Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL8004885A - Stelsel voor het verwerken van televisiesignalen. - Google Patents

Stelsel voor het verwerken van televisiesignalen. Download PDF

Info

Publication number
NL8004885A
NL8004885A NL8004885A NL8004885A NL8004885A NL 8004885 A NL8004885 A NL 8004885A NL 8004885 A NL8004885 A NL 8004885A NL 8004885 A NL8004885 A NL 8004885A NL 8004885 A NL8004885 A NL 8004885A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frequency
signal
sound
inputs
output terminals
Prior art date
Application number
NL8004885A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190216C (nl
NL190216B (nl
Original Assignee
Rca Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rca Corp filed Critical Rca Corp
Publication of NL8004885A publication Critical patent/NL8004885A/nl
Publication of NL190216B publication Critical patent/NL190216B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190216C publication Critical patent/NL190216C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/44Receiver circuitry for the reception of television signals according to analogue transmission standards
    • H04N5/50Tuning indicators; Automatic tuning control

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Television Receiver Circuits (AREA)
  • Processing Of Color Television Signals (AREA)

Description

Ρ -λ j VO 869 t jr
Stelsel voor het verwerken van televisiesignalen.
De uitvinding heeft betrekking op een synchrone detectoren automatische fijnafstemketen en meer in het bijzonder op een gemeenschappelijk selectiviteitsnetwerk, voorzien van een afgestemde keten, die tegelijkertijd de harmonische vervorming in een synchro'!' 5 ne detector reduceert en de ruisimmuniteit en het verschuivings- draaggolfafstemvermogen van een automatische fijnafstemketen, verbetert.
Het synchrone-detectieproces heeft de televisieontvanger-ontwerpers gedurende een aantal jaren getantaliseerd tengevolge 10 van de voordelen daarvan ten opzichte van de op grote schaal tcege- paste omhullende detector in gebieden, zoals een verbeterde linee-riteit, werking bij lage signaalniveaus en de gelijktijdige detectie van zowel video- als interdraaggolfgeluidssignalen. Ongelukkigerwijs is de realisatie van de synchrone detectie lastig en duur 15 tengevolge van de nauwkeurigheid en complexheid daarvan.
Bij de opkomst van de geïntegreerde televisieketentechnolo-gie is de synchrone detectie evenwel een mededinger geworden van de onthullende detectie ten aanzien van kosten en werking. De synchrone demodulator is in het algemeen uitgevoerd als een dubbel-20 gebalanceerde produktdetector, waarin het tussenfrequentie-(I.F.I- signaal met een referentie- of schakelsignaal wordt vermenigvuldigd. Wanneer het referentiesignaal een spectraal zuivere sinusoïde met precies dezelfde frequentie en fase als de tussenfrequentie-beelddraaggolf of een in amplitude begrensde versie daarvan is, 25 worden de bovengenoemde voordelen van de synchrone detectie gerea liseerd.
Indien het referentiesignaal wordt opgewekt door een niet-gemoduleerd beelddraaggolf of een beelddraaggolf met gebalanceerde dubbele zijbanden, verkrijgt men een spectraal zuiver, in amplitu-30 de begrensd schakelsignaal. Het referentiesignaal wordt evenwel an ft &fi 8 5 i - 2 - meer in tiet bijzonder afgeleid uit het I.F.’signaal, dat aan de produktdetector wordt toegevoerd om een nauwkeurige fase-aanpassing van het referentiesignaal aan de I,F.-beelddraaggolf te onderhou-den. Het I.F,-signaal wordt.taegevoerd aan een referentiekanaal-5 keten met selectiviteit in de buurt van de beelddraaggolf teneinde het referentiesignaal op te wekken. Het I,F.’•signaal aan de ingang van het referentiekanaal is derhalve noch een niet-gemoduleerde draaggolf noch een dubbel-zijbandsignaal noch tengevolge van de I. F.’•selectiviteit en het rest karakter van het overgedragen sig-10 naai, een asymmetrisch zijbandsignaal waarbij het laagfrequente videogedeelte als een niet-gebalanceerd dubbel-zijbandsignaal op··· treedt en de componenten met hogere frequentie als een signaal met een enkele zij band optreden. De I.F.’-beelddraaggolf met de asymme-trische zijbanden daarvan leidt tot het ontstaan van een in fase 15 zijnde en een kwadratuurcomponent in het referentiekanaalsignaal, waardoor bij toevoer aan de produktdetector gedetecteerde video-en interdraaggolfgeluidssignalen met harmonische vervorming ont-staan. De harmonischen van bepaalde videosignalen treden op bij de frequentie van 4,5 MHz van het interdraaggolfgeluidssignaal, waar-20 door in het geluidskanaal een zoemtoon optreedt. Zo kunnen b.v.
een videosignaal bij 2,25 MHz (de tweede onderharmonische van het interdraaggolfgeluidssignaal] en een videosignaal bij 1,5 MHz (de derde onderharmonische van het interdraaggolfgeluidssignaal] significante harmonischen hebben , welke optreden bij de inter-25 draaggolfgeluidssignaalfrequentie (4,5 MHz].
Het in het referentiekanaal opgewekte referentiesignaal kan ook op een gunstige wijze worden toegepast bij een dubbelgebalan-ceerde fasevergelijkingsinrichting voorBret opwekken van een automatisch fijnafstemsignaal. Het referentiesignaal wordt aan de fase-30 vergelijkingsinrichting toegevoerd over een eerste directe baan en over een tweede baan, die een afgestemde keten omvat. De afgestemde keten geeft een frequentieafhankelijke faseverschuiving aan het referentiesignaal, zodat de twee signalen, die aan de fasevergelijkingsinrichting worden toegevoerd, in kwadratuur zullen 35 zijn wanneer de I.F.-beelddraaggolf de juiste frequentie heeft.
8004885 * -* - 3 -
Wanneer de beelddraaggolf van de gewenste frequentie daarvan afwijkt, zullen de toegevoerde signalen niet in kwadratuur zijn en zullen de uitgangssignalen van de fasevergelijkingsinrichting ver-anderen, waardoor een correctiespanning voor de afsteminrichting 5 kan worden opgewekt.
Bij het ontwerpen van de automatische fijnafstemtAFT]-keten moet rekening worden gehouden met een aantal factoren. De asymmetrische Nyquist-doorlaatband van het bovengenoemde I.F.-filter kan leiden tot het ontstaan van een AFT-responsiekarakteristiek, die 10 een groter intrekgebied naar het midden van de band vertoont. Deze niet-gebalanceerde responsiekarakteristiek veroorzaakt, dat de AFT-spanning een drift uitvoert naar de middenbandafstemming tengevolge van ruis aangezien I.F.-ruis een frequentiespectrum bezit, dat om de middenband is gecentreerd. Derhalve is hetgewenst de AFT-15 keten zodanig te ontwerpen, dat een gebalanceerde responsiekarak- teristiek wordt verkregen.
