BE1010479A3 - Open- en sluitmechanisme voor een opwaarts kantelend afsluitelement. - Google Patents
Open- en sluitmechanisme voor een opwaarts kantelend afsluitelement. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1010479A3 BE1010479A3 BE9700558A BE9700558A BE1010479A3 BE 1010479 A3 BE1010479 A3 BE 1010479A3 BE 9700558 A BE9700558 A BE 9700558A BE 9700558 A BE9700558 A BE 9700558A BE 1010479 A3 BE1010479 A3 BE 1010479A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- closing
- axis
- opening
- engaging element
- shaft
- Prior art date
Links
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 title claims abstract description 50
- 238000005192 partition Methods 0.000 title abstract 4
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 23
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 23
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 23
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 18
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 11
- 230000007704 transition Effects 0.000 claims description 7
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 claims description 6
- 239000010959 steel Substances 0.000 claims description 6
- 238000007789 sealing Methods 0.000 claims description 3
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 2
- 235000013305 food Nutrition 0.000 claims 1
- 230000005484 gravity Effects 0.000 description 10
- 239000004020 conductor Substances 0.000 description 5
- 239000000463 material Substances 0.000 description 4
- 235000021028 berry Nutrition 0.000 description 1
- 239000000498 cooling water Substances 0.000 description 1
- 238000001514 detection method Methods 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 238000012423 maintenance Methods 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 238000012216 screening Methods 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05F—DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
- E05F15/00—Power-operated mechanisms for wings
- E05F15/60—Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators
- E05F15/603—Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors
- E05F15/665—Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for vertically-sliding wings
- E05F15/668—Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for vertically-sliding wings for overhead wings
- E05F15/681—Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for vertically-sliding wings for overhead wings operated by flexible elongated pulling elements, e.g. belts
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05Y—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
- E05Y2800/00—Details, accessories and auxiliary operations not otherwise provided for
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05Y—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
- E05Y2900/00—Application of doors, windows, wings or fittings thereof
- E05Y2900/10—Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof
- E05Y2900/106—Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof for garages
Landscapes
- Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een mechanisme voor het openen en/of sluiten van opwaarts kantelende afsluitelementen (1), voorzien van twee geleid beweegbare assen (100,200). Het afsluitelement is voorzien. Door gebruik te maken van twee verbindingsmiddelen laat dit mechanisme toe dergelijke afsluitelementen op automatiseerbare wijze te openen en te sluiten.
Description
OPEN- EN SLUITMECHANISME VOOR EEN OPWAARTS KANTELEND AFSLUITELEMENT De onderhavige uitvinding betreft mechanismes voor het openen en/of sluiten van opwaarts kantelende afsluitelementen. De uitvinding betreft meer in het bijzonder opwaarts kantelende afsluitelementen waarvan het openen en/of het sluiten automatisch kan verlopen, evenals werkwijzen voor het automatisch openen en sluiten van opwaarts kantelende afsluitelementen. Dergelijke afsluitelementen vinden ondermeer toepassing als garage- en andere poorten en als afschermhekken. Onder de opwaarts kantelende afsluitelementen onderscheidt men drie hoofdtypes: de sectionaalpoort, de vertikaal geleide kantelpoort, de horizontaal geleide kantelpoort en de vertikaal+horizontaal geleide kantelpoort. Bij elk van deze types geschiedt de kantelbeweging via één of meerdere rotatie-assen waarvan de beweging gecontroleerd wordt door minstens één paar zijdelingse geleiders. In wat volgt wordt door 'binnen' die zijde voor of achter het opstaande opwaarts kantelend afsluitelement aangeduid in de richting waarvan het bovenuiteinde van de kantelpoort bij het openen wordt bewogen, terwijl de andere zijde door 'buiten' wordt aangeduid. De sectionaalpoort bestaat uit een scharnierende aaneenschakeling van rechthoekige segmenten van beperkte hoogte. Bij het openen van de sectionaalpoort worden deze segmenten één per één naar boven en naar binnen getrokken tot in horizontale positie. Bij het sluiten van de sectionaalpoort ondergaan de segmenten dezelfde bewegingen maar in omgekeerde zin. De beweging van de sectionaalpoort wordt gecontroleerd door een paar vertikale en een paar horizontale geleiders die op vloeiende wijze in elkaar overgaan. De overige types opwaarts kantelende afsluitelementen bestaan uit één enkel segment dat bij het openen naar binnen en naar boven wordt getrokken. Bij het openen en sluiten van een horizontaal geleide kantelpoort, wentelt het afsluitelement zich om één horizontale rotatie-as waarvan de beweging door een stel parallelle horizontale geleiders gecontroleerd wordt. Analoog wentelt, bij het openen en sluiten van een vertikaal geleide kantelpoort, het afsluitelement zich om één horizontale rotatie-as waarvan de beweging door twee parallelle, vertikale geleiders beheerst wordt. Bij het openen en sluiten van vertikaal+horizontaal geleide kantelpoorten, wentelt het afsluitelement zich om twee horizontale rotatie-assen, waarbij de beweging van de hoogst gesitueerde rotatie-as door een stel horizontale geleiders en de beweging van de lager gesitueerde rotatie-as door een stel vertikale geleiders wordt gecontroleerd. Verder wordt onderscheid gemaakt tussen buiten- en binnendraaiende afsluitelementen. Bij het openen en sluiten van buitendraaiende afsluitelementen bevindt, per definitie, op zeker ogenblik een deel onderaan de kantelpoort zich aan de buitenzijde van het vlak bepaald door afsluitelement in gesloten toestand. Bij het openen en sluiten van binnendraaiende afsluitelementen daarentegen blijft het afsluitelement steeds geheel aan de binnenzijde. Sectionaalpoorten en vertikaal+horizontaal geleide kantelpoorten waarvan de onderste rotatie-as zich aan het onderuiteinde van de kantelpoort bevindt, zijn binnendraaiende kantelpoorten. Horizontaal geleide kantelpoorten zijn buitendraaiend. Een voorbeeld van dergelijke buitendraaiende horizontaal geleide kantelpoorten zijn de zogenaamde BERRYpoorten