BE1019453A3 - METHODS FOR MANUFACTURING PANELS. - Google Patents
METHODS FOR MANUFACTURING PANELS. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1019453A3 BE1019453A3 BE2010/0499A BE201000499A BE1019453A3 BE 1019453 A3 BE1019453 A3 BE 1019453A3 BE 2010/0499 A BE2010/0499 A BE 2010/0499A BE 201000499 A BE201000499 A BE 201000499A BE 1019453 A3 BE1019453 A3 BE 1019453A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- substrate
- plastic
- aforementioned
- material sheet
- layer
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B38/00—Ancillary operations in connection with laminating processes
- B32B38/06—Embossing
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B44—DECORATIVE ARTS
- B44C—PRODUCING DECORATIVE EFFECTS; MOSAICS; TARSIA WORK; PAPERHANGING
- B44C5/00—Processes for producing special ornamental bodies
- B44C5/04—Ornamental plaques, e.g. decorative panels, decorative veneers
- B44C5/0469—Ornamental plaques, e.g. decorative panels, decorative veneers comprising a decorative sheet and a core formed by one or more resin impregnated sheets of paper
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B2317/00—Animal or vegetable based
- B32B2317/12—Paper, e.g. cardboard
- B32B2317/125—Paper, e.g. cardboard impregnated with thermosetting resin
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B32—LAYERED PRODUCTS
- B32B—LAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
- B32B38/00—Ancillary operations in connection with laminating processes
- B32B38/10—Removing layers, or parts of layers, mechanically or chemically
- B32B38/105—Removing layers, or parts of layers, mechanically or chemically on edges
Landscapes
- Laminated Bodies (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het vervaardigen van panelen met minstens een substraat (2) en een erop aangebrachte toplaag (3) op basis van kunststof (13), waarbij voornoemde werkwijze minstens volgende stappen omvat: een eerste stap waarin minstens één materiaalvel (12) van kunststof (13) wordt voorzien; een tweede stap (S2) waarin een stapel (11) wordt samengesteld met minstens het voornoemde substraat (2) en het voornoemde materiaalvel (12); een derde stap (S3) waarin voornoemde stapel (11) wordt verperst; daardoor gekenmerkt dat voorafgaandelijk aan voornoemde derde stap (S3) een substantie (32) aan het oppervlak van het voornoemde substraat (2) wordt aangebracht, waarbij deze substantie (32) water en/of harder bevat.Method for manufacturing panels with at least one substrate (2) and a top layer (3) based on plastic (13) applied thereto, said method comprising at least the following steps: a first step in which at least one material sheet (12) of plastic ( 13) is provided; a second step (S2) in which a stack (11) is assembled with at least said substrate (2) and said material sheet (12); a third step (S3) in which said stack (11) is compressed; characterized in that prior to said third step (S3) a substance (32) is applied to the surface of said substrate (2), said substance (32) containing water and / or hardener.
Description
Werkwijzen voor het vervaardigen van panelen.Methods for manufacturing panels.
Deze uitvinding heeft betrekking op werkwijzen voor het vervaardigen van panelen, alsmede op panelen die aan de hand van dergelijke werkwijzen zijn bekomen.This invention relates to methods for manufacturing panels, as well as to panels obtained by such methods.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen een gelamineerde structuur vertonen met minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag op basis van kunststof.More specifically, the invention relates to a method for manufacturing panels, wherein these panels have a laminated structure with at least one substrate and a plastic-based top layer applied thereto.
Dergelijke panelen zijn op zich bekend, bijvoorbeeld uit de octrooidocumenten DE 33 34 921 A1, WO 03/095202, WO 2006/066776 en WO 2009/124704. Uit voornoemde octrooidocumenten zijn verschillende methoden gekend om het oppervlak van het paneel met een relatief diepe structuur te voorzien.Such panels are known per se, for example from patent documents DE 33 34 921 A1, WO 03/095202, WO 2006/066776 and WO 2009/124704. Various methods are known from the aforementioned patent documents to provide the surface of the panel with a relatively deep structure.
Uit het WO 2006/066776 zijn technieken bekend die toelaten aan de hand van een persinrichting een structuur in het oppervlak van laminaatpanelen te verwezenlijken die zich uitstrekt tot in het houtgebaseerde substraat, bijvoorbeeld tot in een MDF of HDF substraat. In het bijzonder gaat het hierbij om zogenaamde DPL (Direct Pressure Laminate) panelen, waarbij de laminaatlaag geconsolideerd wordt op hetzelfde moment als deze laminaatlaag aan het substraat wordt bevestigd. Dit alles gebeurt aan de hand van voornoemde persinrichting en onder verhoogde temperatuur. De techniek voor het structureren die hieruit bekend is, vereist een goed gecontroleerd productieproces en relatief hoge persdrukken. Een minder goed gecontroleerd proces kan leiden tot het ontstaan van laminaatoppervlakken die melkachtige vlekken vertonen, zogenaamde poreuze plekken.From WO 2006/066776, techniques are known that make it possible to realize, by means of a pressing device, a structure in the surface of laminate panels which extends into the wood-based substrate, for example into an MDF or HDF substrate. This particularly concerns so-called DPL (Direct Pressure Laminate) panels, in which the laminate layer is consolidated at the same time as this laminate layer is attached to the substrate. All this is done on the basis of the aforementioned pressing device and under elevated temperature. The structuring technique known from this requires a well-controlled production process and relatively high pressing pressures. A less well-controlled process can lead to the creation of laminate surfaces that show milky stains, so-called porous spots.
Uit het DE 33 34 921 A1 is het bekend een dikke laag uit vloeibare kleefstof op het substraat aan te brengen, waarop een laminaatplaat wordt gehecht. Het betreft hierbij dus een zogenaamd HPL productieproces (High Pressure Laminate), waarbij eerst een laminaatplaat wordt samengesteld uit meerdere van hars voorziene papierbanen en waarbij naderhand deze laminaatplaat met een substraat wordt verkleefd. De laminaatplaat kan door de aanwezigheid van de kleeflaag bij het verkleven zodanig worden vervormd dat zij in de diepst ingedrukte gebieden het onderliggende substraat raakt. Eventueel kan de kleefstof hierbij vulmateriaal bevatten zoals houtmeel. De vulmaterialen laten toe dikkere lagen, uit dergelijke vloeibare kleefstof te vormen. Dergelijke dikkere lagen laten toe relatief diepe structuren te verwezenlijken bij gebruikelijke persdrukken. Het op vloeibare wijze aanbrengen van kleefstof kan echter leiden tot vroege vervuiling van de hierbij aangewende machines en het verhandelen van met vloeibare kleefstof voorziene substraten is omslachtig.It is known from DE 33 34 921 A1 to apply a thick layer of liquid adhesive to the substrate to which a laminate plate is adhered. This therefore concerns a so-called HPL production process (High Pressure Laminate), in which first a laminate plate is assembled from a plurality of resin-coated paper webs and in which this laminate plate is subsequently glued with a substrate. Due to the presence of the adhesive layer during the bonding process, the laminate plate can be deformed such that it touches the underlying substrate in the deepest pressed areas. The adhesive may optionally contain filler material such as wood flour. The filler materials allow thicker layers to be formed from such liquid adhesive. Such thicker layers make it possible to realize relatively deep structures with conventional pressing presses. The liquid application of adhesive can, however, lead to early contamination of the machines used herein and the trading of substrates provided with liquid adhesive is cumbersome.
Uit het WO 03/095202 is een gelijkaardige techniek als in het DE 33 34 921 bekend, doch voor een DPL productieproces (Direct Pressure Laminate), in WO 03/095202 wordt een harshoudende tussenlaag toegepast tussen een decorpapier en het substraat. De harshoudende tussenlaag kan vrij zijn van vulmiddelen, doch kan even goed een papiervel of ander materiaalvel omvatten. Het hars van de tussenlaag wordt op vloeibare wijze aangebracht, en de techniek vertoont dus gelijkaardige nadelen als het DE 33 34 921.From WO 03/095202 a similar technique as in DE 33 34 921 is known, but for a DPL production process (Direct Pressure Laminate), in WO 03/095202 a resinous intermediate layer is used between a decorative paper and the substrate. The resinous intermediate layer may be free of fillers, but may equally well comprise a paper sheet or other material sheet. The resin of the intermediate layer is applied in a liquid manner, and the technique thus has similar drawbacks as DE 33 34 921.
Uit het WO 2009/124704 is een DPL productieproces bekend, waarbij een onderlaag wordt gevormd tussen het decorpapier en het substraat. De onderlaag wordt droog aangebracht op het substraat en omvat poedervormig hars, en houtvezel als vulmateriaal, waarbij volgens de aldaar weergegeven voorbeelden 70 tot 85 gewichtspercent van het vulmateriaal wordt toegepast. De dikte van de onderlaag kan tot 1 millimeter of meer bedragen. Het gebruik van een overmaat aan absorberend vulmateriaal, zoals houtvezel, kan tot problemen leiden. Tijdens het verpersen van het substraat, de onderlaag en het decorpapier kunnen de houtvezels namelijk vocht opnemen en zwellen. De gezwollen houtvezels kunnen aanleiding geven tot ongewenste effecten aan het oppervlak van het laminaatpaneel.A DPL production process is known from WO 2009/124704, in which a substrate is formed between the decorative paper and the substrate. The bottom layer is applied dry to the substrate and comprises powdered resin, and wood fiber as filler material, with 70 to 85 weight percent of the filler material being used according to the examples shown there. The thickness of the bottom layer can be up to 1 millimeter or more. The use of an excess of absorbent filler material, such as wood fiber, can lead to problems. During the pressing of the substrate, the bottom layer and the decorative paper, the wood fibers can absorb moisture and swell. The swollen wood fibers can give rise to undesirable effects on the surface of the laminate panel.
Uit het EP 1 420 127 is een proces voor het vervaardigen van panelen bekend, waarbij wordt uitgegaan van een gestructureerd MDF of HDF substraat, en waarbij één of meerdere afdeklagen op deze gestructureerde plaat worden verlijmd. Het voorzien van structuur in het substraat voorafgaandelijk aan het verlijmen is beperkt tot eerder grove structuren. Het is niet gekend hoe dergelijk proces zou kunnen worden toegepast voor het vervaardigen van panelen met een toplaag op basis van kunststof en/of van bijvoorbeeld DPL panelen.From EP 1 420 127 a process for manufacturing panels is known, wherein a structured MDF or HDF substrate is used, and wherein one or more cover layers are glued to this structured plate. Providing structure in the substrate prior to gluing is limited to rather coarse structures. It is not known how such a process could be used for the manufacture of panels with a top layer based on plastic and / or, for example, DPL panels.
De huidige uitvinding beoogt, volgens haar eerste aspect, een alternatieve werkwijze voor het vervaardigen van panelen met een gelamineerde structuur en biedt, volgens verschillende uitvoeringsvormen ervan, voordelen ten opzichte van de stand van de techniek. Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen een gelamineerde structuur vertonen met minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag op basis van kunststof, waarbij voornoemde werkwijze minstens volgende stappen omvat: - een eerste stap waarin minstens één decoratief materiaalvel van kunststof wordt voorzien, waarbij dit decoratief materiaalvel een inkleuring en/of een gedrukt patroon vertoont; - een tweede stap waarin een stapel wordt samengesteld met minstens het voornoemde substraat en het voornoemde met hars of kunststof voorziene materiaalvel; - een derde stap waarin voornoemde stapel wordt verperst en waarbij met behulp van de hierbij aangewende persbewerking het voomoemde van hars voorziene materiaalvel met het voornoemde substraat wordt verbonden, ter vorming van minstens een gedeelte van voornoemde toplaag; met als kenmerk dat voornoemde stapel tussen het voornoemde substraat en het voornoemde van hars voorziene decoratieve materiaalvel minstens nog een laag vertoont die minstens 50 gewichtspercent poedervormige kunststof omvat. Beter nog omvat voornoemde laag minstens 75 of zelfs minstens 85 gewichtspercent poedervormige kunststof, waarbij zowel waardes van meer dan 90 of 95 gewichtspercent, als een laag die volledig uit poedervormige kunststof bestaat niet zijn uitgesloten.According to its first aspect, the present invention contemplates an alternative method for manufacturing panels with a laminated structure and, according to various embodiments thereof, offers advantages over the prior art. To this end, the invention relates to a method for manufacturing panels, wherein these panels have a laminated structure with at least one substrate and an applied top layer based on plastic, said method comprising at least the following steps: - a first step in which at least one decorative material sheet is provided with plastic, wherein this decorative material sheet has a coloring and / or a printed pattern; - a second step in which a stack is assembled with at least the aforementioned substrate and the aforementioned resin or plastic material sheet; - a third step in which said stack is compressed and in which the aforementioned resin-coated material sheet is connected to said substrate with the aid of the pressing process employed herein, to form at least a portion of said top layer; characterized in that said stack has at least one further layer between said substrate and said resin-coated decorative material sheet comprising at least 50% by weight of powdered plastic. Even better, said layer comprises at least 75 or even at least 85% by weight of powdered plastic, wherein values of more than 90 or 95% by weight and a layer consisting entirely of powdered plastic are not excluded.
Het is duidelijk dat tijdens de persbewerking van voornoemde derde stap het poedervormige kunststofmateriaal kan smelten en in het uiteindelijke paneel niet langer in poedervorm aanwezig hoeft te zijn. Het is ook mogelijk dat het poedervormige kunststofmateriaal tijdens de persbewerking van voornoemde derde stap schuimt, of anderzijds expandeert. Hiervoor kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van poedervormig materiaal dat opschuimbare kunststof, zoals polystyrol of polystyreen, omvat.It is clear that during the pressing operation of said third step the powdered plastic material can melt and no longer need to be present in powder form in the final panel. It is also possible for the powdered plastic material to foam or, on the other hand, expand during the pressing operation of said third step. For this purpose use can for instance be made of powdered material which comprises foamable plastic, such as polystyrene or polystyrene.
Tot op heden werd gedacht dat een onderlaag uit poedervormige kunststof steeds moest worden voorzien met een overmaat aan vulmateriaal. De uitvinder heeft echter vastgesteld dat dit niet noodzakelijk is. Bovendien worden door het voorzien van minstens 50 gewichtspercent en bij voorkeur een overmaat aan poedervormige kunststof bijkomende voordelen bereikt.Until now it was thought that an underlay of powdered plastic always had to be provided with an excess of filler material. However, the inventor has determined that this is not necessary. Moreover, by providing at least 50% by weight and preferably an excess of powdered plastic, additional advantages are achieved.
Door het feit dat minstens de helft van de voornoemde laag uit poedervormige kunststof bestaat, kunnen eventuele negatieve effecten tengevolge van de aanwezigheid van vulmaterialen worden geminimaliseerd. Bovendien leidt het aanwenden van poedervormige kunststof tot minder vervuiling en tot een minder omslachtige techniek dan wanneer kunststof op vloeibare wijze wordt aangebracht. Dit sluit echter niet uit dat de uitvinding ook betrekking heeft op een werkwijze waarbij het voornoemde poedervormige kunststof nog wordt bevochtigd, bijvoorbeeld door middel van water en eventueel additieven. Dergelijke bevochtiging kan een overmatige productie van stof in de werkomgeving tegengaan en/of kan leiden tot een vlottere persbewerking tijdens voornoemde derde stap. Voornoemde additieven kunnen één of meer van volgende werkingen vertonen: bevochtigende werking of katalysatorwerking voor het harden of schuimen van voornoemde kunststof.Due to the fact that at least half of the aforementioned layer consists of powdered plastic, any negative effects due to the presence of filler materials can be minimized. Moreover, the use of powdered plastic leads to less contamination and to a less complicated technique than when plastic is applied in a liquid manner. However, this does not exclude that the invention also relates to a method in which the aforementioned powdered plastic is still moistened, for example by means of water and optionally additives. Such wetting may prevent excessive production of dust in the working environment and / or may lead to a smoother pressing operation during said third step. Said additives may exhibit one or more of the following actions: wetting action or catalyst action for curing or foaming of said plastic.
