NL1027274C2 - Werkwijze en systeem voor het via een netwerk verzenden van elektronische post. - Google Patents

Description

WERKWIJZE EN SYSTEEM VOOR HET VIA EEN NETWERK VERZENDEN VAN

ELEKTRONISCHE POST

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een systeem voor het door een postverwerkingseenheid via een netwerk zoals het internet verzenden van elektronische-postboodschappen (e-mails).

5 Het gebruik van elektronische post en dan met name elektronische post via het internet (e-mail) heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Was elektronische post in de beginjaren van het internet vooral bedoeld voor het over en weer zenden van relatief korte, informele boodschappen, 10 tegenwoordig wordt elektronische post volledig naast de traditionele reguliere post vaak of zelfs als vervanging daarvan toegepast. Het is duidelijk dat aan toepassing van elektronische post boven reguliere post een aantal belangrijke voordelen kleeft. Elektronische post is 15 bijvoorbeeld sneller, kan eenvoudiger verdeeld worden over een groot aantal geadresseerden en is minder belastend voor de omgeving, bijvoorbeeld in de zin dat geen papier benodigd is en geen verbruik van brandstof met zich meebrengt.

Aan het gebruik van elektronische post kleeft echter 20 tevens een aantal belangrijke bezwaren. Door het van oorsprong informele karakter van elektronische postboodschappen hebben gebruikers vaak de neiging aan de opmaak, de spelling en de inhoud van de boodschappen minder aandacht te besteden dan aan reguliere briefwisseling zou 25 worden besteed. Ook worden elektronische boodschappen soms per abuis naar verkeerde geadresseerden gestuurd of worden concept-boodschappen reeds verstuurd voordat deze definitief zijn gemaakt.

1027274 I 4 2

Om laatstgenoemde bezwaren te ondervangen beschrijft het Europese document EP 1 241 610 A2 een systeem waarin elektronische boodschappen alleen verstuurd kunnen worden wanneer de schrijver van de boodschap daartoe expliciet 5 toestemming heeft gegeven, bijvoorbeeld door plaatsing van een digitale handtekening. Dit voorkomt weliswaar het abusievelijk naar een verkeerd adres sturen van een boodschap of het versturen van een concept-boodschap, het probleem van het informele karakter van de elektronische boodschap blijft 10 in zekere zin gehandhaafd.

Een verder probleem van de bekende elektronische-postsystemen is de kwestie van aansprakelijkheid van de zender voor eventuele fouten in de briefwisseling. Veel bedrijven zoals ondermeer verzekeringsmaatschappijen, banken, 15 advocatenkantoren, en adviesbureaus in het algemeen, voeren j correspondentie waarvan de inhoud dezelfde juridische status j heeft als die van reguliere briefwisseling. Doordat elektronische berichten echter met minder zorg worden opgesteld en verstuurd en bovendien de uitgaande 20 elektronische boodschappen in de bestaande postsystemen niet gecontroleerd kunnen worden door anderen, zoals bijvoorbeeld door een supervisor, is de kans groot dat foutieve informatie naar buiten wordt gebracht. De bedrijven kunnen nu aansprakelijk worden gesteld voor de schade als gevolg van de 25 verstrekking van de foutieve informatie.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een werkwijze en systeem te verschaffen voor het verzenden van elektronische postboodschappen met ondermeer de hierboven genoemde voordelen van elektronische verwerking, waarin de 30 genoemde bezwaren van de toepassing van elektronische post en met name het bezwaar van de verhoogde risico's van aansprakelijkheid zijn ondervangen.

1027274

« I

3

Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het door een postverwerkingseenheid via een netwerk zoals het internet verzenden van elektronische-postboodschappen (e-mails), omvattende: 5 - het door de postverwerkingseenheid genereren van een te autoriseren elektronische postboodschap van een gebruiker, waarbij de postboodschap tekst-, beeld en/of geluidgegevens omvat; - het door de postverwerkingseenheid adresseren van 10 de gegenereerde ongeautoriseerde postboodschap; - het tijdelijk op de postverwerkingseenheid bewaren van de gegenereerde ongeautoriseerde postboodschap; - het tonen van de ongeautoriseerde postboodschap aan een vooraf gespecificeerde en bij de gebruiker behorende 15 supervisor; - het slechts na autorisatie door de supervisor via het netwerk verzenden van de geautoriseerde elektronische postboodschap naar de geadresseerde.