welke door het bedrijf Hörmann op de markt worden gebracht. In de praktijk zijn ook vertikaal kantelpoorten buitendraaiend, daar de rotatie-as zongeveer op halve hoogte van het afsluitelement bevindt. Dat een afsluitelement zich niet naar buiten toe beweegt is vaak een belangrijk voordeel of zelfs een wettelijke vereiste, bijvoorbeeld in het geval van garagepoorten die zich pal aan de openbare weg bevinden. Voor de meeste opwaarts kantelende afsluitelementen werden en worden geautomatiseerde open- en sluitmechanismes ontwikkeld. Bij het geautomatiseerd openen en sluiten van sectionaalpoorten en horizontaal geleide opwaarts kantelende afsluitelementen wordt vaak gebruik gemaakt van een lineaire deuropener. Hierbij wordt een aandrijfriem, die zich ongeveer ter hoogte van de horizontale geleiders bevindt en die heenen-weer beweegbaar is parallel aan deze horizontale geleiders, aangedreven door een veelal afstandbediende motor. Door deze aandrijfriem wordt een slede voortbewogen die op soepele of rigide wijze met het boveneind van het afsluitelement is verbonden. Door de slede van het vlak bepaald door het opstaand afsluitelement weg te bewegen wordt het afsluitelement geopend. Wanneer de slede naar het vlak bepaald door het opstaand afsluitelement toe beweegt, wordt het afsluitelement gesloten. De slede kan een motorslede zijn, waarbij de motor die de aandrijfriem aandrijft in de slede vervat is. Voorbeelden van dergelijke lineaire deuropeners worden door de firma Crawford verkocht onder de benamingen A100SE en A300SE. Bij andere lineaire aandrijfsystemen is de motor die de aandrijfriem aandrijft stationair en van de bewegende slede gescheiden. Dergelijke lineaire deuropeners worden gecommercialiseerd door de firma Hörmann onder de benamingen SupraMatic S, GTS 100, en door de firma Promax onder de benaming GPS Stealth�. Om het afsluitelement de gewenste stabiliteit te verlenen en om de bij het openen vereiste kracht te beperken, wordt vaak gebruik gemaakt van tegengewichten, (torsie)veren of zuigers. Als belangrijke voordelen van lineaire deuropeners gelden: brede toepasbaarheid , gering plaatsverbruik, eenvoud van installatie en onderhoudsvriendelijkheid. Ook voor horizontaal en vertikaal geleide poorten bestaan geautomatiseerde open- en sluitmechanismes. Volgens een bekend mechanisme wordt op ongeveer halve hoogte van de kantelpoort een horizontale as aangebracht die door middel van twee zijdelingse armen op scharnierende wijze bovenaan met het beslag van de kantelpoort verbonden zijn. Op deze as worden één of meerdere motoren aangebracht die de horizontale as doen roteren om de kantelpoort te openen of te sluiten. Dergelijke automatische open- en sluitmechanismes voor vertikaal geleide kantelpoorten zijn in de handel te bekomen bij Modular Automation Corporation onder de benaming BOX en bij de firma Fadini onder de benaming APROLI 480. Door aan de binnenzijde van een vertikaal geleide kantelpoort een curve-arm aan te brengen, kunnen deze poorten ook door middel van een lineaire deuropener automatisch geopend en gesloten worden. De toepasbaarheid van de combinatie van een lineaire deuropener en een curve-arm is echter beperkt tot lichte, zeer vlot draaiende vertikaal geleide kantelpoorten. Als belangrijke voordelen van vertikaal+horizontaal geleide kantelpoorten kunnen de eenvoud, de hoge stabiliteit en het optioneel binnendraaiend zijn vermeld worden. Een belangrijk nadeel van vertikaal+horizontaal geleide kantelpoorten is dat het openen en sluiten ervan moeilijk automatiseerbaar is. Zo worden onder de merknaam ROB@ onder nummers 370.310, 370.330 en 375.310 uitrustingen voor het automatiseren van vertikaal+horizontaal geleide kantelpoorten aangeboden, waarbij door middel van zijdelingse scharnierarmen, een aandrijfeenheid aangebracht bovenaan de horizontale geleiders en kettingen de kantelpoort automatisch geopend en gesloten kan worden. Voor de goede werking van een dergelijk open- en sluitmechanisme is een nauwgezette afregeling vereist. Verder hangen bij open stand van de kantelpoort de aandrijfkettingen vrij naar beneden en vormen de geleiders van deze kettingen zowel in open als in gesloten stand van de kantelpoort een zijdelingse hindernis aan de binnenzijde van de poort. Een doel van de onderhavige uitvinding is het uitbreiden van de toepassingsmogelijkheden van lineaire deuropeners. Een verder doel van de uitvinding is het op punt stellen van een verbeterd automatisch open- en sluitmechanisme voor vertikaal+horizontaal en analoge geleide kantelpoorten. Voor alle duidelijkheid wordt in wat volgt de uitvinding beschreven met betrekking tot een opwaarts kantelend opstaand afsluitelement waarbij de opstaande stand van het afsluitelement met de gesloten toestand geassocieerd is en waarbij het afsluitelement er dus op gericht is de doorgang in horizontale richting te hinderen of te verhinderen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij garagepoorten. De uitvinding betreft echter evenzeer opwaarts kantelende opstaande afsluitelementen waarvan de opstaande stand van het afsluitelement met de open toestand overeenstemt. De uitvinding betreft een automatiseerbare werkwijze voor het opwaarts openen van een opwaarts kantelend afsluitelement. Het afsluitelement bevat een voor- en achterkant, twee zijkanten en een boven- en onderkant. Het afsluitelement is tevens voorzien van twee parallelle, horizontale geleid beweegbare assen, waarbij de eerste as geleid op-en-neer beweegbaar is in hoofdzaak volgens een eerste richting A welke loodrecht staat op de twee assen en waarbij de tweede as geleid beweegbaar is in hoofdzaak volgens een tweede richting B die eveneens loodrecht staat op de twee assen. In opstaande stand van het afsluitelement is de tweede as hoger gelegen dan de de eerste as. <EMI ID=1.1> is hierbij kleiner dan 180[deg.] en groter dan of in hoofdzaak gelijk aan 90[deg.]