Het is verder wenselijk het AFT-stelsel zodanig te ontwerpen dat de televisieontvanger in staat is signalen, die uit hoofdantenne CMATVJ- en kabeltelevisieCCATV)-stelsels worden ontvangen, 20 te verwerven en vast te houden. Deze stelsels zijn in het algemeen niet-geregeld ten aanzien van frequentieverschuivingen en hetis bekend, dat bij deze stelsels incidentele fasemodulaties en frequentieverschuivingen optreden, waardoor de draaggolven met een waarde van b.v. _+ 2 MHz ten opzichte van de normale zendfrequenties 25 variëren. Een over 2 MHz verschoven televisiesignaal kan warden verworven door een frequentiesynthetisator (FS)-afstemstelsel, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.031.549, wanneer dit met een op juiste wijze ontworpen AFT-stelsel wordt toegepast. Het FS-afstemstelsel omvat een fasevergrendelde lus (ELL), 30 die een spanningsbestuurde lokale oscillator bevat. De frequentie van het signaal, dat door de lokale oscillator wordt opgewekt, stemt de ontvanger op het gewenste kanaal af. De lokale oscillator zal eerst de ontvanger op de standaard-zendfrequentie voor het gekozen kanaal afstemmen. De PLL zal dan onder bestuur van het AFT-35 signaal werken en de afsteminrichting zal de beelddraaggolf van het 8004885 - 4 - gewenste kanaal zoeken over een frequentiegebied, dat om de stan-daardfrequentieplaats is gecentreerd. Indien geen signaal wordt verworven, zal het afstemstelsel de frequentie van de lokale oscillator met 1 MHz verhogen, daarnamet 1 MHz verlagen en frequentie-5 gebieden om deze lokale oscillatorfrequenties afzoeken. Het blijkt, dat voor het verwerven van een over 2 MHz verschoven signaal de AFT’•keten in staat moet zijn de afsteminrichting op een draaggolf-te richten, welke op een afstand van 1 MHz is gelegen vanaf de naar boven of naar beneden verschoven lokale oscillatorfrequentie.
10 Derhalve moet het AFT-stelsel een gebied van _+ 1 MHz hebben, dat gecombineerd met het gebied van 1 MHz van het FS-afstemstelsel, in staat is signalen te verwerven, die over 2 MHz ten opzichte van de standaardzendfrequenties zijn verschoven.·
Het intrekgebied van een AFT-stelsel is onvermijdelijk be-15 grensd in de richting van het naastgelegen lagere kanaal door de lagere naastgelegen geluidinvang en de Nyquist-helling van het I.F.-selectiviteitsnetwerk. Voor frequentieverschuivingen naar het naastgelegen lagere kanaal zal de amplitude van de I.F.-beelddraag-golf snel afnemen en zal de geluiddraaggolf van het bijbehorende 20 kanaal in amplitude toenemen aangezien deze zich in de I.F.-door’·.
laatband bevindt in plaats van de geluidinvang van het bijbehorende kanaal. Wanneer de I.F.-beelddraaggolf van het gewenste kanaal een verschuiving van 1 MHz bezit, kunnen de gereduceerde beelddraag-golf en de geëxalteerde geluid-draaggolf van het bijbehorende ka-25 naai beide bij de buitenste extreme waarden van het AFT-intrekge- bied zijn gelegen, waardoor in het AFT-stelsel gelijke en tegengestelde afstemcorrectiespanningen optreden. De op deze wijze opgewekte afstemspanningen zullen elkaar in evenwicht houden en het AFT-stelsel zal aan de afsteminrichting een afstemspanning leveren 30 die de afstemming van de ontvanger niet doet veranderen. Het afstem stelsel zal derhalve worden vergrendeld in een toestand, waarin het niet in staat is het verschoven signaal te verwerven. Derhalve is het gewenst de AFT-keten zodanig te ontwerpen, dat deze in staat is signalen te verwerven en vast te houden indien de lokale 35 oscillator van de afsteminrichting een drift heeft vertoond of 8004885 ^ 5 τ 9 i zich om een andere reden niet op de juiste frequentie bevindt, en wel voor fouten tot maximaal 1 MHz.
Een AFT-stelsel dient ook een zo klein mogelijk aantal eenvoudige afgestemde ketens te vereisen. Dit, omdat het AFT-stelsel 5 deel uitmaakt van een gesloten lusstelsel, dat de afsteminrichting, dè I,F.-versterkers en de AFT-detector en versterkers omvat. In omstandigheden met grote versterking kunnen de polen en nulpunten van de reactieve elementen van de lus, inclusief het I.F.-selecti-viteitsnetwerk en de AFT-detector, een combinatie aangaan waarbij 10 resonantiepunten optreden waarin de lus onstabiel wordt. Het pro bleem wordt verzwaard bij een FS-afstemstelsel aangezien de FS-afsteminrichting een integrator in de PLL omvat, die zelf een aantal tijdconstanten bezit. Deze onstabiliteitsproblemen kunnen worden gereduceerd door het aantal polen en nulpunten in de AFT-lus 15 te reduceren door gebruik te maken van eenvoudige afgestemde ke tens wanneer afgestemde ketens nodig zijn.
Volgens de uitvinding wordt voorzien in een selectiviteits-netwerk voor een synchroon-detectorreferentiekanaal en een AFT-keten, welke in de afgestemde referentieketen een invangorgaan be-20 zit voor het verschaffen van een demping om een invangfrequentie, welke ligt tussen de frequentie van de geluiddraaggolf en de beeld-signaalzijbandfrequentie, welke bij detectie leidt tot een videosignaal, dat overeenkomt met de tweede onderharmonische frequentie van het interdraaggolfgeluid. Het selectiviteitsnetwerk omvat een 25 eerste afgestemde keten, die parallel aan de referentiekanaalketen is verbonden en op de frequentie van de I.F.-beelddraaggolf is af-gestemd. Een tweede afgestemde keten is zwak met de eerste afgestem-de keten gekoppeld en is parallel aan twee ingangen van de AFT-keten verbonden teneinde aan de AFT-keten een frequentieafhankelijk 30 in fase verschoven referentiesignaal toe te voeren. De eerste af- gestemde keten omvat een invangketen, die op de bovengenoemde invangfrequentie is afgestemd. Het invangorgaan in de afgestemde referentiekanaalketen dempt die beeldsignaalzijbandfrequenties in het referentiekanaal, welke bij detectie leiden tot videosignalen, 35 welke zich bevinden bij de tweede en derde onderharmonische frequen- 80 0 4 8 8 5 - 6 - ties van het interdraaggolfgeluidssignaal, waardoor de Kwadratuur vervorming in het referentiekanaal en de resulterende harmonische vervorming in de videosignalen, die tot zoem in het geluid leidt, tot een minimum wordt teruggebracht. Het wat betreft de frequentie 5 gekeept referentiekanaalsignaal wordt toegevoerd aan de afgestemde AFT-keten, welke leidt tot een balancering van het intrekgebied van de AFT-keten om de beelddraaggolffrequentie, waardoor de AFT-keten tegen ruisintrekking immuun wordt gemaakt. De frequentiekeep in de AFT-keten bij de aangegeven frequentie brengt ook AFT-effec-10 ten van een· in frequentie verschoven geluiddraaggolf van het bijbe horende kanaal tot een minimum terug, waardoor automatisch signalen worden verworven, die in frequentie naar het naastgelegen lagere kanaal zijn verschoven.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht on-15 der verwijzing naar de. tekening. Daarbij toont: fig.l een fasediagram van een draaggolfreferentiesignaal; fig.2 een fasediagram van een draaggolfreferentiesignaal met zijbandmodulatie; fig.3 de doorlaatband van een typische referentiesignaal- 20 keten: fig.4 de responsiekarakteristiek van een typische AFT-ketenj fig.5 de plaats van de normale en verschoven geluid- en beelddraaggolven bij een typische I.F.-doorlaatband: fig.6, gedeeltelijk in blokschema en gedeeltelijk in schema-25 tische vorm, een synchrone detector en AFT-keten volgens de uitvin ding: fig.7 een typische referentiesignaalresponsiekarakteristiek van de keten volgens fig.6: fig.8 een typische AFT-responsiekarakteristiek van de keten 30 volgens fig.6; en fig,9 een schema van een andere uitvoeringsvorm van het se-lectiviteitsnetwerk volgens fig.6.