De uitvinding betreft derhalve een werkwijze voor het 20 versturen van elektronische post waarin de mogelijkheid is ingebouwd tot verplichte goedkeuring van uitgaande elektronische boodschappen van een bepaalde gebruiker of van een aantal gebruikers, bij voorbeeld een medewerker met beperkte bevoegdheden, door een of meer aan de gebruiker 25 toegewezen supervisors. Wanneer een medewerker een te autoriseren elektronische boodschap opstelt en verstuurt, wordt deze boodschap bijvoorbeeld in de "uitgaande berichten" directory geplaatst maar nog niet daadwerkelijk verstuurd.

Pas nadat de supervisor de boodschap heeft gelezen en heeft 30 geaccordeerd, kan de boodschap verzonden worden.

In een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze tevens het genereren van een zonder autorisatie te verzenden elektronische postboodschap, het adresseren van de 1027274 I t 4 gegenereerde postboodschap en het via het netwerk verzenden van de ongeautoriseerde postboodschap naar de geadresseerde. Dit maakt het mogelijk dat de gebruiker ook elektronische boodschappen kan versturen die niet geautoriseerd zijn door 5 de supervisor, bijvoorbeeld boodschappen met een inhoud of met een geadresseerde waarvan van te voren is afgesproken dat geen autorisatie nodig is. In een andere voorkeursuitvoering omvat de werkwijze echter het blokkeren van de verzending van alle ongeautoriseerde postboodschappen. Dit betekent dat 10 alleen door de supervisor geautoriseerde boodschappen daadwerkelijk verzonden kunnen worden.

Om de ontvanger van de elektronische boodschap een indicatie te geven dat een boodschap al dan niet op juiste wijze geautoriseerd is en derhalve om het de ontvanger 15 duidelijk te maken welke status (geautoriseerd of ongeautoriseerd) de inhoud van de ontvangen boodschap heeft, omvat de werkwijze bij voorkeur het aan de gegenereerde postboodschap toevoegen van een indicator die het al dan niet geautoriseerd zijn van de postboodschap aanduidt. Aan de hand 20 van de indicator kan de ontvanger achterhalen welke status de ontvangen boodschap heeft.

De werkwijze omvat hierbij het meesturen van de indicator met de postboodschap naar de geadresseerde, bijvoorbeeld apart van de boodschap of samen met de boodschap 25 door deze in de postboodschap op te nemen. In een bijzonder voordelige uitvoering betreft de indicator een aan de postboodschap toegevoegd label is. Het label bevat voor de autorisatiestatus van de postboodschap representatieve informatie, in het bijzonder (maar niet beperkt tot) 30 tekstgegevens. De elektronische boodschap kan bijvoorbeeld worden voorzien van een stuk tekst waarin wordt aangegeven of de inhoud van de elektronische boodschap geautoriseerd is en derhalve een bepaalde juridische status heeft of de inhoud 1027274 » « 5 van de boodschap ongeautoriseerd is en derhalve geen aansprakelijkheid voor de inhoud daarvan kan worden aanvaard.

Een gebruiker zou in theorie ook zelf de bovengenoemde toevoeging in de vorm van een label kunnen 5 maken. In een verdere voorkeursuitvoering wordt daarom in plaats van of in aanvulling op het eerder genoemde label een digitale handtekening van de supervisor aan de elektronische boodschap toegevoegd. In sommige landen hebben digitale handtekeningen een juridische status die vergelijkbaar is met 10 handgeschreven handtekeningen. In andere landen is dit niet het geval, maar toepassing van een digitale handtekening kan de betrouwbaarheid van het elektronische verkeer van postberichten in ieder geval sterk vergroten.

