NL8602831A - Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. - Google Patents
Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8602831A NL8602831A NL8602831A NL8602831A NL8602831A NL 8602831 A NL8602831 A NL 8602831A NL 8602831 A NL8602831 A NL 8602831A NL 8602831 A NL8602831 A NL 8602831A NL 8602831 A NL8602831 A NL 8602831A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- protection system
- theft protection
- fluid
- vehicle
- blocking
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R25/00—Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles
- B60R25/01—Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles operating on vehicle systems or fittings, e.g. on doors, seats or windscreens
- B60R25/08—Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles operating on vehicle systems or fittings, e.g. on doors, seats or windscreens operating on brakes or brake systems
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Valves And Accessory Devices For Braking Systems (AREA)
- Regulating Braking Force (AREA)
Description
£ -1- H AL/cp/lp
Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij.
De uitvinding betreft een systeem voor diefstalbeveiliging volgens de aanhef van conclusie 1.
Diefstalbeveiligingssystemen voor voertuigen in de vorm van stuursloten en electrische systemen zijn algemeen 5 bekend. In de praktijk blijkt, dat professionele dieven weinig hinder van dergelijke systemen ondervinden.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een diefstalbeveiligingssysteem dat voor potentiële dieven zo goed als onmogelijk te kraken is.
10 Dit doel wordt bereikt met het diefstalbeveili gingssysteem volgens het kenmerk van conclusie 1.
Hierbij gaat het om een fluidumleiding voor bijvoorbeeld brandstof - benzine, diesel - of remvloeistof.
Bij voorkeur wordt het diefstalbeveiligingssysteem 15 volgens conclusie 2 toegepast.
Hierbij wordt de werking van het remsysteem geblokkeerd bij het kraken of verwijderen van de vergrendelmidde-len, doordat het remfluidum uit het remsysteem zal treden en derhalve de remwerking van het voertuig onklaar zal geraken, 20 zodat het voertuig niet meer bruikbaar is.
Bij voorkeur wordt het diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 3 toegepast, waarbij dan bij voorkeur de wielen van het voertuig voorafgaand aan het blokkeren van het remsysteem op de rem worden gezet. Bij voorkeur wordt hierbij 25 het remfluidum naar de wielremcilinders geperst met behulp van het rempedaal, maar vanzelfsprekend kan dit ook via een daarvoor bedoelde pomp geschieden.
Voorts wordt bij voorkeur het diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 6-9 of 12 toegepast, 30 waarbij bij uitboren van de vergrendelmiddelen, indien het remsysteem voorafgaand aan het vergrendelen geblokkeerd is, dit remsysteem geblokkeerd blijft, doordat de leiding door de afsluitpen afgesloten blijft.
8602831
V
-2-
Voorts verschaft de uitvinding blokkeermiddelen ten gebruike bij een diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvinding.
Nadere kenmerken, voordelen en details zullen dui-5 delijk worden onder verwijzing naar een voorkeursuitvoerings-voorbeeld van het diefstalbeveiligingssysteem, dat beschreven zal worden aan de hand van een tekening, waarin tonen: fig. 1 een van een remsysteem voorzien voertuig, waarbij het diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvinding 10 is toegepast, fig. 2 detail II van fig. 1, fig. 3 detail III van fig. 2 in verschoven stand, fig. 4 een doorsnede over de lijn IV-IV van fig. 2, fig. 5 een doorsnede over de lijn V-V uit fig. 2, 15 fig. 6 een andere uitvoeringsvorm van een bij een voertuig toegepast diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvinding, fig. 7 detail VII uit fig. 6, fig. 8 een andere uitvoeringsvorm van een diefstal-20 beveiligingssysteem volgens de uitvinding, fig. 9 een andere uitvoeringsvorm van een op een remsysteem van een voertuig aangesloten diefstalbeveiligingssysteem, fig. 10 een gedeeltelijk weggebroken bovenaanzicht 25 van nog een ander uitvoeringsvoorbeeld van het diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvinding, en fig. 11 een doorsnede over XI-XI van fig. 10.
