Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL8202031A - Inrichting voor het verwijderen der ingewanden van geslacht gevogelte. - Google Patents

Inrichting voor het verwijderen der ingewanden van geslacht gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL8202031A
NL8202031A NL8202031A NL8202031A NL8202031A NL 8202031 A NL8202031 A NL 8202031A NL 8202031 A NL8202031 A NL 8202031A NL 8202031 A NL8202031 A NL 8202031A NL 8202031 A NL8202031 A NL 8202031A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
spoon
bird
arm
axis
Prior art date
Application number
NL8202031A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stork Pmt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Pmt filed Critical Stork Pmt
Priority to NL8202031A priority Critical patent/NL8202031A/nl
Priority to EP83200676A priority patent/EP0094724B1/en
Priority to AT83200676T priority patent/ATE33438T1/de
Priority to DE8383200676T priority patent/DE3376246D1/de
Priority to US06/493,404 priority patent/US4516290A/en
Priority to DK217083A priority patent/DK217083A/da
Priority to CA000428266A priority patent/CA1200661A/en
Priority to HU831701A priority patent/HU189281B/hu
Priority to AU14606/83A priority patent/AU563797B2/en
Priority to JP58087373A priority patent/JPS58212738A/ja
Priority to BR8302599A priority patent/BR8302599A/pt
Priority to SU833595642A priority patent/SU1306466A3/ru
Publication of NL8202031A publication Critical patent/NL8202031A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/06Eviscerating devices for poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)
  • Coloring Foods And Improving Nutritive Qualities (AREA)
  • Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)

Description

" « *' 815135/Timmers
Korte aanduiding: Inrichting voor het verwijderen der * ingewanden van geslacht gevogelte.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verwijderen der. ingewanden van geslacht gevogelte, omvattende middelen voor het ten opzichte van een ondersteuning in een vaste stand positioneren der vogel en een in 5 en uit de vogel beweegbare langwerpige drager met aan het einde een om een dwarse scharnieras kantelbaar lepelvormig uithaalelement.
Dergelijke inrichtingen zijn op zich algemeen bekend; een uitvoering ervan is bijv. beschreven in de ter inzage 10 gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7205388. Bij deze bekende inrichtingen rust de vogel tijdens de bewerking met de rug op de ondersteuning en wordt het lepelvormig uithaalelement via een in het achterdeel der vogel gevormde, van de aarssnede uitgaande, snede volgens een gebogen baan langs het 15 borstbeen in de vogel gebracht? het vooreinde van het uithaalelement klapt dan om naar de rug en tijdens de teruggaande beweging van het uithaalelement worden de ingewanden meegenomen.
Deze bekende inrichting heeft een aantal nadelen. Daar 20 de baan van het uithaalelement ten opzichte van de ondersteuning door de constructie der inrichting is bepaald en dus vast ligt, terwijl het uithaalelement dicht langs het borstbeen moet bewegen, is de inrichting slechts geschikt voor het verwerken van vogels waarvan de afmetingen onder-25 ling niet te veel verschillen. Voorts moet, uitgaande van de normale aarssnede in de vogel een tweede snede worden gevormd die van de aars naar de borst verloopt om het invoeren van het uithaalelement mogelijk te maken.
De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen.
30 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat het einde van de drager in een richting dwars op de dragerlangsas kan worden verplaatst en de lepel zodanig ten opzichte van de drager kan kantelen dat de lepel tijdens het inbrengen in de vogel naar de drager kan bewegen en tijdens de teruggaande 35 beweging onder meeneming van het ingewandenpakket in een 8202031 -2- 1 . * tot onder een hoek met de drager staande stand kan terugklappen, terwijl de beweging der drager zodanig wordt bestuurd dat het einde ervan na het inbrengen in de vogel via de aarssnede eerst in de richting van het borstbeen 5 wordt verplaatst, vervolgens verder naar binnen langs het borstbeen in de vogel wordt bewogen, daarna dwars van het borstbeen af wordt bewogen onder omklappen van de lepel en ten. slotte uit de vogel wordt getrokken.
Ten opzichte van de bekende inrichting is het prin-10 cipiële verschil dat het inbrengen van de lepel niet aan de borstzijde doch aan de rugzijde geschiedt. Na het inbrengen via de aarssnede wordt de lepel naar het borstbeen toe bewogen en vindt de verdergaande beweging zodanig plaats dat bij de lepel tussen het borstbeen en het ingewandenpakket 15 beweegt.
Het is duidelijk dat door de maatregelen volgens de uitvinding het inbrengen van de lepel veel minder kritisch is,· de inrichting blijkt in de praktijk vogels van verschillend formaat gemakkelijk te kunnen verwerken. Aanpas-20 sing aan vogels met sterk afwijkende afmetingen, b.v.
kalkoenen, is mogelijk door de zwaaibeweging van de lepel aan te passen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zet de lepel zich voort in een tweede, aan de andere zijde der scharnieras ge-25 legen deel met zodanige afmetingen dat de eindrand ervan tegen het borstbeen van de vogel oploopt. Daardoor wordt verzekerd dat tijdens de eerste fase van de omhooggaande beweging waarbij deze rand tegen het borstbeen rust, het aan de andere zijde van de scharnieras gelegen deel van de 30 lepel met zekerheid alle ingewanden meeneemt.
Teneinde te verzekeren dat de lepel bij de uithaal-beweging in een ten opzichte van de lepeldrager dwarse stand blijft is bij voorkeur een evenwijdig met de drager in langsrichting verschuifbaar daarmee gekoppelde op de 35 lepel inwerkende duwstang aangebracht die de lepel in genoemde stand kan fixeren.
Uiteraard moet de vogel tijdens het uithalen der inge- ___i 8202031 * ί * Jf -3- wanden goed zijn gepositioneerd. Dit wordt bereikt doordat de positioneringsmiddelen bestaan.uit een de borst van de vogel opnemend, hol·, onder veerwerking verschuifbaar steun-plateau met aan het. ondereinde twee uitstekende steunlippen 5 samenwerkend met twee daarboven gelegen, naar het plateau toe en daar van af beweegbare U-vormige beugels waarvan de bovenste met het gesloten einde en de onderste met het open einde naar het plateau is gericht.
