Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL2002528C2 - Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken. - Google Patents

Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken. Download PDF

Info

Publication number
NL2002528C2
NL2002528C2 NL2002528A NL2002528A NL2002528C2 NL 2002528 C2 NL2002528 C2 NL 2002528C2 NL 2002528 A NL2002528 A NL 2002528A NL 2002528 A NL2002528 A NL 2002528A NL 2002528 C2 NL2002528 C2 NL 2002528C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cup
aeration
opening
discharge opening
holder
Prior art date
Application number
NL2002528A
Other languages
English (en)
Inventor
Wiebe Nicolaas Druten
Cornelis Margaretha Theodorus Bongers
Original Assignee
Friesland Brands Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Friesland Brands Bv filed Critical Friesland Brands Bv
Priority to NL2002528A priority Critical patent/NL2002528C2/nl
Priority to PCT/NL2010/050070 priority patent/WO2010093246A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002528C2 publication Critical patent/NL2002528C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D85/00Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
    • B65D85/70Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for materials not otherwise provided for
    • B65D85/804Disposable containers or packages with contents which are mixed, infused or dissolved in situ, i.e. without having been previously removed from the package
    • B65D85/8043Packages adapted to allow liquid to pass through the contents
    • B65D85/8055Means for influencing the liquid flow inside the package
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D85/00Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
    • B65D85/70Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for materials not otherwise provided for
    • B65D85/804Disposable containers or packages with contents which are mixed, infused or dissolved in situ, i.e. without having been previously removed from the package
    • B65D85/8043Packages adapted to allow liquid to pass through the contents
    • B65D85/8064Sealing means for the interface with the processing machine

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken Gebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een cup voor het bereiden van een 5 drank met behulp van een heet-waterapparaat, omvattende een komvormig schaallichaam voor het vasthouden van een bereidingssubstantie met een inlaalopening en afvoeropening, waarbij tijdens bedrijf een in de cup bereid product door de afvoeropening stroomt. In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een houder voor gebruik met een dergelijke cup.
10
Stand van de techniek
Een dergelijke cup of cartridge is bekend uit de Nederlandse aanvrage NL 1029312 ten name van de aanvraagster van de onderhavige aanvrage.
Cartridges voor gebruik bij het bereiden van (warme) dranken op basis van een 15 vloeibaar concentraat zijn bekend uit o.m. WO-A-Ol/58786, EP-A-0 449 533, EP-A-1 101 430, WO-A1-03/073896, WO-A1-03/053200, WO-A1-02/19875, US 6,130,990, US 4,886,674, EP-A-1 440 907 en EP-A-1 440 908.
WO-A-01/58786 en EP-A-0 449 533 beschrijven een cartridge waarbij (heet) water via een puntvormige instroomopening aan de onderzijde van de cartridge, via een 20 ‘ringleiding’ waarin zich distributieopeningen bevinden, en voorts via deze distributieopeningen door een compartiment geleid wordt waarin zich een concentraat bevindt, waarbij het water het concentraat middels turbulentie tot een drank verdunt, welke drank vervolgens via een hevel naar een uitstroomopening aan de onderzijde van de cartridge geleid wordt.
25 EP-A-1 101 430 beschrijft een getrapte cartridge waarin o.m. voorzieningen opgenomen zijn om een vloeibaar concentraat te gebruiken (par. [0034] en [0035]). Bij gebruik van deze cartridge wordt de wand van de cartridge doorstoken waarna (heet) water via de aldus gecreëerde instroomopening(en) door het concentraat geleid wordt en de het concentraat daardoor verdund tot een drank, waarbij deze drank de cartridge 30 via een eveneens doorstoken uitstroomopening verlaat.
WO-Al-03/073896 beschrijft een cartridge waarbij de onderzijde van de cartridge voorzien is van perforaties en afgedekt is met een folie, welke folie verwijderd dient te worden voor gebruik. Ook deze cartridge is geschikt voor een 2 vloeibaar concentraat (p. 14, r. 3-8 en conclusie 18), waarbij (heet) water vanuit een instroomopening aan de bovenzijde door het concentraat geleid wordt en het concentraat daardoor verdund tot een drank, waarbij deze drank de cartridge via de voorgevormde perforaties aan de onderzijde verlaat.
5 WO-A1-03/053200 en WO-A1-02/19875 beschrijven een in een flexibel materiaal uitgevoerde cartridges welke o.m. geschikt zijn voor een vloeibaar concentraat (WO-A1-03/053200 p. 5, r. 19-21; WO-A1-02/19875 p. 19, r. 4-6) voor gebruik in een heet-waterapparaat, waarbij de cartridge ingeklemd wordt in een daarvoor bestemde holte en met een holle naald doorstoken wordt, waarna het water 10 door het concentraat naar de uitstroomopening geleid wordt.
US 6,130,990 beschrijft een heet-waterapparaat welk geschikt is voor het bereiden van een drank o.b.v. concentraat in een cartridge (kol. 5, r. 54-67; kol. 7, r. 58-61, kol. 9, r. 66 - kol. 10, r. 6) US 4,886,674 beschrijft een in een flexibel materiaal uitgevoerde cartridge 15 welke o.m. geschikt is voor een vloeibaar concentraat, waarbij de watertoevoer via een aansluitpunt, door het concentraat heen naar een uitstroomopening geleid wordt waarbij de uitstroomopening gecreëerd wordt door een verzwakte afdichtnaad, welke afdichtnaad geopend wordt door de werkdruk van het apparaat.
De Europese octrooiaanvragen EP-A-1 440 907 enEP-A-1 440 908 beschrijven 20 een cartridge voor gebruik bij het bereiden van dranken. Deze cartridge heeft een koepelvorm (‘dome’) welke aan de onderzijde is afgesloten met een folie, en is aan de zijde van de folie voorzien van zowel een inlaatopening (aan de rand) als een afvoeropening (in het midden). Water (heet water) wordt via een puntvormige instroomopening aan de onderzijde van de cartridge, via een ‘ringleiding’ waarin zich 25 distributieopeningen bevinden tegen de afsluitende folie, en voorts via deze distributieopeningen door een compartiment geleid. In het compartiment bevindt zich een concentraat, waarbij het water het concentraat middels turbulentie tot een drank verdunt, welke drank vervolgens via een hevel naar een uitstroomopening aan de onderzijde van de cartridge geleid wordt. Ook zijn speciale maatregelen in de cartridge 30 aanwezig om het water vanuit de inlaatopening evenredig, radiaal naar binnen gericht door de binnenruimte van de cartridge te laten lopen.
