<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
Lagedrukontladingslamp. c
De uitvinding heeft betrekking op een lagedrukontladingslamp voorzien van een gasdicht gesloten, buisvormig, glazen ontladingsvat met eindgedeelten, dat een edelgas bevattende ioniseerbare vulling heeft, welke lamp voorts is voorzien van een cylindrisch gekromd, metalen lichaam waarmee een eindgedeelte van het ontladingsvat en een glazen afsluitorgaan zijn versmolten en dat tegenoverliggende, van elkaar afgewende oppervlakken heeft, welk metalen lichaam een zieh tot in het ontladingsvat uitstrekkend eerste buisvormig gedeelte en een van buiten het ontladingsvat toegankelijke zone heeft.
Een dergelijke lamp is bekend uit EP 562 679 AI. Bij de bekende lamp heeft het ontladingsvat aan weerseinden een metalen lichaam in de vorm van een buis.
Het binnen- en het buitenoppervlak ervan vormen tegenoverliggende, van elkaar
EMI1.2
afgewende oppervlakken. Het ontladingsvat en het afsluitorgaan zijn beide met één van deze oppervlakken van de metalen buis, n. het buitenoppervlak versmolten. Het afsluitorgaan is gevormd door een aan de metalen buis versmolten glazen buis dicht te smelten. De metalen buizen hebben een meervoudige funktie. De eerste buisvormige gedeelten ervan fungeren als elektroden, waartussen zieh een ontladingsbaan uitstrekt.
De zieh buiten het ontladingsvat en in de wand van het ontladingsvat uitstrekkende gedeelten fungeren als stroomtoevoer- en stroomdoorvoergeleiders. Tussen de versmeltingen van het ontladingsvat en van het afsluitorgaan hebben de buizen een van buiten toegankelijke zone waarop een stroombron kan worden aangesloten. De lamp laat zieh relatief gemakkelijk vervaardigen doordat het ontladingvat via de metalen buizen kan worden gereinigd en van zijn vulling worden voorzien.
De lamp kan, b. v. als lagedrukkwikdampontladingslamp of als lagedrukxenonontladingslamp, worden toegepast voor het creëren van decoratieve verlichting, b. v. lijnvormige verlichting, of van lijnvormige veiligheidsverlichting, of voor het doorstralen van een paneel, b. v. een paneel voor het weergeven van alfanumerieke informatie, dan wel als signaallamp. De lagedrukontladingslamp met een
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
vulling van edelgas kan b. als signaallamp worden gebruikt, b. als verkeerslichtlamp of in/aan voertuigen.
Een nadeel van de bekende lamp is dat het traject van het einde van de ontladingsbaan tot het einde van het afsluitorgaan, dat niet bijdraagt aan de lichtopbrengst van de lamp, relatief lang is. Dit traject is hiema met donker traject aangeduid.
Doel van de uitvinding is een lamp van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen waarvan het donkere traject relatief kort is, en die toch van een eenvoudige konstruktie is die zieh gemakkelijk laat vervaardigen.
Volgens de uitvinding heeft de lamp van de in de aanhef beschreven soort daartoe het kenmerk, dat het eindgedeelte van het ontladingsvat en het afsluitorgaan elk aan een respektief van het metalen lichaam zijn versmolten. De versmeltingen van het afsluitorgaan en van het eindgedeelte van het ontladingsvat met het metalen lichaam kunnen daardoor in de lengterichting dichter bij elkaar liggen, zodat het donkere traject van de lamp is verkort.
Het metalen lichaam kan bestaan uit een metaal dat een uitzettingscoefficient heeft die met die van het glas van het ontladingsvat overeenkomt, b. in geval van kalkglas een CrNiFe-legering, b. Cr 6 gew. Ni 42 gew. rest Fe. Bij een hardglazen lampvat, b. van borosilikaatglas, kan b. een metalen lichaam van Ni/Fe of NiCoFe, b. Ni 29 gew. Co 17 gew. rest Fe, gebruikt worden.
Het ontladingsvat kan bijvoorbeeld aan slechts één eindgedeelte een dergelijke konstruktie hebben. Bij de vervaardiging van de lamp volgens de uitvinding kan het ontladingsvat aan dat eindgedeelte worden samengevoegd met het metalen lichaam, en vervolgens met het metalen lichaam worden versmolten. Vòòr het samenvoegen kan met het metalen lichaam reeds een glazen buis zijn versmolten voor het vormen van een afsluitorgaan.