Digitale handtekeningen kunnen op verschillende 15 wijzen worden gerealiseerd. Handtekeningen volgens de Digital Signature Standard (DSS) worden bijvoorbeeld gegenereerd door middel van een verzameling regels die zijn opgenomen in het zogenaamde Digital Signature Algorithm (DSA) en een aantal parameters, zodat de identiteit van de handtekening en de 20 integriteit van de verstuurde gegevens geverifieerd kunnen worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van twee digitale sleutels, een voor iedereen toegankelijke publieke sleutel en een slechts bij de gebruiker bekende privé sleutel. Met een dergelijke digitale handtekening zijn de berichten met een 25 zeer grote mate van betrouwbaarheid te controleren. Bovendien is hierdoor tweeweg autorisatie mogelijk. Binnen het bedrijf van de verzender wil men zeker weten dat er controle heeft plaatsgevonden en bovendien wil de ontvanger zeker weten dat de controle daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

30 In een verdere uitvoering omvat de werkwijze het aan de gebruiker tonen van de autorisatiestatus van de door de gebruiker gegenereerde postboodschap zodat de gebruiker op de hoogte blijft van het feit of de boodschap al dan niet 1027274 6 • » verstuurd is. Evenzo wordt in een verdere uitvoering aan de supervisor getoond of de door een of meer gebruikers gegenereerde postboodschappen door de betreffende supervisor reeds geautoriseerd zijn van. In beide gevallen kan het 5 geautoriseerd en ongeautoriseerd zijn van een postboodschap met verschillende kleuren en/of met verschillende symbolen worden aangeduid.

Bij voorkeur omvat de werkwijze het koppelen van elk van de gebruikers van de postverwerkingseenheid met een of 10 meer bijbehorende supervisors, door gebruik te maken van vooraf op de postverwerkingseenheid opgeslagen relaties tussen de verschillende gebruikers en supervisors.

Volgens een tweede aspect van de onderhavige uitvinding wordt een systeem verschaft voor het via een 15 netwerk zoals het internet verzenden van elektronische-postboodschappen (e-mails), omvattende een op het netwerk aansluitbare postverwerkingseenheid voor het verwerken van uitgaande elektronische postboodschappen, waarbij de postverwerkingseenheid omvat: 20 - eerste invoermiddelen voor het door een gebruiker laten invoeren van tekst-, beeld- en/of geluidgegevens; - genereermiddelen voor het op basis van de ingevoerde gegevens genereren van een te autoriseren elektronische postboodschap; 25 - adresseringsmiddelen voor het adresseren van de gegenereerde ongeautoriseerde postboodschap; - opslagmiddelen voor het bewaren van de gegenereerde ongeautoriseerde postboodschap; - afbeeldmiddelen voor het tonen van de 30 ongeautoriseerde postboodschap aan een vooraf gespecificeerde en bij de gebruiker behorende supervisor; - tweede invoermiddelen voor het door de supervisor laten invoeren van een autorisatiecode; 1027274 « · 7 - verzendmiddelen die zijn ingericht voor slechts na ontvangst van de autorisatiecode verzenden van de geautoriseerde elektronische postboodschap via het netwerk naar de geadresseerde.

5 Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn de verzendmiddelen tevens ingericht voor het zonder autorisatie van de supervisor via het netwerk verzenden van ongeautoriseerde postboodschappen naar de geadresseerde. Hierdoor kan een gebruiker bijvoorbeeld privé berichten 10 blijven versturen zonder dat deze een supervisor onder ogen komen. Dergelijke berichten hebben echter niet een geautoriseerde status. In een andere, striktere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de verzendmiddelen echter ingericht voor het blokkeren van verzending van alle 15 ongeautoriseerde postboodschappen, hetgeen betekent dat een gebruiker alleen berichten kan versturen na controle door een supervisor.

In de bovengenoemde uitvoeringen kan de postverwerkingseenheid een personal computer waaronder een 20 standaard e-mail server omvatten. De werkwijze kan zijn uitgevoerd in een op een dergelijke computer draaiend computerprogramma. Hierbij kan het computerprogramma op zichzelf draaien, dat wil zeggen afzonderlijk van een op de computer geïnstalleerd standaard e-mail programma, zoals 25 Microsoft™ Outlook, kan als zogenaamd "add-on" programma met het standaard e-mail programma samenwerken of kan geheel geïncorporeerd zijn in een e-mail programma.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een gegevensdrager met een daarop opgeslagen computer programma 30 product, bij de uitvoering waarvan op een computersysteem de hierin beschreven werkwijze wordt uitgevoerd.

