Karel VI van Frankrijk
Karel VI, bijgenaamd de Waanzinnige (Frans: Charles le Fou) (Parijs, 3 december 1368 – aldaar, 21 oktober 1422) was gedurende 42 jaar koning van Frankrijk, van 1380 tot aan zijn dood. Hij was een zoon van Karel V de Wijze uit het huis Valois en Johanna van Bourbon.
Karel VI de Waanzinnige | ||
---|---|---|
1368-1422 | ||
Kroning van Karel VI
| ||
Koning van Frankrijk | ||
Periode | 16 september 1380 - 21 oktober 1422 | |
Voorganger | Karel V | |
Opvolger | Karel VII | |
Geboren | Parijs, koninkrijk Frankrijk | |
Overleden | Parijs, koninkrijk Frankrijk | |
Vader | Karel V van Frankrijk | |
Moeder | Johanna van Bourbon | |
Dynastie | Huis Valois | |
Partner | Isabella van Beieren Odette de Champdivers (maîtresse) | |
Kinderen | 13 | |
Wapen als koning van Frankrijk |
Levensloop
bewerkenKarel was slechts 12 jaar oud bij de dood van zijn vader en werd van 1380 tot 1388 bijgestaan door een Regentschapsraad van zijn ooms (de hertogen Lodewijk I van Anjou, Jan van Berry en Filips de Stoute, hertog van Bourgondië), die het feitelijke gezag in Frankrijk uitoefenden, veelal in hun eigen voordeel. Opstanden met democratische inslag te Parijs, te Rouen en in de Languedoc werden bloedig onderdrukt, ten koste van de populariteit van de monarchie.
Toen Karel na de mislukte aanval op het hertogdom Gelre op 3 november 1388 persoonlijk het bewind in handen nam en zijn ooms, tot hun grote ontsteltenis, bedankte voor hun diensten, liet hij zich bijstaan door een aantal oude adviseurs van zijn vader Karel V, de marmousets. Echter, door de karakterloosheid van de vorst slaagden deze raadsleden er niet in een stevig staatsgezag te vestigen.
Karel begon in 1392, onderweg naar Bretagne, de eerste tekenen van krankzinnigheid te vertonen. Volgens Piccolomini leed hij bij vlagen aan glaswaan: niemand mocht hem dan aanraken en hij trok beschermende kledij aan zodat hij niet zou breken.[1] Na de dramatische gebeurtenissen tijdens het Bal des Ardents op 28 januari 1393 ontplooide zich een machtsstrijd tussen Filips de Stoute en hertog Lodewijk I van Orléans, de jongere broer van de koning. Karels echtgenote Isabella van Beieren had een relatie met Lodewijk. Een jarenlange machtsstrijd om de invloed op de kroon verdeelde het Franse koninkrijk in twee vijandige facties. Enerzijds waren er de aanhangers van de Bourgondische hertog, de Bourguignons, die de gunst van het volk nastreefden. Daartegenover stonden de Armagnacs, de aanhangers van Lodewijk I van Orléans, die de kaart van het hof en de adel uitspeelden. Allerlei bloedige schermutselingen waren het gevolg en kostten ook het leven aan Lodewijk I van Orléans, die in 1407 vermoord werd, op last van zijn neef Jan zonder Vrees, zoon van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië sinds 1404.
Inmiddels was Frankrijk, zwaar geteisterd door burgeroorlog en stuurloos door de mentale ontreddering van de koning, een gemakkelijke prooi geworden voor de Engelse koning Hendrik V, die van het machtsvacuüm gebruik maakte om het Franse leger verpletterend te verslaan bij Azincourt (1415). Karels echtgenote Isabella van Beieren had aanvankelijk de Armagnacs gesteund, maar later, na de dood van Lodewijk, koos ze partij voor de Engelsen en voor Jan zonder Vrees, die echter op zijn beurt vermoord werd in 1419. Dit alles leidde tot een Engels-Bourgondische coalitie, met de zoon van Jan, Filips de Goede, die bezegeld werd door het Verdrag van Troyes in 1420. Koningin Isabella bewoog haar zwakzinnige echtgenoot Karel VI ertoe zijn dochter Catharina uit te huwelijken aan Hendrik V, die Karel in Frankrijk zou opvolgen na diens dood - wat erop neerkwam dat Karel VI met dit verdrag zijn eigen zoon, Karel VII, onterfde.
Beide koningen overleden kort na elkaar in 1422, en hun respectieve zonen werden tegelijkertijd koning: in Engeland de negen maanden oude Hendrik VI en in Frankrijk diens oom, de 19-jarige Karel VII. Op basis van het Verdrag van Troyes zou Hendrik VI later ook de Franse troon opeisen, aangezien hij via zijn moeder Catharina een kleinzoon was van Karel VI.
Huwelijk en kinderen
bewerkenKarel was gehuwd met Isabella van Beieren in 1385 en was de vader van:
- Karel (1386-1386)
- Johanna (1388-1390)
- Isabella (1389-1409), in 1396 gehuwd met Richard II van Engeland en in 1406 met haar neef Karel van Orléans, zoon van Lodewijk I van Orléans
- Johanna (1391-1433), in 1396 met Jan V van Bretagne (1389-1442)
- Karel (1392-1401)
- Maria (1393-1438), abdis in Poissy
- Michelle (1395-1422), in 1409 gehuwd met haar achterneef Filips de Goede, hertog van Bourgondië, zoon van Jan zonder Vrees
- Lodewijk (1397-1415), hertog van Guyenne, in 1412 gehuwd met Margaretha van Bourgondië (1393-1442), dochter van Jan zonder Vrees,
- Jan van Touraine (1398-1417), in 1415 gehuwd met Jacoba van Beieren, dochter van Margaretha van Bourgondië
- Catharina (1401-1437), in 1420 gehuwd met Hendrik V van Engeland
- Karel VII (1403-1461), in 1422 gehuwd met Maria van Anjou, dochter van Yolande van Aragón
- Filips (1407-1407).
Met zijn maîtresse Odette de Champdivers had Karel één bastaarddochter:
- Marguerite de Valois (1407-1458).
Zie ook
bewerkenKwartierstaat (voorouders)
bewerken Filips VI van Frankrijk (1293-1350) | Johanna van Bourgondië (1293-1349) | Jan de Blinde (1296-1346) | Elisabeth I van Bohemen (1292-1330) | Lodewijk I van Bourbon (1279-1341) | Maria van Avesnes (1280-1354) | Karel van Valois (1270-1325) | Mahaut de Châtillon-Saint Pol (1293–1358) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan II van Frankrijk (1319-1364) | Bonne van Luxemburg (1315-1349) | Peter I van Bourbon (1311-1356) | Isabella van Valois (1313-1383) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Karel V van Frankrijk (1337-1380) | Johanna van Bourbon (1338-1378) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna van Valois (1359-1360) | Bonne van Valois (1360-1360) | Jan van Valois (1366-1366) | Karel VI van Frankrijk (1368-1422) | Lodewijk I van Orléans (1372-1407) | Isabella van Valois (1373-1377) | Catharina van Valois (1378-1388) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voetnoten
bewerken- ↑ Gill Speak, "'El licenciado Vidriera' and the Glass Men of Early Modern Europe", in: The Modern Language Review, 1990, nr. 4, p. 852. DOI:10.2307/3732644