In fig.l vindt men een fasediagram, waarbij signalen betrokken op een beelddraaggolf 20, een frequentie van Cl>q radialen per sec 35 hebben. De beelddraaggolf kan mathematisch worden uitgedrukt door 8004885 * 4 - 7 - * „ \ A cos ω t, ο a
Indien de referentiesignaalketen van een synchrone detector slechts dit draaggolfsignaal bevat, treedt een volmaakte synchrone detectie op, waarbij het gedetecteerde videosignaal een exacte 5 replica van het oorspronkelijke samengestelde videosignaal is en · geen kwadratuurvervorming vertoont. Op een soortgelijke wijze valt indien de referentieketen ook gebalanceerde dubbele zijbanden 12 en 14 bevatte, de resultante 15 daarvan langs de as van de draaggolf·fasevector. Het resulterende signaal kan dan in amplitude world den begrensd om weer een volmaakt referentiesignaal voor de syn chrone detector te verkrijgen. Aangezien het videosignaal evenwel een restzijbandsignaal is, treden dergelijke gebalanceerde zijbanden niet op.
Een restzijbandmodulatie leidt tot het ontstaan van een re-15 ferentiesignaal, aangegeven in het fasediagram van fig.2. De beeld- draaggolf 20 heeft dezelfde vorm als die volgens fig.l. Een video-zijband heeft de vorm A e^ o^]t+d 1 waarin ^ de signaalfrequentie en é een statische faseverschui-20 ving tengevolge van de referentietrillingsketen is. Voor frequen ties voorbij de Nyquist-helling van de I.F.-doorlaatband, zal de videozijband een enkele zijband zijn, als aangegeven door de fasevector 22. Deze zijband kan worden ontbonden in twee componenten: een in fase zijnde vector 24 met de vorm
25 A cos £(ύο.-£ύ \t+éJ
1 o en een kwa dratuurvector 26 van de vorm A sin £ΪχΛ .-(jJ )t+d J l o
Het resulterende schakelsignaal is een fasevector 28., welke in de detector een kwadratuurvervorming zal veroorzaken tengevolge van 30 de loodrechte kwadratuurcomponent. Wanneer het I.F.-signaal door dit resulterende referentiesignaal 28 wordt gedemoduleerd, zal het videosignaal op eenzelfde wijze worden vervormd als een videosignaal, dat door een omhullende detector wordt gedemoduleerd. Een van de voornaamste voordelen van de synchrone detector, de grote linea-35 riteit, gaat verloren.
80 04 88 5 - 8 -
Indien in de referentieketen gebruik wordt gemaakt van een afgestemde keten met een zeer smalle doorlaatband, zal een deel van de kwadratuurvervorming worden gereduceerd. De Nyquist-helllng van de I.F.-doorlaatband zal nog steeds leiden tot ongelijke zij-5 banden ter weerszijden van de beelddraaggolf, zoals aangegeven door de vectoren 22 en 30. Het resulterende schakelsignaal zal derhalve een kleinere kwadratuurcomponent bezitten, welke in het gedetecteerde videosignaal minder vervorming veroorzaakt.
Het versmallen van de doorlaatband van de afgestemde refe-10 rentieketen geschiedt in het algemeen door de Q van de keten te vergroten, waardoor andere problemen ontstaan. De smalle doorlaatband maakt de afstemming kritischs indien de signaalfrequentie verschuift, kan de beelddraaggolf zich geheel buiten de doorlaatband bewegen en treedt geen videodetectie meer op. Voorts veroor-15 zaakt de afgestemde referentiëketen een statische faseverschuiving over de doorlaatband daarvan, gelijk aan bij benadering +_ 45° bij de punten van de 3*db van de keten. Bij referentiesignaalketens moet derhalve een compromis worden gebruikt ten aanzien van de kwadratuurvervorming, veroorzaakt door de Nyquist-helling van de 20 I.F.-doorlaatband wat betreft de problemen van afstemonnauwkeurig- heden en de statische faseverschuiving. Dit compromis leidt tot het gebruik van een referentiesignaalketen met een betrekkelijk grote bandbreedte.
Fig.3 toont een typische responsiekromme 40 van een referen-25 tiesignaalketen. De afgestemde keten is afgestemd op de frequen tie van 45,75 MHz van de beelddraaggolf, die bij het NTSC-televi-siestelsel wordt toegepast. Op de responsiekromme 40 is het Nyquist-hellingsgedeelte 50 van de I.F.-doorlaatband gesuperpo-neerd, dat een scherpe reductie van signaalfrequenties boven 30 45,75 MHz veroorzaakt.
De aanwezigheid van de kwadratuurvervorming in het referentiesignaal leidt tot een harmonische vervorming in het gedetecteerde videosignaal. Meer in het bijzonder veroorzaakt een kwadratuurvervorming, welke het gevolg is van zijbanden van 43,5 MHz 35 in het referentiesignaal, tweede harmonischen van het resulterende 80 04 88 5 - 9 - basisbandvideosignaal van 2,25 MHz. De tweede harmonischen van dit signaal treedt op bij 4,5 MHz, de frequentie van het gedetecteerde interdraaggolfgeluidssignaal. Ofschoon deze tweede harmonischen een amplitude hebben, die slechts 14% bedraagt van die van de grond-5 harmonische, zijn deze zwakke signalen voldoende om in het geluids signaal een zoemtoon te veroorzaken. Een soortgelijk doch kleiner effect treedt op tengevolge van zijbanden met een I.F.-frequentie van 44,25 MHz, die derde harmonischen bezitten, welke in het interdraaggolf geluidssignaal optreden. In het ideale geval is het ge-10 wenst deze frequenties in de referentieketen te dempen, zoals door de gestippelde inkepingen 42 en 44 in de responsiekromme van fig.3 is aangegeven. De uitvinding voorziet evenwel in een oplossing voer dit probleem, waarbij tegelijkertijd problemen in andere gebieden van de televisieontvanger eveneens worden opgelost.
15 In fig.4 vindt men een typische AFT-responsiekarakteristiek 46. De responsiekarakteristiek heeft een zodanige vorm, dat deze een scherpe responsie voor beelddraaggolffrequentievariaties in de buurt van de gewenste frequentieplaats daarvan van 45,75 MHz vertoont. De bovenste helling 46a van deze kromme valt snel af tenge-20 volge-van de plaats van de naastgelegen-kanaalgeluidinvang van 47,25 MHz in het I.F.-filternetwerk. Onder de beelddraaggolffrequentie naar het midden van de I.F,-band blijkt de responsiekarakteristiek een meer graduele reductie te vertonen. Deze responsiekarakteristiek leidt tot datgene, dat bekend staat als "-noise pulling”.
25 Bij zwakke signalen of geen signalen corrigeert de AFT-keten de afsteminrichting naar de middenband aangezien de gemiddelde frequentie van I.F.-ruis zich bij ongeveer 43,5 MHz bevindt en het oppervlak onder de kromme 46 onder 45,75 MHz groter is dan boven deze frequentie. Het is derhalve gewenst, dat de AFT-responsieka-30 rakteristiek om de beelddraaggolffrequentie is gebalanceerd, zodat de AFT-keten bij zwakke signalen en geen signalen een afstemspan-ning met een frequentie van 45.75 MHz levert.
