Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL1001556C2 - Fragmentable projectile, weapon system and working method. - Google Patents

Fragmentable projectile, weapon system and working method. Download PDF

Info

Publication number
NL1001556C2
NL1001556C2 NL1001556A NL1001556A NL1001556C2 NL 1001556 C2 NL1001556 C2 NL 1001556C2 NL 1001556 A NL1001556 A NL 1001556A NL 1001556 A NL1001556 A NL 1001556A NL 1001556 C2 NL1001556 C2 NL 1001556C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
projectile
target
information
roll angle
offset
Prior art date
Application number
NL1001556A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Jan Klaas Brouwer
Original Assignee
Hollandse Signaalapparaten Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hollandse Signaalapparaten Bv filed Critical Hollandse Signaalapparaten Bv
Priority to NL1001556A priority Critical patent/NL1001556C2/en
Priority to PCT/EP1996/004521 priority patent/WO1997016696A1/en
Priority to TR1998/00762T priority patent/TR199800762T2/en
Priority to CA 2235407 priority patent/CA2235407A1/en
Priority to EP96934733A priority patent/EP0856142B1/en
Priority to DE69615574T priority patent/DE69615574D1/en
Priority to AU72953/96A priority patent/AU709972B2/en
Priority to ARP960104880 priority patent/AR010449A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1001556C2 publication Critical patent/NL1001556C2/en
Priority to NO981709A priority patent/NO981709L/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B12/00Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material
    • F42B12/02Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect
    • F42B12/20Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of high-explosive type
    • F42B12/22Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of high-explosive type with fragmentation-hull construction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)

Description

Fraomenteerbaar projectiel, wapensysteem en werkwijzeFraomentable projectile, weapon system and working method

De uitvinding heeft betrekking op een projectiel voor het vernietigen van een doel, voorzien van fragmentatiemiddelen 5 en detonatiemiddelen en ontsteekmiddelen voor het doen detoneren van de detonatiemiddelen.The invention relates to a projectile for destroying a target, provided with fragmentation means 5 and detonation means and ignition means for detonating the detonation means.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een wapensysteem voor het vernietigen van een doel, omvattende een 10 vuurleidingssysteem voor het volgen van het doel, een lanceerbuis voor het lanceren van projectielen voorzien van fragmentatiemiddelen en detonatiemiddelen en ontsteekmiddelen voor het ontsteken van de detonatiemiddelen.The invention also relates to a weapon system for destroying a target, comprising a fire control system for tracking the target, a launch tube for launching projectiles provided with fragmentation means and detonation means and ignition means for igniting the detonation means.

15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vernietigen van een doel met behulp van projectielen, voorzien van fragmentatiemiddelen en detonatiemiddelen en ontsteekmiddelen voor het ontsteken van de detonatiemiddelen, omvattende het opsporen van het doel met behulp 20 van een doelssensor, het aansturen van een lanceerbuis op basis van informatie van de doelssensor en het afschieten van één of meerdere projectielen met behulp van de lanceerbuis.The invention also relates to a method for destroying a target with the aid of projectiles, provided with fragmentation means and detonation means and ignition means for igniting the detonation means, comprising detecting the target with the aid of a target sensor, controlling a launch tube based on information from the target sensor and the firing of one or more projectiles using the launch tube.

25 Bij het inzetten van projectielen tegen luchtdoelen is de kans dat een doel geraakt wordt thans zeer klein. Daarom worden doorgaans fragmenteerbare projectielen gebruikt, welke fragmenteren op het moment dat deze het doel voldoende dicht zijn genaderd. Op deze wijze tracht men het 30 doel te raken met de fragmenten van het fragmenterende projectiel. Het moment van fragmenteren kan daarbij worden bepaald door het projectiel zelf, bijvoorbeeld door toepassing van een proximity fuse. Het projectiel fragmenteert daarbij doorgaans op het moment dat het 35 projectiel het doel passeert. Daarbij wordt gebruik gemaakt 1001556.When deploying projectiles against air targets, the chance that a target is hit is now very small. For this reason, fragmentable projectiles are usually used, which fragment when they have approached the target sufficiently close. In this way, one tries to hit the target with the fragments of the fragmenting projectile. The moment of fragmentation can be determined by the projectile itself, for example by using a proximity fuse. The projectile usually fragments when the projectile passes the target. 1001556 is used for this.

2 van een wijde fragmentenbundel teneinde een gerede raakkans van de fragmenten met het doel te kunnen realiseren. Proximity fuses worden doorgaans, vanwege de benodigde inbouwruimte, gebruikt in granaten met kalibers van 40 mm 5 en groter. Een typische eindsnelheid van het projectiel ligt hierbij in de orde van 500 m/s en een typische snelheid waarmee de fragmenten uiteenvliegen in de orde van 1700 m/s. Het nadeel van de gebruikelijke projectielen met proximity fuses is de korte afstand waarbij nog een 10 voldoende fragmentendichtheid om het doel te kunnen vernietigen aanwezig is.2 of a wide fragment bundle in order to realize a ready chance of hitting the fragments with the target. Proximity fuses are usually used in grenades with calibres of 40 mm 5 and larger, due to the required installation space. A typical projectile velocity of the projectile is of the order of 500 m / s and a typical velocity of the fragments flying apart is of the order of 1700 m / s. The disadvantage of the usual projectiles with proximity fuses is the short range, where there is still a sufficient fragment density to destroy the target.

Een ander type projectiel dat hiertoe een oplossing kan bieden staat bekend onder de naam AHEAD munitie. Hierbij 15 fragmenteert het projectiel in hoofdzaak in een smalle kegel waarvan de hoofdrichting samenvalt met de bewegingsrichting van het projectiel. Op deze wijze zal ook op grotere afstand van het projectiel nog een voldoende fragroentendichtheid aanwezig zijn om het doel te kunnen 20 vernietigen. Voor het fragmenteren van dergelijke munitie wordt doorgaans geen gebruik gemaakt van een proximity fuse, daar deze doorgaans pas activeert op het moment van passeren van het doel, maar bijvoorbeeld van een 'time imprinting' mechanisme. Hierbij wordt de beginsnelheid van 25 het projectiel bij lanceren gemeten en op basis hiervan wordt direct aan het projectiel het fragmentatietijdstip meegegeven. Het nadeel van een dergelijk projectiel is dat de baan die de fragmenten volgen nagenoeg moet samenvallen met de doelsbaan, teneinde het doel te kunnen raken. In de 30 praktijk betekent dit dat dit type projectiel het doel tot op 2 a 3 meter moet naderen. Door de verschillende foutfactoren die altijd optreden, zoals doelsmanoeuvres en onnauwkeurigheden in baanroodel, is dit in de praktijk lastig te realiseren.Another type of projectile that can provide a solution for this is known as AHEAD ammunition. The projectile hereby fragments substantially in a narrow cone, the main direction of which coincides with the direction of movement of the projectile. In this way, even at a greater distance from the projectile, a sufficient fragment density will still be present to be able to destroy the target. For the fragmentation of such ammunition, a proximity fuse is usually not used, since it usually only activates at the moment of passing the target, but for example a 'time imprinting' mechanism. Here the initial velocity of the projectile at launch is measured and on this basis the fragmentation time is given directly to the projectile. The disadvantage of such a projectile is that the trajectory of the fragments must almost coincide with the target trajectory in order to hit the target. In practice, this means that this type of projectile must approach the target within 2 to 3 meters. Due to the various error factors that always occur, such as target maneuvers and inaccuracies in track redo, this is difficult to realize in practice.

35 1 0 0 1 5 5 c.35 1 0 0 1 5 5 c.

33

Een oplossing van dit probleem kan worden gezocht in het nastuurbaar maken van het projectiel. Dit vergt echter kostbare voorzieningen en maakt het projectiel zwaarder.A solution to this problem can be found in making the projectile controllable. However, this requires expensive facilities and makes the projectile heavier.

5 Een andere oplossing is bekend uit het amerikaanse octrooischrift US-A 5,322,016. In het genoemde octrooi-schrift wordt een projectiel beschreven, dat op een zodanige wijze fragmenteert dat de fragmenten zich in een zich verwijdende ring van het projectiel afbewegen. Men 10 gaat er dan van uit dat althans enige fragmenten het doel zullen raken. Het projectiel in het genoemde octrooischrift wordt door middel van telemetrie tot detonatie gebracht. In de ruimte gezien bewegen de fragmenten, vanwege de voorwaartse snelheid van het projectiel tijdens het 15 fragmenteren, zich dus tussen een binnenkegel en een buitenkegel met een gemeenschappelijke hoofdrichting die samenvalt met de bewegingsrichting van het projectiel. Er wordt aldus een dichtere fragmentenbundel, dus in principe een lagere raakkans bij dezelfde hoeveelheid fragmenten, 20 dan bij het toepassen van de conventionele projectielen met proximity fuses bereikt. Door de doelspositie en projectielspositie nauwkeurig te volgen en door gebruik te maken van een telemetriesignaal voor detonatie, kan een ontstekingstijdstip worden vastgelegd, zodanig dat het doel 25 door de ring van fragmenten met grotere zekerheid wordt geraakt. Het nadeel van een dergelijk projectiel is dat nog steeds een betrekkelijk lage dichtheid van fragmenten wordt bereikt ter plaatse van het raakpunt met het doel.Another solution is known from US patent US-A 5,322,016. In said patent specification a projectile is described which fragment in such a way that the fragments move away from the projectile in a widening ring. It is then assumed that at least some fragments will hit the target. The projectile in said patent is detonated by telemetry. Seen in space, because of the forward velocity of the projectile during fragmentation, the fragments thus move between an inner cone and an outer cone with a common principal direction coinciding with the direction of movement of the projectile. A denser fragment bundle, thus in principle a lower chance of hit with the same amount of fragments, is thus achieved than when using the conventional projectiles with proximity fuses. By accurately tracking the target position and projectile position and using a telemetry signal for detonation, an ignition timing can be recorded such that the target 25 is hit with greater certainty by the ring of fragments. The disadvantage of such a projectile is that a relatively low density of fragments is still achieved at the point of contact with the target.

30 Het projectiel, het wapensysteem en de werkwijze volgens de uitvinding beogen een geconcentreerde fragmentenbundel en tegelijkertijd een gerede raakkans te bewerkstelligen, ook bij een aanzienlijke misafstand (de afstand waaronder het doel gepasseerd wordt), zonder het aanbrengen van kostbare 35 voorzieningen in het projectiel.The projectile, the weapon system and the method according to the invention aim to achieve a concentrated fragment bundle and at the same time a ready chance of hitting, also at a considerable mis-distance (the distance under which the target is passed), without the provision of expensive provisions in the projectile.

1 0 0 1 5 5 6 ..1 0 0 1 5 5 6 ..

44

Het projectiel volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat het projectiel is ingericht voor het althans in hoofdzaak fragmenteren in een ruimtelijke sector, waarvan een hoofdrichting niet samenvalt met de 5 bewegingsrichting van het projectiel.The projectile according to the invention is therefore characterized in that the projectile is designed for at least substantially fragmenting in a spatial sector, a main direction of which does not coincide with the direction of movement of the projectile.