Tenslotte heeft de uitvinding tevens betrekking op een computerprogramma voor het uitvoeren, wanneer het 1 0 27274 8 programma op een of meer computers of op het hierin beschreven systeem wordt gedraaid, van de stappen van de hierin gedefinieerde werkwijzen.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de 5 onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt in de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de volgende figuren.

Figuur 1 is een schematisch aanzicht van een 10 voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding;

Figuur 2 is een stroomdiagram dat een aantal van de stappen van de werkwijze volgens de uitvinding toont;

Figuur 3 is een schematische weergave van het 15 beginscherm dat een gebruiker en een supervisor te zien krijgt;

Figuur 4 is een schematische weergave van een vervolgscherm dat aan de gebruiker wordt getoond;

Figuur 5 is een schematische weergave van een 20 vervolgscherm dat aan de gebruiker wordt getoond;

Figuur 6 toont een voorbeeld van een geautoriseerde pos tboods chap; en

Figuur 7 toont een voorbeeld van een ongeautoriseerde postboodschap.

25 In figuur 1 is een voorkeursuitvoeringsvorm van het

systeem voor het verwerken van elektronische postboodschappen I

(e-mails) schematisch weergegeven. Het systeem omvat een mail-server 1 die via een intern netwerk 2 met een aantal computers waaronder gebruikercomputers 3 en supervisor 30 computers 4,4' is gekoppeld. De mailserver 1 is voorts verbonden met een extern netwerk 10, zoals bijvoorbeeld het internet. De mail-server 1 en de overige computers 3,4,4' omvatten elk ondermeer een centrale verwerkingseenheid en 1027274 9 daarmee samenwerkende opslagmiddelen, zoals een geheugen van het RAM- en ROM-type, een harde schijf, floppy disk, een optische leesinrichting voor het lezen van optische schijven, e.d. Tevens omvatten de overige computers 3,4,4' 5 invoermiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een toetsenbord 5 respectievelijk 7 of een muis 5' respectievelijk 7', en een beeldscherm 6 respectievelijk 8. De mailserver 1 en computers 3,4,4' kunnen op bekende wijze geladen worden met computerprogrammatuur om het systeem zodanig te programmeren 10 dat de hierin beschreven werkwijzestappen uitgevoerd worden.

Andere, hier niet nadere weergegeven configuraties van het systeem zijn evenzeer mogelijk. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de verschillende gebruikers en de supervisors volgens het "thin cliënt" principe te voorzien van terminals 15 die direct op de centrale mailserver 1 zijn aangesloten. De terminals bevatten slechts de minimale hardware (beeldscherm, toetsenbord en interface met het netwerk 2) die nodig is om communicatie met de centrale mail server 1 tot stand te brengen. Het genereren van de postboodschappen vindt nu 20 plaats door de mailserver 1 zelf in plaats van door de afzonderlijke gebruikers- en supervisor computers 3, 4, 4'. Nog andere configuraties zijn eveneens mogelijk.

In het navolgende zal het samenstel van gebruikscomputers, supervisorcomputer en mail-server of de 25 daarmee corresponderende eenheden in de alternatieve configuraties ook wel worden aangeduid met postverwerkingseenheid.

Op bekende wijze kunnen de gebruikers van het systeem met hun gebruikercomputers 3 een elektronische postboodschap 30 genereren, bijvoorbeeld door bediening van het op de gebruikercomputers 3 aangesloten toetsenbord 5. Ook de supervisor kunnen elektronische postboodschappen genereren.

De postboodschappen zijn via het interne netwerk 2 met 1027274 • f 10 raailserver 1 te versturen, welke mailserver 1 op zijn beurt de gegenereerde postboodschappen via het externe netwerk 10 naar een of meer geadresseerden, zoals de schematisch in figuur 1 weergegeven personal computer O, stuurt. Het moge 5 duidelijk zijn dat het aantal gebruikers en het aantal supervisors kan variëren. Tevens kan de supervisor computer 4 van een supervisor met beperkte bevoegdheden worden opgevat als gebruikerscomputer, waarbij dan een tweede supervisor computer 4' van een supervisor met uitgebreidere bevoegdheden 10 de door de supervisor computer 4 gegenereerde postboodschappen controleert.