Nadat het ontladingsvat van zijn vulling is voorzien kan dit van de omgeving worden afgesloten door de glazen buis die het afsluitorgaan gaat vormen van een afdichting te voorzien, b. door hem dicht te smelten of dicht te knijpen.
Aan het tegenoverliggende eindgedeelte kan het ontladingsvat worden afgesloten, b. door dat eindgedeelte van het ontladingsvat dicht te smelten. In de bedrijfstoestand van de lamp kan er dan een geleider tegen en/of om dat eindgedeelte
<Desc/Clms Page number 3>
heen zijn aangebracht om een capacitieve koppeling met een voedingsbron te geven. In een uitvoeringsvorm kan echter ook aan dat eindgedeelte een metalen lichaam, bijvoorbeeld-een metalen buis, aanwezig zijn die bijvoorbeeld is gesloten door deze dicht te knijpen en/of te lassen. Anderszins kan echter het metalen lichaam aan dat eindgedeelte eveneens van een glazen buis zijn voorzien. Het ontladingsvat wordt dan aan dat eindgedeelte gesloten door die glazen buis dicht te smelten tot een afsluitorgaan.
De glazen buis kan b. v. op gebruikelijke wijze tot een capillair getrokken en dan gesloten worden. De buis kan echter anderszins dicht geknepen worden. De eindgedeelten kunnen bijvoorbeeld dezelfde konstruktie hebben.
Het ontladingsvat in wording kan van verontreinigingen ontdaan worden, b. v. door het te verhitten, b. v. terwijl het in aan weerszijden nog open toestand met gas, b. v. met lucht, doorstroomd wordt. Het ontladingsvat kan dan aan een eindgedeelte worden afgesloten, eventueel nadat het met een inert gas doorstroomd en gespoeld is, b. v. als het met lucht was doorstroomd. Dan kan het ontladingsvat aan zijn andere eindgedeelte worden afgesloten nadat dit van zijn vulling is voorzien.
De lamp volgens de uitvinding kan een ioniseerbare vulling hebben van een of meer edelgassen, waaraan kwik kan zijn toegevoegd. Een binnenoppervlak van het ontladingsvat kan van een luminescerende laag zijn voorzien.
Een zeer kompakte uitvoeringsvorm is mogelijk bij een uitvoeringsvorm van de lamp volgens de uitvinding met het kenmerk, dat het metalen lichaam dwars op het eerste buisvormige gedeelte een flensvormig gedeelte buiten het ontladingsvat heeft.
Uit een aan dat flensvormige gedeelte versmolten glazen buis kan een zeer plat afsluitorgaan worden verkregen door de aan zijn vrije einde verweekte glazen buis tegen een vlak te doen stuiten.
Een aantrekkelijke uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat het flensvormig gedeelte van het metalen lichaam een bodem vormt van een goot tussen eerste buisvormige gedeelte en een buiten het ontladingsvat gelegen, tweede buisvormige gedeelte waarbij het eindgedeelte van het ontladingsvat en het afsluitorgaan respectievelijk in de goot met het eerste buisvormige gedeelte, en buiten de goot met het flensvormige gedeelte zijn versmolten. In die uitvoeringsvorm neemt het eindgedeelte van het ontladingsvat met het metalen lichaam en het afsluitorgaan radiaal relatief weinig ruimte in. De goot is bijvoorbeeld door dieptrekken gevormd.
Bij de vervaardiging van de lamp van die uitvoeringsvorm wordt het met
<Desc/Clms Page number 4>
het metalen lichaam samen te voegen eindgedeelte van het lampvat bij voorkeur eerst verhit tot nabij zijn verwekingspunt, waarna het verhitte eindgedeelte in de goot wordt geschoven. Vervolgens wordt het eindgedeelte van het ontladingsvat verder verhit totdat dit naar binnen krult en over het oppervlak van het eerste buisvormige gedeelte vloeit.
Daarbij kan ook het metalen lichaam worden verhit, bijvoorbeeld door hoogfrequent induktie.