. Het afsluitelement is verder voorzien van een tractiesysteem dat een tractiekracht kan uitoefenen volgens een derde richting C en dat voorzien is van een volgens richting C beweegbaar aangrijpingselement voor deze tractiekracht. Bij het openen van het afsluitelement is het aangrijpingselement in een eerste fase op niet-elastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met de tweede as. Daarbij wordt door het tractiesysteem op de tweede as een kracht uitgeoefend volgens richting B gericht weg van het vlak bepaald door de eerste as en richting A zodat de tweede as zich geleid in de richting en zin van deze netto kracht beweegt. In een tweede fase, welke chronologisch op de eerste fase volgt, is het aangrijpingselement op nietelastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met de eerste as. Op de eerste as wordt dan door het tractiesysteem een opwaartse kracht uitgeoefend volgens richting A , zodat de eerste as zich geleid in de richting en zin van deze kracht beweegt. De overgang van de eerste naar de tweede fase gebeurt automatisch. De uitvinding betreft eveneens een analoge werkwijze voor het neerwaarts sluiten van het hogerbeschreven opwaarts kantelend afsluitelement. Bij het sluiten van het afsluitelement is het aangrijpingselement in een eerste fase rechtstreeks of onrechtstreeks op niet-elastische wijze verbonden met de eerste as. Gedurende die eerste fase wordt door het tractiesysteem op de eerste as een kracht uitgeoefend volgens richting A , zodat de eerste as zich, onder invloed van de op het afsluitelement inwerkende zwaartekracht en de door het tractiesysteem uitgeoefende kracht geleid neerwaarts beweegt in hoofdzaak volgens richting A In een tweede fase, welke chronologisch op de eerste fase volgt, is het aangrijpingselement op nietelastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met de tweede as, waarbij door het tractiesysteem op de tweede as een kracht uitgeoefend wordt volgens richting B zodat de tweede as onder invloed van de op het afsluitelement inwerkende zwaartekracht en de door het tractiesysteem uitgeoefende kracht de tweede as geleid beweegt volgens richting B en naar het vlak bepaald door de eerste as en richting A toe. Bij het sluiten van het afsluitelement gebeurt de overgang tussen de eerste fase en de tweede fase automatisch. Bij voorkeur wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding de hogerbeschreven werkwijze voor het opwaarts openen van het afsluitelement gecombineerd met de beschreven werkwijze voor het neerwaarts sluiten van het afsluitelement. Zowel bij de werkwijze voor het opwaarts openen van het afsluitelement als bij de werkwijze voor het neerwaarts sluiten ervan grijpt de overgang van de eerste naar de tweede fase bij voorkeur in hoofdzaak daar plaats waar met een verplaatsing van het aangrijpingselement volgens <EMI ID=2.1> volgens richting B van de tweede as overeenstemmen, ongeacht of het aangrijpingselement verbonden is met de eerste dan wel met de tweede as. Richting A kan de vertikale richting zijn. Richting B kan horizontaal zijn. <EMI ID=3.1> B kan in hoofdzaak 90[deg.] bedragen. Bij voorkeur valt richting C samen met richting B . De uitvinding betreft tevens open- en sluitmechanisme voor een opwaarts kantelend afsluitelement dat een voor- en een achterkant bevat, een boven- en een onderkant en twee zijkanten. Het afsluitelement is voorzien van twee parallelle, horizontale, geleid beweegbare assen. De eerste as is geleid op-en-neer beweegbaar in hoofdzaak volgens een eerste richting A . De tweede as <EMI ID=4.1> eerste as. Deze tweede as is geleid heen-en-weer beweegbaar in hoofdzaak volgens een tweede richting B . Zowel richting A als richting B staan loodrecht op de twee assen. <EMI ID=5.1> kleiner dan 180[deg.] en groter dan of in hoofdzaak gelijk aan 90[deg.]. Het afsluitelement is verder uitgerust met een tractiesysteem dat een tractiekracht kan uitoefenen volgens een derde richting C . Dit tractiesysteem is voorzien van een aangrijpingselement voor de tractiekracht. Het afsluitelement is voorzien van twee verbindingsmiddelen. Een eerste verbindingsmiddel laat toe het aangrijpingselement op niet-elastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks losmakelijk te verbinden met de eerste as, zodat door het tractiesysteem op de eerste as een op- of neerwaartse kracht uitgeoefend kan worden volgens richting <EMI ID=6.1> afsluitelement inwerkende zwaartekracht en van de door het tractiesysteem geleverde kracht, geleid op-en-neer kan bewegen volgens richting A Analoog laat het tweede verbindingsmiddel toe het aangrijpingselement op niet-elastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks losmakelijk met de tweede as te verbinden zodat door het tractiesysteem op de tweede as een kracht uitgeoefend kan worden volgens richting B gericht van het <EMI ID=7.1> naar dit vlak toe, waardoor de eerste as onder invloed van de op het afsluitelement inwerkende zwaartekracht en de door het tractiesysteem geleverde kracht geleid volgens richting B van het vlak bepaald door de eerste as en richting A weg, dan wel naar dit vlak toe kan bewegen. In gesloten toestand van het afsluitelement is het aangrijpingselement door middel van het tweede verbindingsmiddel verbonden met de tweede as. In open toestand van het afsluitelement is het aangrijpingselement door middel van het eerste verbindingsmiddel verbonden met de eerste as. Het afsluitelement is verder voorzien een koppelmechanisme waardoor bij het openen en sluiten het aangrijpingselement automatisch en simultaan het aangrijpingselement van het ene verbindingselement losgekoppeld en aan het andere verbindingselement vastgekoppeld wordt. Bij voorkeur is het koppelmechanisme zo ingesteld dat het loskoppelen van het aangrijpingselement van het ene verbindingsmiddel en het vastkoppelen van het aangrijpingselement aan het tweede verbindingsmiddel in hoofdzaak daar plaatsgrijpt waar met een verplaatsing van het aangrijpingselement volgens richting C over een <EMI ID=8.1> tweede as overeenstemt, ongeacht of het aangrijpingselement via het eerste verbindingselement verbonden is met de eerste as dan wel via het tweede verbindingselement met de tweede as verbonden is. Richting A kan de vertikale zijn. Richting B kan horizontaal zijn. <EMI ID=9.1> richting B kan in hoofdzaak 90[deg.] bedragen. Bij voorkeur valt richting C samen met richting B . De eerste as kan zich nabij de onderkant van het afsluitelement bevinden. De tweede as kan zich nabij de bovenkant van het afsluitelement bevinden. Bij voorkeur is het tractiesysteem voorzien van een door een motor aangedreven aandrijfelement, waarbij het aandrijfelement het aangrijpingselement in beide zinnen volgens richting C kan bewegen. Het aandrijfelement kan een aandrijfriem, een aandrijfketting of een wormdraad (spindel) zijn. Het aangrijpingselement kan een door het aandrijfelement voortbewogen slede zijn. Bij voorkeur omvat het eerste verbindingselement minstens één niet-elastische soepele kabel. Deze één of meerdere kabels kunnen kunststof of metalen kabels zijn, bijvoorbeeld stalen kabels. Bij voorkeur omvat het tweede verbindingselement een beugel. Deze beugel kan een scharnierende beugel zijn. Het koppelmechanisme kan op voordelige wijze een mechanisch koppelmechanisme zijn. Bij voorkeur omvat het eerste verbindingselement een eerste eindblok dat beweegbaar is langsheen het aandrijfelement en omvat het tweede verbindingselement een tweede eindblok dat eveneens langsheen het aandrijfelement beweegbaar is en waarbij het loskoppelen van het aangrijpingselement van het ene verbindingselement en het vastkoppelen van het aangrijpingselement aan het andere verbindingselement gebeurt via deze twee eindblokken. De voor-en de achterkant van het afsluitelement kunnen een aaneengesloten wand vormen die zich uitstrekt van de