Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL2014433B1 - Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een hoortoestel. - Google Patents

Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een hoortoestel. Download PDF

Info

Publication number
NL2014433B1
NL2014433B1 NL2014433A NL2014433A NL2014433B1 NL 2014433 B1 NL2014433 B1 NL 2014433B1 NL 2014433 A NL2014433 A NL 2014433A NL 2014433 A NL2014433 A NL 2014433A NL 2014433 B1 NL2014433 B1 NL 2014433B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
microphone
ear
device housing
electronic circuit
signal
Prior art date
Application number
NL2014433A
Other languages
English (en)
Inventor
Marinus Altena Jan
Pander Aeldrik
Original Assignee
Exsilent Res Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Exsilent Res Bv filed Critical Exsilent Res Bv
Priority to NL2014433A priority Critical patent/NL2014433B1/nl
Priority to PCT/NL2016/050169 priority patent/WO2016144173A1/en
Priority to EP16720925.3A priority patent/EP3269154A1/en
Priority to US15/556,850 priority patent/US20180020295A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2014433B1 publication Critical patent/NL2014433B1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/40Arrangements for obtaining a desired directivity characteristic
    • H04R25/407Circuits for combining signals of a plurality of transducers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/02Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception adapted to be supported entirely by ear
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/45Prevention of acoustic reaction, i.e. acoustic oscillatory feedback
    • H04R25/453Prevention of acoustic reaction, i.e. acoustic oscillatory feedback electronically
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/55Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception using an external connection, either wireless or wired
    • H04R25/552Binaural
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/55Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception using an external connection, either wireless or wired
    • H04R25/556External connectors, e.g. plugs or modules
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/60Mounting or interconnection of hearing aid parts, e.g. inside tips, housings or to ossicles
    • H04R25/607Mounting or interconnection of hearing aid parts, e.g. inside tips, housings or to ossicles of earhooks
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R25/00Deaf-aid sets, i.e. electro-acoustic or electro-mechanical hearing aids; Electric tinnitus maskers providing an auditory perception
    • H04R25/65Housing parts, e.g. shells, tips or moulds, or their manufacture
    • H04R25/652Ear tips; Ear moulds
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2225/00Details of deaf aids covered by H04R25/00, not provided for in any of its subgroups
    • H04R2225/021Behind the ear [BTE] hearing aids
    • H04R2225/0216BTE hearing aids having a receiver in the ear mould
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2225/00Details of deaf aids covered by H04R25/00, not provided for in any of its subgroups
    • H04R2225/025In the ear hearing aids [ITE] hearing aids

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Neurosurgery (AREA)
  • Otolaryngology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Acoustics & Sound (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Headphones And Earphones (AREA)

Abstract

Een gehoorinrichting omvat een in het oor gedragen toestelhuis(10,40), een buiten het oor gedragen toestelhuis (20,25) en een elektronische schakeling die over beide toestelhuizen (10,20) is verdeeld. Het eerste toestelhuis omvat een elektro-akoestische omzetter (13) en een eerste microfoon (11). De elektronische schakeling omvat ten één verdere microfoon (12,21,22). Een signaalverwerkingsinrichting (23) omvat ten minste één signaalingang waaraan de eerste microfoon (11) en de ten minste ene verdere microfoon (12,21,22) elektronisch zijn gekoppeld om daaraan een microfoonsignaal af te geven. De elektro-akoestische omzetter (130 is verbonden met en signaaluitgang van de verwerkingsinrichting (13), die althans laadbaar is met een verwerkingsalgoritme en aldus in staat en ingericht is om het uitgangssignaal te berekenen en aan te bieden als algoritmische resultante van ten minste de microfoonsignalen van de eerste microfoon (11) en de ten minste ene verdere microfoon (12,21 ,22)