In fig.5 vindt men een typische I.F.-doorlaatbandresponsie-karakteristiek 60. Wanneer de televisieontvanger op de juiste wij^ 35 ze is afgestemd bevindt de beelddraaggolf zich bij 45,75 MHz, als 8004885 - 10 - aangegeven bij 62, 6 db onder de vlakke top van de doorlaatband 60 op de bovenste Nyquist-helling van de doorlaatband. De geluiddraag-golf bij 41,25 MHz bevindt zich dan, zoals aangegeven bij 64, ongeveer 20 db beneden de middenbandamplitude. Wanneer deze draaggolven 5 aan een AFT'•keten met de in fig.4 af geheelde responsie worden toege voerd, zal de beelddraaggolf nauwkeurig zijn afgestemd op 45,75 MHz en zal de geluiddraaggolf zich bevinden bij een frequentie, welke te laag is om de AFT-uitgangsspanning op een schadelijke wijze te beïnvloeden.
10 Wanneer het videosignaal evenwel in frequentie over 2 MHz naar boven wordt verschoven, zoals kan optreden wanneer het signaal door een MATV- of CATV-stelsel wordt geleverd, zal slechts 1 MHz van de verschuiving worden gecorrigeerd door het afstemstelsel wanneer dit de beelddraaggolf zoekt. De signalen, die aan de AFT-keten 15 worden toegevoerd, zullen nog steeds over 1 MHz zijn verschoven, zoals aangegeven door de beeld- en geluiddraaggolfplaatsen bij 66 en 68 in fig.5. Bij een dergelijke ligging zal de geluiddraaggolf van 42,25 MHz slechts bij benadering 6 db onder het middenbandni-veau zijn gelegen en zal de beelddraaggolf van 46,75 MHz ongeveer 20 30 db lager liggen aangezien de frequentie daarvan die van de naastgelegen kanaalgeluidinvang nadert. Wanneer deze draaggolven worden toegevoerd aan een AFT-keten met de in fig.4 afgeheelde responsie, zal de gedempte beelddraaggolf slechts een kleine positieve afstemspanning leveren, zoals aangegeven door de pijl 52. De sterk 25 in frequentie verschoven geluiddraaggolf zal zich op een plaats be vinden, als aangegeven door de pijl 54, waarbij deze draaggolf een kleine negatieve bijdrage tot de afstemspanning met een soortgelijke waarde als die, geleverd door de beelddraaggolf, levert. Deze twee afstemspanningen zullen elkaar in wezen opbeffen en de AFT-30 keten zal derhalve het verschoven televisiesignaal niet intrekken.
Indien het afstemstelsel een correctie, kleiner dan 1 MHz uitvoert bij het zoeken naar het signaal, zullen de beide draaggolven zich in frequentie naar boven bewegen en zal de spanningscomponent, geleverd door de geluiddraaggolf, de beelddraaggolf bijdrage over-35 heersen. De AFT-keten zal dan trachten de afstemming zodanig in te 80 0 4 8 8 5 - 11 - ί stellen, dat de ontvanger wordt vergrendeld met de geluiddraaggolf, die is afgestemd op de beelddraaggolf met een frequentie van 45,75 MHz.
Een wijze om dit probleem te vermijden bestaat daarin, dat 5 in de AFTïresponsiekarakteristiek een dal wordt geïntroduceerd waar de verschoven geluiddraaggolf zich zal bevinden, zoals aangegeven door de stippellijnen 56 in fig.4. Met de inrichting volgens de uitvinding zal evenwel het verschoven draaggolfacquisitiepro-bleem succesvol worden opgelost op een wijze, waarbij tevens de 10 ruisintrekimmuniteit van de AFT-rketen wordt verbeterd en het boven*· genoemde zoemprobleem wordt opgelost.
Een keten volgens de uitvinding vindt men in fig.6. Oe daar* in afgebeelde schakeling kan op een gunstige wijze op een enkel monolytisch geïntegreerd-ketenplaatje worden vervaardigd met uit* 15 zondering van de afgestemde ketenelementen 160 * 185, welke buiten het plaatje zijn gelegen en daarmede bij de litwendige klemmen 7 * 10 zijn gekoppeld.
Aan de inwendige klemmen 102 en 104wordt vanuit de I.F.r versterker 100 een X.F.-signaal met twee einden toegevoerd. Het 20 I.F.-signaal wordt aan de transistoren 132 en 134 van de produkt^ detector 130 voor synchrone demodulatie daarvan toegevoerd. Het I.F.^signaal wordt ook via als emittervolger gekoppelde transista-ren 106 en 108 aan de referentiesignaalketen 110 toegevoerd voor het opwekken van een schakelsignaal voor de produktdetector 130 25 en een AFTH’asevergelijkingsinrichting 150.
Het I,F.-=-signaal drijft een differentiaalversterker welke transistoren 112 en 114 omvat, in de referentiesignaalketen 11Q aan. Parallel aan de collectors van de differentiaalversterker* transistoren 112 en 114 is een eerste afgestemde keten 160 ver&on* 30 den, die met de uitwendige klemmen 8 en 9 is gekoppeld en op de beelddraaggolffrequentie, in dit geval 45,75 MHz, is afgestemd.
Dioden 116 en 118 zijn eveneens parallel aan de collectors van de transistoren 112 en 114 gekoppeld om het referentiesignaal te begrenzen of af te snijden, waardoor men bij sterke signalen een 35 bijna rechthoekig schakelsignaal verkrijgt. Het rechthoekige scha* η η n 4 a fi 5 i - 12 -
L
kelsignaal zal dezelfde frequentie en fase als de I.F.-beelddraag-golf onder optimale signaalomstandigheden hebben tengevolge van debegrenzingswerking van de differentiaalversterker en de dioden, in combinatie met de afgestemde keten 160.
5 Het in amplitude begrensde schakelsignaal wordt toegevoerd aan de bases van vier transistoren, die in een dubbele differenti-aalversterkerconfiguratie 136 en 138 in de produktdetector 130 door emittervolgtransistoren 122 en 124 zijn gevormd. De different tiaalversterkers 136 en 138 worden aangedreven door het I.F.-ba-10 lanssignaal, dat via de. transistoren 132' en 134 wordt toegevoerd.
De transistoren, welke de differentiaalversterkers 136 en 138 omvatten, worden door het referentiesignaal geschakeld voor een pra*· duktdetectie van het binnenkomende I.F.-signaal, Die differentiaal-versterkertransistoren, welke schakelsignalen met complementaire 15 polariteit in respectieve differentiaalversterkers ontvangen, be- zitten collectors, die zodanig zijn verbonden, dat twee complementaire uitgangen worden gevormd, waarover samengestelde videos en interdraaggolfgeluidsignalen worden opgewekt. Deze twee uitganr gen kunnen, indien gewenst, op een bekende wijze worden gecombiT 20 neerd voor het verkrijgen van een uitgang met ëin uiteinde voor de gedetecteerde video*· en interdraaggolfgeluidssignalen.
Het referentiesignaal op de collectors van de transistoren 112 en 114wordt ook toegevoerd aan de bases van twee transistoren 142 en 144. De emitters van deze transistoren 142 en 144 zijn met 25 elkaar en met aarde gekoppeld door een resistief netwerk 143, waar·*· door op de emitters van deze transistoren complementaire referen? tieaandrijfsignalen optreden. Dit referentiesignaal met twee einden wordt aan differentiaalversterkers 156 en 158 van de fasevergelijτ kingsinrichting 150 toegevoerd. De bases van de transistoren van 30 de differentiaalversterkers worden door het referentiesignaal, dat dezelfde fase en frequentie heeft als de I.F.vbeelddraaggolf, in balans aangedreven,