In een verdere uitvoeringsvorm beschrijft EP-A-1 440 907 een methode om de menging van het water met het concentraat te controleren middels voorzieningen 3 waarbij de menging van het concentraat met het water vertraagd wordt. Hierbij is deze voorziening als een soort schotel uitgevoerd waarbij het concentraat op vertraagde wijze via de gaten aan de onderzijde van de schotel aan het stroompad van het water toegevoegd worden.
5 Sommige van de bekende cups en cartridges zijn in staat om een drank te bereiden, waarbij een laagje schuim wordt gevormd op het bereide product. Echter, niet in alle omstandigheden ontstaat een laag schuim die aan de eisen van gebruikers voldoet.
10 Samenvatting van de uitvinding
De onderhavige uitvinding tracht een verbetering te verschaffen qua schuimvorming bij de bereiding van een product bij het gebruik van een cup of cartridge in een heet-waterapparaat.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt in een eerste uitvoeringsvorm een cup 15 verschaft voor het bereiden van een drank met behulp van een heet-waterapparaat, omvattende een komvormig schaallichaam voor het vasthouden van een bereidingssubstantie met een inlaatopening en een afvoeropening, waarbij tijdens bedrijf een in de cup bereid product door de afvoeropening stroomt, met het kenmerk dat de cup verder een beluchtinginrichting omvat die lucht toevoert 20 aan de stroom van bereid product in de nabijheid van de afvoeropening. Hierdoor wordt een goede schuimvorming bereikt tijdens bedrijf.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de beluchtinginrichting ten minste één beluchtingkanaal in de (directe) nabijheid van de afvoeropening voor het toevoeren van omgevingslucht aan een straal bereid product. Hierdoor wordt een onderdruk gecreëerd 25 waardoor lucht als het ware in de straal ‘gezogen’ wordt, en schuimvorming verbeterd wordt.
In een uitvoeringsvorm bevindt de afvoeropening zich aan het uiteinde van een zich vernauwende wand in een afvoerkanaal in de cup, waarbij het ten minste ene beluchtingkanaal uitmondt in de zich vernauwende wand. Verder kan een naar binnen 30 gerichte verhoging aanwezig zijn op de zich vernauwende wand, stroomopwaarts van het ten minste ene beluchtingkanaal. Dit zorgt voor een verandering van de stroom bereid product naar de afvoeropening waardoor de schuimvorming gunstig beïnvloed wordt. In een verdere variant omvat de cup in het afvoerkanaal een verticale wand, en 4 mondt het tenminste ene beluchtingkanaal in hoofdzaak loodrecht uit op de verticale wand. Ook bij deze alternatieve uitvoeringsvorm treedt een verbetering op qua schuimvorming.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de cup verder een extensie-element en het 5 extensie-element omvat de beluchtinginrichting. Het extensie-element kan de afvoeropening omvallen, en in combinatie met de cup ook ten minste een beluchtingkanaal. Het extensie-element kan op de afVoeropening plaatsbaar zijn, en optioneel is het extensie-element in de cup vergrendeld, bijvoorbeeld met een klikverbinding. Ook deze uitvoeringsvormen vertonen een verbeterde schuimvorming 10 door het toevoeren van lucht in het bereide product.
De cup is in een verdere uitvoeringsvorm tijdens bedrijf in aanraking met een beluchtinglichaam in een cuphouder, waarbij het beluchtinglichaam voorzien is van een centrale boring die aansluit op de afvoeropening, en het beluchtinglichaam tijdens bedrijf een of meer beluchtingkanalen omvat. In een verdere uitvoeringsvorm bevinden 15 zich in een deel van de cup grenzend aan de afvoeropening en of in een aanstootvlak van het beluchtinglichaam een of meer verdiepingen, die tijdens bedrijf een of meer beluchtingkanalen vormen. Als alternatief kan het beluchtinglichaam voorzien zijn van beluchtingkanalen die uitmonden in de centrale boring. De voor een verbeterde schuimvorming benodigde luchttoevoer wordt zo op eenvoudige wijze bereikt bij 20 assemblage van de cup en/of in samenwerking met de cuphouder tijdens bedrijf.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de beluchtinginrichting een op afstand van de afvoeropening gelegen plaat met een centrale opening, waarbij de doorsnee van de opening aan de van de afvoeropening gekeerde zijde kleiner is dan de doorsnee van de opening aan de naar de afvoeropening gerichte zijde. De afmetingen van de opening 25 zijn iets groter dan de straaldoorsnee (bijvoorbeeld 0,8-0,9 mm tegen 0,78 mm). Door deze nauw op elkaar afgestemde afmetingen ontstaat een verbeterde schuimvorming.
In een nog verdere uitvoeringsvorm omvat de afvoeropening ten minste twee openingen en vormt het deel van de cup tussen de ten minste twee openingen de beluchtinginrichting. Het oppervlakte van deze openingen is nagenoeg gelijk aan de 30 oorspronkelijke opening, d.w.z. 0,8 mm in doorsnee. De openingen kunnen rond zijn (bijvoorbeeld geboord) of er kunnen verdeelschotten zijn aangebracht in de oorspronkelijke opening. In de cup kunnen 2, 3 of 4 openingen zijn aangebracht om een goede schuimvorming te bereiken.
5
In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een houder voor gebruik met een cup volgens een van de uitvoeringsvormen zoals hierboven beschreven, waarbij de houder ten minste een deel van de beluchtinginrichting omvat, ïn een uitvoeringsvorm omvat de houder een beluchtinglichaam, dat voorzien is van 5 een centrale boring die aansluit op de afVoeropening van de cup, en tijdens bedrijf een of meer beluchtingkanalen omvat. Het beluchtinglichaam kan verder voorzien zijn van beluchtingkanalen die uitmonden in de centrale boring. In een nog verdere uitvoeringsvorm omvat de houder een tijdens bedrijf op afstand van de afvoeropening gelegen plaat met een centrale opening, waarbij de doorsnee van de opening aan de van 10 de afvoeropening gekeerde zijde kleiner is dan de doorsnee van de opening aan de naar de afvoeropening gerichte zijde. Ook met een dergelijke houder kan in combinatie met de beschreven cup een verbeterde schuimvorming bereikt worden tijdens bedrijf.
In een nog verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het gebruik van een houder volgens een van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen 15 en een cup volgens een van ook hierboven beschreven uitvoeringsvormen in een heet-waterapparaat dat voorzien is van een opneemruimte voor het opnemen van de houder en de cup, waarbij het heet-waterapparaat is ingericht voor het geleiden van verwarmd water door de cup en de houder, Door de onderhavige cup en/of houder te gebruiken op deze manier wordt een verbeterde schuimvorming verkregen.