Een voertuig 1 (fig. 1) is op algemeen bekende wijze voorzien van een remsysteem 2, dat een remfluidumreservoir 30 3, een rempedaal 4, een hoofdremciclinder 5, die via cilinders 6 resp. 7 en fluidumleidingen 8 resp. 9 met remcilinders 10 in verbinding staat en vergrendelmiddelen 11, die via een sleutel 12 bedienbaar zijn, omvat. Met behulp van de vergrendelmiddelen 11 die zich bijvoorbeeld naast de niet getoonde 35 bestuurdersstoel van het voertuig 1 bevinden, waarbij de sleutel 12 zich dan binnen de niet getoonde carrosserie van het voertuig bevindt en de remleidingen 8, 9 zich onder die eeo 2 831 -3- carrosserie bevinden, is het voertuig af te grendelen, doordat de door de fluidumleidingen 8 resp. 9 onafhankelijke delen van het remsysteem 10 daarmee afsluitbaar zijn. Bij voorkeur staan de vergrendelmiddelen 11 in verbinding met een 5 in een uitgang 13 van de fluidumleiding 8 tussen een blok-keerstand en een doorlaatstand schuifbaar blokkeerelement 14, dat in de doorlaatstand voorzien is van doorgangsboringen 15, 16 (fig. 5) en voor het in de blokkeerstand afsluiten van de fluidumleidingen 8 met tegen veerkracht in beweegbare kogels 10 17 resp. 18.
Door het insteken van de juiste sleutel 12 worden pennen 19, die tegen veren 20 in beweegbaar zijn en die uit twee delen bestaan, van een niet getoonde rand opgeheven, zodat vervolgens een cilinderslot 21 van de vergrendelmiddelen 15 tot aan een aanslag 22 in een huis 23 in de richting van de pijl I verschuifbaar is en zodoende de kogels 17 resp. 18 met behulp van veren 24 resp. 25 de fluidumleiding 8 afsluiten. Door het roteren van de sleutel 12 in de richting van de pijl R na indrukking van het cilinderslot 21 en het vervolgens 20 uitnemen van deze sleutel, is zodoende de remwerking van het voertuig door het afsluiten van de fluidumleiding 8 geblokkeerd. Bij het opnieuw insteken van de sleutel 12 wordt door de kracht van een schroefveer 26 het blokkeerelement 14 en het cilinderslot 21 wederom teruggedrukt en wordt de werking 25 van het remsysteem wederom vrijgegeven.
Door voorafgaand aan het blokkeren van de remwerking van het voertuig het rempedaal 4 (fig. 1) in te trappen, terwijl tijdens het vergrendelen dit rempedaal ingedrukt gehouden wordt, zullen de wielen van het voertuig na verwijde-30 ring van de sleutel 12 op slot staan. Op het huis 23 is nu een extra, relatief klein fluidumreservoir 27 geschroefd, waarin zich een aan een veer 28 opgehangen zuiger 29 bevindt, zodat na loslating van het rempedaal 4 fluidum vanuit het extra fluidumreservoir 27 in het aan de kant van het rempe-35 daal gelegen deel van het remsysteem kan vloeien, zonder dat hierbij gasbellen in dit deel van het remsysteem ontstaan.
8602831 * -4-
In fig. 3 is te zien, dat bij het verschuiven van het blokkeerelement 14 er remfluidum volgens pijl A achter de kogel 17 zal geraken, zodat zich aan beide zijden van het kogel 17 tijdens het afsluiten een gelijke fluidumdruk zal 5 bevinden. Ter afdichting is het blokkeerelement 14 aan weerszijden van de remleiding 8 voorzien van afdichtringen 30 resp. 31.
In fig. 4 en 5 is te zien, dat het blokkeerelement 14 is voorzien van een uitsparing 32, opdat het niet ten op-10 zichte van de uitgang 13 kan verdraaien.
Het zal duidelijk zijn dat bij uitboren van het cilinderslot 21, het blokkeerelement 14 door de schroefveer 26 voorbij de afdichtring 30 zal worden gedrukt, er derhalve remfluidum uit het remsysteem zal ontsnappen en het voertuig 15 onklaar zal geraken.