Het positioneren van de vogel geschiedt dus niet door 10 het op de gebruikelijke wijze uitoefenen van een trekkracht op de poten van de vogels en het tegenhouden van het lijf der vogel doch door het via de steunlippen uitoefenen van een, verende, duwkracht op het bovenlijf van de vogel waardoor de vogel tegen de bovenste beugel wordt opgedrukt en 15 daarbij door de onderste beugel omsloten blijft.
Een eenvoudige constructieve uitvoering wordt daarbij verkregen wanneer beide beugels worden gedragen door een enkele om een op afstand van het plateau gelegen as verdraaibare kantelarm.
20 Bij voorkeur zal men een inrichting als bovenomschreven, met een aantal andere soortgelijke inrichtingen of stations combineren tot een complete installatie waarbij de stations gezamenlijk roteren rond de centrale as zodat de vogels tijdens het uitvoeren van de bewerking een cirkelvormige 25 baan rond deze as afleggen? zo kan de inrichting gemakkelijk worden opgenomen in de gebruikelijke transportbaan voor geslacht gevogelte en wordt een installatie met grote capaciteit gerealiseerd. De noodzakelijke bewegingen der verschillende elementen worden dan gerealiseerd met behulp van 30 stuurnokken die samenwerken met geschikt gevormde geleide-banen gevormd in een centrale stuurtrommel waar de stations omheen bewegen. Een dergelijke opzet is op zich bekend.
De bewegingen van de verschillende elementen, in het bijzonder die van het uithaalelement, vinden bij de bekende 35 inrichting plaats in een in hoofdzaak horizontale richting wat betekent dat een complete installatie, opgebouwd als bovenomschreven een grote diameter heeft.
8202031 ’ -i * i * -4-
Volgens de uitvinding worden de vogels bij voorkeur hangend aan de poten aan de inrichting toegevoerd en verloopt de langsbeweging der lepeldrager in hoofdzaak in vertikale richting. Hierdoor worden de afmetingen van de 5 installatie aanzienlijk verkleind en kan een inrichting met grote capaciteit worden gerealiseerd.
Bij een opzet als bovenomschreven is de drager bij voorkeur via een aan het andere einde daarvan aangebrachte dwars op de bewegingsrichting staande scharnieras verbonden 10 met een in een langwerpige geleiding opgenomen glijstuk gekoppeld met een met een eerste geleidebaan met variërend niveau samenwerkende eerste stuurnok en waarin is opgenomen de scharnieras van het boveneinde der drager welk drager-einde is gekoppeld met een eveneens met een, tweede,ge-15 geleidebaan met variërend niveau samenwerkende tweede stuurnok.·
Door het variëren van de afstand tussen de beide ge-leidebanen verandert ook de afstand tussen de beide stuur-nokken en wordt op eenvoudige wijze het verzwaaien van het 20 ondereinde der lepeldrager tot stand gebracht.
Een constructief eenvoudige uitvoering om dit te realiseren ontstaat wanneer de tweede stuurnok is verbonden met de eerste arm van een om de scharnieras verdraaibaar hoekstuk waarvan de tweede arm verend meegevend met het 25 dragereinde is gekoppeld.
Het heeft voordelen wanneer de zwaaibeweging van de lepeldrager, welke de verplaatsing in horizontale richting van de lepel bepaalt, kan plaatsvinden tegen veerwerking in omdat daardoor een grotere afhankelijkheid van de af-30 metingen der te verwerken vogels wordt bereikt. Dit kan op constructief eenvoudige wijze worden gerealiseerd doordat het dragereinde een door een uitsparing in de, tegen het dragereinde aanliggende, tweede hoekstukarm gaande geleide-pen met kop draagt en dat tussen deze kop en de tweede 35 hoekstukarm een drukveer is opgenomen.
In samenhang met de bovenomschreven maatregelen kan de beweging der duwstang op eenvoudige wijze worden ver- 8202Q31 ____i ► » * ί *.
-5- kregen doordat het einde der duwstang staat onder inwerking der eerste arm van een via een met de scharnieras evenwijdige, tweede scharnieras door het glijstuk gedragen hoekstuk waarvan dat is gekoppeld met een met een geleide-5 baan van variërend niveau samenwerkende stuurnok.
Het heeft voordelen de uithaalbewerking te combineren met het, met behulp van een, overigens op zich bekende, de kop omgrijpende trekbeugel verwijderen van de kop van de vogel, en wel op het moment waarop de lepel de longen los-10 trekt. Dit kan bij de inrichting volgens de aanvrage op eenvoudige wijze worden gerealiseerd door toepassing van een aan het einde van een om een horizontale as scharnierende en met een geleidebaan. samenwerkende kantelarm aangebrachte, U-vormige, met het open einde op de nek van 15 de vogel aangrijpende koptrekbeugel. Door een juiste keuze van het verloop der geleidebanen kunnen, de bewegingen op eenvoudige wijze met elkaar worden gesynchroniseerd.
De uitvinding wordt- toegelicht aan de hand van de tekening: 20 De figuren 1 t/m 7 verduidelijken de baan van het uithaalelement en de bewerking van het uithalen; fig. 8 toont in perspektief de voornaamste delen van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 9 verduidelijkt het positioneren van de vogel; 25 fig. 10 is een half langsdoorsnede - half aanzicht van een complete inrichting volgens de uitvinding; fig. 11a is een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van de lepeldrager en het steunplateau; fig. 11b is een vooraanzicht van deze delen; 30 fig. 12 toont perspektivisch de lepeldrager, de posi tioner ingsbeugels en een deel van het steunplateau; fig. 13a is een bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm der lepel; fig. 13b is een langsdoorsnede daarvan; 35 fig. 13c is een vooraanzicht van deze lepel.