Gunstig is het als zieh voor het metalen lichaam een metalen koker uitstrekt die bedekt is met elektronenemitter en die met het metalen lichaam is verbonden door elektrisch geleidende middelen, waarvan het materiaal in doorsneden dwars op de metalen koker een oppervlakte heeft die relatief klein is ten opzichte van die van het materiaal van de metalen koker zelf in dwarsdoorsneden. Bij voorkeur bedraagt de genoemde oppervlakte van het materiaal van de elektrisch geleidende middelen ten hoogste 25 % van die van het materiaal van de metalen koker. Door de relatief kleine oppervlakte van de elektrisch geleidende middelen wordt gerealiseerd dat de metalen koker thermisch is geisoleerd van het metalen lichaam.
Enerzijds heeft dit het voordeel dat het metalen lichaam tijdens bedrijf een relatief lage temperatuur heeft terwijl anderzijds de uittreepotentiaal van de door de metalen koker gevormde elektrode relatief laag, en daarmee het rendement van de lamp relatief hoog is.
De metalen koker is b. v. in het ontladingsvat voor het metalen lichaam opgesteld. Een zo klein mogelijk donker traject wordt gerealiseerd als de metalen koker in het afsluitorgaan voor het metalen lichaam is opgesteld. Dit heeft bovendien het voordeel dat van de koker losgeslagen materiaal niet in het ontladingsvat, maar in het afsluitorgaan vrijkomt zodat de lamp tijdens levensduur een hoge lichtopbrengst behoudt.
Deze en andere aspekten van de lagedrukontladingslamp volgens de uitvinding zijn nader toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van de lamp volgens de uitvinding in aanzicht, Figuur 2 een detail van de lamp van Figuur 1 in langsdoorsnede, Figuur 3 een detail van een tweede uitvoeringsvorm, Figuur 4 een detail van een derde uitvoeringsvorm.
De in Figuur 1 getoonde lagedrukontladingslamp omvat een gasdicht
<Desc/Clms Page number 5>
gesloten, buisvormig, glazen ontladingsvat 1 met eindgedeelten 2,2'. Het ontladingsvat 1 heeft een ioniseerbare vulling die edelgas bevat. Een eindgedeelte 2 van het ontladingsvat 1 en een glazen afsluitorgaan 3 zijn versmolten met een cylindrisch gekromd, metalen lichaam 4 dat tegenoverliggende, van elkaar afgewende oppervlakken 4A, 4B heeft (Zie ook Fig. 2). Het metalen lichaam 4 heeft een zieh tot in het ontladingsvat uitstrekkend, eerste buisvormige gedeelte 5 At en een van buiten het ontladingsvat toegankelijke zone 4c.
Het eindgedeelte 2 van het ontladingsvat 1 en het afsluitorgaan 3 zijn elk aan een respektief oppervlak 4A resp. 4B van het metalen lichaam 4 versmolten. Aan het andere einde 2'heeft het ontladingsvat een overeenkomstige konstruktie.
Het getoonde ontladingsvat 1 is meandervormig gebogen. De lamp kan b. v. worden gebruikt voor het doorstralen van een scherm. Het ontladingsvat 1 heeft in de getoonde uitvoeringsvorm een uitwendige diameter van 2. 8 mm, een wanddikte van 0. 6 mm en een lengte van 1 m. Het ontladingsvat 1 kan b. v. bestaan uit kalkglas, waaraan Ce02 is toegevoegd als UV-absorber. Het afsluitorgaan 3 kan b. v. uit kalkglas of uit loodglas bestaan. Het metalen lichaam 4 kan worden vervaardigd uit een metaal dat een thermische uitzettingscoëfficient heeft, die met die van het ermee versmolten glas korrespondeert, b. v. van een CrNiFe-legering, b. v. die met 6 gew. % Cr, 42 gew. % Ni, rest Fe.
Het glas van de lamp kan echter hardglas zijn, b. v. borosilikaatglas, in welk geval een metalen lichaam uit b. v. 29 gew. % Ni, 17 gew. % Co en de rest Fe, of een buis uit Ni/Fe, een passende uitzettingscoëfficient kan hebben. De van buiten toegankelijke zone 4c van het metalen lichaam 4 kan een elektrische verbinding van de lamp met een voedingsbron maken.
In de getoonde uitvoeringsvorm vormt het flensvormig gedeelte 58 van het metalen lichaam 4 een bodem van een goot 5 tussen het eerste, buisvormige gedeelte 5A en een buiten het ontladingsvat gelegen tweede, buisvormige gedeelte 5c waarbij het eindgedeelte 2 van het ontladingsvat en het afsluitorgaan 3 respectievelijk in de goot met het eerste, buisvormige gedeelte 5A, en buiten de goot met het flensvormige gedeelte 58 zijn versmolten. Het materiaal van het metalen lichaam 4 heeft een dikte van 0. 15 mm.
