NL2016218B1

NL2016218B1 - Wall assembly for spatially separating living spaces as well as a thermally interrupted column.

Info

Publication number: NL2016218B1
Application number: NL2016218A
Authority: NL
Inventors: Johannes Antonius Maria Kuppens Lucas
Original assignee: Systum B V
Priority date: 2016-02-03
Filing date: 2016-02-03
Publication date: 2017-08-11

Abstract

Wandsamenstel voor het ruimtelijk scheiden van woonruimten, omvattende twee rijen van naast elkaar geplaatste wandelementen, waarbij de achterzijde van de wandelementen van de eerste rij zijn gericht naar de achterzijde van de wandelementen van de tweede rij, en waarbij wandelementen verstijvingsmiddelen omvatten, zoals randprofileringen, voor het verstijven van naast elkaar geplaatste wandelementen.Wall assembly for spatially separating living spaces, comprising two rows of juxtaposed wall elements, the rear side of the wall elements of the first row facing the rear side of the wall elements of the second row, and wherein wall elements comprise stiffening means, such as edge profiles, for the stiffening of adjacent wall elements.

Description

Korte aanduiding: Wandsamenstel voor het ruimtelijk scheiden van woonruimten alsmede een thermisch onderbroken kolom.Brief indication: Wall assembly for spatially separating living spaces as well as a thermally interrupted column.

De onderhavige octrooiaanvraag heeft betrekking op het onderlinge verband van afzonderlijke elementen tot stabiele zelfdragende wanden en plafonds alsmede het principe van de samenstelling van de wand- en plafondelementen alsmede de meer specifieke uitwerking van deze samenstelling, waarbij de wandelementen volledig (zonder aantasting van de elementen) en eenvoudig (zonder bout- schroef of vergelijkbare verbindingselementen) kunnen worden samengevoegd tot een wand (waarna deze wand ook eenvoudig uit elkaar genomen kan worden tot de samenstellende elementen) of samenstel van wanden en plafonds en waarbij zeer vlakke wanden en plafonds verkregen kunnen worden met relatief onopvallende naden tussen de elementen. Het inbouwsysteem vindt zijn toepassing in: - binnenwanden van woningen en andere gebouwen - binnengevel c.q. voorzetwanden van in het bijzonder woningen, maar ook andere gebouwen - plafonds in gebouwen, al dan niet in combinatie met het binnenwandsysteem - tijdelijke vrij in de ruimte staande wanden ten behoeve van exposities, etc.The present patent application relates to the interrelation of individual elements to stable self-supporting walls and ceilings as well as the principle of the composition of the wall and ceiling elements as well as the more specific elaboration of this composition, wherein the wall elements are completely (without affecting the elements) and simply (without bolt screw or similar connecting elements) can be assembled into a wall (after which this wall can also be easily taken apart into the component elements) or assembly of walls and ceilings and where very flat walls and ceilings can be obtained with relatively inconspicuous seams between the elements. The built-in system finds its application in: - interior walls of homes and other buildings - interior façade or additional walls of in particular homes, but also other buildings - ceilings in buildings, whether or not in combination with the interior wall system - temporary free-standing walls in the room for exhibitions, etc.

In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een wandsamenstel voor het ruimtelijk scheiden van woonruimten, omvattende: twee rijen van naast elkaar geplaatste wandelementen, waarbij de achterzijde van de wandelementen van de eerste rij zijn gericht naar de achterzijde van de wandelementen van de tweede rij, met het kenmerk, dat elk wandelement in het wandsamenstel omvat: - een in hoofdzaak langwerpige wandplaat met een voor- en achterzijde en, - een langwerpige afstandhouder welke op de achterzijde van de in hoofdzaak langwerpige wandplaat is aangebracht, waarbij - de langwerpige afstandhouder uitstrekt tot aan de uiteinden van de achterzijde in de lengterichting van de in hoofdzaak langwerpige wandplaat, en - de langwerpige afstandhouder in hoofdzaak parallel aan de lengterichting is aangebracht, waarbij een afstand tussen de langwerpige afstandhouder en een lange zijde van de langwerpige wandplaat ten minste de helft is van de breedte van de langwerpige afstandhouder, - de langwerpige afstandhouder een van het wandelement af gericht aangrijpoppervlak omvat, waarbij de aangrijpoppervlakken van de langwerpige afstandhouders van de wandelementen in de eerste rij aangrijpen op de langwerpige wandplaten van de tweede rij, bij de lange zijden van deze langwerpige wandplaten, aan diens respectievelijke achterzijden, en waarbij het wandsamenstel verder klemmiddelen omvat voor het onderling klemmen van de wandelementen uit de eerste rij met de wandelementen van de tweede rij, en waarbij de wandelementen verstijvingsmiddelen omvatten, zoals randprofileringen, voor het verstijven van naast elkaar geplaatste wandelementen.In a first aspect, the invention provides a wall assembly for spatially separating living spaces, comprising: two rows of juxtaposed wall elements, the rear side of the wall elements of the first row facing the rear side of the wall elements of the second row, characterized in that each wall element in the wall assembly comprises: - a substantially elongated wall plate with a front and rear side, and - an elongated spacer which is arranged on the rear side of the substantially elongated wall plate, wherein - the elongated spacer extends to at the rear ends in the longitudinal direction of the substantially elongated wall plate, and - the elongated spacer is arranged substantially parallel to the longitudinal direction, wherein a distance between the elongated spacer and a long side of the elongated wall plate is at least half of the width of the elongated spacer, - the elongate said spacer comprises an engagement surface facing away from the wall element, wherein the engagement surfaces of the elongated spacers of the wall elements in the first row engage on the elongated wall plates of the second row, at the long sides of these elongated wall plates, on their respective rear sides, and wherein the wall assembly further comprises clamping means for mutually clamping the wall elements from the first row with the wall elements from the second row, and wherein the wall elements comprise stiffening means, such as edge profiles, for stiffening wall elements placed next to each other.

Het voordeel van de onderhavige uitvinding is dat een wandsamenstel wordt verschaft welke modulair is opgebouwd en op een eenvoudige manier zowel kan worden neergezet als afgebroken.The advantage of the present invention is that a wall assembly is provided which is modular in construction and can be put down and taken down in a simple manner.

Nadat het wandsamenstel is afgebroken kunnen de verschillende wandplaten ook worden hergebruikt. Dit biedt dus ook een positieve milieu aspecten.After the wall assembly has been broken down, the various wall plates can also be reused. This therefore also offers positive environmental aspects.

In een voorbeeld, omvat elke afstandhouder een aangrijpmiddel voor aangrijping op een vloer of een plafond.In one example, each spacer comprises an engaging means for engaging a floor or ceiling.