8202031 \ , * # * -6- A1vorens de inrichting volgens de uitvinding in detail te beschrijven zal aan de hand van de figuren 1 t/m 7 de baan die het lepelvormig uithaalelement (in het hiernavolgende aangeduid met ''lepel") voor het uithalen der ingewan-5 den in de vogel aflégt worden besproken. In deze figuren is met het verwijzingscijfer 1 aangegeven de gehele vogel en met het verwi jzingsci jfer 2 de poten waaraan de vogel tijdens de bewerking hangt en die slechts gedeeltelijk zijn weergegeven; ook de nek 3 van de vogel is duidelijkheidshalve 10 slechts gedeeltelijk getekend. Van de ingewanden zijn aangegeven de maag met het verwijzingscijfer 4, de milt met het verwijzingscijfer 5 en de lever met het verwijzingscijfer 6; het hart met het verwijzingscijfer 7, de longen met het verwi jzingsci jfer 8 en de nieren met het verwijzingscijfer 9.
15 Met het verwijzingscijfer 10 is aangegeven de rug en met 11 het borstbeen.
De vogel rust tijdens deze bewerking met de borst 11 tegen het steunplateau 12 waarvan de naar voren uitstekende lippen 13 de, niet-getekende nek van de vogel omvatten. De, 20 zoals gezegd aan de poten hangende, vogel is verder gepositioneerd door de spreidbeugel 14 en de daaronder gelegen U-vormige beugel 15 bevestigd aan de beugeldrager 16. In de figuren 3 t/m 7 zijn deze beugels slechts gedeeltelijk getekend .
25 Het lepelvormig uithaalelement, de "lepel”, is aange geven met het verwijzingscijfer 17 en bevindt zich aan het ondereinde van de lepeldrager 18. De figuren 13a-13c tonen deze lepel in detail. Deze verschillende elementen zullen in het hiernavolgende nog nader worden besproken; de posi-30 tionering der vogel is duidelijk aangegeven in de figuren 8 en 9.
In tegenstelling dus tot de bekende inrichtingen van de soort waarop de aanvrage betrekking heeft rust de vogel niet met de rug doch met de borst tegen het steunplateau. Ook het 35 invoeren der lepel is principieel anders: bij de bekende inrichtingen wordt de lepel volgens een gebogen baan langs het borstbeen ingevoerd tussen het borstbeen en het ingewandenpakket; het vooreinde van de lepel wordt aan het einde van
________A
8202031 ·. * 4 I * -7- de ingaande beweging omgeklapt en bij de teruggaande beweging wordt het ingewandenpakket meegenomen. Het inlopen van de lepel moet zeer nauwkeurig op een voorafbepaalde plaats geschieden en wel via een van de aarssnede uitgaande 5· snede wat in de praktijk door de onderling verschillende afmetingen der vogels problemen geeft. De met de inrichting volgens de aanvrage te verwerken vogels moeten uiteraard ook zijn voorzien van een aarssnede, doch de plaats daarvan is veel minder kritisch en ook de plaats waar de lepel in de 10 vogel inloopt is veel minder kritisch; de beweging,van de lepel geschiedt niet, zoals bij de bekende inrichtingen direkt langs het borstbeen en terug doch via de aarssnede naar de borst en daarvandaan naar beneden. Uitgaande van de in fig. 1 getekende uitgangsstand verloopt de beweging als 15 volgt:
Aanvankelijk beweegt de lepeldrager 18 met de lepel 17 vertikaal naar beneden tot de in fig. 2 getekende stand .waarbij het draaipunt 17a van de lepel 17 een baan aflegt aangegeven met de streeppuntlijn 20a. De voorrand 17c van 20 de lepel 17 is daarbij via de aarssneden in het lijf van. de vogel binnengedrongen. Uitgaande van de in fig. 2 getekende stand beweegt de lepeldrager 18 daarna naar links, dus naar het borstbeen 11 tot de stand volgens fig. 3? de baan van het draaipunt 17a is aangegeven met het lijnstuk 20b.
25 De drager 18 beweegt nu vertikaal tussen borstbeen 11 en ingewanden naar beneden tot de in fig. 4 aangegeven eindstand. Daarbij drukt de voorrand 17c van de lepel 17 tegen de nek 3 en bevindt vrijwel de gehele lepel zich onder het ingewandenpakket. Nu wordt de lepeldrager 18 naar rechts 30 verzwaaid tot de stand volgens fig. 5. In deze stand moet de lepel geheel dwars onder het ingewandenpakket liggen en dat dit ook inderdaad het geval zal zijn wordt verzekerd door de werking van de lepeldrukstang 19 die langs de lepeldrager 18 omlaag wordt bewogen en met zijn punt 19a op het 35 lepeldeel 17b drukt.
Uitgaande van de stand volgens fig. 5 beweegt de lepeldrager 18 met de lepel 17 nu omhoog; de baan van draaipunt 7 8202031 -8- 17a is aangegeven met de lijn 20e. De lepel 17 schraapt aanvankelijk met de rand 17c langs het borstbeen 11 en neemt het ingewandenpakket bestaande uit longen, hart, lever, milt, nieren en maag mee naar boven; dit geheel van 5 ingewanden is aangegeven met het verwijzingscijfer 21.
Tijdens deze omhooggaande beweging gaat het draaipunt 17a van de lepel 17 nog over een korte afstand, aangegeven met 20f, naar rechts en daarna verder naar boven.
Fig. 7 ten slotte toont de eindstand: het complete 10 ingewandenpakket 21 hangt buiten en voor de vogel.