Het over de eerste afgestemde keten 160 opgewekte referentie-? signaal wordt cbor de condensatoren 172 en 174 zwak gekoppeld naar 35 een tweede afgestemde keten 180, die aan het referentiesignaal een 8004885 *· 13 " frequentieafhankelijke faseverschuiving mededeelt. Wanneer de beeld-draaggolf de gewenste frequentie heeft, in dit geval 45,75 MHz, wordt het referentiesignaal door de tweede afgestemde Reten over 90° in fase verschoven , waarbij de2e tweede Reten een condensator 5 182 en een zelfinductie 184 omvat. Wanneer de frequentie van de beelddraaggolf Cen derhalve het referentiesignaal] ten opzichte van de gewenste frequentie varieert, verschuift de tweede af ge? stemde Reten de fase van het referentiesignaal over meer of minder dan 90 .
10 De tweede afgestemde Reten 180 is zwaR met de eerste gekop? peld door condensatoren 172 en 174 met kleine waarde. Ofschoon Eist van voordeel lijkt om de afgestemde AFl>ksten vaster met de afgestemde referentieketen te koppelen teneinde b.v. een groter aan? drijfsignaal voor de fasevergelijkingsinrichting 150 te verkrijgen, 15 leidt dit tot een degradatie van het referentiesignaal. De afge^ stemde referentieketen is zodanig ontworpen, dat deze een enkele resonantiefrequentie in de buurt van de beelddraaggolffrequentie heeft. Wanneer de twee afgestemde ketens vast gekoppeld zijn, zal i de afgestemde referentieketen de responsie van een overgekoppeld 20 netwerk met dubbele afstemming aannemen. Deze responsie met twee pieken veroorzaakt een kwadratuurvervorming en fase niet?linear±? teiten in de referentieketen, welke leiden tot een slechte over? gangsresponsie in de gedetecteerde laagfrequente luminantiesigna-len. Aangezien een van de voordelen van de synchrone detector is 25 gelegen in de video?overgangsverschijnselen met kortere stijg? en daaltijden dan de door omhullende detectie verkregen signalen, inclusief het verdere voordeel van een symmetrische "preshoot" en "overshoot", moet ervoor worden gezorgd, dat de twee afgestemde ketens niet averkoppeld zijn. In sommige gevallen kan de gewenste 30 zwakke koppeling worden verkregen door de twee afgestemde ketens dicht bij elkaar op te stellen, waardoor de condensatoren 172 en 174&mnen vervallen.
Het over de tweede afgestemde keten 180 opgewekte in fase verschoven signaal wordt via uitwendige klemmen 7 en IQ en als emit-35 tervolger uitgevoerde transistoren 146 en 148 aan de fasedetector 8004885 i - 14 - 15Q toegsvoerd. De rustgelijkspanning op de bases van de als emit-tervolgers uitgevoerde transistoren wordt verkregen door een span-ningsdeler 147, die tussen aarde en de voedingsspanningsbron is gekoppeld. Een gelijkstroombaan vanuit de spanningsdeler 147 naar 5 de transistor 148 wordt verschaft door de zelfinductie 184. Het in fase verschoven signaal wordt aan de bases van differentiaal-gekoppelde transistoren 152 en 154 toegevoerd vanuit de emitter-v.eQgens 146 en 148. De transistoren 152 en 154 zijn bij de emitters daarvan gekoppeld, welke tevens met een constante-stroombron 153 10 zijn gekoppeld, Van de transistoren 152 en 154 zijn de collectors zodanig verbanden, dat de dubbele differentiaalverstetkers 156 en 158 bij de emitters van de respectieve differentiaalversterkers worden aangedreven. Van die transistoren in de respectieve differentiaalversterkers, welke op de bases door transistoren 142 en 15 144 door complementaire signalen worden aangedreven, zijn de col lectors zodanig verbonden» dat twee complementaire uitgangen worden verkregen waarover de AFT-spanning wordt opgewekt, Deze uitgangen kunnen op een bekende wijze met een verdere differentiaal-versterker worden gekoppeld voor het opwekken van tweè in tegen-20 gestelde richting variërende AFT-uitgangssignalen met een gewenste impedantie en een gewenst spanningsgebled,
De afgestemde referentieketen 160 omvat een parallelresonan-tieketen, voorzien van een zelfinductie 162 en een condensator 164 die op de beelddraaggolffrequentie, in dit geval 45,75 MHz is af-25 gestemd. Een dempweerstand 168 is parallel aan de afgestemde keten 160 gekoppeld om oscillaties in een niet-afgeschermde afgestemde keten 160 te beletten wanneer de I.F.-versterker 100 en de referentieketen 110 in een toestand met grote versterking werken. Een smoorspoel 169 is parallel aan de dempweerstand 168 gekoppeld voor 30 het verschaffen van een baan met kleine impedantie voor horizontale- aftastfrequente signalen tussen de collectors van de transistoren 112 en 114. Deze smoorspoel belet, dat de referentieketen 110 bij de horizontale aftastfrequentie oscilleert, waardoor anders harmonische als verticale strepen in het op de kinescoop weergegeven 35 beeld zouden optreden.
8004885 » 15 ^
Volgens de uitvinding omvat de afgestemde referentieketen een invangketen, welke de effectieve zelfinductie van de parallel-resonantieketen 162', 164 en de condensator 166 bij de afgebeelde uitvoeringsvorm omvat. De condensator 166 is gekoppeld tussen één 5 verbindingspunt van de zelfinductie 162 en de condensator 164, en de klem 8, en het andere verbindingspunt van de zelfinductie 162 en de condensator 164 is gekoppeld met de klem 9. De invang»· keten is zodanig afgestemd, dat in de referentieketenresponsie een dal optreedt bij een frequentie, welke is gelegen tussen de 10 . frequentie van een over 1 MHz verschoven geluiddraaggolf (42,25 MHz] en die beeldsignaalzijbandfrequentie, welke bij detectie leidt tot een videosignaal, dat overeenkomt met de tweede onder»· harmonische frequentie van het interdraaggolfgeluid (43,5 MHzl.
Het dal is voldoende breed om in een significante demping bij de 15 beide frequenties te voorzien. Het door deze af gestemde keten op»- gewekte referentiesignaal zal een gereduceerde kwadratuurvervor-ming bezitten, meer in het bijzonder bij de frequentie, waarbij tweede harmonischen optreden, die tot het probleem van het zoemen leiden. Het referentiesignaal zal ook worden gedempt bij de fre»· 20 quentie van de kleuronderdraaggolf (42,17 MHz], waardoor het pro bleem van chroma-geluidzwevingen in het gedetecteerde videosignaal tot een minimum zal worden teruggebracht,
Het referentiesignaal, dat uit de afgestemde keten 160 aan de tweede afgestemde keten 180 wordt toegevöerd, zal sok hst fre-r 25 quentiedal vertonen, waardoor de breedte van het middenhandgedeelte van de AFT»-responsiekarakteristiek wordt gereduceerd. De AFT-res»* ponsiekarakteristiek zal derhalve worden gebalanceerd met twee in hoofdzaak gelijke intrekgebieden ter weerszijden van de gewenste beelddraaggolffrequéntie, waardoor de AFT-keten meer immuun voor 30 ruisintrek wordt gemaakt. Het dal zal ook in wezen elke AFTr-spanr ningsbijdrage van een verschaven geluiddraaggolf bij 42,25 MHz elimineren, waardoor de AFT-keten de in frequentie verschoven beelddraaggolf bij 46,75 MHz kan verwerven,