20
Korte beschrijving van de tekeningen
De onderhavige uitvinding zal nu in meer detail worden besproken aan de hand van een aantal voorbeelduitvoeringsvormen, met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin 25 Fig. 1 een schuin onderaanzicht in perspectief toont van een cup voor de bereiding van een product;
Fig. 2 een schuin bovenaanzicht in perspectief toont van de cup volgens Fig. 1;
Fig. 3 een doorsneeaanzicht toont van de cup volgens Fig. 1;
Fig. 4 een doorsneeaanzicht in perspectief toont van een variant van een cup; 30 Fig. 5a en 5b gedeeltelijke doorsneeaanzichten tonen van uitvoeringsvormen van een cup volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 6a een gedeeltelijk doorsneeaanzicht toont van een gemodificeerde cup voor gebruik in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 6
Fig. 6b een gedeeltelijk doorsneeaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een cup volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 7 een gedeeltelijk doorsneeaanzicht toont van een variant van de uitvoeringsvorm van Fig. 6b; 5 Fig. 8. een gedeeltelijke doorsneeaanzicht toont van een combinatie van een cup en houder tijdens bedrijf, volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;
Fig. 9a een doorsneeaanzicht toont van een beluchtinginrichting volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 10 Fig. 9b een doorsneeaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een cup met een soortgelijke beluchtinginrichting als de uitvoeringsvorm van Fig. 9a; en
Fig. 10a en 10b aanzichten tonen van uitvoeringsvormen waarbij de beluchtinginrichting wordt gevormd door varianten op de afvoeropening.
15 Gedetailleerde beschrijving van voorbeelduitvoeringsvormen
Met de houder en cup volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk om met een heet-waterapparaat (warme) dranken te bereiden, zoals warme chocolademelk. De cup (ook wel patroon, cartridge of reservoir genoemd) is daartoe gevuld met een concentraat, dat met behulp van het apparaat gemengd wordt met warm/heet water en 20 in een kop of mok wordt geleid. Ook andere dranken of gerechten kunnen bereid worden op basis van een concentraat of andere bereidingssubstantie, melkproducten, vruchtensappen, sauzen en desserts.
De bereidingssubstantie is een in een vloeistof oplosbaar of suspendeerbaar product en kan een poeder zijn, een (geconcentreerde) vloeistof, een siroop, een gel of 25 een andere soortgelijke vorm. Indien gebruik wordt gemaakt van een poeder, omvat deze het liefst geen moeilijk oplosbare of niet-oplosbare stoffen (zoals bepaalde eiwitten), zodat een goede menging met het hete water in de cup gewaarborgd wordt. Het is mogelijk om, bijvoorbeeld in de later te beschrijven uitvoeringsvorm van de cup 10 met meerdere compartimenten, combinaties van bereidingssubstanties te gebruiken, 30 zelfs een combinatie van een concentraat en een poeder.
In Fig. 1 is een perspectiefaanzicht getoond van een onderzijde van een cup 10 volgens een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding. De cup 10 heeft een komvormige onderzijde 11 en aan de bovenzijde een rand 12. De rand 12 is verder 7 voorzien van een afdichtrand 12’, die in samenwerking met een houder (zie hierna) zorgt voor een afdichting van het samenstel van houder en cup 10, zodat water uit het apparaat door de cup 10 heen wordt gedwongen. De komvormige onderzijde 11 is verder voorzien van een rand 14. De komvormige onderzijde 11 is binnen de rand 14 5 afgesloten met een afdichting 15 voor transport en opslag. De afdichting 15 is bijvoorbeeld een kunststof afdichting die geschikt is voor toepassing in combinatie met voedingsmiddelen.
Een bovenaanzicht in perspectief van de cup 10 van Fig. 1 is weergegeven in Fig. 2. De cup 10 is aan de bovenzijde afgesloten met een dubbele afdichting, welke een 10 geperforeerde afdeklaag 16 en een aftrekbare laag 17 omvat. De geperforeerde afdeklaag 16 is bijvoorbeeld vervaardigd van een geschikte kunststof (bijvoorbeeld polypropyleen) en de aftrekbare laag 17 van een ander geschikt materiaal (bijvoorbeeld een op aluminium gebaseerde folie).
In Fig. 3 is een doorsneeaanzicht getoond van de cup 10, waardoor de interne 15 opbouw van de cup 10 inzichtelijk wordt gemaakt. De binnenzijde van de cup 10 omvat een kamergedeelte 25, waarin het concentraat plaatsbaar is. Aan de binnenzijde van de cup 10 is een binnenwerk aanwezig, dat een cilindervormig lichaam 6 en een centraal geleidingslichaam 26 omvat. Het cilindervormige lichaam 6 is coaxiaal aan het centraal geleidingslichaam 26 geplaatst. Het geheel is cirkelsymmetrisch en kan op bekende 20 wijze uit kunststof vervaardigd worden (bijvoorbeeld met spuitgieten). Het cilindervormige lichaam 6 kan zijn voorzien van tangentieel uitstekende ribben 29, die een bepaalde stevigheid geven. Verder is de breedte van de uitstekende ribben 29 zodanig, dat deze passen in de rand 14 van een andere cup 10, waardoor deze nestbaar worden wat voordelen biedt bij het productieproces van gevulde cups 10 (voorraad van 25 geneste cups 10 voor vullen met concentraat).
Het cilindervormige lichaam 6 heeft een zodanige hoogte, dat de bovenzijde van het cilindervormig lichaam 6 gelijk uitkomt met de rand 12, en de geperforeerde afdeklaag 16 raakt. De geperforeerde afdeklaag 16 is vastgemaakt aan de rand 12 en aan de bovenzijde van het cilindervormige lichaam 6, waardoor twee zones ontstaan 30 van de afdeklaag 16: een centraal gedeelte zonder perforaties en een ringgedeelte met perforaties.