Dit heeft als voordeel dat het wandsamenstel stevig gemonteerd kan worden in een gebouw.This has the advantage that the wall assembly can be mounted securely in a building.

In een specifiek voorbeeld zijn de uiteinden van de wandplaten langs de lange zijden voorzien zijn van randprofileringen zodanig dat de wandplaten in elkaar kunnen worden geschoven.In a specific example, the ends of the wall plates are provided along the long sides with edge profiles such that the wall plates can be pushed into each other.

Dit houdt in dat de randprofilering aan de ene lange zijde een complimenterend geheel vormt met de randprofilering aan de andere lange zijde van de wandplaten. De randprofilering kan bijvoorbeeld een verjonging zijn of iets dergelijks.This means that the edge profiling on one long side forms a complimenting whole with the edge profiling on the other long side of the wall plates. The edge profiling can, for example, be a rejuvenation or the like.

In een alternatief voorbeeld omvat het wandsamenstel strips aangebracht aan de achterzijden van de wandplaten, waarbij de strips tot voorbij de uiteinden van de lange zijden van de wandplaten uitstrekken zodanig dat de wandplaten tegen elkaar kunnen worden geschoven.In an alternative example, the wall assembly comprises strips arranged on the rear sides of the wall plates, wherein the strips extend beyond the ends of the long sides of the wall plates such that the wall plates can be pushed against each other.

Deze vorm is dus als het ware een alternatieve vorm voor de randprofilering zoals hierboven besproken.This shape is, as it were, an alternative form for the edge profiling as discussed above.

In een ander uitvoeringsvoorbeeld voorziet de uitvinding in een enkelvoudig scheidingssamenstel voor plaatsing tegen een plafond of een buitenconstructie, waarbij het scheidingssamenstel omvat: één rij van naast elkaar geplaatste scheidingselementen met het kenmerk, dat elk scheidingselement in het scheidingssamenstel omvat; - een in hoofdzaak langwerpige plaat met een voor- en achterzijde en, - een langwerpige afstandhouder welke op de achterzijde van de in hoofdzaak langwerpige plaat is aangebracht, waarbij - de langwerpige afstandhouder uitstrekt tot aan de uiteinden van de achterzijde in de lengterichting van de in hoofdzaak langwerpige plaat, en - de langwerpige afstandhouder in hoofdzaak parallel aan de lengterichting is aangebracht, waarbij een afstand tussen de langwerpige afstandhouder en een lange zijde van de langwerpige plaat ten minste de helft is van de breedte van de langwerpige afstandhouder, - de langwerpige afstandhouder een van het scheidingselement af gericht aangrijpoppervlak omvat, waarbij de aangrijpoppervlakken van de langwerpige afstandhouders van de scheidingselementen in de rij aangrijpen op de buitenconstructie, het plafond of op koppelstukken aanwezig op uiteinden van de afstandhouders, en waarbij de scheidingselementen verstijvingsmiddelen omvatten, zoals randprofileringen, voor het verstijven van naast elkaar geplaatste scheidingselementen.In another exemplary embodiment, the invention provides a single separation assembly for placement against a ceiling or an outer structure, the separation assembly comprising: one row of juxtaposed separation elements, characterized in that each separation element comprises in the separation assembly; - a substantially elongated plate with a front and rear side, and - an elongated spacer which is arranged on the rear side of the substantially elongated plate, wherein - the elongated spacer extends to the ends of the rear side in the longitudinal direction of the substantially elongated plate, and - the elongated spacer is arranged substantially parallel to the longitudinal direction, wherein a distance between the elongated spacer and a long side of the elongated plate is at least half the width of the elongated spacer, - the elongated spacer comprises an engagement surface facing away from the separating element, wherein the engaging surfaces of the elongated spacers of the separating elements in the row engage on the outer construction, the ceiling or coupling pieces present at ends of the spacers, and wherein the separating elements comprise stiffening means, such as edge profiles, vo or the stiffening of juxtaposed dividing elements.

Het verschil tussen een enkelvoudig scheidingssamenstel voor gebruik als wand en het wandsamenstel, is dat ter plaatse van de aansluiting aan de langszijden van de platen, aan de achterzijde daarvan, voorzien moet zijn in een stijl, in het geval van een enkelvoudige scheidingssamenstel, ter compensatie van het ontbreken van de afstandhouder die aanwezig is op de tweede rij van wandplaten in het geval van een wandsamenstel.The difference between a single partition assembly for use as a wall and the wall assembly is that at the location of the connection on the longitudinal sides of the plates, at the rear thereof, a post must be provided, in the case of a single partition assembly, for compensation of the absence of the spacer present on the second row of wall plates in the case of a wall assembly.

Het verschil tussen een enkelvoudig scheidingssamenstel welke gebruikt wordt als plafond en het wandsamenstel is dat de bovengenoemde afstandhouder niet gecompenseerd hoeft te worden. Er zal geen druk in opwaartse richting worden uitgevoerd. De zwaartekracht zorgt ervoor dat de wandplaten alleen in neerwaartse richting willen ontwikkelen. De druk is dus neerwaarts gericht.The difference between a single partition assembly used as a ceiling and the wall assembly is that the aforementioned spacer does not have to be compensated. No upward pressure will be applied. The force of gravity ensures that the wall plates only want to develop in a downward direction. The pressure is therefore directed downwards.