Uit de in het voorgaande gegeven beschrijving van de baan van het belangrijkste deel van de inrichting: de lepel-drager met de lepel 17 in de vogel, blijkt dat het einde van de lepeldrager 18, en dus van het draaipunt van de 15 lepel 17 zowel in vertikale als in horizontale richting beweegt en deze beweging kan uiteraard op verschillende wijzen worden gerealiseerd. In de praktijk wordt de voorkeur gegeven aan een uitvoering waarbij een station, waarin de complete uithaalbewerking wordt uitgevoerd met een aan-20 tal andere stations is gecombineerd tot een complete installatie en de stations gezamenlijk roteren rond een centrale as zodat de vogel tijdens het uitvoeren van de bewerking een cirkelvormige baan rond deze as aflegt. Hierdoor kan de inrichting worden opgenomen in de gebruikelijke 25 transportbaan voor geslacht gevogelte, kan een dergelijke complete installatie een grote capaciteit hebben en kunnen de noodzakelijke bewegingen van de verschillende elementen worden gerealiseerd met behulp van stuurnokken die samenwerken met geschikt gevormde geleidebanen, gevormd in een 30 centrale stuurtrommel waar de stations omheen bewegen. Een dergelijke opzet is voor installaties van de bekende soort gebruikelijk. De figuren 8 t/m 11 tonen details van één enkel station dat, met een aantal andere stations deel uitmaakt van een complete installatie met bijv. 16 stations.
35 Deze installatie bestaat uit de centrale as 25 met vast daaraan bevestigd de trommel 26 voorzien van een aan- 8202031 _____1 * *. » / -9- tal geleidebanen zoals aangegeven met 27a t/m 27d; hun funktie zal nog nader worden beschreven. De om de as 25 draaibare bovendrager 28 wordt aangedreven door de transportband 29 met de gebruikelijke ophanghaken 30; de rotatiebe-5 weging wordt via de koppeling 31 overgebracht op de tweede drager 32 waaraan de verschillende posten zijn bevestigd; tussen de posten zijn niet getekende koppelstukken aanwezig. Een dergelijke post is in zijn geheel in de verschillende figuren aangegeven met het verwijzingscijfer 33.
10 - De post bestaat uit twee vertikale draagbalken 34, 35 met da"artussen de vertikale, ronde, geleidestangen 36 en 37. Van elke post zijn de vertikale balken en geleidestangen aan het ondereinde verbonden met de onderdrager 38 die via de legers 38a vrij kan draaien rond de- centrale as 25. Zij 15 zijn voorts verbonden met de onderste drager 39 waarvan de funktie nog nader zal worden besproken.
Over de stangen 36, 37 zijn vertikaal beweegbaar een eerste glijstuk 40 en een tweede glijstuk 41 geleid. De constructie van het tweede glijstuk 41 is eenvoudig: het 20 draagt de stuurnok 42 en staat onder invloed van de beide vertikale schroefveren 43, 44 aangebracht over respectievelijk de geleidestang 37 en 36. Het glijstuk 41draagt voorts het in het voorgaande reeds genoemde plateau 12 met de uitstekende lippen 13 (zie in het bijzonder de figuren 11a en 25 11b). De nok 42 werkt samen met de geleidebaan 27c met variabel niveau in de stationaire trommel 26; op die posities van de post 33 waarin de uithaalbewerking plaatsvindt ligt de bovenbegrenzing van de geleidebaan 27c zo hoog dat het glijstuk 41 vrij onder invloed van de veren 43, 44 30 omhoog wordt gedrukt.
Het glijstuk 40 heeft een gecompliceerder opbouw. Het draagt (zie fig. 11a, 11b) de vaste stuurnok 50 die samenwerkt met de geleidebaan 27a en daarmee de vertikale positie van het glijstuk langs de geleidestangen 36a, 36b bepaalt.
35 Voorts draagt het de twee vaste uitstekende flenzen 51, 52 met daartussen de draaias 53; om deze as verdraaibaar is aangebracht het vorkvormig einde 18a, 18b van de lepeldrager 18 n..... 8 2 0 2 0 3 1 lliiïf.. ' -10- s die aan het ondereinde de lepel 17 draagt. Tussen de beide benen 18a, 18b van het vorkvormig deel is, eveneens verdraaibaar om de as 53, aangebracht het hoekstuk 54 waarvan de eerste arm 55 de stuurnok 56 draagt die samenwerkt met 5 de geleidebaan 27b en waarvan de tweede arm 56 aanligt tegen de drukplaat 57 bevestigd op de benen 18a, 18b. Dit aanliggen geschiedt onder inwerking van een stel schotelveren 58 aangebracht rond de bout 59 die is vastgezet in de plaat 57.
Deze bout gaat met speling door de opening 60 in de arm 56.
10 Op deze wijze is bereikt dat de arm 56 onder veerspan- ning aanligt tegen de plaat 57 doch dat de lepeldrager 18 tegen de werking der veren 58 in over een kleine hoek rechtsom ten opzichte van de arm 56 kan verdraaien en dus enigszins verend kan meegeven.
15 Met de bovenomschreven constructie is bereikt dat, zo lang de nokken 50 en 56 met gelijke onderlinge afstand in vertikale richting bewegen, (wat het geval zal zijn wanneer de afstand tussen de geleidebanen 27a en 27b gelijk blijft) de lepeldrager 18 een vertikale beweging uitvoert waarbij 20 het draaipunt 17a tussen lepel 17 en lepeldrager 18 eveneens een zuiver vertikale beweging uitvoert; wanneer echter de afstand tussen de geleidebanen 27a en 27b verandert -waardoor de afstand tussen de nokken 50 en 56 dienovereenkomstig verandert - zal het hoekstuk 54 rond de as 53 ver-25 draaien en zal het einde van de lepeldrager, en daarmee de lepel 17 een beweging in horizontale richting uitvoeren.
Op deze wijze wordt de in het voorgaande beschreven beweging in horizontale richting van de lepel 17 op eenvoudige wijze verkregen: door de keuze van de onderling verschillende 30 niveau's van de geleidebanen 27a en 27b langs de omtrek van de trommel 26 is nauwkeurig de plaats van de lepel 17 in zowel horizontale als vertikale richting bepaald.