Het wapensysteem volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat de projectielen per projectiel zijn ingericht voor het althans in hoofdzaak fragmenteren in een ruimte-10 lijke sector, waarvan een hoofdrichting niet samenvalt met de bewegingsrichting van het desbetreffende projectiel.The weapon system according to the invention is therefore characterized in that the projectiles are designed per projectile for at least substantially fragmenting in a spatial sector, a main direction of which does not coincide with the direction of movement of the projectile in question.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat op het moment dat een projectiel het doel 15 voldoende dicht is genaderd, het projectiel fragmenteert in hoofdzaak in een richting naar het doel en in een ruimtelijke sector, waarvan een hoofdrichting niet samenvalt met de bewegingsrichting van het projectiel.The method according to the invention is therefore characterized in that the moment a projectile has approached the target 15 sufficiently close, the projectile fragments mainly in a direction towards the target and in a spatial sector, a main direction of which does not coincide with the direction of movement. of the projectile.

20 Het projectiel volgens de uitvinding kan hierbij tevens een missile omvatten. De fragmentatiemiddelen kunnen hierbij alle soorten fragmenten omvatten. Bij het projectiel, wapensysteem en werkwijze volgens de uitvinding ontstaat een nauwere fragmentenbundel, waardoor met een veel kleiner 25 kaliber munitie dezelfde killkans kan worden bewerkstelligd als bij conventionele munitie. Bovendien kan bij een grotere misafstand worden gecorrigeerd, door het bepalen van het detonatiemoment op een moment dat het projectiel een zodanige rotatiestand heeft ingenomen dat het doel met 30 de fragmenten kan worden geraakt, waardoor de gemiddelde killkans per schot aanzienlijk zal toenemen.The projectile according to the invention can also comprise a missile. The fragmentation means can here comprise all kinds of fragments. The projectile, weapon system and method according to the invention produces a narrower fragment bundle, so that with a much smaller caliber of ammunition the same chance of killing as with conventional ammunition can be achieved. In addition, a larger mis-distance can be corrected by determining the detonation moment at which the projectile has taken a rotational position such that the target can be hit with the fragments, which will significantly increase the average kill rate per shot.

Opgemerkt wordt dat bij het fragmenteren van het projectiel het massamiddelpunt van het geheel van uiteenvliegende 35 fragmenten op grond van de wet van behoud van impuls in 1 0 0 1 5 5 .» 5 hoofdzaak de projectielbaan blijft volgen, behoudens krachtsinvloeden van buitenaf, zoals luchtweerstand. Derhalve is het noodzakelijk, indien men een geconcentreerde fragmentenbundel in hoofdzaak in een 5 bepaalde richting wil bewerkstelligen, dat tijdens fragmentatie, in de tegenovergestelde richting een voldoende hoge tegenmassa wordt bewogen. Daarbij kan men denken aan de projectielbody, maar ook aan een additionele fragmentenbundel.It should be noted that when fragmenting the projectile, the center of mass of the set of 35 fragments disintegrating under the law of conservation of momentum in 1 0 0 1 5 5. » 5 essentially continues to follow the projectile trajectory, subject to external forces such as air resistance. Therefore, if one wishes to effect a concentrated fragment bundle substantially in a certain direction, a sufficiently high counter mass is moved in the opposite direction during fragmentation. One can think of the projectile body, but also an additional fragment bundle.

1010

Bij het bepalen van de ruimtelijke spreiding van fragmenten dient een afweging te worden gemaakt tussen raakkans en dichtheid van de fragmentenbundel. Bij een hoge dichtheid van de fragmentenbundel zal, indien het doel wordt geraakt, 15 het doel vrijwel zeker vernietigd worden. De kans om het doel te raken wordt echter groter, naarmate de spreiding van de fragmentenbundel hoger wordt. De fragmentendichtheid wordt dan echter lager. Een gunstig compromis wordt bereikt in een uitvoeringsvorm van het projectiel, met het kenmerk, 20 dat een doorsnijding van de ruimtelijke sector roet een vlak loodrecht op de bewegingsrichting van het projectiel een hoek van 5 tot 90 graden insluit.When determining the spatial distribution of fragments, a balance must be made between the chance of hitting and the density of the fragment bundle. At a high density of the fragment beam, if the target is hit, the target will almost certainly be destroyed. However, the chance of hitting the target increases as the fragment beam spread increases. However, the fragment density then becomes lower. A favorable compromise is reached in an embodiment of the projectile, characterized in that a intersection of the spatial sector includes a plane perpendicular to the direction of movement of the projectile at an angle of 5 to 90 degrees.

Op dezelfde gronden wordt een gunstig compromis bereikt in 25 een uitvoeringsvorm van het projectiel, met het kenmerk, dat een doorsnijding van de ruimtelijke sector met een vlak door de bewegingsrichting en de hoofdrichting van de ruimtelijke sector een hoek van 5 tot 30 graden insluit.On the same grounds, a favorable compromise is reached in an embodiment of the projectile, characterized in that a intersection of the spatial sector with a plane through the direction of movement and the main direction of the spatial sector includes an angle of 5 to 30 degrees.

30 Een gunstige manier om een gerichte bundel fragmenten te bewerkstelligen wordt bereikt in een uitvoeringsvorm van het projectiel met het kenmerk, dat de fragmentatiemiddelen zich in een loop in het projectiel bevinden, welke een hoek ongelijk aan nul met de bewegingsrichting van het 35 projectiel insluit. Daarbij wordt de loop aan zijn 1 0 0 1 55o., 6 uitgangszijde bij voorkeur afgesloten door een relatief zwakke zijwand, zodat de fragmenten op het moment van fragmenteren door de relatief zwakke zijwand naar buiten treden.An advantageous way of effecting a directed beam of fragments is achieved in an embodiment of the projectile, characterized in that the fragmentation means are located in a barrel in the projectile, which encloses an angle other than zero with the direction of movement of the projectile. In this case, the barrel is preferably closed at its outlet side by a relatively weak side wall, so that at the moment of fragmentation the fragments exit through the relatively weak side wall.

55

Om het projectiel te laten fragmenteren zijn verschillende manieren denkbaar. In een eerste gunstige uitvoeringsvorm gebeurt dit op grond van door telemetrie uitgezonden informatie. Daarbij is het denkbaar dat het signaal tot 10 fragmenteren direkt door telemetrie wordt uitgezonden, maar ook dat het projectiel op basis van de door telemetrie uitgezonden informatie zelf het meest gunstige moment van fragmenteren bepaalt. Het projectiel wacht daarbij bij voorkeur het moment af dat deze een geschikte ruimtelijke 15 rolstand heeft aangenomen, zodat de hoofdrichting van de fragmentenbundel richting het doel wijst.Several ways are conceivable for the projectile to fragment. In a first favorable embodiment, this is done on the basis of information transmitted by telemetry. It is conceivable here that the signal up to 10 fragmentation is emitted directly by telemetry, but it is also conceivable that the projectile itself determines the most favorable moment of fragmentation on the basis of the information transmitted by telemetry. The projectile preferably waits for the moment that it has assumed a suitable spatial rolling position, so that the main direction of the fragment beam points towards the target.

Derhalve heeft een gunstige uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding, het kenmerk, dat het 20 projectiel verder is voorzien van ontvangstmiddelen voor het ontvangen van externe informatie en dat de ontsteek-middelen zijn ingericht voor het activeren op basis van de ontvangen externe informatie.Therefore, a favorable embodiment of the projectile according to the invention has the feature that the projectile is further provided with receiving means for receiving external information and in that the firing means are adapted to activate on the basis of the received external information.

25 Op grond hiervan heeft ook een verder gunstige uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding het kenmerk, dat de ontsteekmiddelen tevens zijn ingericht voor het activeren op basis van rolstandsinformatie van het projectiel. Het projectiel kan hierbij zijn rolstand 30 bepalen op basis van de externe informatie, waarbij een externe sensor de rolstand van het projectiel meet en de rolstand informatie via telemetrie doorgeeft aan het projectiel. Eveneens is het denkbaar dat het projectiel zelf zijn eigen rolstand meet, bijvoorbeeld met behulp van 35 een gyroscoop, of op een wijze zoals beschreven in de 10 01 5f 6.1 7 europse octrooischriften EP-B-0.239.156, EP-B-O.341.772 of EP-B-O.345.836, waarbij gebruik gemaakt wordt van rolstandbepaling door het bepalen van de richting van electromagnetische veldlijnen, van door een grondstation 5 uitgezonden radiogolven.On the basis of this, a further favorable embodiment of the projectile according to the invention is also characterized in that the ignition means are also arranged for activating on the basis of roll position information of the projectile. The projectile can determine its roll position 30 on the basis of the external information, wherein an external sensor measures the roll position of the projectile and transmits the roll position information to the projectile via telemetry. It is also conceivable that the projectile itself measures its own rolling position, for example with the aid of a gyroscope, or in a manner as described in the 10 01 5f 6.1 7 European patents EP-B-0.239.156, EP-BO.341.772 or EP-BO.345.836, which uses roll position determination by determining the direction of electromagnetic field lines of radio waves emitted by a ground station 5.

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat het projectiel is voorzien van rolstandsbepalingsmiddelen voor 10 het bepalen van zijn rolstand.To this end, a further favorable embodiment of the projectile according to the invention is characterized in that the projectile is provided with rolling position determining means for determining its rolling position.

Een andere gunstige uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de rolstandsbepalingsmiddelen zijn ingericht voor het bepalen van zijn 15 rolstand op basis van de ontvangen externe informatie.Another favorable embodiment of the projectile according to the invention is characterized in that the rolling position determining means are arranged for determining its rolling position on the basis of the received external information.

De externe informatie kan afkomstig zijn van een vuur-leidingssysteem, dat met behulp van een doelssensor continu de doelspositie bepaalt. Met dezelfde of een andere sensor 20 of op basis van een ballistisch model, eventueel gecombineerd met een meting van de initiële snelheid van het projectiel, kan de projectielspositie continu worden bepaald. Op grond hiervan kan het vuurleidingssysteem continu de relatieve positie van het projectiel ten 25 opzichte van het doel bepalen. Indien het projectiel het doel voldoende dicht genaderd is, dan kan het vuurleidingssysteem een activeringssignaal genereren. Het projectiel kan op basis van dit activeringssignaal een vrijgavesignaal geven voor activering van de detonatiemiddelen. Het is 30 echter waarschijnlijk dat het projectiel op dat moment nog niet de juiste rotatiestand heeft, zodat het projectiel niet in de richting van het doel fragmenteert. De oplossing hiervan kan nu worden gezocht in het vertragen van het fragmenteren, totdat het projectiel de juiste rolstand 35 heeft aangenomen. Deze juiste rolstand, ofwel offset- 1 0 0 1 5 5 6 .: δ rolhoek, kan door het vuurleidingssysteem vrijwel continu worden bepaald op grond van de relatieve positie van het doel ten opzichte van het projectiel en vrijwel continu worden uitgezonden. Eveneens is het denkbaar dat vrijwel 5 continu de relatieve positie van het doel ten opzichte van het projectiel wordt uitgezonden of de absolute positie van het doel en de absolute positie van het projectiel. Op basis van de uitgezonden informatie kan het projectiel een offsetrolhoek bepalen en deze continu vergelijken met de 10 werkelijke rolhoek van het projectiel. Op het moment dat deze althans nagenoeg aan elkaar gelijk zijn kan het projectiel fragmenteren, mits het vrijgavesignaal is gegeven.The external information may come from a fire control system, which continuously determines the target position using a target sensor. The projectile position can be determined continuously with the same or a different sensor 20 or on the basis of a ballistic model, possibly combined with a measurement of the initial velocity of the projectile. On this basis, the fire control system can continuously determine the relative position of the projectile relative to the target. If the projectile is sufficiently close to the target, the fire control system can generate an activation signal. On the basis of this activation signal, the projectile can give a release signal for activation of the detonation means. However, it is likely that the projectile is not yet in the correct rotational position at that time, so that the projectile does not fragment toward the target. The solution to this can now be found in delaying fragmentation until the projectile has assumed the correct rolling position. This correct roll position, or offset 1 0 0 1 5 5 6.: Δ roll angle, can be determined almost continuously by the fire control system based on the relative position of the target relative to the projectile and can be sent out almost continuously. It is also conceivable that the relative position of the target relative to the projectile or the absolute position of the target and the absolute position of the projectile are emitted almost continuously. Based on the transmitted information, the projectile can determine an offset roll angle and continuously compare it with the actual roll angle of the projectile. The moment these are at least virtually the same, the projectile can fragment, provided the release signal has been given.