Een gebruiker van het systeem gaat als volgt te werk. Allereerst genereert (stap 20, figuur 2) de gebruiker op bekende wijze een elektronische boodschap door de knop 15 "nieuw" (30 in figuur 3) te bedienen, waardoor een nieuw invoerscherm 31 (figuur 4) op het beeldscherm wordt afgebeeld. De gebruiker voert bijvoorbeeld tekst in via de invoermiddelen 5, bijvoorbeeld een toetsenbord, een spraakherkenningstoestel, etc. De postboodschap kan naast 20 tekstgegevens tevens beeldgegevens en/of geluidgegevens omvatten. Zo kunnen aan elke tekstboodschap video- of geluidsfragmenten worden toegevoegd, hetzij als bijlage hetzij direct in de postboodschap zelf, of kunnen grafische objecten en dergelijke direct in de boodschap worden 25 ingevoegd.

Wanneer de boodschap aldus gegenereerd is, voert (stap 21) de gebruiker via het adresinvoerveld 33 één of meer e-mailadressen in van de personen die de betreffende e-mail moeten ontvangen. De adressering kan uiteraard ook vóór het 30 invoeren van de tekst van de postboodschap of tijdens het invoeren daarvan plaatsvinden.

Na de postboodschap gegenereerd te hebben en de adressen van de geadresseerde te hebben ingevoerd, bedient de 1027274 11 gebruiker de "zend" knop 32, zoals is weergegeven in figuur 4, waarmee de postboodschap voor wat de gebruiker betreft gereed is voor verzending. In plaats van de postboodschap daadwerkelijk te verzenden naar de geadresseerde(n), plaatst 5 de postverwerkingseenheid de boodschap in de "uitgaande post" directory (te superviseren uitgaande post directory zoals met referentienummer 34 in figuur 3 is aangeduid), in het bijzonder in een bij de betreffende gebruiker (gebruiker A) behorende directory (zoals in figuur 3 met referentienummer 10 35 is aangeduid) van één van de bij de gebruiker behorende supervisors en bewaart (stap 22 in figuur 2) aldus de postboodschap op de opslagmiddelen van de postverwerkingseenheid.

In welke uitgaande post directory de gegenereerde 15 postboodschap geplaatst wordt, is het afhankelijk van vooraf op de postverwerkingseenheid opgeslagen relaties tussen de gebruikers van het systeem en de verschillende supervisors.

In het weergegeven voorbeeld komt de door gebruiker A gegenereerde boodschap terecht in de uitgaande post directory 20 van de supervisor B (figuur 3). Wanneer de supervisor B nu zijn beeldscherm 8 inspecteert, wordt de boodschap van gebruiker A op het beeldscherm getoond (stap 23 in figuur 2) in de te superviseren uitgaande post directory 34 van supervisor B.

25 Aangezien de specifieke boodschap nog niet door de supervisor gecontroleerd is, krijgt deze een kleurindicatie, bijvoorbeeld rood, en/of een specifiek symbool of specifieke aanduiding die representatief is voor de ongeautoriseerde status van de postboodschap. De supervisor B opent vervolgens 30 de te autoriseren postboodschap en krijgt het in figuur 5 weergegeven venster te zien. De supervisor B controleert (stap 24) de inhoud van de boodschap. Indien de supervisor met de inhoud van de postboodschap akkoord gaat, bedient deze 1027274 • · 12 een "akkoord" knop 12 (figuur 3) om aan te geven dat de betreffende boodschap wat hem betreft akkoord is.

Na ontvangst van de akkoordverklaring van de supervisor B, voegt (stap 25) de postverwerkingseenheid een 5 vooraf op de opslagmiddelen opgeslagen tekst toe aan de geautoriseerde boodschap, bijvoorbeeld aan de onderzijde daarvan, zoals is weergegeven in figuur 6. In figuur 6 is een label A toegevoegd, waarin bijvoorbeeld staat vermeld dat de betreffende boodschap door een supervisor is gecontroleerd en 10 dat de ontvanger(s) van de boodschap derhalve er van uit mogen gaan dat de inhoud van de boodschap correct is. De aldus gemodificeerde postboodschap wordt vervolgens door de postverwerkingseenheid via het externe netwerk 10 naar de geadresseerde(n) gestuurd (stap 26). Wanneer de geadresseerde 15 de ontvangen postboodschap opent, krijgt deze direct te zien dat de betreffende postboodschap geautoriseerd is en dat de inhoud daarvan correct is aangezien aan de postboodschap een indicator in de vorm van een bepaalde standaardtekst is toegevoegd.