Een voorkeursuitvoering van de lepel 17 is weergegeven in de figuren 13a-13c. Het de ingewanden meenemend deel 17b 35 heeft een insnijding 17d en de twee aan weerskanten daarvan gelegen delen 17e eindigen elk in een verdikt gedeelte 17f.
In het voorgaande is reeds de lepeldrukstang 19 die _________„_i 8202031 t -11- langs de voorzijde van de lepeldrager 18 verloopt vermeld. Deze drukstang draagt aan het boveneinde de aanslag 61 en is in vertikale richting geleid door het glijstuk 40; tussen het glijstuk 40 en.de aanslag 61 is de drukveer 62 opge-.
5 nomen. Deze houdt de aanslag 61 in kontakt met de arm 63 van het hoekstuk 64 waarvan de andere arm 65 rust tegen de vaste aanslag 66; het hoekstuk 64 kan draaien rond de as 67 en is verbonden met de geleidenok 68 die samenwerkt met een hulpgeleidebaan 69 welke in fig. 10 en 11a is aangege-10 ven doch in de overige figuren duidelijkheidshalve is weggelaten. Beweging in vertikale richting van denok 68 bij het volgen van de geleidebaan 69 heeft tot gevolg dat het hoekstuk 64 verdraait rond de as 67 waardoor de am 63 op de aanslag 61 drukt en ook de lepeldrukstang 19 omlaag wordt 15 gedrukt; het uiteinde 19a drukt dan in op de lepel 17 en houdt deze in de in fig. 5 getekende stand.
Op bovenomschreven wijze is het mogelijk met constructief eenvoudige middelen voor elke post van de complete installatie de juiste bewegingen van de lepel 17 in 20 horizontale en vertikale richting te realiseren wanneer de post rond de omtrek van de centrale stuurtrommel 26 beweegt.
Het is duidelijk dat de vogel tijdens de werking van het verwijderen der ingewanden zeer goed moet zijn gepositioneerd. In het voorgaande zijn reeds genoemd het steun-25 plateau 12 met de lippen 13 die "borstzijdig" de nek van de vogel omvatten, de spreidbeugel 14 en de daaronder gelegen U-vormige beugel 15, beide bevestigd aan de beugel-drager 16..Deze laatste elementen zijn in meer detail zicht-•baar in de figuren 8 en 10. De beugeldrager 16 kan draaien 30 om de as 75 opgenomen tussen de opstaande flenzen 76, 77 bevestigd aan het draagdeel 39. Tussen deze flenzen 76, 77 is een lager gelegen tweede as 78 aangebracht waarom kan' draaien de combinatie van de armen 79 en 80; de arm 80 draagt de stuurnok 81 die samenwerkt met de geleidebaan 35 gevormd tussen de schijf 82 en de geleiding 83 en de arm 79 draagt de koptrekhaak 84.
Deze laatste grijpt, zoals fig. 8 toont, ronde de nek 111 82 0 2 0 3 1 !!« 9 -12- 1 Λ \ van de vogel en de bewegingen der. verschillende bewegingselementen zijn door de juiste keuze van verloop en afstand der geleidebanen zodanig op elkaar afgestemd dat bij het omhoogbewegen van de lepel, uitgaande van de in fig. 5 5 getekende stand tegelijk de arm 79 met de koppentrekker 84 naar rechts beweegt, de nek omvat en de kop van de nek aftrekt. Door het gelijktijdig lostrekken van enerzijds de longen van de luchtpijp en anderzijds de kop van de nek wordt een betere scheiding van de kop verkregen. Deze wer-10 king is echter, zoals duidelijk zal zijn, niet essentieel voor de aanvrage.
De werking van de inrichting is als volgt:
De vogels worden, hangend met de poten aan de haken 30, en met de borst naar de inrichting gericht, aangevoerd; de 15 haken hangen aan de transportbaan 29 die over een gedeelte van de omtrek van de in zijn geheel· een cilindrische configuratie vertonende installatie daarmee in ingrijping is.
Bij het inlopen van de vogel in de inrichting bevindt het glijstuk 40 zich in de bovenste stand, is de beugeldrager 16 20 naar voren geklapt, is het plateau 12 in de hoogste stand en de koppentrekker 84 aan de arm 79 in de linkse stand.
Wanneer de vogel met de borst tegen het plateau 12 rust, beweegt bij verder draaien van de post rond de stuurtrommel 26 de beugeldrager 16 met de beugels 14 en 15 in radiale 25 richting naar de as 25, waardoor het achterlijf van de vogel in horizontale richting wordt gefixeerd tussen plateau 12 en beugel 15; de stuurnok 42 die samenwerkt met de geleide-kromme 27c komt vrij van de bovenrand daarvan en wordt door de veren 43, 44 omhoog gedrukt, totdat de lippen 13 onder de 30 vleugels op het lichaam van de vogel aangrijpen en de vogel stevig tussen deze lippen 13 en de spreidbeugel 14 is vastgeklemd. Bij de verdergaande beweging van de post worden door de samenwerking van de verschillende stuurnokken met de respectievelijke geleidebanen de aan de hand van de fi-35 guren 1 t/m 7 beschreven bewegingen van de lepeldrager met lepel teweeggebracht, resulterend in de verwijdering van het complete ingewandenpakket.
_________4 8202031

Claims (11)

1. Inrichting voor het verwijderen der ingewanden van geslacht gevogelte, omvattende middelen voor het ten opzichte van een ondersteuning in een vaste stand positioneren der vogel en een in en uit de vogel beweegbare langwerpige 5 drager met aan het einde een om een dwarse scharnieras kantelbaar lepelvormig uithaalelement, met het kenmerk , dat het einde van de drager (18) in een richting dwars op de dragerlangsas kan worden verplaatst en de lepel (17) zodanig ten opzichte van de drager kan kante-10 len dat de lepel tijdens het inbrengen in de vogel naar de drager (18) kan bewegen en tijdens de teruggaande beweging onder meeneming van het ingewandenpakket (21) in een tot onder een hoek met de drager staande stand kan terugklappen, terwijl de beweging der drager (18) zodanig wordt bestuurd 15 dat het einde ervan na het inbrengen in de vogel (1) via de aarssnede eerst in de richting van het borstbeen (11) wordt verplaatst, vervolgens verder naar binnen langs het borstbeen in de vogel wordt bewogen, daarna dwars van het borstbeen (11) af wordt bewogen onder terugklappen van de 20 lepel en ten slotte uit de vogel wordt getrokken»
2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de lepel (17) zich voortzet in een tweede, aan de andere zijde der scharnieras gelegen deel (17c) met zodanige afmetingen dat de eindrand ervan tegen het borst- 25 been van de vogel kan oplopen.