De keten volgens fig.6 is gebauwd en beproefd en de respons 35 siekrammen volgensfig.7 en 8 zijn geregistreerd. De responsiekarakr: 8004885 i - 16 - teristiek 200 van de afgestemde referentieketen vindt men in fig.7, gesuperpaneerd op de Nyquist-helling 50 van de I.F."doorlaatband.
Het dal, dat een gevolg is van de referentie-invang, bevindt zich bij ongeveer 42,9 MHz, en dempt de beeldsignaalzijbandfrequentie, 5 overeenkomende met de tweede onderharmonische van het interdraag- golfgeluid, 43,5 MHz, met bij benadering 32 db, vergeleken met het dempingsniveau van 16 db van dezelfde frequentie in fig.3. De beeld’· signaalzijbandfrequentie, die bij detectie leidt tot een videosignaal, dat overeenkomt met de derde onderharmonische frequentie van 10 het interdraaggolfgeluid, 44,25 MHz, wordt zoals blijkt uit fig.7 gedempt met 25 db, vergeleken met het dempingsniveau van 14cb volgens fig.3. Voorts blijkt uit fig.7, dat wanneer de responsiekrom·*· me van de afgestemde referentieketen met de Nyquist-helling van de I.F.-doorlaatband&Drdt gecombineerd, de samengestelde responsie 15 in hoofdzaak symmetrisch is om de I,F.-beelddraaggolffrequentie van 45,75 MHz, waardoor de kwadratuurvervorming in de referentie-keten door amplitudebalancering van de videozijbanden verder wordt gereduceerd.
De invloed van de invang van de afgestemde referentieketen 20 op de AFT-responsie vindt men in fig.8. Het blijkt, dat de AFT- responsiekromme 210 is gebalanceerd en twee in hoofdzaak gelijke positieve en negatieve intrekgebieden 212 en 214 tussen de responsie-kromme 210 en de referentieas zit. De in hoofdzaak gelijke intrekgebieden ter weerszijden van de beelddraaggolffrequentie verbeteren 25 de immuniteit van de AFT-keten tegen ruisintrek. Voorts elimineert / het brede dal in wezen elke spanningsbijdrage bij 42f25 tlBz, de frequentie van een over 1 MHz verschoven gelaiddraaggolf. Dit arpdat het dal van de invang van de afgestemde referentieketen zowel Bet ! referentiesignaal, dat aan de dïfferentiaalversrterRsra 156, 158 30 in de fasedetector 150 wordt toegevaerd, als Bet in fase-veracBeven referentiesignaal, dat via de tweede afgeatemde keten 1801 aan de fasedetector 150 wordt toegevaerd, Beïnvloedt, Derhalve ia de. ge.·* luiddraaggolf uit Beide signalen, die aan de fasedetector ISG-yoop het opwekken van een automatisch, freqaentiefiesturlngsaignaal worden • 35 toegevoerd, ingevangen.
8004885 *· e - 17 -
Dit is bijzonder belangrijk wanneer de AFT-keten wordt toege-past bij een FS-afstemstelsel. De stabiliteit van het FS-stelsel is afhankelijk van de lineariteit van de AFT-responsiekromme 210 in de buurt van de gewenste·beelddraaggolffrequentie, welke bij 5 wijze van voorbeeld in fig.8 met 45,75 MHz is aangegeven. Wanneer 4 , de geluiddraaggolf uit de AFT-detectoringangssignalen wordt uitge-vangen, is het opgewekte stuursignaal slechts responsief op de beelddraaggolf, waardoor een lineaire responsie wordt verkregen, die consistent is met de responsiekromme 210. Indien de geluid’· 10 draaggolf niet uit de AFT-detectoringangssignalen werd uitgevangen, zou de geluiddraaggolf aan het stuursignaal een spanningsbijdrage leveren, welke bijdrage de lineariteit van het stuursignaal in de buurt van 75,75 MHz zou verstoren. De stabiliteit van de FS-afstem-inrichting zou op een overeenkomstige wijze storend worden heïn-15 vbed. Het is derhalve duidelijk, dat de AFT-keten volgens de uitvin- ding wordt geregeld door een over 1 MHz verschoven beelddraaggolf bij 46,75 MHz en veroorzaakt, dat de afsteminrichting dit verscho-ven signaal met succes verwerft.
Een andere uitvoeringsvorm van de afgestemde ketens volgens 20 de uitvinding vindt men in fig,9, Deze uitvoeringsvorm verschilt van de inrichting volgens fig.S daarin, dat de condensator 164 pa-rallel aan de serlecombinatie van de condensator 166 en de zelf-inductie 162 over de klemmen 8 en 9 is verbonden. De combinatie van de condensator 164 en de effectieve inductantie van de zelf-25 inductie 162 en de condensator 166 is resonant bij de beelddraag golffrequentie, terwijl de combinatie van de zelfinductie 162 en de condensator 166 een invang bij de genoemde tussenfrequentie verschaft. De resterende elementen zijn op dezelfde wijze gerangschikt als in fig.6 en zijn van dezelfde verwijzingen voorzien.
30 De uitvinding kan op een eenvoudige wijze worden gereali seerd om te worden toegepast bij een PAL-televisiestelsel en wel door de afstemfrequenties in overeenstemming met de PAL-normen opnieuw in te stellen. De afgestemde referentieketen is dan resonant bij de PAL-I.F.-beelddraaggolffrequentie van 38,9 MHz. De PAL-35 geluiddraaggolf bevindt zich bij 33,4MHz en het interdraaggolfge- 8004885 - 18 - » luldssignaal heeft derhalve een grondfrequentie van 5,5 MHz en een tweede onderharmonische frequentie bij 36,15 MHz in de I.F.-band. Het dal van de afgestemde referentieKeten bevindt zich derv halve tussen de over 1 MHz verschaven geluiddraaggolf, 34,4 MHz, 5 en de I.F.-frequentie, overeenkomende met de videosignalen met tweede harmonischen bij de interdraaggolfgeluidfrequentie, 36,15 MHz. De tweede afgestemde keten moet ook opnieiAiworden afgestemd voor het verschaffen van een faseverschuiving van 90° bij PAL-I.F.-beelddraaggolffrequentie.
1G .Bij de in fig.6 af geheelde uitvoeringsvorm volgens de uit'· vinding detecteert de produktdetector 130 zowel de video- als in·»· terdraaggolfgeluidssignalen. Het kan bij een bepaalde uitvoerings-vorm gewenst zijn dsgeluidinformatie in een afzonderlijk kanaal te verwerken vóór de videodetectie. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm 15 kan de geluidddraaggolf uit het I.F.-signaal worden uitgevangen vóór het opwekken van het referentiesignaal en de video- en AFT-detectie, De problemen van zoem en geluiddraaggolfverwerving door de AFT-detector zijn dan derhalve niet aanwezig. Het selectivi-teitsnetwerk volgens de uitvinding is evenwel in de televisieont-20 vanger toch gewenst om de videozijbanden om de beelddraaggolf in het referentiesignaal te balanceren. Het referentiesignaal met dal vóórziet ook in een balancering van de AFT-responsiekarakteris-tiek om de gewenste beelddraaggolffrequentie, zoals boven reeds is besproken. Het selectiviteitsnetwerk voorziet derhalve gelijktlj-25 dig in de voordelen van een gereduceerde kwadratuurvervorming in de videodetector en een verbeterde AFT-ruisimmuniteit voor de televi-sieontvanger. Aangezien het niet nodig is de geluiddraaggolffrequen-tie in het referentiekanaal te dempen, kan het invangorgaan van de afgestemde keten 160 worden afgestemd op of zelfs boven 43,5 MHz 30 bij een NTSOstelsel, de frequentie, welke equidistant is van de geluids- en beelddraaggolffrequenties. De Q van de invangketen kan ook groter zijn dan die, welke bij de uitvoeringsvorm volgens fig.6 gewenst is.
8004885

