NL1022288C2 - Animal slaughter method, especially for poultry, involves simultaneously unloading animals from containers at stations at different points along conveyor - Google Patents
Animal slaughter method, especially for poultry, involves simultaneously unloading animals from containers at stations at different points along conveyor Download PDFInfo
- Publication number
- NL1022288C2 NL1022288C2 NL1022288A NL1022288A NL1022288C2 NL 1022288 C2 NL1022288 C2 NL 1022288C2 NL 1022288 A NL1022288 A NL 1022288A NL 1022288 A NL1022288 A NL 1022288A NL 1022288 C2 NL1022288 C2 NL 1022288C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- animals
- slaughter
- container
- slaughtered
- anesthetic
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B3/00—Slaughtering or stunning
- A22B3/005—Slaughtering or stunning by means of gas
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B1/00—Apparatus for fettering animals to be slaughtered
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B3/00—Slaughtering or stunning
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B3/00—Slaughtering or stunning
- A22B3/06—Slaughtering or stunning by electric current
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Processing Of Meat And Fish (AREA)
Abstract
Description
- 1 -- 1 -
Titel: Werkwijze en inrichting voor het verwerken van slachtdieren.Title: Method and device for processing slaughter animals.
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van slachtdieren, in het bijzonder vogels, in een slachterij, omvattende de stappen: aanvoeren van de slachtdieren in containers, waarbij elke container meerdere compartimenten omvat; in een losstation lossen van de slachtdieren uit een van de containers; 10 met een transporteur koppelen van elk slachtdier; en slachten van de slachtdieren. De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het verwerken van slachtdieren.The invention relates to a method for processing slaughtered animals, in particular birds, in a slaughterhouse, comprising the steps of: supplying the slaughtered animals in containers, wherein each container comprises several compartments; unloading the slaughtered animals from one of the containers at a discharge station; 10 coupling each slaughtered animal to a conveyor; and slaughter of the animals for slaughter. The invention also relates to a device for processing slaughtered animals.
De uitvinding beoogt bij het verwerken van slachtdieren in een slachterij de volledige capaciteit van een naar een slachtinrichting 15 leidende transporteur te benutten.The invention has for its object to utilize the full capacity of a conveyor leading to a slaughtering device when processing slaughtered animals in a slaughterhouse.
Voorts is het bij het verwerken van slachtdieren in een slachterij een bekende werkwijze, de slachtdieren voorafgaand aan de slacht te verdoven. Traditioneel vindt deze verdoving plaats door een elektrische stroom met voorafbepaalde karakteristieken door het 20 lichaam of een deel van het lichaam van het slachtdier te leiden.Furthermore, when processing slaughtered animals in a slaughterhouse, it is a known method to anesthetize the slaughtered animals prior to slaughtering. Traditionally, this anesthetic takes place by passing an electric current with predetermined characteristics through the body or a part of the body of the slaughtered animal.
Bij wijze van alternatief kan de verdoving plaatsvinden door de slachtdieren in een atmosfeer te brengen welke een verdovend gas, zoals argon, of met een verdovend gasmengsel, zoals bijvoorbeeld een mengsel van lucht of zuurstof, en argon of kooldioxide, bevat.Alternatively, the anesthetic can take place by placing the animals for slaughter in an atmosphere containing an anesthetic gas, such as argon, or with an anesthetic gas mixture, such as, for example, a mixture of air or oxygen, and argon or carbon dioxide.
25 Daarbij kan de tijdsduur van inwerking van het gas of gasmengsel en/of de concentratie van de samenstellende gassen in het gasmengsel worden gevarieerd teneinde niet alleen een verdoving teweeg te brengen, maar in aansluiting daarop ook de slachtdieren te doden.Thereby, the duration of action of the gas or gas mixture and / or the concentration of the constituent gases in the gas mixture can be varied in order not only to cause anesthesia, but subsequently also to kill the slaughter animals.