Bij voorkeur is voornoemde laag hoofdzakelijk vrij van cellulosehoudende vezels en/of andere absorberende vezels. In het algemeen wordt best absorberend vulmateriaal vermeden. Het is duidelijk dat op deze manier een uitvoering wordt verkregen die ongewenste zweleffecten uit kan sluiten. Bij voorkeur is voornoemde laag op zich vrij van papiervellen of andere materiaalvellen.Preferably, said layer is substantially free of cellulosic fibers and / or other absorbent fibers. In general, best absorbent filler material is avoided. It is clear that in this way an embodiment is obtained which can exclude undesired swelling effects. Preferably, said layer per se is free of paper sheets or other material sheets.
Bij voorkeur wordt bij voornoemde derde stap een oppervlaktestructuur gerealiseerd aan het oppervlak van de panelen, waarbij deze oppervlaktestructuur zich minstens manifesteert tot in de voornoemde laag die voornoemde poedervormige kunststof bevat. In deze gevallen is de aanwezigheid van de laag van de uitvinding uitermate interessant. Bij voorkeur blijft het voornoemde substraat vrij van plaatselijke vervorming. Een sterk uitgesproken oppervlaktestructuur kan volgens deze uitvoeringsvormen op een gecontroleerde manier en aan gebruikelijke persdrukken worden bekomen. Bij voorkeur is de aangewende persdruk hierbij minder dan 60 bar (6 MPa), of zelfs minder dan 40 bar (4 MPa). De aangewende perstemperatuur is bij voorkeur groter dan 100°C en kan oplopen tot 200°C. De benodigde perstemperatuur kan worden beïnvloed door het toepassen van boven nog vermelde hardingskatalysatoren of harders. Aan de hand van bovenstaande persparameters kan een perstijd gelegen tussen 12 en 32 seconden volstaan, bij voorkeur kan gewerkt worden met een perstijd gelegen tussen 17 en 25 seconden.Preferably, in the aforementioned third step, a surface structure is realized on the surface of the panels, this surface structure manifesting itself at least into the aforementioned layer containing said powdered plastic. In these cases, the presence of the layer of the invention is extremely interesting. Preferably, the aforementioned substrate remains free of local deformation. According to these embodiments, a highly pronounced surface structure can be obtained in a controlled manner and at conventional press pressures. The applied pressing pressure is herein preferably less than 60 bar (6 MPa), or even less than 40 bar (4 MPa). The applied pressing temperature is preferably greater than 100 ° C and can go up to 200 ° C. The required pressing temperature can be influenced by the application of curing catalysts or hardeners mentioned above. On the basis of the above pressing parameters, a pressing time between 12 and 32 seconds may suffice, it is preferable to work with a pressing time between 17 and 25 seconds.
Voor het verwezenlijken van voornoemde laag die poedervormige kunststof bevat, kunnen op zich verschillende technieken worden toegepast.Various techniques can be applied per se for realizing the aforementioned layer containing powdered plastic.
Volgens een eerste mogelijke techniek wordt het voornoemde poedervormige kunststof minstens gedeeltelijk in een ateonderlijke stap rechtstreeks op het substraat aangebracht. Hiermede wordt bedoeld dat de betreffende laag op het substraat wordt samengesteld, en dus niet eerst op bijvoorbeeld een dragervel wordt aangehecht, alvorens zulk dragervel op het substraat wordt aangebracht. Volgens deze eerste mogelijke techniek worden bij voorkeur één of meer strooiapparaten toegepast. Strooiapparaten geschikt voor dergelijke toepassing zijn bijvoorbeeld op zich bekend uit het GB 1,035,256. Eventueel kan volgens deze eerste techniek wel reeds een laagvormige bekleding op het substraat zijn aangebracht vooraleer het betreffende gedeelte van de onderlaag erop wordt gevormd.According to a first possible technique, the aforementioned powdered plastic is applied directly to the substrate at least partially in an appropriate step. This means that the relevant layer is assembled on the substrate, and is therefore not first adhered to, for example, a carrier sheet, before such carrier sheet is applied to the substrate. According to this first possible technique, one or more spreading devices are preferably used. Spreading machines suitable for such an application are known per se from GB 1,035,256. According to this first technique, a layer-shaped coating may possibly already have been applied to the substrate before the relevant part of the bottom layer is formed on it.
Volgens een tweede mogelijke techniek wordt het voornoemde poedervormige kunststofmateriaal minstens gedeeltelijk aan de onderzijde van het reeds met hars voorziene decoratieve materiaalvel aangebracht. Volgens deze tweede mogelijke techniek wordt de betreffende laag dan op het substraat aangebracht samen met het voornoemde materiaalvel. Nog volgens deze tweede mogelijke techniek wordt het poedervormig materiaal bij voorkeur aangebracht in een impregnatielijn, meer speciaal in dezelfde impregnatielijn die het betreffende materiaalvel tijdens voornoemde eerste stap van kunststof voorziet. Hiertoe kunnen eventueel één of meer strooiapparaten in de impregnatielijn worden opgenomen, bijvoorbeeld strooiapparaten zoals op zich bekend uit het hoger vermeld GB 1,035,256. Volgens een andere mogelijkheid kan het poedervormig materiaal, eventueel in een waterige harssuspensie, worden opgespoten of opgestraald. Het is duidelijk dat in dergelijk geval voor een poedervormige kunststof wordt gekozen die niet oplost in voornoemde suspensie. Bij voorkeur wordt het poedervormig materiaal minstens gedeeltelijk aangebracht op het materiaalvel, terwijl dit nog vochtig is van een voorafgaandelijke harsapplicatie. Bij voorkeur wordt tussen deze voorafgaandelijke harsapplicatie en het aanbrengen van het poedervormig materiaal niet of nauwelijks gedroogd, zodanig dat bij het aanbrengen van het poedervormig materiaal het betreffende materiaalvel nog minstens 20 gewichtspercent vocht omvat. Uiteraard wordt bij voorkeur minstens bij het einde van voornoemde stap een drogingsoperatie uitgevoerd waarbij het vochtgehalte van het materiaalvel beneden de 10 gewichtspercent wordt gebracht, bij voorkeur zelfs onder de 7 gewichtspercent. Voor het aanbrengen van een voldoende dikke laag poedervormig kunststofmateriaal kan het noodzakelijk zijn met meerdere behandelingen te werken, waarbij iedere behandeling minstens een harsapplicatie en een daaropvolgende poederapplicatie omvat. Bij voorkeur wordt minstens tussen twee of tussen alle dergelijke behandelingen een tussenliggende droogoperatie uitgevoerd, bijvoorbeeld aan de hand van een warmeluchtoven en/of infraroodlampen. Het is duidelijk dat het materiaalvel tijdens de impregnatie en de poederapplicatie bij voorkeur deel uitmaken van een langere papierbaan, die na het einde van voornoemde tweede stap in materiaalvellen wordt opgedeeld.According to a second possible technique, the aforementioned powdered plastic material is applied at least partially on the underside of the decorative material sheet already provided with resin. According to this second possible technique, the relevant layer is then applied to the substrate together with the aforementioned material sheet. Still according to this second possible technique, the powdered material is preferably applied in an impregnation line, more particularly in the same impregnation line that provides the relevant material sheet with plastic during said first step. To this end, one or more spreading devices can optionally be included in the impregnation line, for example spreading devices as per se known from GB 1,035,256 mentioned above. Alternatively, the powdered material, optionally in an aqueous resin suspension, may be sprayed on or blasted. It is clear that in such a case a powdered plastic is chosen that does not dissolve in the aforementioned suspension. Preferably, the powdered material is at least partially applied to the material sheet while it is still damp from a prior resin application. Preferably, there is little or no drying between this prior resin application and the application of the powdered material, such that when applying the powdered material, the material sheet in question still comprises at least 20% moisture by weight. Of course, a drying operation is preferably carried out at least at the end of said step, wherein the moisture content of the material sheet is brought below 10% by weight, preferably even below 7% by weight. For applying a sufficiently thick layer of powdered plastic material, it may be necessary to work with several treatments, each treatment comprising at least one resin application and a subsequent powder application. An intermediate drying operation is preferably carried out at least between two or between all such treatments, for example on the basis of a hot air oven and / or infrared lamps. It is clear that during the impregnation and the powder application, the material sheet preferably forms part of a longer paper web, which is divided into material sheets after the end of said second step.
Volgens een derde mogelijke techniek wordt het voornoemde poedervormige kunststofmateriaal minstens gedeeltelijk aan een materiaalvel aangebracht, waarbij dit materiaalvel in voornoemde stapel onder het voornoemde decoratieve materiaalvel wordt aangebracht. Voor het aanmaken van dit materiaalvel kunnen dezelfde technieken worden aangewend zoals beschreven aan de hand van voornoemde tweede mogelijke techniek, echter nu hoeft de poederapplicatie zich niet te beperken tot de onderzijde van het betreffende materiaalvel. Het is ook mogelijk enkel de bovenzijde van dergelijke poedervormig materiaal te voorzien, of beide zijden van dit materiaal te voorzien.According to a third possible technique, the aforementioned powdered plastic material is applied at least partially to a material sheet, said material sheet being arranged in said stack underneath said decorative material sheet. The same techniques can be used to make this material sheet as described with reference to the aforementioned second possible technique, but now the powder application need not be limited to the underside of the material sheet in question. It is also possible to provide only the top side with such powdered material, or to provide both sides with this material.
Er wordt opgemerkt dat volgens een afwijkende variante van het voornoemde eerste aspect het decoratieve materiaalvel, dat voorzien is van de bedrukking en/of inkleuring, ook vrij van kunststof kan zijn wanneer het in de voornoemde stapel wordt opgenomen, en dat dus de aldaar genoemde eerste stap niet wordt uitgevoerd. In dergelijk geval kan de kunststof van de voornoemde laag en/of de kunststof van een eventueel boven het decorpapier aangebrachte kunststoflaag alsnog het decoratieve materiaalvel binnendringen tijdens de persbewerking van voornoemde derde stap.It is noted that according to a different variant of the aforementioned first aspect, the decorative material sheet, which is provided with the printing and / or coloring, can also be free of plastic when it is included in the aforementioned stack, and thus the first mentioned there step is not being executed. In such a case, the plastic of the aforementioned layer and / or the plastic of a plastic layer possibly applied above the decorative paper can still penetrate the decorative material sheet during the pressing operation of said third step.
Verder wordt opgemerkt dat voornoemde tweede of derde mogelijke techniek ook interessant kan zijn in afwijkende uitvoeringen, waarbij minder dan 50 gewichtspercent kunststof wordt toegepast, en eventueel tot 85 gewichtspercent absorberend vulmateriaal, zoals houtvezels worden toegepast. Dergelijke afwijkende werkwijze volgens de tweede mogelijke techniek kan gedefinieerd worden als een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen een gelamineerde structuur vertonen met minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag op basis van kunststof, waarbij voornoemde toplaag minstens een decoratief materiaalvel, dat een bedrukking en/of een inkleuring vertoont, en een onderlaag omvat, waarbij voornoemde onderlaag zich tussen het substraat en het voornoemde materiaalvel bevindt en waarbij voornoemde onderlaag bindmiddel en vulmateriaal, zoals houtvezels, omvat, waarbij de werkwijze minstens de stappen bevat van: - het mixen van partikels die vulmateriaal en bindmiddel omvatten; - het vormen van voornoemde onderlaag; - het samenstellen van een stapel die minstens het substraat, de onderlaag en het decoratief materiaalvel bevat - het verpersen van voornoemde stapel waarbij met behulp van de hierbij aangewende persbewerking het voornoemde decoratief materiaalvel met het voornoemde substraat wordt verbonden, ter vorming van minstens een gedeelte van voornoemde toplaag, met als kenmerk dat voorafgaandelijk aan het samenstellen van voornoemde stapel, minstens een gedeelte van voornoemde onderlaag aan de onderzijde van het voornoemde decoratieve materiaalvel wordt aangebracht. De huidige afwijkende variante en voornoemde tweede mogelijke techniek van het eerste aspect hebben het voordeel dat extra bewerkingen en behandelingen van het substraat kunnen worden uitgesloten, zodanig dat een vlotter proces wordt bereikt. Bij voorkeur wordt ook hier gewerkt met poedervormige kunststof. Bij voorkeur wordt het materiaal van de onderlaag aangebracht op een decoratief materiaalvel dat reeds op zich van hars is voorzien. Bij voorkeur is het decoratief materiaalvel op het moment van het aanbrengen van het betreffende gedeelte van de onderlaag nog nat van een reeds op dit materiaalvel aangebrachte hoeveelheid kunststof. Het is duidelijk dat deze afwijkende variante verder ook de kenmerken van de voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het eerste aspect kan vertonen, in zoverre deze niet tegenstrijdig zijn.It is further noted that the aforementioned second or third possible technique can also be interesting in deviating embodiments, wherein less than 50% by weight of plastic is used, and optionally up to 85% by weight of absorbent filler material, such as wood fibers, are used. Such a deviating method according to the second possible technique can be defined as a method for manufacturing panels, wherein these panels have a laminated structure with at least one substrate and a top layer based on plastic applied thereto, said top layer having at least one decorative material sheet, which has a printing and / or coloring, and comprises a bottom layer, wherein said bottom layer is located between the substrate and said material sheet and wherein said bottom layer comprises binder and filler material, such as wood fibers, the method comprising at least the steps of: mixing particles comprising filler material and binder; - forming said lower layer; - assembling a stack comprising at least the substrate, the bottom layer and the decorative material sheet - pressing said stack, whereby the said decorative material sheet is connected to the aforementioned substrate with the aid of the pressing process used here, to form at least a part of said top layer, characterized in that prior to assembling said stack, at least a portion of said bottom layer is applied to the underside of said decorative material sheet. The presently different variant and aforementioned second possible technique from the first aspect have the advantage that additional treatments and treatments of the substrate can be excluded, such that a smoother process is achieved. Preferably also here is worked with powdered plastic. The material of the bottom layer is preferably applied to a decorative material sheet which is already provided with resin per se. Preferably, the decorative material sheet is still wet at the time of applying the relevant part of the bottom layer of an amount of plastic already applied to this material sheet. It is clear that this deviating variant can furthermore exhibit the characteristics of the preferred embodiments of the first aspect, insofar as they are not contradictory.
Het is duidelijk dat de persbewerking zoals vernoemd in de afwijkende variante, dezelfde persbewerking betreft, of een gelijkaardige persbewerking als deze van het eerste aspect.It is clear that the pressing operation as mentioned in the deviating variant relates to the same pressing operation, or a similar pressing operation to that of the first aspect.
Volgens het eerste aspect of de afwijkende varianten ervan omvat voornoemde poedervormige kunststof bij voorkeur gevriesdroogde kunststof. Het is uiteraard mogelijk dat dergelijk poedervormig kunststof naast de eigenlijke kunststof, bijvoorbeeld de eigenlijke melaminehoudende kunststof, verder nog additieven bevat zoals harder, bevochtiger, of dergelijke, al dan niet in afzonderlijke poederpartikels.According to the first aspect or its deviating variants, said powdered plastic preferably comprises freeze-dried plastic. It is of course possible that such a powdered plastic, in addition to the actual plastic, for example the actual melamine-containing plastic, furthermore contains additives such as hardener, humidifier, or the like, whether or not in separate powder particles.
Volgens het eerste aspect of de afwijkende varianten ervan is het mogelijk dat voornoemde poedervormige kunststof zich in een laagvormig recipiënt bevindt, waarbij de wanden van het recipiënt doorlaatbaar zijn voor voornoemde kunststof, wanneer deze zich in de vloeibare toestand bevindt. Het recipiënt kan bijvoorbeeld poreuze wanden bevatten, bijvoorbeeld doordat het papierwanden omvat. Met behulp van dergelijk poreus recipiënt, kan overmatige stofproductie tijdens het aanbrengen van de poedervormige kunststof en het verwerken van de substraten waarop dergelijke kunststof is aangebracht, worden geminimaliseerd. Dergelijke uitvoeringsvorm is voornamelijk interessant wanneer uitgegaan wordt van voornoemde eerste mogelijke techniek voor het aanbrengen van de kunststof.According to the first aspect or its deviating variants, it is possible that the aforementioned powdered plastic is located in a layer-shaped container, the walls of the container being permeable to said plastic when it is in the liquid state. The container can for instance contain porous walls, for example in that it comprises paper walls. With the aid of such a porous container, excessive dust production during the application of the powdered plastic and the processing of the substrates on which such plastic is applied can be minimized. Such an embodiment is of particular interest when the above-mentioned first possible technique for applying the plastic is used.
