NL8001757A - Sluiting voor twee vleugels omvattende deuren. - Google Patents

Description

4 .....

& 4£. ^ -1- 21246/CV/tl

Aanvrager: Scovill Sicherheitseinrichtungen GmbH, te Velbert,

Bondrepubliek Duitsland.

Korte Aanduiding: Sluiting voor twee vleugels omvattende deuren.

5 '

De uitvinding heeft betrekking op een sluiting voor twee vleugels omvattende deuren met een aan de doorloopvleugel aangebracht valgren-delslot en een aan de standvleugel aangebracht spanjoletslot zonder paniekfunctie met althans een spanjoletstang en een daardoor te verstel-10 len grendelorgaan,dat in de ingeschoven openingsstand van de spanjolet” stang het uitsluiten van de slotgrendel en in de ingeschoven vergrendel-stand van de spanjoletstang bij uitgesloten slotgrendel door het achter-grijpen daarvan het inschuiven van de spanjoletstang blokkeert. Sluitingen voor twee vleugels omvattende deuren van bovengenoemde soort zijn bij-15 voorbeeld uit de Duitse octrooiaanvrage 2.611.359 bekend. Het gaat daarbij om deuren,waarbij in het algemeen slechts de doorloopvleugel voor het doorlopen wordt geopend terwijl daarentegen de standvleugel slechts zo nu en dan behoeft te worden geopend,zoals bijvoorbeeld voor het doorlaten van grotere voorwerpen, bijvoorbeeld wagens,of in bedrijf- of 20 bureaugebouwen bij de piektijden in het verkeer om meerdere personen gelijktijdig het passeren van de deur mogelijk te maken. Het aan de standvleugel aangebrachte spanjoletslot behoeft daartoe geen naar de doorloopvleugel overgrijpende paniekfunctie te bezitten. Het spanjoletslot stelt echter met zijn door de spanjoletstang te verstellen grendelorgaan veilig, 25 dat de doorloopvleugel steeds voor de standvleugel te openen is,aangezien bij een op de juiste wijze vergrendelde standvleugel het grendelorgaan achter de uit- resp. voorgesloten grendel van het slot van de doorloopvleugel grijpt en daardoor een voorafgaand ontgrendelen van het spanjoletslot verhindert. Anderzijds kan de slotgrendel slechts uit- resp. voorge-30 sloten worden indien van tevoren het spanjoletslot resp. de spanjoletstang daarvan in zijn uitgeschoven vergrendelstand is gebracht waarin het buitenste einde van de spanjoletstang in overeenkomende vergrendelingsin-grijping met een aan het kozijn van de deur of de bodem aanwezige sluit-opening geraakt. Bij de bekende sluiting van bovengenoemde soort is het 35 grendelorgaan uitgevoerd als een in het inwendige van het spanjoletslot ondêrgebrachte zwenkhefboom, welke zich uitstrekt door een uitsparing in 800 1 7 57 -2- 21246/CV/tl de spanjoletstang en door deze stang bij de verstelling daarvan wordt verzwenkt. Deze uitvoering van een zwenkhefboom van het grendelorgaan en zijn aandrijfkoppeling met de spanjoletstang zijn echter in zoverre nadelig,aangezien zij een overeenkomstige plaatsbehoefte ,en montagekosten 5 bepalen en daarenboven de spanjoletstang op de hierboven genoemde kop-pelingsplaats verzwakken en hier ook een dienovereenkomstige wrijvings-slijtage opwekken. Verder is het bij deze bekende sluiting bijzonder nadelig,dat bij .gesloten en niet vergrendelde-doorloopvleugel door het—- - dan mogelijk bedienen van het spanjoletslot en openen, van de standvleu-10 gel de aan het slot van de doorloopvleugel aanwezige val en de sluitgat-opening daarvan,die aanwezig is in de aan de zijde van de standvleugel gelegen uitsparing beschadigd of zodanig verbogen of vernieuwd kunnen worden,dat een op de juiste wijze opnieuw sluiten van de beide deurvleugels niet meer mogelijk is.