Claims (5)

1. Inrichting in een televisieontvanger bestemd voor het behan*· delen van een tussenfrequent televisiesignaal, dat een doorlaatband inneemt, die een beelddraaggolffrequentie en een geluiddraaggolf-frequentie omvat, gekenmerkt door een fasedetector met eerste en • 5 tweede ingangen, derde en vierde ingangen, organen, welke tussen de derde en vierde ingangen zijn gekoppeld om aan de daaraan toe-·: gevoerde signalen een frequentieafhankelijke faseverschuiving mede te delen, en een uitgang voor hetopwekken van een afstemcorrectie*· signaal, dat indicatief is voor de deviatie van de beelddraaggolf 10 ten opzichte van de gewenste frequentie daarvan, en een produkt- detector met eerste en tweede ingangen, bestemd voor het ontvangen van het tussen-frequente signaal, derde en vierde ingangen, en eerste en tweede uitgangen voor het opwekken van een gedetecteerd videosignaal, en een referentieketen met eerste en tweede ingangen, 15 welke bestemd zijn voor het ontvangen van het tussenfrequente tale*· visiesignaal, en eerste en tweede uitgangsklemmen, die resp. met de eerste en tweede ingangen van de fasedetector, met de derde en vierde ingangen van de fasedetector en met de derde en vierde ingangen van de produktdetector zijn gekoppeld, en voorzien van select 20 · tiviteitsorganen voor het verschaffen van een karakteristieke respons sie bij de uitgangsklemmen, die 1] in hoofdzaak eerste en tweede responsiekrommen met tegengestelde polariteit van de fasedetector om de gewenste frequentie van de beelddraaggolf balanceert, 21 de bijdrage tot het afstemcorrectiesignaal door de signalen bij de 25 geluiddraaggolffrequentie reduceert, 3] in hoofdzaak de amplitude* versus-rfrequentieresponsie bij de eerste en tweede uitgangsklemmen om de gewenste beelddraaggolffrequentie balanceert, en 41 voorziet in een demping bij die beeldsignaalzijbandfrequentie, welke bij detectie leidt tot een videosignaal, dat overeenkomt met de tweede 30 onderharmonische frequentie van het interdraaggolfgeluid, waarbij de selectiviteitsorganen zijn voorzien van een enkele dubbel af* gestemde keten, die vóórziet in een responsiepool bij de gewenste 80 0 4 88 5 \ - 20 - > beelddraaggolffrequentie en een responsie nulpunt bij een bepaalde frequentie, welke is gelegen tussen de geluiddraaggolffrequentie en een frequentie, welke equidistant is tussen de geluids- en beeld-draaggolffrequenties,
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de se- lectiviteitsorganen zijn voorzien van een eerste zelfinductie,een . eerste condensator, die parallel aan de eerste zelfinductie is ge-. koppeld voor het vormen van een eerste parallelcombinatie, een tweede condensator, die in serie met de eerste parallelcombinatie tus-10 sen de eerste en tweede uitgangsklemmen van de referentieketen is gekoppeld, waarbij de eerste parallelcombinatie zodanig is afgestemd, dat de responsie bij de uitgangsklemmen bij de gewenste frequentie van de beelddraaggolf een piek vertoont, en de tweede condensator in samenwerking met de eerste parallelcombinatie zoda-15 nig is afgestemd, dat bij de uitgangsklemmen een demping optreedt ten opzichte van het niveau van de beelddraaggolf en naast die, welke wordt verkregen door de eerste parallelcombinatie, bij de geluiddraaggolffrequentie en om een frequentie, welke equidistant van de geluid- en beelddraaggolven ligt, een tweede zelfinductie, 20 een derde condensator, die parallel aan de tweede zelfinductie is gekoppeldvoor het vormen van een tweede parallelcombinatie, die tussen de derde en vierde ingangen van de fasedeteotor is gekoppeld en zodanig is afgestemd, dat aan daaraan toegevoerde signalen een frequentieafhankelijke faseverschuiving wordt medegedeeld, 25 en organen om signalen uit de eerste en tweede uitgangsklemmen ca- pacitief aan de tweede parallelcombinatie toe te voeren.
3. Inrichting volgens conclusie 1 ,met het kenmerk, dat de se-lectiviteitscrganen zijn voorzien van een eerste zelfinductie, een eerste condensator, die in serie met da eerste zelfinductie tussen 30 de eerste en tweede uitgangsklemmen van de referentieketen is ge koppeld, en in combinatie daarmede zodanig is afgestemd, dat die videozijbanden van de uitgangsklemmen worden gedempt, welke equidistant van de geluid- en beelddraaggolffrequenties zijn gelegen, een'tweede condensator, die parallel aan de eerste condensator en 35 de eerste zelfinductie is gekoppeld en in combinatie daarmede zo- 8004885 > ^ - 21 - danig is afgestemd, dat de responsie bij de uitgangsKlemmen in de buurt van de gewenste plaats van de beelddraaggolf een piek vertoont, een tweede zelfinductie, een derde condensator, die parallel aan de tweede zelfinductie tussen de derde en vierde ingangen van 5 de fasedetector is gekoppeld en in combinatie daarmede zodanig is afgestemd, dat aan daaraan toegevoerde signalen een frequentieaf-hankelijke faseverschuiving wordt medegedeeld,, en organen om signalen naar de eerste en tweede uitgangsklemmen capacitief aan de tweede zelfinductie en de derde condensator toe te voeren, 10
4, Inrichting, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de telev visieontvanger is voorzien van een afsteminrichting om een radiofrequent televisiesignaal in het tussenfrequente televisiesignaal om te zetten, welke afsteminrichting voorts is voorzien van organen, die een bepaald zoekfrequentiegebied bezitten om de beeld-15 draaggolf te verwerven, waarbij de referentieketen en de produkt- detector een synchrone detectorketen vormen voor het opwekken van een gedetecteerd videosignaal en een interdraaggolfgeluidssignaal, waarbij da referentieketen is voorzien van een differentiaalver-sterker met eerste en tweede ingangen, bestemd voor- het ontvangen 20 van het tussenfrequente televisiesignaal, en eerste en tweede uit gangsklemmen voor het opwekken van een referentiesignaal, waarbij de derde en vierde ingangen van de produktdetector met de eerste en tweede uitgangsklemmen van de differentiaalversterker zijn gekoppeld, de eerste en tweede uitgangen van de produktdetector de 25 gedetecteerde video- en interdraaggolfgeluidssignalen opwekken, eerste en tweede ingangen van de fasedetector met de eerste en tweede uitgangsklemmen van de differentiaalversterker zijn gekoppeld, de derde en vierde ingangen een in fase verschoven referentiesignaal ontvangen, en de uitgang met de verwervingsorganen van 30 de afsteminrichting is gekoppeld voor het opwekken van een afstem- correctiesignaal, dat indicatief is voor het verschil in fase tussen het referentiesignaal en het in fase verschoven referentiesignaal, en de selectiviteitsorganen zijn voorzien van een eerste afv gestemde keten, die tussen de eerste en tweede uitgangsklemmen van 35 de differentiaalversterker is gekoppeld, en een parallelresonantiet 8004885 - 22 - bij de gewenste frequentie van de beelddraaggolf en een seriereso’· nantie vertoont bij een frequentie, welke is gelegen tussen A] een derde frequentie, gelegen tussen de geluiddraaggolffrequentie en debeelddraaggolffrequentie,, en ten opzichte van de geluiddraaggolf’· 5 frequentie verschoven overeen frequentie-increment, dat in hoofd zaak gelijk is aan de helft van het bepaalde zoekgebied, en B) die beeldsignaalzijbandfrequentie, welke bij detectie leidt tot een videosignaal, dat overeenkomt met de tweede onderharmonische fre*· quentie van het interdraaggolfgeluid. '10
5. Inrichting volgens conclusie 1 of 4, met het'.kenmerk, dat de referentieketen een begrenzer omvat. S. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door eerste en tweede condensatoren om de eerste en tweede uitgangsklemmen zwak met de derde en vierde ingangen van de fasedetector te koppelen. 8004885
NL8004885A 1979-08-29 1980-08-28 Televisieontvangerschakeling voor tussenfrequente televisiesignalen, voorzien van een automatisch fijnafstemsysteem. NL190216C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/070,903 US4263611A (en) 1979-08-29 1979-08-29 Television signal processing system
US7090379 1979-08-29