3. Inrichting volgens conclusies 1-2, gekenmerkt door een evenwijdig met de drager (18) in langsrichting verschuifbaar daarmee gekoppelde, op de lepel (17) inwerkende duwstang (19).
4. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk , dat de positioneringsmiddelen bestaan uit een de borst van de vogel opnemend, hol, onder veerwerking verschuifbaar steunplateau (12) met aan het ondereinde twee uitstekende steunlippen (13) samenwerkend met twee daar-35 boven gelegen, naar het plateau toe en daar van af beweegbare U-vormige beugels (14, 15) waarvan de bovenste (14) * 8202031 -14- met het gesloten einde (14a) en de onderste (15) met het open einde naar het plateau (12) is gericht.
5. Inrichting volgens conclusie 4,met het kenmerk , dat beide, beugels (14, 15) worden gedragen door 5 een enkele om een op afstand van het plateau gelegen as ' (15) verdraaibare kantelarm (16).„
6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk , dat de vogels (1) hangend aan de poten (2) aan de inrichting (3) worden toegevoerd en de langsbeweging 10 der drager (18) in hoofdzaak in vertikale richting verloopt .
7. Inrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de drager (18) via een aan het van de lepel afgekeerde einde daarvan aangebrachte en dwars op de 15 bewegingsrichting staande scharnieras (.53) is verbonden met een in een langwerpige geleiding (36, 37) opgenomen glij-stuk (40) gekoppeld met een met een eerste geleidebaan (27a) met variërend niveau samenwerkende eerste stuurnok (50) en waarin is opgenomen de scharnieras (53) van het boveneinde 20 (18a, 18b) der drager (18) welk dragereinde (18a, 18b) is gekoppeld met een eveneens met een, tweede, geleidebaan (27b) met variërend niveau samenwerkende tweede stuurnok (56).
8. Inrichting volgens conclusie 7,met het ken- 25 merk, dat de tweede stuurnok (56) is verbonden met de eerste arm (55) van een om de scharnieras (53) verdraaibaar hoekstuk (54) waarvan de tweede arm (56) verend meegevend met het dragereinde (18a, 18b) is gekoppeld.
9. Inrichting volgens conclusie 8,met het ken- 30 merk, dat het dragereinde (18a, 18b) een door een uitsparing (60) in de, tegen het dragereinde (18a, 18b) aanliggende, tweede hoekstukarm (56) gaande geleidepen (59) met kop draagt en dat tussen deze kop en de tweede hoekstukarm (56) een drukveer (58) is opgenomen.
10. Inrichting volgens conclusie 3, m e t h e t kenmerk, dat het einde der duwstang (19) staat onder inwerking der eerste arm (63) van een via een met de ________A 8202031 I ar . . -15- scharnieras (53) evenwijdige, tweede scharnieras (67) door het glijstuk (40) gedragen hoekstuk (64) waarvan dat is gekoppeld met een met een geleidebaan (69) van variërend niveau samenwerkende stuurnok (68).
11. Inrichting volgens conclusies 1-10, geken merkt door een aan het einde van een om een horizontale as (78) scharnierende en met een geleidebaan (82) samenwerkende kantelarm (79, 80) aangebrachte, U-vormige, met het open einde op de nek van de vogel 10 aangrijpende koptrekbeugel (84). 8202031
NL8202031A 1982-05-17 1982-05-17 Inrichting voor het verwijderen der ingewanden van geslacht gevogelte. NL8202031A (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8202031A NL8202031A (nl) 1982-05-17 1982-05-17 Inrichting voor het verwijderen der ingewanden van geslacht gevogelte.
EP83200676A EP0094724B1 (en) 1982-05-17 1983-05-11 Apparatus for the removal of entrails of slaughtered birds
AT83200676T ATE33438T1 (de) 1982-05-17 1983-05-11 Vorrichtung zum ausnehmen von schlachtgefluegel.
DE8383200676T DE3376246D1 (en) 1982-05-17 1983-05-11 Apparatus for the removal of entrails of slaughtered birds
US06/493,404 US4516290A (en) 1982-05-17 1983-05-11 Apparatus for the removal of entrails of slaughtered birds
DK217083A DK217083A (da) 1982-05-17 1983-05-16 Apparat til fjernelse af indvoldene fra slagtet fjerkrae
CA000428266A CA1200661A (en) 1982-05-17 1983-05-16 Apparatus for the removal of entrails of slaughtered birds
HU831701A HU189281B (en) 1982-05-17 1983-05-16 Device for removing the innards of killed fowles
AU14606/83A AU563797B2 (en) 1982-05-17 1983-05-17 Poultry eviscerator
JP58087373A JPS58212738A (ja) 1982-05-17 1983-05-17 鳥の内臓除去装置
BR8302599A BR8302599A (pt) 1982-05-17 1983-05-17 Aparelho para remocao de visceras de aves abatidas
SU833595642A SU1306466A3 (ru) 1982-05-17 1983-05-17 Устройство дл удалени внутренностей из забитой птицы

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8202031 1982-05-17
NL8202031A NL8202031A (nl) 1982-05-17 1982-05-17 Inrichting voor het verwijderen der ingewanden van geslacht gevogelte.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8202031A true NL8202031A (nl) 1983-12-16

Family

ID=19839751

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202031A NL8202031A (nl) 1982-05-17 1982-05-17 Inrichting voor het verwijderen der ingewanden van geslacht gevogelte.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4516290A (nl)
EP (1) EP0094724B1 (nl)
JP (1) JPS58212738A (nl)
AT (1) ATE33438T1 (nl)
AU (1) AU563797B2 (nl)
BR (1) BR8302599A (nl)
CA (1) CA1200661A (nl)
DE (1) DE3376246D1 (nl)
DK (1) DK217083A (nl)
HU (1) HU189281B (nl)
NL (1) NL8202031A (nl)
SU (1) SU1306466A3 (nl)

Families Citing this family (47)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL190222C (nl) * 1984-01-18 1993-12-16 Meyn Pieter Inrichting voor het afsnijden van een gedeelte van geslacht gevogelte.