15 Met de uitvinding wordt dan ook beoogd een sluiting van bovenge noemde soort te verkrijgen,welke de hierboven genoemde nadelen niet bezit,veel meer met betrekking tot het met de slotgrendel samenwerkende grendelorgaan eenvoudiger en solider uitgevoerd is en in het bijzonder ook beschadigingen van de slotval en van het sluitgat in de sponning 20 van de standvleugel bij niet vergrendelde doorloopvleugel en het dan mogelijki openen van de standvleugel met veiligheid verhindert.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het grendelorgaan is uitgevoerd als op de spanjoletstang bevestigde grendelnok en met de grendelnok een valinschuiforgaan verbonden is,dat een de slotval 25 bij het inschuiven van de spanjoletstang in de geopende stand drukkende oploopschuinte bezit.

De op de spanjoletstang star te bevestigen grendelnok is plaatsbesparend en gemakkelijk te monteren,zonder dat het daarbij tot een verzwakking van de spanjoletstang moet komen. Tegelijkertijd stelt het met 30 de spanjoletstang verbonden valinschuiforgaan veilig,dat de slotval bij ingeschoven spanjoletstang in ieder geval in zijn ingeschoven geopende stand wordt gehouden,zodat de aan de zijde van de doorloopvleugel niet vergrendelde deur ook aan de zijde van de standvleugel eerst kan worden geopend,zonder dat daarbij de val of de opening van het sluitgat in de 35 sponning van de standvleugel beschadigd worden.

800 1 7 57 ... ' δ · Λ -3- 21246/CV/tl

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is het valinschuif-orgaan nokvormig uitgevoerd en tesamen met de grendelnok op een gemeenschappelijke grendelbeugel aangebracht,welke aan de spanjoletstang te bevestigen is. Dit geeft een aanzienlijke vereenvoudiging van de montage, 5 daar het valinschuiforgaan en de grendelnok van tevoren op de grendelbeugel in de juiste voor de slotval en grendel overeenkomstige afstand van elkaar op de gradelbeugel liggen en zodoende desbetreffende instellingen tussen het valinschuiforgaan en de grendelnok vervallen en de daarmede uitgeruste grendelbeugel als op zich zelfstandige bouweenheid slechts 10 nog op de juiste plaats aan de spanjoletstang moet worden bevestigd.

Doelmatig bestaat de grendelbeugel uit een meervoudig omgebogen gestanste plaat ,welke een aaparallel aan de spanjoletstang en rechtlijnig verlopende en bevestigingsmiddelen dragende middenrug en daaraan aangevormde,althans in hoofdzaak U-vormig afgebogen einden bezit,welke 15 het valinschuiforgaan en de grendelnok vormen. In deze uitvoeringsvorm kan de grendelbeugel rechtstreeks op het in het inwendige van het span-joletslot gelegen,bijvoorbeeld tandstangvormig uitgevoerde en afgebogen einde van de spanjoletstang bevestigd worden.

Nog doelmatiger is het echter ,in het bijzonder voor de val,dat het 20 spanjoletslot hoger dan het slot van de doorloopvleugel wordt aangebracht, de grendelbeugel met een zich door het buitenste overeenkomstig verlengde been van zijn U-vormig afgebogen einde uitstrekkende en daarmede verbonden bevestigingsbuis uit te rusten,die op de spanjoletstang opschuifbaar en daaraan te bevestigen is. Bij voorkeur ligt daarbij de middenrug van 25 de grendelbeugel vlak tegen de bevestigingsbuis en is daarmede vast verbonden. De bevestiging vindt bij voorkeur plaats via twee in de middenrug en de bevestigingsbuis van de grendelbeugel aanwezige schroefdraadstiften, waarvan de ene als tegen de spanjoletstang te drukken klemstift en de andere als in een boring van de spanjoletstang ingrijpende borgstift is uit-30 gevoerd. Door de klemstift kan eerst de grendelbeugel in zijn met betrekking tot de slotval en de slotgrendel uitgerichte stand op de spanjoletstang gebloHeeid en dan in de spanjoletstang gemakkelijk de boring voor de daarna in te schroeven borgstift worden gevormd.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 35 van een tweetal in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.

