Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL2005420C2 - Inrichting voor het verplaatsen van eieren, werkwijze voor het installeren van zo een inrichting en werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren. - Google Patents

Inrichting voor het verplaatsen van eieren, werkwijze voor het installeren van zo een inrichting en werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren. Download PDF

Info

Publication number
NL2005420C2
NL2005420C2 NL2005420A NL2005420A NL2005420C2 NL 2005420 C2 NL2005420 C2 NL 2005420C2 NL 2005420 A NL2005420 A NL 2005420A NL 2005420 A NL2005420 A NL 2005420A NL 2005420 C2 NL2005420 C2 NL 2005420C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
station
eggs
egg
frame
conveyor
Prior art date
Application number
NL2005420A
Other languages
English (en)
Inventor
Albrecht Hendrik Jansen
Original Assignee
A H Jansen Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A H Jansen Holding B V filed Critical A H Jansen Holding B V
Priority to NL2005420A priority Critical patent/NL2005420C2/nl
Priority to EP11758573.7A priority patent/EP2621836B1/en
Priority to PCT/NL2011/050606 priority patent/WO2012044156A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2005420C2 publication Critical patent/NL2005420C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/52Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices
    • B65G47/56Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices to or from inclined or vertical conveyor sections
    • B65G47/57Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices to or from inclined or vertical conveyor sections for articles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/14Nest-boxes, e.g. for singing birds or the like
    • A01K31/16Laying nests for poultry; Egg collecting
    • A01K31/165Egg collecting or counting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/30Details; Auxiliary devices
    • B65G17/32Individual load-carriers
    • B65G17/36Individual load-carriers having concave surfaces, e.g. buckets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • B65G2201/0202Agricultural and processed food products
    • B65G2201/0208Eggs

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)