Een wand wordt samengevoegd uit met elkaar constructief samenwerkende wandelementen, die op hun beurt samengesteld zijn uit de volgende principeonderdelen: 1. Plaatmateriaal (dit kunnen diverse materialen zijn .variërend van houtachtige of vezelachtige platen, gipsachtige platen, cementgebonden platen, metaalplaten, kunststof platen of sandwichplaten) dat de visuele en fysieke wandafscheiding vormt van een zijde van de wand. Het plaatmateriaal heeft de (verdiepings-) hoogte van de gewenste wand, de (modulaire) breedte, die aanmerkelijk kleiner is dan de hoogtemaat en de plaatdikte is aanmerkelijk geringer dan de gewenste wanddikte. 2. Lineaire afstandhouder: deze afstandhouder (lineair profiel) wordt vooraf (voordat de wandelementen worden gemonteerd tot een wand) bevestigd (dit kan met verschillende verbindingstechnieken) op enige afstand van één van de lange zijden aan de achterzijde van de plaat over (vrijwel) de gehele lengte plaat ; De afstandhouder heeft tevens een constructieve functie of kan deze hebben. De afstandhouder kan uit verschillende materialen worden vervaardigd alsook samengesteld en kan ook in verschillende vormen worden uitgevoerd. De hoogte van de afstandhouder bepaalt de inwendige maat van de holle wandconstructie, die met de wandelementen samengesteld kan worden. De constructieve functie van de afstandhouder beperkt in samengestelde (verticale) vorm het uitbuigen van wandplaat. 3. Buiten de wandplaat uitstekende strip of losse plaatjes, bevestigd aan de aan de achterzijde van de wandplaat, aan de langszijde van deze wandplaat, niet zijnde de zijde waar in de nabijheid de afstandhouder geplaatst is. In plaats van toegevoegde strip kan ook de plaat aan deze zijde voorzien zijn van een randprofilering, waarbij de achterzijde van de plaat verder doorsteekt dan de voorzijde van de wandplaat. Bij gebruikmaking van de randprofilering van de plaat als onderdeel van het wandelement wordt de langszijde van de wandplaat in de nabijheid van de afstandhouder voorzien van een randprofilering die complementair is aan het langsprofiel aan de andere langszijde van de wandplaat. De functie van de strip, plaatjes ofwel randprofilering zoals hier omschreven is, dat een wandelement in een samengestelde wand één langszijde van de wandplaat achter de opvolgende wandplaat van het samengetelde wandelement wordt geschoven. Hiermee wordt bereikt, dat het wandelement ter plaatse van de langsnaad wordt belet in het uitbuigen ten opzichte van naastgelegen wandelement. Het samenstellen van wandelementen tot een wandA wall is assembled from wall elements cooperating constructively with each other, which in turn are composed of the following principle components: 1. Sheet material (this can be various materials. Varying from woody or fibrous sheets, gypsum-like sheets, cement-bonded sheets, metal sheets, plastic sheets or sandwich plates) that form the visual and physical wall partition of one side of the wall. The plate material has the (floor) height of the desired wall, the (modular) width, which is considerably smaller than the height dimension and the plate thickness is considerably smaller than the desired wall thickness. 2. Linear spacer: this spacer (linear profile) is fixed in advance (before the wall elements are mounted to a wall) (this can be done with different joining techniques) at some distance from one of the long sides at the rear of the plate over (almost) the entire length plate; The spacer also has or may have a constructive function. The spacer can be manufactured from different materials as well as assembled and can also be made in different forms. The height of the spacer determines the internal dimension of the hollow wall construction, which can be assembled with the wall elements. The constructive function of the spacer limits the bending out of the wall plate in a composite (vertical) form. 3. Strip or loose plates protruding outside the wall plate, fixed to the rear side of the wall plate, on the longitudinal side of this wall plate, not being the side where the spacer is placed in the vicinity. Instead of an added strip, the plate can also be provided on this side with an edge profile, the rear side of the plate protruding further than the front side of the wall plate. When using the edge profile of the plate as part of the wall element, the longitudinal side of the wall plate in the vicinity of the spacer is provided with an edge profile that is complementary to the longitudinal profile on the other longitudinal side of the wall plate. The function of the strip, plates or edge profiling as described herein is that a wall element in a composite wall is slid one longitudinal side of the wall plate behind the successive wall plate of the assembled wall element. This achieves that the wall element at the location of the longitudinal seam is prevented from bending out relative to the adjacent wall element. The assembly of wall elements into a wall