Description

Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een boortoestel
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een. hoortoestel, omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen, omvattende een buiten het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om buiten de gehoorgang van de gebruiker te worden gedragen, en omvattende een elektronische schakeling, waarbij het in het oor gedragen deel een eerste toestelhuis omvat, waarin een eerste deel van de elektronische schakeling is ondergebracht, en waarbij het buiten het oor gedragen deel een tweede toestelhuis omvat dat plaats biedt aan een tweede deel van de elektronische schakeling.
Een dergelijke gehoorinrichting (listening device) kan in velerlei vormen gestalte worden gegeven, variërend van een hoortoestel of gehoorapparaat (hearing aid) voor doven en verminderd horenden, een luisterondersteuningsinrichting ook wel aangeduid als ALD naar het Engelstalige "assistive listening device", en oordopjes en hoofdsets (head sets) voor audio weergave en actieve ruisonderdrukking, ook wel aangeduid als personal sound amplifier and active noise cancelation, tot actieve geluidsfilters. Kenmerkend voor deze inrichtingen is een microfoon om omgevingsgeluid op te vangen en om te zetten in een daarmee corresponderend elektronisch signaal en een signaalverwerkingsinrichting die dit signaal in versterkte en/of anderszins bewerkte vorm aan een elektro-akoestische omzetter (vaak aangeduid als transducer, receiver, speaker of luidspreker) afgeeft om het ontvangen geluid in gemodificeerde, auditief verbeterde vorm aan het gehoor van de gebruiker aan te bieden. Aldus kan het omgevingsgeluid worden versterkt ten behoeve van een verbeterde hoorbaarheid of kunnen schadelijke of hinderlijke componenten daaruit worden gefilterd of het omgevingsgeluid worden verzwakt om het gehoor tegen gehoorbeschadiging te beschermen.
Een inrichting van de in de aanhef beschreven soort is bijvoorbeeld bekend uit Internationale octrooiaanvrage WO 2008/010716. De daarin beschreven inrichting omvat een in het oor gedragen deel dat in een eerste toestelhuis is opgenomen dat diep en daardoor geheel verscholen in een gehoorgang van de gebruiker wordt ontvangen. Dit toestelhuis omvat de elektro-akoestische omzetter en de microfoon. Daarnaast omvat de bekende inrichting een tweede toestelhuis dat geheel buiten de gehoorgang van de gebruiker achter of op het oor wordt gedragen. Hierin schuilt een elektronische voedingsbron zoals een al of niet oplaadbare batterij. Tevens bevindt zich in het tweede toestelhuis de signaalverwerkingsinrichting die zijn elektrische voeding rechtstreeks aan de voedingsbron onttrekt. Tea behoeve van een onderlinge elektronische verbinding van beide delen van de inrichting is daartussen een meeraderige kabelverbinding aangebracht die voorziet in een elektrische voeding van het in-het-oor deel en een signaaloverdracht tussen beide delen van de elektronische schakeling die door de elektronische componenten van het in het oor gedragen deel en het buiten het oor gedragen deel tezamen wordt gevormd.
De plaatsing van de microfoon bij de luidspreker in het in-het-oor deel van de bekende inrichting draagt in belangrijke mate bij aan een natuurlijke geluidsbeleving doordat daarbij met voordeel gebruik wordt gemaakt van een akoestische wisselwerking tussen het ingevangen geluid en de natuurlijke anatomie van de gehoorgang van de gebruiker. Niettemin leveren dusverre bekende gehoorinrichtingen een gebruiker nog steeds geen volledig natuurgetrouwe perceptie van het geluid. Met name een verminderde perceptie van richting in het waargenomen geluid en aanwezige achtergrondgeluiden ondergraven een dergelijke natuurgetrouwe weergave.
Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een gehoorinrichting waarmee een gebruiker een meer natuurgetrouwe perceptie van het waargenomen geluid kan worden gegeven.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een gehoorinrichting van de in de aanhef beschreven soort volgens de onderhavige uitvinding als kenmerk dat het eerste deel van de elektronische schakeling ten minste een elektro-akoestische omzetter en een eerste microfoon omvat, dat de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon omvat, dat de elektronische schakeling een signaalverwerkingsinrichting omvat met ten minste één signaalingang waaraan de eerste microfoon en de ten minste ene verdere microfoon elektronisch zijn gekoppeld om daaraan een microfoonsignaal af te geven en met ten minste één signaaluitgang waarmee de elektro-akoestische omzetter is verbonden, en dat signaalverwerkingsinrichting althans laadbaar is met een verwerkingsalgoritme en aldus in staat en ingericht is om het uitgangssignaal te berekenen en aan te bieden als algoritmische resultante van ten minste de microfoonsignalen van de eerste microfoon en de ten minste ene verdere microfoon.
Doordat de verweikingsinrichting aldus wordt gevoed met ingangsignalen van verscheidene ruimtelijk gescheiden microfoons en is geladen met een specifiek daarop toegesneden verwerkingsalgoritme, kunnen zowel richting als achtergrondgeluid in het waargenomen spectrum als zodanig worden geïdentificeerd en in het uitgangssignaal althans gedeeltelijk worden meegegeven respectievelijk daaruit worden gefilterd. Op uiteenlopende wijzen kan de kwaliteit en verstaanbaarheid van het uiteindelijk aan de gebruiker afgegeven geluid daardoor aanzienlijk worden verbeterd.
In dat opzicht heeft een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de gehoorinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat het tweede toestelhuis bestemd en ingericht is om buiten de gehoorgang aan een oorschelp van de gebruiker te worden gedragen, en dat het tweede deel van de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon omvat die nabij een bovenzijde van het tweede toestelhuis is voorzien. Met een dergelijk plaatsing van één of meer microfoons aan de bovenzijde van het tweede toestelhuis, dat wil zeggen ter hoogte van de bovenzijde van de pinna (oorschelp), kan de werking van een traditionele richtmicrofoon worden verkregen. De microfoonsignalen van de ten minste ene verdere microfoon wordt daarbij gebruikt als aanvulling en verbetering van het microfoon signaal van de eerste microfoon die in het in-het-oor deel schuilt en die via de gehoorgang zijn geluid ontvangt. Doordat de ten minste ene verdere microfoon aan de bovenzijde van het tweede toestelhuis is geplaatst is er voldoende correlatie en spectrale overeenkomst tussen de signalen van de eerste microfoon in het oor en deze richtmicrofoon(s) buiten het oor om de signalen auditief toe te passen binnen een daarop toegesneden verwerkingsalgoritme waarmee de signaalverwerkingsinrichting is geladen.
