germanium

Nederlands

Periodiek systeem der elementen (nld)

H

B

C

N

O

F

P

S

K

V

Y

I

*

W

**

↓

*

**

U

Uitspraak

Geluid: germanium (hulp, bestand)

Woordafbreking

ger·ma·ni·um

Woordherkomst en -opbouw

Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘chemisch element’ voor het eerst aangetroffen in 1898 ^[1]
Vernoemd naar Duitsland. ^[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	germanium	-
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het germanium o

(scheikunde), (element) een scheikundig element met symbool Ge en atoomnummer 32. Het is een grijswit metalloïde

Afgeleide begrippen

germaniumatoom

Vertalingen

1. een scheikundig element met symbool Ge en atoomnummer 32

Nedersaksisch: germanium ^(nds), Germanium ^(nds)
Pools: german ^(pl) m
Spaans: germanio ^(es) m
Tsjechisch: germanium ^(cs) o
Turks: germanyum ^(tr)
Zweeds: germanium ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord germanium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "germanium" herkend door:

55 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.^[3]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Engels

Periodiek systeem der elementen (eng)

H

B

C

N

O

F

P

S

K

V

Y

I

*

W

**

↓

*

**

U

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

enkelvoud	meervoud
germanium	germaniums

Zelfstandig naamwoord

germanium

(element) germanium

Afgeleide begrippen

germanide

Gronings

Zelfstandig naamwoord

germanium

(element)(scheikunde) germanium; een scheikundig element met atoomnummer 32. Het is een grijswit metalloïde

Afkorting

Ge

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

germanium

(element)(scheikunde) germanium; een scheikundig element met atoomnummer 32. Het is een grijswit metalloïde

Schrijfwijzen

Germanium

Afkorting

Ge

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tsjechisch

Periodiek systeem der elementen (ces)

H

B

C

N

O

F

P

S

K

V

Y

I

*

W

**

↓

*

**

U

Uitspraak

IPA: /gɛrmaːnɪjʊm/

Woordafbreking

ger·ma·nium

Zelfstandig naamwoord

germanium o

(element)(scheikunde) germanium; een scheikundig element en metalloïde met atoomnummer 32

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	germanium	germania
genitief	germania	germanií
datief	germaniu	germaniím
accusatief	germanium	germania
vocatief	germanium	germania
locatief	germaniu	germaniích
instrumentalis	germaniem	germanii

Afkorting

Ge

Hyperoniemen

Afgeleide begrippen

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=germanium&oldid=4773016"