Het eerste buisvormige gedeelte 5 A heeft een uitwendige diameter en een lengte van resp. 1 en 3 mm. De uitwendige diameter en de lengte van de tweede buisvormige gedeelte 5c bedragen resp. 3. 5 en 2 mm. De aan het flensvormige gedeelte 5B versmolten glazen buis werd na dichtsmelten tegen een vlak gestuit zodat hieruit een
<Desc/Clms Page number 6>
zeer plat aflsuitorgaan is gevormd.
In Figuur 3 hebben onderdelen die overeenkomen met die uit Figuur 2 een verwijzingscijfer dat 10 hoger is. In de in Figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm is het afsluitorgaan 13 versmolten met het tweede buisvormige gedeelte 15c. In het afsluitorgaan 13 is een metalen koker 16 opgenomen die met elektronenemitter is bedekt en die met elektrisch geleidende middelen 17 aan het metalen lichaam 14 is bevestigd.
Het materiaal van de elektrisch geleidende middelen 17 heeft in doorsneden dwars op de metalen koker 16 een oppervlakte die relatief klein is, ten opzichte van het materiaal van de metalen koker 16 zelf in dwarsdoorsneden.
De emitter kan b. v. gekozen worden uit emitters die bij lampen, b. v. lagedruk-ontladingslampen, bekend zijn, of uit mengsels daarvan. Zeer geschikt is een emitter uit BaO, CaO en SrO, b. v. verkregen uit gelijke mol-delen van hun carbonaten, gebleken. Anderszins kan b. v. Ba Sr,. YO worden gebruikt, waarin x b. v. 0. 75 is.
De elektrisch geleidende middelen 17 zijn hier gevormd door een nikkel draad met een dwarsdoorsnede waarvan het oppervlak kleiner is dan 25% van het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de koker 16.
In Figuur 4 hebben onderdelen die overeenkomen met die uit Figuur 2 een verwijzingscijfer dat 20 hoger is. In de in Figuur 4 getoonde uitvoeringsvorm is het metalen lichaam 24 een buis 25 met een flensvormige verwijding 25B. Het afsluitorgaan 23 is met een binnenste gedeelte van de flensvormige verwijding 258 versmolten. Het buitenste gedeelte van de flensvormige verwijding 258 vormt een van buiten het ontladingsvat toegankelijke zone 24c waarop een voedingsbron kan worden aangesloten.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
Low-pressure discharge lamp. c
The invention relates to a low-pressure discharge lamp provided with a gastight closed, tubular, glass discharge vessel with end parts, which has a noble gas-containing ionizable filling, which lamp is further provided with a cylindrical curved metal body with which an end part of the discharge vessel and a glass closing member are provided. are fused and have opposing surfaces facing away from each other, the metal body having a first tubular section extending into the discharge vessel and a zone accessible from outside the discharge vessel.
Such a lamp is known from EP 562 679 AI. In the known lamp, the discharge vessel has a metal body in the form of a tube at both ends.
Its inner and outer surfaces form opposite, from each other
EMI1.2
averted surfaces. The discharge vessel and the closure member are both with one of these surfaces of the metal tube, n. the outer surface fused. The closure member is formed by fusing a glass tube fused to the metal tube. The metal pipes have a multiple function. The first tubular portions thereof function as electrodes between which a discharge path extends.
The sections extending outside the discharge vessel and into the wall of the discharge vessel function as current supply and current transit conductors. Between the fuses of the discharge vessel and the closing member, the tubes have an externally accessible zone to which a power source can be connected. The lamp is relatively easy to manufacture because the discharge vessel can be cleaned via the metal tubes and provided with its filling.
The lamp can, b. v. used as a low-pressure mercury vapor discharge lamp or as a low-pressure xenon discharge lamp, for creating decorative lighting, b. v. linear lighting, or of linear safety lighting, or for beaming through a panel, b. v. a panel for displaying alphanumeric information or as a signal lamp. The low pressure discharge lamp with a
<Desc / Clms Page number 2>
EMI2.1
filling of noble gas can b. be used as a signal lamp, b. as a traffic light lamp or in / on vehicles.
A drawback of the known lamp is that the path from the end of the discharge path to the end of the closing member, which does not contribute to the light output of the lamp, is relatively long. This route is now referred to as a dark route.