Het geleidingslichaam 26 is zodanig gevormd dat aan de onderzijde een (cilindervormige) perforatieruimte 23 wordt gevormd die in verbinding staat met de 8 buitenzijde van de cup 10 (maar na vullen is afgesloten door afdichting 15). Met het cilindervormige lichaam 6 vormt het geleidingslichaam 26 een eerste kanaal 22, Aan de onderzijde van het cilindervormige lichaam zijn in de komvormige onderzijde 11 doorvoeropeningen 21 aanwezig, die het kamergedeelte 25 verbindt met het eerste 5 kanaal 22. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de openingen 21 in een spuitgietproces aangebracht. Als alternatief kunnen de openingen 21 achteraf worden aangebracht door het vanaf de buitenzijde van de cup 10 boren van gaten. De cup 10 kan eenvoudig als een geheel gevormd worden, en de grootte en hoogte van de openingen 21 kan eenvoudig bepaald worden.
10 De opening naar buiten wordt later afgedicht door de afdichting 15, In het midden van de cup 10 wordt door het geleidingslichaam 26 een tweede kanaal of afvoerkanaal 28 gevormd, dat aan de onderzijde is voorzien van een centrale opening 24 (of afvoeropening) en in verbinding staat met het eerste kanaal 22. In deze uitvoeringsvorm heeft de centrale opening 24 een kleinere doorsnee dan elk van de eerste openingen 21. 15 In Fig. 4 is een doorsneeaanzicht in perspectief getoond van een variant van de cup 10. De cup 10 heeft wederom een schaal 11 met aan de bovenzijde een rand 12. De komvormige onderzijde 11 is verder voorzien van een rand 14. De komvormige onderzijde 11 is binnen de rand 14 afgesloten met een afdichting 15 voor transport en opslag. De afdichting 15 is bijvoorbeeld een kunststof afdichting die geschikt is voor 20 toepassing in combinatie met voedingsmiddelen. Deze variant van de cup 10 wordt in meer detail beschreven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 2000400 van de aanvraagster van de onderhavige octrooiaanvrage. Deze octrooiaanvrage wordt hierin door verwijzing opgenomen geacht.
De cup 10 is aan de bovenzijde afgesloten met een afdeklaag 16. De afdeklaag 16 25 kan een samengesteld folie zijn en bijvoorbeeld verder een aftrekbare laag omvatten.
De geperforeerde afdeklaag 16 is bijvoorbeeld vervaardigd van een geschikte kunststof (bijvoorbeeld polypropyleen) en de aftrekbare laag van een ander geschikt materiaal (bijvoorbeeld een op aluminium gebaseerde folie). Hierdoor kan een cup 10 die gevuld is met een bereidingssubstantie goed bewaard worden, waarbij de combinatie van 30 afdeklaag en aftrekbare laag werkt als gas- en vloeistofbarrière.
Aan de binnenzijde van de cup 10 is een statische menger 5 aanwezig, die deel kan uitmaken van de in één enkele vormstap vervaardigde cup 10. Door deze enkele vormstap is de cup inherent eenvoudig te steriliseren met bijv. waterstofperoxide, 9 perazijn e.d. en daardoor uitermate geschikt om aseptisch af te vullen. Een dergelijke statische menger 5 bevat geen bewegende delen en is daardoor eenvoudig te maken en betrouwbaar in bedrijf. Door een cup 10 met een statische menger 5 te gebruiken kan toch een goed gemengd product afgeleverd worden, zonder dat nabewerking (roeren in 5 het kopje) nodig is.
Door een cilindervormige wand 6 van de statische menger 5 wordt aan de binnenzijde van de cup 10, verder begrensd door de binnenzijde van de schaal 11 en de afdeklaag 16, een eerste kamerdeel 25 gevormd, dat (gedeeltelijk) vulbaar is met een bereidingssubstantie.
10 De statische menger 5 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm ten minste één tweede kamerdeel 26, waarin net als in het eerste kamerdeel 25, water vanaf de bovenzijde van de cup 10 via afdeklaag 16 naar beneden stroomt (via uitgerichte perforatieopeningen in de afdeklaag 16). De cup 10 kan ook in het tweede kamerdeel 26 gevuld worden met een bereidingssubstantie, dat gelijk of verschillend kan zijn aan 15 de bereidingssubstantie in eerste kamerdeel 25. Verder omvat de statische menger 5 ten minste één stijgkanaal 27, waarin water vermengd met de bereidingssubstantie afkomstig uit het eerste kamerdeel 25 en het ten minste ene tweede kamerdeel 26 weer omhoog stroomt. Ook omvat de statische menger 5 een afvoerkanaal 28, dat in vloeistofverbinding staat met een uitstroomopening 24 voor afvoeren van het 20 uiteindelijke bereide product.
In de in Fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm is aan de binnenzijde van de schaal 11 per tweede kamerdeel 26 een oriëntatierib 13 aangebracht. Deze geeft aan in welk gebied in de statische menger 5 een tweede kamerdeel 26 gelokaliseerd is. De functie hiervan is van belang bij het vullen van de cup, en het oriënteren van de afdeklaag 16. 25 Daarnaast zorgen de oriëntatieribben 13 voor extra turbulentie in het eerste kamerdeel 25, waardoor een betere menging plaatsvindt.
Tussen het eerste kamerdeel 25 en tweede kamerdeel 26 is een aantal eerste openingen 20 aangebracht, bij de rand waar de statische menger 5 aansluit op de schaal 11. Verder zijn een aantal tweede openingen 21 aangebracht tussen elk tweede 30 kamerdeel 26 en elk stijgkanaal 27. Ook is voor elk stijgkanaal een derde opening 22 aangebracht naar het afvoerkanaal 28. Aan de onderzijde zijn de tweede kamerdelen 26 en stijgkanalen 27 afgedicht door het materiaal van de schaal 11. Aan de bovenzijde 10 zijn de tweede kamerdelen 26, stijgkanalen 27 en afvoerkanaal 28 afgedicht door de afdeklaag 16.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt de schuimvorming tijdens het gebruik van een cup 10 in een heet-waterapparaat verbeterd, door een aantal maatregelen in de 5 nabijheid van de afvoeropening 24. In het algemeen wordt een beluchtinginrichting toegepast in een van vele varianten, die tijdens bedrijflucht inbrengt in de stroom of straal van bereid product in de nabijheid van de afVoeropening 24. Door deze ingebrachte lucht wordt, al dan niet in combinatie met bestanddelen van het product zelf, schuimvorming bevorderd.
