Een standaardprinter kiezen op de Mac
De standaardprinter is de printer die is geselecteerd als je het afdrukvenster opent.
Als in het afdrukvenster het bericht 'Geen printer geselecteerd' wordt weergegeven, moet je een nieuwe printer toevoegen. De eerste printer die je toevoegt, wordt als standaardprinter ingesteld. Je kunt echter op elk gewenst moment een andere standaardprinter instellen.
De standaardprinter wijzigen
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Printers en scanners' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op het pop‑upmenu 'Standaardprinter' aan de rechterkant en kies een optie.
Als je altijd dezelfde printer als standaardprinter wilt gebruiken, kies je die printer. Ook als je op een andere printer afdrukt, blijft de ingestelde standaardprinter ongewijzigd.
Als je wilt dat de laatste printer waarop je hebt afgedrukt, altijd de standaardprinter wordt, kies je 'Laatstgebruikte printer'. Je Mac onthoudt de printer die je het laatst op je huidige netwerklocatie hebt gebruikt. De laatst gebruikte printer kan dus variëren, afhankelijk van je locatie (bijvoorbeeld thuis of op het werk).
Om snel een standaardprinter te selecteren, klik je, terwijl je de Control-toets ingedrukt houdt, op een printer in de lijst 'Printers' in de instellingen voor 'Printers en scanners' en kies je vervolgens 'Stel standaardprinter in' uit het contextuele menu.
Tip: Via Printercentrum (beschikbaar in de map 'Hulpprogramma's') kun je snel een standaardprinter selecteren. Ga naar Printercentrum, selecteer de printer in de navigatiekolom en kies 'Printer' > 'Maak standaard'. Zie Printers en afdruktaken beheren met Printercentrum.