NL8400506A (nl) * 1984-02-16 1985-09-16 Stork Pmt Inrichting voor het uithalen van de inwendige organen van geslacht gevogelte.
DE8524126U1 (de) * 1985-08-22 1985-10-31 Machinefabriek Markert B.V., Ede Ausnehmemaschine
US4815166A (en) * 1988-01-19 1989-03-28 Foodcraft Equipment Company Method and apparatus for processing turkey gizzards
US4910829A (en) * 1988-12-09 1990-03-27 Lacy Simmons Poultry cropper and neck breaker
DE68916801T2 (de) * 1989-12-15 1995-02-16 Linco Holland Eng Bv Vorrichtung zum Ausnehmen von Schlachtgeflügel.
NL9100153A (nl) * 1991-01-30 1992-08-17 Meyn Maschf Inrichting voor het uithalen van slachtvogels.
US5186679A (en) * 1991-01-30 1993-02-16 Machinefabriek Meyn B.V. Apparatus for eviscerating slaughtered poultry
NZ243184A (en) * 1991-06-18 1994-10-26 Commw Scient Ind Res Org Process for eviscerating an animal carcass; viscera pushed from carcass between hind legs
NL9300815A (nl) * 1992-09-10 1994-04-05 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
SE506623C2 (sv) * 1994-03-25 1998-01-19 Claes Karlsson Anordning för avlägsnande av inälvor från djurkropp
WO1997025872A2 (en) * 1996-01-19 1997-07-24 Johnson Food Equipment, Inc. Crop inclusive poultry eviscerating method and apparatus
US6186881B1 (en) * 1996-09-20 2001-02-13 Foodcraft Equipment Co., Ltd. Method and apparatus for venting/opening, eviscerating/cropping, inspecting and cleaning of poultry
US5993308A (en) 1996-09-20 1999-11-30 Foodcraft Equipment Company Machine for eviscerating and displaying poultry for inspection
CA2218974A1 (en) * 1996-10-18 1998-04-18 Systemate Holland B.V. Crop remover assembly
EP0839455B2 (en) * 1996-10-30 2008-06-11 Systemate Holland B.V. Eviscerator
NL1015682C2 (nl) * 2000-01-18 2001-07-19 Stork Pmt Uithaalorgaan, inrichting en werkwijze voor het verwerken van een ingewandenpakket van een slachtdier.
US20050186895A1 (en) * 2004-01-26 2005-08-25 Winkelmolen Antoine J. Decropping tool and wrapped cam for use in food processing machinery
BRPI0718767B8 (pt) * 2007-10-05 2023-02-14 Linco Food Systems As método e dispositivo para evisceração de aves
US7959499B2 (en) * 2008-01-23 2011-06-14 Davis Poultry Equipment, Inc. Machine for lung removal in poultry and method and use thereof
ES2664599T3 (es) 2009-05-20 2018-04-20 INSERM (Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale) Antagonistas del receptor 5-HT3 de serotonina para uso en el tratamiento de trastornos vestibulares lesionales
EP2253316B1 (en) 2009-05-20 2013-08-14 INSERM (Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale) Serotonin 5-HT3 receptor antagonists for use in the treatment or prevention of an inner ear pathology with vestibular deficits
US8632380B2 (en) 2010-01-26 2014-01-21 Foodmate B.V. Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends
US8157625B2 (en) * 2010-01-26 2012-04-17 Foodmate Bv Method and apparatus for collecting meat from an animal part
NL2004521C2 (nl) * 2010-04-07 2011-10-11 Marel Stork Poultry Proc Bv Slaughtering installation and method.
US8757354B2 (en) 2010-04-19 2014-06-24 Foodmate Bv Turning block alignment
NL2006075C2 (en) 2011-01-26 2012-07-30 Foodmate B V Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station.
US8789684B2 (en) 2010-04-19 2014-07-29 Foodmate Bv Rotatable article support for a conveyor
NL2004574C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Rotatable article support for a conveyor.
NL2004573C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Turning block alignment.
US8727839B2 (en) 2011-01-21 2014-05-20 Foodmate Bv Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines
US8267241B2 (en) 2011-01-26 2012-09-18 Foodmate Bv Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station
US8882571B2 (en) 2011-01-26 2014-11-11 Foodmate Bv Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method
WO2012102609A1 (en) 2011-01-26 2012-08-02 Foodmate B.V. Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat there from and apparatus for performing the method
US8430728B2 (en) 2011-02-14 2013-04-30 Foodmate Bv Special cut poultry wing cutter
NL2009033C2 (en) 2012-06-19 2013-12-23 Foodmate B V Weighing method and apparatus.
US8808068B2 (en) 2012-10-29 2014-08-19 Foodmate Bv Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity
NL2009718C2 (en) 2012-10-29 2014-05-01 Foodmate B V Method of mechanically removing skin from animal parts.
US9078453B2 (en) 2013-11-01 2015-07-14 Foodmate B.V. Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom
RU2547425C1 (ru) * 2013-12-16 2015-04-10 Государственное научное учреждение Всероссийский научно-исследовательский институт птицеперерабатывающей промышленности Россельхозакадемии (ГНУ ВНИИПП Россельхозакадемии) Устройство для извлечения внутренностей из тушек птицы
US8961274B1 (en) 2013-12-18 2015-02-24 Foodmate Bv Selective tendon cutter and method
NL2012430B1 (en) * 2014-03-13 2016-01-06 Meyn Food Proc Technology Bv Poultry neck breaker machine and method for breaking the neck of poultry.
