NL7903273A - Inrichting voor het lanceren van opeenvolgende inslagdraadlengten bij een spoelloze weefmachine. - Google Patents

Description

« *"Δ W 947- : * Rüti-te Strake Β.V. te Deume

Inrichting voor het lanceren van opeenvolgende inslagdraadlengten bij een spoelloze weefmachine

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het lanceren van opeenvolgende inslagdraadlengten bij een spoelloze weefmachine , voorzien van twee of meer aan een zijde van de weefmachine, tegenover het betreffende einde van het weefvak opgestelde blaasmond-5 stukken, die elk met een inslaggarenvoorraad samenwerken en zodanig beweegbaar zijn opgesteld, dat zij na elkaar in een werkzame lanceerstand ten opzichte van het weefvak kunnen worden gebracht.

Het toepassen van meerdere inslagblaasmondstukken, die afwisselend inslagdraadlengten, afkomstig van verschillende inslaggaren-10 voorraden in het weefvak brengen, is bekend. Het oogmerk is daarbij ofwel het volgens een bepaald/Lnêrengen van inslagdraden van verschillende aard (bijvoorbeeld kleur), dan wel te voorkomen, dat geringe verschillen tussen voorraden van eenzelfde inslaggarensoort in het doek zichtbaar worden. In het laatste geval worden de inslaggarenvoorraden dus als het 15 ware "gemengd".

Bij de tot nu toe voor dit doel toegepaste inrichtingen zijn de afzonderlijke blaasmondstukken zo gemonteerd, dat zij door translatie-bewegingen in en uit hun werkzame lanceerstand moeten worden gebracht.

Vooral bij de steeds hoger wordende toerentallen van moderne pneumatische 20 weefmachines vormen dergelijke translatiebewegingen een groot bezwaar, daar betrekkelijk grote massa's in zeer korte perioden tijdens de opeenvolgende weefcycli moeten worden versneld en vertraagd.

Dit geldt in het bijzonder, wanneer het gaat om een inslag-lanceerinrichting, die op de rietbalk moet worden gemonteerd en 25 die dus bovendien aan de bewegingen van het riet deelneemt.

Volgens de uitvinding wordt aan dit bezwaar tegemoet gekomen, doordat de blaasmondstukken, met de uitstroomopeningen dicht bij elkaar gelegen, tezamen om een vast punt zwenkbaar zijn gemonteerd.

Bij deze wijze van monteren van de individuele blaasmondstukken 30 kunnen zonder moeilijkheden snelle verplaatsingen van deze mondstukken tussen de onwerkzame en werkzame inslagposities daarvan worden bereikt.

Het zwenken van de gezamenlijke blaasmondstukken kan voorts met behulp van een eenvoudig stuurmechanisme geschieden. Hierdoor is het -2- 7903273 Λ- 2 g ook mogelijk, de gezamenlijke blaasmondstukken op de snel heen en weer beweegbare rietbalk te monteren zonder dat dit een ingewikkelde technische constructie voor de besturing van de blaasmondstukken tot gevolg zou hebben, zoals dit wel bij een translatiebeweging van de blaasmondstukken 5 het geval zou zijn.

Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een bekend type blaas-mondstuk, bestaande uit een van inlaatopeningen voor de draad respectievelijk voor het transportmedium voorzien lichaam en een daarop aansluitende, de draad en het deze omhullende transportmedium geleidende mengbuis.

10 Volgens een verder kenmerk van de uitvinding bevindt zich het zwenkpunt dan tussen de lichamen van de blaasmondstukken, terwijl het stuurelement voor de zwenkbeweging aangrijpt op de gezamenlijke mengbuizen, en wel op een plaats, die tussen de mondstuklichamen en de uitstroomeinden van de mengbuizen is gelegen.

15 In een bijzondere uitvoeringsvorm, waarin meer dan twee blaas mondstukken tot een blók zijn verenigd, is het blaasmondstukblok om twee onderling loodrechte assen zwenkbaar gemonteerd. Het blaasmondstukblok is hierbij dus universeel rond het zwenkpunt beweegbaar.

Opgemerkt wordt dat uit de ter inzage gelegde Nederlandse 20 octrooiaanvrage 7100266 een kleurenwisselmechanisme voor een pneumatische weefmachine bekend is, waarbij een geleidingsblok met vier, elk met een inslaggarenvoorraad samenwerkende kanalen om een as zwenkbaar ten opzichte van een inslagblaasmondstuk is gemonteerd, zodanig, dat de geleidings-kanalen naar keuze in een werkzame stand ten opzichte van het inlaateinde 25 van het inslagblaasmondstuk kunnen worden gebracht.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een tweetal uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.

Fig. 1 is een aanzicht van een gedeelte van een rietbalk met een daarop zwenkbaar gemonteerd samenstel van twee blaasmondstukken en 30 fig. 2 toont op schematische wijze een aanzicht in perspectief van een blok van vier blaasmondstukken, dat om twee onderling loodrechte assen zwenkbaar is gemonteerd.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 zijn twee blaasmondstukken 1 toegepast, welke van een op zichzelf bekend type zijn, bestaande uit een 35 mondstuklichaam 2 en een daarop aansluitende langgerekte mengbuis 3. Deze blaasmondstukken zijn bevestigd op een schommelstuk 4, dat om een as 5 -3- 7903273 3 ' -4 s zwenkbaar is gemonteerd op een hulpstuk 6. Met dit hulpstuk 6 is het samenstel van blaasmondstukken bevestigd op de met 7 aangegeven rietbalk.