Bij de boven geschetste verwerking door middel van gasverdoven 30 zijn in hoofdzaak twee verschillende aanpakken bekend, welke beide voor gevogelte zijn beschreven in EP-A-0 680 259. In een eerste aanpak worden de slachtdieren, terwijl zij zich in een container bevinden, met behulp van een mechanisch transportmiddel door een verdoofinrichting gevoerd, om vervolgens te worden gelost uit de 35 container, en één voor één te worden geslacht. In een tweede aanpak worden de slachtdieren met behulp van een mechanisch transportmiddel één voor één door een verdoofinrichting gevoerd alvorens te worden 102 22 53 2 geslacht. In deze tweede aanpak zijn de slachtdieren, alvorens zij door de verdoofinrichting worden gevoerd, gelost uit de gebruikelijke container waarmee zij naar de slachterij zijn gebracht.In the above-described processing by means of gas stunning 30, essentially two different approaches are known, both of which are described for poultry in EP-A-0 680 259. In a first approach, the slaughter animals, while they are in a container, are passed through an anesthetic device with the aid of a mechanical transport means, to subsequently be released from the container and to be slaughtered one by one. In a second approach, the slaughtered animals are transported through a stunning device one by one by means of a mechanical transport means before being slaughtered 102 22 53 2. In this second approach, the animals for slaughter are discharged from the usual container with which they have been taken to the slaughterhouse before being passed through the stunning apparatus.
In zowel de eerste als de tweede bekende aanpak worden de 5 slachtdieren in de verdoofinrichting zodanig verdoofd en eventueel gedood, dat de zuurstoftoevoer aan met name spieren in het lichaam van het slachtdier stopt, enerzijds doordat het bloed dat de zuurstof in het lichaam transporteert geen zuurstof meer opneemt uit de in de verdoofinrichting aanwezige atmosfeer, en anderzijds 10 doordat de circulatie van het bloed stopt door hartfalen.In both the first and the second known approach, the animals for slaughter are anesthetized and possibly killed in the anesthetic device in such a way that the oxygen supply to, in particular, muscles in the body of the slaughtered animal stops, on the one hand, because the blood transporting the oxygen into the body does not contain oxygen absorbs more from the atmosphere present in the anesthetic, and on the other hand because the blood circulation stops because of heart failure.
Zodra de zuurstoftoevoer aan de spieren stopt, zet een verstijving van de spieren in, welke groter wordt naarmate de tijd voortschrijdt. Dit compliceert het daaropvolgende uitbloeden van de slachtdieren en, in het geval van gevogelte, het ontvederen daarvan. 15 Het is derhalve zaak, de tijdsduur die verloopt tussen het verdoven en daaropvolgende bewerkingen van de slachtdieren zoveel mogelijk te bekorten.As soon as the oxygen supply to the muscles stops, a stiffening of the muscles starts, which increases with the passage of time. This complicates the subsequent bleeding of the slaughtered animals and, in the case of poultry, the deprivation thereof. It is therefore important to shorten the length of time that elapses between the stunning and subsequent processing of the animals for slaughter.
In de bovengenoemde eerste aanpak treedt in dit verband het probleem op dat de tijdsduur tussen het verdoven en de daaropvolgen-20 de bewerkingen voor de verschillende slachtdieren verschillend is.In the above-mentioned first approach the problem arises in this connection that the time between the stunning and the subsequent processing for the different slaughter animals is different.
De slachtdieren worden, na in hoofdzaak gelijktijdig in een container verdoofd te zijn, alle nagenoeg tegelijkertijd uit de container gelost, en vervolgens één voor één verder verwerkt. Aldus is genoemde tijdsduur voor het eerste verder verwerkte slachtdier 25 aanzienlijk korter dan voor het laatste verder verwerkte slachtdier, wat ongewenst is.The animals for slaughter are, after being substantially simultaneously stunned in a container, all discharged from the container substantially simultaneously, and subsequently further processed one by one. Thus, said period of time is considerably shorter for the first further processed slaughter animal 25 than for the last further processed slaughter animal, which is undesirable.