Description

Inrichting voor het verplaatsen van eieren, werkwijze voor het installeren van zo een inrichting en werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren
De uitvinding betreft een inrichting voor het verplaatsen van eieren. De uitvinding 5 betreft tevens een werkwijze voor het installeren van zo een inrichting. De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren.
Eieren worden gebruikelijkerwijs in stallen van aanzienlijke omvang door een grote hoeveelheid in hokken gehouden pluimvee, zoals kippen, gelegd. Deze eieren worden 10 vervolgens uit de hokken naar een toevoerkanaal voor eieren geleid. Vanuit het toevoerkanaal worden de eieren vervolgens verder verwerkt, zoals het reinigen, op omvang en/of gewicht sorteren en in dozen inpakken van de eieren.
Het is reeds bekend om vanaf het toevoerkanaal de eieren naar een andere locatie te 15 verplaatsen, bijvoorbeeld omdat het op deze andere locatie verwerken van eieren gemakkelijker is. Een bekende inrichting omvat hiertoe een frame, ten minste één op een eerste hoogte met het frame verbonden eerste opnamestation voor via een toevoerkanaal toegevoerde eieren, een op een tweede hoogte met het frame verbonden afgiftestation voor de eieren en een door het frame gedragen, zich langs het ten minste 20 ene opnamestation en het afgiftestation uitstrekkende transporteur voor het transporteren van de eieren van het ten minste ene opnamestation naar het afgiftestation.
Deze bekende inrichting is slechts beperkt inzetbaar, doordat gebruikelijk de locatie van het aanvoerkanaal in de stal voor pluimvee niet met de gewenste nauwkeurigheid 25 bekend is. Aangezien een goede aansluiting van het opnamestation op het toevoerkanaal gewenst is teneinde breuk van eieren te voorkomen, dient deze bekende inrichting gebruikelijk te worden aanpast alvorens deze kan worden gebruikt. Dit is hinderlijk.
Er is dan ook behoefte aan een inrichting voor het verplaatsen van eieren waarbij 30 bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk zijn verminderd.
Een doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in bovengenoemde behoefte.
2
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het verplaatsen van eieren van de bovengenoemde soort, die is gekenmerkt doordat het eerste opnamestation op verschillende hoogten met het frame verbindbaar is. Hierdoor kan de inrichting volgens de uitvinding eenvoudig worden geïnstalleerd in afhankelijkheid van hoogte van het 5 toevoerkanaal. De hoogte van het opnamestation kan hierdoor eenvoudig worden afgestemd op de hoogte van het toevoerkanaal zonder dat de hoogte van het toevoerkanaal vooraf bekend is, waarbij het risico op breuk van via het toevoerkanaal richting het opnamestation toegevoerde eieren is verminderd. Opgemerkt zij dat hoewel het opnamestation en afgiftestation losmaakbaar met het frame verbindbaar zijn, deze 10 onderdeel zijn van de inrichting.
Het opnamestation kan op zeer diverse wijzen op verschillende hoogten met het frame verbindbaar zijn. Zo kan het frame een steun omvatten, voorzien van op onderlinge verticale afstand gelegen openingen. Indien het opnamestation eveneens van één of 15 meerdere openingen is voorzien, kan het opnamestation door middel van een boutverbinding met de steun worden verbonden. Ook kan het frame en het opnamestation zijn ingericht voor het op de locatie waar de inrichting wordt gebruikt op een gewenste hoogte worden voorzien van openingen, zoals door het boren van gaten. Dit maakt de inrichting zeer flexibel, doordat een installateur op vele gewenste locaties 20 de openingen kan aanbrengen. Het frame kan eveneens zeer divers zijn uitgevoerd. Het frame strekt zich bij voorkeur hoofdzakelijk in verticale richting uit, waardoor de inrichting minder ruimte inneemt, in het bijzonder minder oppervlak van de ondergrond van de stal waarin de inrichting is geplaatst.
25 In een praktische uitvoeringsvorm omvat de inrichting ten minste een tweede opnamestation dat op verschillende hoogten met het frame verbindbaar is, waarbij de transporteur zich uitstrekt langs ten minste het tweede opnamestation en het afgiftestation en waarbij de transporteur is ingericht voor het transporteren van de eieren van ten minste het eerste en het tweede opnamestation naar het afgiftestation. Hierdoor 30 kunnen via ten minste twee toevoerkanalen toegevoerde eieren eenvoudig worden verenkeld naar een afgiftestation. Doordat slechts een enkel afgiftestation aanwezig is, kunnen de stromen eieren worden geconcentreerd tot een enkele stroom. Dit verbetert het logistieke proces van het verder verwerken van eieren.
3
In een uitvoeringsvorm is de transporteur een eindloze transporteur, die is voorzien van twee eindloze kettingen waartussen een aantal eihouders is aangebracht, waarbij de kettingen elk zijn geleid langs in het frame en in de stations gelagerde geleidewielen. Hiermee wordt niet alleen een constructief eenvoudige inrichting verschaft, tevens 5 maakt een dergelijk eindloze transporteur het mogelijk lege eihouders van het afgiftestation naar het opnamestation te verplaatsen, zonder verstoring van de verplaatsing van de gevulde eihouders van het opnamestation naar het afgiftestation.
Een dergelijk eindloze transporteur maakt tevens een continu transport van eieren mogelijk. Nog een voordeel van toepassing van een transporteur is dat het traject van de 10 transporteur zich aanpast aan de veranderbare hoogte van het opnamestation, zonder dat de lengte van de transporteur zelf verandert.
In nog een uitvoeringsvorm zijn de kettingen elk over een door een elektromotor aandrijfbare tandkrans geleid voor het aandrijven van de kettingen in een richting 15 waarin het zich naar een opnamestation leidend traject in bovenwaartse richting wordt afgelegd. Hierdoor worden de eieren vanaf de opnamestations naar boven bewogen, hetgeen de constructie van de opnamestations vereenvoudigt.
De eihouders kunnen op diverse wijze met de transporteur zijn verbonden. Bij voorkeur 20 zijn de eihouders elk aan weerszijden schamierbaar om een zich in hoofdzaak horizontale richting boven het zwaartepunt van de eihouders uitstrekkende as met de kettingen verbonden. Hierdoor worden de langwerpige eihouders niet alleen in een horizontale richting gehouden, onafhankelijk van de bewegingsrichting van de kettingen van de transporteur, maar zullen de eihouders door de zwaartekracht dusdanig en 25 onafhankelijk van de oriëntatie van de transporteur worden georiënteerd dat het risico dat met name tijdens het verplaatsen van de eieren, door de eihouders gedragen eieren zich tot buiten de eihouders verplaatsen nihil is.
Tevens kunnen de eihouders op diverse wijze zijn uitgevoerd. Zo kunnen de eihouders 30 een van een toe- en/of afvoeropening voorziene behuizing omvatten die een opnameruimte omsluit. In nog een uitvoeringsvorm omvatten de eihouders elk twee zich parallel horizontaal uitstrekkende onderling verbonden steunen die zijn ingericht voor het ondersteunen van ten minste twee eieren. Dergelijke eihouders hebben een grote capaciteit voor het houden van eieren, met een verminderd risico op breuk van de 4 eieren. De eihouders kunnen uit diverse materialen zijn vervaardigd. Het is echter voordelig indien ten minste de steunen uit een elastisch materiaal zijn vervaardigd, zoals een kunststof, hetgeen het risico op breuk van de eieren verder vermindert. De steunen kunnen ook door vormgeving een zekere mate van veerkracht hebben. Wel dient er zorg 5 voor te worden gedragen dat de steunen voldoende stevig zijn om de eieren te dragen.
Voor een constante aanvoer van eieren naar het afgiftestation zijn de eihouders op onderling gelijke afstand met de kettingen zijn verbonden.
10 Het kan niet worden uitgesloten dat vanaf de toevoerbaan af en toe eieren zonder schaal of gebroken eieren worden toegevoerd. Om te voorkomen dat dergelijke lekkende eieren al te veel vervuiling veroorzaken, omvat het op elk van de opnamestations aansluitende traject van de transporteur een component in de horizontale richting. De uit de eieren lekkende struif vervuilt de onderliggende eieren dan minder of niet, terwijl de 15 uit de eieren welke het horizontale traject afleggen druipende struif kan worden opgevangen in een onder het horizontale deel geplaatste bak.
Om het laadproces van de eieren te vereenvoudigen, omvat het naar elk van de opnamestations leidende traject van de transporteur een verticale component, waarbij de 20 afstand tussen de eihouders zodanig is gekozen dat een eerste eihouder een tot het opnamestation gevoerd ei blokkeert totdat een volgende eihouder naar een vooraf bepaalde afstand tot het opnamestation is bewogen. Hiermede worden de eieren tijdens de overgang van een verticale naar een horizontale beweging op de transporteur, in het bijzonder tot op de eihouders, verplaatst, hetgeen tezamen met de blokkering van de 25 eieren door de onderliggende eihouder, de kans op breuk sterk vermindert.
Het risico op breuk wordt verder verkleind indien ter plaatse van het ten minste ene opnamestation een geleidingselement is geplaatst dat is ingericht voor het door aangrijping op de eihouder ter plaatse van het opnamestation doen kantelen of om zijn 30 as doen verdraaien van de eihouder. Doordat de eihouder ter plaatse van het ten minste ene opnamestation is verdraaid kan een toegevoerd ei gemakkelijker in de eihouder worden geplaatst, aangezien door verdraaiing een deel van de eihouder naar boven is bewogen en verder rollen van de te laden eieren wordt voorkomen.
5
Bij voorkeur is het opnamestation voorzien van een zich over de breedte van de eihouders, hoofdzakelijk horizontaal tot in de baan van het opnamestation passerende, op een eihouder geplaatste eieren uitstrekkende flexibele drager, die is ingericht voor aansluiting op het toevoerkanaal en waarvan de flexibiliteit zodanig is dat deze eieren 5 kan dragen maar het opnamestation passerende, op een eihouder geplaatste eieren kan laten passeren. Hiermede is het mogelijk bij het tweede of daarop volgende station, de reeds in een stroomopwaarts gelegen station van eieren voorziene dragers tot langs het tweede of volgende station te bewegen zonder dat deze, voor toevoer van de te laden eieren noodzakelijke drager de beweging van deze eieren verstoort.
10
Een goedkope, gemakkelijk te vervangen uitvoeringsvorm voor de drager ontstaat wanneer de drager een borstel omvat, waarvan de haren zich met een component in de bewegingsrichting van de eieren uitstrekken. Dit blijkt nog weer verder het risico op breuk van de eieren te verminderen, doordat haren van de borstel onder het gewicht van 15 een ei neerwaarts deformeren en daarmee de afstand van de drager tot de eihouders verminderen, terwijl voorts verontreinigingen van de eieren worden afgeborsteld.
Zoals reeds is toegelicht, neemt de flexibiliteit van de inrichting toe indien het afgiftestation op verschillende hoogte met het frame verbindbaar is. Hierdoor kan een 20 gebruiker de hoogte van het afgiftestation naar wens instellen. Bij voorkeur is de transporteur eindloos, zodat het traject van de transporteur zich aanpast aan de hoogte van het afgiftestation, zonder dat de lengte van het traject verandert in afhankelijkheid van de hoogte van het afgiftestation.
25 Voor het gecontroleerd afgeven van eieren is ter plaatse van het afgiftestation een geleidingselement geplaatst dat is ingericht voor het door aangrijping op de eihouder ter plaatse van het afgiftestation doen kantelen van de eihouder om zijn as. In een voordelige uitvoeringsvorm is het afgiftestation hierbij voorzien van ten minste één dringelement dat is ingericht om tussen de steunen van de eihouders te steken wanneer 30 de eihouders zijn gekanteld en voor het tot uit de gekantelde eihouders dringen van de op de eihouders gedragen eieren.
In een eenvoudige constructie omvatten de geleidingselementen elk een volgens een contour gevouwen, met het frame verbonden plaat die is ingericht om aan te grijpen op 6 een slepend deel van de eihouders. Opgemerkt wordt dat slechts een enkel een geleidingselement vormende plaat kan zijn aangebracht, maar dat er tevens twee of meer van dergelijke platen kunnen zijn voorzien. Zij kunnen direct tegen de zijwanden van het frame zijn aangebracht, maar zij kunnen eveneens van op afstand van de 5 zijwanden zijn geplaatst.
De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het installeren van een inrichting voor het verplaatsen van eieren, omvattende de volgende stappen: het plaatsen van een frame, het met het frame verbinden van een opnamestation op een zodanige hoogte dat 10 een toevoerkanaal voor het aan de inrichting toevoeren van eieren aansluit op het opnamestation, het met het frame verbinden van een afgiftestation op een zodanige hoogte dat het afgiftestation aansluit op een afvoerkanaal voor het van de inrichting afvoeren van eieren en het plaatsen van een door het frame gedragen, zich langs het ten minste ene opnamestation en het afgiftestation uitstrekkende transporteur voor het 15 transporteren van de eieren van het ten minste ene opnamestation naar het afgiftestation.
Voor de voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verwezen naar de voordelen van de inrichting volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven.
In een eerste uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het met het frame verbinden van een 20 tweede opnamestation op een zodanige hoogte dat een tweede toevoerkanaal voor het aan de inrichting toevoeren van eieren aansluit op het opnamestation; en het langs het tweede opnamestation leiden van de transporteur. Hierdoor kunnen via ten minste twee toevoerkanalen toegevoerde eieren eenvoudig worden verenkeld naar een afgiftestation.
25 De uitvinding verschaft voorts een werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren, omvattende de stappen van het op een eerste opnamestation op een eerste hoogte aan een eindloze transporteur toevoeren van de eieren en het op een afgiftestation op een tweede hoogte van de eindloze transporteur aan een afVoerorgaan toevoeren van de eieren. Voor de voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding 30 wordt verwezen naar de voordelen van de inrichting volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze worden op een tweede opnamestation op een derde hoogte aan de eindloze transporteur eieren toegevoerd. Hierdoor kunnen via ten 7 minste twee toevoerkanalen toegevoerde eieren eenvoudig worden verenkeld naar een afgiftestation.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in volgende figuren 5 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1: een perspectivisch aanzicht op een inrichting voor het verplaatsen van eieren overeenkomstig de uitvinding; figuur 2a: een zijaanzicht op een detail van een opnamestation van de inrichting volgens 10 figuur 1; figuur 2b: een met figuur 2a overeenkomend zijaanzicht bij een andere positie van het transportorgaan; figuur 2c: een met figuren 2a en 2b overeenkomend zijaanzicht bij weer een andere positie van het transportorgaan; 15 figuur 3a: een zijaanzicht op een detail van een afgiftestation van de inrichting volgens figuur 1; figuur 3b: een met figuur 3a overeenkomend zijaanzicht bij een andere positie van het transportorgaan; figuur 3c: een met figuren 3a en 3b overeenkomend zijaanzicht bij een weer een andere 20 positie van het transportorgaan; figuur 3d: een met figuren 3a, 3b en 3c overeenkomend zijaanzicht bij een vierde positie van het transportorgaan;en figuur 4: een perspectivisch aanzicht op een eihouder van de inrichting volgens figuur 1.
25 Onder verwijzing naar figuur 1 wordt een in zijn geheel met 1 aangeduide inrichting voor het verplaatsen van eieren getoond. De inrichting 1 omvat een zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekkend frame 2. Aan de onderzijde van het frame 2 zijn twee langwerpige zich in horizontale richting uitstrekkende steunelementen 3 met het frame 2 verbonden. Aan beide einden van de steunelementen 3 zijn van een rem voorziene 30 wielen 4 geplaatst, voor het verplaatsbaar ondersteunen van het frame 2. Het frame 2 omvat voorts twee aan weerszijde van het frame 2 op een onderlinge afstand L gelegen wanddelen 2a en 2b.
8
Aan een eerste zijde van het frame 2 zijn twee opnamestations 5a, 5b voor via een toevoerkanaal toegevoerde eieren boven elkaar met het frame 2 verbonden. Aan de tegenoverliggende zijde van het frame 2 is een afgiftestation 6 voor eieren met het frame 2 verbonden. De twee opnamestations 5a en 5b omvatten elk zijwanden 5c, 5d 5 respectievelijk 5e, 5f en het afgiftestation 6 omvat zijwanden 6a, 6b, waarbij de afstand tussen de paarsgewijs tegenoverliggende zijwanden 5c en 5d van het opnamestation 5a, 5 e en 5 f, van het opnamestation 5b en 6a en 6b van het afgiftestation 6 kleiner is dan de afstand L tussen de wanddelen 2a en 2b van het frame 2. Hierdoor kunnen de opnamestations 5a en 5b en het afgiftestation 6 ten minste gedeeltelijk tussen de 10 wanddelen 2a en 2b van het frame 2 worden geplaatst.
De inrichting 1 omvat tevens een door het frame 2 gedragen, zich langs de opnamestations 5 a en 5b en het afgiftestation 6 uitstrekkende eindeloze transporteur. Zoals tevens blijkt uit de figuren 2a, 2b, 2c en 3a, 3b, 3c en 3d is de transporteur 15 gevormd door twee op onderlinge afstand gelegen eindloze kettingen 7, waarvan er in de hier getoonde uitvoeringsvorm slechts één zichtbaar is, die elk zijn geleid langs in het frame 2, de opnamestations 5a, 5b en het afgiftestation 6 gelagerde geleidewielen 8. De kettingen 7 zijn elk over een door een met het afgifte station 6 verbonden elektromotor 9 aandrijfbare tandkrans 10 geleid voor het aandrijven van de kettingen 7 20 in de richting van de pijlen PI. Tussen de twee kettingen 7 zijn meerdere eihouders 11 aangebracht, die elk aan weerszijden schamierbaar om een zich in hoofdzaak horizontale richting boven het zwaartepunt van de eihouders 11 uitstrekkende as met de kettingen 7 zijn verbonden.
25 Het naar elk van de opnamestations 5a, 5b leidende, stroomopwaarts gelegen traject van de kettingen 7 omvat een verticale component, waarbij de onderlinge afstand tussen de eihouders 11 zodanig is gekozen dat een eerste eihouder 11 een tot een opnamestation 5a, 5b gevoerd ei blokkeert totdat een volgende, ondergelegen eihouder 11 een vooraf bepaalde afstand tot het opnamestation 5 heeft bereikt, zoals in figuur 2 is weergegeven. 30 Het op elk van de twee opnamestations 5a,5b aansluitende, stroomafwaarts gelegen traject van de transporteur omvat een component in de horizontale richting. Hierdoor kunnen eieren eenvoudig worden opgenomen in de houders 11 en uit de houders 11 worden genomen. Voor een meer gedetailleerde weergave van de eihouders 11 wordt verwezen naar figuur 4.
9
Naar elk van de opnamestations 5a, 5b leidt een niet in de tekening weergegeven toevoerkanaal. De toevoerkanalen zijn aandrijfbaar door met de opnamestations 5a, 5b verbonden elektromotoren 19, welke elektromotoren 19 daartoe een geschikt 5 krachtoverbrengelement, zoals een tandkrans omvatten. De twee opnamestations 5a, 5b zijn elk voorzien van een zich over de breedte van de eihouders 11, van het betreffende toevoerkanaal hoofdzakelijk horizontaal tot in de baan van de twee opnamestations 5 passerende, op een eihouder 11 geplaatste eieren 12 uitstrekkende drager 13. De drager 13 omvat een borstel 14, waarvan de haren 14a zich met een component in de 10 bewegingsrichting van de eieren 12 uitstrekken. Door de flexibiliteit van de borstel 14 kunnen eieren door de drager 13 worden gedragen, terwijl het opnamestation 5 passerende, in een eihouder 11 geplaatste eieren 12 de drager 13 kunnen passeren, zoals in figuur 2a getoond is.
15 Voorts omvatten beide opnamestations 5a, 5b ten minste één van een contour 21 voorziene contourplaat 20. Deze contourplaten 20, die tegen op korte afstand van de binnenzijde van één van de of van beide zijwanden 5c, 5d, respectievelijk 5e, 5f van de opnamestations 5a, respectievelijk 5b zijn aangebracht, dienen voor het door middel van glijdend contact tussen de eihouders 11 en de contour 21 van de contourplaten 20 doen 20 kantelen van de passerende eihouders 11, zoals ook uit de figuren 2a, 2b en 2c blijkt.
Ook het afgiftestation 6 is voorzien van een van een contour 23 voorziene contourplaat 22. Ook hier dient de contour 23 voor het door glijdend contact tussen de contour 23 en de eihouders 11 doen kantelen van de eihouders 11, in dit geval voor het zodanig doen 25 kantelen dat de eieren 12 de eihouders 11 verlaten. Evenals bij de opnamestations 5a,5b, is de contourplaat 22 ingericht om aan te grijpen op to de eihouders 11 behorende staafvormige steunen 1 la.
Het afgiftestation 6 is voorzien van een omgezette plaat 15. Deze plaat 15 strekt zich 30 hoofdzakelijk horizontaal uit, waarbij het omgezette deel zich schuin naar beneden uitstrekt, zoals in de figuren 3 is getoond. De omgezette plaat 15 is van insnijdingen voorzien, om plaats te bieden aan verbindingselementen 1 lb van de eihouders 11. De omgezette plaat 15 is immers zodanig geplaatst dat deze zich tot tussen de steunen 1 la van de eihouders 11 uitstrekt.
10
In figuur 4 is een eihouder 11 afgebeeld. De eihouders 11 omvatten elk twee zich parallel horizontaal uitstrekkende, onderling verbonden staafvormige steunen 1 la. De steunen 1 la zijn aan weerszijden en op tussenliggende posities onderling verbonden 5 door verbindingselementen 1 lb. Voorts zijn aan de einden van de steunen 1 lb hoofdzakelijk cirkelsegmentvormige koppelelementen 1 lc aangebracht, die beide zijn voorzien van een asstomp lid om elk roteerbaar om een horizontale as te worden verbonden met de kettingen 7. Aan beide koppelelementen is een nok 11e bevestigd. De eihouder 11 is zijn geheel integraal gevormd uit kunststof, bijvoorbeeld door 10 spuitgieten.
Het installeren van de inrichting vindt als volgt plaats. Het frame 2 wordt op een gewenste locatie in aansluiting op toevoerkanalen voor eieren geplaatst. Daarna wordt de gewenste hoogte van de twee opnamestations 5a, 5b bepaald, bijvoorbeeld door de 15 hoogte van de aanvoerkanalen die in de ruimte uitmonden te bepalen. De twee opnamestations 5a, 5b worden vervolgens op de gewenste hoogte tussen de wanddelen 2a, 2b van het frame 2 gehouden. Door nu één of meerdere gaten door de wanddelen 2a en 2b van het frame 2 en door de wanden 5c, 5d en 5e, 5f van de opnamestations 5a respectievelijk 5b te boren en vervolgens door de geboorde openingen een 20 boutverbinding aan te brengen, worden de wanddelen 2a, 2b van het frame 2 en de wanden 5c, 5d en 5e, 5f van de twee opnamestations 5a respectievelijk 5b onderling verbonden. Op vergelijkbare wijze wordt het afgiftestation 6 met het frame 2 verbonden. Nadat de twee opnamestations 5a, 5b en het afgiftestation 6 met het frame 2 zijn verbonden, worden de eindeloze kettingen 7 om de geleidewielen 8 geplaatst.
25
Vervolgens wordt aan de hand van figuur 2 toegelicht hoe vanuit een afvoerkanaal tot in eihouders 11 eieren 12 worden geplaatst.
De inrichting 1 is nabij een aanvoerkanaal voor eieren geplaatst. Het aanvoerkanaal 30 voert de eieren 12 tot op de drager 13. De eieren 12 worden naar de eihouders 11 toe verplaatst, zoals in figuur 2a getoond is. Vervolgens worden de eieren 12 over een als drager fungerende borstel 14 geleid. Langs het vrije einde van de borstel 14 worden in een continue beweging de eihouders 11 geleid. De contouren 21 van de contourplaten 20 grijpen aan op de staafvormige eisteunen 11a van de eihouders 11. Hierdoor kantelt 11 de eihouder. De contourplaten 20 zijn zodanig gevormd dat de van de borstel 14 afgekeerde eisteun 11a van de eihouder 11 naar boven wordt verplaatst. Vanaf het toevoerkanaal toegevoerde eieren 12 dringen hierbij een op de borstel 14 gelegen ei 12 tot in de gekantelde eihouder 11. Doordat de aan de van de borstel 14 afgekeerde 5 eisteun 11a van de eihouder 11 naar boven is bewogen, is het risico dat een ei 12 tot voorbij deze opwaarts verdraaide steun 11a beweegt en van de eihouder 11 af valt klein. De eihouder 11 waarin een ei 12 is geplaatst wordt vervolgens naar boven en zijwaarts verplaatst door de kettingen 7. Deze eihouder 11 blokkeert daarbij op de borstel 14 gelegen eieren, waardoor wordt voorkomen dat op de borstel 14 gelegen eieren 12 te 10 diep tot in de onderliggende eihouder valt, waardoor de eieren zouden kunnen breken. Pas nadat de eihouder 11 waarin een ei 12 is geplaatst voldoende zijwaarts is bewogen, kunnen volgende eieren tot in de ondergelegen eihouder vallen, zoals in figuur 2c blijkt. De eieren 12 vallen dan slechts over een kleine hoogte tot in de eihouder 11, omdat deze eihouder naar boven is bewogen. Het hierboven beschreven proces herhaalt zich voor 15 opvolgende eieren 12.
In figuur 3 is het in het afgiftestation 6 plaatsvindende, vanuit de eihouders 11 afgeven van eieren 12 weergegeven. Door de continu aangedreven kettingen 7 worden eihouders 11 waarin eieren 12 zijn geplaatst naar het afgiftestation 6 toe bewogen, zoals in figuur 20 3a is weergegeven. Evenals bij de opnamestations 5a,5b, worden de eihouders 11 door de kettingen 7 langs de contourplaat 22 geleid. Hierdoor worden de eihouders 11 gekanteld opdat de in de eihouders 11 aanwezige eieren 12 de eihouders gemakkelijk verlaten, zoals in figuur 3 a is weergegeven. Het scheiden van de eieren van de eihouders wordt vergemakkelijkt door de aanwezigheid van de reeds beschreven gezette 25 plaat 15. Wanneer de eihouder zich in de in figuur 3b weergegeven positie bevindt, strekt de plaat 15 zich hierbij tussen de steunen 11a door uit tot in de ruimte waarin de eieren zich bevinden. Hierdoor worden de eieren 12 vanuit de eihouder 11 bewogen tot op het opvangelement 16. De afstand die de eieren 12 afleggen zonder ondersteuning tussen de plaat 15 en het opvangelement 16 is klein zodat het risico op breuk gering is 30 Door het verder verplaatsen van de geleegde eihouder 11 langs de plaat 15, zal de geleegde eihouder 11 verder kantelen en ruimte maken voor de opvolgende eihouder 11, die nog dient te worden geleegd, zoals in figuur 3c getoond is. Het proces wordt hierna herhaald voor opvolgende eihouders 11, hetgeen in figuur 3d getoond is.
12
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims (20)

1. Inrichting voor het verplaatsen van eieren, omvattende: een frame; 5. ten minste één op een eerste hoogte met het frame verbonden eerste opnamestation voor via een toevoerkanaal toegevoerde eieren; een op een tweede hoogte met het frame verbonden afgiflestation voor de eieren; en een door het frame gedragen, zich langs het ten minste ene opnamestation en 10 het afgiflestation uitstrekkende transporteur voor het transporteren van de eieren van het ten minste ene opnamestation naar het afgiflestation, met het kenmerk, dat het eerste opnamestation op verschillende hoogten met het frame verbindbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de inrichting ten minste een tweede opnamestation omvat dat op verschillende hoogten met het frame verbindbaar is, dat de transporteur zich uitstrekt langs ten minste het tweede opnamestation en het afgiftestation en dat de transporteur is ingericht voor het transporteren van de eieren van ten minste het eerste en het tweede opnamestation naar 20 de afgiflestation.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de transporteur een eindloze transporteur is, die is voorzien van twee eindloze kettingen waartussen een aantal eihouders is aangebracht en dat de kettingen elk zijn geleid langs in het frame en 25 in de stations gelagerde geleidewielen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kettingen elk over een door een elektromotor aandrijfbare tandkrans zijn geleid voor het aandrijven van de kettingen in een richting waarin het zich naar een opnamestation leidend traject in 30 bovenwaartse richting wordt afgelegd.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de eihouders elk aan weerszijden schamierbaar om een zich in hoofdzaak horizontale richting boven het zwaartepunt van de eihouders uitstrekkende as met de kettingen zijn verbonden.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de eihouders elk twee zich parallel horizontaal uitstrekkende onderling verbonden steunen omvatten die zijn ingericht voor het ondersteunen van ten minste twee eieren. 5
7. Inrichting volgens één der conclusies 4-6, met het kenmerk dat de eihouders op onderling gelijke afstand met de kettingen zijn verbonden.
8. Inrichting volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat 10 het op elk van de opnamestations volgende, aansluitende traject van de transporteur een component in de horizontale richting omvat.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 5-8, met het kenmerk, dat het naar elk van de opnamestations leidende traject van de transporteur een verticale component 15 omvat en dat de afstand tussen de eihouders zodanig is gekozen dat een eerste eihouder een tot het opnamestation gevoerd ei blokkeert totdat een op de eerste eihouder volgende eihouder het opnamestation tot op een vooraf bepaalde afstand is genaderd.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat ter plaatse van het ten 20 minste ene opnamestation een geleidingselement geplaatst is dat is ingericht voor het door aangrijping op de eihouder ter plaatse van het opnamestation doen verdraaien van de eihouder om zijn as.
11. Inrichting volgens een van de conclusies 5-10, met het kenmerk, dat het 25 opnamestation is voorzien van een zich over de breedte van de eihouders, hoofdzakelijk horizontaal tot in de baan van het opnamestation passerende, op een eihouder geplaatste eieren uitstrekkende flexibele drager, die is ingericht voor aansluiting op het toevoerkanaal en waarvan de flexibiliteit zodanig is dat deze eieren kan dragen maar het opnamestation passerende, op een eihouder geplaatste eieren kan laten passeren. 30
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de drager een borstel omvat, waarvan de haren zich met een component in de bewegingsrichting van de eieren uitstrekken.
13. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat het afgiftestation op verschillende hoogte met het frame verbindbaar is.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat ter plaatse van het 5 afgiftestation een geleidingselement geplaatst is dat is ingericht voor het door aangrijping op de eihouder ter plaatse van het afgiftestation doen kantelen van de eihouder om zijn as.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het afgiftestation is 10 voorzien van ten minste een dringelement dat is ingericht om tussen de steunen van de eihouders te steken wanneer de eihouders zijn gekanteld en voor het tot uit de gekantelde eihouders dringen van de op de eihouders gedragen eieren.
16. Inrichting volgens conclusie 10 of 15, met het kenmerk, dat de 15 geleidingselementen elk tenminste één volgens een contour gevormde, met het frame verbonden plaat omvatten die is ingericht om aan te grijpen op een slepend deel van de eihouders.
17. Werkwijze voor het installeren van een inrichting voor het verplaatsen van 20 eieren, omvattende de volgende stappen: het plaatsen van een frame; het met het frame verbinden van een opnamestation op een zodanige hoogte dat een toevoerkanaal voor het aan de inrichting toevoeren van eieren aansluit op het opnamestation; 25. het met het frame verbinden van een afgiftestation op een zodanige hoogte dat het afgiftestation aansluit op een afvoerkanaal voor het van de inrichting afvoeren van eieren; en het plaatsen van een door het frame gedragen, zich langs het ten minste ene opnamestation en het afgiftestation uitstrekkende transporteur voor het 30 transporteren van de eieren van het ten minste ene opnamestation naar het afgiftestation.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, gekenmerkt door het met het frame verbinden van een tweede opnamestation op een zodanige hoogte dat een tweede toevoerkanaal voor het aan de inrichting toevoeren van eieren aansluit op het tweede opnamestation; en het langs het tweede opnamestation leiden van de transporteur.
19. Werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren, omvattende de 5 stappen van: het op een eerste opnamestation op een eerste hoogte aan een eindloze transporteur toevoeren van de eieren; en het op een afgiftestation op een tweede hoogte van de eindloze transporteur aan een afVoerorgaan toevoeren van de eieren. 10
20. Werkwijze volgens conclusie 19, gekenmerkt door het op een tweede opnamestation op een derde hoogte aan de eindloze transporteur toevoeren van eieren.
NL2005420A 2010-09-29 2010-09-29 Inrichting voor het verplaatsen van eieren, werkwijze voor het installeren van zo een inrichting en werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren. NL2005420C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005420A NL2005420C2 (nl) 2010-09-29 2010-09-29 Inrichting voor het verplaatsen van eieren, werkwijze voor het installeren van zo een inrichting en werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren.
EP11758573.7A EP2621836B1 (en) 2010-09-29 2011-09-02 Device for transporting eggs and methods for installing and using the device
PCT/NL2011/050606 WO2012044156A1 (en) 2010-09-29 2011-09-02 Device for transporting eggs and methods for installing and using the device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005420A NL2005420C2 (nl) 2010-09-29 2010-09-29 Inrichting voor het verplaatsen van eieren, werkwijze voor het installeren van zo een inrichting en werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren.
NL2005420 2010-09-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005420C2 true NL2005420C2 (nl) 2012-04-02

Family

ID=44009898

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005420A NL2005420C2 (nl) 2010-09-29 2010-09-29 Inrichting voor het verplaatsen van eieren, werkwijze voor het installeren van zo een inrichting en werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2621836B1 (nl)
NL (1) NL2005420C2 (nl)
WO (1) WO2012044156A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102805041B (zh) * 2012-08-28 2014-04-16 广州市华南畜牧设备有限公司 一种横向集蛋机
CN102870693A (zh) * 2012-10-23 2013-01-16 镇江市丹徒区瑞通畜禽养殖专业合作社 鸡蛋自动传送装置
BR102016009259A2 (pt) 2016-04-26 2017-10-31 Gsi Brasil Indústria E Comércio De Equipamentos Agropecuarios Ltda. Modulavel lifting conveyor
US11178854B2 (en) 2019-01-10 2021-11-23 Moba Group B.V. Vertical egg washer and dryer such as integrated into an egg processing line

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6411305A (nl) * 1964-09-29 1966-03-30
GB1330820A (en) * 1971-11-22 1973-09-19 Michelbach A Device for conveying eggs
US4199051A (en) * 1978-01-25 1980-04-22 U.S. Industries, Inc. Egg transporting system
WO1987000398A1 (en) * 1985-07-17 1987-01-29 Kuehlmann Josef Egg transport device
US6343688B1 (en) * 1997-08-18 2002-02-05 Mckinlay Bruce Archibald Conveyor and escalator for transporting eggs and the like
DE202006003445U1 (de) * 2006-03-02 2007-07-12 Big Dutchman International Gmbh Fördervorrichtung für stoßempfindliche Produkte

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS62134033A (ja) * 1985-12-09 1987-06-17 株式会社 中嶋製作所 卵の移送装置

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6411305A (nl) * 1964-09-29 1966-03-30
GB1330820A (en) * 1971-11-22 1973-09-19 Michelbach A Device for conveying eggs
US4199051A (en) * 1978-01-25 1980-04-22 U.S. Industries, Inc. Egg transporting system
WO1987000398A1 (en) * 1985-07-17 1987-01-29 Kuehlmann Josef Egg transport device
US6343688B1 (en) * 1997-08-18 2002-02-05 Mckinlay Bruce Archibald Conveyor and escalator for transporting eggs and the like
DE202006003445U1 (de) * 2006-03-02 2007-07-12 Big Dutchman International Gmbh Fördervorrichtung für stoßempfindliche Produkte

Also Published As

Publication number Publication date
EP2621836A1 (en) 2013-08-07
WO2012044156A1 (en) 2012-04-05
EP2621836B1 (en) 2014-11-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2767604C (en) Article distribution and sorting system
NL2005420C2 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van eieren, werkwijze voor het installeren van zo een inrichting en werkwijze voor het ten minste in hoogte verplaatsen van eieren.
NL2002441C2 (nl) Transportsysteem.
JP6584109B2 (ja) 粉粒体の充填装置
KR20170046843A (ko) 농산물 선별기
WO2002044028A1 (en) Packaging apparatus and method
NL1030192C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het overzetten van langgerekte voedselproducten.
US4411366A (en) Device for grading products
EP2848134A1 (en) Apparatus and method for filling trays with rod-shaped smokers' articles
NL7902218A (nl) Inrichting voor het behandelen van doppen.
CN215438293U (zh) 一种用于滤棒输送装置的上料机构
EP0495173B1 (en) A system for transferring and emptying bowls
KR20190044476A (ko) 사과, 배 및 복숭아 씨 제거기
US2037808A (en) Discharging mechanism fob
NL2015418B1 (nl) Glijschoen voor een houder in een sorteerinrichting voor producten zoals groenten en fruit, houder en sorteerinrichting voorzien daarvan, en werkwijze daarvoor.
JP6567306B2 (ja) シール装置
EP4117832B1 (en) Method and apparatus for cleaning a stack of objects
NL9002671A (nl) Werkwijze en inrichting voor het op een lopende band plaatsen van voorwerpen.
JP2016179848A (ja) 容器クリーニング装置
JP6571959B2 (ja) 仕分装置
JPS6216412Y2 (nl)
JP6584110B2 (ja) フィルム分離装置
US8574044B2 (en) Belly hook assembly for a conveyor
JP2000157172A (ja) 製茶用垂直バケットコンベヤ
JP2016179845A (ja) カプセルの製造装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20151001