onder- tot de bovenkant en van de ene tot de andere zijkant zodat het afsluitelement in gesloten toestand elke doorgang van binnen naar buiten of omgekeerd verhindert. Dit is meestal gewenst wanneer het afsluitelement een garagepoort is. De voor- en achterkant van het afsluitelement kunnen ook onderbroken wanden zijn. Dit is ondermeer het geval wanneer het afsluitelement een opwaarts kantelend hek of rooster is. In gesloten toestand verhindert het afsluitelement in dat geval slechts gedeeltelijk de doorgang van binnen naar buiten en omgekeerd. De zijkanten van het afsluitelement kunnen maar hoeven niet noodzakelijk materiële zijkanten zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het afsluitelement een hek is met vertikale spijlen, waarbij de twee uiterste spijlen zich niet aan de zijkanten bevinden, maar meer naar het midden van het hek toe. Naar analogie met bekende vertika.al+horizontaal geleide kantelpoorten, kan de beweging van de eerste as volgens richting A beheerst worden door een paar parallelle zijdelingse geleiders in hoofdzaak gericht volgens richting A . De beweging van de tweede as volgens richting B kan evenzeer beheerst worden door een paar parallelle zijdelingse geleiders in hoofdzaak gericht volgens richting B . Bij voorkeur zijn de zijdelingse geleiders profielen een in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede en zijn de assen aan hun uiteinden voorzien van soepel draaiende rollen, waarbij bij het openen en sluiten van het afsluitelement de rollen binnen de overeenkomstige profielen lopen. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de zijdelingse geleiders T-profielen en zijn de assen aan elk uiteinde voorzien van twee soepel draaiende schijven die zich elk aan één zijde van het T-profiel bevinden en die bij het openen en sluiten van het afsluitelement langsheen de overeenkomstige profielen lopen. Dergelijke geleidingssystemen zijn algemeen bekend. Eén van de of beide assen van het afsluitelement volgens de uitvinding kunnen speciaal daartoe voorziene materiële assen zijn die zich over de volledige breedte van het afsluitelement uitstrekken. Het is evenzeer mogelijk dat één van de of beide assen zich niet materieel over de volledige breedte van het afsluitelement uitstrekken. In dit laatste geval wordt bijvoorbeeld de as gerealiseerd door aan beide zijkanten van het afsluitelement op dezelfde hoogte een bevestigingsmiddel te voorzien voor de binnen of langsheen de geleidprofielen beweegbare rollen respectievelijk schijven. In de huidige context wordt het aangrijpingselement rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden genoemd met de ene dan wel de andere as indien via het aangrijpingselement de door het tractiesysteem geleverde tractiekracht in wezenlijke mate overgedragen wordt op het afsluitelement daar waar de as in kwestie gesitueerd is, en dit ongeacht of de as materieel is of niet. Het afsluitelement volgens de uitvinding kan zonder problemen voorzien worden van de bekende accessoires voor dergelijke afsluitelementen zoals afstandbediening, detectiemechanismes voor hindernissen, verlichting en veiligheidsystemen. De onderhavige uitvinding voldoet op verrassend eenvoudige wijze aan de reeds lang bestaande nood aan een betrouwbaar en bij voorkeur kompakt automatiseringsysteem voor opwaarts kantelende afsluitelementen die zich bij het openen en sluiten om twee horizontale assen wentelen. De uitvinding is zonder meer toepasbaar op vertikaal+horizontaal geleide kantelpoorten, en in het bijzonder op dergelijke binnendraaiende kantelpoorten. Een bijkomend voordeel van de uitvinding is dat ook reeds geplaatste afsluitelementen van dit type uitgerust kunnen worden volgens de huidige uitvinding en dit voor een bij komende kost die amper deze van een lineaire deuropener overschrijdt. Verder zijn de vereiste deuropeneronderdelen volledig of grotendeels in de handel verkrijgbaar. Bij vertikaal+horizontaal geleide kantelpoorten is het bekend de onderste rotatie-as te verbinden met zwaartekrachtcompenserende middelen zoals tegengewichten, zuigers of (torsie) veren. Hierdoor verhoogt niet enkel de ondermeer om veiligheidsredenen belangrijke stabiliteit van het afsluitelement, maar wordt ook de kracht beperkt die voor het opwaarts kantelen van het afsluitelement moet geleverd worden tegen de op het afsluitelement inwerkende zwaartekracht in. Ook bij de huidige uitvinding kan op voordelige wijze van tegengewichten, zuiger en (torsie)veren gebruik gemaakt worden. Volgens een te verkiezen uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het zwaartekrachtcompenserende middel met het eerste verbindingsmiddel verbonden op zodanige wijze dat wanneer het aangrijpingselement via het eerste verbindingsmiddel met de eerste as verbonden is, er door het zwaartekrachtcompenserende middel op het aangrijpingselement een kracht uitgeoefend wordt volgens richting C in tegengestelde zin van de kracht die het aangrijpingselement via het eerste verbindingselement vanwege de op het afsluitelement inwerkende zwaartekracht ondervindt. Praktische uitvoeringsvormen worden in wat volgt nader belicht. In wat volgt wordt de uitvinding meer in detail beschreven aan de hand van enkele praktische uitvoeringsvormen, onder verwijzing naar de figuren. Figuur 1 toont in zijaanzicht een open- en sluitmechanisme volgens de uitvinding waarbij het een opwaarts kantelend afsluitelement zich in volledig gesloten toestand bevindt. Figuur 2 geeft een zijaanzicht weer van een alternatief open- en sluitmechanisme volgens de uitvinding waarbij het opwaarts kantelend afsluitelement zich in halfopen toestand bevindt. Figuren 3A, 3B en 3C zijn zijdelingse detailweergaves van een koppelmechanisme geschikt voor de open- en sluitmechanismes volgens de uitvinding zoals beschreven in figuren 1 en 2. Figuren 3A, 3B en 3C geven het koppelmechanisme weer bij verschillende openingstoestanden van het afsluitelement. Figuur 4 is een onderaanzicht van een koppelmechanisme van het type weergegeven in figuren 3A, 3B en 3C voorzien van verbindingen voor een tegengewicht als zwaartekrachtcompenserend middel. Figuur 5 geeft in onderbroken zijaanzicht het koppelmechanisme van figuren 3A, 3B en 3C weer ditmaal voorzien van een veer als zwaartekrachtcompenserend middel. De afsluitelementen van figuren 1 en 2 zijn vertikaal+horizontaal geleide afsluitelementen geschikt voor gebruik als garagepoort. In beide gevallen bevindt de eerste as 100 zich nabij de onderkant 101 van het afsluitelement 1. Hiertoe zijn ter hoogte van de eerste as 100 aan beide zijkanten 2 van het afsluitelement 1 soepel draaiende rollen 103 aangebracht. De vertikale beweging van de eerste as 100 wordt gecontroleerd door de twee zijdelingse, vertikale, geprofileerde geleiders 104, in dit geval C-profielen, waarin de hogervermelde rollen 103 lopen bij het openen en sluiten van het