Bij een andere uitvoeringsvorm van het diefstalbe-veiligingssysteem volgens de uitvinding (fig. 6), waarbij dezelfde onderdelen als in fig. 1 hier verder niet besproken zullen worden, is een aftakking 33 van het remsysteem 2 naar 20 een stuurkolom 34 geleid en met een contactslot 35 (zie ook fig. 7) verbonden. Een sleutel 36 van het contactslot 35 is op bekende wijze draaibaar in een boring 37 en bedient daarmee een op een as 38 aangebrachte nok 39, die zoals schematisch met 40 is aangegeven een electrische hoofdleiding 41 25 van het voertuig onderbreekt, dan wel aansluit. Door de aansluiting op de aftakking 33 van het remsysteem van het voertuig zal bij de destructie van het contactslot 35 de remwer-king van het voertuig eveneens vernield zijn.
Voorts is een aftakking 42 van de brandstoftoevoer 30 naar het contactslot 35 geleid, zodat bij destructie van het contactslot 35 eveneens de brandstoftoevoer naar de motor van het voertuig op niet getoonde wijze zal zijn verhinderd. Vanzelfsprekend kan het diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvinding worden toegepast bij een gedeelte van het remsys-35 teem van het voertuig of zoals boven beschreven bij alle delen van een gescheiden remsysteem, waarbij delen van het remsysteem op elk wiel apart, op alleen de voorwielen of 8602831 « ir -5- alleen de achterwielen of op twee wielen die zich kruislings ten opzichte van elkaar bevinden, kunnen werken.
Het diefstalbeveiligingssysteera volgens de uitvinding kan worden toegepast bij remsystemen die met gas of met 5 gas en vloeistof als fluïdum werken.
In fxg. 8 zijn vergrendelmiddelen 45 bij een flui-dumleiding 46 voor brandstof, bijvoorbeeld benzine of diesel, toegepast. De overige onderdelen van de vergrendelmiddelen 45 zijn gelijk aan die van de vergrendelmiddelen 11 (fig. 2), 10 behalve dat het extra fluidumreservoir 27 achterwege kan blijven en een bespreking van deze onderdelen kan dan ook achterwege blijven. Het zal duidelijk zijn, dat bij vernieling en/of verwijdering van de vergrendelmiddelen 45 de (niet getoonde) motor van het voertuig niet van brandstof zal wor-15 den voorzien en het voertuig derhalve onklaar geraakt zal zijn.
Bij nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een diefstalbeveiligingssysteem 51 volgens de uitvinding (fig. 9) is bijvoorbeeld onder en gedeeltelijk door een bodemplaat 52 20 heen een huis 53 aangebracht, waarop van schroefdraad voorziene fluidumleidingen 54 - met een uitgang 95 - resp. 55 met moeren 56 resp. 57 zijn aangesloten. Het huis 53 is met behulp van een moer 58 door de bodemplaat 52 heen bevestigd en over de moer 58 heen is een kunststof of metalen kap 59 25 gelijmd, zodat de moer 58 van boven de bodemplaat af onbereikbaar is. In een boring 60 in het huis 53 is verschuifbaar een cilinderslot 61 van bekend type, zoals bijvoorbeeld verkrijgbaar onder merknaam ZEISS, opgenomen. Dit cilinderslot 61 is geborgd met behulp van een inbusschroefbout 62 en kan 30 ten opzichte van deze inbusschroefbout 62 tussen twee aanslagen 63 en 64 verschoven worden. De werking van het cilinderslot 61 is algemeen bekend, doch zal hieronder kort beschreven worden.
Na insteken van de juiste sleutel 65 kan een bus 66 35 ten opzichte van een bus 67 tegen veerkracht van een veer 68 enigszins verdraaid worden, waarbij een pen 69 vrijkomt, die na indrukken van het gehele cilinderslot 61 en terugdraaien van de sleutel in een uitsparing 70 valt, waarna de sleutel 8602231 i -6- 65 wederom kan worden uitgenomen. Ter begrenzing van de draaiing van de bus 66 ten opzichte van de bus 67 is in de bus 67 een pen 71 die een aanslag voor een in de bus 66 geschroefde bout 72 vormt, opgenomen.