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8004885A true NL8004885A (nl) 1981-03-03
NL190216B NL190216B (nl) 1993-07-01
NL190216C NL190216C (nl) 1997-06-18

Family

ID=22098069

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004885A NL190216C (nl) 1979-08-29 1980-08-28 Televisieontvangerschakeling voor tussenfrequente televisiesignalen, voorzien van een automatisch fijnafstemsysteem.

Country Status (22)

Country Link
US (1) US4263611A (nl)
JP (1) JPS5636274A (nl)
KR (1) KR840000112B1 (nl)
AT (1) AT389198B (nl)
AU (1) AU530505B2 (nl)
BE (1) BE884972A (nl)
CA (1) CA1147453A (nl)
DE (1) DE3032622C2 (nl)
DK (1) DK159236C (nl)
ES (1) ES8104696A1 (nl)
FI (1) FI70356C (nl)
FR (1) FR2464610B1 (nl)
GB (1) GB2059700B (nl)
HK (1) HK8485A (nl)
IT (1) IT1132559B (nl)
MY (1) MY8500731A (nl)
NL (1) NL190216C (nl)
NZ (1) NZ194799A (nl)
PT (1) PT71720B (nl)
SE (1) SE447779B (nl)
SG (1) SG87184G (nl)
SU (1) SU1326206A3 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4388649A (en) * 1981-06-01 1983-06-14 Rca Corporation AFT Lockout prevention system
US4502078A (en) * 1982-02-22 1985-02-26 Rca Corporation Digital television receivers
GB2126812B (en) * 1982-08-30 1986-05-08 Rca Corp Television sound detection system using a phase-locked loop
US4513323A (en) * 1982-11-30 1985-04-23 Rca Corporation Buzz reduction for intercarrier type television sound detection
DE3504045A1 (de) * 1985-02-04 1986-08-07 Schering AG, 1000 Berlin und 4709 Bergkamen Verfahren zur herstellung von ss-carbolinen durch dehydrierung
US4639786A (en) * 1985-10-23 1987-01-27 Rca Corporation Television sound signal processor
US4814887A (en) * 1988-05-23 1989-03-21 General Instrument Corporation Automatic frequency control
US4974087A (en) * 1989-04-13 1990-11-27 Rca Licensing Corporation Parallel sound if with reference carrier derived from quasi-synchronous video detector
JPH0398514U (nl) * 1990-01-30 1991-10-14
US5177613A (en) * 1990-02-26 1993-01-05 Thomson Consumer Electronics, Inc. Quasi-parallel if with shared saw filter
KR100607837B1 (ko) * 1997-07-25 2006-08-04 코닌클리케 필립스 일렉트로닉스 엔.브이. 비대칭 측대역들을 갖는 변조된 반송파를 수신하기 위한 수신기 및 방법, 및 비대칭 측대역들을 갖는 변조된 반송파를 처리하기 위한 집적 회로
EP1798854A1 (en) * 2005-12-14 2007-06-20 Dibcom Enhanced low noise amplifier

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3697685A (en) * 1970-04-13 1972-10-10 Motorola Inc Synchronous am detector
US3760094A (en) * 1971-02-18 1973-09-18 Zenith Radio Corp Automatic fine tuning with phase-locked loop and synchronous detection
NL173342C (nl) * 1973-08-03 1984-06-18 Philips Nv Televisieontvanger met een automatische afstemcorrectieschakeling.
JPS5058623U (nl) * 1974-04-09 1975-05-31
JPS5318912A (en) * 1976-08-05 1978-02-21 Hitachi Ltd Signal reception circuit of television receiver
NL7613946A (nl) * 1976-12-16 1978-06-20 Philips Nv Televisieontvanger met een demodulatorschakeling voor het demoduleren van een op een draaggolf ge- moduleerd televisiesignaal.
DE2657869C3 (de) * 1976-12-21 1979-12-13 Norddeutsche Mende Rundfunk Kg, 2800 Bremen Schaltungsanordnung zum automatischen Nachstimmen eines Empfänger-Oszillators
JPS5386116A (en) * 1977-01-07 1978-07-29 Hitachi Ltd Video synchronous detector
US4091421A (en) * 1977-04-28 1978-05-23 Zenith Radio Corporation Television AFC system having complementary sound and picture carrier control effects

Also Published As

Publication number Publication date
SU1326206A3 (ru) 1987-07-23
JPS5636274A (en) 1981-04-09
AT389198B (de) 1989-10-25
DK367180A (da) 1981-03-01
NZ194799A (en) 1984-10-19
DE3032622A1 (de) 1981-03-19
NL190216C (nl) 1997-06-18
US4263611A (en) 1981-04-21
IT8024147A0 (it) 1980-08-13
FR2464610B1 (fr) 1986-01-17
FR2464610A1 (fr) 1981-03-06
SG87184G (en) 1985-06-07
DE3032622C2 (de) 1983-09-29
SE8005897L (sv) 1981-03-01
FI802659A (fi) 1981-03-01
ATA438980A (de) 1989-03-15
JPH0413912B2 (nl) 1992-03-11
MY8500731A (en) 1985-12-31
GB2059700B (en) 1983-06-02
BE884972A (fr) 1980-12-16
GB2059700A (en) 1981-04-23
CA1147453A (en) 1983-05-31
PT71720A (en) 1980-09-01
ES494570A0 (es) 1981-04-01
SE447779B (sv) 1986-12-08
PT71720B (en) 1981-06-25
IT1132559B (it) 1986-07-02
FI70356C (fi) 1986-09-15
AU6168480A (en) 1981-03-05
NL190216B (nl) 1993-07-01
AU530505B2 (en) 1983-07-21
KR840000112B1 (ko) 1984-02-11
DK159236C (da) 1991-03-11
DK159236B (da) 1990-09-17
ES8104696A1 (es) 1981-04-01
FI70356B (fi) 1986-02-28
HK8485A (en) 1985-02-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR920002046B1 (ko) 수신장치
NL8004885A (nl) Stelsel voor het verwerken van televisiesignalen.
US4945313A (en) Synchronous demodulator having automatically tuned band-pass filter
US3787612A (en) Signal processing system for television receiver having acoustic surface wave devices for improved tuning and video demodulation
CA1130917A (en) Television receiver
US3872497A (en) Signal translating apparatus for composite signal subject to jitter
KR890000018B1 (ko) 텔레비젼 자동 피부색 교정 시스템용 여파기 및 위상 변이 회로
US3742130A (en) Television receiver incorporating synchronous detection
CA1038076A (en) Noise compensation in a t.v. receiver
US4207590A (en) Combined phase shift filter network in a color video signal processing system employing dynamic flesh tone control
CA1233559A (en) Quasi-parallel television if suitable for stereo sound reception
US4163196A (en) Demodulating apparatus with phase shift compensation
CA1101987A (en) Synchronous detector particularly adapted for a video if signal
USRE31326E (en) Signal translating apparatus for composite signal subject to jitter
US4366498A (en) I.F. Response control system for a television receiver
McGinn An advanced IF amplifier and AFT system suitable for HDTV
US5648823A (en) Circuit configuration for intermediate frequency demodulation and device for video signal processing including the circuit
US4387398A (en) Television video signal detector
US3673319A (en) Video compensation circuit for emphasized-carrier detector
KR850000272Y1 (ko) 텔레비젼 수상기
JPS6123849Y2 (nl)
US3676582A (en) Emphasized carrier circuit with integral afc operation
US4547805A (en) Television AFC system usable with offset carrier frequencies
KR830000899B1 (ko) 주파수 트랙킹회로
KR810001255B1 (ko) 복조회로

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: RCA LICENSING CORPORATION

R1B Notice of opposition during period of laying open
NP1G Patent granted (not automatically) [patent specification modified]
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20000828