afsluitelement 1. De tweede as 200 bevindt zich nabij de bovenkant 201 van het afsluitelement 1. Hiertoe is het afsluitelement 1 ter hoogte van de tweede as 200, door middel van twee aan de respectievelijke zijkanten 2 aangebrachte bevestigingsmiddelen 202, voorzien van een tweede stel soepel draaiende rollen 203. De horizontale beweging van de tweede as 200 wordt gecontroleerd door de twee zijdelingse, horizontale, geprofileerde geleiders 204, C-profielen, waarin rollen 203 lopen bij het openen en sluiten van het afsluitelement 1. Boven het afsluitelement 1 bevindt zich een lineaire deuropener met telegeleide stationaire motor 3 en, een aan de onderzijde open, horizontaal C-profiel 4, waarbij profiel 4 evenwijdig is aan de twee horizontale geleiders 204. Binnenin profiel 4 wordt door motor 3 een niet weergegeven aandrijfriem aangedreven. Deze aandrijfriem is van een voor lineaire deuropeners gekend type en strekt zich uit over de volledige lengte van profiel .4. Aan deze aandrijfriem is op een voor lineaire deuropeners bekende wijze aangrijpselement of slede 5 verbonden. Zoals bekend bij lineaire deuropeners voor sectionaalpoorten wordt bij het openen van het afsluitelement 1 aangrijpingselement 5 door de aandrijfriem in de richting naar motor 3 toe bewogen. Bij het openen van het afsluitelement 1 wordt aangrijpingselement 5 door de aandrijfriem in de richting weg van motor 3 bewogen. Zoals reeds eerder vermeld, is afsluitelement 1 voorzien van een eerste verbindingsmiddel dat toelaat aangrijpingselement 5 rechtstreeks of onrechtstreeks met de eerste as 100 te verbinden. Verder is afsluitelement 1 voorzien van een tweede verbindingsmiddel dat toelaat aangrijpingselement 5 rechtstreeks of onrechtstreeks met de tweede as 200 te verbinden. Bij het afsluitelement 1 volgens figuur 1 bestaat het eerste verbindingsmiddel uit eindblok 105 en twee daaraan verbonden stalen kabels 107 die over katrollen 106 lopen. De stalen kabels 107 zijn aan de zijkanten 2 van afsluitelement 1 rechtstreeks met de eerste as 100 verbonden. Het tweede verbindingsmiddel bestaat uit eindblok 205 en de daaraan verbonden scharnierende beugel 207. Beugel 207 is op zijn beurt ongeveer ter hoogte van de tweede as 200 met afsluitelement 1 verbonden. Eindblok 105 van het eerste verbindingsmiddel bevindt zich in profiel 4 tussen motor 3 en aangrijpingselement 5. Aan de andere zijde van het aangrijpingselement 5 bevindt zich in profiel 4 het met de tweede as 200 verbonden eindblok 205 van het tweede verbindingselement. Beide eindblokken 105, 205 zijn binnen profiel 4 verplaatsbaar, parallel, maar onafhankelijk van de aandrijfriem. Nog steeds volgens figuur 1 is eindblok 105 via een tweede stel soepele stalen kabels 108 verbonden met twee niet afgebeelde tegengewichten. Op deze wijze worden de stalen kabels 107 die eindblok 105 met de eerste as 100 verbinden steeds strak gehouden. Het spreekt vanzelf dat in plaats van twee aparte tegengewichten, kabels 108 ook met één enkel tegengewicht verbonden kunnen zijn en dat deze één of meerdere tegengewichten naar gelang de beschikbare ruimte op verschillende plaatsen opgehangen kunnen zijn. Figuur 4 toont in onderaanzicht een wijze waarop eindblok 105 zowel via kabels 107 met de eerste as 100, als via kabels 108 met de één of meerdere tegengewichten kan verbonden worden. De pijl duidt hierbij de richting aan naar motor 3 toe. De totale massa van de één of meerdere tegengewichten wordt bepaald in functie van het gewicr het afsluitelement 1 en de gewenste stabiliteit. In de praktijk stemt de totale massa van de één of meerdere tegengewichten vaak overeen met de massa van het afsluitelement. Omwille van kabels 107 verplaatst eindblok 105 zich bij het openen van het afsluitelement 1 naar motor 3 toe proportioneel met de vertikale opwaartse beweging van de eerste as 100 en vice versa bij het sluiten van het afsluitelement 1. Analoog verplaatst eindblok 205 zich omwille van beugel 207 bij het openen van het afsluitelement 1 naar motor 3 toe proportioneel met de horizontale beweging van de tweede as 200 en vice versa bij het sluiten van het afsluitelement 1. Bij het openen van het afsluitelement 1 door de lineaire deuropener, bewegen dus zowel aangrijpingselement 5 als de twee eindblokken 105 en 205 zich naar motor 3 toe en vice versa bij het sluiten van het afsluitelement 1. Bij gesloten toestand van het afsluitelement 1 is het aangrijpingselement 5 verbonden met eindblok 205 van het tweede verbindingsmiddel, zodat bij een naar motor 3 toe gerichte beweging van aangrijpingselement 5 via eindblok 205 door de aandrijfriem op de tweede as 200 een horizontale trekkracht uitgeoefend wordt in de richting van de horizontale geleiders 204 en naar motor 3 toe. Hierdoor wordt de tweede as 200 in de richting en de zin van deze trekkracht bewogen zodat het afsluitelement 1 progressief geopend wordt. Daar bij het openen van het afsluitelement 1 in een eerste fase de snelheid van verplaatsing van de tweede as 200 in de horizontale richting van geleiders 204 in absolute waarden groter is dan de overeenkomstige snelheid van verplaatsing van de eerste as 100 in vertikale richting, nadert, naarmate het afsluitelement 1 meer en meer geopend wordt, aangrijpingselement 5 en het aan aangrijpingselement 5 verbonden eindblok 205 meer en meer eindblok 105. Het eerste en het tweede verbindingsmiddel zijn hierbij zo ontworpen en afgesteld dat aangrijpingselement 5 eindblok 105 ontmoet wanneer in zijaanzicht beschouwd de zijkanten 2, de vertikale geleiders 104 en de horizontale geleiders 204 een rechthoekige gelijkbenige driehoek beschrijven. Deze toestand wordt in de context van deze beschrijving het kritisch ogenblik genoemd. Op het kritische ogenblik wordt, via een verder onder verwij zing naar figuren 3A, 3B en 3C in meer detail beschreven koppelmechanisme, aangrijpingselement 5 van eindblok 205 van het tweede verbindingsmiddel losgekoppeld en aan eindblok 105 van het eerste verbindingsmiddel vastgekoppeld. Figuren 3A, 3B en 3C tonen het koppelmechanisme respectievelijk voor, op en na het kritisch ogenblik. Wanneer nu door motor 3 en de aandrijfriem aangrijpingselement 5 verder naar motor 3 toe bewogen wordt, wordt door aangrijpingselement 5 via eindblok 105 en kabels 107 op de eerste as 100 een vertikale opwaartse kracht uitgeoefend zodat de eerste as 100 zich in de zin en richting van de kracht verplaatst en het afsluitelement 1 zich verder opent. Vanaf het kritisch ogenblik is bij het openen van het afsluitelement 1 de snelheid van verplaatsing van de eerste as 100 in vertikale richting in absolute waarden groter dan de snelheid van verplaatsing van de tweede as 200 in horizontale richting. In deze tweede fase verwijderen dus het naar motor 3 toe bewegende aangrijpingselement 5 en het met aangrijpingselement 5 verbonden eindblok 105 zich meer en meer van eindblok 205. Bij