20 Indien de supervisor B met de inhoud van de postboodschap niet akkoord gaat, wordt verzending daarvan geblokkeerd (stap 27). De boodschap blijft dan in de uitgaande post directory van de supervisor B staan zonder verzonden te worden.

25 In een andere uitvoeringsvorm kan de supervisor B

door middel van de bediening van een "niet-akkoord" knop 13 aangeven dat hij de boodschap niet zal autoriseren. In dit geval wordt hetzij de boodschap verwijderd of wordt een bericht naar de gebruiker A verstuurd waarin de gebruiker A 30 op de hoogte wordt gebracht van het feit dat de postboodschap niet geautoriseerd is. De gebruiker A krijgt dan mogelijkheid de boodschap eventueel aan te passen en opnieuw naar de supervisor te sturen.

1 0 27 274 13

In sommige uitvoeringsvormen wordt een postbericht niet verstuurd zonder autorisatie door een supervisor. In andere uitvoeringsvormen is echter de mogelijkheid ingebouwd om de gebruiker ongeautoriseerde postberichten te laten 5 verzenden, bijvoorbeeld privé-berichten of berichten waarvan de inhoud geen autorisatie behoeft. In een dergelijke uitvoering genereert de gebruiker een postboodschap en verzendt deze door bediening van de "verzend ongeautoriseerde boodschap"-toets 15. Nadat de "verzend ongeautoriseerde 10 boodschap"-toets 15 is bediend, voegt de postverwerkingseenheid aan de niet-geautoriseerde boodschap een label B toe, bijvoorbeeld aan de onderzijde van de boodschap, zoals is weergegeven in figuur 7. Dit label bevat bijvoorbeeld een tekst waarin wordt aangegeven dat het 15 onderhavige postbericht niet geautoriseerd is en derhalve geen aansprakelijkheid kan worden aanvaard voor de inhoud daarvan. Pas nadat het label B is toegevoegd wordt de postboodschap, inclusief het label B, via het externe netwerk 10 naar de geadresseerde(n) gestuurd. Bij opening van de 20 postboodschap wordt de geadresseerde in dit geval direct op de hoogte gebracht van de ongeautoriseerde status van de boodschap. In het weergeven voorbeeld betekent dit tevens dat de verzender van het postbericht geen aansprakelijkheid aanvaardt voor de inhoud van het bericht.

25 In sommige gevallen is ook de mogelijk ingebouwd dat de supervisor zelf een boodschap stuurt of een van een gebruiker afkomstige boodschap stuurt waarvoor geen autorisatie wordt afgegeven. In dit geval bedient de supervisor de "niet akkoord" toets 13, zodat de 30 postverwerkingseenheid aan de niet-geautoriseerde boodschap een indicator, bijvoorbeeld het eerder genoemde label B, toevoegt om de status van het postbericht aan de ontvanger daarvan duidelijk te maken.

1027274 14

Het moge duidelijk zijn dat een supervisor als gebruiker van het systeem op analoge wijze gecontroleerd kan worden door een verdere supervisor. Tevens is het mogelijk om elk bericht van een gebruiker allereerst door een eerste 5 supervisor te laten controleren en daarna, na autorisatie j door de eerste supervisor, door een tweede supervisor, mogelijkerwijs een supervisor met meer bevoegdheden dan de eerste supervisor, te laten controleren. Aldus kan een gelaagde autorisatie-structuur worden opgebouwd waarin 10 rekening wordt gehouden met de binnen het bedrijf heersende niveaus van bevoegdheid.

In een verdere voorkeursuitvoering is het systeem ingericht om, wanneer een derde een postboodschap stuurt naar de postverwerkingseenheid van een gebruiker, welke gebruiker 15 om een of andere reden niet in staat is te reageren op het bericht, een boodschap terug te sturen naar de derde met de mededeling dat de gebruiker het postbericht niet kan reageren op de ontvangen postboodschap. Als de gebruiker gedurende een bepaalde periode niet op kantoor aanwezig is, kan 20 bijvoorbeeld een postboodschap worden verstuurd waarin het label een vaste tekst, zoals "De ontvanger van dit bericht is niet op kantoor aanwezig en kan uw postbericht niet beantwoorden" . Een dergelijke postboodschap wordt ook wel een "out of office reply" genoemd. Optioneel kan de 25 postverwerkingseenheid een ontvangen bericht doorsturen naar of althans leesbaar maken voor een andere gebruiker of een supervisor zodat de andere gebruiker of supervisor de postboodschap kan afhandelen. In een dergelijk geval kan een mededeling daaromtrent in een postboodschap, bij voorkeur de 30 hierboven genoemde postboodschap, worden opgenomen en naar de derde worden verstuurd.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de beschreven voorkeursuitvoeringen daarvan. De gevraagde 1027274 t 15 rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

1027274

Claims (32)

1. Werkwijze voor het door een postverwerkingseenheid via een netwerk zoals het internet verzenden van elektronische-postboodschappen (e-mails), omvattende: - het door de postverwerkingseenheid genereren van 5 een te autoriseren elektronische postboodschap van een gebruiker, waarbij de postboodschap tekst-, beeld en/of geluidgegevens omvat; - het door de postverwerkingseenheid adresseren van de gegenereerde ongeautoriseerde postboodschap; 10. het tijdelijk op de postverwerkingseenheid bewaren van de gegenereerde ongeautoriseerde postboodschap; - het tonen van de ongeautoriseerde postboodschap aan een vooraf gespecificeerde en bij de gebruiker behorende supervisor; 15. het slechts na autorisatie door de supervisor via het netwerk verzenden van de geautoriseerde elektronische postboodschap naar de geadresseerde.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende het genereren van een zonder autorisatie te verzenden 20 elektronische postboodschap, het adresseren van de gegenereerde postboodschap en het via het netwerk verzenden van de ongeautoriseerde postboodschap naar de geadresseerde.

3. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het blokkeren van de verzending van 25 alle ongeautoriseerde postboodschappen.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, omvattende het aan de gegenereerde postboodschap toevoegen van een indicator die het al dan niet geautoriseerd zijn van de postboodschap aanduidt. 1027274

5. Werkwijze volgens conclusie 4, omvattende het meesturen van de indicator met de postboodschap naar de geadresseerde.

6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, omvattende het 5 opnemen van de indicator in de postboodschap.

7. Werkwijze volgens een van de conclusies 4-6, waarbij de indicator een aan de postboodschap toegevoegd label is.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het label 10 voor de autorisatiestatus van de postboodschap representatieve informatie, in het bijzonder tekstgegevens, bevat.

9. Werkwijze volgens een van de conclusies 4-8, omvattende: 15. indien de postboodschap geautoriseerd is, het ophalen van een eerste tekst en het toevoegen van de eerste tekst aan de gegenereerde postboodschap; en i - indien de postboodschap ongeautoriseerd is, het ophalen van een tweede tekst, verschillend van de eerste 20 tekst, en het toevoegen van de tweede tekst aan de gegenereerde postboodschap.

10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het plaatsen van de gegenereerde postboodschap in een voor de supervisor bestemde directory en 25 het blokkeren van verzending van de postboodschap totdat de postverwerkingseenheid van de supervisor een autorisatieboodschap ontvangen heeft.

11. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de indicator een digitale handtekening omvat.

12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het aan de gebruiker tonen van de autorisatiestatus van de door de gebruiker gegenereerde postboodschap. 1027274 r

13. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het aan de supervisor tonen van het al dan niet reeds door de supervisor geautoriseerd zijn van de door een of meer gebruikers gegenereerde postboodschappen.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, waarbij het geautoriseerd en ongeautoriseerde zijn van een postboodschap met verschillende kleuren en/of verschillende symbolen wordt getoond.

15. Werkwijze volgens een van de voorgaande 10 conclusies, omvattende het koppelen van elk van de gebruikers van de postverwerkingseenheid met een of meer bijbehorende supervisors.

16. Systeem voor het via een netwerk zoals het internet verzenden van elektronische-postboodschappen (e- 15 mails), omvattende een op het netwerk aansluitbare postverwerkingseenheid voor het verwerken van uitgaande elektronische postboodschappen, waarbij de postverwerkingseenheid omvat: - eerste invoermiddelen voor het door een gebruiker 20 laten invoeren van tekst-, beeld- en/of geluidgegevens; - genereermiddelen voor het op basis van de ingevoerde gegevens genereren van een te autoriseren elektronische postboodschap; - adresseringsmiddelen voor het adresseren van de 25 gegenereerde ongeautoriseerde postboodschap; - opslagmiddelen voor het bewaren van de gegenereerde ! ongeautori seerde postboodschap; - afbeeldmiddelen voor het tonen van de ongeautoriseerde postboodschap aan een vooraf gespecificeerde 30 en bij de gebruiker behorende supervisor; - tweede invoermiddelen voor het door de supervisor laten invoeren van een autorisatiecode; 1027274 » - verzendmiddelen die zijn ingericht voor slechts na ontvangst van de autorisatiecode verzenden van de geautoriseerde elektronische postboodschap via het netwerk naar de geadresseerde.

17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij de verzendmiddelen tevens zijn ingericht voor het zonder autorisatie van de supervisor via het netwerk verzenden van ongeautoriseerde postboodschappen naar de geadresseerde.

18. Systeem volgens conclusie 16, waarbij de 10 verzendmiddelen zijn ingericht voor het blokkeren van verzending van alle ongeautoriseerde postboodschappen.

19. Systeem volgens een van de conclusies 16-18, waarbij de verzendmiddelen zijn ingericht voor het aan de gegenereerde postboodschap toevoegen van een indicator die 15 het al dan niet geautoriseerd zijn van de postboodschap aanduidt.

20. Systeem volgens conclusie 19, waarbij de toevoegmiddelen zijn ingericht voor het meesturen van de indicator met de postboodschap naar de geadresseerde. i 20

21. Systeem volgens conclusie 19 of 20, waarbij de verzendmiddelen zijn ingericht voor het opnemen van de indicator in de postboodschap.

22. Systeem volgens een van de conclusies 19-21, waarbij de indicator een aan de postboodschap toegevoegd 25 label is.

23. Systeem volgens conclusie 22, waarbij het label voor de autorisatiestatus van de postboodschap representatieve informatie, in het bijzonder tekstgegevens, bevat.

24. Systeem volgens een van de conclusies 16-23, dat is ingericht voor het plaatsen van de gegenereerde postboodschap in een voor de supervisor bestemde directory en het blokkeren van verzending van de postboodschap totdat de 1027274 > postverwerkingseenheid van de supervisor een autorisatieboodschap ontvangen heeft.

25. Systeem volgens conclusie 24, omvattende handtekeninggenereermiddelen voor het genereren van een 5 elektronische handtekening als indicator.

26. Systeem volgens een van de conclusies 16-25, dat is ingericht voor het op tweede afbeeldmiddelen aan de gebruiker tonen van de autorisatiestatus van de door de gebruiker gegenereerde postboodschap.

27. Systeem volgens een van de conclusies 16-26, dat is ingericht voor het op de eerste afbeeldmiddelen aan de supervisor tonen van het al dan niet reeds door de supervisor geautoriseerd zijn van de door een of meer gebruikers gegenereerde postboodschappen.

28. Systeem volgens conclusie 26 of 27, waarbij het geautoriseerd en ongeautoriseerde zijn van een postboodschap met verschillende kleuren en/of verschillende symbolen wordt getoond.

29. Systeem volgens een van de conclusies 16-28, 20 waarbij op de opslagmiddelen de koppelingsinformatie is opgeslagen voor koppelen van elk van de gebruikers van de postverwerkingseenheid met een of meer bijbehorende supervisors.

30. Systeem of werkwijze volgens een van de 25 voorgaande conclusies, waarin de postverwerkingseenheid een personal computer omvat.

31. Gegevensdrager met een daarop opgeslagen computer programma product, bij de uitvoering waarvan op een computersysteem de werkwijze volgens een van de conclusies Ι- ΒΟ 15 wordt uitgevoerd.

32. Computerprogramma voor het uitvoeren, wanneer het programma op een of meer computers of op het systeem volgens 1 027274 V» een van de conclusies 16-30 wordt gedraaid, van de stappen van een van de conclusies 1-15. 1027274