel. |
PCT/NL1997/000143 WO1997035703A1 (en) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Mould assembly and method for use thereof |
AU19472/97A AU1947297A (en) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Mould assembly and method for use thereof |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1002690A NL1002690C2 (nl) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Mal-samenstel en werkwijze voor gebruik van mal-samenstel. |
NL1002690 | 1996-03-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1002690C2 true NL1002690C2 (nl) | 1997-09-23 |
Family
ID=19762549
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1002690A NL1002690C2 (nl) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Mal-samenstel en werkwijze voor gebruik van mal-samenstel. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU1947297A (nl) |
NL (1) | NL1002690C2 (nl) |
WO (1) | WO1997035703A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1002691C2 (nl) * | 1996-03-22 | 1997-09-23 | Fico Bv | Pers voor het omhullen van electronische componenten en werkwijzen voor het gebruik van de pers. |
Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2189182A (en) * | 1986-04-11 | 1987-10-21 | Michio Osada | Multiple plunger injection moulding apparatus |
US4767302A (en) * | 1986-09-26 | 1988-08-30 | Yazaki Corporation | Exchangeable multiplunger transfer molding die apparatus |
US4812114A (en) * | 1987-09-30 | 1989-03-14 | Texas Instruments Incorporated | New IC molding process |
US4915608A (en) * | 1987-07-20 | 1990-04-10 | Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha | Device for resin sealing semiconductor devices |
JPH05138682A (ja) * | 1991-11-25 | 1993-06-08 | Mitsubishi Electric Corp | モールド方法およびモールド装置 |
US5252051A (en) * | 1990-07-27 | 1993-10-12 | Kabushiki Kaisha Toshiba | Resin-seal apparatus for semiconductor element |
DE4329311A1 (de) * | 1992-09-01 | 1994-03-03 | Mitsubishi Electric Corp | Kunststofformeinrichtung und Kunststofformverfahren für Halbleiterbauelemente |
EP0594863A1 (en) * | 1992-04-13 | 1994-05-04 | Apic Yamada Corporation | Method of transfer mold and apparatus for transfer mold |
EP0646948A1 (en) * | 1993-09-30 | 1995-04-05 | Tamusu Technology Kabushiki Kaisha | Resin packaging method, and apparatus and mold for the same |
-
1996
- 1996-03-22 NL NL1002690A patent/NL1002690C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1997
- 1997-03-19 AU AU19472/97A patent/AU1947297A/en not_active Abandoned
- 1997-03-19 WO PCT/NL1997/000143 patent/WO1997035703A1/en active Application Filing
Patent Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2189182A (en) * | 1986-04-11 | 1987-10-21 | Michio Osada | Multiple plunger injection moulding apparatus |
US4767302A (en) * | 1986-09-26 | 1988-08-30 | Yazaki Corporation | Exchangeable multiplunger transfer molding die apparatus |
US4915608A (en) * | 1987-07-20 | 1990-04-10 | Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha | Device for resin sealing semiconductor devices |
US4812114A (en) * | 1987-09-30 | 1989-03-14 | Texas Instruments Incorporated | New IC molding process |
US5252051A (en) * | 1990-07-27 | 1993-10-12 | Kabushiki Kaisha Toshiba | Resin-seal apparatus for semiconductor element |
JPH05138682A (ja) * | 1991-11-25 | 1993-06-08 | Mitsubishi Electric Corp | モールド方法およびモールド装置 |
EP0594863A1 (en) * | 1992-04-13 | 1994-05-04 | Apic Yamada Corporation | Method of transfer mold and apparatus for transfer mold |
DE4329311A1 (de) * | 1992-09-01 | 1994-03-03 | Mitsubishi Electric Corp | Kunststofformeinrichtung und Kunststofformverfahren für Halbleiterbauelemente |
EP0646948A1 (en) * | 1993-09-30 | 1995-04-05 | Tamusu Technology Kabushiki Kaisha | Resin packaging method, and apparatus and mold for the same |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 017, no. 520 (M - 1482) 20 September 1993 (1993-09-20) * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU1947297A (en) | 1997-10-17 |
WO1997035703A1 (en) | 1997-10-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4793785A (en) | Apparatus of multiplunger type for enclosing semiconductor elements with resin | |
US8261809B2 (en) | Method to move an upper mold in relation to a lower mold in a permanent mold casting machine and the permanent mold casting machine used for the method | |
US4555086A (en) | Plastic molding apparatus | |
NL1002690C2 (nl) | Mal-samenstel en werkwijze voor gebruik van mal-samenstel. | |
US9004907B2 (en) | Injection molding machine having a transport device disposed on a baseplate | |
NL193748C (nl) | Spuitgietinrichting. | |
CN211990427U (zh) | 发卡成型模具总成 | |
JP3368263B2 (ja) | 樹脂封止用金型装置 | |
EP0734834B1 (en) | A procedure for manufacturing closed impellers and an equipment therefor | |
JPH06285916A (ja) | カセット式金型装置及びカセット金型自動交換装置 | |
KR100284633B1 (ko) | 사출성형장치 및 이 사출성형장치에 사용하기 위한 몰드 | |
CN210116114U (zh) | 一种密集型产品弹性定位装置 | |
CN216501879U (zh) | 一种模架通用的精冲模具 | |
JP2996427B2 (ja) | 電子部品モールド金型 | |
CN215203182U (zh) | 用于注塑成型的模具和注塑成型机 | |
JPH0413139Y2 (nl) | ||
SU1734909A1 (ru) | Штамп с устройством дл выталкивани изделий | |
CN220808308U (zh) | 一种包含顶出组件的模仁以及模具组件 | |
CN219726092U (zh) | 一种塑壳压合装置 | |
JPS591787Y2 (ja) | 成形装置 | |
JP2002166431A (ja) | 金型装置 | |
SU1291600A1 (ru) | Устройство дл формовани туалетного мыла | |
JP2003266503A (ja) | 成形機の可動プラテンサポート装置 | |
JP3592793B2 (ja) | 合成樹脂の成形装置 | |
SU1493489A1 (ru) | Литьева форма |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20001001 |