In de bovengenoemde tweede aanpak, die gewoonlijk niet alleen voor gasverdoven, maar ook voor elektrisch verdoven wordt gevolgd, treedt het probleem op dat de slachtdieren tijdens en na het lossen 30 daarvan uit de container niet gemakkelijk kunnen worden gehanteerd, aangezien zij zich tegen de behandeling die zij ondergaan, verzetten. Enerzijds uit dit verzet zich doordat de slachtdieren weigeren de container te verlaten door zich vast te klampen aan, of schrap te zetten in de container. Anderzijds uit dit verzet zich in ongewenste 35 bewegingen van lichaamsdelen van de slachtdieren bij het door 3 personen hanteren van de slachtdieren nadat deze de container hebben verlaten.In the above-mentioned second approach, which is usually followed not only for gas stunning, but also for electrical stunning, the problem arises that the slaughter animals cannot be handled easily during and after their release from the container, since they are opposed to the treatment they undergo. On the one hand, this is opposed by the slaughter animals refusing to leave the container by clinging to or bracing themselves in the container. On the other hand, this precludes unwanted movements of body parts of the slaughtered animals when handling the slaughtered animals after 3 people have left the container.
Nog een ander probleem treedt op bij het op religieuze wijze ("kosher" of "Hallal") slachten van slachtdieren. Het verdoven van 5 de slachtdieren zoals dit voor industriële, niet-religieuze wijzen van slachten gebruikelijk is, leidt namelijk tot een verdovingstoe-stand die noodzakelijkerwijze zodanig diep is dat de slachtdieren gedurende de tijd die nodig is voor het transport van de slachtdieren tussen een verdoofstation en een slachtstation, met zekerheid 10 verdoofd blijven. Een dergelijke diepe verdoving is echter onaanvaardbaar bij de religieuze slacht, reden waarom het verdoven bij religieus slachten op industriële schaal niet wordt toegepast, of uitsluitend bij het handmatig slachten wordt toegepast.Yet another problem occurs in the slaughter of slaughter animals in a religious manner ("kosher" or "Hallal"). Namely, anesthetizing of the slaughtered animals as is customary for industrial, non-religious slaughtering methods leads to an anesthetic condition which is necessarily so deep that the slaughtered animals are transported between a stunning station during the time required for transporting the slaughtered animals. and a slaughtering station, will certainly remain anesthetized. However, such a deep anesthetic is unacceptable in religious slaughter, which is why anesthesia is not applied to religious slaughter on an industrial scale, or is only applied to manual slaughter.
De uitvinding beoogt bij het verwerken van slachtdieren in een 15 slachterij de volledige capaciteit van een naar een slachtinrichting leidende transporteur te benutten, en in aanvulling hierop een of meer van de voornoemde problemen op te lossen, en verschaft daartoe in de eerste plaats een werkwijze van de hierboven aangegeven soort, waarbij langs de baan van de transporteur meerdere losstations zijn 20 verschaft, waarbij bij het in een losstation lossen van de slachtdieren uit een van de containers, tegelijkertijd slachtdieren uit meerdere, zich in verschillende losstations bevindende containers worden gelost.The invention has for its object to utilize the full capacity of a conveyor leading to a slaughtering device when processing slaughtered animals in a slaughterhouse, and in addition to solving one or more of the aforementioned problems, and for this purpose firstly provides a method of the above-mentioned type, wherein several unloading stations are provided along the path of the conveyor, wherein when unloading the slaughter animals from one of the containers, slaughter animals are simultaneously unloaded from several containers located in different unloading stations.
Bij voorkeur wordt elk van genoemde containers in een afzonder- IPreferably, each of said containers is placed in a separate container
25 lijk losstation althans gedeeltelijk gelost.Unloading station at least partially unloaded.
Bij voorkeur wordt elke container langs verschillende losstations gevoerd, en worden in elk losstation een of meer volgende compartimenten van genoemde container gelost.Preferably, each container is passed along different unloading stations, and one or more subsequent compartments of said container are unloaded in each unloading station.
Bij voorkeur worden bij het in een losstation lossen van de 30 slachtdieren tegelijkertijd slachtdieren uit meerdere, in het bijzonder uit alle compartimenten van een van de containers gelost.Preferably, when the slaughter animals are unloaded at a unloading station, slaughter animals are unloaded simultaneously from a plurality, in particular from all compartments, of one of the containers.
Bij voorkeur worden de slachtdieren na het uit een container lossen daarvan en voorafgaand aan het met een transporteur koppelen daarvan gebufferd.The slaughtered animals are preferably buffered after being released from a container and prior to being coupled to a conveyor.