15 Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding heeft derhalve het kenmerk, dat het projectiel is voorzien van middelen voor het toevoeren van een vrijgavesignaal aan het ontstekingsmechanisme voor het toestaan van een ontsteking en van middelen voor het 20 extraheren van een gewenste offsetrolhoek uit de externe informatie en van middelen voor het activeren van de ontstekingsmiddelen op een moment dat het vrijgavesignaal gegeven is en dat de rolstand van het projectiel althans nagenoeg overeenkomt met de gewenste offsetrolhoek.A further favorable embodiment of the projectile according to the invention is therefore characterized in that the projectile is provided with means for supplying a release signal to the ignition mechanism for allowing ignition and with means for extracting a desired offset roll angle from the external information and means for activating the ignition means at a time when the release signal is given and the projectile roll position at least substantially corresponds to the desired offset roll angle.

2525

In plaats van door middel van telemetrie kan het vrijgave-signaal kan echter eveneens worden gegeven op grond van informatie van een proximity fuse. Het voordeel hiervan is dat deze veel minder gevoelig is voor jamming.However, instead of telemetry, the release signal can also be given based on proximity fuse information. The advantage of this is that it is much less sensitive to jamming.

3030

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding heeft derhalve het kenmerk, dat deze is voorzien van een proximity fuse en dat het vrijgavesignaal wordt gegeven op basis van informatie van de 35 proximity fuse.A further favorable embodiment of the projectile according to the invention is therefore characterized in that it is provided with a proximity fuse and that the release signal is given on the basis of information from the proximity fuse.

1 0 0 1 5 56 ., 91 0 0 1 5 56., 9

In een praktijksituatie zullen doorgaans meerdere projectielen op het doel worden afgevuurd, teneinde de killkans te verhogen. Voor ieder projectiel geldt dan echter een ander moment waarop het vrijgavesignaal gegeven 5 moet worden en een andere offsetrolhoek, waaronder het desbetreffende projectiel mag fragmenteren. Een oplossing van dit probleem kan worden gevonden door de uitgezonden signalen per projectiel te coderen, zodat iedere projectiel de op dat projectiel betrekking hebbende informatie kan 10 selecteren. In het Europese octrooischrift EP-B- 0.354.608 wordt beschreven op welke wijze een codering per afgeschoten projectiel plaats kan vinden. Eventueel kunnen een reeks van een aantal vlak na elkaar afgeschoten projectielen informatie met dezelfde code selecteren, zodat 15 zij bij dezelfde rolstand zullen activeren, nadat het vrijgavesignaal is gegeven. Op deze wijze zal een soort 'spervuur' in een bepaalde richting optreden, hetgeen de killkans verhoogt. Het is doorgaans voldoende om in hoofdzaak continu een enkele offsetrolhoek uit te zenden.In a practical situation, several projectiles will usually be fired at the target in order to increase the kill probability. For each projectile, however, a different moment applies at which the release signal must be given and a different offset roll angle, under which the relevant projectile may fragment. A solution to this problem can be found by coding the transmitted signals per projectile, so that each projectile can select the information related to that projectile. European patent EP-B-0.354.608 describes how coding per projectile fired can take place. Optionally, a series of a number of projectiles fired in close succession can select information with the same code, so that they will activate at the same rolling position after the release signal has been given. In this way, a kind of 'barrage' will occur in a certain direction, which increases the chance of killing. It is usually sufficient to broadcast a single offset roll angle substantially continuously.

20 Het projectiel dat voldoende in de buurt van het doel is kan gebruik maken van deze offsetrolhoek om te detoneren. Hiermee wordt bandbreedte van de uit te zenden signalen bespaard.20 The projectile that is sufficiently close to the target can use this offset roll angle to detonate. This saves bandwidth of the signals to be transmitted.

25 Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding heeft derhalve het kenmerk, dat het projectiel verder is voorzien van een decodeerinrichting voor het uit de externe informatie selecteren van op het projectiel betrekking hebbende informatie indien de externe 30 informatie is gecodeerd.A further favorable embodiment of the projectile according to the invention is therefore characterized in that the projectile is further provided with a decoding device for selecting information related to the projectile from the external information if the external information is encoded.

In een uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding wordt optimaal gebruik gemaakt van de hoofdzakelijk zijdelings fragmenterende projectielen door 35 deze op afstand te doen fragmenteren op basis van 10 015:6..In an embodiment of the weapon system according to the invention, optimum use is made of the substantially laterally fragmenting projectiles by fragmenting them remotely on the basis of 10 015: 6 ..

10 informatie van het vuurleidingssysteem. Hierbij bepaalt het projectiel bij voorkeur op basis van door het vuurleidingssysteem uitgezonden informatie zelf het meest gunstige moment van fragmenteren.10 information from the fire control system. The projectile preferably determines the most favorable moment of fragmentation on the basis of information transmitted by the fire control system.

55

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding, heeft het kenmerk, dat de projectielen zijn voorzien van ontvangstmiddelen voor het ontvangen van externe informatie, dat de ontsteekmiddelen 10 zijn ingericht voor het activeren op basis van de externe informatie en dat het vuurleidingssysteem is ingericht voor het verzenden van de externe informatie.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention, is characterized in that the projectiles are provided with receiving means for receiving external information, that the firing means 10 are arranged to activate on the basis of the external information and that the fire control system is arranged to send the external information.

In een uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de 15 uitvinding wordt bij voorkeur voorzien in middelen voor het doen roteren van de projectielen, zodat deze een gecontroleerde rotatie verkrijgen. Deze middelen kunnen aan het projectiel zelf zijn aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van speciaal gevormde vinnen, maar ook is het denkbaar 20 dat de rotatie op bekende wijze ontstaat door samenspel van lanceerbuis en projectiel. Door zijn rotatie en voorwaartse snelheid bestrijkt het projectiel met zijn submunitie nu een schroefvormige trajectorie. Na een volledige omwenteling heeft het projectiel een zeker afstand afgelegd, welke 25 afstand, ofwel de ' spoed' van de schroefvormige trajectorie, kleiner is naarmate de rotatiesnelheid in verhouding tot de voorwaartse snelheid hoger is. Aldus ontstaan meerdere momenten, althans indien het projectiel in de nabijheid van het doel verkeert, waarop het 30 projectiel met zijn fragmentenbundel het doel kan bereiken. Naarmate de projectielrotatiesnelheid in verhouding tot de voorwaartse snelheid van het projectiel hoger is, zal dit aantal momenten groter zijn. Het is op deze wijze dus altijd mogelijk om de doelsbaan met een geconcentreerde 35 fragmentenbundel te bestrijken, hetgeen een groot voordeel 1 0 0 1 5 5 C.In an embodiment of the weapon system according to the invention, preferably means are provided for rotating the projectiles so that they obtain a controlled rotation. These means can be arranged on the projectile itself, for instance in the form of specially shaped fins, but it is also conceivable that the rotation arises in known manner through the interaction of the launch tube and the projectile. Due to its rotation and forward speed, the missile with its submunitions now covers a helical trajectory. After a complete revolution, the projectile has traveled a certain distance, which distance, or the "pitch" of the helical trajectory, is smaller the higher the rotational speed relative to the forward speed. Several moments thus arise, at least if the projectile is in the vicinity of the target, at which the projectile with its fragment beam can reach the target. The higher the projectile rotation speed relative to the projectile forward speed, the greater the number of moments. In this way it is therefore always possible to cover the target track with a concentrated fragment bundle, which is a great advantage. 1 0 0 1 5 5 C.

11 is ten opzichte van de bestaande fragmenteerbare projectielen. Het projectiel kan worden voorzien van middelen voor het bepalen van zijn rolstand, en op basis van rolstandmetingen en kennis van zijn eigen positie ten 5 opzichte van het doel, op een geschikte rolstand fragmenteren.11 is relative to the existing fragmentable projectiles. The projectile may be provided with means for determining its roll position, and fragment on a suitable roll position based on roll position measurements and knowledge of its own position relative to the target.

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft aldus het kenmerk, dat verder 10 voorzien is in middelen voor het doen roteren van de projectielen en dat de projectielen per projectiel zijn voorzien van rolstandsbepalingsmiddelen en dat de ontsteekmiddelen tevens zijn ingericht voor het activeren op basis van de rolstandsinformatie in combinatie met de 15 externe informatie.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention is thus characterized in that further means are provided for rotating the projectiles and in that the projectiles per projectile are provided with rolling position determining means and that the ignition means are also adapted to activate on based on the roll stand information in combination with the 15 external information.

Het vuurleidingssysteem kan op basis van gemeten doelsposities en projectielposities een geschikte offset-rolhoek bepalen, welke een projectiel moet aannemen om het 20 doel met zijn fragmenten te kunnen raken.The fire control system can determine a suitable offset rolling angle based on measured target positions and projectile positions, which a projectile must assume in order to hit the target with its fragments.

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft derhalve het kenmerk, dat de externe informatie offsetrolhoekinformatie omvat op basis 25 waarvan een zeker afgeschoten projectiel een offsetrolhoek kan bepalen, welke offsetrolhoek het zekere afgeschoten projectiel op het moment van fragmenteren moet aannemen teneinde met zijn fragmenten het doel met een redelijke kans te raken indien het projectiel het doel voldoende 30 dicht genaderd zou zijn. Vervolgens kan het vuurleidingssysteem de offsetrolhoek zelf verzenden. Eveneens is het denkbaar dat de doelspositie en de projectielspositie, of de doelspositie relatief ten opzichte van de projectielspositie wordt verzonden, zodat het projectiel zelf de 35 offsetrolhoek kan bepalen.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention is therefore characterized in that the external information comprises offset roll angle information on the basis of which a certain fired projectile can determine an offset roll angle, which offset roll angle must assume the certain fired projectile at the moment of fragmentation in order to be able to fragments hit the target with a reasonable chance if the projectile were sufficiently close to the target. The fire control system can then send the offset roll angle itself. It is also conceivable for the target position and the projectile position, or the target position, to be sent relative to the projectile position, so that the projectile itself can determine the offset roll angle.

10 015 5 6.» 1210 015 5 6. » 12

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft derhalve het kenmerk, dat de offsetrolhoekinformatie de offsetrolhoek zelve omvat, welke is bepaald op basis van de doelspositie en de positie van 5 het zekere afgeschoten projectiel.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention is therefore characterized in that the offset roll angle information comprises the offset roll angle itself, which is determined on the basis of the target position and the position of the certain projectile fired.

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft derhalve het kenmerk, dat de offsetrolhoekinformatie de doelspositie en de positie van 10 het zekere afgeschoten projectiel omvat.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention is therefore characterized in that the offset roll angle information comprises the target position and the position of the certain projectile fired.

Een andere gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft derhalve het kenmerk, dat de offsetrolhoekinformatie de relatieve positie van het doel 15 ten opzichte van het zekere afgeschoten projectiel omvat, welke is bepaald op basis van de doelspositie en de positie van het zekere afgeschoten projectiel.Another favorable embodiment of the weapon system according to the invention is therefore characterized in that the offset roll angle information comprises the relative position of the target 15 relative to the certain projectile fired, which is determined on the basis of the target position and the position of the certain projectile fired. .