Elementair voor het verkrijgen van een relatief stabiele wand samengesteld uit relatief eenvoudige wandelementen, waarvan hiervoor het principe is beschreven is de wijze waarop de wandelementen, met gebruikmaking van enkele hulpstukken ten opzichte van elkaar gepositioneerd worden. De hulpstukken dienen voor het onderling verbinden (klemmen is hiervoor de meest eenvoudige verbindingswijze) van de wandelementen aan de onderzijde en bovenzijde van de wandelementen. Aan de onderzijde van de wand kan dit een u-vormig profiel zijn, waarvan de opstaande zijden buiten de buitenste wandplaten gelegen en de inwendige maat van het profiel de dikte van de wand heeft. In plaats van een doorlopend u-profiel kan ook plaatselijk de verbinding gemaakt worden met u-vormige klemmetjes. De wandelementen kunnen ook zonder toepassing van hulpstukken aan de onderzijde bijeengehouden worden indien ter plaatse van de samen te stellen wand een verdieping van de (afwerk-)vloer gerealiseerd wordt of speciale (al dan niet modulaire) vloerelementen worden toegepast waarin een verdieping ter plaatse van de wand is aangebracht. In plaats van (aan de buitenzijde van de wand zichtbare) u-profielen of u-vormige klemmetjes kunnen als verbinding ook bijzonder gevormde elementen worden toegepast, die bij toepassing van een bijzondere vorm van de afstandhouder de verbinding in de ruimte tussen de wandplaten tot stand brengt middels verbinding van de afstandhouders van de tegenovergelegen wandelementen. Ook bestaat de mogelijkheid de wandelementen aan de onderzijde te schroeven op een profiel en/of aan de tegenover gelegen wandelementen. Evenals aan de onderzijde dienen de wandelementen aan de bovenzijde (met hulpmiddelen) worden bijeengehouden. Deze mogelijkheden kunnen onafhankelijk van elkaar gelijk of verschillend boven en onder worden toegepast. Bij het samenstellen van een wand uit beschreven wandelementen worden de wandelementen om en om (het eerste element heeft de zichtzijde van de wandplaat aan de ene zijde van de te separeren ruimte en het volgende element heeft de zichtzijde van de wandplaat aan de andere zijde van de te separeren ruimte. Belangrijk is daarbij, dat de langszijde van de wandplaat telkens aansluit op de afstandhouder van het tegenover gelegen wandelement en dat van een volgend wandelement de onderdelen genoemd onder tussen de wandplaat van het vorige wandelement aan de gelijke zijde en de afstandhouder van het tegenover gelegen wandelement geschoven wordt. Gelijktijdig met het opbouwen van de wand worden aan de onderzijde en bovenzijde, voorzover deze niet reeds vooraf zijn aangebracht, verbindingselementen aangebracht. Aldus ontstaat een wand, waarbij de naden van de langszijden van de wandelementen aan de ene zijde van de wand recht tegenover de afstandhouders van de tegenover in de wand gelegen wandelementen gelegen zijn en vice versa. De naden in de wandelementen aan de ene zijde van de wand zijn derhalve niet symmetrisch gepositioneerd ten opzichte de naden in de wandelementen aan de andere zijde van de wand. Door deze opbouw wordt de langszijde van een wandelement in verticale richting ondersteund door de afstandhouder van het tegenover gelegen wandelement en wordt het indrukken van de wandplaat ter plaatse van de langsnaad belemmerd. Door de onderlinge samenstelling van de wandelementen zoals beschreven wordt een onderling verband in de uit deze elementen samengestelde wand bereikt, die het mogelijk maakt zonder schroefverbindingen eenvoudig een wand samen te stellen, die ook weer eenvoudig uit elkaar te nemen is tot de oorspronkelijke wandelementen waaruit de wand is opgebouwd. Niet alleen ter vereenvoudiging van montage is dit een belangrijke propositie, maar ook juist voor situaties waarin schroefverbindingen vanwege geluidwerendheid, brandwerendheid of andere redenen voor de te realiseren wand ongewenst zijn. Uniforme verbinding tussen wandelementen bij hoekoplossingen en wandeinden Door voorgevormde hoekelementen (binnenhoek elementen en buitenhoek elementen) te realiseren gebaseerd op het principe wandelement, met dien verstande dat wandplaat in een (al dan niet haakse) hoek is voorgevormd kunnen alle mogelijke kruisingen in wanden worden gerealiseerd, terwijl de onderlinge verbinding van de wandelementen (als recht, hoek of eindelement) telkens op gelijke wijze plaatsvindt. Aldus kan met een beperkt aantal gelijkvormige wandelementen, te weten recht enkelvoudig wandelement (als omschreven in het basisprincipe) enkelvoudig binnenhoekwandelement enkelvoudig buitenhoekwandelement recht tweevoudig eindelement al dan niet op een volledig modulaire wijze elke voorkomende wandvorm en aansluiting gerealiseerd worden. Een hoek in een wand kan gemaakt worden met toepassing van één binnenhoekwandelement en één buitenhoekelement Een T-aansluiting van wanden kan gemaakt worden met twee binnenhoekwandelementen en één recht enkelvoudig wandelement. Een kruisvormige aansluiting kan gemaakt worden met binnenhoek wandelementen. Een deuropening of wandeinde kan gemaakt worden door toepassing van een recht tweevoudig eindelement Door het opnemen van hoekelementen op regelmatige afstanden in een samen te stellen wand wordt deze wand in zichzelf stabiel, zodat deze vrij in de ruimte gepositioneerd kan worden (dus zonder of met incidentele bevestiging aan vloer of bovenliggende constructie).Elementary for obtaining a relatively stable wall composed of relatively simple wall elements, the principle of which has been described above, is the way in which the wall elements are positioned relative to each other using a few accessories. The fittings serve to interconnect (clamping is the simplest way of connecting) of the wall elements on the bottom and top of the wall elements. On the underside of the wall this can be a U-shaped profile, the upright sides of which lie outside the outer wall plates and the internal dimension of the profile has the thickness of the wall. Instead of a continuous u-profile, the connection can also be made locally with u-shaped clamps. The wall elements can also be held together at the bottom without the use of accessories if a floor of the (finishing) floor is realized at the location of the wall to be assembled or special (modular or non-modular) floor elements are used in which a floor at the location of the wall is mounted. Instead of (u visible on the outside of the wall) u-profiles or u-shaped clamps, particularly shaped elements can be used as the connection which, when a special form of the spacer is used, establishes the connection in the space between the wall plates. by connecting the spacers of the opposite wall elements. It is also possible to screw the wall elements on the underside onto a profile and / or on the opposite wall elements. As on the underside, the wall elements must be held together at the top (with aids). These options can be used independently or mutually above and below. When assembling a wall from described wall elements, the wall elements are alternately (the first element has the viewing side of the wall plate on one side of the space to be separated and the next element has the viewing side of the wall plate on the other side of the wall). It is important here that the longitudinal side of the wall plate in each case connects to the spacer of the opposite wall element and that of a following wall element the components mentioned below between the wall plate of the previous wall element on the same side and the spacer of the wall element. Simultaneously with the construction of the wall, connecting elements are provided on the underside and top side, insofar as they are not already arranged in advance, thus creating a wall in which the seams of the longitudinal sides of the wall elements are on one side of the wall opposite the spacers of the opposite wall member located in the wall are located and vice versa. The seams in the wall elements on one side of the wall are therefore not symmetrically positioned with respect to the seams in the wall elements on the other side of the wall. Due to this construction, the longitudinal side of a wall element is supported in the vertical direction by the spacer of the opposite wall element and the depression of the wall plate at the location of the longitudinal seam is impeded. As a result of the mutual composition of the wall elements as described, a mutual relationship is achieved in the wall composed of these elements, which makes it possible to simply assemble a wall without screw connections, which wall can also be easily disassembled into the original wall elements from which the wall. This is an important proposition not only for simplifying assembly, but also for situations in which screw connections are undesirable for sound-proofing, fire-resistance or other reasons for the wall to be realized. Uniform connection between wall elements at corner solutions and wall ends By creating preformed corner elements (inner corner elements and outer corner elements) based on the wall element principle, on the understanding that wall plate is preformed in a (whether or not right-angled) corner, all possible intersections in walls can be realized , while the mutual connection of the wall elements (as a straight, corner or end element) always takes place in the same way. Thus, with a limited number of similar wall elements, namely straight single wall element (as defined in the basic principle) single inner corner wall element single outer corner wall element straight double end element, whether or not in a completely modular manner, any occurring wall shape and connection can be realized. A corner in a wall can be made using one inner corner wall element and one outer corner element. A T-connection of walls can be made with two inner corner wall elements and one straight single wall element. A cross-shaped connection can be made with inner corner wall elements. A door opening or wall end can be made by using a straight dual end element By incorporating corner elements at regular distances in a wall to be assembled, this wall becomes stable in itself, so that it can be positioned freely in the room (i.e. without or with incidental attachment to floor or superstructure).