het sluiten van het afsluitelement wordt hetzelfde scenario in omgekeerde volgorde doorlopen, waarbij op het kritische ogenblik het aangrijpingselement 5, en het daaraan gekoppelde eindblok 105 van het eerste verbindingselement, eindblok 205 van het tweede verbindingselement ontmoet, waarop eindblok 105 van aangrijpingselement 5 losgekoppeld wordt en eindblok 205 aan aangrijpingselement 5 vastgekoppeld wordt. Meer algemeen is bij een vertikaal+horizontaal geleide kantelpoort het kritische ogenblik de toestand van het afsluitelement waarbij met een verplaatsing van aangrijpingselement 5 volgens de richting van profiel 4 <EMI ID=10.1> respectievelijk de tweede as 200, ongeacht of het aangrijpingselement 5 via het eerste vernbindingsmiddel met de eerste as 100 verbonden is dan wel via het tweede verbindingsmiddel met de tweede as 200 verbonden is. Figuur 2 illustreert de brede toepasbaarheid van de uitvinding. Het afsluitelement 1 volgens figuur 2 onderscheidt zich in de eerste plaats hierdoor van het afsluitelement 1 volgens figuur 1, dat de zijkanten 2 van het afsluitelement via scharnierende armen 6 verbonden zijn met de corresponderende vertikale geleiders 104. Bij het afsluitelement 1 volgens figuur 2 zijn de soepele kabels 107 van het eerste verbindingsmiddel niet rechtstreeks met de eerste as 100 verbonden. De kabels 107 zijn integendeel via de scharnierende armen 6 verbonden. Op deze wijze is eindblok 105 via kabels 107 en scharnierende armen 6 onrechtstreeks met de eerste as 100 verbonden. Kabels 107 zijn steeds gespannen doordat eindblok 105 verbonden is met een veer 118 welke op eindblok 105 een een trekkracht uitoefend naar motor 3 toe. Dit is meer gedetailleerd geïllustreerd in figuur 5, waarbij de pijl naar motor 3 toe wijst. Het spreekt vanzelf dat veer 118 voldoende lang moet zijn en dat de bevestiging van de veer 118 aan profiel 4 zich voldoende ver naar het motoreinde van profiel 4 toe moet bevinden om bij het openen en sluiten van het afsluitelement 1 de beweging van eindblok 105 niet te hinderen. De trekkracht van de veer 118 wordt bepaald in functie van het gewicht van het afsluitelement 1 en de gewenste stabiliteit. Ook in dit geval zijn het eerste en het tweede verbindingsmiddel zodanig ontworpen en afgesteld dat dat bij het openen of sluiten van afsluitelement 1 het loskoppelen van aangrijpingselement 5 van het ene eindblok 105, respectievelijk 205, en het vastkoppelen van aangrijpingselement 5 aan het andere eindblok 205, respectievelijk 105, gebeurt op het ogenblik overeenstemmend met de hogervermelde algemene definitie van het kritisch ogenblik voor vertikaal+horizontaal geleide afsluitelementen. Bij het afsluitelement 1 volgens figuur 2 beschrijven in zijaanzicht de vertikale geleiders 104, de horizontale geleiders 204 en de zijkanten 2 op het kritisch ogenblik echter geen gelijkbenige rechthoekige driehoek. Een voor een lineaire deuropener geschikt zuiver mechanisch koppelmechanisme voor het afsluitelement volgens de uitvinding wordt beschreven onder verwijzing naar figuren 3A, 3B en 3C. Aangrijpingselement 5 is hierbij voorzien van schommel 7 met twee eindstandige haken 110 en 210. Schommel 7 kan kantelen om as 8. Via haak 110 en pin 111 kan aangrijpingselement 5 verbonden worden met eindblok 105 van het eerste verbindingsmiddel. Dit is het geval wanneer het wanneer het afsluitelement 1 volledig geopend is. Via haak 210 en pin 211 kan aangrijpingselement 5 verbonden worden met eindblok 205 van het tweede verbindingsmiddel.Dit is het geval wanneer het afsluitelement 1 volledig gesloten is. Eindblok 205 is met beugel 207 verbonden via staaf 209. In figuur 3A is aangrijpingselement 5 verbonden met eindblok 205 en bijgevolg via het tweede verbindingsmiddel met de tweede as 200. Wanneer nu, om het afsluitelement 1 meer en meer te openen, aangrijpingselement 5 door de aandrijfriem naar motor 3 toe wordt bewogen, dan naderen aangrijpingselement 5 en het daaraan verbonden eindblok 205 progressief eindblok 105. Bij een bepaalde tussenstand, in dit geval op het kritisch ogenblik, raakt het aangrijpingselement 5 eindblok 105. Om, met behulp van schommel 7, simultaan en automatisch aangrijpingselement 5 van het ene eindblok 205 los te koppelen en aan het andere eindblok 105 vast te koppelen is aan de open onderzijde van profiel 4 een brug 9 aangebracht. Brug 9 strekt zich minstens in die mate uit over de dwarsrichting van profiel 4 dat, wanneer aangrijpingselement 5 zich boven brug 9 verplaatst, de onderzijde 10 van schommel 7 in contact komt met de bovenzijde van brug 9. Door het hiertoe specifiek ontworpen onderprofiel van schommel 7 en het bovenprofiel van brug 9 wordt, wanneer aangrijpingselement 5 door de aandrijfriem over brug 9 naar motor 3 toe bewogen wordt, haak 210 naar boven toe gedwongen, zodat deze zich dissocieert van pin 211, terwijl haak 110 simultaan naar beneden toe gedwongen wordt zodat deze zich vasthaakt aan pin 111. Op deze wijze wordt bij het openen van het afsluitelement aangrijpingselement 5 automatisch en simultaan van eindblok 205 losgekoppeld en aan eindblok 105 vastgekoppeld. Bij het sluiten van het afsluitelement 1 wordt dezelfde sequentie in omgekeerde volgorde doorlopen. Mede dank zij zijn opmerkelijk eenvoud is het hierboven beschreven koppelmechanisme in de praktijk zeer betrouwbaar gebleken. Bovendien zijn de fabricatiekosten opmerkelijk gering. De plaats van brug 9 langsheen profiel 4 bepaalt de plaats alwaar het aangrijpingselement 5 van het ene eindblok 105, 205 losgekoppeld wordt en aan het andere eindblok 205, 105 vastgekoppeld wordt. Bij de hogerbeschreven specifieke uitvoeringsvorm van een koppelmechanisme geschikt voor toepassing in de uitvinding bevinden de volgende onderdelen: aangrijpingselement 5, schommel 7 en eindblokken 105 en 205 zich binnenin profiel 4. Dit heeft onder meer als voordeel dat de kans dat voorwerpen gekneld raken in het aandrijfsysteem hierdoor beperkt wordt. Het spreekt vanzelf dat een groot aantal varianten op dit koppelmechanisme mogelijk zijn. Bij voorkeur stemt de plaats van brug 9 overeen met de plaats ter hoogte waarvan as 8 zich bevindt op het kritisch ogenblik. Het spreekt vanzelf dat het eerste en het tweede verbindingsmiddel zodanig gedimensioneerd moeten zijn dat het simultaan los- en vastkoppelen mogelijk is. Met andere woorden moet dan, zowel bij het openen als bij het sluiten van het afsluitelement enerzijds eindblok 105 aangrijpingselement 5 raken en anderzijds aangrijpingselement 5 eindblok 205 raken. De uitvinding vindt op voordelige wijze toepassing als garagepoort. Zij is echter evenzeer toepasselijk voor industrieel gebruik, bijvoorbeeld bij filtreerroosters in waterstromen zoals de koelwatertoevoer van krachtcentrales. Door een gepaste materiaalkeuze is zij zowel bruikbaar voor lichte als voor zware opwaarts kantelende afsluitelementen.