Bij voorkeur betreft voornoemde kunststof een kunststof die door middel van polycondensatie uithardt. Bij voorkeur betreft het een zogenaamde thermohardende kunststof. Bij voorkeur omvat voornoemde poedervormige kunststof melamine houdende kunststof, zoals melamineformaldehydehars. Volgens een variante kan met ureum houdende kunststof, zoals ureumformaldehydehars, worden gewerkt. Ureumformaldehydehars is economischer dan melamineformaldehydehars. Volgens nog een variante met een poedervormige kunststof worden gewerkt die lignosulfonaat bevat. Lignosulfonaat kan zeer economisch worden aangekocht, vermits het als afvalproduct van de papierindustrie kan worden verkregen. Met lignosulfonaat kan op heden geen kleurloze laag worden gevormd. In het kader van de huidige uitvinding is dit echter niet noodzakelijk. Bij voorkeur is het materiaalvel, dat de inkleuring en/of de bedrukking vertoont, voorzien van melamine houdende kunststof.Preferably said plastic is a plastic that hardens by polycondensation. Preferably it is a so-called thermosetting plastic. Preferably, said powdered plastic comprises melamine-containing plastic, such as melamine formaldehyde resin. According to a variant, it is possible to work with urea-containing plastic, such as urea-formaldehyde resin. Urea formaldehyde resin is more economical than melamine formaldehyde resin. According to another variant, a powdered plastic is used which contains lignosulphonate. Lignosulphonate can be purchased very economically, since it can be obtained as a waste product from the paper industry. At present, no colorless layer can be formed with lignosulphonate. However, this is not necessary in the context of the present invention. The material sheet, which shows the coloring and / or the printing, is preferably provided with melamine-containing plastic.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm omvat de voornoemde laag opschuimbare poedervormige kunststof. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld expandeerbare polystyreengranules worden aangewend. Het kan bijvoorbeeld gaan om polystyreen partikels die in niet geëxpandeerde staat ongeveer een gemiddelde diameter vertonen tussen 8 en 14 micrometer, en die in geëxpandeerde staat ongeveer een gemiddelde diameter vertonen tussen 35 en 60 micrometer. Een voorbeeld van dergelijke partikels zijn de microsferische partikels die door Akzo Nobel op de markt gebracht worden onder de merknaam Expancel®.According to a possible embodiment, the aforementioned layer comprises foamable powdered plastic. Expandable polystyrene granules can be used for this purpose. These may, for example, be polystyrene particles which, in the non-expanded state, have an average diameter of between 8 and 14 microns, and which in the expanded state have an average diameter of between 35 and 60 microns. An example of such particles are the microspherical particles that are marketed by Akzo Nobel under the brand name Expancel®.
Het is mogelijk dat de laag of onderlaag van de uitvinding vulmateriaal omvat. Voornoemde opschuimbare poedervormige kunststoffen kunnen binnen het kader van de uitvinding ook als vulmateriaal worden aangewend. Volgens een afwijkende variante van het voornoemde eerste aspect wordt gewerkt met eender welke hoeveelheid poedervormige kunststof, bijvoorbeeld 50 gewichtsprocent of minder, waarbij de betreffende hoeveelheid kunststof expandeerbare kunststofpartikels omvat die in het uiteindelijke vloerpaneel in geëxpandeerde vorm aanwezig zijn. Het gebruik van expandeerbare poedervormige kunststoffen in een onderlaag kan tot gunstige effecten leiden tijdens de persbewerking. De expanderende kunststofkorrels kunnen namelijk een tegendruk leveren en kunnen het vormen van diepere structuren aan de hand van gebruikelijke persdrukken haalbaar maken.It is possible that the layer or bottom layer of the invention comprises filler material. The aforementioned foamable powdered plastics can also be used as filler material within the scope of the invention. According to a deviating variant of the aforementioned first aspect, use is made of any amount of powdered plastic, for example 50% by weight or less, wherein the relevant amount of plastic comprises expandable plastic particles which are present in the final floor panel in expanded form. The use of expandable powdered plastics in a bottom layer can lead to beneficial effects during the pressing operation. This is because the expanding plastic granules can provide a counter-pressure and can make forming deeper structures attainable on the basis of conventional pressing pressures.
Bij voorkeur betreft het in dergelijk geval vulmateriaal dat minder vochtabsorberend is dan onbehandeld houtvezelmateriaal. Het kan bijvoorbeeld gaan om behandeld houtvezelmateriaal, bijvoorbeeld geacetyleerde houtvezels of geacetyleerde houtsnippers of houtstof. In de plaats van met houtvezels kan met ander plantaardig materiaal worden gewerkt, zoals met eucalyptusvezel. Andere voorbeelden van vulmaterialen die minder vochtabsorberend zijn dan onbehandelde houtvezel zijn kunststofvulmaterialen, al dan niet in geschuimde vorm, zoals polystyreen, polyurethaan en dergelijke, of mineralen, zoals zand of kalk.In such a case, preferably, the filling material is less moisture-absorbing than untreated wood fiber material. It may, for example, be treated wood fiber material, for example acetylated wood fibers or acetylated wood chips or wood dust. Instead of using wood fibers, other vegetable material can be used, such as eucalyptus fiber. Other examples of filler materials that are less moisture-absorbent than untreated wood fiber are plastic filler materials, whether or not in foamed form, such as polystyrene, polyurethane and the like, or minerals such as sand or lime.
Het eventuele vulmateriaal van voornoemde laag of onderlaag kan poedervormig vulmateriaal omvatten, bijvoorbeeld zoals houtstof of zand.The optional filler material of said layer or bottom layer may comprise powdered filler material, such as wood dust or sand.
Het substraat is bij voorkeur houtgebaseerd. Het kan bijvoorbeeld gaan om een MDF of HDF plaat (Medium of High Density Fiberboard). Bij voorkeur vertoont het substraat aan het oppervlak of net daaronder een densiteit van meer dan 800 kg/m3 of zelfs van meer dan 900 kg/m3. Bij deze substraten is het bijzonder interessant de laag of onderlaag van de uitvinding toe te passen, vermits anders in dergelijk geval zeer grote persdrukken nodig zijn voor het vormen van diepe structuren.The substrate is preferably wood-based. For example, it can be an MDF or HDF board (Medium or High Density Fiberboard). The substrate preferably has a density at the surface or just below it of more than 800 kg / m3 or even of more than 900 kg / m3. With these substrates it is of particular interest to use the layer or bottom layer of the invention, since otherwise very large pressing pressures are required in order to form deep structures.
Bij voorkeur wordt het voornoemde substraat voorafgaandelijk aan voornoemde derde stap voorzien van een opgeruwd oppervlak. Hiermede wordt bedoeld dat het betreffende substraat niet geschuurd is of dat dit substraat een laatste schuurstap heeft ondergaan met schuurpapier van korrelgrootte 100, 80 of minder. Het ruwe of opgeruwde oppervlak geeft aanleiding tot een betere hechting van de laminaatlaag op het substraat. Bovendien kunnen aan de hand van de ruwe structuur dikkere lagen of onderlagen op het substraat worden gehecht.Preferably, said substrate is provided with a roughened surface prior to said third step. This means that the substrate in question has not been sanded or that this substrate has undergone a final sanding step with sandpaper of grain size 100, 80 or less. The rough or roughened surface gives rise to a better adhesion of the laminate layer to the substrate. In addition, thicker layers or substrates can be adhered to the substrate based on the rough structure.
Volgens een tweede onafhankelijk aspect beoogt de uitvinding nog een werkwijze voor het vervaardigen van panelen met een gelamineerde structuur, waarbij deze werkwijze kan leiden tot een verminderde slijtage aan de hierbij aangewende gereedschappen en/of inrichtingen. Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen een gelamineerde structuur vertonen met minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag op basis van kunststof, waarbij voornoemde werkwijze minstens volgende stappen omvat: - een eerste stap waarin minstens één decoratief materiaalvel van kunststof wordt voorzien, waarbij dit decoratief materiaalvel een inkleuring en/of een gedrukt patroon vertoont; - een tweede stap waarin een stapel wordt samengesteld met minstens het voornoemde substraat en het voornoemde met hars of kunststof voorziene decoratief materiaalvel, waarbij zich aan het oppervlak van deze stapel een laag bevindt die harde partikels omvat; - een derde stap waarin voornoemde stapel wordt verperst en waarbij met behulp van de hierbij aangewende persbewerking het voornoemde van hars voorziene materiaalvel met het voornoemde substraat wordt verbonden, ter vorming van minstens een gedeelte van voornoemde toplaag; met als kenmerk dat in een afzonderlijke stap, voorafgaandelijk aan voornoemde derde stap een substantie aan het oppervlak van voornoemde stapel wordt aangebracht, waarbij deze substantie minstens kunststof bevat. Door het feit dat kunststof wordt opgebracht aan het oppervlak worden voornoemde harde partikels afgeschermd van de aangewende gereedschappen en/of inrichtingen, meer speciaal van de persinrichting of perselementen die bij voornoemde persbewerking worden aangewend.According to a second independent aspect, the invention further contemplates a method for manufacturing panels with a laminated structure, wherein this method can lead to a reduced wear on the tools and / or devices used herein. To this end, the invention relates to a method for manufacturing panels, wherein these panels have a laminated structure with at least one substrate and an applied top layer based on plastic, said method comprising at least the following steps: - a first step in which at least one decorative material sheet is provided with plastic, wherein this decorative material sheet has a coloring and / or a printed pattern; - a second step in which a stack is assembled with at least the aforementioned substrate and the aforementioned resin or plastic decorative material sheet, wherein a layer comprising hard particles is present on the surface of this stack; - a third step in which said stack is compressed and wherein by means of the pressing operation used herein the aforementioned resin-coated material sheet is connected to the aforementioned substrate, to form at least a part of said top layer; characterized in that in a separate step, prior to said third step, a substance is applied to the surface of said stack, said substance containing at least plastic. Due to the fact that plastic is applied to the surface, the aforementioned hard particles are shielded from the tools and / or devices used, more particularly from the pressing device or pressing elements which are used in said pressing operation.
Bij voorkeur wordt voornoemde kunststof op vloeibare wijze aangebracht, bijvoorbeeld door middel van een sproei-, spuit- of vernevelingstechniek. Bij voorkeur wordt in voornoemde afzonderlijke stap minder dan 10 gram per vierkante meter kunststof aangebracht, en beter nog minder dan 5 gram per vierkante meter. Doordat een dunne laag van voornoemde kunststof wordt aangebracht, wordt bereikt dat de gereedschappen en/of inrichtingen beschermd worden, terwijl de slijt- en/of kraswerende werking van voornoemde harde partikels aan het oppervlak van de uiteindelijke panelen bewaard kunnen blijven.Preferably said plastic is applied in a liquid manner, for example by means of a spraying, spraying or spraying technique. Preferably in the aforementioned individual step less than 10 grams per square meter of plastic is applied, and more preferably less than 5 grams per square meter. Because a thin layer of the aforementioned plastic is applied, it is achieved that the tools and / or devices are protected, while the wear and / or scratch-resistant effect of the aforementioned hard particles can be preserved on the surface of the final panels.
Als kunststof kunnen de in verband met het eerste aspect genoemde kunststoffen worden toegepast. Bij voorkeur wordt een melaminehoudende kunststof toegepast.The plastics mentioned in connection with the first aspect can be used as plastic. A melamine-containing plastic is preferably used.
De laag partikels die zich aan het oppervlak van de stapel bevindt, kan zich aan het oppervlak van het voornoemde decoratieve materiaalvel bevinden, of op zich door middel van een afzonderlijk materiaalvel, boven het voornoemde materiaalvel op de stapel zijn aangebracht. In dit laatste geval betreft het afzonderlijke materiaalvel bij voorkeur een alfacellulosepaper, dat na het uitvoeren van de persbewerking doorzichtig wordt.The layer of particles located on the surface of the stack can be located on the surface of the aforementioned decorative material sheet, or on itself by means of a separate material sheet on the stack above the aforementioned material sheet. In the latter case, the separate material sheet preferably relates to an alpha-cellulose paper, which becomes transparent after performing the pressing operation.
Volgens een derde onafhankelijk aspect beoogt de uitvinding nog een werkwijze voor het vervaardigen van panelen met een gelamineerde structuur, waarbij deze werkwijze kan worden aangewend voor het verwezenlijken van sterk uitgesproken gestructureerde laminaatoppervlakken zonder dat hiertoe noodzakelijkerwijs hoge persdrukken moeten worden aangewend. Bovendien beoogt de werkwijze het minimaliseren van het voorkomen van zogenaamde poreuze plekken in het uiteindelijke laminaatoppervlak. Verder beoogt de uitvinding volgens het derde aspect een kunststofbesparing te realiseren met behoud van de overige eigenschappen van het paneel. Het is duidelijk dat een kunststofbesparing ook interessant is wanneer met minder of niet gestructureerde laminaatoppervlakken wordt gewerkt.According to a third independent aspect, the invention further contemplates a method for manufacturing panels with a laminated structure, wherein this method can be used to realize highly pronounced structured laminate surfaces without necessarily having to use high pressing pressures for this. Moreover, the method aims at minimizing the occurrence of so-called porous spots in the final laminate surface. A further object of the invention according to the third aspect is to realize a plastic saving while retaining the other properties of the panel. It is clear that a plastic saving is also interesting when working with less or unstructured laminate surfaces.
Uit het EP 1 880 816 is het gekend een laminaatoppervlak om te vormen na het persen voor het realiseren van een afkanting aan de rand van de laminaatpanelen. Deze omvormbewerking vindt op een continue wijze, in doorloop, plaats. Hierbij wordt het betreffende paneel met zijn om te vormen rand langsheen het omvormwerktuig wordt bewogen. Om het omvormen te versnellen stelt het EP 1 880 816 voor de rand van het substraat te doteren met water of waterdamp en/of bevochtigingsmiddel (Engels: wetting agent). Het gebruik van deze doteringsmiddelen in doorloop kan leiden tot vroege vervuiling van de hierbij aangewende machines. Bovendien moet de hoeveelheid aan te wenden doteringsmiddel hoog zijn, wanneer een voldoende doorloopsnelheid bereikt moet worden. Dergelijke hoge hoeveelheden doteringsmiddelen kan leiden tot ongewenste effecten. Zo kan verwacht worden dat het naderhand uitdrogen van het doteringsmiddel, nadat de omvormbewerking heeft plaatsgevonden, de geometrie van de rand terug verstoort. Deze uitdroging leidt immers tot een krimping van de houtvezeldiameter.From EP 1 880 816 it is known to convert a laminate surface after pressing to realize a chamfer on the edge of the laminate panels. This forming operation takes place in a continuous manner, in the run-through. The relevant panel with its edge to be formed is hereby moved along the forming tool. To accelerate the forming, EP 1 880 816 proposes doping the edge of the substrate with water or water vapor and / or wetting agent. The use of these dopants in run-through can lead to early contamination of the machines used for this. In addition, the amount of dopant to be used must be high if a sufficient throughput speed is to be achieved. Such high amounts of dopants can lead to undesirable effects. For example, it can be expected that the dopant will dry out after the conversion operation has taken place, again disturbing the geometry of the edge. After all, this dehydration leads to a shrinkage of the wood fiber diameter.