Ter bepaling van de offsetrolhoek kan gebruik gemaakt 20 worden van projectielspositiemetingen. Het is echter goedkoper, hoewel onnauwkeuriger, om deze niet te hoeven meten, maar ter bepaling hiervan gebruik te maken van een nauwkeurig ballistisch model.Projectile position measurements can be used to determine the offset roll angle. However, it is cheaper, although more inaccurate, not to have to measure it, but to use an accurate ballistic model to determine it.

25 Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de positie van het zekere afgeschoten projectiel een uit een ballistisch model en een gemeten initiële snelheid van het zekere afgeschoten projectiel bepaalde positie omvat.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention is characterized in that the position of the certain fired projectile comprises a position determined from a ballistic model and a measured initial speed of the certain fired projectile.

3030

Het vuurleidingssysteem kan nu, indien het projectiel het doel voldoende dicht is genaderd, een vrijgavesignaal genereren, waarna het projectiel kan wachten totdat deze een geschikte rolstand heeft aangenomen, om vervolgens te 35 fragmenteren.The fire control system can now, if the projectile has approached the target sufficiently close, generate a release signal, after which the projectile can wait until it has assumed an appropriate rolling position, and then fragment.

10 01 r 5 6..10 01 r 5 6 ..

1313

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de externe informatie tevens een vrijgavesignaal voor het toestaan van een ontsteking van de detonatiemiddelen omvat voor een 5 projectiel dat het doel voldoende dicht is genaderd.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention is characterized in that the external information also comprises a release signal for allowing an ignition of the detonation means for a projectile that the target is sufficiently close.

Het fragmenteren gebeurt nu bij voorkeur zodanig dat de hoofdrichting van de fragmentensector naar het doel wijst, teneinde een maximale raakkans te bewerkstelligen.Fragmentation is now preferably done in such a way that the main direction of the fragment sector points towards the target, in order to achieve a maximum chance of hitting.

1010

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de gewenste offsetrolhoek zodanig gekozen is, dat hoofdrichting van de sector in hoofdzaak naar het doel wijst.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention is characterized in that the desired offset roll angle is selected such that the main direction of the sector points essentially towards the target.

1515

Teneinde het wapensysteem mogelijk te maken meerdere projectielen kort na elkaar af te vuren, is het gunstig om ieder projectiel te voorzien van een code, zodanig dat ieder projectiel op hemzelf betrekking hebbende informatie 20 kan selecteren. Het vuurleidingssysteem kan nu voor ieder projectiel of voor een aantal zich dicht bij elkaar bevindende projectielen offsetrolhoeken berekenen en deze gecodeerd uitzenden.In order to allow the weapon system to fire multiple projectiles in rapid succession, it is advantageous to provide each projectile with a code such that each projectile can select information related to itself. The fire control system can now calculate offset roll angles for each projectile or for a number of closely located projectiles and transmit them in coded form.

25 Een verder gunstige uitvoeringsvorm van het wapensysteem volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de externe informatie gecodeerde offsetrolhoekinformatie omvat waaruit een reeks van offsetrolhoeken kan worden bepaald, per offsetrolhoek geldig voor een projectiel of meerdere 30 zich tijdens hun vlucht dicht bij elkaar bevindende projectielen en dat de projectielen zijn voorzien van een decodeerinrichting met behulp waarvan een projectiel uit de reeks van offsetrolhoeken een op dat projectiel betrekking hebbende offsetrolhoek kan selecteren.A further favorable embodiment of the weapon system according to the invention is to that end characterized in that the external information comprises coded offset roll angle information from which a series of offset roll angles can be determined, per offset roll angle valid for one projectile or several projectiles that are close to each other during their flight. and that the projectiles are provided with a decoder which allows a projectile from the range of offset roll angles to select an offset roll angle related to that projectile.

35 1 0 0 1 * 56 ..35 1 0 0 1 * 56 ..

1414

In een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding fragmenteert het projectiel zodanig, dat het doel met een redelijke kans door de fragmenten wordt geraakt.In a favorable embodiment of the method according to the invention, the projectile fragments such that the target is hit by the fragments with a reasonable chance.

55

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, heeft daartoe het kenmerk, dat aan het projectiel een rotatie wordt meegegeven, dat het projectiel in hoofdzaak continu zijn rotatiestand in de 10 ruimte bepaalt, dat verder het projectiel van buitenaf althans nagenoeg continu wordt voorzien van offsetrolhoek-informatie en dat op basis hiervan het projectiel een offsetrolhoek bepaalt, welke offsetrolhoek het projectiel op het moment van fragmenteren moet aannemen, teneinde met 15 zijn fragmenten het doel met een redelijke kans te raken, indien het projectiel het doel voldoende dicht genaderd zou zijn.A further favorable embodiment of the method according to the invention is for this purpose characterized in that a rotation is imparted to the projectile, that the projectile determines its rotation position substantially continuously in space, and that the projectile is further provided at least almost continuously from the outside of offset roll angle information and that based on this the projectile determines an offset roll angle, which offset roll angle the projectile must assume at the time of fragmentation, in order to hit the target with a reasonable chance with its fragments, if the projectile were to approach the target sufficiently close to be.

De projectielspositie kan hierbij continu worden gemeten of 20 door een ballistisch model worden bepaald. Dit laatste is goedkoper maar minder nauwkeurig.The projectile position can be measured continuously or determined by a ballistic model. The latter is cheaper but less accurate.

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de 25 offsetrolhoekinformatie wordt bepaald op basis van een ballistisch model van het projectiel en op basis van gemeten doelsposities.A further favorable embodiment of the method according to the invention is therefore characterized in that the offset roll angle information is determined on the basis of a ballistic model of the projectile and on the basis of measured target positions.

Een ander gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens 30 de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat op basis van een ballistisch model van het projectiel en op basis van gemeten doelsposities en een nabijheidscriterium wordt bepaald of het projectiel het doel voldoende dicht is genaderd.Another favorable embodiment of the method according to the invention is therefore characterized in that it is determined on the basis of a ballistic model of the projectile and on the basis of measured target positions and a proximity criterion whether the projectile has approached the target sufficiently closely.

35 1 0 0 1 5 5 6 .35 1 0 0 1 5 5 6.

1515

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat op basis van informatie van een proximity fuse en een nabijheids-criterium wordt bepaald of het projectiel het doel 5 voldoende dicht is genaderd.A further favorable embodiment of the method according to the invention is characterized in that on the basis of information from a proximity fuse and a proximity criterion it is determined whether the projectile has approached the target 5 sufficiently close.

Een verder gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de externe informatie gecodeerde offsetrolhoekinformatie omvat waaruit 10 een reeks van offsetrolhoeken kan worden bepaald, per offsetrolhoek geldig voor een projectiel of meerdere zich tijdens hun vlucht dicht bij elkaar bevindende projectielen en dat de offsetrolhoekinformatie per projectiel wordt gedecodeerd voor het verkrijgen van een op het desbe-15 treffende projectiel betrekking hebbende offsetrolhoek.A further favorable embodiment of the method according to the invention is characterized in that the external information comprises coded offset roll angle information from which a series of offset roll angles can be determined, per offset roll angle valid for one projectile or several projectiles that are close to each other during their flight and that the offset roll angle information per projectile is decoded to obtain an offset roll angle related to the respective projectile.

Het projectiel, het wapensysteem en de werkwijze volgens de uitvinding zal nu verder worden uitgelegd aan de hand van de volgende figuren, waarin: 20 Fig. 1 een uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding voorstelt;The projectile, weapon system and method according to the invention will now be further explained with reference to the following figures, in which: 1 represents an embodiment of the projectile according to the invention;

Fig. 2 aangeeft op welke wijze het projectiel volgens de uitvinding kan fragmenteren;Fig. 2 shows how the projectile according to the invention can fragment;

Fig. 3 aangeeft hoe de dekkingsgraad van een roterend 25 projectiel volgens de uitvinding is;Fig. 3 indicates how the coverage of a rotating projectile according to the invention is;

Fig. 4 aangeeft op welke wijze het projectiel volgens de uitvinding ingezet dient te worden;Fig. 4 indicates how the projectile according to the invention should be used;

Fig. 5 een wapensysteem volgens de uitvinding voorstelt.Fig. 5 represents a weapon system according to the invention.

30 In fig. IA en 1B is een uitvoeringsvorm van het projectiel volgens de uitvinding respectievelijk in langsdoorsnede en dwarsdoorsnede weergegeven. Bij voorkeur heeft het projectiel een kaliber vanaf 35 tot en met 76 mm, maar andere kalibers zijn eveneens denkbaar. Het projectiel 1 is 35 voorzien van een holte 2, waarin detonatiemiddelen en 100155.Figs. 1A and 1B show an embodiment of the projectile according to the invention in longitudinal section and cross section, respectively. The projectile preferably has a caliber from 35 to 76 mm, but other calibers are also conceivable. The projectile 1 is provided with a cavity 2, in which detonation means and 100155.

16 fragmentatiemiddelen zijn opgenomen. De holte 2 heeft de vorm van een loop, waardoor de fragmenten bij detonatie schuin naar voren zullen uittreden. Aan één zijkant is een venster 3 van een zwakkere materiaalsoort aanwezig. Bij 5 detonatie zal het projectiel in hoofdzaak in de richting van het venster fragmenteren. Het projectiel kan zijn voorzien van middelen voor het bepalen van zijn rotatiestand langs zijn bewegingsrichting. Daarbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van het principe zoals 10 uiteengezet in de europese octrooischriften EP-B-0.239.156, EP-B-0.341.772 of EP-B-0.345.836, waarin de rolstand wordt bepaald door detectie van de stand ten opzichte van electromagnetische veldlijnen die door een grondstation worden uitgezonden. Daartoe dient een ontvanger te worden 15 ingebouwd die de richting van electromagnetisch veldlijnen kan detecteren. Verder kan het projectiel zijn voorzien van een ontvanger die een extern triggersignaal kan detecteren voor het triggeren van de detonatiemiddelen. Eventueel kunnen beide ontvangers dezelfde zijn, indien het electro-20 magnetische veld voor rolstandbepaling eveneens wordt gebruikt voor het verzenden van het triggersignaal. Hiermee wordt een extra ontvanger uitgespaard. Ten slotte kan een ontvanger worden ingebouwd, waarmee een offsetrolhoek-signaal kan worden ontvangen, welke eveneens kan worden 25 gecombineerd met de eerder genoemde ontvangers. Dit offset-rolhoeksignaal kan de offsetrolhoek zijn, welke het projectiel moet aannemen alvorens te detoneren. Het offset-rolhoeksignaal kan nu continu worden vergeleken met de gemeten rolstand. Indien het triggersignaal is gegeven en 30 de offsetrolhoek overeenkomt met de gemeten rolstand, dan kan het projectiel detoneren.16 fragmentation agents are included. The cavity 2 has the shape of a loop, so that the fragments will emerge obliquely forward upon detonation. On one side there is a window 3 of a weaker material type. Upon detonation, the projectile will fragment substantially toward the window. The projectile may be provided with means for determining its rotational position along its direction of movement. Preferably, use is made of the principle as set out in European patents EP-B-0.239.156, EP-B-0.341.772 or EP-B-0.345.836, in which the roll position is determined by detecting the position to electromagnetic field lines emitted from a ground station. For this purpose a receiver must be built in which can detect the direction of electromagnetic field lines. Furthermore, the projectile can be provided with a receiver which can detect an external trigger signal for triggering the detonation means. Optionally, both receivers can be the same if the electro-magnetic field for rolling position determination is also used to transmit the trigger signal. This saves an extra receiver. Finally, a receiver can be built in, with which an offset roll angle signal can be received, which can also be combined with the aforementioned receivers. This offset roll angle signal can be the offset roll angle, which the projectile must adopt before detonating. The offset roll angle signal can now be continuously compared with the measured roll position. If the trigger signal is given and the offset roll angle corresponds to the measured roll position, the projectile can detonate.