Om de microfoons in het buiten-het-oor deel respectievelijk in het in-het-oor deel onderling af te stemmen, kunnen impulsgeluiden worden gebruikt. Een ijking kan worden uitgevoerd om een looptijdverschil tussen de microfoons nauwkeurig te bepalen. Dit looptijdverschil is met name relevant om een verbeterde lichtwerking voor de lagere frequenties te verkrijgen. Omdat bij ieder individu de ruimtelijke afstanden tussen de posities van de microfoons verschillend kunnen zijn, wordt een bepaling van dergelijke looptijdverschillen bij voorkeur per individu afzonderlijk uitgevoerd. Door daartoe geluid vanuit een specifieke richting aan te bieden, kan het looptijdverschil tussen de onderlinge microfoons nauwkeurig worden bepaald en worden bewaard in het toestel. Ook is het mogelijk om tijdens het dagelijks gebruik van het toestel bepaalde specifieke geluiden te gebruiken om aldus looptijdverschillen te bepalen. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door op basis van impuls geluiden, die regelmatig voorkomen tijdens gebruik, de microfoonpositie periodiek te toetsen op de looptijdverschillen.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de gehoorinrichting volgens de uitvinding is daarbij gekenmerkt doordat de signaalverwerkingsinrichting, geladen met het signaalverwerkmgsalgoritme, in staat en ingericht is om een tijdcorrectie toe te passen tussen het microfoonsignaal van de eerste microfoon enerzijds en de één of meer mierofoonsignalen van de ten minste ene verdere microfoon anderzijds. Voor het afstandsverschil in het horizontale vlak tussen de eerste microfoon in het oor en de ten minste ene verdere richtmicrofoon buiten het oor kan aldus in het uitgangssignaal worden gecompenseerd. De uiteindelijke correctie is afhankelijk van de afstand tussen eerste microfoon en de verdere microfoon (s) en kan zowel vast worden ingegeven dan wel dynamisch worden bepaald door metingen te doen aan impuls geluiden in het frontale vlak.
De hiervoor beschreven richtingsgevoeligheid van de gehoorinrichting kan worden geoptimaliseerd in een bijzondere uitvoeringsvorm die is gekenmerkt doordat de ten minste ene verdere microfoon een groep van een aantal ruimtelijk gescheiden microfoons omvat die nabij een bovenzijde van het tweede toestelhuis is voorzien.
Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de gehoorinriehting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het tweede deel van de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon omvat die aan een achterzijde van het tweede toestelhuis is voorzien. Door een dergelijke plaatsing van één of meer microfoons aan de achterzijde van het tweede toestelhuis en daarmee aan de achterkant van de pinna/oorschelp liggen deze microfoon(s) in de schaduw van de pinna, waardoor bepaalde frequenties in het frontale geluid, op een ander niveau worden waargenomen. Door de niveau -, spectrale - en fase verschillen waar te nemen tussen enerzijds deze aan een achterzijde, in de schaduw gelegen microfoon(s) en anderzijds de eerste microfoon, die in het eerste toestelhuis in de gehoorgang is gelegen en naar voren is gericht, wordt het mogelijk om in het verwerkingsalgoritme een scheiding te maken tussen frontaal geluid en geluid van achteren. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de gehoorinriehting volgens de uitvinding, gekenmerkt doordat de ten minste ene verdere microfoon een groep van een aantal ruimtelijk gescheiden microfoons omvat die aan een achterzijde van het tweede toestelhuis is voorzien, kan dit mechanisme verder worden doorgevoerd en kan dit effect verder worden geoptimaliseerd.
Aldus kan in het verwerkingsalgoritme waarmee de verwerkingsinrichting is geladen rekening worden gehouden met een herkomst richting en andere kenmerken van achtergrondgeluid en kunnen daarin voorwaarden en parameters worden opgelegd die bepalen hoe het microfoonsignaal afkomstig van de eerste microfoon verwerkt moet worden in relatie tot de microfoonsignaal van de ten minste ene verdere microfoon.
De kenmerken van het achtergrond-stoorgeluid kunnen worden waargenomen door een ten minste ene microfoon aan de achterzijde van het tweede toestelhuis, terwijl een richtinggevoeligheid kan worden meegegeven door een ten minste ene microfoon aan een bovenzijde daarvan. Deze waarden kunnen worden gebruikt om een processing filter of noise-cancelation algoritme aan te sturen zodat het signaal afkomstig van de eerste microfoon dusdanig verwerkt en verbeterd kan worden dat het uitgangssignaal dat aan de elektro-akoestische omzetter wordt afgegeven veelmeer een natuurgetrouwe perceptie representeert. Het geluid dat uiteindelijk aan het trommelvlies van de gebruiker wordt afgeven, zal daardoor door hem veel meer als natuurlijk geluid worden ervaren, dat wil zeggen als geluid zoals ook een normaal horende dat zou ervaren.
Een bijkomend voordeel van de gehoorinrichting volgens de uitvinding is dat de beschreven signaalverwerking slechts plaatsvindt wanneer het (stoorjgeluid aanwezig is, dus alleen op het moment dat het noodzakelijk c.q. gewenst is. Wanneer er geen stoorgeluiden aanwezig zijn, kan de ruisonderdrukking uitgeschakeld worden om een natuurgetrouwe en niet gedempte doorgifte van het microfoonsignaal van de in het oor gelegen eerste microfoon te bewerkstelligen.
In een derde voorkeursuitvoeringsvorm heeft de gehoorinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat het eerste deel van de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon omvat met een geluidsingang die naar een ingang van de gehoorgang is gericht, en meer in het bijzonder dat de ten minste ene verdere microfoon een groep van een aantal ruimtelijk gescheiden microfoons omvat met elk een geluidsingang die naar de ingang van de gehoorgang is gericht. Met een dergelijke configuratie is het mogelijk om de herkomst richting van het geluid vast te stellen dat door de microfoons van het in-het-oor deel van de inrichting wordt waargenomen en dit als zodanig in het verwerkmgsalgoritme van de verwerkingsinrichting te laten meewegen.
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de gehoorinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het eerste deel van de elektronische schakeling in het in-het-oor deel ten minste één verdere microfoon omvat met een geluidsingang die naar een trommelvlies van de gebruiker is gericht.
Door ten minste één verdere microfoon aan de trommelvlieszijde van het eerste toestelhuis te positioneren kan een geluidsdruk nabij het trommelvlies worden gemeten. Deze informatie kan gebruikt worden om de akoestische response van de gehoorgang te meten en correcties in de weergave toe te passen. Door het continue meten van de geluidsdruk nabij het trommelvlies is het mogelijk om de blootstelling aan geluid over langere periodes vast te leggen (dosismeter functie). Hierdoor is het mogelijk om een regulerende functie in applicaties toe te passen waarbij voor langere tijd audio signalen worden gereproduceerd in het oor, zoals bijvoorbeeld bij muziekweergave. Een andere toepassing zou zijn om een omgevingsfunctie toe te voegen. Hierbij kunnen geluiden die ontstaan door occlusie worden onderdrukt.
Indien tevens aan de gehoorgangzijde een microfoon wordt toegepast, kan bovendien worden gediscrimineerd tussen secundair geluid vanuit het oor, dat wil zeggen vanaf de trommelvlieszijde, en primair geluid dat rechtstreeks via de gehoorgang wordt ontvangen. Op basis daarvan kan een feedback-onderdrukkings algoritme worden ingericht waarmee een uiterst hinderlijke akoestische terugkoppeling, ook wel aangeduid als rondzingen of fluiten, significant kan worden onderdrukt, althans beter beheersbaar wordt in wisselende omstandigheden. Een verschil in looptijd en geluidssterkte tussen de signalen van de microfoons die respectievelijk het primaire geluid en het secundaire geluid opvangen, kan worden gebruikt om een dergelijke akoestische terugkoppelingscomponent in het signaal te onderdrukken.