Door deze mogelijkheid is het wandsysteem, mede vanwege de eenvoudige samenvoegbaarheid uit elementen en uitneembaarheid van de wand in deze elementen tevens uitermate geschikt voor al dan niet tijdelijke (expositie-) wanden. Bij toepassing van ongelijkzijdige hoeken in het horizontale vlak van de hoekelementen, afgestemd op het verschil van de positie van de naden tussen tegenover elkaar gelegen wandelementen kan een wand eenvoudig vanuit een hoekelement opgebouwd worden, waarbij zonder pas en meetwerk de posities van de tegenover elkaar gelegen wandelementen als vanzelf op de juiste positie geplaatst worden. Specifieke uitwerking wandelementen. Als plaatmateriaal (1) is gipsvezelplaat toegepast, vanwege de evenwichtige combinatie van voor het inbouwsysteem geschikte kenmerken, namelijk mechanische, akoestische en brandwerende eigenschappen alsmede de goede bewerkingsmogelijkheid om te komen tot een scherpe randfrezing, waarmee onopvallende naden in de wand verkregen kunnen worden. De nadelen van gipsvezelplaat als algemeen materiaal voor toepassing in wanden, namelijk enerzijds breekbaarheid van de gipsvezelplaten en anderzijds het gewicht (met name voor verwerking) wordt in de samengestelde wandelementen in belangrijke mate gecompenseerd door de constructieve afstandhouder, die zorgdraagt voor een stijf en sterk element bij een beperkte wanddikte (en daarmee beperkter gewicht) van de als wandplaat toegepaste gipsvezelplaat. Als afstandhouder wordt een dunwandig stalen afgeschuind omega-profiel toegepast, die een optimale stijfheid aan het wandelement verleent, waardoor goed hanteerbare en stabiele elementen ontstaan ten opzichte van de oorspronkelijke gipsvezelplaat. Het omegaprofiel is asymmetrisch, waarbij het brede vlak (plaatselijk; niet ter plaatse van het aangrijppunt bij transport en de onder en bovenzijde) uitsteekt buiten langszijde van de wandplaat. Bij het samenstellen schuift dit uitstekende deel achter de wandplaat van het opvolgende element, waardoor over de gehele hoogte van de wand een vlakke en daarmee onopvallende naad tussen de elementen verkregen wordt. Als onderdeel van de afstandhouder wordt aan de achterzijde van het staalprofiel (daar waar het profiel in contact komt met het tegenovergelegen wandelement) voorzien in een aan het profiel verlijmd akoestisch vilt dan wel schuimband. Hiermee wordt een volledige akoestische onderbreking gerealiseerd in de wand tussen twee vertrekken. Aan de onderzijde van het wandelement is de stalen omegaprofiel voorzien van een rechthoekige sparing, haaks op het profiel en parallel aan de wandrichting. Deze sparing kan enerzijds dienen als doorvoer voor leidingen en anderzijds voor een onzichtbare fixatie van de elementen op een vloer over een op de vloer gemonteerde doorlopende regel. Voor het onderlinge verband tussen de wandelementen is de gipsvezelplaat aan de langszijden voorzien van een complementaire randfrezing, waarbij aan de zijde nabij de afstandhouder materiaal aan de achterzijde van de wandplaat is verwijderd en aan de andere langszijde juist materiaal aan de voorzijde (zichtzijde) van de wandplaat. Voor het samenhouden van de afzonderlijke wandelementen onderling aan de bovenzijde van de wand is een specifiek gevormd element uitgewerkt, dat in de naast elkaar gelegen ruimte tussen de omegaprofielen en de wandplaten van de tegenover elkaar geplaatste wandelementen geplaatst kan worden. Aan deze specifiek gevormde elementen zijn tevens dragers voor het plafond alsmede voorzieningen voor eventuele fixatie van de wand (middels dit element) aan de bovengelegen constructie mogelijk maakt. Bijzondere aanvullende voorzieningen in de wandelementen. Aanvullende akoestische voorziening. Daartoe worden de wandelementen op voorhand op het breedste deel van de achterzijde van de wand tussen de afstandhouder en langszijde van de wandplaat voorzien (verlijming) van een dunne laag minerale wol. Deze minerale wol dient als demping van geluid in de holle ruimten in de wand. Daartoe worden de wandelementen aan de achterzijde voorzien van een zigzag doorlopende infrezing, waarin (al dan niet op voorhand) dunne verwarmingsslangen worden geplaatst. Aanvullend wordt het aldus geprepareerde wandelement eventueel voorzien van een metaalfolie ter fixatie van de verwarmingsslangen en spreiding van de warmte over de wand. Voorzieningen voor plaatsing van installatiedozen voor elektra. Daartoe worden ronde infrezingen aan de achterzijde van de wandplaat op voorhand aangebracht op een standaard positie tot een zodanige diepte, dat gipsvezelplaat aan de voorzijde nog volledig intact is en facultatief met een enkele hamertik tijdens montage een perfecte installatiedoossparing verkregen kan worden. Toepassing van wandelementen in de binnengevel of als voorzetwand. In afwijking van de hiervoor omschreven toepassing van de wandelementen in seperatiewanden hebben wandelementen als deze toegepast worden als binnengevel of als voorzetwand bijzondere voorzieningen voor montage nodig, vanwege het ontbreken van ondersteuning van de langsnaad van de wandelementen, die bij samengestelde separatiewanden wordt gevormd door de afstandhouder in het tegenovergelegen wandelement. Ook voor de boven- en onder fixatie van de wandelementen zijn afwijkende voorzieningen ontwikkeld. Aan de bestaande (wand/gevel)constructie worden stijlen bevestigd, die ter plaatse van de naden tussen de wandelementen worden gepositioneerd. Aan deze stijlen zijn aan de bovenzijde voorzieningen gemaakt voor de boven bevestiging van de wandelementen. Op deze wijze kunnen de wandelementen ook in een binnengevel of voorzetwand schroefloos gemonteerd worden.Due to this possibility, the wall system, also because of the simple assembling of elements and removability of the wall in these elements, is also extremely suitable for temporary or non-temporary (exhibition) walls. When unequal angles are used in the horizontal plane of the corner elements, tuned to the difference of the position of the seams between opposite wall elements, a wall can easily be built up from a corner element, wherein the positions of the opposite sides are located without fitting and measuring work. wall elements are automatically placed in the right position. Specific development of wall elements. Gypsum fiberboard is used as the sheet material (1) because of the balanced combination of characteristics suitable for the built-in system, namely mechanical, acoustic and fire-resistant properties, as well as the good machining ability to achieve a sharp edge milling, with which unobtrusive seams in the wall can be obtained. The disadvantages of plaster fiber board as a general material for use in walls, namely on the one hand fragility of the plaster fiber boards and on the other hand the weight (in particular for processing) is to a large extent compensated in the composite wall elements by the structural spacer, which ensures a rigid and strong element with a limited wall thickness (and therefore more limited weight) of the gypsum fiber board used as wall plate. A thin-walled steel chamfered omega profile is used as the spacer, providing optimum stiffness to the wall element, resulting in easily manageable and stable elements with respect to the original gypsum fiber board. The omega profile is asymmetrical, with the broad surface (local; not at the point of engagement during transport and the bottom and top) protruding outside the longitudinal side of the wall plate. During assembly this projecting part slides behind the wall plate of the subsequent element, whereby a flat and thus inconspicuous seam is obtained between the elements over the entire height of the wall. As part of the spacer, an acoustic felt or foam tape is glued to the profile at the rear of the steel profile (where the profile comes into contact with the opposite wall element). This creates a complete acoustic interruption in the wall between two rooms. On the underside of the wall element the steel omega profile is provided with a rectangular recess, perpendicular to the profile and parallel to the wall direction. This recess can on the one hand serve as a lead-through for pipes and on the other hand for an invisible fixation of the elements on a floor over a continuous line mounted on the floor. For the mutual relationship between the wall elements, the plaster fiberboard is provided on the longitudinal sides with a complementary edge milling, material on the rear side of the wall plate being removed on the side near the spacer and material on the front side (visible side) on the other longitudinal side wall plate. For holding the individual wall elements together at the top of the wall, a specific shaped element has been developed which can be placed in the adjacent space between the omega profiles and the wall plates of the wall elements placed opposite each other. Carriers for the ceiling as well as provisions for possible fixation of the wall (by means of this element) to the upper construction are possible on these specifically shaped elements. Special additional facilities in the wall elements. Additional acoustic provision. To this end, the wall elements are provided in advance on the widest part of the rear of the wall between the spacer and the longitudinal side of the wall plate (gluing) with a thin layer of mineral wool. This mineral wool serves as a sound damping in the hollow spaces in the wall. To this end, the wall elements are provided with a zigzag continuous milling at the rear, in which (heating or not in advance) thin heating hoses are placed. In addition, the wall element thus prepared is optionally provided with a metal foil for fixing the heating hoses and spreading the heat over the wall. Provisions for installing installation boxes for electricity. For this purpose, round cut-outs on the rear of the wall plate are applied in advance at a standard position to such a depth that plaster fiber plate is still fully intact at the front and, optionally, a perfect installation box recess can be obtained with a single hammer tap during assembly. Application of wall elements in the inner façade or as a side wall. Contrary to the aforementioned application of the wall elements in partition walls, wall elements if they are used as an inner wall or as a retaining wall require special provisions for mounting, due to the lack of support for the longitudinal seam of the wall elements, which is formed by the spacer when assembled partition walls in the opposite hiking area. Different provisions have also been developed for the upper and lower fixation of the wall elements. Styles are attached to the existing (wall / facade) construction, which are positioned between the wall elements at the location of the seams. Provisions have been made at the top of these posts for the top fixing of the wall elements. In this way, the wall elements can also be mounted screwless in an inner wall or additional wall.

