bor

• bor

• [1] van het Nederlands boor, dit is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong
• [2] van het Nederlands bord, dit is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong

bor

1. boor, boormachine, gereedschap om gaten te maken
2. (spreektaal) bord voor opschriften, schoolbord

• [1] membor, pemboran, mengebor

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

bor

1. (element) boor
2. (onevenhoevigen) paard

boor

1. (element)(scheikunde) boor, borium; een chemisch element en een zwart metalloïde, met atoomnummer 5

• boor

• B

• borium

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / bɔɾ /

• bor

• Zelfstandig naamwoord A: afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord borr
• Zelfstandig naamwoord B: verkorting van het Noorse zelfstandige naamwoord boraks

bor

1. tegenwoordige tijd van bo

Zelfstandig naamwoord A:

bor, m / o

1. (gereedschap) boor

• B

bor

1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van bor

bor

1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bor

Zelfstandig naamwoord B:

bor, o

1. (element) boor

• B

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / bɔɾ /

• bor

• Zelfstandig naamwoord A: afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord borr
• Zelfstandig naamwoord B: verkorting van het Nynorske zelfstandige naamwoord boraks

Zelfstandig naamwoord A:

bor, m / o

1. (gereedschap) boor

• B

bor

1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bor

Zelfstandig naamwoord B:

bor, o

1. (element) boor

• B

bor

1. (scheikunde), (element) B, boor, borium

bor m

1. (coniferen) den, dennenboom
2. (ecologie) dennenbos

1. borovica v
2. borovicový les m

• borový

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• IPA: /bɔːr/

• bor

• Afgeleid van het Duitse zelfstandige naamwoord Bor

bor monbezield

1. (element)(scheikunde) boor, borium; een chemisch element en een zwart metalloïde

• bór monbezield

• B

• chemický element monbezield
• chemický prvek monbezield
• polokov monbezield

• boran monbezield
• borid monbezield
• boritý
• borosilikátový
• borový

• borax
• boritan monbezield
• bórový

• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• IPA: /bɔr/

• bor

• Afgeleid van het Protoslavische *borъ

bor m onbezield

1. (coniferen) dennenbos

• borovicový les m onbezield

• les m onbezield

• boroví o
• borovice v
• borový

• borovicový
• borovička v

• obr m
• rob m

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

bor

1. (element) borium, boor

bor

1. (volkstaal) onbewerkt, hard, stenig (grond, aarde).

• borak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

• bor

borr

bor

1. tegenwoordige tijd van bo

bor, o

1. (element) boor