In fig. 1C en 1D is een langsdoorsnede respectievelijk een dwarsdoorsnede weergegeven van een andere uitvoeringsvorm 35 van het projectiel volgens de uitvinding. De holte waarin 10 01 5 L* 6 .Figures 1C and 1D show a longitudinal section and a cross section, respectively, of another embodiment of the projectile according to the invention. The cavity in which 10 01 5 L * 6.

17 de fragmenteerbare materie en de detonatiemiddelen zijn opgenomen omvat hier een langgerekte goot 4. Over de lengte van de goot is weer een venster 5 van een zwakkere materiaalsoort aangebracht. In deze uitvoeringsvorm zal de 5 hoofdrichting van de fragmentenbundel bij detonatie een grotere hoek met de bewegingsrichting van het projectiel maken dan bij de uitvoeringsvorm in fig. IA en 1B. De spreiding van de fragmenten zal ook groter zijn. Deze uitvoeringsvorm kan typisch worden toegepast indien een 10 proximity fuse wordt gebruikt voor het detecteren van de passage van het doel. Het doel bevindt zich dan meer aan de zijkant het projectiel, waardoor een wijdere fragmentenbundel nodig is om het doel te kunnen raken.17 the fragmentable matter and the detonation means are included here comprises an elongated trough 4. Another window 5 of a weaker type of material is arranged along the length of the trough. In this embodiment, the main direction of the fragment beam upon detonation will make a greater angle to the direction of movement of the projectile than in the embodiment in Figures 1A and 1B. The distribution of the fragments will also be larger. This embodiment can typically be applied if a proximity fuse is used to detect the passage of the target. The target is then located more to the side of the projectile, requiring a wider fragment beam to hit the target.

15 In fig. 2 is een fragmenteerbaar projectiel 1 volgens de uitvinding weergegeven. In de figuur is een assenstelsel aangegeven door X, Y en Z weergegeven. Het projectiel beweegt zich door het luchtruim met een zekere voorwaartse snelheid 6 momentaan langs de X-as. In de bekende 20 projectielen fragmenteert het projectiel zodanig dat de fragmenten zich in een uitdijende ring 7 ten opzichte van de projectielspositie bewegen. Door de voorwaartse snelheid van het projectiel zullen de fragmenten in de uitdijende ring een ruimte doorlopen tussen een binnenconus en een 25 buitenconus met samenvallende hoofdrichting gelijk aan de bewegingsrichting van het projectiel. Het verschil in tophoek van de binnenconus en de buitenconus bepaalt de spreiding van de fragmenten. In het projectiel volgens de uitvinding fragmenteert het projectiel l zodanig, dat de 30 fragmenten zich in een sector 8 van de uitdijende ring bewegen. Een hoofdrichting waarin de fragmenten zich bewegen is aangegeven met pijl 9. De hoofdrichting maakt een hoek 10 met de bewegingsrichting van het projectiel. Deze hangt onder meer af van de voorwaartse snelheid van 35 het projectiel en de kracht van de detonatie. Zodoende 1 0 0 1 5 5 6 .¾ 18 bewegen de fragmenten zich in een ruimtelijke sector 11 welke een deelgebied uitsnijdt van de genoemde binnenconus en buitenconus. Op deze wijze wordt de fragmentenbundel welke zich normaalgesproken in de ring rondom het 5 projectiel zouden bewegen geconcentreerd in een veel kleiner gebied, waardoor een aanzienlijk hogere fragmentendichtheid wordt verkregen of bij overeenkomende dichtheid als een conventioneel projectiel een veel grotere misafstand kan worden overbrugd. De fragmentendichtheid 10 wordt hierbij mede bepaald door de hoek 12 welke de doorsnijding van het Y2 vlak, loodrecht op de bewegingsrichting van het projectiel, met de fragmentenbundel insluit en de hoek 13 welke de doorsnijding van het XY vlak, door de bewegingsrichting 6 van het projectiel en de 15 hoofdrichting 9 van de fragmentenbundel, met de fragmentenbundel insluit. In de figuur is de hoek 12 ongeveer 90 graden en de hoek 13 ongeveer 15 graden gekozen, maar andere hoeken zijn eveneens realiseerbaar. Door de hoeken klein te kiezen wordt een hoge dichtheid verkregen. De 20 raakkans van fragmenten met een doel neemt daardoor echter af. Door de hoeken groot te kiezen wordt een lagere dichtheid verkregen. De raakkans met een doel neemt daardoor toe. Een optimum ligt hierbij tussen de 5 en de 90 graden in de richtingen dwars op het projectiel en tussen 25 de 5 en de 30 graden in de richtingen evenwijdig aan het projectiel. Ten opzichte van de projectielspositie bij detonatie bewegen de fragmenten zich in richting 14, welke in de aangegeven situatie een hoek van 90 graden met de bewegingsrichting insluit. Andere hoeken zijn eveneens 30 realiseerbaar in de uitvoeringsvorm waarbij de fragmen- tatiemiddelen in een loop in het projectiel zijn geplaatst, door de hoek van de loop anders te kiezen. Door de wet van behoud van impuls zal de huls van het projectiel zich in de tegenovergestelde richting 15 bewegen met een snelheid die 35 afhangt van de massaverhouding tussen huls en fragmentatie- 10 015 5 6..Fig. 2 shows a fragmentable projectile 1 according to the invention. In the figure, a coordinate system indicated by X, Y and Z is shown. The projectile moves through the airspace at a certain forward speed 6 instantaneously along the X axis. In the known projectiles, the projectile fragments such that the fragments move in an expanding ring 7 relative to the projectile position. Due to the forward velocity of the projectile, the fragments in the expanding ring will pass through a space between an inner cone and an outer cone with coincident principal direction equal to the direction of movement of the projectile. The difference in top angle of the inner cone and the outer cone determines the distribution of the fragments. In the projectile according to the invention, the projectile 1 fragments such that the fragments move in a sector 8 of the expanding ring. A main direction in which the fragments move is indicated by arrow 9. The main direction makes an angle 10 with the direction of movement of the projectile. This depends inter alia on the forward velocity of the projectile and the force of the detonation. Thus, the fragments move in a spatial sector 11 which cuts out a sub-area of the said inner cone and outer cone. In this way, the fragment beam which would normally move in the ring around the projectile is concentrated in a much smaller area, whereby a considerably higher fragment density is obtained or, if corresponding density as a conventional projectile, a much greater mis-distance can be bridged. The fragment density 10 is partly determined by the angle 12 which encloses the intersection of the Y2 plane, perpendicular to the direction of movement of the projectile, with the fragment beam and the angle 13 which intersects the intersection of the XY plane, through the direction of movement 6 of the projectile. and includes the main direction 9 of the fragment bundle, with the fragment bundle. In the figure, the angle 12 is chosen to be about 90 degrees and the angle 13 to be about 15 degrees, but other angles are also feasible. By choosing the corners small, a high density is obtained. As a result, the chance of hitting fragments with a target decreases. By choosing the angles large, a lower density is obtained. The chance of hitting a target increases as a result. An optimum is between 5 and 90 degrees in the directions transverse to the projectile and between 5 and 30 degrees in the directions parallel to the projectile. With respect to the projectile position during detonation, the fragments move in direction 14, which in the indicated situation includes an angle of 90 degrees with the direction of movement. Other angles can also be realized in the embodiment in which the fragmentation means are placed in the projectile in a barrel, by choosing the angle of the barrel differently. Due to the law of momentum conservation, the projectile's shell will move in the opposite direction at a speed depending on the mass ratio between shell and fragmentation.

19 middelen en verder van de kracht van de detonatie. De huls wordt bij voorkeur zwaarder gekozen dan de fragmentatie-middelen, afhankelijk van het noodzakelijk penetrerend vermogen van de fragmenten op een zekere gewenste afstand.19 means and beyond of the power of detonation. The sleeve is preferably chosen to be heavier than the fragmentation means, depending on the necessary penetration of the fragments at a certain desired distance.

5 Indien gebruik gemaakt wordt van een proximity fuse zal de hoek die de hoofdrichting met de bewegingsrichting van het projectiel maakt groter dienen te zijn dan bij detonatie op afstand. Bij detonatie op afstand kan men het projectiel immers eerder laten fragmenteren.5 If a proximity fuse is used, the angle that the main direction makes with the direction of movement of the projectile must be greater than with remote detonation. After all, when detonating at a distance, the projectile can be fragmented earlier.

1010

In fig. 3 is aangegeven wat de dekkingsgraad van de fragmenten is tijdens de beweging van een roterend projectiel volgens de uitvinding door het luchtruim, waarbij de fragmentenbundel een fictieve bundel is, die zou 15 ontstaan indien het projectiel in de desbetreffende situatie zou detoneren. Het projectiel is getekend in een eerste situatie A, waarbij de hoofdrichting van de fragmentenbundel 9 in het vlak van tekening ligt en in een tweede situatie B, waarbij het projectiel een rotatie van 20 360 graden heeft doorgemaakt. De hoofdrichting 9 van de fragmentenbundel doorloopt zodoende een schroeflijn langs de rotatie as 16 van het projectiel. Door de onderzijde 17 van de fragmentenbundel in situatie A en de bovenzijde 18 van de fragmentenbundel in situatie B wordt een dood gebied 25 19 ingesloten, waarin geen doel kan worden geraakt. Dit dode gebied is kleiner naarmate de omwentelingssnelheid van het projectiel hoger is ten opzichte van de voorwaartse snelheid. Tevens is er een overlappingsgebied 20, waarin zowel in situatie A als in situatie B een doel door het 30 projectiel kan worden geraakt.Fig. 3 shows the coverage of the fragments during the movement of a rotating projectile according to the invention through the airspace, the fragment beam being a fictional beam, which would arise if the projectile were to detonate in the relevant situation. The projectile is drawn in a first situation A, in which the main direction of the fragment beam 9 lies in the plane of the drawing and in a second situation B, in which the projectile has undergone a rotation of 360 degrees. The main direction 9 of the fragment beam thus traverses a helix along the axis of rotation 16 of the projectile. A dead area 25 in which no target can be hit is enclosed by the bottom 17 of the fragment beam in situation A and the top 18 of the fragment beam in situation B. This dead region becomes smaller the faster the projectile's revolution speed compared to the forward speed. There is also an overlap area 20 in which a target can be hit by the projectile in both situation A and situation B.