10 In Fig. 5a en 5b worden detailaanzichten getoond van het gebied van de cup 10 rond de afvoeropening 24 voor twee uitvoeringsvormen. Vanuit het tweede kanaal of afvoerkanaal 28 stroomt het inmiddels gemengde product (mengsel van vloeistof en bereidingssubstantie) naar de afvoeropening 24, om die in een straal te verlaten. In deze variant omvat de beluchtinginrichting een of meer beluchtingkanalen 40. De 15 beluchtingkanalen 40 worden bijvoorbeeld symmetrisch rond de afvoeropening 24 voorzien. Eén beluchtingkanaal 40 zorgt al voor een verbetering van de schuimvorming, maar meerdere beluchtingkanalen, bijvoorbeeld drie, kunnen een nog beter resultaat geven, De doorsnee van de beluchtingkanalen 40, in ieder geval waar deze uitmondt in het afvoerkanaal 28, is zeer klein, in de orde grootte van 0,2 mm in 20 doorsnee of zelfs kleiner (doorsnede-oppervlak kleiner dan 0,0314 mm2).
In Fig. 5a wordt een eerste uitvoeringsvorm getoond, waarin de beluchtinginrichting wordt gevormd door een of meer beluchtingkanalen 40, die vanaf de onderzijde van de cup 10 lopen naar het afvoerkanaal 28. Het beluchtingkanaal 40 mondt vrijwel loodrecht uit op de stroomrichting in het afvoerkanaal 28. Door de 25 stroming van bereid product langs de opening van het beluchtingkanaal 40 wordt via een Venturi-werking een onderdruk teweeg gebracht in het beluchtingkanaal 40, waardoor lucht van buiten de cup 10 wordt aangezogen. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft het afvoerkanaal 28 een vertikaal wanddeel 41 (cilindervormige wand) en een daarop aansluitend vernauwend wanddeel 42, waarbij het vernauwend 30 wanddeel 42 zich vernauwt tot aan de afvoeropening 24. In meer detail is om een venturiwerking te verkrijgen de diameter van wand 41, vlak onder opening 40 net wat groter om onderdruk te kunnen realiseren. Hierna zal het wanddeel 42 verder vernauwen tot opening 24. Door de een of meer beluchtingkanalen 40 te laten 11 uitmonden in het verticale wanddeel 41 met de getoonde configuratie, is het nog steeds mogelijk om de cup 10 met spuitgiettechniek te vervaardigen, eventueel in combinatie met het achteraf boren van delen van de beluchtingkanalen 40.
In Fig. 5b wordt een tweede uitvoeringsvorm getoond, waarbij de 5 beluchtingkanalen 40 uitmonden in het vernauwende wanddeel 42. Door de beluchtingkanalen 40 dichter bij de afvoeropening 24 te laten uitmonden in het afvoerkanaal 28 wordt een betere luchtaanzuiging verkregen door de ter plaatse hogere stroomsnelheid van het bereide product.
Om beter te waarborgen dat in het beluchtingkanaal 40 een onderdruk wordt 10 gecreëerd, is verder in de getoonde uitvoeringsvorm direct stroomopwaarts van het beluchtingkanaal 40 een plaatselijke verhoging 43 gevormd in het vernauwende wanddeel 42. Een dergelijke verhoging 43 werkt als het ware als een schans voor het bereide product in het afvoerkanaal 28, waardoor direct na de verhoging 43 een onderdruk wordt gecreëerd. Bijkomend voordeel is dat deze geometrische aanpassing 15 (duet) de werking blijft waarborgen, waarbij de cup 10 met reguliere productietechnieken (w.o. spuitgieten) eenvoudiger te produceren wordt (bijvoorbeeld, minder gevoelig voor toleranties).
In een verdere variant van de beluchtinginrichting wordt gebruik gemaakt van een extensie-element 50 dat in plaats van de afvoeropening 24 en een deel van de cup 20 10 wordt aangebracht, of dat over de bestaande afvoeropening 24 heen wordt aangebracht. Het extensie-element 50 is een afzonderlijk element, dat in de cup 10 wordt geplaatst of aangebracht.
In Fig. 6a en 6b worden doorsnedenaanzichten getoond van uitvoeringsvormen, waarbij een extensie-element 50 wordt geplaatst in een vergrote opening in de cup 10. 25 Fig. 6a toont een detail van een doorsneeaanzicht van de cup 10, waarbij wederom het afvoerkanaal 28 en de rechte binnenwand 41 daarvan zichtbaar zijn. Een opneemruimte 43 sluit aan op het afvoerkanaal 28, en is voorzien van een wand 44. De doorsnee van de opneemruimte 43 is groter dan de doorsnee van het afvoerkanaal 28, zodat het extensie-element 50 een aansluitende vernauwende wand 42 kan opleveren (zie Fig.
30 6b). Verder is de wand 44 voorzien van een aantal verdiepingen 45, waarmee het extensie-element 50 vergrendeld kan worden in de cup 10. Dit biedt een betere betrouwbaarheid dan een eenvoudige klemverbinding, zeker indien het bereide product met grote druk door de afvoeropening 24 wordt geperst.
12
Fig. 6b toont een detailaanzicht van het extensie-element 50 in de positie tijdens gebruik in de cup 10. Het extensie-element 50 omvat de afvoeropening 24 zoals gebruikt in de eerder beschreven uitvoeringsvormen van de cup 10. Verder omvat het extensie-element 50 een zich naar de afvoeropening vernauwende wand 42, die in deze 5 uitvoeringsvorm gewelfd is (afwisselend een concave en convexe vorm, of positieve en negatieve radius). Een rechte en uiteindelijk vernauwende wand zoals getoond in de uitvoeringsvormen van Fig. 5a en 5b is ook mogelijk.
In een zijwand 51 en bovenzijde 52 van het extensie-element 50 zijn één of meer (op elkaar aansluitende) verdiepingen aangebracht, waardoor na samenbouw van 10 extensie-element 50 in de opneemruimte 43, dus samen met de cup 10, de één of meer beluchtingkanalen 40 ontstaan. In deze uitvoeringsvorm monden de beluchtingkanalen 40 wederom ongeveer loodrecht uit op de stroom bereid product in het afvoerkanaal 28. De doorsnee van de beluchtingkanalen 40 wordt bepaald door de in het extensie-element aangebrachte verdiepingen, en bedraagt bijvoorbeeld 0,2 mm. Dit komt 15 overeen met een doorsnede-oppervlak van kleiner of gelijk dan 0,0314 mm2).
In een nog verdere variant worden de verdiepingen die uiteindelijk de beluchtingkanalen 40 vormen niet aangebracht in het extensie-element 50, maar in de wand 44 van de opneemruimte 43. Ook een combinatie van beide varianten (verdiepingen in wand 44 en in extensie-element 50) is mogelijk.