Zoals de tekening laat zien nemen de mondstuklichamen 2, vanaf het vrije einde van de mengbuis 3 gezien, een enigszins divergerende 5 stand ten opzichte van elkaar in. Deze stand vergemakkelijkt het bij 8 toevoeren van het inslaggaren van de met elk der blaasmondstukken samenwerkende afzonderlijke inslaggarenvoorraden, welke niet nader zijn afgebeeld.

In fig. 1 bevindt zich het mondstuksamenstel in een positie, waarin de mengbuis 3 van het bovenliggende blaasmondstuk 1 zich in de 10 werkzame positie ten opzichte van het door de gezamenlijke geprofileerde rietlamellen 9 gevormde inslagtransportkanaal bevindt. (Het riet 9 is daarbij getekend in een vlak, dat 90° ten opzichte van dat van de rest van de constructie gedraaid is.)

Het mondstuksamenstel kan vanuit de in fig. 1 weergegeven stand 15 om de as 5 in de pijlrichting p worden gezwenkt naar een positie, waarin de mengbuis 3 van het onderliggende blaasmondstuk in zijn werkzame positie ten opzichte van het riet 9 komt te staan. De eindstukken van de mengbuizen 3 lopen daarbij, in de inslagrichting gezien, een weinig uit elkaar, zodat de uitstroomeinden van beide mengbuizen in hun werkzame positie 20 gelijke standen ten opzichte van het riet innemen.

Voor het uitvoeren van de zwenkbeweging om de as 5 is een bedieningselement 10 toegepast. Dit bedieningselement bevat een blok 11, dat de beide mengbuizen 3 op een tussen de mondstuklichamen 2 en de uitstroomeinden van de mengbuizen gelegen plaats omvat, en dat door een 25 om het in de tekening weergegeven zijdelings uitstekende einde van de rietbalk 7 heen lopende beugel 1 la scharnierend is verbonden met een om een as 12 draaibare hefboom 13, die op zijn beurt scharnierend is verbonden met een stuurstang 14. De stuurstang 14 kan daarbij op een geschikte wijze, bijvoorbeeld door een stuurblok worden bediend.

30 Uit fig. 2 is te zien, dat het aantal blaasmondstukken tot meer dan twee kan worden uitgebreid, zonder dat dit tot een vergroting leidt van de afstand, waarover het mondstuksamenstel moet worden gezwenkt om elk der blaasmondstukken in een werkzame positie ten opzichte van het riet 9 te kunnen plaatsen. In de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 zijn 35 vier blaasmondstukken 1 tot een blok verenigd, waarbij elk blaasmondstuk door een bijbehorende, in de tekening niet nader weergegeven inslaggaren- -4- 7903273

Claims (6)

1. Inrichting voor het lanceren van opeenvolgende inslagdraad-lengten bij een spoelloze weefmachine, voorzien van twee of meer aan een zijde van de weefmachine, tegenover het betreffende einde van het weef- 20 vak opgestelde blaasmondstukken, die elk met een inslaggarenvoorraad samenwerken en zodanig beweegbaar zijn opgesteld, dat zij na elkaar in een werkzame lanceerstand ten opzichte van het weefvak kunnen worden gebracht, met het kenmerk, dat de blaasmonds tukken, met de uitstroomopeningen dicht bij elkaar gelegen, tezamen om een vast punt zwenkbaar zijn ge-25 monteerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vaste punt deel uitmaakt van de heen en weer beweegbare rietbalk van de weefmachine.

3. Inrichting volgens conclusies 1-2, waarbij gebruik wordt 30 gemaakt van blaasmondstukken van het type, bestaande uit een van inlaat- openingen voor de draad respectievelijk het transportmedium voorzien lichaam en een daarop aansluitende, de draad en het deze omhullende transportmedium geleidende mengbuis, met het kenmerk, dat het zwenkpunt zich tussen de lichamen van de blaasmondstukken bevindt, terwijl het 35 stuurelement voor de zwenkbeweging aangrijpt 'op de gezamenlijke mengbuizen, en wel op een plaats, die tussen de mondstuklichamen en de uitstroomeinden -5- 7903273 i < van de mengbuizen is gelegen.

4. Inrichting volgens conclusies 1-3, waarin meer dan twee blaasmondstukken tot een blok zijn verenigd, met het kenmerk, dat het blaasmondstükblok om twee onderling loodrechte assen zwenkbaar is 5 gemonteerd.

5. Inrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de lichamen van de blaasmondstukken, vanaf de uitstroomeinden van de mengbuizen gezien, een divergerende stand ten opzichte van elkaar innemen.

6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk dat de 10 einden van de mengbuizen, in de inslagrichting gezien, een weinig ten opzichte van elkaar divergeren. 7903273