wei
Uiterlijk
- wei
- In de betekenis van ‘restvloeistof bij kaasmaken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1330 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wei | weien |
verkleinwoord | weitje | weitjes |
- een stuk grasland voor begrazing door vee
- Er staan in die wei een paar geiten.
- (drinken) een vloeistof die ontstaat als restproduct bij het kaasmaken
- Zit er nog wei in de emmer?
- vloeibaar deel van het bloed dat overblijft na verwijdering van de bloedcellen en de stolstof, bloedplasma
1. een stuk grasland voor begrazing door vee
2. een vloeistof die ontstaat als restproduct bij het kaasmaken
- Het woord wei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wei" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "wei" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
wei
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Drinken in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Anakalangu
- Zelfstandig naamwoord in het Anakalangu