800 1 7 57 -4- 21246/CV/tl

Fig. 1 toont gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede een sluiting voor een twee vleugels omvattende deur met ten opzichte van het slot van de doorloopvleugel naar boven verplaatste opstelling van het aan de zijde van de standvleugel gelegen spanjoletslot.

5 Fig. 2 toont een sluiting voor een twee vleugels omvattende deur waarbij het slot voor de doorloopvleugel en het aan de zijde van de standvleugel gelegen spanjoletslot op dezelfde hoogte zijn opgesteld.

De in fig.l afgebeelde sluiting voor een twee vleugels omvattende deur bestaat althans in hoofdzaak uit een in een overeenkomstige insteek-10 uitsparing 1 in de doorloopvleugel geplaatst valgrendelslot 2 en de daarboven in een overeenkomstige uitsparing 3 in de standvleugel geplaatst spanjoletslot 4 met de de beide door de slotwartel 5 in tegengestelde richting te verstellen spanjoletstangen 6 en 7. Hiertoe zijn de spanjo-letstangen aan hun binnenste in het inwendige 4' van het spanjoletslot 15 stekende einden 6' resp.7' in de vorm van tandheugels uitgevoerd,welke tandheugelvormige delen in voortdurende ingrijping zijn met de aan de omtrek op overeenkomstige wijze vertande slotwartel 5,welke door een ingezette deurknop, zwenkbeugel of dergelijke kan worden bediend.

Het spanjoletslot 4 bezit geen naar het slot 2 van de doorloopvleu-20 gel overgrijpende paniekfunctie en maakt dus zelf geen terugsluiten van de in het slot 2 van de doorloopvleugel aanwezige slotgrendel 8 mogelijk. De slotgrendel 8 en de val'9 in het slot 2 van de doorloopvleugel zijn van bekende uitvoering en op gebruikelijke wijze door een in het sleutelgat 10 in te brengen sleutel resp. een in de deurknopwartel 11 ingestoken 25 deurknop te bedienen.

Ter hoogte van het slot 2 van de doorloopvleugel is in de standvleugel een verdere uitsparing 12 aangebracht,welke aan de eindzijde is afgedekt door een randrail 13,waarin zich de sluitgatopeningen 14 en 15 voor de slotval 9 en de slotgrendel 8 bevinden. Binnen deze uitsparing 30 12 is op de onderste spanjoletstang 7 een grendelbeugel 16 bevestigd.

De grendelbeugel 16 bestaat uit een meervoudig afgebogen gestanste plaat, welke een evenwijdig aan de spanjoletstang 7 rechtlijnig verlopende bin-nenrug 17 en daaraan aangevormde,althans in hoofdzaak U-vormig afgebogen einden 18 en 19 bezit. Het bovenste met een oploopschuinte 18* voorziene 35 einde 18 vormt het valinschuiforgaan,terwijl/>ondereinde 19 de grendel-nok vormt. Verder is de grendelbeugel 16 nog voorzien van een op de span- 800 1 7 57 -5- 21246/CV/tl joleb tang 7 op te schuiven bevestigingsbuis 20,welke door puntlassen 21 met de daarop vlak opliggende middenrug 17 verbonden is en met zijn einden 20', 20" zich uitstrekt door de buitenste overeenkomstig verlengde benen 18" resp. 191 van de U-vormig afgebogen einden 18 resp.19 van 5 de grendelbeugel 16 en daarmede verbonden is,bijvoorbeeld door eenvoudig omkralen van de einden 20',20" van de bevestigingsbuis. Om het opschuiven van de grendelbeugel 16 op de bevestigingsbuis 20 te Vergemakkelijken is de laatstgenoemde aan zijn ondereinde 20" voorzien van èen insnoering, welke door het in het buitenste been 19' aanwezige gat tot aan een aan-10 slagschouder 20"' ingeschoven kan worden,opdat dan ook het boveneinde 20' van de bevestigingsbuis 20 in de in het been 18" aanwezige boring ingestoken en daarna het omkralen van beide buiseinden 20', 20" uitgevoerd kan worden.