In fig. 4A en 4B is schematisch respectievelijk in zijaanzicht en voor-aanzicht ten opzichte van het projectiel l aangegeven hoe het projectiel 1 volgens de uitvinding bij 35 voorkeur kan worden ingezet tegen een doel 21, dat zich 1 0 0 1 5 5c’.', 20 beweegt langs doelsbaan 22. Het projectiel beweegt zich langs projectielsbaan 23. Daarbij zijn twee situaties I en II in de tijd aangegeven. In situatie I bevindt het projectiel zich in voldoende nabijheid van het doel om het 5 te kunnen vernietigen bij fragmentatie, indien het projectiel de juiste rotatiestand zou hebben. Echter, zoals in fig. 4B in vooraanzicht is aangegeven, is dit niet het geval. Indien het projectiel zou detoneren in situatie I dan viel de hoofdrichting 9 van de fragmentenbundel op dat 10 moment niet samen met de richting tot het doel 21. Er dient derhalve te worden gewacht met fragmenteren, totdat het projectiel zover is geroteerd dat beide richtingen wel samenvallen, zoals aangegeven in de fig. 4A en 4B met situatie II. Doel en projectiel zijn dan weliswaar 15 enigszins verplaatst ten opzichte van elkaar, maar de fragmentenbundel is voldoende wijd om het doel alsnog te kunnen raken.Figures 4A and 4B schematically show in side view and front view with respect to the projectile 1, respectively, how the projectile 1 according to the invention can preferably be used against a target 21, which is situated 1 0 0 1 5 5c '. 20 moves along target track 22. The projectile moves along projectile track 23. Two situations I and II in time are indicated. In situation I, the projectile is in close proximity to the target to destroy it upon fragmentation if the projectile had the correct rotational position. However, as shown in front view in Fig. 4B, this is not the case. If the projectile were to detonate in situation I, then the main direction 9 of the fragment bundle at that moment did not coincide with the direction to the target 21. Therefore, fragmentation should be waited until the projectile has rotated so far that both directions coincide. as shown in Figs. 4A and 4B with situation II. The target and projectile may then have moved slightly relative to each other, but the fragment bundle is sufficiently wide to still be able to hit the target.

Teneinde te kunnen bepalen of het projectiel in voldoende 20 nabijheid tot het doel verkeert is het projectiel voorzien van een ontvanger en stuurt een vuurleidingssysteem een dienovereenkomstig signaal naar het projectiel in situatie I. Dit signaal is een noodzakelijk vrijgavesignaal voor detonatie, maar is op zich nog niet voldoende om tot 25 detonatie over te gaan. Tevens verzendt het vuurleidingssysteem in hoofdzaak continu de richting van het projectiel 1 tot het doel 21. Het projectiel meet continu zijn rotatiestand in de ruimte en vergelijkt de daadwerkelijke rotatiestand met de doelsrichting. In situatie II komen 30 deze overeen en gaat het projectiel over tot detonatie. Bij detonatie met behulp van telemetrie kan, bij het verzenden van het vrijgavesignaal, rekening worden gehouden met het feit dat het projectiel nog niet de juiste rotatiestand heeft aangenomen. In de worst case situatie is de rotatie-35 stand 180 graden verkeerd. Het vrijgavesignaal wordt dus 1 0 0 1 5 5 6.1 21 bij voorkeur vervroegd met de tijd die het projectiel nodig heeft om 180 graden te roteren. Op deze wijze is het ontstekingstijdstip maximaal deze tijd vroeger of later ten opzichte van het ideale tijdstip. Door de wijdte van de 5 fragmentenbundel is er altijd een zekere marge aanwezig.In order to determine whether the projectile is in sufficient proximity to the target, the projectile is provided with a receiver and a fire control system sends a corresponding signal to the projectile in situation I. This signal is a necessary release signal for detonation, but is in itself still not enough to proceed to 25 detonation. Also, the fire control system substantially continuously sends the direction of the projectile 1 to the target 21. The projectile continuously measures its rotational position in space and compares the actual rotational position with the target direction. In situation II these 30 agree and the projectile proceeds to detonation. In the case of detonation by telemetry, the fact that the projectile has not yet assumed the correct rotational position can be taken into account when sending the release signal. In the worst case situation, the rotation 35 position is wrong 180 degrees. Thus, the release signal is preferably brought forward by the time it takes the projectile to rotate 180 degrees. In this way, the ignition time is at most this time earlier or later than the ideal time. Due to the width of the 5 fragment bundle, there is always a certain margin.

In fig. 5 is een wapensysteem volgens de uitvinding weergegeven. Een doelvolgsysteem 24 volgt het doel 25, bijvoorbeeld een vliegtuig en zendt de doelsgegevens naar een 10 kanonsysteem 26, dat eventueel ook een lanceerbuis voor missiles kan omvatten indien de projectielen missiles zijn. Een vuurleidingssysteem berekent op bekende wijze een geschikte voorhoudhoek, waarna de projectielen 1 worden afgevuurd. Het vuurleidingssysteem houdt tevens per 15 projectiel middels een baanmodel de projectielspositie bij. Tevens wordt continu de doelspositie bijgehouden. Aldus is steeds de relatieve positie van de projectielen ten opzichte van het doel 25 bekend en dus ook de offsetrolhoek waaronder ieder projectiel moet fragmenteren, teneinde het 20 doel 25 roet een redelijke kans met zijn fragmenten te raken, indien het desbetreffende projectiel voldoende dichtbij het doel zou zijn. Een zendantenne 27 zendt continu deze relatieve posities of offsetrolhoeken uit. Bij meerdere projectielen kunnen deze worden gecodeerd, zodat 25 ieder projectiel de op dat projectiel betrekking hebbende offsetrolhoek kan selecteren. Eventueel is het mogelijk de offsetrolhoeken op verschillende frequenties uit te zenden. De offsetrolhoeken kunnen continu worden uitgezonden, of althans op een moment dat een projectiel voldoende dichtbij 30 het doel is gekomen. Het is ook mogelijk, ervan uitgaande dat er een projectiel in de juiste nabijheid tot het doel verkeerd, continu de op dit (fictieve) projectiel betrekking hebbende rolhoek uit te zenden. Er hoeft dan maar een rolhoek te worden uitgezonden, hetgeen gunstig is 35 met het oog op vermindering van de bandbreedte van de uit 10 01 Γ 5 6..Fig. 5 shows a weapon system according to the invention. A target tracking system 24 tracks the target 25, for example an aircraft, and sends the target data to a gun system 26, which may optionally also include a missile launch tube if the missiles are missiles. A fire control system calculates a suitable holding angle in a known manner, after which the projectiles 1 are fired. The fire control system also keeps track of the projectile position per 15 projectile by means of a track model. The target position is also continuously monitored. Thus, the relative position of the projectiles with respect to the target 25 is always known, and therefore also the offset roll angle at which each projectile must fragment, in order to hit the target 25 with a reasonable chance of striking its fragments, if the relevant projectile is sufficiently close to the target. would be. A transmitter antenna 27 continuously transmits these relative positions or offset roll angles. With multiple projectiles these can be coded, so that each projectile can select the offset roll angle related to that projectile. Optionally, it is possible to transmit the offset roll angles at different frequencies. The offset roll angles can be emitted continuously, or at least at a time when a projectile is close enough to the target. It is also possible, assuming there is a projectile in the correct vicinity of the target, to continuously broadcast the roll angle related to this (fictional) projectile. Only a rolling angle then has to be emitted, which is favorable with a view to reducing the bandwidth of the 10 01 Γ 5 6 ..

22 te zenden signalen. De zendantenne 27 kan eveneens een electromagnetisch veld uitzenden waar de projectielen gebruik van kunnen maken om hun rolstand te bepalen, bijvoorbeeld volgens EP-B-0.239.156, EP-B-O.341.772 of 5 EP-B-0.345.836, waarin gebruik gemaakt wordt van rolstand-bepaling door het bepalen van de richting van uitgezonden electromagnetische veldlijnen. De zendantenne kan tenslotte eveneens eventueel gecodeerde triggersignalen verzenden, indien een projectiel het doel voldoende dicht is genaderd.22 signals to be sent. The transmitting antenna 27 can also emit an electromagnetic field which the projectiles can use to determine their rolling position, for example according to EP-B-0.239.156, EP-BO.341.772 or 5 EP-B-0.345.836, in which use of roll position determination by determining the direction of emitted electromagnetic field lines. Finally, the transmitting antenna can also transmit coded trigger signals if a projectile is close enough to the target.

10 Uiteraard kunnen voor de genoemde drie acties afzonderlijke zendantennes, eventueel op verschillende locaties worden gebruikt.Of course, separate transmitting antennas, possibly at different locations, can be used for the above three actions.

10 0 1 5 5 8 λ10 0 1 5 5 8 λ

Claims (34)