Claims (1)
- CONCLUSIES.1.- Werkwijze voor het opwaarts openen van een opwaarts kantelend afsluitelement(1) omvattende- een voor- en achterkant, - een boven- (201) en een onderkant (101), - twee zijkanten (2), - twee parallelle, horizontale, geleid beweegbare assen (100, 200), waarbij de eerste as (100) geleid op-en-neer beweegbaar is in <EMI ID=11.1>op de twee assen (100, 200),waarbij in opstaande stand van het afsluitelement (1) de tweede as (200) hoger dan de eerste as (100) gelegen is en waarbij de tweede as (200) geleid beweegbaar is in hoofdzaak volgens een tweede richting B welke loodrecht staat op de twee assen (100, 200), en<EMI ID=12.1>kleiner is dan 180[deg.] en groter dan of in hoofdzaak gelijk aan 90[deg.],- een tractiesysteem welk een tractiekracht kan uitoefenen volgens een richting C en dat voorzien is van een volgens richting C beweegbaar aangrijpingselement (5) voor deze tractiekracht, hierdoor gekenmerkt dat bij het openen van het afsluitelement (1) - het aangrijpingselement (5) in een eerste fase op niet-elastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is met de tweede as (200) en waarbij door het tractiesysteem op deze tweede as (200) een kracht uitgeoefend wordt volgens richting B en gericht weg van het vlak bepaald door de eerste as (100) en richting A zodat de tweede as (200) in de richting en zin van deze kracht beweegt en - het aangrijpingselement (5) in een chronologisch op de eerste fase volgende tweede fase op niet-elastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is met de eerste as (100), waarbij door het tractiesysteem op de eerste as (100)een opwaartse kracht uitgeoefend wordt volgens richting A zodat de eerste as (100) in de richting en zin van deze kracht beweegt,en - waarbij de overgang van de eerste fase naar de tweede fase automatisch plaatsgrijpt.2.- Werkwijze voor het neerwaarts sluiten van een opwaarts kantelend afsluitelement (1) omvattende- een voor- en achterkant, - een boven- (201) en een onderkant (202), - twee zijkanten (2), - twee parallelle, horizontale, geleid beweegbare assen (100, 200), waarbij de eerste as (100) geleid op-en-neer beweegbaar is in hoofdzaak volgens een eerste richting A welke loodrecht staat op de twee assen (100, 200), waarbij in opstaande stand van het afsluitelement (1) de tweede as (200) hoger dan de eerste as (100) gelegen is en waarbij de tweede as (200) geleid beweegbaar is in hoofdzaak volgens een tweede richting B welke loodrecht staat op de twee assen (100, 200),en<EMI ID=13.1> kleiner is dan 180[deg.] en groter dan of in hoofdzaak gelijk aan 90[deg.],- een tractiesysteem welke een tractiekracht kan uitoefenen volgens een richting C en dat voorzien is van een volgens richting C beweegbaar aangrijpingselement (5) voor deze tractiekracht, hierdoor gekenmerkt dat bij het sluiten van het afsluitelement (1) - het aangrijpingselement (5) in een eerste fase op nietelastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is met de eerste as (100) en waarbij door het tractiesysteem op de eerste as een kracht uitgeoefend wordt volgens richting A zodat de eerste as (100) zich volgens richting A neerwaarts beweegt en - het aangrijpingselement (5) in een chronologisch op de eerste fase volgende tweede fase op niet-elastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is met de tweede as (200) en waarbij door het tractiesysteem op deze tweede as (200) een kracht uitgeoefend wordt volgens richting B zodat de tweede as (200)beweegt volgens richting B en naar het <EMI ID=14.1> - waarbij de overgang van de eerste fase naar de tweede fase automatisch plaatsgrijpt.3.- Werkwijze volgens conclusies 1 en 2 voor het opwaarts openen en het neerwaarts sluiten van een opstaand afsluitelement (1).4.- Werkwijze volgens conclusie 1 of 3, hierdoor gekenmerkt dat bij het openen van het afsluitelement (1) de overgang van de eerste naar de tweede fase plaatsgrijpt in hoofdzaak daar waar met een verplaatsing van het aangrijpingselement (5) volgens richting C over een<EMI ID=15.1>de tweede as (200) overeenstemmen, ongeacht of het aangrijpingselement (5) verbonden is met de eerste as (100) dan wel met de tweede as (200).5.- Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, hierdoor gekenmerkt dat bij het sluiten van het afsluitelement (1) de overgang van de eerste fase naar de tweede fase plaatsgrijpt daar waar met een verplaatsing van het aangrijpingselement (5)<EMI ID=16.1>overeenstemmen, ongeacht of het aangrijpingselement (5) verbonden is met de eerste as (100) dan wel met de tweede as (200) .6.- Werkwijze volgens conclusies 4 en 5.7.- Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, hierdoor gekenmerkt dat richting A de vertikale richting is.8.- Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, hierdoor gekenmerkt dat richting B horizontaal is.9.- Werkwijze volgens één der voorgaande<EMI ID=17.1>hoofdzaak gelijk is aan 90[deg.].10.- Werkwijze volgens één der voorgaar. conclusies, hierdoor gekenmerkt dat richting C met richtin� B samenvalt.11.- Open- en sluitmechanisme voor een opwaarts kantelend afsluitelement omvattende- een voor- en achterkant, - een boven- (201) en een onderkant (101), - twee zijkanten (2), - twee parallelle, horizontale, geleid beweegbare assen (100, 200), waarbij de eerste as (100) geleid op-en-neer beweegbaar is in hoofdzaak volgens een eerste richting A welke loodrecht staat op de twee assen (100, 200),waarbij in opstaande stand van het afsluitelement (1) de tweede as (200) hoger dan de eerste as (100) gelegen is en waarbij de tweede as (200) geleid beweegbaar is in hoofdzaak volgens een tweede richting B welke loodrecht staat op de twee assen (100, 200), en<EMI ID=18.1>kleiner is dan 180[deg.] en groter dan of in hoofdzaak gelijk aan 90[deg.],- een tractiesysteem welke een tractiekracht kan uitoefenen volgens een richting C en dat voorzien is van een volgens richting C beweegbaar aangrijpingselement (5) voor deze tractiekracht, hierdoor gekenmerkt dat het afsluitelement (1) voorzien is van twee verbindingsmiddelen, waarbij* een eerste verbindingsmiddel toelaat het aangrijpingselement(5) op niet-elastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks losmakelijk te verbinden met de eerste as (100) zodat door het tractiesysteem op de eerste as (100) een op- of neerwaartse<EMI ID=19.1>* een tweede verbindingsmiddel toelaat het aangrijpingselement(5) op niet-elastische wijze rechtstreeks of onrechtstreeks losmakelijk te verbinden met de tweede as (200) zodat door het tractiesysteem op de tweede as (200) een kracht uitgeoefend kan worden volgens richting B gericht naar of weg van het vlak bepaald door de eerste as 100 en richting A ,- waarbij in gesloten toestand van het afsluitelement (1) het aangrijpingselement (5) door middel van het tweede verbindingsmiddel met de tweede as (200) verbonden is, en -waarbij in open toestand van het afsluitelement (1) het aangrijpingselement (5) door middel van het eerste verbindingsmiddel met de eerste as (100) verbonden is, en - waarbij het afsluitelement (1) voorzien is van een koppelmechanisme waardoor bij het openen en sluiten van het afsluitelement (1) automatisch en simultaan het ene verbindingsmiddel van het aangrijpingselement (5) losgekoppeld wordt en het andere verbindingsmiddel aan het aangrijpingselement (5) vastgekoppeld wordt.12.