5 Bij het indrukken van het cilinderslot 61 wordt een van een doorgangsboring 73 voorziene cilinder 74 die aan boven- en onderzijde voorzien is van pakkingsringen 75 resp. 76 tegen de kracht van een veer 77 naar beneden bewogen. In de doorgangsboring 73 is een van groeven 78 voorziene contra-10 pen 79 opgenomen, die een het afsluitorgaan vormende afsluit-pen 80 die van een klepdeel 81 is voorzien en die tegen de kracht van veermiddelen in de vorm van een schroefveer 82 en een flexibele schotel 83 in beweegbaar is, bedient. Tussen het klepdeel 81 en een zitting 84 is een afdichtring 85 opge-15 nomen.
In de in fig. 9 getoonde stand houdt de contrapen 79 de doorgang van fluïdum vanaf de fluidumleiding 54 naar de fluidumleiding 55 open, zodat het remsysteem van het voertuig normaal zal functioneren. Indien fluidumleiding 54 op de 20 hoofdremcilinder en fluidumleiding 55 op een wielremcilinder is aangesloten, zullen na indrukken van het rempedaal en indrukken van het cilinderslot 61 met behulp van de sleutel 65 het remsysteem van het voertuig en derhalve eveneens de wielen van het voertuig geblokkeerd zijn. Bij uitboren van 25 het cilinderslot 61 zal door de kracht van de veer 77 de cilinder 74 naar boven springen, voorbij de in fig. 9 getekende stand en zal het klepdeel 81 de fluidumleiding 55 afgesloten houden.
Voor het nauwkeurig in de juiste stand houden van 30 de cilinder 64 is deze voorzien van twee staande geleidingen 96 resp. 97. Voor het tegelijkertijd met een in het huis schroefbare schroefkap 86 monteren van de cilinder 74, is die via een niet getoonde schroef via opening 87 en schroefdraad-gat 88 in het huis 53 bevestigbaar.
35 In een gedeeltelijk weggebroken bovenaanzicht van een andere voorkeursuitvoeringsvorm van het diefstalbeveili-gingssysteem volgens de uitvinding (fig. 10) zijn onderdelen overeenkomstig aan die in fig. 9 met dezelfde verwijzingscij- 8602331 & -7- fers aangegeven en een beschrijving daarvan is verder achterwege gebleven. Voor aansluiting op het huis 53 van vier fluidumleidingen 54# 55, 89 resp. 90 die gelijktijdig via een van twee doorgangsboringen voorziene cilinder 74 afsluitbaar 5 zijn, zijn deze vier fluidumleidingen op de hoeken van het huis 53 aangebracht, terwijl de doorgangsboringen 73 de aan één zijde gelegen fluidumleidingen met elkaar verbinden, zoals resp. met de pijlen en F2 is aangegeven. Hierdoor konden de afmetingen van cilinder 74 en het huis 53 zo klein 10 mogelijk gehouden worden.
In het huis 53 zijn daarin schroefbare ontluch-tingskleppen 98 aangebracht.
Zoals te zien is (fig. 10, 11) is de cilinder 74 via een pal 90 en een aan de bus 66 van het cilinderslot be-15 vestigde meenemer 91 verdraaibaar. De cilinder 74 is dan ook niet in axiale richting geleid. Voorts zijn zowel onder als boven de contrapen 79 in de cilinder 74, zich tenminste gedeeltelijk radiaal uitstrekkende uitsparingen 92 resp. 93 opgenomen .