Volgens het derde onafhankelijk aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen een gelamineerde structuur vertonen met minstens een substraat en een erop aangebrachte toplaag op basis van kunststof, waarbij voornoemde werkwijze minstens volgende stappen omvat: - een eerste stap waarin minstens één materiaalvel van kunststof wordt voorzien, waarbij dit materiaalvel een inkleuring en/of een gedrukt patroon vertoont; - een tweede stap waarin een stapel wordt samengesteld met minstens het voornoemde substraat en het voornoemde met hars of kunststof voorziene materiaalvel; - een derde stap waarin voornoemde stapel wordt verperst en waarbij met behulp van de hierbij aangewende persbewerking het voornoemde van hars voorziene materiaalvel met het voornoemde substraat wordt verbonden, ter vorming van minstens een gedeelte van voornoemde toplaag; met als kenmerk dat in een afzonderlijke stap, voorafgaandelijk aan voornoemde derde stap een substantie aan het oppervlak van het voornoemde substraat wordt aangebracht, waarbij deze substantie water en/of harder en/of bevochtigingsmiddel bevat. Het is duidelijk dat water, harder en bevochtigingsmiddel in gelijk welke combinatie in voornoemde substantie kunnen worden aangewend. Het is mogelijk slechts één of twee van deze middelen aan te wenden. Bij voorkeur wordt telkens minstens bevochtigingsmiddel in voornoemde substantie toegepast. Dit middel voorziet in een snelle indringing van bijvoorbeeld water en/of harder en/of het bevochtigingsmiddel zelf in het substraat. Het is duidelijk dat bij voorkeur gewerkt wordt met een poreus substraat, zoals met een houtvezelgebaseerde plaat, bijvoorbeeld met MDF of HDF.According to the third independent aspect, the invention relates to a method for manufacturing panels, wherein these panels have a laminated structure with at least one substrate and a top layer based on plastic applied thereto, said method comprising at least the following steps: - a first step in which at least one material sheet is provided with plastic, this material sheet showing a coloring and / or a printed pattern; - a second step in which a stack is assembled with at least the aforementioned substrate and the aforementioned resin or plastic material sheet; - a third step in which said stack is compressed and wherein by means of the pressing operation used herein the aforementioned resin-coated material sheet is connected to the aforementioned substrate, to form at least a part of said top layer; characterized in that a substance is applied to the surface of said substrate in a separate step prior to said third step, said substance containing water and / or hardener and / or wetting agent. It is clear that water, hardener and wetting agent can be used in any combination in the aforementioned substance. It is possible to use only one or two of these resources. Preferably at least wetting agent is used in each of the aforementioned substances. This agent provides for rapid penetration of, for example, water and / or harder and / or the wetting agent itself into the substrate. It is clear that preferably a porous substrate is used, such as with a wood fiber-based plate, for example with MDF or HDF.
Bij voorkeur wordt gewerkt met een substantie die hoofdzakelijk vrij is van voornoemde kunststof.Preferably, a substance is used that is substantially free of the aforementioned plastic.
Bij voorkeur wordt voor voornoemde kunststof gewerkt met een polycondensatielijm, zoals melamine bevattend hars. Bij voorkeur wordt gewerkt met melamineformaldehyde (MF), ureumformaldehyde (UF) of melamineureumformaldehyde (MUF).The aforementioned plastic is preferably worked with a polycondensation glue, such as melamine-containing resin. Use is preferably made of melamine formaldehyde (MF), urea formaldehyde (UF) or melamine urea formaldehyde (MUF).
Het derde onafhankelijke aspect kan op verschillende mogelijke wijzen praktisch worden toegepast.The third independent aspect can be practically applied in various possible ways.
Volgens een eerste praktische uitvoeringsvorm wordt de substantie aangebracht op het bovenoppervlak van het substraat, namelijk op het oppervlak van het substraat dat zich bevindt waar de toplaag zal worden voorzien. Door het feit dat voornoemde substantie voorafgaandelijk aan de persbewerking aan het oppervlak van het substraat wordt opgebracht, wordt bekomen dat sterk uitgesproken structuren via het perselement van voornoemde persbewerking kunnen worden gerealiseerd. Dergelijke sterk uitgesproken structuur strekt zich bij voorkeur uit tot in het substraat, met andere woorden is de structuur bij voorkeur zodanig dat zelfs het substraat is vervormd. Zo bijvoorbeeld kunnen structuren gelijkaardig aan deze van het WO 2006/066776 worden bereikt.According to a first practical embodiment, the substance is applied on the upper surface of the substrate, namely on the surface of the substrate that is located where the top layer will be provided. Due to the fact that said substance is applied to the surface of the substrate prior to the pressing operation, it is achieved that highly pronounced structures can be realized via the pressing element of said pressing operation. Such a strongly pronounced structure preferably extends into the substrate, in other words the structure is preferably such that even the substrate is distorted. For example, structures similar to those of WO 2006/066776 can be achieved.
Volgens een tweede praktische uitvoeringsvorm van het voornoemde derde aspect wordt de substantie aangebracht op het benedenoppervlak van het substraat, namelijk op het oppervlak van het substraat dat in het uiteindelijke paneel van de toplaag zal zijn weggericht. Bij voorkeur wordt in dergelijk geval aan het benedenoppervlak van het substraat een laag kunststof gerealiseerd. Deze kunststoflaag heeft de bedoeling een balanceerlaag te vormen en eventuele trekspanningen te compenseren die tijdens voornoemde derde stap in de toplaag kunnen ontstaan. Tot nog toe werd gedacht dat de balanceerlaag nagenoeg evenveel kunststof moest bevatten als de toplaag, wanneer een gelijke, en dus compenserende trekspanning, moest worden bereikt. De uitvinders hebben echter ingezien dat het aanwenden van een substantie, zoals in het derde aspect, er toe leidt dat met een kleinere hoeveelheid kunststof een even grote compensatie kan worden bereikt. Volgens de uitvinders is het cruciaal zoveel mogelijk kunststof in het substraat te laten penetreren om een zo groot mogelijk trekeffect te verwezenlijken. Het aanwenden van de substantie van het derde aspect bevordert de penetratie van kunststof en in het bijzonder van polycondensatielijmen zoals melamine bevattende kunststofharsen. Bij voorkeur omvat de stapel die in voornoemde tweede stap wordt samengesteld ook voornoemde balanceerlaag of het materiaal daarvan. In voornoemde derde stap wordt dan bij voorkeur tevens de hechting en/of de uitharding van deze balanceerlaag aan de onderzijde van het substraat bekomen aan de hand van één en dezelfde persbewerking als diegene waarmede het betreffende gedeelte van de toplaag wordt gevormd.According to a second practical embodiment of the aforementioned third aspect, the substance is applied to the lower surface of the substrate, namely to the surface of the substrate which will be directed away in the final panel of the top layer. A layer of plastic is preferably realized in such a case on the lower surface of the substrate. This plastic layer is intended to form a balancing layer and to compensate for any tensile stresses that may arise in the top layer during the aforementioned third step. Until now it was thought that the balancing layer should contain almost as much plastic as the top layer if an equal, and therefore compensatory, tensile stress had to be achieved. However, the inventors have realized that the use of a substance, as in the third aspect, leads to an equal amount of compensation being achieved with a smaller amount of plastic. According to the inventors, it is crucial to allow as much plastic as possible to penetrate into the substrate in order to achieve the greatest possible tensile effect. The use of the substance of the third aspect promotes the penetration of plastic and in particular of polycondensation adhesives such as melamine-containing plastic resins. Preferably, the stack assembled in said second step also comprises said balancing layer or the material thereof. In the aforementioned third step, the adhesion and / or curing of this balancing layer on the underside of the substrate is then preferably obtained by one and the same pressing operation as the one with which the relevant part of the top layer is formed.
Bij voorkeur omvat de balanceerlaag van het tweede praktische voorbeeld een materiaalvel, zoals een papiervel. Het is echter niet uitgesloten dat de balanceerlaag papierloos, of zonder enig ander materiaalvel zou zijn uitgevoerd. Bij voorkeur omvat de substantie minstens water en bij voorkeur ook bevochtigingsmiddel. Bij voorkeur omvat de balanceerlaag minstens 10 gewichtspercent minder kunststof dan de toplaag.The balancing layer of the second practical example preferably comprises a material sheet, such as a paper sheet. However, it is not excluded that the balancing layer would be paperless or without any other material sheet. The substance preferably comprises at least water and preferably also wetting agent. The balancing layer preferably comprises at least 10 percent less plastic by weight than the top layer.
Het spreekt voor zich dat de voornoemde eerste en tweede praktische uitvoeringsvorm met elkaar kunnen worden gecombineerd, waarbij de substantie van de uitvinding dus aan beide vlakke substraatzijden of oppervlakken wordt aangebracht.It is self-evident that the aforementioned first and second practical embodiments can be combined with each other, the substance of the invention thus being applied to both flat substrate sides or surfaces.
Volgens het derde aspect kan de overtollige hoeveelheid van voornoemde substantie worden verdampt aan de hand van de warmte ontwikkeld tijdens de persbewerking. De overtollige substantie heeft daardoor geen of nauwelijks invloed op de uiteindelijk bekomen structuur.According to the third aspect, the excess amount of the aforementioned substance can be evaporated from the heat generated during the pressing operation. The superfluous substance therefore has little or no influence on the ultimately obtained structure.
Als harder of katalysator kan, in het geval de voornoemde kunststof melamine bevat, zoals melamineformaldehyde, een zuur worden toegepast of een zout dat bij oplossen een zure pH oplevert, zoals maleinezuur, monobutylfosforzuur, p-toluolsulfonzuur, citroenzuur, aluminiumsulfaat, ammoniumchloride of ammoniumsulfaat. Uiteraard kan ook een mengsel van twee of meer van dergelijke harders worden toegepast. Door het gebruik van harder wordt bereikt dat de kunststof aanwezig nabij het te vervormen oppervlak van het substraat sneller uithardt. Hierdoor wordt bekomen dat de vervorming of structuur van de plaat wordt gefixeerd.As the hardener or catalyst, if the aforementioned plastic contains melamine, such as melamine formaldehyde, an acid can be used or a salt which on dissolution yields an acidic pH, such as maleic acid, monobutyl phosphoric acid, p-toluol sulfonic acid, citric acid, aluminum sulfate, ammonium chloride or ammonium sulfate. Of course, a mixture of two or more of such hardeners can also be used. By using hardener it is achieved that the plastic present near the surface of the substrate to be deformed hardens faster. This ensures that the deformation or structure of the plate is fixed.
Als bevochtigingsmiddel kan bijvoorbeeld glycolether, zoals diethyleenglycolether (DEG), worden toegepast, of een andere stof die de oppervlaktespanning van de substantie verlaagt, zoals huishoudelijke zeep of andere detergenten. Kleine hoeveelheden van dergelijk bevochtigingsmiddel in een waterige oplossing kunnen volstaan. Bij voorkeur wordt gewerkt met een oplossing van maximum 20 delen bevochtigingsmiddel in 100 delen water, waaraan dan eventueel nog tot 10 delen harder kan worden toegevoegd. Beter nog wordt gewerkt met een oplossing van 1 tot 5 gewichtsdelen bevochtigingsmiddel in 100 gewichtsdelen water.As a wetting agent, for example, glycol ether such as diethylene glycol ether (DEG) can be used, or another substance that lowers the surface tension of the substance, such as household soap or other detergents. Small amounts of such wetting agent in an aqueous solution may suffice. It is preferable to work with a solution of a maximum of 20 parts of wetting agent in 100 parts of water, to which then possibly up to 10 parts more can be added. Even better, a solution of 1 to 5 parts by weight of wetting agent in 100 parts by weight of water is used.
Bij voorkeur bevat de substantie die volgens het derde aspect wordt toegepast minstens een bestanddeel dat het kookpunt van de substantie boven 100°C laat stijgen, bij voorkeur stijgt het kookpunt van het volledige mengsel dat aan het oppervlak wordt opgebracht boven 110°C, waarbij deze kookpunten bepaald zijn bij atmosferische druk. Hiertoe kan bijvoorbeeld glycerine worden toegepast. Een verhoging van het kookpunt is voordelig omdat hierbij het risico op overmatige stoomproductie tijdens de persbewerking wordt ingeperkt. Een overmatige stoomproductie kan namelijk leiden tot een explosie van voornoemde stapel, en met name van het substraat, in het geval een poreus substraat zoals MDF of HDF wordt toegepast.Preferably, the substance used in the third aspect contains at least one component that causes the boiling point of the substance to rise above 100 ° C, preferably the boiling point of the entire mixture applied to the surface rises above 110 ° C, this boiling points are determined at atmospheric pressure. For this purpose, glycerin can for example be used. Increasing the boiling point is advantageous because it reduces the risk of excessive steam production during the pressing operation. This is because excessive steam production can lead to an explosion of the aforementioned stack, and in particular of the substrate, in case a porous substrate such as MDF or HDF is used.
Bij voorkeur wordt voornoemde substantie a rato van 5 tot 50 gram per vierkante meter op het desbetreffende oppervlak van het substraat aangebracht, of beter nog a rato van 10 tot 25 gram per vierkante meter.Preferably, said substance is applied to the respective surface of the substrate at a ratio of 5 to 50 grams per square meter, or more preferably at a ratio of 10 to 25 grams per square meter.
Bij dit derde aspect, en dan voornamelijk bij de eerste praktische uitvoeringsvorm daarvan, wordt nog opgemerkt dat, voor het voorkomen van verschuiven van het decoratief materiaalvel in de stapel, bij voorkeur gewerkt wordt met een beperkte las, bijvoorbeeld een puntlas, van het betreffende materiaalvel op het substraat. De gebruikelijke techniek van het statisch opladen is mogelijks onvoldoende, door de aanwezigheid van voornoemde substantie. Dergelijke las kan worden uitgevoerd aan de hand van een soldeerbout of ander verwarmd gereedschap, waardoor de kunststof of het hars locaal wordt vernet en zodoende plaatselijk het materiaalvel hecht op het substraat.In this third aspect, and in particular in the first practical embodiment thereof, it is further noted that, in order to prevent the decorative material sheet from shifting in the stack, preferably a limited weld, for example a spot weld, of the relevant material sheet is used. on the substrate. The usual technique of static charging may be insufficient due to the presence of the aforementioned substance. Such a weld can be carried out on the basis of a soldering iron or other heated tool, whereby the plastic or the resin is locally cross-linked and thus locally adheres the material sheet to the substrate.
Volgens een vierde onafhankelijk aspect beoogt de uitvinding nog een werkwijze die toelaat alternatieve panelen te vervaardigen die bijvoorbeeld een verhoogde weerstand tegen schade door vocht vertonen en/of die bij een gelijkblijvende weerstand hiertegen toelaten een substraat van mindere kwaliteit aan te wenden. Het kan ook gaan over andere verhoogde eigenschappen dan verhoogde weerstand tegen water of vochtschade. Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van panelen, waarbij deze panelen een gelamineerde structuur vertonen met minstens een substraat, bij voorkeur een poreus substraat, en een erop aangebrachte toplaag op basis van kunststof, waarbij voornoemde werkwijze minstens volgende stappen omvat: - een eerste stap waarin minstens één decoratief materiaalvel van kunststof wordt voorzien, waarbij dit materiaalvel een inkleuring en/of een gedrukt patroon vertoont; - een tweede stap waarin een stapel wordt samengesteld met minstens het voornoemde substraat en het voornoemde decoratief materiaalvel; - een derde stap waarin voornoemde stapel wordt verperst en waarbij met behulp van de hierbij aangewende persbewerking het voornoemde decoratieve materiaalvel met het voomoemde substraat wordt verbonden, ter vorming van minstens een gedeelte van voomoemde toplaag; met als kenmerk dat het voornoemde substraat voorafgaandelijk aan voornoemde derde stap wordt voorzien van een gestructureerd oppervlak dat minstens uitsparingen vertoont, en dat, eveneens voorafgaandelijk aan voornoemde derde stap een afzonderlijk kunststofhoudend materiaal in voornoemde uitsparingen wordt aangebracht, waarbij het voornoemde decoratieve materiaalvel minstens ter plaatse van voornoemde uitsparingen, bijvoorbeeld minstens ter plaatse van één van de zijwanden van voornoemde uitsparingen met het voornoemde substraat en/of het afzonderlijk kunststofhoudend materiaal wordt verbonden.According to a fourth independent aspect, the invention further contemplates a method which makes it possible to manufacture alternative panels which, for example, exhibit an increased resistance to damage by moisture and / or which, with a constant resistance to this, allow to use a substrate of a lower quality. It can also be about increased properties than increased resistance to water or moisture damage. To this end the invention relates to a method for manufacturing panels, wherein these panels have a laminated structure with at least one substrate, preferably a porous substrate, and a top layer based on plastic applied to it, said method comprising at least the following steps: first step in which at least one decorative material sheet is provided with plastic, wherein this material sheet has a coloring and / or a printed pattern; - a second step in which a stack is assembled with at least the aforementioned substrate and the aforementioned decorative material sheet; - a third step in which said stack is compressed and wherein the said decorative material sheet is connected to the aforementioned substrate with the aid of the pressing process employed herein, to form at least a part of said top layer; characterized in that, prior to said third step, said substrate is provided with a structured surface that has at least recesses, and that, also prior to said third step, a separate plastic-containing material is provided in said recesses, said decorative material sheet at least locally of said recesses, for example at least at the location of one of the side walls of said recesses, is connected to the aforementioned substrate and / or the separate plastic-containing material.