The object of the invention is to provide a lamp of the type described in the preamble, the dark range of which is relatively short, yet which is of a simple construction which is easy to manufacture.
According to the invention, the lamp of the type described in the preamble is to that end characterized in that the end portion of the discharge vessel and the closing member are each fused to a respective part of the metal body. The fusions of the closure member and of the end portion of the discharge vessel with the metal body can therefore be longitudinally closer together, so that the dark range of the lamp is shortened.
The metal body may consist of a metal that has an expansion coefficient similar to that of the glass of the discharge vessel, b. in the case of lime glass, a CrNiFe alloy, b. Cr 6 wt. Ni 42 wt. remainder Fe. With a hard glass lamp vessel, b. of borosilicate glass, b. a metal body of Ni / Fe or NiCoFe, b. Ni 29 wt. Co 17 wt. remainder Fe.
For example, the discharge vessel may have such a construction at only one end portion. In the manufacture of the lamp of the invention, the discharge vessel at that end portion can be combined with the metal body, and then fused with the metal body. Before joining, a glass tube may already have fused with the metal body to form a closing member.
After the discharge vessel has been filled with its filling, it can be closed off from the environment by sealing the glass tube which will form the closing member, b. by melting or pinching it.
The discharge vessel can be closed at the opposite end section, b. by fusing that end portion of the discharge vessel. In the operating state of the lamp, a conductor can then pass against and / or around that end portion
<Desc / Clms Page number 3>
are provided to provide a capacitive coupling to a power source. In one embodiment, however, a metal body, for instance a metal tube, can also be present at that end section, which is closed, for example, by squeezing it shut and / or welding. Otherwise, however, the metal body at that end portion may also be provided with a glass tube. The discharge vessel is then closed at that end portion by fusing said glass tube to a sealing member.
The glass tube can b. v. pulled to capillary in the usual manner and then closed. However, the tube may otherwise be pinched shut. For example, the end portions can have the same construction.
The nascent discharge vessel can be cleaned of impurities, b. v. by heating it, b. v. while still open with gas on both sides, b. v. flows through with air. The discharge vessel can then be closed at one end section, optionally after it has been flowed through and flushed with an inert gas, b. v. if it had flowed through with air. Then the discharge vessel can be closed at its other end section after it has been provided with its filling.
The lamp according to the invention can have an ionizable filling of one or more noble gases, to which mercury can be added. An inner surface of the discharge vessel can be provided with a luminescent layer.
A very compact embodiment is possible in an embodiment of the lamp according to the invention, characterized in that the metal body has a flange-shaped section outside the discharge vessel transverse to the first tubular part.
A very flat closing member can be obtained from a glass tube fused to that flange-shaped part by butting the glass tube soaked at its free end against a surface.
An attractive embodiment is characterized in that the flange-shaped part of the metal body forms a bottom of a gutter between the first tubular part and a second tubular part located outside the discharge vessel, the end part of the discharge vessel and the closing member respectively in the gutter with the first tubular section, and outside the trough with the flange section are fused. In that embodiment, the end portion of the discharge vessel with the metal body and the sealing member occupies relatively little space radially. The gutter is formed, for example, by deep drawing.
In the manufacture of the lamp of that embodiment, it is referred to as
<Desc / Clms Page number 4>
the metal body end portion of the lamp vessel to be joined is preferably first heated to near its softening point, after which the heated end portion is slid into the trough. Then, the end portion of the discharge vessel is further heated until it curls inward and flows over the surface of the first tubular portion.
The metal body can also be heated, for example by high-frequency induction.
Advantageously, as for the metal body, it extends a metal sleeve covered with an electron emitter and which is connected to the metal body by electrically conductive means, the material of which, in cross-sections across the metal sleeve, has a surface area which is relatively small in relation to of that of the material of the metal sleeve itself in cross sections. Preferably said surface area of the material of the electrically conductive means is at most 25% of that of the material of the metal sleeve. Due to the relatively small surface area of the electrically conductive means, it is realized that the metal sleeve is thermally insulated from the metal body.
On the one hand, this has the advantage that the metal body has a relatively low temperature during operation, while on the other hand the exit potential of the electrode formed by the metal tube is relatively low, and the lamp efficiency is therefore relatively high.