20 Door het verdraaien van de cilinder 74 en de radia le uitsparingen 92 en 93 zal het na het vergrendelen van de fluidumleidingen 54, 55, 89 en 90 in de praktijk onmogelijk blijken, na uitboren van het cilinderslot 61 de cilinder 74 in een zodanige stand te brengen, dat fluidumstroming vanaf 25 leidingen 54 en 89 naar fluidumleidingen 55 en 90 wederom mogelijk is. Zowel in axiale richting van de cilinder 74 als in rotatxerichting daarvan moet voor deze cilinder de juiste stand in boring 60 gevonden worden, hetgeen in de praktijk onmogelijk zal blijken te zijn.
30 Het hierboven beschreven diefstalbeveiligingssys- teem is op voordelige wijze toepasbaar bij allerlei voertuigen, zoals personenautomobielen en vrachtautomobielen, ongeacht of deze voertuigen met behulp van vloeistofvormig fluidum of gasvormig fluïdum in hun remsystemen werken.
860 2 S 3 1
Claims (17)
1. Systeem voor diefstalbeveiliging van ee'n voertuig (1), dat is voorzien van een fluidumleiding (8, 9, 16, 54, 55, 89, 94), gekenmerkt door middelen (11, 45, 61) ter vergrendeling van het voertuig (1), welke vergrendelmiddelen 5 (11, 45, 61) zodanig met de fluidumleiding (8, 9, 16, 54, 55, 89, 94) zijn gekoppeld, dat bij destructie van de vergrendelmiddelen (11, 45, 61) fluïdum uit de fluidumleiding (8, 9, 16, 54, 55, 89, 94) treedt.
2. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 1, 10 met het kenmerk dat de fluidumleiding (8, 9, 54, 55, 89, 94) deel van het remsysteem (2) van het voertuig (1) uitmaakt.
3. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de vergrendelmiddelen (11, 61) in een tussen een hoofdremcilinder (5) en een wielremcilinder (10) 15 aangelegde fluidumleiding (8, 9, 54, 55, 89, 94) zijn opgenomen en dat met behulp van de vergrendelmiddelen (11, 61) blokkeermiddelen (14, 74) die in een uitgang (13, 95) van de fluidumleiding (8, 9, 54, 55, 89, 94) zijn opgenomen en die uittreden van remfluidum door de uitgang (13, 95) uit de 20 fluidumleiding verhinderen, bedienbaar zijn, waarbij de vergrendelmiddelen (11, 61) in hun vergrendelde stand de blokkeermiddelen (14, 74) in een de doorgang van remfluidum door de fluidumleiding (8, 9, 54, 55, 89, 94) blokkerende stand houden.
4. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de blokkeermiddelen gevormd worden door één tussen een blokkeerstand en een doorlaatstand schuifbaar blokkeerelement (14, 74), dat is voorzien van tenminste één doorgangsboring (15, 73) in zijn doorlaatstand doorlaten van 30 remfluidum en van tenminste één in zijn blokkeerstand de remleiding afsluitend afsluitorgaan (18, 80).
5. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het afsluitorgaan door een door veerkracht tegen een zitting drukbare kogel (18) wordt gevormd.
6. Diefstalbeveilingssysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het afsluitorgaan wordt gevormd door een van een klepdeel (81) voorziene afsluitpen (80), waarvan het 860. f: 31 -9- klepdeel (81) door een van openingen voor het doorlaten van het remfluidum voorziene, in de doorgangsboring (73) opgenomen contrapen (79) tegen veermiddelen (82, 83) van een af-sluitzitting (84) af beweegbaar is, bij verschuiving van het 5 blokkeerelement (74) tot in zijn blokkeerstand.
7. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk dat tussen de zitting (84) en het klepdeel (81) een afdichtring (85) is opgenomen.
8. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 6 10 of 7, met het kenmerk dat het blokkeerelement (74) aan tenminste één kant van de contrapen (79) een radiale uitsparing (92, 93) heeft.
9. Diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 4-8, met het kenmerk dat het blokkeerelement (14, 15 74) is voorzien van een geleiding (32, 96, 97).
10. Diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 4-9, met het kenmerk dat het blokkeerelement (14, 74) aan zijn einden is voorzien van afdichtringen (30, 31, 75, 76) voor het ten opzichte van de uitgang (13, 95) afdich- 20 ten van de fluidumleiding (8, 9, 54, 55, 89, 94).
11. Diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 3-10, met het kenmerk dat de vergrendelmiddelen (11, 61) gevormd worden door een bij het blokkeerelement (14, 74) aangebracht cilinderslot (21, 61) dat in de uitgang (13, 25 95) verschuifbaar is, waardoor het blokkeerelement (14, 74) tegen een veerkracht in zijn blokkeerstand brengbaar is.
12. Diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 4-8, 10 of 11, met het kenmerk dat het blokkeerelement (74) aan beide zijden is voorzien van een radiale 30 uitsparing (92, 93) en dat het blokkeerelement (74) door bediening van het cilinderslot (61) in de boring (60) roteerbaar is.
13. Diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 3-12, met het kenmerk dat het voertuig is voorzien 35 van twee gescheiden delen van het remsysteem, waarbij twee remleidingen zich onder de bodem van de carrosserie nabij de bestuurdersstoel uitstrekken. 8602831 -10-
14. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 13, gekenmerkt door een extra remfluidumreservoir (27), dat is voorzien van een aan een veer (28) bevestigde zuiger (29).
15. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 5 14, met het kenmerk dat het extra remfluidumreservoir (27) op het huis (23) bevestigbaar is en op de fluidumleiding (8, 9) aansluitbaar is.
16. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de uitgang (13) zich in een stuurkolom 10 (34) van het voertuig bevindt en dat de vergrendelmiddelen door een contactslot (35) worden gevormd.
17. Blokkeermiddelen (14, 17, 18, 23, 24, 26, 74) ten gebruike bij een diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies. ****** 9602831
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8602831A NL8602831A (nl) | 1986-07-17 | 1986-11-07 | Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. |
ES87201252T ES2035031T3 (es) | 1986-07-17 | 1987-06-30 | Sistema para impedir el robo de un vehiculo. |
AT87201252T ATE81084T1 (de) | 1986-07-17 | 1987-06-30 | Diebstahlsicherungssystem fuer fahrzeuge. |
DE19873781965 DE3781965T2 (de) | 1986-07-17 | 1987-06-30 | Diebstahlsicherungssystem fuer fahrzeuge. |
EP19870201252 EP0253431B1 (en) | 1986-07-17 | 1987-06-30 | System for preventing theft of a vehicle |
GR920402166T GR3005862T3 (nl) | 1986-07-17 | 1992-10-01 |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8601873A NL8601873A (nl) | 1986-07-17 | 1986-07-17 | Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. |
NL8601873 | 1986-07-17 | ||
NL8602831A NL8602831A (nl) | 1986-07-17 | 1986-11-07 | Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. |
NL8602831 | 1986-11-07 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8602831A true NL8602831A (nl) | 1988-02-16 |
Family
ID=26646148
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8602831A NL8602831A (nl) | 1986-07-17 | 1986-11-07 | Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0253431B1 (nl) |
DE (1) | DE3781965T2 (nl) |
ES (1) | ES2035031T3 (nl) |
GR (1) | GR3005862T3 (nl) |
NL (1) | NL8602831A (nl) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2631298A1 (fr) * | 1988-05-11 | 1989-11-17 | Raimbault Patrice | Dispositif antivol pour engins equipes de moyens de locomotion et/ou d'actionnement hydrauliques ou pneumatiques |
US4928506A (en) * | 1989-05-11 | 1990-05-29 | Edmund Radziewicz | Anti-theft locking valve for motor vehicles |
GB8924964D0 (en) * | 1989-11-04 | 1989-12-28 | Phillips William | Vehicle anti-theft device |
IL102028A (en) * | 1992-05-27 | 1994-08-31 | Ben Asher Eldad | Brake release lock |
BR9307845A (pt) * | 1993-05-21 | 1996-01-09 | Auscan Brake Lock Ltd | Aparelho aperfeiçõado para trancar freios de veiculo |