Bij voorkeur omvat het afzonderlijk kunststofhoudend materiaal minstens een gedeelte materiaal dat tijdens voornoemde derde stap (S3) vloeibaar is of wordt, bijvoorbeeld een impregneermiddel of een ander middel dat ter plaatse van de uitsparing in het substraat kan indringen.Preferably, the individual plastic-containing material comprises at least a portion of material that is or becomes liquid during said third step (S3), for example an impregnating agent or another means that can penetrate into the substrate at the location of the recess.
De uitvinding van het vierde aspect is voornamelijk bedoeld te worden aangewend bij substraten die gevoelig zijn voor waterindringing, namelijk voor poreuze substraatmaterialen, zoals MDF of HDF.The invention of the fourth aspect is primarily intended to be applied to substrates that are sensitive to water penetration, namely to porous substrate materials, such as MDF or HDF.
Bij voorkeur betreft voornoemde eerste stap een afzonderlijke stap die voorafgaandelijk aan voornoemde tweede en/of derde stap wordt uitgevoerd. Het is echter niet uitgesloten dat het decoratieve materiaalvel, bijvoorbeeld tijdens voornoemde derde stap, van kunststof wordt voorzien, bijvoorbeeld doordat kunststof tijdens de persbewerking vanuit een andere laag in het decoratief materiaalvel indringt.Preferably, said first step is a separate step that is performed prior to said second and / or third step. However, it is not excluded that the decorative material sheet, for example during the aforementioned third step, is provided with plastic, for example because plastic penetrates into the decorative material sheet from another layer during the pressing operation.
De aanwezigheid van voornoemde uitsparingen laat toe het voornoemde kunststofhoudende materiaal of het impregneermiddel op een meer trefzekere manier aan te brengen op de plaatsen waar het gewenst is. Bij voorkeur dringt het kunststofhoudend materiaal in het voornoemde substraat in, bijvoorbeeld tijdens voornoemde derde stap van het verpersen van de stapel. Volgens het vierde aspect kan plaatselijk, namelijk ter plekke van één of meer van voornoemde uitsparingen, een gemodificeerd substraatmateriaal worden verkregen. De modificatie omvat bij voorkeur een verhoogde weerstand tegen schade door water of vochtindringing. Als afzonderlijk kunststofhoudend materiaal kan zowel gebruik gemaakt worden van een poedervormige substantie als van een vloeibare substantie. Bij voorkeur wordt het afzonderlijk kunststofhoudend materiaal, zoals voornoemd, minstens vloeibaar tijdens voornoemde derde stap van het verpersen, waarbij het dan minstens gedeeltelijk in het substraat dringt en aldaar bij voorkeur uithardt.The presence of the aforementioned recesses allows the aforementioned plastic-containing material or the impregnating agent to be applied in a more accurate manner at the places where it is desired. The plastic-containing material preferably penetrates into the aforementioned substrate, for example during the aforementioned third step of pressing the stack. According to the fourth aspect, a modified substrate material can be obtained locally, namely at the location of one or more of the aforementioned recesses. The modification preferably comprises an increased resistance to damage by water or moisture penetration. As a separate plastic-containing material, use can be made of both a powdered substance and a liquid substance. Preferably, the individual plastic-containing material, such as the aforementioned, at least becomes fluid during the aforementioned third pressing step, wherein it then at least partially penetrates the substrate and preferably cures there.
Voor het afzonderlijk kunststofhoudend materiaal of het impregneermiddel wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van het poedervormig kunststofmateriaal dat in verband met het eerste aspect is vermeld. Eventueel kan dit poedervormig kunststofmateriaal worden aangewend in lagere concentraties dan diegene die volgens het eerste aspect zijn vereist. De werkwijze van het vierde aspect, kan eventueel gecombineerd worden met een werkwijze volgens het eerste aspect, waarbij in dergelijk geval een laag van voornoemde impregneermiddel wordt gerealiseerd die zich ook in voornoemde uitsparingen uitstrekt, zonder dat daarbij noodzakelijk de minimale concentraties van 50 gewichtspercent worden gerealiseerd. Het afzonderlijk kunststofhoudend materiaal kan, volgens het vierde aspect, vulmaterialen zoals houtvezels, houtstof, polystyreen of dergelijke bevatten.For the individual plastic-containing material or the impregnating agent, use is preferably made of the powdered plastic material mentioned in connection with the first aspect. Optionally, this powdered plastic material can be used in lower concentrations than those required in the first aspect. The method of the fourth aspect can optionally be combined with a method according to the first aspect, wherein in such a case a layer of the aforementioned impregnating agent is realized which also extends in the said recesses, without necessarily achieving the minimum concentrations of 50% by weight . The individual plastic-containing material can, according to the fourth aspect, contain filling materials such as wood fibers, wood dust, polystyrene or the like.
Om de eventuele indringing van het afzonderlijk kunststofhoudend materiaal in het substraat te bevorderen kan gebruik gemaakt worden van bevochtigingsmiddelen, zoals diegene die vermeld zijn in verband met het derde aspect, namelijk glycolether, zeep of ander detergent.In order to promote the possible penetration of the individual plastic-containing material into the substrate, use can be made of wetting agents, such as those mentioned in connection with the third aspect, namely glycol ether, soap or other detergent.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de werkwijze aangewend voor het verwezenlijken van panelen, die aan minstens één rand een verlaagd randgebied vertonen, waarbij meerdere van dergelijke panelen uit de verperste stapel, of grotere plaat worden verkregen en waarbij het voornoemde verlaagde randgebied oorspronkelijk deel uitmaakte van minstens één van de voornoemde uitsparingen. Door het feit dat de gemodificeerde zone of geïmpregneerde zone van de grotere plaat in het uiteindelijke paneel gesitueerd is op een rand, wordt op een optimale manier gebruik gemaakt van bijvoorbeeld de verhoogde weerstand tegen schade door water- of vochtindringing. Het is voornamelijk deze randzone die gevoelig is voor vochtindringing. Een locale vochtindringing kan bij de vloerpanelen uit de stand van de techniek namelijk leiden tot randzwellingen die aanleiding geven tot versnelde slijtage van het decoratieve materiaalvel en/of andere materiaalvellen die op het substraat zijn aangebracht. Aan de hand van het vierde aspect is het mogelijk de kwaliteit van het substraat, bijvoorbeeld de densiteit ervan, te verlagen met behoud van een gelijke schade of zelfs met mindere schade tengevolge van vochtindringing. Er wordt opgemerkt dat de huidige uitvinding niet noodzakelijk leidt tot een verminderde indringing van vocht op de betreffende rand, doch leidt zij bij voorkeur wel tot een verminderde schade ten gevolge van een eventuele indringing. Het is echter niet uitgesloten dat de eventuele indringing van vocht inderdaad wordt ingeperkt, of wordt uitgesloten.According to a preferred embodiment, the method is used for realizing panels which have a lowered edge area on at least one edge, wherein a plurality of such panels are obtained from the compressed stack or larger plate and wherein the aforementioned lowered edge area was originally part of at least one of the aforementioned recesses. Due to the fact that the modified zone or impregnated zone of the larger plate in the final panel is situated on an edge, optimum use is made of, for example, the increased resistance to damage caused by water or moisture penetration. It is mainly this edge zone that is sensitive to moisture penetration. Namely, local moisture penetration can lead to edge swellings in the prior art floor panels which give rise to accelerated wear of the decorative material sheet and / or other material sheets which have been applied to the substrate. On the basis of the fourth aspect, it is possible to lower the quality of the substrate, for example its density, while maintaining an equal damage or even with lesser damage due to moisture penetration. It is noted that the present invention does not necessarily lead to a reduced penetration of moisture on the relevant edge, but it preferably leads to a reduced damage due to a possible penetration. However, it is not excluded that the possible penetration of moisture is indeed contained, or excluded.
Bij voorkeur wordt het vierde aspect, net zoals alle andere aspecten, aangewend voor het verwezenlijken van panelen die zijn uitgevoerd als vloerpanelen voor het samenstellen van een zwevende vloerbekleding, waarbij deze vloerpanelen minstens aan de voornoemde betreffende rand en de daartegenoverliggende rand voorzien zijn van mechanische koppelmiddelen die toelaten dat twee of meer van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden vergrendeld. Vloerpanelen worden doorgaans meer blootgesteld aan vocht dan wandpanelen of plafondpanelen en de uitvinding is dus voornamelijk daar interessant. Door de aanwezigheid van mechanische koppelmiddelen, vertonen vloerpanelen een verhoogd risico op het ontstaan van spleten tussen de gekoppelde randen. Dergelijke spleten leiden uiteraard tot een verhoogd risico op blootstelling van het substraat aan water of vocht. Bij voorkeur betreft het mechanische koppelmiddelen van het type dat toelaat zonder lijm een vergrendeling te verkrijgen zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de gekoppelde vloerpanelen, als in een horizontale richting loodrecht op de gekoppelde randen en in het vlak van de vloerpanelen. Het is vooral bij dergelijke vloerpanelen dat de uitvinding tot zijn recht komt. Vloerpanelen met dergelijke mechanische koppelmiddelen zijn bijvoorbeeld op zich bekend uit het WO 97/47834. Bij voorkeur bevindt de gemodificeerde zone zich ter plaatse van de betreffende rand, minstens onmiddellijk onder de voornoemde toplaag. Bij voorkeur zijn de voornoemde mechanische koppelmiddelen hoofdzakelijk uitgevoerd als een tand in groefkoppeling die minstens voorziet in voornoemde vergrendeling in verticale richting, waarbij de groef begrensd wordt door een bovenlip en een onderlip. De vergrendeling in verticale richting wordt dan bij voorkeur verkregen door een verticaal actief contactoppervlak tussen de bovenzijde van de tand en de onderzijde van de bovenlip. Bij voorkeur bevindt voornoemde gemodificeerde zone zich minstens boven voornoemd verticaal actief contactoppervlak. Beter nog strekt deze zone zich minstens uit vanaf het voornoemde verticaal actief contactoppervlak tot het punt waar de vloerpanelen tegen elkaar aansluiten, of althans toch quasi tegen elkaar aansluiten, en dit, bij voorkeur, zowel aan de tandzijde als aan de groefzijde van de vloerpanelen.The fourth aspect is preferably used, just like all other aspects, for realizing panels which are designed as floor panels for assembling a floating floor covering, wherein these floor panels are provided with mechanical coupling means at least on the aforementioned relevant edge and the opposite edge. which allow two or more of such floor panels to be locked together. Floor panels are generally more exposed to moisture than wall panels or ceiling panels and the invention is therefore primarily interesting there. Due to the presence of mechanical coupling means, floor panels display an increased risk of gaps between the coupled edges. Such gaps naturally lead to an increased risk of exposure of the substrate to water or moisture. It preferably relates to mechanical coupling means of the type which allows a glue to be obtained without glue both in a vertical direction perpendicular to the plane of the coupled floor panels, and in a horizontal direction perpendicular to the coupled edges and in the plane of the floor panels. It is especially with such floor panels that the invention comes into its own. Floor panels with such mechanical coupling means are known per se from WO 97/47834. The modified zone is preferably located at the location of the relevant edge, at least immediately below the aforementioned top layer. Preferably, the aforementioned mechanical coupling means are mainly designed as a tooth in groove coupling which at least provides for said locking in vertical direction, wherein the groove is bounded by an upper lip and a lower lip. The locking in the vertical direction is then preferably achieved by a vertically active contact surface between the top of the tooth and the bottom of the upper lip. Preferably, said modified zone is at least above said vertically active contact surface. Better still, this zone extends at least from the aforementioned vertically active contact surface to the point where the floor panels connect to each other, or at least still close to each other, and this, preferably, both on the tooth side and on the groove side of the floor panels.
Bij voorkeur sluiten twee van dergelijke vloerpanelen in een gekoppelde toestand van de betreffende randen tegen elkaar aan, of althans toch quasi tegen elkaar aan, ter hoogte van het voornoemde verlaagde randgebied, waarbij het decoratieve materiaalvel of de toplaag zich uitstrekt op voornoemd randgebied, bij voorkeur tot ter hoogte van voornoemde aansluiting. Op dergelijke manier vertoont het vloerpaneel tot op de aansluiting een bekleding op basis van kunststof. Dergelijke kunststof is op zich al bestand tegen water of vocht, zeker wanneer bijvoorbeeld melaminehoudende kunststof wordt toegepast, zoals melamineformaldehydehars.Preferably, two of such floor panels, in a coupled state of the respective edges, abut against each other, or at least still virtually abut against each other, at the height of the aforementioned lowered edge area, wherein the decorative material sheet or the top layer extends on said edge area, preferably up to the level of the aforementioned connection. In this way, the floor panel has a plastic-based covering up to the connection. Such plastic is per se resistant to water or moisture, certainly when, for example, melamine-containing plastic is used, such as melamine formaldehyde resin.
Volgens alle aspecten en afwijkende varianten van de uitvinding betreft het voornoemde decoratief materiaalvel bij voorkeur een van een inkleuring of bedrukking voorzien papiervel.According to all aspects and deviating variants of the invention, the aforementioned decorative material sheet preferably relates to a paper sheet provided with a coloring or printing.
Volgens alle aspecten en afwijkende varianten van de uitvinding betreft het voornoemde substraat bij voorkeur een MDF of HDF plaat en vertoont het voornoemde materiaalvel bij voorkeur een oppervlaktegewicht van 70 gram per vierkante meter of meer in onbehandelde en onbedrukte toestand. De uitvinder heeft vastgesteld dat een HDF plaat met een restvochtgehalte tussen 5,5% en 10% zeer goede resultaten geeft, beter nog wordt een HDF plaat toegepast met een restvochtgehalte tussen 7 en 9%. Voorheen werd aangenomen dat, onder andere voor het verwezenlijken van diepe structuren, dit is 0,5 millimeter diep of dieper, platen met een restvochtgehalte van 11% of meer nodig waren. De mogelijkheid om platen met een restvochtgehalte tussen 5,5% en 10% toe te passen, leidt tot een minimalisering van krimpeffecten en andere storende dimensionele storingen, zoals kromtrekken, bij het gebruik van de uiteindelijke panelen. Zoals voornoemd vertoont het substraat aan het oppervlak of net daaronder bij voorkeur een densiteit van meer dan 800 kg/m3 of zelfs van meer dan 900 kg/m3.According to all aspects and deviating variants of the invention, the aforementioned substrate preferably relates to an MDF or HDF plate and the aforementioned material sheet preferably has a surface weight of 70 grams per square meter or more in untreated and unprinted condition. The inventor has found that an HDF plate with a residual moisture content between 5.5% and 10% gives very good results, and even better an HDF plate is used with a residual moisture content between 7 and 9%. Previously it was assumed that, for example for realizing deep structures, this is 0.5 millimeters deep or deeper, plates with a residual moisture content of 11% or more were needed. The ability to use sheets with a residual moisture content between 5.5% and 10% leads to a minimization of shrinking effects and other disturbing dimensional disturbances, such as warping, when using the final panels. As aforesaid, the substrate at the surface or just below it preferably has a density of more than 800 kg / m3 or even of more than 900 kg / m3.