- Open- en sluitmechanisme volgens conclusie 11, hierdoor gekenmerkt dat het koppelmechanisme zodanig is dat het loskoppelen van het ene verbindingsmiddel van het aangrijpingselement (5) en het vastkoppelen van het andere verbindingsmiddel aan het aangrijpingselement (5) daar plaatsgrijpt waar met een verplaatsing van het aangrijpingselement (5) volgens richting C over een infinitesimale afstand AC dezelfde verplaatsingen AA volgens<EMI ID=20.1>richting B van de tweede as (200) overeenstemmen, ongeacht of het aangrijpingselement (5) verbonden is met de eerste as (100) dan wel met de tweede as (200).13.- Open- en sluitmechanisme volgens conclusie 11<EMI ID=21.1> 14.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 11 tot 13, hierdoor gekenmerkt dat richting B horizontaal is.15.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 11 tot 14, hierdoor gekenmerkt dat richting C met richting B samenvalt.16.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 11 tot 15, hierdoor gekenmerkt dat de hoek<EMI ID=22.1>17.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 11 tot 16, hierdoor gekenmerkt dat de eerste as (100) zich nabij de onderkant (101) van het afsluitelement (1) bevindt.18.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 11 tot 17, hierdoor gekenmerkt dat de tweede as (200) zich nabij de bovenkant (201) van het afsluitelement (1) bevindt.19.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 11 tot 18, hierdoor gekenmerkt dat het tractiesysteem voorzien is van een door een motor (3) aangedreven aandrijfelement en waarbij het aandrijfelement het aangrijpingselement (5) in beide zinnen volgens richting C kan doen bewegen.20.- Open- en sluitmechanisme volgens conclusie 19, hierdoor gekenmerkt dat het aandrijfelement een aandrijfriem, een aandrijfketting of een wormdraad is.21.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 19 en 20, hierdoor gekenmerkt dat het aangrijpingselement (5) een door het aandrijfelement voortbewogen slede is. 22.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 19 tot 21, hierdoor gekenmerkt dat het koppelmechanisme een mechanisch koppelmechanisme is.23- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 19 tot 22, hierdoor gekenmerkt dat het eerste verbindingsmiddel voorzien is van een eerste eindblok (105) die langsheen het aandrijfelement beweegbaar is en waarbij het tweede verbindingsmiddel voorzien is van een tweede eindblok (205) dat eveneens langsheen het aandrijfelement beweegbaar is en waarbij het loskoppelen van het ene verbindingsmiddel van het aangrijpingselement (5) en het vastkoppelen van het andere verbindingsmiddel aan het aangrijpingselement (5) geschiedt via deze twee eindblokken (105, 205).24.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 11 tot 23, hierdoor gekenmerkt dat het eerste verbindingsmiddel minstens één niet-elastische soepele kabel (107) omvat.25.- Open- en sluitmechanisme volgens conclusie 24, hierdoor gekenmerkt dat de één of meerdere kabels (107) kunststof of metalen kabels zijn.26.- Open- en sluitmechanisme volgens conclusie 25, hierdoor gekenmerkt dat de één of meerdere kabels stalen kabels zijn.27.- Open- en sluitmechanisme volgens één der conclusies 11 tot 26, hierdoor gekenmerkt dat het tweede verbindingselement een beugel (207) omvat.<EMI ID=23.1>27, hierdoor gekenmerkt dat de beugel (207) een scharnierendebeugel is.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9700558A BE1010479A3 (nl) | 1997-06-27 | 1997-06-27 | Open- en sluitmechanisme voor een opwaarts kantelend afsluitelement. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9700558A BE1010479A3 (nl) | 1997-06-27 | 1997-06-27 | Open- en sluitmechanisme voor een opwaarts kantelend afsluitelement. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1010479A3 true BE1010479A3 (nl) | 1998-09-01 |
Family
ID=3890602
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9700558A BE1010479A3 (nl) | 1997-06-27 | 1997-06-27 | Open- en sluitmechanisme voor een opwaarts kantelend afsluitelement. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1010479A3 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1575561A (nl) * | 1968-01-24 | 1969-07-25 | ||
GB2114214A (en) * | 1982-01-07 | 1983-08-17 | Garage Door Automation Limited | Apparatus for opening and closing a panel in a frame |
DE8319828U1 (de) * | 1983-07-09 | 1988-01-14 | Kurz, Hubert, Prof. Dr.-Ing., 8000 München | Antrieb für kippbare Tore |
-
1997
- 1997-06-27 BE BE9700558A patent/BE1010479A3/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1575561A (nl) * | 1968-01-24 | 1969-07-25 | ||
GB2114214A (en) * | 1982-01-07 | 1983-08-17 | Garage Door Automation Limited | Apparatus for opening and closing a panel in a frame |
DE8319828U1 (de) * | 1983-07-09 | 1988-01-14 | Kurz, Hubert, Prof. Dr.-Ing., 8000 München | Antrieb für kippbare Tore |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US11105133B2 (en) | High-speed sectional door | |
EP0405870B1 (en) | Bi-fold door construction | |
US5915446A (en) | Extruded hinge members and folding doors formed therefrom | |
US4791757A (en) | Roller gate opener | |
US20040177934A1 (en) | Garage door movement apparatus | |
US4765093A (en) | Overhead tilt door | |
CA2194381A1 (en) | Jack shaft garage door operator | |
CN106032736B (zh) | 自动门装置 | |
US3616575A (en) | High-speed door operator | |
BE1010479A3 (nl) | Open- en sluitmechanisme voor een opwaarts kantelend afsluitelement. | |
US8162027B2 (en) | Multi-fold door | |
KR20070109807A (ko) | 현수 미닫이식 도어의 개폐기구 | |
EP0382435A1 (en) | Bi-parting shutter system | |
US2169271A (en) | Overhead door construction | |
US1059981A (en) | Warehouse-door. | |
EP0675999B1 (en) | Electromechanical actuator for door units and the like | |
US4481737A (en) | Pivoting gate | |
BE1027194B1 (nl) | Geautomatiseerde scharnieraandrijving voor draai- en vouwpoorten | |
RU2173757C1 (ru) | Подъемно-поворотные ворота | |
KR970004228Y1 (ko) | 출입 통제용 바리케이트의 자동개폐장치 | |
US20040144031A1 (en) | Garage door opener and a bracket for a garage door opener | |
RU2004752C1 (ru) | Шторные ворота | |
EP1555369A1 (en) | Sliding door | |
US2609196A (en) | Device for imparting a tumbler motion to vertical structural parts | |
RU1799977C (ru) | Раздвижные ворота |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20130630 |