Voor een optimalisatie van en dergelijk feedback algoritme, kan een zogenoemd ‘feedback response path' worden gemeten. Deze meting houdt in dat een specifieke stimulus via de luidspreker in het oor wordt afgegeven en vervolgens het uittredende signaal vanuit het oor wordt gemeten. Bij bestaande gehoorinrichtingen kan een dergelijke meting slechts worden geïnitieerd tijdens een aanpasproces en wordt dit daardoor meestal slechts eenmalig uitgevoerd. Tijdens het dragen van het toestel kan de karakteristiek van het ‘feedback response path' echter belangrijk wijzigen, onder ander door een anders dragen van toestel, door een gebruik van (andere) oorstukjes of een verschuiven van het toetel, waardoor een eenmaal ingesteld feedback algoritme minder goed functioneert.
Wanneer de gebruiker van hoorprogramma wisselt, wordt in de praktijk vaak een auditieve indicator gebruikt om aan te geven welk programma is geselecteerd. Een verandering van auditieve indicator kan door de gehoorinrichting volgens de uitvinding worden geregistreerd en worden aangewend als aanzet (trigger) voor het andermaal doormeten van het feedback response path. Dankzij de aanwezigheid van de daarvoor geschikte groep eerste microfoons in het in-het-oor deel van de inrichting, kan dit geheel zelfstandig door de gehooraorichting volgens deze derde vooikeursuitvoeringsvorm worden doorgevoerd, waardoor de gebruikte waarden en parameters in het feedback algoritme regelmatig worden geverifieerd en op hun juistheid beoordeeld. Indien nodig, worden deze waarden aangepast aan de hand van een actuele meting.
Deze methode functioneert optimaal wanneer de sonde-microfoon(s) dicht bij de secundaire bron is/zijn geplaatst. Naarmate de sonde-mierofoon(s) verder verwijderd van de secundairebron zijn gelegen zal het signaal van de auditieve indicator veel zwakker waarneembaar zijn en zou het geluidsniveau van de indicator veel hoger moeten zijn om bruikbare resultaaten uit de meting te krijgen. Dit zou tot onprettige en onpraktische geluidsniveaus resulteren.
Dankzij de plaatsing van de ten minste ene verdere microfoon in het in-het-oor gedeelte waarin ook de secundaire geluidsbron, te weten de elektro-akoestische omzetter, is ondergebracht kan deze ten minste ene verdere microfoon bijzonder voordelig als dergelijk sonde-microfoon op korte afstand worden ingezet. Een regelmatige sondering van het ‘feedback response path' en verificatie van daarvoor ingestelde waarden kan aldus namelijk bij de normale geluidniveaus van de akoestische indicator worden uitgevoerd omdat de ten minste ene verdere microfoon dicht bij de opening van de gehoorgang is geplaatst en de stimulus die in het oor wordt weergegeven goed kan worden waargenomen; zelfs in minder ideale omstandigheden, zoals bij omgevingslawaai. De aldus opgedane informatie kan tevens worden gebruikt om de in-ear response vast te stellen. Hierdoor is het eveneens mogelijk om te verifiëren of de instellingen van het boortoestel nog aansluiten bij de akoestiek van het gehoorkanaal of dat een correctie daarop dient te worden gedaan.
In alle gevallen is een akoestische scheiding en isolatie van de proximale, naar de ooringang gewende zijde van het in-het-oor gedeelte met ten minste de eerste microfoon en de distale, naar het trommelvlies gewende zijde waaraan het uitgangssignaal door de elektro-akoestische omzetter wordt afgeven wenselijk om een ongewenste feedback van het laatste geluid naar de microfoon(s) zoveel mogelijk te onderdrukken. Met het oog daarop heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de gehoorinrichting volgens de uitvinding ais kenmerk dat het tweede toestelhuis is opgenomen in een vervormbare huls die in staat en ingericht is om zich aan te passen aan een lokale natuurlijke anatomie van de gehoorgang. De aanpasbaarheid van de vervormbare huls zorgt aldus voor een nauwe aansluiting op de wand van de gehoorgang zodat onwenselijke parasitaire akoestische paden tussen het in-het-oor deel van de inrichting en de wand van de gehoorgang tot een minimum worden beperkt.
Op niettemin te voorzien in draagcomfort biedt een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de gehoorinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de huls ten minste één beluchtingskanaal omvat dat een open luchtweg verzorgt tussen een proximale, naar een ingang van de gehoorgang gewende zijde en een tegenover gelegen distale, naar het trommelvlies gewende zijde daarvan. Dankzij het aldus geschapen beluchtingskanaal wordt een optreden van een drukverschil tussen beide zijden van het tweede toestelhuis effectief tegen gegaan. Een dergelijk drukverschil in de gehoorgang zou zich anders op het trommelvlies kunnen manifesteren in de vorm van een voelbare of zelfs hoorbare verstoring van het gehoor, gewoonlijk aangeduid als.
Een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de gehoorinrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het tweede deel van de elektronische schakeling in het tweede toestelhuis ten minste de signaalverwerkingsinrichting en een elektronische voeding omvat. Door dat het tweede toestelhuis niet binnen maar buiten de gehoorgang wordt gedragen, mag dit aanzienlijk volumineuzer zijn. Hierdoor kan een zwaardere voedingsbron worden toegepast ten faveure van een verlengde bedrijfsduur van de inrichting. Ook de verwerkmgsinrichting en eventuele verdere elektronica die niet beslist in het in-het-oor gedragen eerste toestelhuis behoeft te worden gehuisvest, wordt met voordeel in het tweede toestelhuis ondergebracht om daarmee plaats en volume in het eerste toestelhuis uit te sparen.
Vanuit logistiek oogpunt verdient een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de gehoorinrichting volgens de uitvinding een voorkeur, welke is gekenmerkt doordat het eerste deel van de elektronische schakeling en het tweede deel van de elektronische schakeling door middel van een kabelverbinding tussen het eerste toestelhuis en het tweede toestelhuis onderling zijn verbonden, en dat de kabelverbinding aan ten minste één uiteinde een connector omvat voor een losneembare verbinding met ten minste één van het eerste toestelhuis en het tweede toestelhuis. Door de onderlinge vrijneembaarheid van beide delen van de inrichting dankzij de losneembare connectors) van de kabelverbinding, kan aldus bij voorraad, onderhoud of reparatie met minder afzonderlijke componenten en onderdelen worden volstaan.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een gehoorinrichting volgens de uitvinding; figuur 2A,2B een uitvoeringsvoorbeeld van een alternatieve vervormbare huls voor opname van het tweede toestelhuis van de gehoorinrichting van figuur 1 respectievelijk in zij-aanzicht en vooraanzicht; figuur 3 de gehoorinrichting van figuur 1 gedragen aan en achter het oor van een gebruiker en gezien vanachter de gebruiker; figuur 4 de gehoorinrichting van figuur 1 gedragen aan en achter het oor van een gebruiker, gezien in frontaal aanzicht van de gebruiker; figuur 5 een schematische voorstelling van een eerste uitvoeringsvariant van de gehoorinrichting volgens de uitvinding; en figuur 6 een schematische voorstelling van een tweede uitvoeringsvariant van de gehoorinrichting volgens de uitvinding.
De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