20 In Fig. 7 wordt in een doorsneeaanzicht een deel van de cup 10 getoond, met een nog verdere variant van het extensie-element 50. In deze variant wordt het extensie-element 50 aangebracht over de bestaande afVoeropening 24. Het extensie-element 50 wordt met behulp van uitstekende lichamen 53 (bijvoorbeeld in de vorm van uitstekende stiften) vastgezet aan de buitenzijde van de cup 10, over de uitvoeropening 25 24 heen. Ook andere bevestigingstechnieken, bijvoorbeeld lijmen of lassen, kunnen hiervoor worden toegepast (wat het gebruik van de uitstekende lichamen 53 overbodig maakt).
Het extensie-element 50 volgens deze variant verlengt de afvoeropening 24. Langs een binnenzijde van het extensie-element 50 zijn verdiepingen aangebracht, die 30 lopen van een naar buiten gekeerde opening 54 in het extensie-element 50 naar het deel dat aansluit op de afvoeropening 24. Zodra het extensie-element 50 op zijn plaats zit, zijn de beluchtingkanalen 40 gevormd door deze verdiepingen. Wederom kunnen een of meer, bijvoorbeeld zes, beluchtingkanalen 40 aanwezig zijn.
13
De vorm van de beluchtingkanalen 40 in een van de hierin beschreven uitvoeringsvormen kan rond, rechthoekig of bijvoorbeeld halfrond zijn. Deze vormen zijn eenvoudig aan te brengen in de verschillende onderdelen van de cup 10 of cuphouder 60 volgens een van de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. In een voorbeeld 5 zijn de beluchtingkanalen 40 uitgevoerd als rechthoekige kanalen (ingefreesd of door een mal gevormd bij bijvoorbeeld spuitgieten) met breedte van 0,2 mm en een diepte van liggend tussen de 0,1 Omm en 0,18 mm.
In een verdere uitvoeringsvorm van de beluchtinginrichting, worden beluchtingkanalen 40 tijdens gebruik gevormd door samenspel van de cup 10 en een 10 bijbehorende cuphouder 60. De cuphouder 60 wordt gebruikt om de afdichting 15 (zie de uitvoeringsvormen van de cup volgens Fig. 1-4 hierboven) voor bedrijf te doorboren, waardoor de afVoeropening 24 vrij komt te liggen. Dit wordt ondermeer beschreven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 2000402 van de huidige aanvraagster, die hierin door middel van verwijzing wordt opgenomen.
15 In Fig. 8 wordt een doorsneeaanzicht getoond van een deel van de cup 10 samen met de cuphouder 60. De cuphouder 60 omvat een tegendruklichaam 61 dat gebruikt is om de afdichting 15 weg te halen voor de afVoeropening 24. Verder omvat de cuphouder 60 een beluchtinglichaam 62, dat verbonden is met een ophangelement 63 (bijvoorbeeld een stuk flexibel plastic), waardoor het beluchtinglichaam 62 met druk 20 tegen de afvoeropening 24 kan worden gehouden tijdens bedrijf. Het beluchtinglichaam 62 is verder voorzien van een centrale boring 64 die aansluit op de afvoeropening 24 van de cup 10 (of een iets grotere doorsnee heeft). Deze centrale boring 64 loopt uit naar een verdere centrale boring 65 met een grotere doorsnee. Het beluchtinglichaam 62 kan aan de zijde van de verdere centrale boring 65 voorzien zijn van inkepingen 67, 25 die gebruikt kunnen worden om het beluchtinglichaam 62 bijvoorbeeld via een schroefverbinding te verbinden met de ophangelementen 63.
Aan de naar de cup 10 gerichte zijde van het beluchtinglichaam 62 is een verdieping 66 aangebracht, en op het verdiept gelegen vlak dat aansluit op de cup 10 zijn een of meer geultjes aangebracht, die tijdens bedrijf de beluchtingkanalen 40 30 vormen.
Als alternatief is het verdiept gelegen vlak van het beluchtinglichaam 62 gewoon vlak, en zijn aan de onderzijde van de cup 10 (naast afvoeropening 24) geultjes aanwezig. Dit heeft het voordeel dat de beluchtingkanalen 40 niet zo snel dicht kunnen 14 slibben, omdat de cup 10 eenmalig gebruikt wordt. Tevens kan een combinatie van geultjes in cup 10 en beluchtinglichaam 62 voorzien zijn om de beluchtingkanalen 40 te vormen.
In een verder alternatief wordt het beluchtinglichaam 62 voorzien van 5 beluchtingkanalen 40 die vrijwel loodrecht uitmonden in de centrale boring 64, zoals met stippellijn aangegeven in Fig. 8.
Een nog verdere variant van de beluchtinginrichting voor de cup 10 is in detail getoond in het doorsneeaanzichten van Fig. 9a en 9b. In deze uitvoeringsvormen wordt op een afstand van de afvoeropening 24 een beluchtinginrichting in de vorm van een 10 plaat 70 met een beluchtingopening 71 geplaatst. De beluchtingopening 71 heeft aan de naar de afvoeropening 24 gerichte zijde een grotere doorsnee dan aan de van de aiVoeropening afgewende zijde. In de getoonde uitvoeringsvorm is de beluchtingopening 71 uitgevoerd als een kegelvormige opening met een openingshoek van 60 graden. De kleinste doorsnee van de beluchtingopening 71 (aangegeven met 15 0D) is net iets groter dan de straal bereid product dat uit de aiVoeropening 24 stroomt.
Als de straal bijvoorbeeld 0,78 mm in doorsnee is, wordt de kleinste doorsnee 0D gekozen in het gebied 0,8.. .0,9 mm. Dit resulteert, door de turbulente aard van de straal uit de afvoeropening 24 (die niet precies rond zal zijn), in het effect dat een veelvoud van beluchtingkanalen worden gevormd, en een betere schuimvorming resulteert.
20 De plaat 70 wordt in een uitvoeringsvorm centraal in de cuphouder 60 geplaatst.
In bedrijf bevindt de beluchtingopening 71 zich dan precies onder de aiVoeropening 24 van de cup 10.
In de in Fig. 9b getoonde variant wordt de plaat 70 uitgevoerd als onderdeel van de cup 10. Het afvoerkanaal 28 wordt iets korter gemaakt door de zich vernauwende 25 wand 42 hoger in de cup 10 te plaatsen. De verticale wand 41 strekt zich in deze uitvoeringsvorm uit voorbij de vernauwende wand 42. Aan het uiteinde van de verticale wand 41 wordt nu de plaat 70 met beluchtingopening 71 bevestigd, bijvoorbeeld met behulp van enkele benen 72. Door gebruik te maken van benen 72 met een geringe afmeting, kan lucht stromen naar de naar de afvoeropening 24 gerichte zijde van de 30 beluchtingopening 71.