NL2015513B1 (en) * 2015-09-28 2017-04-20 Meyn Food Proc Technology Bv Device and method for removing abdominal fat from abdominal skin of a slaughtered bird suspended by the legs.
NL2015690B1 (en) * 2015-10-29 2017-05-31 Meyn Food Proc Technology Bv Evisceration apparatus and a method for eviscerating suspended poultry.
NL2015689B1 (en) * 2015-10-29 2017-05-31 Meyn Food Proc Technology Bv Evisceration apparatus and a method for eviscerating suspended poultry.
NL2015691B1 (en) * 2015-10-29 2017-05-31 Meyn Food Proc Technology Bv Evisceration apparatus and a method for eviscerating suspended poultry.
CN113207936B (zh) * 2021-05-01 2022-06-10 衡阳市聚味宝盆食品有限公司 一种食品加工用肉类清洗装置

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US21983A (en) * 1858-11-02 Improvement in hemp-brakes
FR705042A (fr) * 1930-10-17 1931-05-29 Draw Trim Corp Of America Perfectionnements à un procédé et à un appareil pour trousser la volaille
US1984562A (en) * 1932-12-03 1934-12-18 Ashby William Ross Chamberlin Apparatus for eviscerating chickens and other birds
US3555593A (en) * 1968-01-26 1971-01-19 Johnson Co Gordon Method of eviscerating poultry
US3653093A (en) * 1968-01-26 1972-04-04 Johnson Co Gordon Poultry eviscerating machine
US3510907A (en) * 1968-03-26 1970-05-12 Pillsbury Co Method and apparatus for cleaning animals such as poultry
NL7100142A (nl) * 1971-01-07 1972-07-11
US3902221A (en) * 1972-01-12 1975-09-02 Gainesville Machine Company In Eviscerator apparatus and method
US3908229A (en) * 1972-01-12 1975-09-30 Gainesville Machine Co Inc Vacuum eviscerator apparatus and method
NL153066C (nl) 1972-11-22 1980-09-15 Meyn Pieter Inrichting voor het uithalen van slachtvogels.
US4019222A (en) * 1976-01-30 1977-04-26 Gordon Johnson Company Poultry eviscerating method and apparatus
US4184230A (en) * 1976-12-14 1980-01-22 U. S. Industries, Inc. Poultry neck cutting, breaking and stretching method
NL190306C (nl) * 1979-06-12 1994-01-17 Stork Pmt Inrichting voor het verwijderen van de halswervels uit de nek van geslacht gevogelte.
NL7905612A (nl) * 1979-07-19 1981-01-21 Meyn Pieter Inrichting voor het afknijpen van de nek van gevogelte.
US4262387A (en) * 1979-09-10 1981-04-21 Simon-Johnson Inc. Method and apparatus for eviscerating poultry
US4293978A (en) 1979-10-01 1981-10-13 Simon-Johnson, Inc. Poultry head pulling apparatus
US4382314A (en) * 1981-03-09 1983-05-10 Graham Kenneth Z Poultry eviscerator with movable work cylinder

Also Published As

Publication number Publication date
JPS611095B2 (nl) 1986-01-14
DE3376246D1 (en) 1988-05-19
JPS58212738A (ja) 1983-12-10
AU563797B2 (en) 1987-07-23
SU1306466A3 (ru) 1987-04-23
DK217083A (da) 1983-11-18
HUT35938A (en) 1985-08-28
US4516290A (en) 1985-05-14
EP0094724A3 (en) 1985-04-10
CA1200661A (en) 1986-02-18
HU189281B (en) 1986-06-30
EP0094724B1 (en) 1988-04-13
BR8302599A (pt) 1984-01-17
AU1460683A (en) 1983-11-24
EP0094724A2 (en) 1983-11-23
DK217083D0 (da) 1983-05-16
ATE33438T1 (de) 1988-04-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8202031A (nl) Inrichting voor het verwijderen der ingewanden van geslacht gevogelte.
US5766063A (en) Eviscerator
US5676594A (en) Apparatus for processing poultry suspended from their legs
NL1006580C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.
EP0442554A1 (en) Method and device for performing an accurate cutting operation near the knee joint of a leg of a slaughtered animal
EP0145077B1 (en) Device for conveying chickens to a slaughtering plant
US5019013A (en) On line breast halver and processor
US5035673A (en) On-line breast halver
NL1015682C2 (nl) Uithaalorgaan, inrichting en werkwijze voor het verwerken van een ingewandenpakket van een slachtdier.
NL1013697C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van geslachte dieren.
EP0564025A1 (en) Apparatus for conveying entrails packages wich have been removed from birds.
EP0890315A2 (en) Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
RU2619254C1 (ru) Способ, система и направляющий узел для разделения наборов внутренних органов, выпотрошенных из забитой птицы
NL1030388C2 (nl) Ontbener.
NL9101768A (nl) Inrichting voor het verwijderen van de ingewanden uit de buikholte van gevogelte.
NL1017100C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van een ingewandenpakket van een slachtdier.
EP1188381B1 (en) An apparatus for and a method of separating an organ from a set of organs from a carcass
AU2014350664B2 (en) A guide member, a guide assembly, a system and a method for separating a viscera set eviscerated from slaughtered poultry
US6450873B2 (en) Method and device for processing poultry
US7004830B2 (en) Method and device for processing poultry
US3663991A (en) Method and apparatus for eviscerating chickens or other fowl
JP7524217B2 (ja) オーバーハングレール搬送システム
CA1176103A (en) Apparatus for removing the breast from the eviscerated carcass of chickens or the like
US3736622A (en) Method and apparatus for slaughtering animals
US3711897A (en) Method and apparatus for eviscerating poultry

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed