NL8103556A

NL8103556A - COMPOSITE PROFILE.

Info

Publication number: NL8103556A
Application number: NL8103556A
Authority: NL
Original assignee: Gartner & Co J
Priority date: 1980-09-03
Filing date: 1981-07-28
Publication date: 1982-04-01
Also published as: GB2083116A; DE3033206A1; DE3033206C2; GB2083116B

Description

s *'« s ' N.0. 30.177 1s * '«s' N.0. 30,177 1

Samengesteld profielComposite profile

De uitvinding heeft betrekking op een samengesteld profiel uit twee profieldelen, die door tenminste één in langsrichting van de pro-fieldelen verlopende, warmte-isolerende profielrail zijn verbonden, die van daarop in langsrichting verlopende in groeven van de profieldelen 5 verankerde vasthoudpoten zijn voorzien.The invention relates to a composite profile of two profile parts, which are connected by at least one heat-insulating profile rail extending in the longitudinal direction of the pro-field parts and which are provided with retaining legs anchored in the longitudinal direction in grooves of the profile parts.

Samengestelde, profielen van dit type worden voor vensterconstruc-ties, gevelconstructies en dergelijke toegepast. Aan de verbinding tussen de beide profieldelen door middel van de warmte-dempende profiel-rails worden hoge mechanische eisen gesteld, in het bijzonder met het 10 oog op weerstand tegen schuiven in langsrichting, weerstand tegen afschuiven en weerstand tegen dwarsgerichte krachten. Om aan deze hoge eisen te voldoen moeten de vasthoudpoten met zekerheid in de groeven worden verankerd. Bijvoorbeeld kunnen zij in de groeven worden geplakt. Plakverbindingen kunnen echter verouderen en bieden dan niet meer de 15 zekerheid van een voldoend zekere verankering. Bet is ook mogelijk een deel van de begrenzingswand van de groeven, waarin de vasthoudpoten moeten worden verankerd, als deformeerbare flenzen uit te voeren en na het plaatsen van de vasthoudpoot in een groef deze flenzen tegen de vasthoudpoot aan te drukken. Dit kan bijvoorbeeld door rollen plaats 20 hebben. Daarbij wordt de vasthoudpoot in de groef vastgeklemd en gedeeltelijk gedeformeerd. Om een rest-elasticiteit van de gedeformeerde delen te verkrijgen is het noodzakelijk de flens iets verder aan te drukken dan overeenkomt met de beoogde eindstand. Hierbij treden spanningsveranderingen en verzwakkingen zowel in het profieldeel als ook in 25'het kunststofprofiel op, zodat de theoretisch verwachte waarde van de sterkte in de praktijk niet voldoende bereikt worden. De op deze wijze verkregen verbinding kan verder door de latere bewerking van het samengestelde profiel, bijvoorbeeld eloxeren, inbranden, lakken, emailleren en dergelijke sterk nadelig worden beïnvloed.Composite profiles of this type are used for window structures, facade structures and the like. High mechanical demands are placed on the connection between the two profile parts by means of the heat-damping profile rails, in particular with regard to resistance to sliding in the longitudinal direction, resistance to shearing and resistance to transverse forces. To meet these high demands, the holding legs must be anchored securely in the grooves. For example, they can be glued into the grooves. Adhesive joints can, however, age and then no longer offer the assurance of a sufficiently secure anchoring. It is also possible to design a part of the boundary wall of the grooves in which the holding legs are to be anchored, as deformable flanges and, after placing the holding leg in a groove, pressing these flanges against the holding leg. This can take place, for example, by rolling. The holding leg is clamped in the groove and partially deformed. In order to obtain a residual elasticity of the deformed parts, it is necessary to press the flange slightly further than corresponds to the intended end position. Voltage changes and weakenings occur in both the profile part and also in the plastic profile, so that the theoretically expected value of the strength is not sufficiently achieved in practice. The compound obtained in this way can be further adversely affected by the subsequent processing of the composite profile, for example eloxating, firing, lacquering, enamelling and the like.

30 Doel van de uitvinding is het verschaffen van een samengesteld profiel van het genoemde type, waarbij de sterkte door vormsluitende verbinding tussen de profieldelen en de profielrail wordt bereikt en een nadelige beïnvloeding van de verkregen sterkte door spanningsveranderingen en verzwakkingen van het genoemde type te vrezen is. Verder 35 moet het mogelijk worden gemaakt de oppervlakbehandeling van de profieldelen voor het samenbrengen ervan tot een samengesteld profiel te kunnen uitvoeren, zodat de door de samenstelling verkregen sterkte niet door deze oppervlakbehandeling op nadelige wijze weer verloren gaat.The object of the invention is to provide a composite profile of the said type, wherein the strength is achieved by form-fitting connection between the profile parts and the profile rail and a detrimental influence on the obtained strength by tension changes and weakenings of the said type is feared . Furthermore, it must be made possible to be able to carry out the surface treatment of the profile parts before assembling them into a composite profile, so that the strength obtained by the composition is not disadvantageously lost again by this surface treatment.

8103556 s * 28103556 s * 2

Dit doel wordt bij een samengesteld profiel van het hierboven genoemde type volgens de uitvinding bereikt doordat de vasthoudpoten van de profielrail van dwars op de langsrichting verlopende uitsteeksels respectievelijk uitsparingen zijn voorzien, dat de groeven tenminste 5 een binnenoppervlak bezitten dat eveneens van dwars op de langsrichting verlopende verhogingen respectievelijk uitsparingen is voorzien, dat tussen de vasthoudpoten en de de groeven begrenzende wanddelen een tussenruimte wordt gevormd waarin de verhogingen zich uitstrekken, en dat de tussenruimte door een mechanisch hoog belastbare vulstof is gevuld, 10 die een vormsluitende verbinding tussen de vasthoudpoten en de groeven * vormt. Indien noodzakelijk kan een warmte-isolerende vulstof worden gebruikt.This object is achieved with a composite profile of the above-mentioned type according to the invention in that the retaining legs of the profile rail are provided with projections or recesses extending transversely to the longitudinal direction, that the grooves have at least an inner surface which also extends transversely to the longitudinal direction elevations or recesses are provided, that an intermediate space is formed between the retaining legs and the wall parts bounding the grooves, in which the elevations extend, and that the intermediate space is filled by a mechanically highly loadable filler, which forms a positive connection between the retaining legs and the grooves * forms. If necessary, a heat insulating filler can be used.

De verhogingen respectievelijk uitsparingen worden bij voorkeur gevormd door kartels of ribbels.The elevations or recesses are preferably formed by serrations or ridges.

15 Als vulmateriaal is een hardhaar giethars geschikt, in het bijzon der een tweecomponenten giethars. Bij een bijzondere uitvoeringsvorm is voorzien in de toepassing van een onder volume toename uithardende gietmassa.A hard-hair casting resin is suitable as a filling material, in particular a two-component casting resin. In a special embodiment provision is made for the use of a casting mass which hardens under volume increase.

Om de profielrail ten opzichte van het hiermede tot een samenstel-20 ling te brengen profieldeel in een bepaalde stand te brengen, kunnen de profielrail en het profieldeel van complementaire verankeringselementen voor de verbinding ervan door snappen zijn voorzien· De inbrengdiepte van de profielrail respectievelijk de vasthoudpoot in de groeven wordt bij voorkeur door een in langsrichting verlopende neus begrensd, die op 25 de begrenzingswand van de groef komt aan te liggen. Al naar de afmetingen en de uitvoering van de vasthoudpoten en van de groeven kunnen de profielrails hetzij in langsrichting in de groeven worden geschoven hetzij in dwarsrichting zijdelings worden ingezet. Laatstgenoemde uitvoeringsvorm maakt een gemakkelijker behandeling mogelijk. Om het zij-30 delings plaatsen van de profielrail in dwarsrichting te vergemakkelijken kan verder een begrenzingswand van de groef als deformeerbare flens zijn uitgevoerd, die na het plaatsen van de vasthoudpoot in de groef hiertegen aangedrukt wordt, echter slechts zo ver, dat hij komt aan te liggen zonder hiertegen aan te worden geperst.In order to bring the profile rail into a certain position relative to the profile part to be assembled therewith, the profile rail and the profile part can be provided with complementary anchoring elements for their connection by snapping · The insertion depth of the profile rail or the holding leg the grooves are preferably delimited by a longitudinally extending nose, which comes to rest on the boundary wall of the groove. Depending on the dimensions and design of the retaining legs and of the grooves, the profile rails can either be slid into the grooves in the longitudinal direction or can be used laterally in the transverse direction. The latter embodiment allows for easier handling. In order to facilitate lateral positioning of the profile rail in the transverse direction, a boundary wall of the groove can furthermore be designed as a deformable flange, which is pressed against it after placing the holding leg in the groove, but only so far that it touches to lie without being pressed against it.

35 De profielrail is bij voorkeur als vlak profiel uitgevoerd op de randen waarvan de vasthoudpoten zijn gevormd. De profielrail kan in dwarsdoorsnede G- of I-vormig zijn.The profile rail is preferably designed as a flat profile on the edges of which the holding legs are formed. The profile rail can be G- or I-shaped in cross section.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat de vasthoudpoten twee deformeerbare door een sleuf gescheiden 40 spreidflenzen bezitten, waartussen een opneemgroef voor het opnemen van 8103556A particular embodiment of the invention is characterized in that the retaining legs have two deformable slit-separated flanges, between which a receiving groove for receiving 8103556

NN

3 een onder volume toename uit hardbare vulstof is aangebracht. Bij het uitharden van de vulstof worden de spreidflenzen uit elkaar gedrukt en rusten met hierop aangebrachte in langsrichting verlopende neuzen steeds achter een achtersneden begrenzingswand van de groef.3 an under volume increase of curable filler is applied. When the filler cures, the spreading flanges are pressed apart and rest with longitudinally extending noses arranged thereon, always behind a rear-cut boundary wall of the groove.

5 In de onderconclusies zijn verder voordelige uitvoeringen van de uitvinding beschreven.Advantageous embodiments of the invention are further described in the subclaims.

Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.The invention is described in more detail below with reference to a drawing, in which embodiments of the invention are shown.

10 Fig. 1 toont een uiteengenomen weergave in perspectief van twee holle profieldelen, die door twee profielrails met elkaar tot een samenstelling zijn te brengen.FIG. 1 shows an exploded perspective view of two hollow profile parts, which can be assembled by two profile rails together.

Fig. 2 toont een gedeeltelijke doorsnede door een op de profieldelen aangebrachte achtersnedengroef met een daarin geplaatste vasthoud- 15 poot.Fig. 2 shows a partial cross-section through a rear cut groove arranged on the profile parts with a holding leg placed therein.

Fig. 3 toont een doorsnede over de lijn III-III in fig. 2.Fig. 3 is a section on line III-III in FIG. 2.

Fig. 4 toont een doorsnede overeenkomstig fig. 2 echter na het brengen van een gietmassa in de tussenruimte tussen de groef en de vasthoudpoot.Fig. 4 shows a section according to FIG. 2, however, after introducing a casting compound into the interspace between the groove and the holding leg.

20 Fig. 5 toont een doorsnede over de lijn V-V in fig. 4.FIG. 5 shows a section along the line V-V in FIG. 4.

Fig. 6 toont een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm voor het plaatsen van de vasthoudpoot in de groef.Fig. 6 shows a cross section of another embodiment for placing the retaining leg in the groove.

Fig. 7 toont een doorsnede van dezelfde uitvoeringsvorm als in fig. 6 echter na het plaatsen van de vasthoudpoot in de groef en na het 25 vullen van de tussenruimte met een vulmassa.Fig. 7 shows a cross section of the same embodiment as in FIG. 6, however, after placing the holding leg in the groove and after filling the gap with a filling compound.

Fig. 8 toont een doorsnede van een verdere uitvoeringsvorm.Fig. 8 shows a cross section of a further embodiment.

Fig. 9 toont een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm waarbij een als defomeerbare flens uitgevoerd wanddeel van de groef in de verbrede stand is weergegeven.Fig. 9 shows a cross-section of another embodiment in which a wall part of the groove constructed as a deformable flange is shown in the widened position.

30 Fig. 10 toont een aanzicht overeenkomstig fig. 9 waarbij echter de deformeerbare flens op de geplaatste vasthoudpoot is gedrukt en de overblijvende tussenruimte met vulstof is gevuld.FIG. 10 shows a view similar to FIG. 9, however, the deformable flange is pressed onto the placed holding leg and the remaining gap is filled with filler.

Fig. 11 en 12 tonen aanzichten overeenkomstig fig. 9 en 10 echter bij een andere uitvoeringsvorm.Fig. 11 and 12 show views according to Figures 9 and 10, however, in another embodiment.

35 Fig. 13 toont een doorsnede van de uitvoeringsvorm waarbij de pro- fielrail een uit twee spreidflenzen gevormde vasthoudpoot bezit, waarbij de spreidflenzen door een sleuf van elkaar zijn gescheiden en weliswaar voor het uitharden van de geëxpandeerde vulstof.FIG. 13 shows a cross-section of the embodiment in which the profile rail has a retaining leg formed from two spreading flanges, the spreading flanges being separated from one another by a slot, though for curing the expanded filler.

Fig. 14 toont een aanzicht overeenkomstig fig. 13, echter bij ge- 40 spreide toestand van de spreidflenzen na het uitharden van het expande- 8103556 4 ' rende vulstofmateriaal.Fig. 14 is a view similar to FIG. 13, however, with the spreading flanges spreading, after curing of the expanding filler material.

Bij de in de fig. 1 tot 5 getoonde uitvoeringsvormen zijn twee profieldelen 10, 12 door twee profielrails 14, 16 met elkaar samen te stellen. De profieldelen 10, 12 zijn bijvoorbeeld aluminiumprofielen, 5 terwijl de profielrails 14, 16 uit warmte-isolerend mechanisch hoog belastbaar kunststofmateriaal zijn vervaardigd. De profielrails 14, 16 zijn vlakke profielen aan de langsranden waarvan vasthoudpoten 18 zijn gevormd. De profielrails 14, 16 zijn in dwarsdoorsnede in het algemeen C-vormig waarbij de vasthoudpoten 18 de flenzen van "C" vormen. Elk 10 profieldeel 10, 12 is op zijn naar de profielrail 14 respectievelijk 16 toegekeerde zijde van een achtersneden langsgroef 20 voor het opnemen van een vasthoudpoot 18 voorzien. Bijzonderheden van de uitvoering van de groeven 20 enerzijds en de vasthoudpoten anderzijds blijken uit de fig. 2 tot 5, die hierna worden besproken.In the embodiments shown in Figs. 1 to 5, two profile parts 10, 12 can be assembled by two profile rails 14, 16 together. The profile parts 10, 12 are, for example, aluminum profiles, while the profile rails 14, 16 are made of heat-insulating mechanically highly loadable plastic material. The profile rails 14, 16 are flat profiles on the longitudinal edges of which holding legs 18 are formed. The profile rails 14, 16 are generally C-shaped in cross section, with the holding legs 18 forming the flanges of "C". Each profile section 10, 12 is provided on its side facing the profile rail 14 and 16 respectively with a rear-cut longitudinal groove 20 for receiving a holding leg 18. Details of the construction of the grooves 20 on the one hand and the retaining legs on the other appear from Figs. 2 to 5, which are discussed below.

15 De groef 20 is in dwarsdoorsnede gootvormig uitgevoerd en bezit een rechte zijwand, een ten opzichte hiervan onder een rechte hoek geplaatste bodemwand, en een buitenste zijwand, die onder een rechte hoek ten opzichte van de bodemwand staat en bij zijn bovenste derde deel naar binnen verloopt, om een achtersnijding te vormen. In de groef 20 20 is de vasthoudpoot 18 van een profielrail 14 zo geplaatst, dat hij met een wand op de binnenzijde van de zijwand van de groef komt aan te liggen. Tussen zijn overblijvende oppervlak en de binnenwanden van de groef 20 is een afstand aanwezig, zodat een tussenruimte 22 wordt gevormd. Deze tussenruimte 22 zet zich vanaf de bodem van de groef 20 25 langs zijn buitenste zijwand tot aan de bovenste rand van de groef voort, waar hij via een spleet 24 naar buiten uitmondt.The groove 20 is gutter-shaped in cross-section and has a straight side wall, a bottom wall at right angles to it, and an outer side wall, which is at right angles to the bottom wall and in its upper third part inwards to form a back cut. The retaining leg 18 of a profile rail 14 is placed in the groove 20 such that it comes to rest with a wall on the inside of the side wall of the groove. There is a distance between its remaining surface and the inner walls of the groove 20, so that an intermediate space 22 is formed. This spacing 22 continues from the bottom of the groove 20 along its outer side wall to the top edge of the groove, where it opens out through a slit 24.

De bodemwand van de groef 20 is van een karteling of een ribbeling 26 voorzien, die tegenover een op overeenkomstige wijze uitgevoerde ribbeling respectievelijk karteling 28 op het toegekeerde oppervlak van 30 de vasthoudpoot 18 is aangebracht. Deze ribbelingen of kartelingen 26, 28 vormen uitsparingen respectievelijk verhogingen, die in de tussenruimte 22 uitsteken.The bottom wall of the groove 20 is provided with a serration or corrugation 26, which is arranged opposite a corrugated corrugation or serration 28 in a corresponding manner on the facing surface of the holding leg 18. These ridges or serrations 26, 28 form recesses or elevations, respectively, which protrude into the intermediate space 22.

Een bepaalde plaats van de profielrail 14 ten opzichte van het profieldeel 12 wordt bereikt doordat op de rail een in langsrichting 35 verlopend, in dwarsdoorsnede haakvormig verankeringselement 30 is aangebracht, dat in ingrijping is met een complementair daarmede uitgevoerde verankeringsgroef 32. De verankering kan door inbrengen respectievelijk insnappen plaats hebben.A certain position of the profile rail 14 relative to the profile part 12 is achieved in that a longitudinally extending cross-section hook-shaped anchoring element 30, which engages with an anchoring groove 32 complementary thereto, is arranged on the rail. snapping respectively.

Nadat de profielrail 14 in de groef 20 is gebracht en met het pro-40 fieldeel 12 door inbrengen of snappen is verankerd, wordt de tussen- 8103556 J? * 5 ruimte 22 met een gietmassa gevuld, waarvoor bij voorkeur een warm-te-isolerend giethars met hoge mechanische sterkte wordt gebruikt. Geschikt zijn zogenaamde één- of tweecomponent-plakmiddelen, waarbij het niet aankomt op de eigenschappen als plakmiddel maar op de mogelijkheid 5 van het vormen van een vormsluitende, sterke, tegen mechanische invloeden weerstand biedende verbinding. Bij de getoonde uitvoeringsvorm kan de gietmassa respectievelijk het vulmateriaal door de sleuf 24 worden ingebracht.After the profile rail 14 has been introduced into the groove 20 and anchored with the profile section 12 by insertion or snapping, the intermediate part is used. * Space 22 filled with a casting compound, preferably using a heat-insulating casting resin with high mechanical strength. So-called one- or two-component adhesives are suitable, in which it is not a question of the properties as an adhesive but of the possibility of forming a form-fitting, strong, resistant to mechanical influences. In the embodiment shown, the casting compound or filler material can be introduced through the slot 24.

De in de fig. 6 en 7 getoonde uitvoeringsvorm munt uit door een 1.0 bijzonder eenvoudige behandeling van beide door de profielrails met elkaar te verbinden profieldelen. De groef 20 is in dwarsdoorsnede in het algemeen rechthoekig en- bezit in het midden van zijn bodemwand een in langsrichting verlopende uitspringende verankeringsstrook 34, die aan zijn vrije langsrand een verdikking 36 bezit. Aan de buitenranden van 15 de zijwanden van de groef zijn naar binnen gerichte uitsteeksels 38, 40 aangebracht, waardoor het vulmateriaal na het uitharden in de groef 20 is geborgd. De vasthoudpoot 18 bezit aan zijn vrije einde twee door een sleuf 40 van elkaar gescheiden spreidflenzen 42, 44, die elastisch de-formeerbaar zijn. De sleuf 40 is in gespreide toestand van de flenzen 20 42, 44 complementair uitgevoerd met de vorm van de verankeringsstrook 34 en zijn verdikking 36.The embodiment shown in Figs. 6 and 7 is distinguished by a particularly simple treatment of both profile parts to be joined together by the profile rails. The groove 20 is generally rectangular in cross-section and has a longitudinal projecting anchoring strip 34 in the center of its bottom wall, which has a thickening 36 on its free longitudinal edge. Inwardly directed projections 38, 40 are provided on the outer edges of the side walls of the groove, whereby the filler material is secured in the groove 20 after curing. The retaining leg 18 has at its free end two spreading flanges 42, 44 separated from each other by a slot 40, which are elastically deformable. The slot 40 in the spread state of the flanges 42, 44 is made complementary to the shape of the anchoring strip 34 and its thickening 36.

De profielrail 14 wordt in de in fig. 6 door een pijl 46 aangegeven richting op de verankeringsstrook 34 gedrukt, tot hij de in fig. 7 getoonde stand heeft ingenomen en vast op de verankeringsstrook 34 is 25 gebracht. De spreidflenzen 42, 44 zijn daarbij gespreid. De ribbelingen of kantelingen 26, 28 zijn op de verdikking 36 respectievelijk op het naar de bodemwand van de groef 20 gerichte oppervlak van de vasthoudpoot 18 gevormd.The profile rail 14 is pressed onto the anchoring strip 34 in the direction indicated by an arrow 46 in fig. 6, until it has assumed the position shown in fig. 7 and is firmly fixed on the anchoring strip 34. The spreading flanges 42, 44 are spread thereby. The ridges or tiltings 26, 28 are formed on the bead 36 or on the surface of the retaining leg 18 facing the bottom wall of the groove 20, respectively.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 7 kan het vulmateriaal eerst 30 worden ingebracht of ook na het plaatsen van de profielrail 14 op de verankeringsstrook 34 in de tussenruimte 22 worden ingebracht.In the embodiment according to Fig. 7, the filling material can be introduced first, or can also be introduced into the intermediate space 22 after the profile rail 14 has been placed on the anchoring strip 34.

Bij de in fig. 8 weergegeven uitvoeringsvorm bezit de groef 20 aan zijn beide zijwanden buikvormige uitsparingen 48, 50, die in langsrichting verlopen en liggen tegenover overeenkomstig gevormde uitsparingen 35 52, 54 van de vasthoudpoot 18. Deze uitsparingen 48, 52 respectievelijk 50, 54 vormen in dwarsdoorsnede gemeenschappelijk beschouwd in langsrichting verlopende kernen, waarna zij met vulmateriaal zijn gevuld. De ribbeling respectievelijk karteling 26, 28 is op de bodemwand van de groef respectievelijk het hierna toegekeerde oppervlak van de vasthoud-40 poot 18 aangebracht.In the embodiment shown in Fig. 8, the groove 20 has belly-shaped recesses 48, 50 on its two side walls, which extend in the longitudinal direction and are opposite oppositely shaped recesses 35, 52, 54 of the holding leg 18. These recesses 48, 52 and 50, 54 cross-sectional shapes are seen in common in longitudinal cores, after which they are filled with filling material. The corrugation or knurling 26, 28 is provided on the bottom wall of the groove or the surface of the holding leg 18 facing hereafter.

8103556 Μ ^ ......8103556 Μ ^ ......

66

Bij de in fig. 9 getoonde uitvoeringsvorm is de buitenste zijwand van de groef 20 als deformeerbare flens 56 uitgevoerd. De uitvoeringsvorm van de vasthoudpoot 18 is overeenkomstig die van de fig. 1 tot 5, echter is in plaats van het verankeringselement slechts een in langs-5 richting verlopende aanslagneus 58 aangebracht. Verder bezit de vasthoudpoot 18 een in langsrichting verlopende, naar de deformeerbare flens 56 toegekeerde ribbe 60 die in een overeenkomstig gevormde groef 62 op de verdikte rand 64 van de flens 56 kan grijpen. Bij de uitvoering volgens fig. 9 is de flens 56 enigszins naar buiten gebogen zodat 10 de groef 20 wordt verwijd, om het inbrengen van de vasthoudpoot 18 te vergemakkelijken. Nadat de vasthoudpoot 18 is geplaatst en de aanslagneus 58 op het profieldeel 12 rust wordt de deformeerbare flens 56 in de in fig. 10 weergegeven stand gebracht, terwijl hij tegen de profiel-rail 14 respectievelijk de vasthoudpoot 18 wordt aangedrukt. Het aan-15 drukken heeft echter slechts in zoverre plaats tot de ribbe 60 in de groef 62 in ingrijping is zonder dat een hoge spanning op de vasthoudpoot 18 wordt uitgeoefend. Bij deze uitvoeringsvormen zijn de kartelin-gen respectievelijk ribbelingen 26,28 op dezelfde plaatsen als bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 tot 5 aangebracht.In the embodiment shown in Fig. 9, the outer side wall of the groove 20 is designed as a deformable flange 56. The embodiment of the holding leg 18 is similar to that of Figs. 1 to 5, however, instead of the anchoring element, only a longitudinal stop nose 58 is arranged. Furthermore, the holding leg 18 has a longitudinal rib 60 facing the deformable flange 56 which can engage in a correspondingly shaped groove 62 on the thickened edge 64 of the flange 56. In the embodiment of Fig. 9, the flange 56 is bent slightly outward so that the groove 20 is widened to facilitate insertion of the holding leg 18. After the holding leg 18 has been placed and the stop nose 58 rests on the profile part 12, the deformable flange 56 is brought into the position shown in Fig. 10, while it is pressed against the profile rail 14 and the holding leg 18, respectively. However, the pressing only takes place to the extent that the rib 60 engages in the groove 62 without a high tension being applied to the holding leg 18. In these embodiments, the serrations or ridges 26, 28 are arranged in the same places as in the embodiment of Figures 1 to 5.

20 Nadat de vasthoudpoot 18 in de groef 20 is geplaatst en de defor meerbare flens in de in fig. 10 getoonde wijze op de vasthoudpoot 18 is aangedrukt, wordt de tussenruimte 20 met vulmateriaal gevuld. Bij deze uitvoeringsvorm is er in voorzien het vulmateriaal aan de kopzijde in de tussenruimte 22 over de totale lengte van het samengestelde profiel 25 in te brengen. Bij toepassing van een geschikt vulmateriaal is dit ook over zeer grote lengten van vele meters mogelijk.After the holding leg 18 is placed in the groove 20 and the deformable flange is pressed onto the holding leg 18 in the manner shown in Fig. 10, the gap 20 is filled with filler material. In this embodiment provision is made for introducing the filler material at the front side into the intermediate space 22 over the entire length of the composite profile 25. When using a suitable filling material, this is also possible over very great lengths of many meters.

De uitvoeringsvorm volgens de fig. 11 en 12 bezit eveneens een deformeerbare flens 56, echter wijkt hij in de vorm van de groef 20 en de vasthoudpoot 18 af van de uitvoeringsvorm volgens de fig. 9 en 10. Bij 30 de uitvoeringsvorm volgens de fig. 11 en 12 bezit de vasthoudpoot 18 twee in langsrichting verlopende groeven 66, 68, die hetzij symmetrisch hetzij verplaatst tegenover elkaar liggen. In deze groeven 66, 68 grijpen overeenkomstig uitgevoerde ribben 70, 72 op de buitenste langsran-den van de groef 20 in, waarbij de ribbe 72 aan het vrije einde van de 35 deformeerbare poot 56 is gevormd. De verbrede stand van de deformeerbare poot 56 is met stippellijnen in fig. 11 getoond.The embodiment of FIGS. 11 and 12 also has a deformable flange 56, however, in the form of the groove 20 and retaining leg 18, it differs from the embodiment of FIGS. 9 and 10. In the embodiment of FIG. 11 and 12, the holding leg 18 has two longitudinal grooves 66, 68 which are either symmetrically or displaced opposite one another. In these grooves 66, 68, correspondingly designed ribs 70, 72 engage on the outer longitudinal edges of the groove 20, the rib 72 being formed at the free end of the deformable leg 56. The widened position of the deformable leg 56 is shown in broken lines in Fig. 11.

Bij de uitvoering volgens fig. 11 wordt het vulmateriaal eveneens aan de kopzijde toegevoerd.In the embodiment according to Fig. 11, the filling material is also supplied at the front side.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 12 bezit de bodemwand van de 40 groef 20 een goot 74, die dient voor het opnemen van een onder volume 8103556 Λ? κ 7 toename uithardend vulmateriaal· Dit vulmateriaal kan gemakkelijk In de goot 74 worden gebracht en vult dan bij het uitharden langzamerhand de totale tussenruimte 22.In the embodiment according to Fig. 12, the bottom wall of the groove 20 has a gutter 74, which serves to receive an under volume 8103556 Λ. κ 7 increase in curing filler material · This filler material can easily be brought into the gutter 74 and then gradually fills the total gap 22 during curing.

Bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 13 en 14 is de goot 20 in 5 dwarsdoorsnede In het algemeen rechthoekig uitgevoerd en aan zijn mon-dingsrand door uitstekende wanddelen 76, 78 dunner toelopend. De vast-houdpoot 18 van de profielrail 14 bézit twee door een sleuf 80 van elkaar gescheiden spreidflenzen 82, 84, die aan hun buitenzijden aanslag-neuzen 86, 88 bezitten voor ingrijping achter de wanddelen 76,78. Het 10 open einde van de sleuf 80 mondt uit in een opneemgoot 90, die bedoeld is voor het opnemen van een bij het uitharden in volume toenemend vulmateriaal. Hét vulmateriaal wordt voor het plaatsen van de vasthoudpoot 18 in de groef 20 in de opneemgoot 90 gebracht. Bij het uitharden zet het vulmateriaal in sterke mate uit, spreidt het de spreidflenzen 82, 15 84 uit elkaar en vult het de totale tussenruimte 22. Daarbij rusten de neuzen 86, 88 achter de wanddelen 76, 78.In the embodiment according to Figs. 13 and 14, the trough 20 is generally rectangular in cross-section and tapers at its mouth edge through protruding wall parts 76, 78. The retaining leg 18 of the profile rail 14 has two spreading flanges 82, 84 separated from each other by a slot 80, which have stop noses 86, 88 on their outer sides for engagement behind the wall parts 76, 78. The open end of the slot 80 opens into a receiving trough 90, which is intended for receiving a filler material which increases in volume during curing. The filling material is placed in the groove 20 in the receiving trough 90 for placing the holding leg 18. During curing, the filler material expands to a great extent, spreads the spreading flanges 82, 15 84 apart and fills the entire gap 22. The noses 86, 88 rest behind the wall parts 76, 78.

De karteling respectievelijk ribbeling 26, 28 is op de bodemwand van de groef respectievelijk het hierna toegekeerde oppervlak van de vasthoudpoot 18 aangebracht· 20 Alle beschreven uitvoeringsvormen hebben gemeen dat op de het sa mengestelde profiel vormende delen in onbelaste toestand geen belasting wordt uitgeoefend, zodat geen verslechtering behoeft te worden gevreesd van de weerstand tegen trek en afschuiving van de verbinding door de daarop volgende oppervlakte behandeling bij verhoogde temperaturen, zo-25 als eloxereix, inbranden, lakken en dergelijke, bijvoorbeeld als gevolg van het kruipen van het kunststofmateriaal. Verder wordt een absoluut dichte verbinding tussen de kunststofrail en de profieldelen verschaft, zodat bij het eloxeren of lakken geen spoelproblemen door kleine holle ruimten en capillaire spleten optreden. Verder wordt bij alle uitvoe-30 ringsvormen vermeden dat vervormingen van de profieldelen zelf optreden. Omvormingen worden volgens de uitvoeringen van de fig. 1 tot 8, 13 en 14 volledig vermeden respectievelijk bij de uitvoeringsvormen volgens de fig. 9 en 10 alsmede 11 en 12 tot een geringe mate beperkt, zodat elk gevaar van deformaties van de profieldelen wordt uitgesloten.The serration or corrugation 26, 28 is provided on the bottom wall of the groove or the surface of the holding leg 18 facing hereafter. · 20 All described embodiments have in common that no load is exerted on the parts forming the assembled profile in an unloaded state, so that no deterioration is to be feared of the tensile and shear resistance of the joint due to the subsequent surface treatment at elevated temperatures, such as eloxereix, burn-in, lacquers and the like, for example due to creep of the plastic material. Furthermore, an absolutely tight connection is provided between the plastic rail and the profile parts, so that during eloxation or painting there are no flushing problems through small cavities and capillary gaps. Furthermore, in all embodiments, deformations of the profile parts themselves are prevented. According to the embodiments of Figs. 1 to 8, 13 and 14, deformations are completely avoided, respectively in the embodiments according to Figs. 9 and 10, and 11 and 12 are limited to a small extent, so that any danger of deformations of the profile parts is excluded.