In een nog verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarvan varianten worden getoond in de aanzichten van Fig. 10a en 10b, wordt de beluchtinginrichting uitgevoerd als een modificatie van de aiVoeropening 24. In plaats 15 van de enkele afvoeropening 24 in een onderzijde 80 van afvoerkanaal 28, wordt op dezelfde plaats in de cup 10 nu een onderzijde 80 voorzien, die in plaats van één afvoeropening 24 (gestippeld weergegeven in het aanzicht van Fig. 10a) twee of meer openingen 81 omvat. De totale oppervlakte van de twee of meer openingen 81 is in 5 hoofdzaak gelijk aan de oppervlakte van de ene afvoeropening 24. De tussenruimte tussen de twee of meer openingen 81 vormen nu als het ware beluchtingkanalen met een kleine doorsnee.
Als alternatief wordt in de afvoeropening 24 voorzien in een aantal ribben 82, die de afvoeropening 24 verdelen in twee of meer deelopeningen, waardoor wederom 10 beluchtingkanalen ontstaan direct na de openingen 81. In het voorbeeld zoals weergegeven in het aanzicht van Fig. 10b, zijn twee ribben 82 kruislings geplaatst waardoor vier deelopeningen ontstaan. Het zal duidelijk zijn dat andere verdelingen mogelijk zijn.

Claims (19)

1. Cup voor het bereiden van een drank met behulp van een heet-waterapparaat, omvattende een komvormig schaallichaam (11) voor het vasthouden van een bereidingssubstantie met een inlaatopening en een afvoeropening (24), waarbij tijdens 5 bedrijf een in de cup bereid product door de afvoeropening (24) stroomt, met het kenmerk dat de cup verder een beluchtinginrichting omvat die lucht toevoert aan de stroom van bereid product in de nabijheid van de afvoeropening (24).
2. Cup volgens conclusie 1, waarbij de beluchtinginrichting ten minste één 10 beluchtingkanaal (40) in de nabijheid van de afvoeropening omvat voor het toevoeren van omgevingslucht aan een straal bereid product.
3. Cup volgens conclusie 2, waarbij de afvoeropening (24) zich bevindt aan het uiteinde van een zich vernauwende wand (42) in een afvoerkanaal (28) in de cup (10), 15 en waarbij het ten minste ene beluchtingkanaal uitmondt in de zich vernauwende wand (42).
4. Cup volgens conclusie 3, waarbij een naar binnen gerichte verhoging aanwezig is op de zich vernauwende wand (42), stroomopwaarts van het ten minste ene 20 beluchtingkanaal (40).
5. Cup volgens conclusie 2, waarbij de cup (10) in het afvoerkanaal (28) een verticale wand (41) omvat, en het tenminste ene beluchtingkanaal (40) in hoofdzaak loodrecht uitmondt op de verticale wand (41). 25
6. Cup volgens conclusie 1 of 2, waarbij de cup verder een extensie-element (50) omvat en het extensie-element (50) de beluchtinginrichting omvat.
7. Cup volgens conclusie 6, waarbij het extensie-element de afvoeropening omvat, 30 en in combinatie met de cup (10) ten minste een beluchtingkanaal.
8. Cup volgens conclusie 6, waarbij het extensie-element op de afvoeropening plaatsbaar is.
9. Cup volgens een van de conclusies 6-8, waarbij het extensie-element in de cup vergrendeld is.
10. Cup volgens conclusie 1 of 2, waarbij de cup tijdens bedrijf in aanraking is met een beluchtinglichaam in een cuphouder, waarbij het beluchtinglichaam voorzien is van een centrale boring die aansluit op de afvoeropening, en het beluchtinglichaam tijdens bedrijf een of meer beluchtingkanalen omvat.
11. Cup volgens conclusie 10, waarbij zich in een deel van de cup grenzend aan de afvoeropening en of in een aanstootvlak van het beluchtinglichaam een of meer verdiepingen verbinden, die tijdens bedrijf een of meer beluchtingkanalen vormen.
12. Cup volgens conclusie 10, waarbij het beluchtinglichaam voorzien is van 15 beluchtingkanalen die uitmonden in de centrale boring.
13. Cup volgens conclusie 1 of 2, waarbij de beluchtinginrichting een op afstand van de afVoeropening gelegen plaat omvat met een centrale opening, waarbij de doorsnee van de opening aan de van de afvoeropening gekeerde zijde kleiner is dan de doorsnee 20 van de opening aan de naar de afvoeropening gerichte zijde.
14. Cup volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afvoeropening (24) ten minste twee openingen (81) omvat, en het deel van de cup tussen de ten minste twee openingen de beluchtinginrichting vormt. 25
15. Houder voor gebruik met een cup volgens conclusies 1 of 2, waarbij de houder ten minste een deel van de beluchtinginrichting omvat.
16. Houder volgens conclusie 15, waarbij de houder een beluchtinglichaam omvat, 30 dat voorzien is van een centrale boring die aansluit op de afVoeropening van de cup, en tijdens bedrijf een of meer beluchtingkanalen omvat.
17. Houder volgens conclusie 16, waarbij het beluchtinglichaam voorzien is van beluchtingkanalen die uitmonden in de centrale boring.
18. Houder volgens conclusie 15, waarbij de houder een tijdens bedrijf op afstand 5 van de afvoeropening gelegen plaat omvat met een centrale opening, waarbij de doorsnee van de opening aan de van de afvoeropening gekeerde zijde kleiner is dan de doorsnee van de opening aan de naar de afVoeropening gerichte zijde.
19. Gebruik van een houder volgens een van de conclusies 15-18, en een cup volgens 10 een van de conclusies 1 tot en met 14 in een heet-waterapparaat dat voorzien is van een opneemruimte voor het opnemen van de houder (30) en de cup (10), waarbij het heet-waterapparaat is ingericht voor het geleiden van verwarmd water door de cup (10) en de houder (30). *******
NL2002528A 2009-02-13 2009-02-13 Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken. NL2002528C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002528A NL2002528C2 (nl) 2009-02-13 2009-02-13 Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken.
PCT/NL2010/050070 WO2010093246A1 (en) 2009-02-13 2010-02-15 Holder and cup containing concentrate for preparing hot beverages

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002528A NL2002528C2 (nl) 2009-02-13 2009-02-13 Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken.