De bevestiging van de grendelbeugel 16 met zijn bevestigingsbuis 20 15 op de spanjoletstang 7 vindt plaats met behulp van beide schroefdraadstiften 24 en 25 op de hieronder beschreven wijze:

Eerst wordt de grendelbeugel 16 in de met betrekking tot de slotval 9 en de slotgrendel 8 uitgerichte stand geborgd op de spanjoletstang 7 met behulp van de klemschroef 24. Dan wordt bij uitgedraaide schroefdraad-20 stift 25 door het schroefdraadgat daarvan een boring 7" in de spanjoletstang gevormd en dan de met een overeenkomstig stiftaanzetstuk 25' uitgeruste borgstiftschroef 25 ingedraaid,waardoor een perfecte axiale borging van de grendelbeugel 16 op de spanjoletstang wordt verkregen.

In de in fig.l afgebeelde stand bevinden zich de spanjoletstangen 25 6 en 7 van het spanjoletslot 4 in hun uitgeschoven stand waarin hun bui teneinden 6" resp.7"' in de aan het bovenste deurkozijn en aan de grond aanwezige sluitgaten steken,waardoor dus de standvleugel op de juiste wijze wordt vergrendeld. In deze stand ligt de grendelnok 19 onder de slotgrendel 8,waardoor in diens uitgeschoven,met stippellijnen weergege-30 ven stand de onderste spanjoletstang 7 en daarmede ook het gehele spanjoletslot 4 geblokkeerd wordt en de standvleugel dus op de juiste wijze vergrendeld blijft. Voor het openen van de deur moet dan ook in ieder geval eerst de slotgrendel 8 worden ingesloten. Dan kan de doorloopvleugel op gebruikelijke, wijze door het in werking stellen van de slotval 9 wor-35 den geopend. In deze stand is echter ook een openen van het spanjoletslot resp. de standvleugel mogelijk. Daardoor worden de spanjoletstangen door 800 1 7 57 -6- 21246/CV/tl overeenkomstig bedienen van de spanjoletwartel 5 in hun ingeschoven stand gebrachtjwaarbij de aan het valinschuiforgaan 18 aanwezige oploopschuinte 18' de slotval 9 in zijn geopende stand terug drukt,zodat de standvleugel en daardoor ook de doorgaande vleugel geopend kunnen worden zonder dat 5 daarbij de val 9 en de randrail 13' in de nabijheid van de slotgatopening 14 worden beschadigd. In de ingeschoven stand van de onderste spanjoletstang 7 ligt de grendelnok 19 ter hoogte van de slotgrendel 8,zodat laatstgenoemde dan niet in de sluitgatopening 15 kan in bewegen. Daardoor wordt de gebruiker van de deur aangegeven,dat de standvleugel nog niet op de 10 juiste wijze is vergrendeld. Veeleer moet voor het afsluiten van het slot van de doorgaande vleugel het spanjoletslot eerst in ieder geval in zijn juiste vergrendelde stand worden gebracht.

De in fig.2 afgebeelde deursluiting is in principe van de gelijke uitvoering en werking als de in fig.l afgebeelde sluiting. Overeenkomstige 15 onderdelen zijn dan ook in beide figuren met dezelfde vervijzingscijfers aangeduid. Een verschil is hier echter dat het spanjoletslot 4 in de uitsparing 12 in de standvleugel op dezelfde hoogte is aangebracht als het slot 2 van de doorloopvleugel. Daarom is hier ook de grendelbeugel 16 met het valinschuiforgaan 18 en de grendelnok 19 in het inwendige 4' van het 20 spanjoletslot ondergebracht. De grendelbeugel 16 is hier rechtstreeks op het als een tandheugel uitgevoerde en afgebogen einde 71 van de onderste spanjoletstang 7 bevestigd en wel enerzijds door de tussen zijn midden-rug 17 en de spanjoletstang 7 aanwezige puntlassen en anderzijds door een klinkverbinding 23 tussen het einde 7* van de spanjoletstang en het 25 overeenkomstig verlengde been 18" van de grendelbeugel.

Binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding zijn nog verdere uitvoeringsmogelijkheden denkbaar. Zo kan bijvoorbeeld voor het geval Tan de even hoge opstelling van het spanjoletslot en het valgrendel-slot volgens fig.2 in plaats van de hier aanwezige grendelbeugel 6 het 30 valinschuiforgaan ook uit een in het inwendige van het spanjoletslot ver-zwenkbaar gelegerde hefboom bestaan, welke met het hier gelegen op de wijze van een tandheugel uitgevoerde en afgebogen einde 7’ van de spanjoletstang 7 bijvoorbeeld via een in een meeneemsleuf ingrijpende meeneem-stift scharnierend verbonden is,terwijl de grendelnok 19 daarvan onafhan-35 kelijk op de grendelstang 7 is bevestigd. Daardoor wijzigt zich in principe niets aan de werking van de in fig.2 afgebeelde sluiting oschoon het 800 1 7 57 -7- 21246/CV/tl zittende star uitgevoerde op de grendelbeugel 16 / valinschuiforgaan 18 daarvan constructief voordeliger dan een afzonderlijke zwenkhefboom is.

800 1 7 57

Claims (8)

1. Sluiting voor twee vleugels omvattende deuren met een aan de door-loopvleugel aangebracht valgrendelslot en een aan de standvleugel aangebracht spanjoletslot zonder paniekfunctie met althans een spanjolet-stang en een daardoor te verstellen grendelorgaan,dat in de ingeschoven 5 geopende stand van de spanjoletstang het uitsluiten van de slotgrendel en in de ingeschoven vergrendelingsstand de spanjoletstang bij uitgesloten slotgrendel door het achtergrijpen daarvan het inschuiven van de spanjoletstang blokkeert;met het kenmerk,dat het grendelorgaan is uitgevoerd als op de spanjoletstang (7) bevestigde grendelnok (19) en met laatstge-10 noemde (7) een valinschuiforgaan (18) is verbonden,welke een de slotval (9) bij het naar binnen bewegen van de spanjoletstang (7) in de geopende stand drukkende oploopschuinte (18') bezit.

2. Sluiting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat het valinschuiforgaan (18) nokvormig uitgevoerd en tesamen met de grendelnok (19) is aan- 15 gebracht op een gemeenschappelijke grendelbeugel (16),welke aan de spanjoletstang (7) te bevestigen is.

3. Sluiting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de grendelbeugel (16) uit een meervoudig afgebogen gestanste plaat bestaat,welke een asparallel aan de spanjoletstang (7) rechtlijnig verlopende en be- 20 vestigingsmiddelen dragende middenrug (17) en daaraan aangevormde,althans in hoofdzaak U-vormig afgebogen einden (18,19), die het valinschuif-orgaan en de grendelnok vormen,bezit.

4. Sluiting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de grendelbeugel (16) is voorzien van een zich door de buitenste over- 25 eenkomstig verlengde benen (18", 19') van zijn U-vormig afgebogen einden (18,19) uitstrekkende en daarmee verbonden bevestigingsbuis (20),welke op de spanjoletstang (7) opschuifbaar en daaraan te bevestigen is.

5. Sluiting volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat de middenrug (17) van de grendelbeugel (16) vlak tegen de bevestigingsbuis (20) ligt en 30 vast daarmede verbonden is.

6. Sluiting volgens conclusie 5, met het kenmerk,dat in de middenrug (17) en de bevestigingsbuis (20) twee schroefdraadstiften (24,25) zijn aangebracht,waarvan de ene als tegen de spanjoletstang (7) drukkende klemstift (24) en de andere als in een boring (7") van de spanjoletstang 35 (24) ingrijpende borgstift (25) is uitgevoerd.

7. Sluiting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat 80 0 1 7 57 -9- 21246/CV/tl •Sr ^ de grendelbeugel (16) rechtstreeks bevestigd is op het in het inwendige (4’) van het spanjoletslot gelegen, in de vorm van een tandheugel uitgevoerde en afgebogen einde (7') van de spanjoletstang (7).

8. Sluiting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat 5 het valinschuiforgaan wordt gevormd door een in het inwendige (4') van het spanjoletslot verzwenkbaar gelegerde hefboom,welke met het hier gelegen in de vorm van een tandheugel uitgevoerde en afgebogen einde (7') van de spanjoletstang (7) scharnierend verbonden is.· · 10 800 1 7 57