35 Bij voorkeur worden de slachtdieren voorafgaand aan het in een losstation lossen van de slachtdieren uit een van de containers 112 4 verdoofd, waarbij zij in een eerste verdovingstoestand worden gebracht waarin zij buiten bewustzijn zijn, en de zuurstoftoevoer naar de spieren van de slachtdieren in hoofdzaak intact blijft. De eerste verdovingstoestand is in het bijzonder ten minste zodanig 5 diep, dat de slachtdieren geen pijn of ongemak ervaren, waardoor zij gemakkelijk gemanipuleerd kunnen worden, en zich niet uit eigen beweging vastklampen aan of schrapzetten in de container, of andere ongewenste bewegingen maken. Dit is bijzonder voordelig bij het lossen van de slachtdieren uit de container, en bij daarop volgende 10 behandelingen van de slachtdieren, omvattende het eventueel rangschikken of positioneren van de slachtdieren, het eventueel koppelen van elk slachtdier met een transporteur en het slachten van het slachtdier, bijvoorbeeld door het aansnijden van een of meer slagaders of aders, en het vervolgens laten uitbloeden van het 15 slachtdier.Preferably, the slaughtered animals are anesthetized prior to the unloading of the slaughtered animals from a container 1124 in a discharge station, whereby they are brought into a first state of anesthesia in which they are unconscious, and the oxygen supply to the muscles of the slaughtered animals is substantially remains intact. The first state of anesthesia is in particular at least so deep that the animals for slaughter do not experience any pain or discomfort, as a result of which they can easily be manipulated, and do not cling to or brace themselves in the container of their own accord, or make other undesired movements. This is particularly advantageous when releasing the animals for slaughter from the container, and for subsequent treatments for the animals for slaughter, comprising optionally arranging or positioning the animals for slaughter, optionally coupling each animal for slaughter with a conveyor and slaughtering the animal for slaughter, for example by cutting one or more arteries or veins, and subsequently bleeding the slaughtered animal.
Anderzijds is de verdoving zodanig ondiep, dat de zuurstoftoe-voer naar de spieren van de slachtdieren in hoofdzaak intact blijft, waarmee wordt voorkomen dat de spieren tijdens de eerste verdovingstoestand reeds verstijven en het uitbloeden en, in het geval van 20 gevogelte, het ontvederen daarvan bemoeilijkt wordt. Het feit dat de slachtdieren in een hoofdzaak gelijktijdig uit hun container worden gelost en vervolgens één voor één verder worden verwerkt, leidt niet meer tot een verschil in spierverstijving bij na het lossen plaatsvindende behandelingen.On the other hand, the anesthetic is so shallow that the oxygen supply to the muscles of the slaughtered animals remains substantially intact, thereby preventing the muscles from already stiffening during the first state of anesthesia and bleeding and, in the case of poultry, de-staging thereof becomes more difficult. The fact that the slaughtered animals are mainly unloaded from their container simultaneously and then further processed one by one, no longer leads to a difference in muscle stiffening in post-release treatments.