NL2002528 2009-02-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002528C2 true NL2002528C2 (nl) 2010-08-16

Family

ID=40983384

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002528A NL2002528C2 (nl) 2009-02-13 2009-02-13 Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2002528C2 (nl)
WO (1) WO2010093246A1 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITGE20100135A1 (it) * 2010-12-10 2012-06-11 Espressocap Srl Carica preconfezionata per macchine da caffe' espresso e gruppo erogatore adatto all'uso di detta carica
DE102011003567B4 (de) 2011-02-03 2019-09-19 Robert Bosch Gmbh Portionskapsel zur Getränkezubereitung mit in Deckel integriertem Öffnungselement
USD694620S1 (en) 2011-03-08 2013-12-03 Kraft Foods R&D, Inc. Beverage cartridge
GB2488799A (en) 2011-03-08 2012-09-12 Kraft Foods R & D Inc Drinks Pod without Piercing of Outer Shell
GB2489409B (en) 2011-03-23 2013-05-15 Kraft Foods R & D Inc A capsule and a system for, and a method of, preparing a beverage
GB2491154B (en) * 2011-05-24 2013-07-10 Kraft Foods R & D Inc Beverage/food product preparation systems
USD708057S1 (en) 2012-09-10 2014-07-01 Kraft Foods R & D, Inc. Beverage cartridge
USD697797S1 (en) 2012-09-12 2014-01-21 Kraft Foods R&D, Inc. Beverage cartridge
DE102013004733A1 (de) * 2013-02-13 2014-08-14 Tchibo Gmbh Portionskapsel
CN107074440A (zh) 2014-10-01 2017-08-18 卡夫食品集团品牌有限责任公司 咖啡囊包
USD757536S1 (en) 2014-10-01 2016-05-31 Kraft Foods Group Brands Llc Container
WO2016125195A1 (en) * 2015-02-04 2016-08-11 Espressocap S.P.A. Pre-packed charge of soluble edible powder material, for the use in machines for the preparation of beverages

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1440907A2 (en) * 2003-01-24 2004-07-28 Kraft Foods R & D, Inc. Cartridge and method for the preparation of beverages
EP1440913A1 (en) * 2003-01-24 2004-07-28 Kraft Foods R & D, Inc. Cartridge for the preparation of beverages
WO2006137737A2 (en) * 2005-06-22 2006-12-28 Friesland Brands B.V. Holder and cup with concentrate for preparation of hot beverages
WO2008078989A1 (en) * 2006-12-22 2008-07-03 Friesland Brands B.V. Cup with static mixer and method for preparation of a liquid product

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI83197C (fi) 1984-10-23 1991-06-10 Mars G B Ltd Dryckpaose.
GB9007133D0 (en) 1990-03-30 1990-05-30 Gen Foods Kraft Ltd Comestibles containing packages
US6130990A (en) 1998-08-25 2000-10-10 Nestec S.A. On-demand direct electrical resistance heating system and method thereof
CA2325978A1 (en) 1999-11-16 2001-05-16 Robert Hale Beverage filter cartridge system
GB0003355D0 (en) 2000-02-14 2000-04-05 Kraft Jacobs Suchard Limited Cartridge and method for the preparation of whipped beverages
EP1315437B1 (en) 2000-09-06 2004-06-09 Mars U.K. Limited Methods and apparatus for brewing beverages
GB2382976B (en) 2001-12-11 2005-07-20 Mars Inc Beverage brewing method and apparatus
KR100535744B1 (ko) 2002-03-07 2006-01-10 넥솔테크(주) 액상식품 추출용 밀봉 용기
GB2397497B (en) 2003-01-24 2005-11-02 Kraft Foods R & D Inc Cartridge and method for the preparation of beverages
NL1029312C2 (nl) 2005-06-22 2006-12-27 Friesland Brands Bv Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken.
NL2000400C2 (nl) 2006-12-22 2008-06-24 Friesland Brands Bv Cup voor concentraat en werkwijze voor bereiding van een vloeibaar product.
NL2000402C2 (nl) 2006-12-22 2008-06-24 Friesland Brands Bv Cup met afvoeropening voor bereiding van een vloeibaar product, en tegendruklichaam.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1440907A2 (en) * 2003-01-24 2004-07-28 Kraft Foods R & D, Inc. Cartridge and method for the preparation of beverages
EP1440913A1 (en) * 2003-01-24 2004-07-28 Kraft Foods R & D, Inc. Cartridge for the preparation of beverages
WO2006137737A2 (en) * 2005-06-22 2006-12-28 Friesland Brands B.V. Holder and cup with concentrate for preparation of hot beverages
WO2008078989A1 (en) * 2006-12-22 2008-07-03 Friesland Brands B.V. Cup with static mixer and method for preparation of a liquid product

Also Published As

Publication number Publication date
WO2010093246A1 (en) 2010-08-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2002528C2 (nl) Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken.
NL2000400C2 (nl) Cup voor concentraat en werkwijze voor bereiding van een vloeibaar product.
NL2000401C2 (nl) Cup met statische menger en werkwijze voor bereiding van een vloeibaar product.
EP1893507B1 (en) Holder and cup with concentrate for preparation of hot beverages
ES2313293T3 (es) Cartucho para la preparacion de bebidas.
NL2000399C2 (nl) Cup met ruimte voor opnemen van pad.
ES2262095T3 (es) Un cartucho para la preparacion de bebidas.
ES2373012T5 (es) Método para la preparación de bebidas
NL2000402C2 (nl) Cup met afvoeropening voor bereiding van een vloeibaar product, en tegendruklichaam.
NL1031177C2 (nl) Verpakking en inrichting voor het bereiden van een drank.
RU2732324C2 (ru) Картридж для приготовления напитков и способ изготовления картриджа
ES2337138T3 (es) Cartucho y metodo para la preparacion de bebidas.
NL2000739C2 (nl) Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken.
US7377454B2 (en) Device for pumping a liquid from a packaging or a container
RU2735115C2 (ru) Установочный узел для контейнеров для пищевых продуктов или напитков
JP2017530739A (ja) 食品又は飲料を調製するためのパック
TWI337972B (en) Cartridge for the preparation of beverages
ES2274387T5 (es) Sistema de cartucho para la preparación de bebidas y método de fabricación de dicho sistema.
NL2002530C2 (nl) Houder en samenstel van houder en cup met een concentraat.
BE1017193A3 (nl) Houder en cup met concentraat voor bereiding van warme dranken.
ES2282804T3 (es) Cartucho para la preparacion de bebidas.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120901