1. Projectiel voor het vernietigen van een doel, voorzien van fragmentatiemiddelen en detonatiemiddelen en ontsteek- 5 middelen voor het doen detoneren van de detonatiemiddelen, met het kenmerk, dat het projectiel is ingericht voor het althans in hoofdzaak fragmenteren in een ruimtelijke sector, waarvan een hoofdrichting niet samenvalt met de bewegingsrichting van het projectiel. 101. Projectile for destroying a target, provided with fragmentation means and detonation means and detonation means for detonating the detonation means, characterized in that the projectile is arranged for at least substantially fragmenting in a spatial sector, of which a main direction does not coincide with the direction of movement of the projectile. 10 2. Projectiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een doorsnijding van de ruimtelijke sector met een vlak loodrecht op de bewegingsrichting van het projectiel hoofdzakelijk een hoek van 5 tot 90 graden insluit. 15Projectile according to claim 1, characterized in that a cross-section of the spatial sector with a plane perpendicular to the direction of movement of the projectile essentially includes an angle of 5 to 90 degrees. 15 3. Projectiel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een doorsnijding van de ruimtelijke sector met een vlak door de bewegingsrichting en de hoofdrichting van de fragmentatiebundel hoofdzakelijk een hoek van 5 tot 30 20 graden insluit.Projectile according to claim 1 or 2, characterized in that a cross-section of the spatial sector with a plane through the direction of movement and the main direction of the fragmentation beam essentially includes an angle of 5 to 20 degrees. 4. Projectiel volgens één der bovenstaande conclusies, met het kenmerk, dat de fragmentatiemiddelen zich in een loop in het projectiel bevinden, welke een hoek ongelijk aan nul 25 met de bewegingsrichting van het projectiel insluit.4. Projectile according to one of the preceding claims, characterized in that the fragmentation means are arranged in a barrel in the projectile, which encloses an angle other than zero with the direction of movement of the projectile. 5. Projectiel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de loop aan zijn uitgangszijde is afgesloten door een relatief zwakke zijwand. 30Projectile according to claim 4, characterized in that the barrel is closed at its exit side by a relatively weak side wall. 30 6. Projectiel volgens conclusie 4 of 5, roet het kenmerk, dat in de lengterichting een relatief zwakke strook in de zijwand is aangebracht. 1001556.Projectile according to claim 4 or 5, carbon black, characterized in that a relatively weak strip is arranged in the side wall in the longitudinal direction. 1001556. 7. Projectiel volgens één der bovenstaande conclusies, roet het kenmerk, dat het projectiel is voorzien van ontvangst-middelen voor het ontvangen van externe informatie en dat de ontsteekroiddelen zijn ingericht voor het activeren op 5 basis van de ontvangen externe informatie.7. Projectile according to one of the preceding claims, characterized in that the projectile is provided with receiving means for receiving external information and in that the firing means are adapted to activate on the basis of the received external information. 8. Projectiel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de ontsteekmiddelen tevens zijn ingericht voor het activeren op basis van rolstandsinformatie van het projectiel. 10Projectile according to claim 7, characterized in that the firing means are also adapted to activate on the basis of roll position information of the projectile. 10 9. Projectiel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het projectiel is voorzien van rolstandsbepalingsmiddelen voor het bepalen van zijn rolstand.Projectile according to claim 8, characterized in that the projectile is provided with rolling position determining means for determining its rolling position. 10. Projectiel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de rolstandsbepalingsmiddelen zijn ingericht voor het bepalen van zijn rolstand op basis van de ontvangen externe informatie.Projectile according to claim 9, characterized in that the roll position determining means are arranged for determining its roll position on the basis of the received external information. 11. Projectiel volgens één der conclusies 8 t/m 10, met het kenmerk, dat het projectiel is voorzien van middelen voor het toevoeren van een vrijgavesignaal aan het ontstekingsmechanisme voor het toestaan van een ontsteking en van middelen voor het extraheren van een gewenste offsetrolhoek 25 uit de externe informatie en van middelen voor het activeren van de ontstekingsmiddelen op een moment dat het vrijgavesignaal gegeven is en dat de rolstand van het projectiel althans nagenoeg overeenkomt met de gewenste offsetrolhoek. 3011. Projectile according to any one of claims 8 to 10, characterized in that the projectile is provided with means for supplying a release signal to the ignition mechanism to allow ignition and with means for extracting a desired offset roll angle. from the external information and from means for activating the ignition means at a time when the release signal has been given and the rolling position of the projectile at least substantially corresponds to the desired offset rolling angle. 30 12. Projectiel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een proximity fuse en dat het vrijgavesignaal wordt gegeven op basis van informatie van de proximity fuse. 35 10 0 1 5 5 6..Projectile according to claim 11, characterized in that it is provided with a proximity fuse and that the release signal is given on the basis of information from the proximity fuse. 35 10 0 1 5 5 6 .. 13. Projectiel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het vrijgavesignaal wordt gegeven op basis van de externe informatie.Projectile according to claim 11, characterized in that the release signal is given based on the external information. 14. Projectiel volgens één der conclusies 7 t/m 13, met het kenmerk, dat het projectiel verder is voorzien van een decodeerinrichting voor het uit de externe informatie selecteren van op het projectiel betrekking hebbende informatie indien de externe informatie is gecodeerd. 10Projectile according to any one of claims 7 to 13, characterized in that the projectile further comprises a decoding device for selecting information related to the projectile from the external information if the external information is encoded. 10 15. Wapensysteem voor het vernietigen van een doel, omvattende een vuurleidingssysteem voor het volgen van het doel, een lanceerbuis voor het lanceren van projectielen voorzien van fragmentatiemiddelen en detonatiemiddelen en 15 ontsteekmiddelen voor het ontsteken van de detonatiemiddelen, met het kenmerk, dat de projectielen zijn ingericht voor het althans in hoofdzaak fragmenteren in een ruimtelijke sector, waarvan een hoofdrichting niet samenvalt met de bewegingsrichting van het desbetreffende 20 projectiel.A weapon system for destroying a target, comprising a fire control system for tracking the target, a launching tube for launching projectiles provided with fragmentation and detonation means and detonation means for detonating means, characterized in that the projectiles are arranged for at least substantially fragmenting in a spatial sector, a main direction of which does not coincide with the direction of movement of the projectile in question. 16. Wapensysteem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de projectielen per projectiel zijn voorzien van ontvangst-middelen voor het ontvangen van externe informatie, dat de 25 ontsteekmiddelen zijn ingericht voor het activeren op basis van de externe informatie en dat het vuurleidingssysteem is ingericht voor het verzenden van de externe informatie.Weapon system according to claim 15, characterized in that the projectiles per projectile are provided with receiving means for receiving external information, that the ignition means are adapted to activate on the basis of the external information and that the fire control system is arranged to send the external information. 17. Wapensysteem volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat 30 verder voorzien is in middelen voor het doen roteren van de projectielen en dat de projectielen per projectiel zijn voorzien van rolstandsbepalingsmiddelen en dat de ontsteekmiddelen tevens zijn ingericht voor het activeren op basis van de rolstandsinformatie in combinatie met de externe 35 informatie. 10 015Weapon system according to claim 16, characterized in that means are further provided for rotating the projectiles and in that the projectiles per projectile are provided with rolling position determining means and that the ignition means are also adapted to activate on the basis of the rolling position information in combination with the external information. 10 015 18. Wapensysteem volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de externe informatie offsetrolhoekinformatie omvat op basis waarvan een zeker afgeschoten projectiel een offset-rolhoek kan bepalen, welke offsetrolhoek het zekere 5 afgeschoten projectiel op het moment van fragmenteren moet aannemen teneinde met zijn fragmenten het doel met een redelijke kans te raken indien het projectiel het doel voldoende dicht genaderd zou zijn.Weapon system according to claim 17, characterized in that the external information comprises offset rolling angle information on the basis of which a certain fired projectile can determine an offset rolling angle, which offset rolling angle must assume the certain projectile fired at the moment of fragmentation in order to form the fragment with its fragments. target with a reasonable chance if the projectile were sufficiently close to the target. 19. Wapensysteem volgens conclusie 18, roet het kenmerk, dat de offsetrolhoekinformatie de offsetrolhoek zelve omvat, welke is bepaald op basis van de doelspositie en de positie van het zekere afgeschoten projectiel.Weapon system according to claim 18, characterized in that the offset roll angle information includes the offset roll angle itself, which is determined based on the target position and the position of the certain projectile fired. 20. Wapensysteem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de offsetrolhoekinformatie de doelspositie en de positie van het zekere afgeschoten projectiel omvat.Weapon system according to claim 18, characterized in that the offset roll angle information includes the target position and the position of the sure projectile fired. 21. Wapensysteem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat 20 de offsetrolhoekinformatie de relatieve positie van het doel ten opzichte van het zekere afgeschoten projectiel omvat, welke is bepaald op basis van de doelspositie en de positie van het zekere afgeschoten projectielWeapon system according to claim 18, characterized in that the offset roll angle information comprises the relative position of the target relative to the certain projectile fired, which is determined based on the target position and the position of the certain projectile fired. 22. Wapensysteem volgens conclusie 19, 20 of 21, met het kenmerk, dat de positie van het zekere afgeschoten projectiel een uit een ballistisch model en een gemeten initiële snelheid van het zekere afgeschoten projectiel bepaalde positie omvat. 30Weapon system according to claim 19, 20 or 21, characterized in that the position of the sure projectile fired comprises a position determined from a ballistic model and a measured initial velocity of the certain projectile fired. 30 23. Wapensysteem volgens conclusie 19, 20 of 21, met het kenmerk, dat de positie van het zekere afgeschoten projectiel een gemeten positie van het zekere afgeschoten projectiel omvat. 35 10 0 1 556 ..Weapon system according to claim 19, 20 or 21, characterized in that the position of the sure fired projectile comprises a measured position of the sure fired projectile. 35 10 0 1 556 .. 24. Wapensysteem volgens één der conclusies 16 t/m 23, met het kenmerk, dat de externe informatie tevens een vrijgave-signaal voor het toestaan van een ontsteking van de fragmentatiemiddelen omvat voor een projectiel dat het doel 5 voldoende dicht is genaderd.Weapon system according to any one of claims 16 to 23, characterized in that the external information also comprises a release signal for allowing ignition of the fragmentation means for a projectile that is close enough to target 5. 25. Wapensysteem volgens één der conclusies 16 t/m 24, met het kenmerk, dat de gewenste offsetrolhoek zodanig gekozen is, dat de hoofdrichting van de sector in hoofdzaak naar 10 het doel wijst.25. A weapon system according to any one of claims 16 to 24, characterized in that the desired offset roll angle is selected such that the main direction of the sector points substantially towards the target. 26. Wapensysteem volgens één der conclusies 18 t/m 25, met het kenmerk, dat de externe informatie gecodeerde offsetrolhoekinformatie omvat waaruit een reeks van 15 offsetrolhoeken kan worden bepaald, per offsetrolhoek geldig voor een projectiel of meerdere zich tijdens hun vlucht dicht bij elkaar bevindende projectielen en dat de projectielen zijn voorzien van een decodeerinrichting met behulp waarvan een projectiel uit de reeks van offsetrol-20 hoeken een op dat projectiel betrekking hebbende offsetrolhoek kan selecteren.Weapon system according to any one of claims 18 to 25, characterized in that the external information comprises coded offset roll angle information from which a series of 15 offset roll angles can be determined, per offset roll angle valid for one projectile or several in close proximity during their flight projectiles and that the projectiles are provided with a decoder, by means of which a projectile from the series of offset roller angles can select an offset roller angle related to that projectile. 27. Werkwijze voor het vernietigen van een doel met behulp van projectielen, voorzien van fragmentatiemiddelen en 25 detonatiemiddelen en ontsteekmiddelen voor het ontsteken van de detonatiemiddelen, omvattende het opsporen van het doel met behulp van een doelssensor, het aansturen van een lanceerbuis op basis van informatie van de doelssensor en het afschieten van één of meerdere projectielen met behulp 30 van de lanceerbuis, met het kenmerk, dat op het moment dat een projectiel het doel voldoende dicht is genaderd, het projectiel fragmenteert in hoofdzaak in een richting naar het doel en in een ruimtelijke sector, waarvan een hoofdrichting niet samenvalt met de bewegingsrichting van het 35 projectiel. 1 0 0 1 55627. Method for destroying a target with the aid of projectiles, provided with fragmentation means and detonation means and ignition means for igniting the detonation means, comprising detecting the target with the aid of a target sensor, controlling a launch tube based on information from the target sensor and firing one or more projectiles using the launch tube, characterized in that the moment a projectile has approached the target sufficiently close, the projectile fragments substantially in a direction towards the target and in a spatial sector, a principal direction of which does not coincide with the direction of movement of the projectile. 1 0 0 1 556 28. Werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat een doorsnijding van de ruimtelijke sector met een vlak loodrecht op de bewegingsrichting van het projectiel een hoek van 5 tot 30 graden insluit. 5Method according to claim 27, characterized in that a section of the spatial sector with a plane perpendicular to the direction of movement of the projectile includes an angle of 5 to 30 degrees. 5 29. Werkwijze volgens conclusie 27 of 28, met het kenmerk, dat een doorsnijding van de ruimtelijke sector met een vlak door de bewegingsrichting en de hoofdrichting van de ruimtelijke sector een hoek van 5 tot 30 graden insluit. 10A method according to claim 27 or 28, characterized in that a cross-section of the spatial sector with a plane through the direction of movement and the main direction of the spatial sector includes an angle of 5 to 30 degrees. 10 30. Werkwijze volgens één der conclusies 27 t/m 29, met het kenmerk, dat aan het projectiel een rotatie wordt meegegeven, dat het projectiel in hoofdzaak continu zijn rotatiestand in de ruimte bepaalt, dat verder het 15 projectiel van buitenaf althans nagenoeg continu wordt voorzien van offsetrolhoekinformatie en dat op basis hiervan het projectiel een offsetrolhoek bepaalt, welke offsetrolhoek het projectiel op het moment van fragmenteren moet aannemen, teneinde met zijn fragmenten het doel met 20 een redelijke kans te raken, indien het projectiel het doel voldoende dicht genaderd zou zijn.30. A method according to any one of claims 27 to 29, characterized in that a rotation is imparted to the projectile, that the projectile determines its rotational position in space substantially continuously, that the projectile furthermore becomes at least substantially continuous from the outside. provided with offset roll angle information and that on this basis the projectile determines an offset roll angle, which offset roll angle the projectile must assume at the moment of fragmentation, in order to hit the target with its fragments with a reasonable probability, if the projectile would have approached the target sufficiently close . 31. Werkwijze volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de offsetrolhoekinformatie wordt bepaald op basis van een 25 ballistisch model van het projectiel en op basis van gemeten doelsposities.31. A method according to claim 30, characterized in that the offset roll angle information is determined based on a ballistic model of the projectile and based on measured target positions. 32. Werkwijze volgens conclusie 30 of 31, met het kenmerk, dat op basis van een ballistisch model van het projectiel 30 en op basis van gemeten doelsposities en een nabijheids-criterium wordt bepaald of het projectiel het doel voldoende dicht is genaderd.Method according to claim 30 or 31, characterized in that it is determined on the basis of a ballistic model of the projectile 30 and on the basis of measured target positions and a proximity criterion whether the projectile has approached the target sufficiently closely. 33. Werkwijze volgens conclusie 30 of 31, met het kenmerk, 35 dat op basis van informatie van een proximity fuse wordt 1001556. bepaald of het projectiel het doel voldoende dicht is genaderd.A method according to claim 30 or 31, characterized in that, based on information from a proximity fuse, it is determined whether the projectile is sufficiently close to the target. 34. Werkwijze volgens één der conclusies 30 t/m 33, met het 5 kenmerk, dat de externe informatie gecodeerde offsetrol-hoekinformatie omvat waaruit een reeks van offsetrolhoeken kan worden bepaald, per offsetrolhoek geldig voor een projectiel of meerdere zich tijdens hun vlucht dicht bij elkaar bevindende projectielen en dat de offsetrolhoek-10 informatie per projectiel wordt gedecodeerd voor het verkrijgen van een op het desbetreffende projectiel betrekking hebbende offsetrolhoek. 1 0 0 1 5,56 .34. A method according to any one of claims 30 to 33, characterized in that the external information comprises coded offset roll angle information from which a series of offset roll angles can be determined, per offset roll angle valid for one projectile or several in flight close to spaced projectiles and that the offset roll angle-10 information per projectile is decoded to obtain an offset roll angle related to the respective projectile. 1 0 0 1 5.56.
NL1001556A 1995-11-02 1995-11-02 Fragmentable projectile, weapon system and working method. NL1001556C2 (en)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001556A NL1001556C2 (en) 1995-11-02 1995-11-02 Fragmentable projectile, weapon system and working method.
PCT/EP1996/004521 WO1997016696A1 (en) 1995-11-02 1996-10-17 Fragmentable projectile, weapon system and method for destroying a target
TR1998/00762T TR199800762T2 (en) 1995-11-02 1996-10-17 Divisible cannonball, weapon system and method for destroying a target.
CA 2235407 CA2235407A1 (en) 1995-11-02 1996-10-17 Fragmentable projectile, weapon system and method for destroying a target
EP96934733A EP0856142B1 (en) 1995-11-02 1996-10-17 Fragmentable projectile, weapon system and method for destroying a target
DE69615574T DE69615574D1 (en) 1995-11-02 1996-10-17 FRAGMENTABLE PROJECTILE, WEAPON SYSTEM AND METHOD FOR DESTROYING A TARGET
AU72953/96A AU709972B2 (en) 1995-11-02 1996-10-17 Weapon system and method for destroying a target
ARP960104880 AR010449A1 (en) 1995-11-02 1996-10-24 A PROJECTILE TO DESTROY A TARGET, PROVIDED WITH A FRAGMENTABLE MEANS, A MEANS OF DETONATION AND A MEANS OF COMBUSTION, A SYSTEM OF ARMAMENT THAT INCLUDES IT AND A METHOD OF USE OF THE SAME
NO981709A NO981709L (en) 1995-11-02 1998-04-16 Fragmentable projectile, weapon system and method for delegating a target