Door deze aanvullende toepassing kunnen alle wanden van vertrekken met gelijke elementen en onderlinge verbindingen worden samengevoegd. Tevens kunnen door deze aanvullende toepassing op eenvoudige wijze van de constructie akoestisch gescheiden zogenaamde 'doos in doos’-constructies gemaakt worden met de wandelementen en hiervan afgeleide plafondelementen. Plafondelementen met bijbehorende bevestigingswijze. Gebaseerd op het gelijke principe van de wandelementen zoals hiervoor omschreven is een plafondsysteem uitgewerkt. Naar analogie van het wandsysteem bestaan de plafondelementen tevens uit de onderdelen plaat, afstandhouder/constructieve stijl en randprofilering. De onderlinge samenwerking tussen deze in het element opgenomen onderdelen alsmede de onderlinge constructieve samenwerking met aansluitende plafondelementen zorgen voor een eenvoudig uit elementen samen te voegen en ook weer uit elkaar te nemen plafond waarvan het oppervlakteplaatmateriaal tot een goed aangesloten vlak met relatief onopvallende naden is samengesteld. De volgens dit principe uitgewerkte plafondelementen kennen in doorsnede en materialisatie dezelfde uitwerking als die bij de wandelementen. De plafondelementen worden enkelzijdig toegepast. In afwijking tot de enkelvoudig toegepaste wandelementen in binnengevels of voorzetwanden behoeven de plafondelementen geen stijlen ter plaatse van de onderlinge naden van de elementen; de zwaartekracht zorgt hier voor een voldoende 'ondersteunende’ kracht. In combinatie met het wandsysteem valt het plaatmateriaal van de plafondelementen als een afsluitende deksel binnen de binnenwanden. De constructieve stijl van de plafondelementen is gepositioneerd aan de bovenzijde van het plaatmateriaal van het plafondelement. De constructieve stijlen van de plafondelementen zijn met bijzondere elementen (L-vormige klossen, die passen in de ruimte tussen het omegaprofiel en het plaatmateriaal van het plafondelement over de onder de boven het plafond gelegen constructie bevestigde latten geschoven worden en/of rusten op dragertjes aan de bovenzijde van de wandelementen. Het plafondsysteem is zodanig uitgewerkt, dat bij een toepassing onder een balkenvloer de constructieve stijlen van de plafondelementen parallel aan de balken van de bovengelegen constructie tussen deze balken worden geplaatst, zodat de totale constructiehoogte tussen plafond en bovengelegen plafond beperkt blijft.Through this additional application, all walls of rooms with the same elements and interconnections can be combined. This additional application can also be used to make acoustically separated so-called 'box-in-box' structures with the wall elements and ceiling elements derived from them in a simple manner from the construction. Ceiling elements with associated fixing method. Based on the same principle of the wall elements as described above, a ceiling system has been worked out. By analogy with the wall system, the ceiling elements also consist of the parts plate, spacer / structural post and edge profiling. The mutual cooperation between these components included in the element as well as the mutual structural cooperation with connecting ceiling elements ensure a ceiling that is easy to assemble from elements and also to take apart again, the surface plate material of which is assembled into a well-connected surface with relatively inconspicuous seams. The ceiling elements worked out according to this principle have the same effect in cross-section and materialization as those for the wall elements. The ceiling elements are used on one side. Contrary to the single-wall elements used in internal facades or additional walls, the ceiling elements do not need to have posts at the location of the mutual seams of the elements; gravity provides a sufficient 'supporting' force here. In combination with the wall system, the sheet material of the ceiling elements falls within the inner walls as a closing lid. The structural style of the ceiling elements is positioned at the top of the sheet material of the ceiling element. The structural pillars of the ceiling elements are fitted with special elements (L-shaped bobbins, which fit into the space between the omega profile and the sheet material of the ceiling element, over the slats fixed under the construction above the ceiling and / or rest on supports. The ceiling system is designed in such a way that when used under a beamed floor the structural pillars of the ceiling elements are placed parallel to the beams of the upper construction between these beams, so that the total construction height between ceiling and upper ceiling remains limited. .

In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een thermisch onderbroken kolom ten behoeve van gebouwconstructies, dat wil zeggen een thermisch onderbroken kolom, omvattende: een eerste langgerekt profiel ingericht om naar een binnenzijde van een gebouw te worden gericht; een tweede langgerekt profiel, bevestigd aan het eerste langgerekte profiel; een derde langgerekt profiel, bevestigd aan het tweede langgerekte profiel, en ingericht om naar een buitenzijde van een gebouw te worden gericht; waarbij het tweede langgerekte profiel vervaardigd is van een materiaal wat minder thermisch geleidend is dan het eerste en het derde langgerekte profiel, en waarbij het tweede langgerekte profiel tussen het eerste en het derde langgerekte profiel is georiënteerd.In a second aspect, the invention provides a thermally interrupted column for building structures, that is, a thermally interrupted column, comprising: a first elongated profile adapted to be directed to an interior of a building; a second elongated profile attached to the first elongated profile; a third elongated profile, attached to the second elongated profile, and adapted to be directed to an outside of a building; wherein the second elongated profile is made of a material that is less thermally conductive than the first and the third elongated profile, and wherein the second elongated profile is oriented between the first and the third elongated profile.