35 Hierdoor verkrijgt men een buitengewoon goede maatvastheid van het samengestelde profiel.This gives an extremely good dimensional stability of the composite profile.

81035568103556

Claims

Composite profile according to claim 1, characterized in that the elevations or recesses (26, 28) of the holding legs (18) and the grooves (20) are arranged opposite one another.

Composite profile according to claim 1 or 2, characterized in that the profile rail (14) is retractable in the grooves (20) provided in the rear cuts.

Composite profile according to one of the preceding claims, characterized in that the profile rail (14) and the profile parts (10, 12) have complementary anchoring elements (30, 32) for fastening the profile rail to the profile parts by snapping.

Composite profile according to one of the preceding claims, characterized in that the elevations or recesses (26, 28) are formed by corrugation or serration.

Composite profile according to one of the preceding claims, characterized in that the filling material is a hard-hair casting resin.

Composite profile according to claim 6, characterized in that the filling material is a two-component casting resin.

Composite profile according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the filler material is a volume-curable casting compound.

Composite profile according to one of the preceding claims, 8103556%, characterized in that the dimensions of the holding legs (18) on the one hand and those of the grooves (20) on the other ... are chosen such that the holding legs transverse to the can be placed in the grooves in the longitudinal direction.

Composite profile according to one of the preceding claims, characterized in that the profile rail (14), after placing a holding leg (18) in a groove (20), at least with one plane directly on a correspondingly shaped surface of the profile part (10, 12) rests and is therefore held in a certain position with respect to this profile part.

Composite profile according to any one of the preceding claims, characterized in that the profile rail (14) is a flat profile, on the edges of which the holding legs (18) are formed.

Composite profile according to one or more of the preceding claims, characterized in that the profile rail (14) has a longitudinal cross-section hook-shaped anchoring element (30), which is fitted in a correspondingly designed anchoring groove (32) of the profile parts (10, 12) engage.

Composite profile according to any one of the preceding claims, characterized in that the profile rail (14) is generally C-shaped in cross section and the flanges of the C are formed by the holding legs (18).

Composite profile according to one or more of the preceding claims, characterized in that the groove (20) in its bottom has a protruding longitudinal anchoring strip (34), which has a bulge (36) at its free end, that the profile rail (14) on its holding leg (18) has a receiving slot (40) complementary to the anchoring strip (36), and that the spreading flanges (42, 44) delimiting the receiving slot (40) are elastically deformable.

Composite profile according to any one of the preceding claims, characterized in that the grooves (20) are provided on their side walls with at least one rear-cut recess (48, 50) which, in opposition to a recess (52, 54), in a holding leg (18).

Composite profile according to claim 15, characterized in that the recess (48, 50) in the side wall of the grooves (20) and the recess (52, 54) in the retaining leg (18) are in cross-section unite to a core.

Composite profile according to claim 15 or 16, characterized in that one of the recesses (48, 50; 40, 52, 54) is provided in both side walls of the grooves (20) and on both sides of the holding leg (18). ) is fitted. 8103556 'τη *. ·> La

Composite profile according to any one of the preceding claims, characterized in that the grooves (20) for widening the positioning of the retaining leg (18) are widened and have a deformable flange (56) which, after placing the holding leg (18) can be pressed against this.

Composite profile according to claim 18, characterized in that the flange (56) has a longitudinal retaining groove (62), in which, after pressing the flange (56), a complementary shaped retaining rib (60) of the profile rail (14) ) grabs.

Composite profile according to claim 18 or 19, characterized in that the profile rail (14) is fixed in the groove (20) of the profile part (10, 12) after pressing the flange (56) under only slight tension.

Composite profile according to any one of claims 1 to 12, characterized in that the profile rail (14) is generally I-shaped in cross section and the retaining legs (18) are formed by the flange of the I.

Composite profile according to one or more of the preceding claims, characterized in that the profile rail (14) has at least one longitudinal stop nose (18), which has the insertion depth of the holding leg (18) in the groove ( 20) limit.

Composite profile according to any one of claims 1 to 12, characterized in that the holding leg (18) has two deformable spreading flanges (82, 84) separated by a slot (18), between which a receiving trough (90) is placed, for receiving an under volume increase of hard hair filler material.

Composite profile according to claim 23, characterized in that the extension flanges (82, 84) are provided with a longitudinally extending nose (86, 88), which is behind a rear-cut boundary wall 30 (76, 78) of the groove (20). ) can be placed. aaaaaaa 8103556