Volgens alle aspecten en afwijkende varianten is de uitvinding vooral relevant voor het vervaardigen van laminaatpanelen van het DPL type, waarbij alle materiaalvellen afzonderlijk in de voornoemde stapel aanwezig zijn, dit wil zeggen onverbonden zijn tot net voor het uitvoeren van de voornoemde persbewerking, een eventuele punt- of lijnlas ter voorlopige hechting niet te na gesproken. Het is uiteraard mogelijk dat slechts één materiaalvel in deze stapel aanwezig zijn, in welk geval dit onverbonden is met het substraat. Met andere woorden kan worden gezegd dat de kunststof van de laag van de uitvinding en de kunststof van het materiaalvel slechts volledig worden uitgehard met behulp van de voornoemde persbewerking.According to all aspects and deviating variants, the invention is especially relevant for the production of laminate panels of the DPL type, in which all material sheets are present separately in the aforementioned stack, i.e. are unconnected until just before carrying out the aforementioned pressing operation, an optional point - or line weld for provisional bonding. It is of course possible that only one material sheet is present in this stack, in which case this is unconnected with the substrate. In other words, it can be said that the plastic of the layer of the invention and the plastic of the material sheet are only fully cured with the aid of the aforementioned pressing operation.
Volgens alle aspecten en afwijkende varianten is in de voornoemde stapel bij voorkeur ook een materiaallaag aanwezig die een balancerend effect teweeg brengt voor eventuele trekspanningen die tijdens voornoemde persbewerking in de toplaag kunnen ontstaan. Dergelijke materiaallaag bevindt zich bij voorkeur aan de onderzijde van het voornoemde substraat. Bij voorkeur omvat dergelijke materiaallaag minstens een gelijkaardige kunststof als de toplaag, en eventueel één of meerdere materiaalvellen, zoals papierveilen. Het spreekt voor zich dat eventueel gebruik kan gemaakt worden van de tweede praktische uitvoeringsvorm van het derde aspect.According to all aspects and deviating variants, a material layer is preferably also present in the aforementioned stack, which layer produces a balancing effect for any tensile stresses which may arise in the top layer during said pressing operation. Such a material layer is preferably located on the underside of the aforementioned substrate. Such a material layer preferably comprises at least one plastic similar to the top layer, and optionally one or more material sheets, such as paper auctioning. It goes without saying that use may be made of the second practical embodiment of the third aspect.
Volgens alle aspecten en afwijkende varianten van de uitvinding wordt in de eerste stap of de stap waarin het decoratief materiaalvel van kunststof wordt voorzien, voor de kunststof bij voorkeur minstens gedeeltelijk en bij voorkeur hoofdzakelijk gewerkt met een polycondensatielijm, zoals melamine bevattend hars. Bij voorkeur wordt gewerkt met melamineformaldehyde (MF), ureumformaldehyde (UF) of melamineureumformaldehyde (MUF).According to all aspects and deviating variants of the invention, in the first step or the step in which the decorative material sheet is provided with plastic, the plastic is preferably used at least partially and preferably mainly with a polycondensation glue, such as melamine-containing resin. Use is preferably made of melamine formaldehyde (MF), urea formaldehyde (UF) or melamine urea formaldehyde (MUF).
Volgens alle aspecten en afwijkende varianten wordt de uitvinding bij voorkeur aangewend voor het vervaardigen van laminaatpanelen die aan minstens één rand, en bij voorkeur minstens aan twee tegenovereenliggende randen, voorzien zijn van een afkanting, waarbij het voornoemde decoratief materiaalvel zich ononderbroken uitstrekt zowel op het oppervlak van de afkanting of afkantingen, als op het eigenlijke oppervlak van het laminaatpaneel. Dergelijke afkanting kan worden bekomen doordat in de persbewerking van voornoemde derde stap aan de hand van een hierbij aangewend perselement een indrukking wordt voorzien ter plaatse van de uiteindelijke rand van het laminaatpaneel. Het spreekt voor zich dat de persbewerking van de respectievelijke aspecten en afwijkende varianten eerst kan worden uitgevoerd op een grotere plaat, waaruit door opdeling meerdere laminaatpanelen kunnen worden verkregen.According to all aspects and deviating variants, the invention is preferably used for the manufacture of laminate panels which are provided with a chamfer on at least one edge, and preferably at least on two opposite edges, the aforementioned decorative material sheet extending uninterruptedly both on the surface of the chamfer or chamfers, as on the actual surface of the laminate panel. Such chamfering can be achieved by providing an indentation at the final edge of the laminate panel in the pressing operation of the aforementioned third step on the basis of a pressing element employed herein. It goes without saying that the pressing operation of the respective aspects and deviating variants can first be carried out on a larger plate, from which several laminate panels can be obtained by division.
Volgens alle aspecten en afwijkende varianten betreft de persbewerking bij voorkeur een persbewerking aan de hand van een open-en-dichtgaande pers, namelijk een zogenaamd Kurztaktpers of Single-Daylight pers. Hierbij wordt bij voorkeur een perselement aangewend in de vorm van een gestructureerd persblek. De structuur van het persblek wordt tijdens voornoemde persbewerking gekopieerd in het oppervlak van de laminaatpanelen. Voor voorbeelden van mogelijke persblekken wordt verwezen naar het reeds genoemde WO 2006/066776.According to all aspects and deviating variants, the pressing operation preferably relates to a pressing operation on the basis of an open-and-close press, namely a so-called Kurztakt press or Single-Daylight press. A pressing element is herein preferably used in the form of a structured press blank. The structure of the pressing blank is copied into the surface of the laminate panels during the aforementioned pressing operation. For examples of possible press spots, reference is made to the aforementioned WO 2006/066776.
Volgens alle aspecten en afwijkende varianten wordt tijdens de persbewerking bij voorkeur een persdruk aangewend van minder dan 60 bar (6 MPa), of zelfs minder dan 40 bar (4 MPa). De aangewende perstemperatuur is bij voorkeur groter dan 100°C en kan oplopen tot 200°C. De benodigde perstemperatuur kan worden beïnvloed door het toepassen van boven nog vermelde hardingskatalysatoren of harders. Aan de hand van bovenstaande persparameters kan een perstijd gelegen tussen 12 en 32 seconden volstaan, bij voorkeur kan gewerkt worden met een perstijd gelegen tussen 17 en 25 seconden.According to all aspects and deviating variants, a pressing pressure of preferably less than 60 bar (6 MPa) or even less than 40 bar (4 MPa) is preferably applied during the pressing operation. The applied pressing temperature is preferably greater than 100 ° C and can go up to 200 ° C. The required pressing temperature can be influenced by the application of curing catalysts or hardeners mentioned above. On the basis of the above pressing parameters, a pressing time between 12 and 32 seconds may suffice, it is preferable to work with a pressing time between 17 and 25 seconds.
Volgens een afwijkende variante betreft het decoratieve materiaalvel van de uitvinding een fineerlaag of vinyllaag.According to a different variant, the decorative material sheet of the invention relates to a veneer layer or vinyl layer.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch enkele stappen weergeeft uit een werkwijze met de kenmerken van onder andere het eerste aspect van de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal een zicht weergeeft op het gebied dat in figuur 1 met F2 is aangeduid; figuur 3 op grotere schaal een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de in figuur I aangeduide lijn lll-lll; figuur 4 op grotere schaal een zicht weergeeft op het gebied dat in figuur 3 met F4 is aangeduid; figuren 5 en 6 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 2 varianten weergeven; figuren 7 en 8 in zichten gelijkaardig aan respectievelijk dat van figuren 2 en 4 een uitvoering weergeven met de kenmerken van het in de inleiding vernoemde derde aspect van de uitvinding; figuur 9 in perspectief een vloerpaneel weergeeft dat bekomen is aan de hand van een werkwijze met de kenmerken van de uitvinding; en figuur 10 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 4 voor een werkwijze die onder andere de kenmerken van het vierde aspect van de uitvinding vertoont; figuur 11 het verperste substraat weergeeft dat wordt bekomen aan de hand van een dergelijke werkwijze; figuur 12 twee panelen weergeeft die zijn bekomen uit het substraat van figuur II en aan hun rand met elkaar zijn gekoppeld; en figuren 13 en 14 in zichten gelijkaardig respectievelijk aan die van figuren 10 en 11 nog een variante weergegeven van een werkwijze met onder andere de kenmerken van het vierde aspect.With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a few preferred embodiments are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically shows a few steps from a method with the characteristics of among other things the first aspect of the invention; figure 2 shows on a larger scale a view of the area indicated with F2 in figure 1; figure 3 represents a cross-section on a larger scale according to the line III-III indicated in figure I; figure 4 shows on a larger scale a view of the area indicated with F4 in figure 3; figures 5 and 6 represent variants in a view similar to that of figure 2; figures 7 and 8 represent views similar to those of figures 2 and 4, respectively, of an embodiment with the features of the third aspect of the invention mentioned in the introduction; figure 9 represents a floor panel in perspective which has been obtained on the basis of a method with the features of the invention; and figure 10 is a view similar to that of figure 4 for a method which, among other things, has the features of the fourth aspect of the invention; Figure 11 represents the compressed substrate obtained by such a method; Figure 12 shows two panels obtained from the substrate of Figure II and coupled to each other at their edges; and figures 13 and 14 in views similar to those of figures 10 and 11, respectively, a variant of a method with, inter alia, the features of the fourth aspect.
Figuur 1 geeft een werkwijze weer waarbij uiteindelijk vloerpanelen 1 met een gelamineerde structuur worden verkregen, met minstens een substraat 2 en een erop aangebrachte toplaag 3 op basis van kunststof.Figure 1 shows a method in which finally floor panels 1 with a laminated structure are obtained, with at least one substrate 2 and a top layer 3 based on plastic applied thereto.
Zoals weergegeven wordt uitgegaan van een grotere plaat 4 die meerdere van dergelijke substraten 2 omvat. In een afzonderlijke stap S0 wordt aan de hand van de in de inleiding genoemde eerste techniek, poedervormige kunststof 5 rechtstreeks op het substraat 2 of de plaat 4 aangebracht. Hiertoe wordt in het voorbeeld een strooiapparaat 6 aangewend van het type dat op zich bekend is uit het GB 1,035,256. Het gaat hierbij namelijk om een strooiapparaat 6 dat een reservoir 7 bevat voor de poedervormige kunststof 5. Een rasterwals of andere gestructureerde wals 8 neemt kunststof 5 mee uit dit reservoir 7. Een borstel 9, in dit geval een roterende borstel, maakt de kunststof 5 terug los van de wals 8 en deponeert het op het substraat 2 of de plaat 4 om aldaar een laag 10 van dergelijke poedermateriaal 5 te vormen. Met dergelijke strooiapparaten 6 kan een vrij uniform gestrooide laag 10 worden bekomen. In de plaats van een roterende borstel, kan ook een borstel 9 worden aangewend die een heen en weergaande beweging uitvoert parallel, of nagenoeg parallel met de as van de wals8.As shown, a larger plate 4 is assumed which comprises a plurality of such substrates 2. In a separate step S0, on the basis of the first technique mentioned in the introduction, powdered plastic 5 is applied directly to the substrate 2 or the plate 4. For this purpose, in the example, a spreading device 6 is used of the type known per se from GB 1,035,256. This is namely a scattering device 6 that contains a reservoir 7 for the powdered plastic 5. A lattice roller or other structured roller 8 carries plastic 5 from this reservoir 7. A brush 9, in this case a rotating brush, makes the plastic 5 back loose from the roller 8 and deposits it on the substrate 2 or the plate 4 to form a layer 10 of such powder material 5 there. A fairly uniformly sprinkled layer 10 can be obtained with such scatterers 6. Instead of a rotating brush, it is also possible to use a brush 9 which performs a reciprocating movement in parallel, or substantially parallel to the axis of the roller 8.
Voornoemde plaat 4, waarvan wordt uitgegaan, betreft bij voorkeur een poreus substraat, bijvoorbeeld een MDF of HDF plaat (Medium Density Fiberboard of High Density Fiberboard). Bij voorkeur is deze plaat 4 voorzien van een opgeruwd bovenoppervlak, doordat zij bij haar productie niet is opgeschuurd of slecht is opgeschuurd met abrasief papier dat een korrel 100 of kleiner vertoont.Said plate 4, which is assumed, preferably relates to a porous substrate, for example an MDF or HDF plate (Medium Density Fiberboard or High Density Fiberboard). This plate 4 is preferably provided with a roughened upper surface, because in its production it has not been sanded or badly sanded with abrasive paper that has a grain of 100 or smaller.
In een tweede stap S2 wordt een stapel 11 samengesteld met minstens het voornoemde substraat 2, in dit geval de grotere plaat 4, en een decoratief materiaalvel 12, dat deel zal uitmaken van voornoemde toplaag 3.In a second step S2, a stack 11 is assembled with at least the aforementioned substrate 2, in this case the larger plate 4, and a decorative material sheet 12, which will form part of said top layer 3.
Figuur 2 maakt duidelijk dat het decoratieve materiaalvel 12 in een voorafgaandelijke eerste stap, die hier niet is weergegeven, van kunststof 13 kan worden voorzien. Voor de vakman is het gekend hoe dergelijke materiaalvei 12 van kunststof 13, zoals van melaminehoudend hars, kan worden voorzien aan de hand van een zogenaamd impregnatieproces. Hierbij kunnen verschillende technieken worden aangewend om vloeibare kunststof 13 in en/of op een materiaalvei 12, zoals een papiervel, aan te brengen. Deze technieken omvatten walstechnieken, spuittechnieken, straaltechnieken, droogtechnieken, onderdompelingstechnieken, en dergelijke.Figure 2 makes clear that the decorative material sheet 12 can be provided with plastic 13 in a preceding first step, which is not shown here. It is known to the person skilled in the art how such material sheet 12 can be provided with plastic 13, such as with melamine-containing resin, on the basis of a so-called impregnation process. Various techniques can be used for applying liquid plastic 13 into and / or onto a material sheet 12, such as a paper sheet. These techniques include rolling techniques, spraying techniques, blasting techniques, drying techniques, immersion techniques, and the like.
Het bijzondere van de uitvinding, onder andere volgens haar eerste aspect, is dat voornoemde stapel 11 tussen het voornoemde substraat 2 of de plaat 4 en het voornoemde van hars of kunststof 13 voorziene decoratieve materiaalvei 12 minstens nog een laag 10 vertoont, waarbij deze laag 10 minstens 50 gewichtspercent poedervormige kunststof 5 omvat. In dit geval betreft het de laag 10 die gevormd werd aan de hand van het op figuur 1 weergegeven strooiapparaat 6.The special feature of the invention, inter alia according to its first aspect, is that said stack 11 has at least one more layer 10 between said substrate 2 or plate 4 and said decorative material sheet 12 provided with resin or plastic 13, said layer 10 at least 50% by weight of powdered plastic 5. In this case it concerns the layer 10 formed on the basis of the scattering device 6 shown in Figure 1.
In een derde stap S3 wordt voornoemde stapel 11 verperst. Hierbij wordt een persbewerking aangewend, in dit geval aan de hand van een open-en-dichtgaande pers 14. Met behulp van deze persbewerking S3 wordt het van hars of kunststof 13 voorziene decoratieve materiaalvei 12 met het substraat 2 verbonden, ter vorming van minstens een gedeelte van voornoemde toplaag 3.In a third step S3, said stack 11 is compressed. A pressing operation is used here, in this case on the basis of an open-and-close press 14. With the aid of this pressing operation S3, the decorative material sheet 12 provided with resin or plastic 13 is connected to the substrate 2 to form at least one part of the aforementioned top layer 3.
Voornoemde stapel 11 omvat in dit geval ook nog een zogenaamde overlay 15 of beschermlaag en een zogenaamde tegenlaag 16 of balanceerlaag. Zoals figuur 2 weergeeft kunnen deze beide lagen 15-16 eveneens op basis van kunststof 15 zijn aangemaakt en eventueel een van hars of kunststof 13 voorzien papiervel 17-18 omvatten. Tijdens voornoemde persbewerking S3 worden ook deze extra lagen 15-16 met het substraat 2 verbonden.In this case, said stack 11 also comprises a so-called overlay 15 or protective layer and a so-called counter layer 16 or balancing layer. As Figure 2 shows, these two layers 15-16 can also be made on the basis of plastic 15 and optionally comprise a paper sheet 17-18 provided with resin or plastic 13. During the aforementioned pressing operation S3, these additional layers 15-16 are also connected to the substrate 2.
Bij voorkeur bevindt zich aan het oppervlak van de stapel 11 een laag die harde partikels, zoals aluminiumoxide, bevat. In dit geval is deze laag 19 geïntegreerd aan het oppervlak van voornoemde overlay 15 of beschermlaag. Volgens het tweede onafhankelijk aspect van de uitvinding kan, in een afzonderlijke stap die hier niet is afgebeeld, een substantie aan het oppervlak van voornoemde stapel 11 worden aangebracht, waarbij deze substantie 20 minstens kunststof 13, bijvoorbeeld melaminehoudend hars, bevat. Deze kunststof 13 schermt de persinrichting 14, meer speciaal het perselement 21, af van voornoemde harde partikels. Het is duidelijk dat deze afzonderlijke stap plaatsvindt bij het opbouwen van de stapel 11, of nadat de voornoemde stapel 11 reeds is samengesteld. Voornoemde afzonderlijke stap is dus te verstaan als afzonderlijk van een eventueel impregnatieproces. Zij wordt dus bij voorkeur uitgevoerd terwijl de materiaalvellen 17 van de stapel 11 zich reeds in bladvorm bevinden, en bij voorkeur kort voor het uitvoeren van voornoemde persbewerking S3, bijvoorbeeld minder dan 5 minuten voor het uitvoeren van persbewerking S3, of zelfs nog beter minder dan 1 minuut, of minder dan een halve minuut hiervoor.Preferably, there is a layer on the surface of the stack 11 containing hard particles, such as aluminum oxide. In this case, this layer 19 is integrated on the surface of the aforementioned overlay 15 or protective layer. According to the second independent aspect of the invention, in a separate step that is not shown here, a substance can be applied to the surface of said stack 11, said substance 20 comprising at least plastic 13, for example melamine-containing resin. This plastic 13 shields the pressing device 14, more particularly the pressing element 21, from the aforementioned hard particles. It is clear that this separate step takes place when building up the stack 11, or after the aforementioned stack 11 has already been assembled. The aforementioned individual step is therefore understood to be separate from a possible impregnation process. It is therefore preferably carried out while the material sheets 17 of the stack 11 are already in sheet form, and preferably shortly before carrying out said pressing operation S3, for example less than 5 minutes before carrying out pressing operation S3, or even better less than 1 minute, or less than half a minute before.
Na de persbewerking S3 wordt aldus een geconsolideerde laminaatplaat 4A bekomen die in een verdere stap S4 wordt opgedeeld in panelen die nagenoeg de uiteindelijke grote van de laminaatvloerpanelen 1 vertonen. Deze panelen 1 kunnen dan nog aan één of meerdere verdere bewerkingen worden onderworpen, zoals een bewerking voor het vormen van mechanische koppelmiddelen 22 aan een of meerdere paren van tegenovereenliggende randen, zoals hier afgebeeld.After the pressing operation S3, a consolidated laminate plate 4A is thus obtained, which in a further step S4 is subdivided into panels which substantially show the final size of the laminate floor panels 1. These panels 1 can then be subjected to one or more further operations, such as an operation for forming mechanical coupling means 22 at one or more pairs of opposite edges, as shown here.
Het is duidelijk dat de geconsolideerde laminaatplaat 4A, of de uiteindelijke vloerpanelen 1, niet noodzakelijk nog resten van poedervormige kunststof 5 vertonen. Er wordt naar gestreefd een zo groot mogelijk aandeel van deze oorspronkelijk poedervormige kunststof 5 in de pers 14 te laten vloeien, zodanig dat deze kunststof deelneemt in de verbinding tussen het decoratief materiaalvel 12 en het substraat 2 en tevens een vormbare massa vormt voor het verwezenlijken van structuren.It is clear that the consolidated laminate plate 4A, or the final floor panels 1, does not necessarily still contain residues of powdered plastic 5. The aim is to have the largest possible proportion of this originally powdered plastic 5 flow into the press 14, such that this plastic participates in the connection between the decorative material sheet 12 and the substrate 2 and also forms a moldable mass for realizing structures.
Figuur 2 geeft verder nog duidelijk weer dat het decoratief materiaalvel 12 een gedrukt patroon 23 vertoont en dat de kunststof 13 uit het impregnatieproces tot in de kern van de materiaalvellen 12-17-18 is gedrongen. In dit geval betreffen de materiaalvellen 12-17-18 bedrukte papiervellen.Figure 2 furthermore clearly shows that the decorative material sheet 12 has a printed pattern 23 and that the plastic 13 has penetrated from the impregnation process into the core of the material sheets 12-17-18. In this case, the material sheets 12-17-18 concern printed paper sheets.
Figuur 3 laat zien dat het in de persbewerking S3 aangewende perselement 21 of persblek voorzien is van een structuur 24, die door het persen gekopieerd wordt aan het oppervlak van de laminaatplaat 4A. Dergelijke persplaat 21 kan bijvoorbeeld worden vervaardigd aan de hand van één of meerdere ets- en/of freesbewerkingen. Zij kan eventueel voorzien zijn van een chroombekleding. In figuur 3 wordt tevens weergegeven dat ook aan de onderzijde een persblek 25 aanwezig kan zijn, zij het bij voorkeur niet of minder gestructureerd van het persblek 21 aan de bovenzijde.Figure 3 shows that the pressing element 21 or pressing blank used in the pressing operation S3 is provided with a structure 24 which is copied by pressing to the surface of the laminate plate 4A. Such a pressing plate 21 can for instance be manufactured on the basis of one or more etching and / or milling operations. It may optionally be provided with a chrome coating. Figure 3 also shows that a press blank 25 may also be present on the underside, albeit preferably not or less structuredly of the press blank 21 on the top.
In dit geval wordt de werkwijze van de uitvinding aangewend voor het vervaardigen van laminaatvloerpanelen 1 die minstens aan twee tegenovereenliggende randen met een afkanting 26, in dit geval in de vorm van een vellingkant, zijn uitgevoerd. Hierbij strekt de decoratieve laag 12, en hier zelfs de volledige toplaag 3, zich ononderbroken uit zowel over het eigenlijke oppervlak van de panelen 1, als op het oppervlak van de betreffende afkantingen 26.In this case, the method of the invention is used for the manufacture of laminate floor panels 1 which are designed at least on two opposite edges with a bevel 26, in this case in the form of a bevelled edge. The decorative layer 12, and here even the entire top layer 3, extends continuously over both the actual surface of the panels 1 and the surface of the relevant chamfers 26.
Figuur 4 geeft weer dat de bekomen structuur, onder meer de vorm van de afkantingen 26, een dusdanige diepte vertoont, dat het substraat 2 in wezen, of zelfs totaal, onvervormd of vlak is. Het is ondermeer de oorspronkelijk uit poedervormige kunststof 5 bestaande laag 10 die zich aanpast aan de structuur 24 van het persblek 21. Ook de zich daarboven bevindende materiaalvellen 12-17 passen zich aan aan de structuur 24 van het persblek 21. De uiteindelijk bekomen vloerpanelen 1 vertonen het bijzondere kenmerk dat zij zowel structuurgedeelten 27, in dit geval structuur in de vorm van houtporen, bezitten die in diepte beperkt zijn tot de dikte van de eigenlijke toplaag 3, namelijk van het decoratief materiaalvel 12 en de eventuele overlay 15, als structuurgedeelten 28, in dit geval de afkantingen, die zich in de diepte uitstrekken tot in de oorspronkelijk uit poedervormige kunststof 13 bestaande laag 10, waarbij het substraat 2 in wezen onvervormd of vlak gebleven is. Een uniforme indrukking resulterend in een diktevermindering of uniforme compactering van het substraat 2 is wel mogelijk.Figure 4 shows that the structure obtained, inter alia in the form of the chamfers 26, has such a depth that the substrate 2 is essentially, or even totally, undeformed or flat. It is inter alia the layer 10 originally consisting of powdered plastic 5 which adapts to the structure 24 of the press block 21. The material sheets 12-17 located above it also adapt to the structure 24 of the press block 21. The finally obtained floor panels 1 have the special feature that they have both structural sections 27, in this case structure in the form of wood tracks, which are limited in depth to the thickness of the actual top layer 3, namely of the decorative material sheet 12 and any overlay 15, as structural sections 28 in this case the chamfers extending in depth into the layer 10 originally consisting of powdered plastic 13, the substrate 2 remaining essentially undeformed or flat. A uniform impression resulting in a thickness reduction or uniform compacting of the substrate 2 is possible.
Het is duidelijk dat figuur 4 centraal een te verwijderen gedeelte 29 van de laminaatplaat 4A weergeeft. Dit te verwijderen gedeelte 29 biedt plaats aan de opdeelbewerking, en aan de vormbewerking die verantwoordelijk is voor het verwezenlijken van de mechanische koppeldelen 22.It is clear that figure 4 represents a portion 29 of the laminate plate 4A to be removed centrally. This portion 29 to be removed accommodates the dividing operation, and the forming operation that is responsible for realizing the mechanical coupling parts 22.
Figuur 5 geeft een variante weer waarbij voor het aanbrengen van de poedervormige kunststof 5 de in de inleiding genoemde tweede mogelijke techniek is toegepast. Het uiteindelijke resultaat is gelijkaardig aan dat van figuur 4. Hierbij vormt de poedervormige kunststof 5 een onderlaag 30 die zich aan de onderzijde van het decoratief materiaalvel 12 bevindt. Wanneer dergelijke onderlaag 30 tevens vulmateriaal bevat, zoals houtvezels, wordt een uitvoering volgens de afwijkende variante van het eerste aspect bereikt.Figure 5 shows a variant in which the second possible technique mentioned in the introduction is used for applying the powdered plastic 5. The final result is similar to that of figure 4. The powdered plastic 5 here forms a lower layer 30 which is located on the underside of the decorative material sheet 12. If such bottom layer 30 also contains filling material, such as wood fibers, an embodiment according to the deviating variant of the first aspect is achieved.
Figuur 6 geeft nog een variante weer waarbij voor het aanbrengen van de poedervormige kunststof 5 de in de inleiding genoemde derde mogelijke techniek is toegepast. Hierbij wordt de poedervormige kunststof 5, in het voorbeeld, op een van hars of kunststof 13 voorzien materiaalvel 31, bijvoorbeeld een met melamine bevattend hars geïmpregneerd papiervel, aangebracht, dat dan in de stapel 11 wordt opgenomen in een positie tussen het decoratief materiaalvel 12 en het substraat 2. Het uiteindelijke resultaat is gelijkaardig aan dat van figuur 4, doch met een extra materiaalvel 31.Figure 6 shows another variant in which the third possible technique mentioned in the introduction is applied for applying the powdered plastic 5. Here, the powdered plastic 5, in the example, is applied to a material sheet 31 provided with resin or plastic 13, for example a paper sheet impregnated with melamine, which is then accommodated in the stack 11 in a position between the decorative material sheet 12 and the substrate 2. The final result is similar to that of figure 4, but with an additional material sheet 31.
Figuur 7 geeft een uitvoering weer die de kenmerken van het derde aspect van de uitvinding vertoont. Hierbij is de plaat 4 bevochtigd met een substantie 32 die een waterige oplossing van bevochtigingsmiddel bevat. Dit middel is voor het grootste gedeelte in de bovenste lagen van het substraat 2 ingedrongen.Figure 7 shows an embodiment that shows the features of the third aspect of the invention. The plate 4 is hereby wetted with a substance 32 which contains an aqueous solution of wetting agent. This agent has for the most part penetrated into the upper layers of the substrate 2.
Figuur 8 toont dat de stapel 11 van figuur 7 aanleiding kan geven tot een structuur 26-27-28 die zich uitstrekt tot in het substraat 2 of de plaat 4 zelf. In dit geval zijn het de structuurgedeelten 28 die de afkantingen 26 bevatten die zich tot in het substraat 2 of tot in de plaat 4 uitstrekken. Zoals weergegeven kunnen deze structuurgedeelten 28 gecombineerd worden met structuurgedeelten 27 die in diepte beperkt zijn tot de dikte van de eigenlijke toplaag 3, of zelfs tot de dikte van de overlay 15 of beschermlaag.Figure 8 shows that the stack 11 of Figure 7 can give rise to a structure 26-27-28 that extends into the substrate 2 or the plate 4 itself. In this case, it is the structural portions 28 which contain the chamfers 26 which extend into the substrate 2 or into the plate 4. As shown, these structural parts 28 can be combined with structural parts 27 which are limited in depth to the thickness of the actual top layer 3, or even to the thickness of the overlay 15 or protective layer.
Figuur 9 geeft nog een vloerpaneel 1 weer met een structuur die is verkregen door het toepassen van één van de aspecten van de huidige uitvinding. Het betreft hierbij specifiek een structuur die zogenaamd geschraapt hout imiteert, waarbij zich schraapbanen 33 over het oppervlak van het vloerpaneel 1 uitstrekken, bij voorkeur hoofdzakelijk in lengterichting van het vloerpaneel 1. Tevens is een afkanting 26 weergegeven. Het decoratieve materiaalvel 12 strekt zich ononderbroken uit vanop het eigenlijke oppervlak van het vloerpaneel 1 tot op het oppervlak van de afkanting 26.Figure 9 shows another floor panel 1 with a structure obtained by applying one of the aspects of the present invention. This specifically concerns a structure that imitates so-called scraped wood, wherein scraping tracks 33 extend over the surface of the floor panel 1, preferably substantially in the longitudinal direction of the floor panel 1. A chamfer 26 is also shown. The decorative material sheet 12 extends continuously from the actual surface of the floor panel 1 to the surface of the chamfer 26.
Figuur 10 geeft een momentopname weer van een werkwijze met de kenmerken van het vierde aspect. De stapel 11 is in dit geval samengesteld uit een substraat 2, een decoratieve laag 12, een beschermlaag 15 of overlay en een tegenlaag 16 of balanceerlaag, waarbij deze lagen 12-15-16 telkens minstens zijn samengesteld uit een van kunststof, bijvoorbeeld hars, voorzien materiaalvel. Het substraat 2 is voorafgaandelijk aan de stap S2 waarin de stapel 11 wordt samengesteld voorzien van een gestructureerd oppervlak 34 dat minstens uitsparingen 35 vertoont. In dit geval betreft het uitsparingen 35 die banen van verwijderd materiaal omvatten, waarbij deze banen zich minstens in lengterichting van het substraat 2 uitstrekken. Dergelijke banen kunnen ook in dwarse richting van het substraat 2 worden aangebracht, al dan niet in combinatie met langse banen. Eveneens voorafgaandelijk aan voornoemde tweede stap S2 en voornoemde derde stap S3 is in minstens één van de voornoemde uitsparingen 35 een afzonderlijk kunststofhoudend materiaal 36 ingebracht, bijvoorbeeld door dit kunststofhoudend materiaal 36 in deze uitsparingen 35 te strijken.Figure 10 shows a snapshot of a method with the features of the fourth aspect. The stack 11 is in this case composed of a substrate 2, a decorative layer 12, a protective layer 15 or overlay and a counter layer 16 or balancing layer, wherein these layers 12-15-16 are each composed at least of a plastic, for example resin, provided material sheet. Prior to the step S2 in which the stack 11 is assembled, the substrate 2 is provided with a structured surface 34 which has at least recesses 35. In this case, these are recesses 35 comprising webs of removed material, wherein these webs extend at least in the longitudinal direction of the substrate 2. Such webs can also be applied in the transverse direction of the substrate 2, optionally in combination with longitudinal webs. Also prior to said second step S2 and said third step S3, a separate plastic-containing material 36 has been introduced into at least one of the aforementioned recesses 35, for example by ironing this plastic-containing material 36 into these recesses 35.
Figuur 11 geeft weer dat met behulp van voornoemde derde stap S3 het van kunststof voorziene decoratieve materiaalvel 12 en voornoemde beschermlaag 15 minstens ter plaatse van de voornoemde uitsparing 35 met het substraat 2 en/of het afzonderlijk kunststofhoudend materiaal 36 wordt verbonden. In dit geval worden deze lagen 12-15 ook minstens verbonden aan de zijwanden 37 van voornoemde uitsparing 35.Figure 11 shows that with the aid of the aforementioned third step S3 the decorative material sheet 12 provided with plastic and the protective layer 15 are connected to the substrate 2 and / or the individual plastic-containing material 36 at least at the location of the said recess 35. In this case, these layers 12-15 are also at least connected to the side walls 37 of the aforementioned recess 35.
Bij voorkeur wordt de uitvinding van het vierde aspect, zoals hier, aangewend voor het vervaardigen van panelen 1 die aan het oppervlak een structuur vertonen met minstens een uitsparing of verlaagde rand of afkanting 26 die het kenmerk vertoont dat het voornoemde decoratief materiaalvel 12 zich ter plaatse van deze uitsparing of verlaagde rand onder het horizontaal niveau van de globale bovenzijde 38 van het substraat 2 uitstrekt. Bij voorkeur betreft het hierbij de uitsparing 35 die volgens dit vierde aspect van het afzonderlijk kunststofhoudende materiaal 36 wordt voorzien.The invention of the fourth aspect, as here, is preferably used for the manufacture of panels 1 which at the surface have a structure with at least one recess or lowered edge or chamfer 26, which is characterized in that the aforementioned decorative material sheet 12 is situated there of this recess or lowered edge extends below the horizontal level of the global top 38 of the substrate 2. This preferably relates to the recess 35 which is provided with the separate plastic-containing material 36 according to this fourth aspect.
Figuren 11 geeft duidelijk weer dat een impregnatie van het substraatmateriaal 2 wordt bekomen ter plaatse van voornoemde uitsparingen 35. Aan de hand van de streeplijnen 39 geeft figuur 11 verder weer dat de uitvinding in dit geval wordt aangewend voor het verwezenlijken van panelen 1, die aan minstens één rand een verlaagd randgebied of een afkanting 26 vertonen, in dit geval aan twee tegenovereenliggende randen een randgebied met de vorm van een vellingkant. Figuur 11 geeft ook duidelijk weer dat meerdere van dergelijke panelen 1 uit de verperste stapel 11 kunnen worden verkregen en dat het voornoemde randgebied hierbij oorspronkelijk deel uitmaakte van minstens één van voornoemde uitsparingen 35. In dit geval wordt het oppervlak van het verlaagde randgebied of de afkanting 26 minstens gedeeltelijk gevormd door één van voornoemde zijwanden 37, die met het decoratieve materiaalvel 12 is bekleed.Figures 11 clearly shows that an impregnation of the substrate material 2 is obtained at the location of the said recesses 35. Figure 11 furthermore shows that the invention is used in this case for the realization of panels 1 which at least one edge has a lowered edge area or a chamfer 26, in this case on two opposite edges an edge area with the shape of a chamfered edge. Figure 11 also clearly shows that a plurality of such panels 1 can be obtained from the compressed stack 11 and that the aforementioned edge region was originally part of at least one of the aforementioned recesses 35. In this case, the surface of the lowered edge region or the chamfer 26 formed at least in part by one of the aforementioned side walls 37, which is covered with the decorative material sheet 12.
Uit de figuren 10 tot 12 is het ook duidelijk dat voornoemde panelen 1, in dit geval, zijn uitgevoerd als vloerpanelen voor het samenstellen van een zwevende vloerbekleding waarbij deze vloerpanelen minstens aan de randen die voorzien zijn van voornoemde verlaagde randgebieden of afkantingen 26 voorzien zijn van mechanische koppelmiddelen 22 die toelaten dat twee of meer van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden vergrendeld. Bij voorkeur gaat het om vierkante of rechthoekige panelen 1 die aan beide paren van tegenovereenliggende randen voorzien zijn van dergelijke koppelmiddelen 22. De hier weergegeven koppelmiddelen 22 zijn van het type dat op zich bekend is uit het WO 97/47834. Hiertoe zijn zij hoofdzakelijk uitgevoerd als een tand 40 en groef 41 die voorzien zijn van vergrendelingsdelen 42.It is also clear from Figs. 10 to 12 that said panels 1, in this case, are designed as floor panels for assembling a floating floor covering, said floor panels being provided with at least the edges which are provided with the aforementioned lowered edge areas or chamfers 26 mechanical coupling means 22 that allow two or more of such floor panels to be locked together. Preferably, these are square or rectangular panels 1 which are provided on both pairs of opposite edges with such coupling means 22. The coupling means 22 shown here are of the type known per se from WO 97/47834. For this purpose they are mainly designed as a tooth 40 and groove 41 which are provided with locking parts 42.
Figuur 12 geeft weer dat, bij koppeling van twee van dergelijke vloerpanelen 1 aan de betreffende randen, aan de bovenzijde van de tand 40 en de onderzijde van de bovenlip 43 die de groef 41 definieert een verticaal actief contactoppervlak 44 wordt gevormd. De aan de hand van het vierde aspect gemodificeerde zone 45 strekt zich in het voorbeeld minstens uit van aan dit verticaal actief contactoppervlak 45 tot aan de toplaag 3. Zoals weergegeven sluiten de vloerpanelen 1 in de gekoppelde toestand tegen elkaar aan ter hoogte van het voornoemde verlaagde randgebied of de afkanting 26. Hierbij strekt het decoratieve materiaalvel 12 zich uit op het verlaagde randgebied tot ter hoogte van voornoemde aansluiting 46.Figure 12 shows that, when two of such floor panels 1 are coupled to the respective edges, a vertically active contact surface 44 is formed on the upper side of the tooth 40 and the lower side of the upper lip 43 defining the groove 41. In the example, the zone 45 modified on the basis of the fourth aspect extends at least from this vertically active contact surface 45 to the top layer 3. As shown, the floor panels 1, in the coupled state, abut each other at the height of the aforementioned lowered edge area or chamfer 26. Here, the decorative material sheet 12 extends on the lowered edge area up to the height of the aforementioned connection 46.
Figuur 13 geeft een variante weer waarbij voornoemd afzonderlijk kunststofmateriaal 36 slechts voor een gedeelte in het substraat 2 dringt en voor het overige gedeelte 47 uithardt op het oorspronkelijke oppervlak van het substraat 2. In dit geval wordt, zoals figuur 14 weergeeft, een dergelijk gedeelte 47 gevormd minstens onder het oppervlak van voornoemd verlaagd randgebied of de afkanting 26.Figure 13 shows a variant in which the aforementioned individual plastic material 36 only partially penetrates into the substrate 2 and for the remaining part 47 hardens on the original surface of the substrate 2. In this case, as Figure 14 shows, such a part 47 formed at least below the surface of said lowered edge region or chamfer 26.
Volgens de uitvoeringsvormen van de figuren 10 tot 14 strekt de betreffende uitsparing 35 zich in de plaat 4 of de laminaatplaat 4A in dwarse richting uit tussen de randen van de nog te vormen vloerpanelen 1. Uiteraard kan ook gewerkt worden met uitsparingen 35 die een andere vorm of afmeting vertonen, zoals met ongeveer V- vormige uitsparingen die zijn aangebracht ter plaatse van de nog te vormen afkantingen 26. Zoals aangegeven met de streeplijn, kan het persblek 21, volgens de uitvoeringen van figuren 10 en 13, voorzien zijn om de volledige zone 29 in te drukken en/of het decoratieve materiaalvel 12 over deze volledige zone 29 te verbinden met het substraat 2 en of het afzonderlijk kunststofmateriaal 36.According to the embodiments of figures 10 to 14, the respective recess 35 extends in the plate 4 or the laminate plate 4A in a transverse direction between the edges of the yet to be formed floor panels 1. Naturally, it is also possible to work with recesses 35 which have a different shape or dimensions, such as with approximately V-shaped recesses which are provided at the edges of the edges still to be formed 26. As indicated by the dashed line, the pressing blank 21, according to the embodiments of figures 10 and 13, can be provided around the entire zone 29 and / or connect the decorative material sheet 12 over this entire zone 29 to the substrate 2 and / or the individual plastic material 36.
Nog volgens de uitvoeringsvormen van de figuren 10 tot 14 beperkt het aanbrengen van het afzonderlijk kunststofmateriaal 36 zich tot één of meerdere van voornoemde uitsparingen. Het is duidelijk dat het ook mogelijk is één of meerdere gebieden van het globale oppervlak 38 van het substraat 2 met dergelijk kunststofmateriaal 36 te voorzien, waarbij eventueel een uitvoering met de kenmerken van het eerste aspect kan worden verkregen.Still according to the embodiments of figures 10 to 14, the provision of the separate plastic material 36 is limited to one or more of the aforementioned recesses. It is clear that it is also possible to provide one or more regions of the global surface 38 of the substrate 2 with such plastic material 36, wherein optionally an embodiment with the characteristics of the first aspect can be obtained.
Verder wordt nog opgemerkt dat de uitsparingen 35 bij voorkeur gevormd worden door materiaal te verwijderen aan het oppervlak van een globaal vlakke plaat 4, bijvoorbeeld door middel van een zaag en/of freesbewerking. Het is echter niet uitgesloten dat dergelijke uitsparingen 35 middels een andere bewerking worden bereikt, bijvoorbeeld door het vervormen van het oppervlak van een globaal vlakke plaat 4, bijvoorbeeld aan de hand van een persbewerking met een gestructureerd perselement.It is further noted that the recesses 35 are preferably formed by removing material on the surface of an overall flat plate 4, for example by means of a sawing and / or milling operation. However, it is not excluded that such recesses 35 are achieved by means of a different operation, for example by deforming the surface of an overall flat plate 4, for example on the basis of a pressing operation with a structured pressing element.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijzen en beklede panelen kunnen worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the embodiments described above, but such methods and coated panels can be realized without departing from the scope of the present invention.
Claims (10)
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2010/0186A BE1019259A5 (en) | 2010-03-24 | 2010-03-24 | METHODS FOR MANUFACTURING PANELS. |
BE201000186 | 2010-03-24 | ||
US34701410P | 2010-05-21 | 2010-05-21 | |
US34701410 | 2010-05-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1019453A3 true BE1019453A3 (en) | 2012-07-03 |
Family
ID=43014206
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2010/0186A BE1019259A5 (en) | 2010-03-24 | 2010-03-24 | METHODS FOR MANUFACTURING PANELS. |
BE2010/0499A BE1019453A3 (en) | 2010-03-24 | 2010-08-23 | METHODS FOR MANUFACTURING PANELS. |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2010/0186A BE1019259A5 (en) | 2010-03-24 | 2010-03-24 | METHODS FOR MANUFACTURING PANELS. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (2) | BE1019259A5 (en) |
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2017072657A1 (en) | 2015-10-27 | 2017-05-04 | Unilin, Bvba | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
US10472833B2 (en) | 2015-07-02 | 2019-11-12 | Unilin, Bvba | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
US10576715B2 (en) | 2015-07-10 | 2020-03-03 | Aladdin Manufacturing Corporation | Flooring board with a thin veneer wood aesthetic and durable surface |
WO2022123401A1 (en) * | 2020-12-11 | 2022-06-16 | Flooring Industries Limited, Sarl | Method for manufacturing a laminate, an aminoplast resin catalyst used therein, and a laminate obtained thereby |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2004042168A1 (en) * | 2002-11-01 | 2004-05-21 | Mannington Mills, Inc. | A surface covering panel with printed pattern |
EP1880816A2 (en) * | 2006-07-20 | 2008-01-23 | Flooring Technologies Ltd. | Method for moulding an area of derived timber boards and device therefore |
WO2009124704A1 (en) * | 2008-04-07 | 2009-10-15 | Välinge Innovation Belgium BVBA | Wood fibre based panels with a thin surface layer |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE10156956A1 (en) * | 2001-11-20 | 2003-06-05 | Hw Ind Gmbh & Co Kg | Building components, especially floor tiles, are produced by forming a laminate from a carrier and a decorative paper, and applying a duroplastic |
-
2010
- 2010-03-24 BE BE2010/0186A patent/BE1019259A5/en not_active IP Right Cessation
- 2010-08-23 BE BE2010/0499A patent/BE1019453A3/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2004042168A1 (en) * | 2002-11-01 | 2004-05-21 | Mannington Mills, Inc. | A surface covering panel with printed pattern |
EP1880816A2 (en) * | 2006-07-20 | 2008-01-23 | Flooring Technologies Ltd. | Method for moulding an area of derived timber boards and device therefore |
WO2009124704A1 (en) * | 2008-04-07 | 2009-10-15 | Välinge Innovation Belgium BVBA | Wood fibre based panels with a thin surface layer |
Cited By (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US10472833B2 (en) | 2015-07-02 | 2019-11-12 | Unilin, Bvba | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
US11008762B2 (en) | 2015-07-02 | 2021-05-18 | Unilin Bv | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
US11668102B2 (en) | 2015-07-02 | 2023-06-06 | Flooring Industries Limited Sarl | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
US10576715B2 (en) | 2015-07-10 | 2020-03-03 | Aladdin Manufacturing Corporation | Flooring board with a thin veneer wood aesthetic and durable surface |
WO2017072657A1 (en) | 2015-10-27 | 2017-05-04 | Unilin, Bvba | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
US10829942B2 (en) | 2015-10-27 | 2020-11-10 | Unilin, Bvba | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
US11174647B2 (en) | 2015-10-27 | 2021-11-16 | Flooring Industries Limited, Sarl | Method for manufacturing floor panels |
EP4219861A2 (en) | 2015-10-27 | 2023-08-02 | Flooring Industries Limited, SARL | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
US11965343B2 (en) | 2015-10-27 | 2024-04-23 | Unlin, Bv | Floor panel and method for manufacturing floor panels |
WO2022123401A1 (en) * | 2020-12-11 | 2022-06-16 | Flooring Industries Limited, Sarl | Method for manufacturing a laminate, an aminoplast resin catalyst used therein, and a laminate obtained thereby |
EP4259432A1 (en) * | 2020-12-11 | 2023-10-18 | Flooring Industries Limited, SARL | Method for manufacturing a laminate, an aminoplast resin catalyst used therein, and a laminate obtained thereby |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1019259A5 (en) | 2012-05-08 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US11654712B2 (en) | Coated panel and method for manufacturing such panel | |
US20230256774A1 (en) | Coated panel and method for manufacturing such panel | |
RU2633007C1 (en) | Floorboard | |
US10000040B2 (en) | Floor panel, methods for manufacturing laminate panels and method for treating material sheets applied herewith | |
RU2483867C2 (en) | Boards based on wood fibers with wear proof surface | |
RU2637010C1 (en) | Panel for floor, wall or ceiling and method of its manufacture | |
RU2591466C2 (en) | Balancing layer on powder base | |
CN108350694B (en) | Floor panel and method for manufacturing floor panel | |
US8262839B2 (en) | Method for manufacturing panels and panel hereby obtained | |
RU2618070C2 (en) | Method for producing substrates for printing, as well as decorative panel with direct printing | |
RU2464396C2 (en) | Method to manufacture floor panel with high antiskid properties | |
WO2015174909A1 (en) | A method of producing a veneered element and such a veneered element | |
US20130014891A1 (en) | Methods for manufacturing laminate panels | |
BE1019453A3 (en) | METHODS FOR MANUFACTURING PANELS. | |
KR20140022361A (en) | Method for producing panels and panel produced according to the method | |
CA2004182A1 (en) | Method for producing a structure in the surface of a hardened fibreboard | |
KR20160052757A (en) | Coated panel comprising foam or polyvinyl chloride and method for manufacturing | |
CA2897156C (en) | A method of producing a building panel | |
KR101375430B1 (en) | Manufacturing Method of Engineered Wood Board for Processing Deep Groove | |
US10955357B2 (en) | Method for producing an OSB | |
JP3753473B2 (en) | Veneer | |
RU2681098C2 (en) | Method for finishing wood board | |
RU2628514C2 (en) | Panels on basis of wood fibres with wear-resistant surface | |
RU2757241C1 (en) | Method for finishing the supplied construction panel | |
JPH08112804A (en) | Manufacture of floor material |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20130831 |