Hierin kunnen het eerste langgerekte profiel en het derde langgerekte profielen U-profielen zijn vervaardigd van staal, en waarbij het tweede langgerekte profiel een l-vormig profiel is vervaardigd van een composiet materiaal.Herein, the first elongated profile and the third elongated profiles can be U-profiles made of steel, and wherein the second elongated profile is an L-shaped profile made of a composite material.

De uitvinding betreft de combinatie van elementen van verschillende materialen, die gezamenlijke een constructief hoogwaardige kolom opleveren, waarbij voorkomen wordt, dat ter plaatse van de kolom een koudebrug ontstaat in de gevelconstructie tussen het binnenklimaat en het buitenklimaat. De uitvinding betreft een kolom, die in plaats van binnen of buiten de isolatiezone in de gevel juist in de, d.w.z. in de isolatiezone van de, gevelconstructie kan worden geplaatst zonder dat daarbij nadelige thermische, d.w.z. koudebrug, en destructieve, d.w.z. condensvorming, effecten ontstaan.The invention relates to the combination of elements of different materials, which together yield a constructively high-quality column, wherein it is prevented that a cold bridge is created at the location of the column in the facade construction between the inside climate and the outside climate. The invention relates to a column which, instead of inside or outside the insulation zone in the facade, can be placed precisely in the, ie in the insulation zone of, the facade construction without causing adverse thermal, ie cold bridge, and destructive, ie condensation, effects. .

Figuren 1 - 5 tonen verschillende uitvoeringsvormen van wandsamenstellen volgens de onderhavige uitvinding.Figures 1 to 5 show various embodiments of wall assemblies according to the present invention.

Figuur 6 toont een voorbeeld van een enkelvoudig scheidingssamenstel volgens de onderhavige uitvinding.Figure 6 shows an example of a single separation assembly according to the present invention.

Figuur 7 toont een voorbeeld van een thermisch onderbroken kolom volgens de onderhavige uitvinding.Figure 7 shows an example of a thermally interrupted column according to the present invention.

De thermisch onderbroken kolom bestaat uit een stalen U-profiel 601 danwel andersvormig stalen profiel 601 gericht naar de binnenzijde van het gebouw. Een composiet, in dit geval een vezelversterkt kunsthars, l-profiel danwel een andersvormig composietprofiel 602 bevestigd aan profiel 601 en een stalen U-profiel danwel andersvormig profiel 603 bevestigd aan het composietprofiel 602 gericht naar de buitenzijde van het gebouw. De onderdelen aangeduid met 601 en 602 worden met bijvoorbeeld een boutverbinding aan elkaar bevestigd. De onderdelen aangeduid met 602 en 603 worden eveneens met een boutverbinding of andersoortige verbinding aan elkaar bevestigd, doch zodanig dat er geen doorgaande verbinding ontstaat tussen onderdelen aangeduid met 601 en 603. De kolom kan prefab worden samengesteld op een wijze zoals hiervoor omschreven en in zijn geheel als kolom in het werk geplaatst worden.The thermally interrupted column consists of a steel U-profile 601 or other-shaped steel profile 601 facing the inside of the building. A composite, in this case a fiber-reinforced synthetic resin, 1-profile or a different-shaped composite profile 602 attached to profile 601 and a steel U-profile or different-shaped profile 603 attached to the composite profile 602 facing the outside of the building. The parts indicated by 601 and 602 are attached to each other with, for example, a bolt connection. The parts indicated by 602 and 603 are also attached to each other with a bolt connection or other type of connection, but in such a way that there is no continuous connection between parts indicated by 601 and 603. The column can be prefab assembled in a manner as described above and in its be placed entirely as a column in the work.

Aan onderdeel aangeduid met 601 worden de vloerconstructies 604 en binnenbladen van de gevels, binnenzijde van het gebouw, gemonteerd en aan onderdeel aangeduid met 603 wordt de buitengevelconstructie 605, buitenzijde van het gebouw, bevestigd. In de vrije zone 606 tussen de binnen- en de buitenconstructie kan het isolatiemateriaal worden aangebracht. Indien dit isolatiemateriaal zelfdragend, bijvoorbeeld in de vorm van harde isolatieplaten, wordt aangebracht in deze vrije zone 606 kan een aaneengesloten isolatieschil verkregen zonder toepassing van ankers tussen buiten- en binnengevel. Ook hiermee worden koudebruggen vermeden. Door het opnemen van de kolom midden in de gevelconstructie wordt de mogelijkheid gecreëerd om de gevel aan de binnenzijde ook bij toepassing van niet dragende (binnen-)gevels vlak te realiseren (voordeel ten opzichte van een kolom aan de binnenzijde van het gebouw) en kan bescherming tegen weersinvloeden van kolommen aan de buitenzijde (voordeel ten opzichte van aan de buitenzijde van het gebouw geplaatste kolommen) achterwege blijven.To the part indicated by 601 the floor constructions 604 and inner sheets of the facades, inside of the building, are mounted and to the part indicated by 603 the outer wall construction 605, outside of the building, is attached. The insulating material can be provided in the free zone 606 between the inner and outer structure. If this insulation material is self-supporting, for example in the form of hard insulation plates, is provided in this free zone 606, a continuous insulation shell can be obtained without the use of anchors between the outer and inner walls. This also prevents cold bridges. By incorporating the column in the middle of the façade construction, the possibility is created to realize the façade on the inside even when using non-bearing (inside) façades (advantage over a column on the inside of the building) and can protection against weather influences of columns on the outside (advantage over columns placed on the outside of the building) are not required.

Met de uitvinding volgens het tweede aspect wordt gebruik gemaakt van de beperkte thermische geleiding van composiet. De keuze voor een I profiel voor het composietmateriaal 602 en positionering van het lijf van het l-profiel haaks op de gevel wordt door de minimale afmetingen van het lijf de thermische geleiding tot het minimum beperkt. Constructief werken de onderdelen aangeduid met 601, 602 en 603 als gevolg van hun onderlinge verbindingen constructief samen en hebben gezamenlijk een veel grotere constructieve stijfheid dan de onderdelen los van elkaar. De samengestelde thermisch onderbroken kolom heeft een groot voordeel ten opzichte van een kolom van uitsluitend composietmateriaal, aangezien composiet weliswaar een groot aantal constructieve eigenschappen heeft, die vergelijkbaar zijn met staal, doch een zeer lage elasticiteitsmodulus heeft ten opzichte van staal, waarmee de mogelijkheden om uitsluitend composiet als kolom toe te passen zeer beperkt zijn. De samengestelde kolom bezit vrijwel dezelfde constructieve eigenschappen als een kolom met dezelfde afmetingen, die uitsluitend uit staal bestaat. Door de uitvinding kunnen slanke thermisch onderbroken kolommen worden toegepast in gebouwen met een hoge constructieve prestatie.With the invention according to the second aspect, use is made of the limited thermal conductivity of composite. The choice of an I profile for the composite material 602 and positioning of the body of the I-profile perpendicular to the facade is minimized by the minimum dimensions of the body and the thermal conductivity. The components designated 601, 602 and 603 constructively work together constructively as a result of their interconnections and together have a much greater structural rigidity than the components separate from each other. The composite thermally interrupted column has a great advantage over a column of exclusively composite material, since although composite has a large number of structural properties that are comparable to steel, it has a very low modulus of elasticity relative to steel, with which the possibilities for exclusively composite as a column are very limited. The composite column has practically the same structural properties as a column with the same dimensions, which consists exclusively of steel. The invention allows slim thermally interrupted columns to be used in buildings with a high structural performance.

Claims

A wall assembly (100,200,300,400,500) for spatially separating living spaces, comprising: two rows of juxtaposed wall elements (10,20,30,40,50), the rear of the wall elements (10,20,30,40,50) ) of the first row are directed to the rear of the wall elements (10,20,30,40.50) of the second row, characterized in that each wall element (10,20,30,40,50) in the wall assembly (100,200,300,400,500); - a substantially elongated wall plate (1,201,301,401,501) with a front (8,208,308,408,508) and rear side (7,207,307,407,507) and, - an elongated spacer (2,202,302,402,502) which is located on the rear side (7,207,307,407,507) of the substantially elongated wall plate (1,201,301.31 is arranged, wherein - the elongated spacer (2,202,302,402,502) extends to the rear ends (7,207,307,407,507) in the longitudinal direction of the substantially elongated wall plate (1,201,301,401,501), and - the elongated spacer (2,202,302,402,502) is substantially parallel to the longitudinal direction arranged, wherein a distance between the elongated spacer (2,202,302,402,502) and a long side of the elongated wall plate (1,201,301,401,501) is at least half the width of the elongated spacer (2,202,302,402,502), - the elongated spacer (2,202,302,402,502) one of the wall element (10.20.30.40.50) oriented engagement surface (6.206.30) 6,406,506), wherein the engagement surfaces of the elongated spacers (2,202,302,402,502) of the wall elements (10,20,30,40,50) in the first row engage on the elongated wall plates (1,201,301,401,501) of the second row, at the long sides of these elongated wall plates (1,201,301,401,501), on their respective rear sides (7,207,307,407,507), and wherein the wall assembly further comprises clamping means (3, 103, 503) for clamping the wall elements (10, 20, 30, 40, 50 together) ) from the first row with the wall elements (10,20, 30, 40, 50) of the second row, and wherein the wall elements comprise stiffening means, such as edge profiles, for stiffening wall elements placed next to each other.

The wall assembly (100,200,300,400,500) according to claim 1, wherein each spacer (2, 202, 302, 402, 502) comprises an engaging means (504) for engaging a floor or ceiling.

Wall assembly (100,200,300,400,500) according to one of the preceding claims, wherein the wall elements (10,20,30,40,50) of the first and second rows of the wall assembly (100,200,300,400,500) are further adapted to be clamped in a groove device ( 4) provided in a floor or in a ceiling.

Wall assembly (100,200,300,400,500) according to one of the preceding claims, wherein the stiffening means at the ends of the wall plates (1,201,301,401,501) comprise edge profiles along the long sides such that the wall elements placed next to each other can be pushed into each other.

Wall assembly (100,200,300,400,500) as claimed in any of the foregoing claims, wherein the stiffening means comprise strips arranged on the rear sides of the wall plates, wherein the strips extend beyond the ends of the long sides of the wall plates (1,201,301,401,501) such that the wall plates touch each other can be moved.

The wall assembly (100,200,300,400,500) of claim 1, wherein engagement means are provided at the ends of the first and second row wall plates (1, 201, 301,401,501) for securing the wall assembly (100,200,300,400,500) to a floor or ceiling.

Wall assembly according to one of the preceding claims, in which the spacers (2,202,302,402,502) comprise omega profiles.

Wall assembly according to claim 7, wherein the spacers (2,202,302,402,502) comprise foam bands for improving insulation.

9. Wall assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least a part of the wall plates are provided with sound-damping means, for instance a layer of mineral wool, for damping sound in the spaces.

10. Wall assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least a part of the wall plates are provided with a continuous milling, such that heating elements can be placed in the continuous milling for heating purposes.

11. Wall assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least a part of the wall plates are provided with a not completely continuous bore, such that a weakening is provided which can easily be removed such that an installation box recess can be obtained.

A single partition assembly for placement against a ceiling or an outer structure, the partition assembly comprising: one row of juxtaposed partition elements, characterized in that each partition element comprises in the partition assembly; - a substantially elongated plate with a front and rear side, and - an elongated spacer which is arranged on the rear side of the substantially elongated plate, wherein - the elongated spacer extends to the ends of the rear side in the longitudinal direction of the substantially elongated plate, and - the elongated spacer is arranged substantially parallel to the longitudinal direction, wherein a distance between the elongated spacer and a long side of the elongated plate is at least half the width of the elongated spacer, - the elongated spacer comprises an engagement surface facing away from the separating element, wherein the engaging surfaces of the elongated spacers of the separating elements in the row engage on the outer construction, the ceiling or coupling pieces present at ends of the spacers, and wherein the separating elements comprise stiffening means, such as edge profiles, vo or the stiffening of juxtaposed dividing elements.

A thermally interrupted column, comprising: a first elongated profile adapted to be directed to an interior of a building; a second elongated profile attached to the first elongated profile; a third elongated profile, attached to the second elongated profile, and adapted to be directed to an outside of a building; wherein the second elongated profile is made of a material that is less thermally conductive than the first and the third elongated profile, and wherein the second elongated profile is oriented between the first and the third elongated profile.

A thermally interrupted column according to claim 13, wherein the first elongated profile and the third elongated profiles are U-profiles made of steel, and wherein the second elongated profile is an L-shaped profile made of a composite material.