De In figuur 1 getoonde gehoorinrichting wordt toegepast als hoortoestel om een gehoorverlies van een slechthorende gebruiker althans ten dele te compenseren opdat de gebruiker normaal kan blijven functioneren, De inrichting omvat daartoe een in het oor gedragen deel 10,40 dat bestemd en ingericht is om volledig verzonken in de gehoorgang van de gebruiker te worden gedragen. Als zodanig is dit deel van de inrichting uitwendig niet of nauwelijks voor omstanders zichtbaar, zie ook figuur 4. Daarnaast omvat de inrichting een buiten-het-oor deel 20,25 dat bestemd en ingericht is om aan en achter het oor 1 van de gebruiker te worden gedragen, zie ook figuur 3. Beide delen zijn zowel mechanisch als elektronisch onderling verbonden door middel van een kabelverbinding 30 die zich tossen beide delen uitstrekt en door middel van een daaraan voorziene connector 35 losneembaar met het buiten-het-oor deel 20 van de inrichting is verbonden.
Met het oog op een zowel akoestisch als ergonomisch goede passing van het in-het-oor deel van de inrichting kan het eerste toestelhuis voor wat betreft een buitencontour daarvan specifiek zijn afgestemd op de natuurlijke anatomie van de gehoorgang ter plekke waar het in-het-oor deel zal komen te liggen. Dit vereist precisiewerk en modelleertechniek die gewoonlijk dienen te worden overgelaten aan een speciaal daarvoor opgeleide oortechnicus (audicien). Daarbij wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van een uithardbare kunststof die, na in plastische toestand op maat naar de eigen gehoorgang van de gebruiker te zijn gemodelleerd, wordt blootgesteld aan actinisch UV-licht om zo tot een vormvast geheel in de door de specifieke anatomie van de gebruiker bepaalde vorm uit te harden. Hoewel aldus een toestelhuis op maat kan worden verkregen, laat het draagcomfort daarvan niettemin in de parktijk toch niet zelden te wensen over. Ook kan de gehoorgang na verloop van tijd vervormen of het toestelhuis verschuiven, waardoor een aanvankelijk juiste passing niet langer aanwezig is.
Om in plaats van een nauwkeurig op maat gemaakt onderdeel een min of meer standaard onderdeel voor het in-het-oor-deel te kunnen toepassen, hetgeen vanuit logistiek en fabricagetechnisch oogpunt wenselijk is, omvat in het onderhavige voorbeeld het in-het-oor-deel een vormvast toestelhuis 10 dat is opgenomen in een afzonderlijk buitenmantel 40. Het toestelhuis 10 biedt plaats aan een eerste deel van een elektronische schakeling van de inrichting. Als zodanig omvat het toestelhuis een microfoon 11 en een elektro-akoestische omzetter 13, die ook wel wordt aangeduid als receiver, luidspreker of transducer en in staat en ingericht is om een elektronisch audio signaal om te zetten in akoestisch geluid dat min of meer rechtstreeks aan het trommelvlies wordt afgegeven. Omdat het toestelhuis 10 is gestoken in een afzonderlijke buitenmantel 40 en de buitenmantel aldus voor de passing in de gehoorgang zorgt, kan het toestelhuis 10 een min of meer standaard vormgegeven component zijn, onafhankelijk van de anatomie van de gebruiker, hetgeen vanuit logistiek oogpunt een belangrijk voordeel biedt.
Om ten aanzien van het in-het-oor deel 10,40 een passend geheel te bereiken, kan voor de afzonderlijke buitenmantel 40 worden uitgegaan van een vormvast en vaak relatief hard maatstok, bijvoorbeeld van een onder invloed van al of niet zichtbaar licht hardende kunststof, dat door een oortechnicus op maat wordt aangemeten, zoals hiervoor werd beschreven. In plaats van een dergelijk relatief hard, conventioneel materiaal, is in dit voorbeeld evenwel uitgegaan van een relatief zachte, vervormbare kunststof waaruit een enigszins samendrukbare, vervormbare huls 40 is vervaardigd. Deze huls 40 is uitwendig voorzien van één of meer flexibele vinnen 41 die voorzien in een extra vermogen van de huls 40 om zich te vormen en te zetten naar de specifieke anatomie van de gehoorgang ter plekke ten behoeve van een goede aansluiting en passing naast een verbeterd draagcomfort in vergelijking met de harde, vormvaste kunststof die voor maatproducten wordt toegepast. Inwendig omvat de huls 40 een holte 45 waarin het vormvaste toestelhuis 10 wordt gestoken en die met het oog daarop qua dimensies op die van het toestelhuis is afgestemd.
De inrichting van het onderhavige voorbeeld past daarbij in een systeem waarin wordt voorzien in een reeks van dergelijke insteekhulzen 40 die qua uitwendige vormgeving en maatvoering onderling verschillen opdat voor vrijwel iedere gebruiker een passende huls kan worden gevonden. Aan een distale, dat wil zeggen naar het trommelvlies gewende, zijde omvat de huls 40 een geluiduitgang in de vorm van een doorgaande opening die akoestisch in verbinding staat met een akoestische uitgang van de luidspreker 13 in het toestelhuis 10. Voor wat betreft het materiaal van de huls 40 kan bijvoorbeeld worden uitgegaan van polyurethaan of een thermoplastisch rubber zoals siliconen- of ander kunstrubber. Daarbij wordt met voordeel een bio-compatibele kunststof toegepast die onder invloed van de lichaamstemperatuur zachter wordt en in staat is zich dan te zetten naar de natuurlijke anatomie van de gehoorgang. In het bijzonder kan daarbij worden gekozen voor een gel-achtige kunststof.
Een verder doorontwikkelde uitvoeringsvorm van de samendrukbare huls 40 is in figuur 2A en 2B respectievelijk is zijaanzicht en vooraanzicht weergegeven. Daarbij is aan de huls een monolithische verlenging 47 gevormd die dient als treklip waaraan het in-het-oor deel 10,40 uit het oor getrokken kan worden, in plaats van aan de kabelverbinding 30 te moeten trekken zoals bij de uitvoering van figuur 1 het geval is. De treklip 47 is aldus als een integraal geheel tezamen met de huls 40 gevormd. Daarnaast zijn in deze uitvoeringsvorm in de omtreksvinnen 41 beluchtmgsopeningen 46 voorzien om drukverschillen aan weerszijden, dat wil zeggen proximaal en distaai, van het in-het-oor deel tegen te gaan, althans te nivelleren. Bij voorkeur liggen de openingen 46 van opeenvolgende vinnen 41 onderling uit lijn, dat wil zeggen onderling versprongen, zodat een rechtlijnig parasitair geluidspad wordt onderdrukt, zie figuur 2B,
Het toestelhuis 10 van het in-het-oor-deel 10,40 van de inrichting van dit voorbeeld omvat aan een proximale zijde behalve een eerste microfoon 11, tevens een tweede microfoon 12 om omgevingsgeluid op te vangen. Eventueel kunnen daaraan meer van dergelijke verdere microfoons in het toestelhuis 10 worden toegevoegd. Dankzij de plaatsing van een dergelijke verdere microfoon 12 in het in-het-oor gedeelte 10 waarin ook de luidspreker 13 is ondergebracht, kan deze verdere microfoon 12 bijzonder voordelig als sonde-microfoon voor het bemeten van een ‘feedback repsonse path' in het toestel worden ingezet. Een regelmatige sondering van het ‘feedback response path' en verificatie van daarvoor ingestelde waarden kan aldus bij de normale geluidniveaus van de akoestische indicator worden uitgevoerd omdat deze microfoon 12 dicht bij de opening van de gehoorgang is geplaatst en de stimulus die in het oor wordt weergegeven goed kan worden waargenomen; zelfs in minder ideale omstandigheden, zoals bij omgevingslawaai. De aldus opgedane informatie kan tevens worden gebruikt om de in-ear response vast te stellen. Hierdoor is het eveneens mogelijk om te verifiëren of de instellingen van het hoortoestel nog aansluiten bij de akoestiek van het gehoorkanaal of dat een correctie daarop dient te worden gedaan.
Aan een distale zijde omvat de huls 40 een geluidsuitgang 49, zie figuur 2B, om door een luidspreker 13 ontwikkeld geluid aan een trommelvlies van de gebruiker af te geven. Tussen de geluidsuitgang 49 en de luidspreker 13 bevindt zich inwendig een, niet nader getoonde, cerumenprotectie om eventueel in de gehoorgang afgescheiden cerumen in te vangen en eventueel te bufferen zodat dit de werking van de luidspreker 13 niet aantast. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een lokale verbreding, bocht of obstakel in een geluidsgang tussen de luidspreker 13 en de geluidsuitgang 49 die cerumen althans tijdelijk blokkeert of invangt.
Het buiten-het-oor deel van de inrichting omvat een tweede toestelhuis 20 waarin een tweede deel van de elektronische schakeling van de inrichting is ondergebracht. Het tweede toestelhuis 20 biedt als zodanig plaats aan een elektronische voedingsbron 24 in de vorm van een al of niet herlaadbare batterij en een digitale verwerkingsinrichting 23 die in staat is een door de microfoons 11,12 afgegeven geluidssignalen te bewerken en daarbij al of niet selectief te versterken om het aldus bewerkte en eventueel versterkte signaal aan de luidspreker 13 af te geven.
Daarbij is in dit voorbeeld conform de uitvinding in het tweede toestelhuis 20 een aantal verdere microfoons 21,22 voorzien die additionele microfoonsignalen vanuit verschillende, ruimtelijk gescheiden posities aan de verwerkingsinrichting 23 afgeven. Deze verdere microfoons omvatten in dit voorbeeld een eerste groep 21 ruimtelijk gescheiden microfoons welke aan een bovenzijde van het tweede toestelhuis is voorzien in combinatie met een tweede groep 22 verdere microfoons die aan een achterzijde van het toestelhuis 20 is aangebracht, zie ook figuur 3.
Het toestelhuis 20 is verder uitgerust met bedieningsorganen zoals een aan/uit schakelaar 27 en een volumeknop 26 opdat de gebruiker het toestel naar wens in of uit kan schakelen en naar wens afkan stellen. Voor diepergaande wijzigingen in de instellingen van het toestel, met name het instellen van een bewerkingsprofiel of karakteristiek van de bewerkingsinrichting, omvat het toestelhuis bovendien een programmeercormector 28 die kan worden gekoppeld aan specifieke programmeerapparatuur van bijvoorbeeld een onderhoudsmonteur of een audicien. Over het toestelhuis 20 is een verwisselbare buitenmantel 25 aangebracht dat qua kleur en vorm aan de gebruiker kan zijn aangepast. Bovendien dekt de buitenmantel 25 de programmeerconnector 28 af zodat deze minder kwetsbaar is voor inwerking van vocht en vuil van buitenaf. De bedieningsschakelaar 27 en volumeknop 26 worden, evenals de groepen microfoons 21,22, door de buitenmantel 25 vrijgelaten.
Het eerste toestelhuis 10, dat van het in-het-oor-deel deel uitmaak, en het tweede toestelhuis 20 achter het oor zijn door middel van een kabelverbinding in de vorm van een verbindingssnoer 30 onderling verbonden. Het verbindingssnoer 30 omvat een aantal aderparen, die enerzijds dienen voor een elektrische voeding van de elektronische componenten in het eerste toestelhuis 10 al of niet rechtsreeks vanuit de batterij 24 en die anderzijds zorgen voor de signaaloverdracht tussen de componenten van het eerste toestelhuis 10 naar de verwerkingsinrichting 23 in het tweede toesetlhuis 20. Bij voorkeur wordt daarbij, zoals ook hier, uitgegaan van een losneembaar snoer dat aan één of beide zijden met een geschikte connector 35 in het betreffende deel 10,20 van de gehoorinrichting steekt en dat aldus bijvoorbeeld qua lengte en kleur op de gebruiker kan worden afgestemd.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter voorgaand uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot het gegeven voorbeeld is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo biedt de uitvinding reeds voordeel bij slechts één van de verdere microfoons in het eerste toestelhuis respectievelijke tweede toestel huis. Ook kan het aantal verdere microfoons in elk van beide delen van de inrichting groter of kleiner worden gekozen en kan de positie worden gevarieerd.
Met voordeel biedt het in-het-oor gedragen toestelhuis 51, zie ook figuur 5, plaats aan een signaalverwerkingsinrichting 56 (digital sound processor), waarbij de signalen van een aantal microfoon(s) van het in-het-oor gedragen toestelhuis 52,54,55 verwerkt worden en de luidspreker 3 in het in-het-oor gedragen toestelhuis daardoor wordt aangestuurd. In het voorbeeld van figuur 5 gaat het daarbij om een tweetal microfoons 52,55 aan een proximate, naar een gehooringang gerichte zijde, naast een microfoon 54 aan een distale, naar het trommelvlies gerichte zijde. Hoewel de microfoons 5254,55 in de figuur schematisch daadwerkelijk distaai respectievelijk proximaal zijn getekend, kunnen in werkelijk de microfoons elders in het toestelhuis 51 zijn voorzien met een geluidsingang die distaai respectievelijk proximaal vanuit het toestelhuis opent.
De benodigde energie voor de signaalverwerkingsinrichting 56 kan worden voorzien vanuit het buiten-het-oor gedragen toestelhuis 58 via een elektrische verbinding 57 of anderszins worden gerealiseerd. Het buiten-het-oor gedragen toestelhuis 58 omvat daartoe een al of niet herlaadbare batterij 510. Verder kunnen in het buiten-het-oor gedragen toestelhuis 58 al of niet gestandaardiseerde communicatiemiddelen 511 zijn voorzien voor een draadloze of draad gebonden communicatie elektronische signaaloverdracht met een extern apparaat of toestel.
Bijvoorbeeld kan ook een steker of andere aansluiting 512 worden toegepast naar een extern apparaat 513 dat in de benodigde energie vóórziet, zoals bijvoorbeeld een telefoon of computer. Daarbij kan dan tevens een audiosignaal van een externe geluidsbron via een dergelijke elektronische verbinding naar de signaalverwerkingsinrichting worden gestuurd. Eveneens is er dan de mogelijkheid om de signaalvemerkingsinrichting te configureren en in te stellen met het aangesloten externe apparaat via de elektrische verbinding of een draadloze verbinding. Daartoe omvat het externe toestel of apparaat 513 een of meer bedieningselementen 514, zoals regelaars of een aanraak gevoelig scherm, om instellingen te wijzigen in de signaalverwerkingsinrichting 56 van het in-het-oor deel en/of een geluidsverwerkingseenheid 59 in liet buiten-het-oor deel 58. Deze laatste is optioneel en kan eventueel die van het in-het-oor gedragen deel 58 vervangen.
Binnen het kader van de uitvinding kan het buiten-het-oor gedragen deel ook worden toegepast in combinatie met een tweede in-het-oor gedragen deel, naast het eerste in-het-oor gedragen deel, dat dan in het andere oor van de gebruiker wordt gedragen. Dit is schematisch in figuur 6 weergegeven, waarbij overigens dit voorbeeld volledig met dat van figuur 5 overeenstemt. In dit geval kan voor het tweede in-het-oor gedragen deel een tweede buiten-het-oor gedragen toestelhuis worden uitgespaard. Behalve aan het oor kan het buiten het oor gedragen deel overigens ook elders aan, op, bij of in het lichaam van de gebruiker worden gedragen.
In het algemeen biedt de uitvinding dankzij de toepassing van verdere microfoons op ruimtelijk gescheiden posities in samenhang met een toegesneden en daarop afgestemd verwerkingsalgoritme dat als deel van verwerkingssoftware in de verwerkingsinrichting kan worden geladen en daardoor uitgevoerd een belangrijke verbetering als het gaat om de perceptie en kwaliteit van het aan de gebruiker afgeven geluid.

Claims (12)

1. Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een boortoestel, omvattende een in het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om volledig verzonken in een gehoorgang van een gebruiker te worden ontvangen, omvattende een buiten het oor gedragen deel, bestemd en ingericht om buiten de gehoorgang aan een oorschelp van de gebruiker te worden gedragen, en omvattende een elektronische schakeling, waarbij het in het oor gedragen deel een eerste toestelhuis omvat, waarin een eerste deel van de elektronische schakeling is ondergebracht, waarbij het buiten het oor gedragen deel een tweede toestelhuis omvat dat plaats Wedt aan een tweede deel van de elektronische schakeling, met het kenmerk dat het eerste deel van de elektronische schakeling ten minste een elektro-akoestische omzetter en een eerste microfoon omvat, dat de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon omvat, dat de elektronische schakeling een signaalverwerkingsinrichting omvat met ten minste één signaalingang waaraan de eerste microfoon en de ten minste ene verdere microfoon elektronisch zijn gekoppeld om daaraan een microfoonsignaal af te geven en met ten minste één signaaluitgang waarmee de elektro-akoestische omzetter is verbonden, en dat signaalverwerkingsinrichting althans laadbaar is met een verwerkingsalgoritme en aldus in staat en ingericht is om het uitgangssignaal te berekenen en aan te bieden als algoritmische resultante van ten minste de microfoonsignalen van de eerste microfoon en de ten minste ene verdere microfoon.
2. Gehoorinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het tweede toestelhuis bestemd en ingericht is om buiten de gehoorgang aan een oorschelp van de gebruiker te worden gedragen, en dat het tweede deel van de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon omvat die nabij een bovenzijde van het tweede toestelhuis is voorzien.
3. Gehoorinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de signaalverwerkingsinrichting, geladen met het verwerkingsalgoritme, in staat en ingericht is om een tijdcorrectie toe te passen tussen het microfoonsignaal van de eerste microfoon enerzijds en de één of meer microfoonsignalen van de ten minste ene verdere microfoon anderzijds.
4. Gehoorinrichting volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk dat de ten minste ene verdere microfoon een groep van een aantal ruimtelijk gescheiden microfoons omvat die nabij een bovenzijde van het tweede toestelhuis is voorzien.
5. Gehoorinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het tweede deel van de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon omvat die aan een achterzijde van het tweede toestelhuis is voorzien.
6. Gehoorinrichting volgens conclusie Smet het kenmerk dat de ten minste ene verdere microfoon een groep van een aantal ruimtelijk gescheiden microfoons omvat die aan een achterzijde van het tweede toestelhuis is voorzien. 7 Gehoorinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eerste deel van de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon in het in-het-oor deel omvat met een geluidsingang die naar een trommelvlies van de gebruiker is gericht.
8. Gehoorinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eerste deel van de elektronische schakeling ten minste één verdere microfoon in het in-het-oor deel omvat met een geluidsingang die naar een ingang van de gehoorgang is gericht.
9. Gehoorinrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat de ten minste ene verdere microfoon een groep van een aantal ruimtelijk gescheiden microfoons omvat met ieder een geluidsingang die naar de ingang van de gehoorgang is gericht.
10. Gehoorinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het tweede toestelhuis is opgenomen in een vervormbare huls die in staat en ingericht is om zich aan te passen aan een lokale natuurlijke anatomie van de gehoorgang.
11. Gehoorinrichting volgens conclusie 1 § met het kenmerk dat de huls ten minste één beluchtingskanaal omvat dat een open luchtweg verzorgt tassen een proximate, naar een ingang van de gehoorgang gewende zijde en een tegenover gelegen distale, naar het rommelvlies gewende zijde daarvan.
12. Gehoorinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusie met het kenmerk dat het tweede deel van de elektronische schakeling in het tweede toestelhuis ten minste de signaalverwerkingsinrichting en een elektronische voeding omvat.
13. Gehoorinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusie met het kenmerk dat het eerste deel van de elektronische schakeling en het tweede deel van de elektronische schakeling door middel van een kabelverbinding tussen het eerste toestelhuis en het tweede toestelhuis onderling zijn verbonden, en dat de kabelverbinding aan ten minste één uiteinde een connector omvat voor een losneembare verbinding met ten minste één van het eerste toestelhuis en het tweede toestelhuis.
NL2014433A 2015-03-10 2015-03-10 Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een hoortoestel. NL2014433B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014433A NL2014433B1 (nl) 2015-03-10 2015-03-10 Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een hoortoestel.
PCT/NL2016/050169 WO2016144173A1 (en) 2015-03-10 2016-03-10 Personal listening device, in particular a hearing aid
EP16720925.3A EP3269154A1 (en) 2015-03-10 2016-03-10 Personal listening device, in particular a hearing aid
US15/556,850 US20180020295A1 (en) 2015-03-10 2016-03-10 Personal listening device, in particular a hearing aid

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014433A NL2014433B1 (nl) 2015-03-10 2015-03-10 Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een hoortoestel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2014433B1 true NL2014433B1 (nl) 2016-10-13

Family

ID=53539895

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014433A NL2014433B1 (nl) 2015-03-10 2015-03-10 Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een hoortoestel.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20180020295A1 (nl)
EP (1) EP3269154A1 (nl)
NL (1) NL2014433B1 (nl)
WO (1) WO2016144173A1 (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10967298B2 (en) 2012-03-15 2021-04-06 Flodesign Sonics, Inc. Driver and control for variable impedence load
US9458450B2 (en) 2012-03-15 2016-10-04 Flodesign Sonics, Inc. Acoustophoretic separation technology using multi-dimensional standing waves
US10704021B2 (en) 2012-03-15 2020-07-07 Flodesign Sonics, Inc. Acoustic perfusion devices
US9950282B2 (en) 2012-03-15 2018-04-24 Flodesign Sonics, Inc. Electronic configuration and control for acoustic standing wave generation
CA2935960C (en) 2014-01-08 2023-01-10 Bart Lipkens Acoustophoresis device with dual acoustophoretic chamber
JP6631530B2 (ja) * 2014-10-30 2020-01-15 ソニー株式会社 音響出力装置
US11021699B2 (en) 2015-04-29 2021-06-01 FioDesign Sonics, Inc. Separation using angled acoustic waves
US11708572B2 (en) 2015-04-29 2023-07-25 Flodesign Sonics, Inc. Acoustic cell separation techniques and processes
US11420136B2 (en) 2016-10-19 2022-08-23 Flodesign Sonics, Inc. Affinity cell extraction by acoustics
US11377651B2 (en) 2016-10-19 2022-07-05 Flodesign Sonics, Inc. Cell therapy processes utilizing acoustophoresis
US11459540B2 (en) 2015-07-28 2022-10-04 Flodesign Sonics, Inc. Expanded bed affinity selection
US11474085B2 (en) 2015-07-28 2022-10-18 Flodesign Sonics, Inc. Expanded bed affinity selection
US11214789B2 (en) 2016-05-03 2022-01-04 Flodesign Sonics, Inc. Concentration and washing of particles with acoustics
US11085035B2 (en) 2016-05-03 2021-08-10 Flodesign Sonics, Inc. Therapeutic cell washing, concentration, and separation utilizing acoustophoresis
KR102439221B1 (ko) 2017-12-14 2022-09-01 프로디자인 소닉스, 인크. 음향 트랜스듀서 구동기 및 제어기
DK3525488T3 (da) * 2018-02-09 2020-11-30 Oticon As Høreanordning, der omfatter en stråleformerfiltreringsenhed til reduktion af feedback
US10939216B2 (en) 2018-02-28 2021-03-02 Starkey Laboratories, Inc. Health monitoring with ear-wearable devices and accessory devices
US11716580B2 (en) 2018-02-28 2023-08-01 Starkey Laboratories, Inc. Health monitoring with ear-wearable devices and accessory devices
US20190268705A1 (en) 2018-02-28 2019-08-29 Starkey Laboratories, Inc. Modular hearing assistance system
DE102018207922A1 (de) * 2018-05-18 2019-11-21 Vibrosonic Gmbh Mehrteiliges, tief im Gehörgang platziertes Trommelfell-Kontakt-Hörgerät
US10911878B2 (en) 2018-12-21 2021-02-02 Starkey Laboratories, Inc. Modularization of components of an ear-wearable device

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1851996A1 (en) * 2005-02-25 2007-11-07 Starkey Laboratories, Inc. Microphone placement in hearing assistance devices to provide controlled directivity
WO2008010716A2 (en) * 2006-07-21 2008-01-24 Exsilent Research B.V. Hearing aid, expansion unit and method for manufacturing a hearing aid
US20090071486A1 (en) * 2007-08-22 2009-03-19 Personics Holdings Inc. Orifice insertion devices and methods
US20100092016A1 (en) * 2008-05-27 2010-04-15 Panasonic Corporation Behind-the-ear hearing aid whose microphone is set in an entrance of ear canal
US20140185849A1 (en) * 2012-12-28 2014-07-03 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization
US20140219487A1 (en) * 2011-07-18 2014-08-07 Exsilent Research B.V. Listening support device, in particular a hearing aid, and a compressible case for application therewith

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10249416B4 (de) * 2002-10-23 2009-07-30 Siemens Audiologische Technik Gmbh Verfahren zum Einstellen und zum Betrieb eines Hörhilfegerätes sowie Hörhilfegerät
US9338561B2 (en) * 2012-12-28 2016-05-10 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1851996A1 (en) * 2005-02-25 2007-11-07 Starkey Laboratories, Inc. Microphone placement in hearing assistance devices to provide controlled directivity
WO2008010716A2 (en) * 2006-07-21 2008-01-24 Exsilent Research B.V. Hearing aid, expansion unit and method for manufacturing a hearing aid
US20090071486A1 (en) * 2007-08-22 2009-03-19 Personics Holdings Inc. Orifice insertion devices and methods
US20100092016A1 (en) * 2008-05-27 2010-04-15 Panasonic Corporation Behind-the-ear hearing aid whose microphone is set in an entrance of ear canal
US20140219487A1 (en) * 2011-07-18 2014-08-07 Exsilent Research B.V. Listening support device, in particular a hearing aid, and a compressible case for application therewith
US20140185849A1 (en) * 2012-12-28 2014-07-03 Gn Resound A/S Hearing aid with improved localization

Also Published As

Publication number Publication date
EP3269154A1 (en) 2018-01-17
WO2016144173A1 (en) 2016-09-15
US20180020295A1 (en) 2018-01-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2014433B1 (nl) Persoonlijke gehoorinrichting, in het bijzonder een hoortoestel.
EP3675526B1 (en) A method of determining a status of an acoustic feedback path of a head wearable hearing device and a head wearable hearing device
AU2010201189B2 (en) System for automatic fitting using real ear measurement
DK2238772T3 (en) The modular hearing device
US20190037321A1 (en) Hearing aid device and method for feedback reduction
EP2238773B1 (en) Hearing instrument with a wall formed by a printed circuit board
CN106888414A (zh) 具有闭塞耳朵的说话者的自身语音体验的控制
EP1705950B1 (en) Method for individually fitting a hearing instrument
US20130322669A1 (en) Method for remote fitting of a hearing device
US10917729B2 (en) Neutralizing the effect of a medical device location
US20150163606A1 (en) Visual indicators for a hearing aid
US10448177B2 (en) Methods and devices for correct and safe placement of an in-ear communication device in the ear canal of a user
EP2091267A1 (en) Receiver module for a hearing device, hearing device and hearing device earpiece
DK2705676T3 (en) Hearing aid with acoustic driver
US8848955B2 (en) Deep-ear-canal hearing device
US20210377673A1 (en) Method of determining a status of an acoustic feedback path of a head wearable hearing device and a head wearable hearing device
EP4124060A1 (en) Hearing instrument
US20230199411A1 (en) Hearing aid configured to perform a recd measurement
Dillon Hearing Aids
DK2238773T3 (en) Hearing aid with a wall formed by a printed circuit board
CN115702789A (zh) 用于借助听力仪器创建被测试人员的听力图的方法
Mejia et al. The occlusion effect and its reduction

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210401