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001556A NL1001556C2 (en) 1995-11-02 1995-11-02 Fragmentable projectile, weapon system and working method.
NL1001556 1995-11-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001556C2 true NL1001556C2 (en) 1997-05-13

Family

ID=19761793

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001556A NL1001556C2 (en) 1995-11-02 1995-11-02 Fragmentable projectile, weapon system and working method.

Country Status (9)

Country Link
EP (1) EP0856142B1 (en)
AR (1) AR010449A1 (en)
AU (1) AU709972B2 (en)
CA (1) CA2235407A1 (en)
DE (1) DE69615574D1 (en)
NL (1) NL1001556C2 (en)
NO (1) NO981709L (en)
TR (1) TR199800762T2 (en)
WO (1) WO1997016696A1 (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6120327A (en) * 1997-07-22 2000-09-19 Lear Automotive Dearborn, Inc. Foam wire harness with shape memory
AU2002950846A0 (en) * 2002-08-16 2002-09-12 Metal Storm Limited Interception missile and method of interception
IL164414A0 (en) * 2004-10-05 2005-12-18 Interdigital Tech Corp System for efficient recovery of node b buffered data following serving high speed downlink shared channel cell change
CN111322039B (en) * 2020-04-09 2023-10-31 中国石油天然气集团有限公司 Clustering selective-transmitting bridge perforation device and method

Citations (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE55041C (en) * Dr. L. MAUTNER, Ritter VON MARKHOF in Wien I, Fichtegasse 2 Explosive projectiles with easily destructible walls
US3565009A (en) * 1969-03-19 1971-02-23 Us Navy Aimed quadrant warhead
DE2237140A1 (en) * 1972-07-28 1974-02-07 Licentia Gmbh Spinning projectile - esp antiaircraft shell - with proximity - or target position-fuse
US3853059A (en) * 1971-01-11 1974-12-10 Us Navy Configured blast fragmentation warhead
US3860199A (en) * 1972-01-03 1975-01-14 Ship Systems Inc Laser-guided projectile system
DE2519507A1 (en) * 1975-05-02 1976-11-18 Messerschmitt Boelkow Blohm Warhead for attacking aerial targets - with target seeking guidance system and transverse hollow charges aligned on the target
US4026213A (en) * 1971-06-17 1977-05-31 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Selectively aimable warhead
US4347996A (en) * 1980-05-22 1982-09-07 Raytheon Company Spin-stabilized projectile and guidance system therefor
WO1983003894A1 (en) * 1982-04-21 1983-11-10 Hughes Aircraft Company Terminally guided weapon delivery system
DE3525147C1 (en) * 1985-07-13 1987-01-15 Diehl Gmbh & Co Fall missile to combat radar positions in particular
DE3529897A1 (en) * 1985-08-21 1987-03-05 Messerschmitt Boelkow Blohm Missile for engaging targets when overflying them
EP0239156A1 (en) * 1986-03-20 1987-09-30 Hollandse Signaalapparaten B.V. System for determining the angular spin position of an object spinning about an axis
FR2620215A1 (en) * 1987-09-03 1989-03-10 France Etat Armement Gyrostabilised projectile with oriented effects
US4848239A (en) * 1984-09-28 1989-07-18 The Boeing Company Antiballistic missile fuze
EP0341772A1 (en) * 1988-05-09 1989-11-15 Hollandse Signaalapparaten B.V. System for the course correction of a spinning projectile
US5003885A (en) * 1988-12-23 1991-04-02 Diehl Gmbh & Co. Warhead for an airborne body
FR2678723A1 (en) * 1981-06-26 1993-01-08 France Etat Explosive, particularly anti-aircraft, projectile, comprising a rotary directional-effect charge
US5322016A (en) * 1991-12-18 1994-06-21 Oerlikon-Contraves Ag Method for increasing the probability of success of air defense by means of a remotely fragmentable projectile

Patent Citations (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE55041C (en) * Dr. L. MAUTNER, Ritter VON MARKHOF in Wien I, Fichtegasse 2 Explosive projectiles with easily destructible walls
US3565009A (en) * 1969-03-19 1971-02-23 Us Navy Aimed quadrant warhead
US3853059A (en) * 1971-01-11 1974-12-10 Us Navy Configured blast fragmentation warhead
US4026213A (en) * 1971-06-17 1977-05-31 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Selectively aimable warhead
US3860199A (en) * 1972-01-03 1975-01-14 Ship Systems Inc Laser-guided projectile system
DE2237140A1 (en) * 1972-07-28 1974-02-07 Licentia Gmbh Spinning projectile - esp antiaircraft shell - with proximity - or target position-fuse
DE2519507A1 (en) * 1975-05-02 1976-11-18 Messerschmitt Boelkow Blohm Warhead for attacking aerial targets - with target seeking guidance system and transverse hollow charges aligned on the target
US4347996A (en) * 1980-05-22 1982-09-07 Raytheon Company Spin-stabilized projectile and guidance system therefor
FR2678723A1 (en) * 1981-06-26 1993-01-08 France Etat Explosive, particularly anti-aircraft, projectile, comprising a rotary directional-effect charge
WO1983003894A1 (en) * 1982-04-21 1983-11-10 Hughes Aircraft Company Terminally guided weapon delivery system
US4848239A (en) * 1984-09-28 1989-07-18 The Boeing Company Antiballistic missile fuze
DE3525147C1 (en) * 1985-07-13 1987-01-15 Diehl Gmbh & Co Fall missile to combat radar positions in particular
DE3529897A1 (en) * 1985-08-21 1987-03-05 Messerschmitt Boelkow Blohm Missile for engaging targets when overflying them
EP0239156A1 (en) * 1986-03-20 1987-09-30 Hollandse Signaalapparaten B.V. System for determining the angular spin position of an object spinning about an axis
FR2620215A1 (en) * 1987-09-03 1989-03-10 France Etat Armement Gyrostabilised projectile with oriented effects
EP0341772A1 (en) * 1988-05-09 1989-11-15 Hollandse Signaalapparaten B.V. System for the course correction of a spinning projectile
US5003885A (en) * 1988-12-23 1991-04-02 Diehl Gmbh & Co. Warhead for an airborne body
US5322016A (en) * 1991-12-18 1994-06-21 Oerlikon-Contraves Ag Method for increasing the probability of success of air defense by means of a remotely fragmentable projectile

Also Published As

Publication number Publication date
EP0856142A1 (en) 1998-08-05
NO981709D0 (en) 1998-04-16
EP0856142B1 (en) 2001-09-26
NO981709L (en) 1998-06-30
CA2235407A1 (en) 1997-05-09
WO1997016696A1 (en) 1997-05-09
AR010449A1 (en) 2000-06-28
TR199800762T2 (en) 1998-07-21
DE69615574D1 (en) 2001-10-31
AU709972B2 (en) 1999-09-09
AU7295396A (en) 1997-05-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8288698B2 (en) Method for correcting the trajectory of terminally guided ammunition
US8558151B2 (en) Method for correcting the trajectory of a projectile, in particular of a terminal phase-guided projectile, and projectile for carrying out the method
US4655411A (en) Means for reducing spread of shots in a weapon system
US7745767B2 (en) Method of control of an ammunition or submunition, attack system, ammunition and designator implementing such a method
JP2001500263A (en) How to determine the projectile's point of impact against a target
CA1242516A (en) Terminally guided weapon delivery system
NL1001556C2 (en) Fragmentable projectile, weapon system and working method.
JP2003520937A (en) Missile intercept missile
JPH05312497A (en) Improving method for success probability by predetermined decomposition of bullet formed in particular
US4657208A (en) Rotating warhead
EP0864072B1 (en) Arrangement for combating air targets
CA2456897C (en) Method for programming the shattering of projectiles and tube weapon with programming system
RU2707637C1 (en) Air target striking method
US11231259B2 (en) Projectile with selectable angle of attack
GB2057217A (en) Missile defence method
DE69811187T2 (en) Device for programming a projectile inside a gun barrel
US11906271B2 (en) Method to combat a target
RU2783662C1 (en) Method for generating a command to launch a protective munition
RU45818U1 (en) SHARDING-BEAM APPLIANCE "STYLE"
JPH0718677B2 (en) Proximity fuze
RU2228508C2 (en) Fragmentation shell "svarog"
JPS63243700A (en) Firing system
JPH10332299A (en) Target shot for practicing shooting
WO2006038215A1 (en) Kill payload of a weapon

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20000601