GB2283289A (en) * | 1993-10-09 | 1995-05-03 | Bramley David Eng Ltd | Immobilising valve for a vehicle hydraulic brake circuit |
ES1030630Y (es) * | 1994-11-17 | 1996-04-01 | Fernandez Juan Carlos Perez | Sistema antirrobo para coche o moto. |
RS49528B (sr) * | 1997-04-14 | 2006-12-15 | Ljubinko Mirković | Uređaj za zaštitu vozila od krađe hidromehaničkom ili mehaničkom blokadom kočnica |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3116752A (en) * | 1959-10-20 | 1964-01-07 | Duncan Martha Maria | Locking device on hydraulic brakes to prevent theft of automobiles |
US3116725A (en) * | 1961-04-20 | 1964-01-07 | Benjamin H Hadley | Smog control device and method for internal combustion engines |
US3625573A (en) * | 1969-11-19 | 1971-12-07 | Auto Safe Ltd | Antithief devices |
US3882959A (en) * | 1973-04-30 | 1975-05-13 | Safety Drive Ind Co Ltd | Safety device for car brake system |
US4010984A (en) * | 1975-11-03 | 1977-03-08 | Coleman James A | Internal hydraulic sealing for a vehicle locking device |
US4018314A (en) * | 1976-06-30 | 1977-04-19 | Raymond Richmond | Anti-theft vehicle brake-supervising device |
FR2562487B1 (fr) * | 1984-04-05 | 1986-09-05 | Moio Bruno | Dispositif antivol pour vehicules par neutralisation du circuit electrique et par blocage des freins apres sollicitation |
US4546846A (en) * | 1984-04-19 | 1985-10-15 | Myers Ronald L | Safe lock anti-theft hydraulic brake control system |
-
1986
- 1986-11-07 NL NL8602831A patent/NL8602831A/nl not_active Application Discontinuation
-
1987
- 1987-06-30 ES ES87201252T patent/ES2035031T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1987-06-30 EP EP19870201252 patent/EP0253431B1/en not_active Expired
- 1987-06-30 DE DE19873781965 patent/DE3781965T2/de not_active Expired - Fee Related
-
1992
- 1992-10-01 GR GR920402166T patent/GR3005862T3/el unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES2035031T3 (es) | 1993-04-16 |
EP0253431A1 (en) | 1988-01-20 |
EP0253431B1 (en) | 1992-09-30 |
DE3781965D1 (de) | 1992-11-05 |
GR3005862T3 (nl) | 1993-06-07 |
DE3781965T2 (de) | 1993-02-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4946130A (en) | Flow control device | |
NL8602831A (nl) | Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. | |
US3515442A (en) | Lock for hydraulic brakes of vehicles | |
US4493198A (en) | Anti-theft lock for pedal operated apparatus | |
FR2654401A1 (fr) | Systeme de freinage antiblocage pour vehicule automobile. | |
EP0086087B1 (en) | Anti-theft devices for automotive vehicles | |
US4881615A (en) | Anti-theft device for motor vehicles | |
US4977974A (en) | Locking device for automobiles | |
US3653730A (en) | Wheel lock for a vehicle | |
US4159755A (en) | Safety hydraulic brake system for automotive vehicles | |
NL8601873A (nl) | Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. | |
US5344221A (en) | Anti-theft method and apparatus for locking the brakes of a vehicle | |
WO1990009912A1 (en) | Anti-theft device for motor vehicles | |
US4678068A (en) | Automobile brake locking system | |
US6668605B2 (en) | Anti-theft device for cycles | |
US2601909A (en) | Emergency brake lock | |
GB1592539A (en) | Compressed air brake systems | |
EP0629162B1 (en) | Fuel cut-off anti-theft device | |
JP3738242B2 (ja) | 車両用液圧マスタシリンダ | |
GB2266566A (en) | Motor vehicle anti-theft device | |
KR200143659Y1 (ko) | 차량 도난 방지장치 | |
JPH03501237A (ja) | 盗難防止装置 | |
GB2266352A (en) | A vehicle anti theft device. | |
RU2135376C1 (ru) | Противоугонное устройство | |
CN2312389Y (zh) | 锁控单向阀 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |