NL2003034C2

NL2003034C2 - Groep bloempotten.

Info

Publication number: NL2003034C2
Application number: NL2003034A
Authority: NL
Inventors: Huibert Starre
Original assignee: Boomkwekerij Van Der Starre B V
Priority date: 2009-06-17
Filing date: 2009-06-17
Publication date: 2010-12-20
Also published as: DK2263445T3; EP2263445B1; US20110005129A1; CA2707949A1; PL2263445T3; EP2263445A1

Description

Groep bloempotten.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een groep bloempotten die op een compacte wijze aangebracht zijn op een rechthoek.

5 Een dergelijke groep bloempotten is in de stand der techniek algemeen bekend.

Bij taps van boven naar beneden toelopende bloempotten bepaalt de dwarsdoorsnedevorm van de bovenrand het aantal van dergelijke bloempotten die op een bepaald oppervlak geplaatst kunnen worden. Dat oppervlak kan een transportoppervlak zijn zoals het oppervlak van een Eurocontainer of van een 10 zogenaamde Deense kar. Een Deense kar wordt gebruikt in tuinderijen en op veilingen bij transport van bloempotten naar de verkoopplaats. Verdere oppervlakken die van belang zijn, zijn het schapoppervlak waar de bloempotten aan de consument (eind klant) te koop aangeboden worden, teeltbed waar het gewas gekweekt wordt en presentatietafels.

15 In de stand der techniek is het bekend het bovenoppervlak van een bloempot rechthoekig uit te voeren. Een voorbeeld daarvan wordt gevonden in de Europese aanvrage 1208739 ten name van Huibert van der Starre.

Een constructief blok dat de vorm heeft van een afgeknotte piramide is bekend uit GB-A-2 127 872. Door het op verschillende wijzen positioneren kunnen verschillende 20 soorten ramen en rij en bloemhouders verkregen worden.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een groep bloempotten te voorzien waarmee op verdere wijze ten opzichte van de bovengenoemde Europese octrooipublicatic het ruimtebeslag van een transport- of ander oppervlak geoptimaliseerd kan worden. Bovendien is het doel van de onderhavige uitvinding de 25 schijnbare inhoud van de betreffende bloempot zo groot mogelijk te laten lijken. Een verder doel van de onderhavige uitvinding is het transport van groepen bloempotten verder te vereenvoudigen waarbij het aantal maatregelen om de bloempotten tijdens transport op hun plaats te houden zoveel mogelijk beperkt kan worden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven groep bloempotten verwezenlijkt 30 doordat elke bloempot omvat een bodemdeel, een daarop aansluitend wanddeel en een bovenrand, waarbij de bovenrand in bovenaanzicht een polygonale vorm heeft, waarbij een van die zijden van het polygoon gekromd is, welke kromming een uitsparing bepaalt, en waarbij een tegenoverliggende zijde van de bloempot een uitsteeksel 2 bepaalt en die bloempotten zodanig in die groep zijn aangebracht, dat een uitsteeksel van een bloempot valt in de uitsparing van een andere bloempot.

Volgens de onderhavige uitvinding zijn de bloempotten polygonaal zoals driehoekig of rechthoekig uitgevoerd. Een van de zijden van de polygoon is gekromd 5 uitgevoerd en bepaalt daardoor een uitsparing. De tegenoverliggende zijde bepaalt een uitsteeksel en de bloempotten worden zodanig gegroepeerd dat de uitsparing van een bloempot valt in het uitsteeksel van de andere bloempot. Daardoor worden de bloempotten in de groep ten opzichte van elkaar vastgelegd waarbij problemen tijdens transport zoals omvallen van de bloempotten vermeden worden. Bovendien is gebleken 10 dat daardoor bij een verhoudingsgewijs compact oppervlak resp. volume per bloempot een verschijningsvorm verkregen wordt voor de gebruiker die een groter oppervlak dan het daadwerkelijk ingenomen oppervlak resp. volume respectievelijk grotere inhoud vermoeden laat.

Het uitsteeksel dat in de uitsparing valt kan bijvoorbeeld bepaald worden door 15 twee aangrenzende zijden, Dit geldt in het bijzonder voor de variant waarbij de polygoon een driehoek is. Twee zijden van de driehoek vormen samen het uitsteeksel waarbij de derde zijde van de uitsparing voorzien is. Het is echter ook mogelijk dat het uitsteeksel door een kromming gevormd wordt. De kromming van het uitsteeksel en van de uitsparing kunnen in spiegelbeeld uitgevoerd zijn. Meer in het bijzonder is het 20 mogelijk een zijde van een golfvormige kromming te voorzien waarbij die golfvorm een volledige golf is, dat wil zeggen een golf met een top en een dal waarbij het uitstekende deel van de golf het uitsteeksel vormt en het teruggesprongen deel de uitsparing. Door een dcrgclijkc vorm aan dc aangrenzende zijde van dc volgende bloempot spiegelbeeldig uit te voeren respectievelijk de tegenoverliggende zijde van de 25 betreffende bloempot in het geval van een rechthoek als polygonaal zo uit te voeren, kan een “dubbele” vergrendeling van twee aangrenzende bloempotten verkregen worden doordat in een grensvlak twee maal een uitsparing en twee maal een uitsteeksel aanwezig zijn die onderling aangrijpen. Indien in het geval van een rechthoek de loodrecht daarop staande zijden eveneens zo uitgevoerd zijn ontstaat een veelvoudige 30 opsluiting van de bloempotten onderling in de groep waardoor een bijzonder stabiel en eenvoudig te hanteren geheel ontstaat. Zoals hierboven beschreven is het aanzicht van een afzonderlijke bloempot uit de groep zodanig dat een groter volume door de afnemer vermoed wordt dan daadwerkelijk aanwezig is.

3

Bij een andere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding bestaat de golf uit een golfdeel dat wil zeggen bij voorkeur slechts een dal of een top. Ook is het mogelijk aan een zijde meer dan een golf bijvoorbeeld anderhalve volledige golf aan te brengen.

5 Bij de variant waarbij de polygonaal een driehoek omvat is het mogelijk dat de rechte zijde van de ene driehoek die de bovenbegrenzing van een bloempot vormt aanligt tegen de andere rechte zijde van een andere aangrenzende bloempot.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding zijn de uitsparingen en het bijbehorende uitsteeksels als getrapte delen uitgevoerd. Elk deel 10 van de trap kan weer een golfVorm omvatten. Daarbij kan de golf op enigerlei wijze uitgevoerd zijn zoals sinusvormig. Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering is het aanbrengen van de kromming aan een zijde symmetrisch ten opzichte van het midden van die zijde. Door de aanwezigheid van bijvoorbeeld twee naar buiten gerichte krommingen die golfvormig kunnen zijn wordt tussen die twee golfdelen een uitsparing 15 begrensd.

Begrepen zal worden dat de uitvinding niet beperkt is tot bloempotten maar in principe voor elk soort verpakking toegepast kan worden. Bovendien kan de bloempot zowel een binnenpot als een buitenpot omvatten

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een aantal in de tekening 20 afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch in perspectief een bloempot volgens een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding;

Fig. 2 een groep bloempotten in bovenaanzicht volgens fig. 1;

Fig. 3 in bovenaanzicht de bloempot volgens fig. 1; 25 Fig. 4 een eerste variant in bovenaanzicht van een groep bloempotten volgens de uitvinding;

Fig. 5 een tweede variant van een groep bloempotten volgens de uitvinding in bovenaanzicht;

Fig. 6 een detail van het bovenaanzicht volgens fig. 5; 30 Fig. 7 een verdere variant van de uitvinding; en

Fig. 8 een vierde variant van de uitvinding.

In fig. 1 is een in het geheel met 1 aangegeven bloempot getoond. Deze bestaat uit een bodemdeel 2, een wanddeel 3 en een bovenrand 4. Volgens de onderhavige 4 uitvinding is met name dat deel van belang dat de grootste dwarsdoorsnede heeft in dit geval de bovenrand 4. Bij het tegen elkaar plaatsen van een groep bloempotten 1 zal deze bovenrand het oppervlak bepalen dat door een groep bloempotten ingenomen wordt. De uitvoering van het bodemdeel en de wanddeel kan enige voorstelbare zijn.

5 Zo is het mogelijk de in fig. 1 getoonde golfvorm van de bovenrand door te zetten in de wand en in de bodem 3. Echter is het eveneens mogelijk deze geleidelijk weg te laten lopen in de wand waardoor bijvoorbeeld een ronde, ellipsvormige, driehoekige of rechthoekige bodem 2 ontstaat. Alle voorstelbare varianten van het deel onder de bovenrand 4 van de bloempot zijn volgens de onderhavige uitvinding mogelijk.

10 Niet aangegeven is een eventueel in de bloempot aanwezig gewas. In deze beschrijving zal aangenomen worden dat de bloempotten tijdens transport en/of opslag en/of plaatsing in het schap op zo compact mogelijke wijze gegroepeerd worden zonder eventueel gewas aanwezig te beschadigen.

In fïg. 2 is een groep bloempotten 1 die in het geheel met 5 aangegeven is 15 volgens de onderhavige uitvinding getoond. Met 16 is de rechthoek aangegeven waarbinnen deze opgenomen zijn. In combinatie met figuur 1 en 3 blijkt dat elke bloempot 1 en meer in het bijzonder de bovenrand 4 daarvan bestaat uit een imaginair vierkant 6 waar omheen een golf aangebracht is. De golf voor elke zijde bestaat uit de golfdelen 7 en 8 waarbij golfdeel 8 een uitsparing 9 bepaalt en golfdeel 7 een 20 uitsteeksel 10. Uitsparingen 9 en uitsteeksel 10 zijn, zoals uit fïg. 2 duidelijk blijkt zodanig aangebracht dat samenwerkende bloempotten 1 op compacte wijze in elkaar geschoven kunnen worden waardoor een stabieler geheel ontstaat dat op eenvoudige wijze te hanteren en te transporteren is. Daarbij kan tussen tegen elkaar geplaatste bloempotten plaatselijk ruimte aanwezig zijn, bijvoorbeeld voor het ontvangen een 25 uitsteeksel zoals een draaggreep. De ondervonden omvang van elke bloempot is groter dan de werkelijke omvang bij het groeperen.

In fïg. 4 is een variant van de hierboven beschreven uitvoering van een bloempot in bovenaanzicht getoond. De overige gegevens van de bloempotten met betrekking tot de wand en de bodem zijn in principe hetzelfde als bij de voorgaande variant. Uit fig. 4 30 blijkt dat de daar gebruikte bloempotten 11 die tot een groep 15 samengenomen zijn eveneens gevormd zijn uitgaande van een imaginair vierkant waarbij de daarop aangebrachte golf ongeveer anderhalve volledige golf omvat. Ook bij deze uitvoering kan door het tegen elkaar plaatsen een bijzonder compact oppervlak verkregen worden.

5

In fig. 5 is een verdere variant van de uitvinding afgebeeld. Daarbij zijn de bloempotten in principe driehoekig zoals uit fig. 6 blijkt en in het geheel met 21 aangegeven. Met 26 is een imaginaire lijn weergegeven die de driehoekige vorm bepaalt. Uitgaande van deze driehoekvorm is aan zijde 26 een tweetal golfdelen 27 5 aangebracht waartussen een uitsparing 29 begrensd wordt. De aangrenzende zijden 28 van de driehoek bepalen een uitsteeksel 30. Zoals blijkt uit fig. 5 valt uitsteeksel 30 in uitsparing 29 en ontstaat op deze wijze een bijzonder stabiel geheel.

In tig. 7 is een variant afgebeeld waarbij de basisvorm van de bovenrand van de pot in hoofdzaak rechthoekig is. Daarbij steekt vanaf een zijde van de rechthoek een 10 uitsteeksel 40 uit dat als golfdeel uitgevoerd is. In het tegenoverliggende zijde van de bloempot is een uitsparing 39 aanwezig. In dit voorbeeld zijn slechts twee tegenoverliggende zijden van de golfvorm respectievelijk kromming volgens de onderhavige uitvinding voorzien, terwijl de andere twee tegenoverliggende zijden niet van een dergelijke uitsparing/uitsteeksel voorzien zijn. Begrepen zal worden dat het 15 mogelijk is een dergelijke vorm bij de andere zijden eveneens aan te brengen.

Hetzelfde geldt voor de variant getoond in tig. 2 waarbij het mogelijk is twee tegenover elkaar liggende zijden recht uit te voeren en de andere twee tegenover elkaar liggende zijden op de getoonde wijze van de golfvorm te voorzien.

Een verder uitvoeringsvoorbeeld is in fig. 8 getoond waarbij de kromming getrapt 20 uitgevoerd is. De bloempotten zijn met 41 aangegeven en tot een groep 45 samengenomen. Het uitsteeksel bestaat uit verschillende uitstekende delen 50 die steeds uit een golf 47 opgebouwd zijn. Hetzelfde geldt voor de uitsparing 49. Ook hier kunnen de links cn/of rechts getoonde zijden eveneens van enige voorstelbare uitsteeksels/uitsparingvorm voorzien zijn, dat wil zeggen de vorm zoals getoond in tig. 25 8 voor de twee tegenoverliggende zijden of een van de eerder getoonde golfvormen.

Na het lezen van bovenstaande beschrijving zullen bij degenen bekwaam in de stand der techniek dadelijk talloze varianten opkomen die liggen binnen de beschermingsomvang van bijgaande conclusies. Bovendien worden uitdrukkelijk rechten gevraagd voor varianten zoals beschreven in de volgconclusies onafhankelijk 30 van de hoofdconclusie.

Claims

1. Groep (5,15,25,35,45) bloempotten (1,11,21,31,41), welke op compacte wijze 5 gegroepeerd zijn tot een rechthoek, waarbij elke bloempot (1,11,21,31,41) omvat een bodemdeel (2), een daarop aansluitend wanddeel (3) en een bovenrand (4), waarbij de bovenrand (4) in bovenaanzicht een polygonale vorm heeft, waarbij een van die zijden van de polygoon gekromd is, welke kromming een uitsparing (9, 19, 29, 39,49) bepaalt, en waarbij een tegenoverliggende zijde van de bloempot een 10 uitsteeksel bepaalt (10,20,30,40,50) en die bloempotten (1,11,21,31,41) zodanig in die groep zijn aangebracht, dat een uitsteeksel (10, 20, 30,40, 50) van een bloempot valt in de uitsparing (9,19,29,39,49) van een andere bloempot.

2. Groep volgens conclusie 1, waarbij dat uitsteeksel (30) door twee aangrenzende 15 zij den (28) is bepaald.

3. Groep volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat uitsteeksel een kromming (7,17, 27, 37,47) in die zijde omvat.

4. Groep volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die kromming een golfvorm omvat.

5. Groep volgens conclusie 4, waarbij die golf een volledige golf omvat.

6. Groep volgens conclusie 4, waarbij die golf een golfdeel (7, 8) omvat.

7. Groep volgens een van de conclusies 4-6, waarbij een golfdeel zich vanaf de cindbcgrcnzing van een zijde tot het midden van een zijde uitstrekt.

8. Groep volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die polygoon een driehoek (26) omvat.

9. Groep volgens conclusie 8, waarbij de aan de zijde voorzien van de uitsparing grenzende zijde van een bloempot ligt tegen dezelfde zijde van een overeenkomstige bloempot.

10. Groep volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die polygoon een rechthoek omvat.

11. Groep volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die uitsparing (49) een getrapt deel omvat. 10

12. Groep volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die bloempotten door die uitsteeksels en die uitsparingen ten opzichte van elkaar vastgelegd zijn.

13. Groep volgens een van de voorgaande conclusies op een in hoofdzaak horizontaal 15 draagvlak aangebracht.

14. Groep volgens conclusie 13, waarbij dat draagvlak een transport- of uitstalvlak omvat.