The metal tube is b. v. installed in the metal body discharge vessel. The darkest possible path is as small as possible when the metal sleeve is arranged in the closure member for the metal body. This also has the advantage that material released from the tube is not released in the discharge vessel, but in the sealing member, so that the lamp retains a high light output during its lifetime.
These and other aspects of the low-pressure discharge lamp according to the invention are further elucidated with reference to the drawing. Figure 1 shows a view of a first embodiment of the lamp according to the invention, Figure 2 shows a detail of the lamp of Figure 1 in longitudinal section, Figure 3 shows a detail of a second embodiment, Figure 4 shows a detail of a third embodiment.
The low-pressure discharge lamp shown in Figure 1 comprises a gastight
<Desc / Clms Page number 5>
closed, tubular, glass discharge vessel 1 with end sections 2,2 '. The discharge vessel 1 has an ionizable filling containing noble gas. An end portion 2 of the discharge vessel 1 and a glass closing member 3 are fused with a cylindrical curved metal body 4 having opposed surfaces 4A, 4B facing away from each other (see also Fig. 2). The metal body 4 has a first tubular portion 5At extending into the discharge vessel and a zone 4c accessible from outside the discharge vessel.
The end portion 2 of the discharge vessel 1 and the closing member 3 are each on a respective surface 4A and 4A, respectively. 4B of the metal body 4 fused. At the other end 2, the discharge vessel has a corresponding construction.
The discharge vessel 1 shown is bent in a meandering form. The lamp can b. v. used for radiating a screen. In the embodiment shown, the discharge vessel 1 has an external diameter of 2.8 mm, a wall thickness of 0.6 mm and a length of 1 m. The discharge vessel 1 can b. v. consist of lime glass, to which CeO2 has been added as a UV absorber. The closing member 3 can b. v. consist of lime glass or lead glass. The metal body 4 can be made of a metal that has a coefficient of thermal expansion corresponding to that of the glass fused with it, b. v. of a CrNiFe alloy, b. v. those with 6 wt. % Cr, 42 wt. % Ni, remainder Fe.
However, the glass of the lamp can be hard glass, b. v. borosilicate glass, in which case a metal body from b. v. 29 wt. % Ni, 17 wt. % Co and the rest Fe, or a Ni / Fe tube, can have an appropriate expansion coefficient. The externally accessible zone 4c of the metal body 4 can make an electrical connection of the lamp to a power source.
In the shown embodiment, the flange-shaped portion 58 of the metal body 4 forms a bottom of a channel 5 between the first tubular portion 5A and a second tubular portion 5c located outside the discharge vessel, the end portion 2 of the discharge vessel and the closing member 3 respectively. in the trough with the first tubular portion 5A, and outside the trough with the flange portion 58 are fused. The material of the metal body 4 has a thickness of 0.15 mm.
The first tubular section 5A has an external diameter and a length of resp. 1 and 3 mm. The external diameter and the length of the second tubular section 5c are respectively. 3.5 and 2 mm. The glass tube fused to the flange-shaped portion 5B was bumped against a surface after melting, so that a
<Desc / Clms Page number 6>
very flat shut-off member is formed.
In Figure 3, parts corresponding to those in Figure 2 have a reference numeral 10 higher. In the embodiment shown in Figure 3, the closure member 13 is fused to the second tubular portion 15c. Included in the closure member 13 is a metal sleeve 16 which is covered with an electron emitter and which is attached to the metal body 14 with electrically conductive means 17.
The material of the electrically conductive means 17 has a cross-sectional cross-section of the metal sleeve 16 which is relatively small, compared to the material of the metal sleeve 16 itself in cross-sections.
The emitter can b. v. are chosen from emitters that are associated with lamps, b. v. low pressure discharge lamps, known, or from mixtures thereof. Very suitable is an emitter from BaO, CaO and SrO, b. v. obtained from equal mole parts of their carbonates. Otherwise, b. v. Ba Sr ,. YO are used, where x b. v. 0.75.
The electrically conductive means 17 here are formed by a nickel wire with a cross section, the area of which is less than 25% of the cross section area of the sleeve 16.
In Figure 4, parts corresponding to those in Figure 2 have a reference numeral 20 higher. In the embodiment shown in Figure 4, the metal body 24 is a tube 25 with a flange-like widening 25B. The closing member 23 is fused with an inner portion of the flange-like widening 258. The outer portion of the flange widening 258 forms a zone 24c accessible from outside the discharge vessel to which a power source can be connected.