25 Het zolang mogelijk laten voortduren van de eerste verdovings toestand, in het bijzonder tot een met het slachten van de slachtdieren door het openen van een of meer slagaders of aders daarvan, biedt het belangrijke voordeel dat voorafgaand aan het slachten de zuurstoftoevoer naar de spieren van de slachtdieren in hoofdzaak in 30 tact blijft en derhalve nog geen verstijving van deze spieren kan optreden. Dit vergemakkelijkt het uitbloeden en, in het geval van gevogelte, het ontvederen daarvan.Allowing the first state of anesthesia to continue for as long as possible, in particular up to and including slaughter of the animals for slaughter by opening one or more arteries or veins thereof, offers the important advantage that prior to slaughter the oxygen supply to the muscles of the slaughtered animals remain substantially intact and therefore no stiffening of these muscles can yet occur. This facilitates bleeding and, in the case of poultry, depleting thereof.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding daarvan, in het bijzonder na het lossen van de slachtdie-35 ren uit de containers, worden de slachtdieren, nadat zij in de eerste verdovingstoestand zijn gebracht, voorafgaand aan het i 5 slachten in een tweede verdovingstoestand gebracht die dieper is dan de eerste verdovingstoestand. In het bijzonder worden de slachtdieren bij het in de tweede verdovingstoestand brengen daarvan gedood. In de tweede verdovingstoestand zal, in tegenstelling tot de eerste 5 verdovingstoestand, wel sprake zijn van een stagnatie van de zuurstoftoevoer naar de spieren van de slachtdieren, zodat een verstijving van de spieren zal gaan optreden. Verder wordt door het teweegbrengen van de tweede verdovingstoestand voorkomen dat de slachtdieren bij het ondergaan van volgende bewerkingen voortijdig 10 bij bewustzijn komen. Het teweegbrengen van de tweede verdovingstoestand na het lossen van de container heeft het voordeel, dat de slachtdieren niet meer gelijktijdig behoeven te worden verdoofd, maar de verdovende behandeling in hoofdzaak volgtijdelijk kunnen ondergaan, waardoor kan worden bereikt, dat de tijdsduur tussen het 15 teweegbrengen van de tweede verdovingstoestand en daarop volgende bewerkingen aan het betreffende slachtdier voor alle slachtdieren in hoofdzaak gelijk is.In a preferred embodiment of the method according to the invention thereof, in particular after the slaughter animals are released from the containers, the slaughtered animals, after being brought into the first anesthetic state, are brought into a second anesthetic state prior to slaughtering. deeper than the first state of anesthesia. In particular, the slaughtered animals are killed when they are brought into the second state of anesthesia. In the second state of anesthesia, in contrast to the first state of anesthesia, there will be a stagnation of the oxygen supply to the muscles of the slaughtered animals, so that a stiffening of the muscles will occur. Furthermore, by bringing about the second state of anesthesia it is prevented that the slaughter animals come to consciousness prematurely during the following operations. The triggering of the second state of anesthesia after the container has been unloaded has the advantage that the animals for slaughter no longer need to be stunned simultaneously, but the anesthetic treatment can be subjected substantially sequentially, so that the time between triggering the second state of anesthesia and subsequent operations on the relevant slaughter animal is substantially the same for all slaughter animals.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de eerste verdovingstoestand en/of tweede verdovingstoestand teweeggebracht door een 20 gasverdoving, waarbij het verdoven plaatsvindt in een of meer kamers, in elk waarvan een gasatmosfeer met een vooraf bepaalde samenstelling wordt gehandhaafd. Aldus kan bijvoorbeeld één ruimte waarin zich een gasatmosfeer bevindt welke bij de slachtdieren de eerste verdovingstoestand teweegbrengt, worden toegepast om 25 achtereenvolgens de slachtdieren in de container te verdoven, de slachtdieren te lossen uit de containers, de slachtdieren automatisch te positioneren en met een transporteur te koppelen, en de slachtdieren te slachten. De enkele ruimte kan eventueel zijn onderverdeeld in compartimenten of kamers ter betere beheersing van 30 de samenstelling van de gasatmosfeer, of om onderhoud en reparatie aan, en reiniging van de verschillende voor de beschreven handelingen te gebruiken apparatuur gemakkelijk te kunnen uitvoeren. Het automatisch positioneren en aan een drager van een transporteur ophangen van gevogelte is op zichzelf bekend.In a preferred embodiment, the first anesthetic state and / or second anesthetic state is triggered by a gas anesthetic, the anesthetic taking place in one or more chambers, each of which maintains a gas atmosphere with a predetermined composition. Thus, for example, one space in which there is a gas atmosphere which causes the first state of anesthesia in the slaughtered animals can be used to successively anesthetize the slaughtered animals in the container, to unload the slaughtered animals from the containers, to position the slaughtered animals automatically and to transport them with a conveyor. and slaughter the animals for slaughter. The single space can optionally be subdivided into compartments or chambers for better control of the composition of the gas atmosphere, or for easily carrying out maintenance and repair to and cleaning of the various equipment to be used for the described operations. The automatic positioning and suspension of poultry on a carrier of a conveyor is known per se.
35 Bij voorkeur wordt de gasverdoving van het slachtdier door anoxia teweeggebracht, in het bijzonder door het slachtdier in een 6 atmosfeer te brengen met ten hoogste 2 vol.% zuurstof gedurende een voldoende tijd voor het bereiken van de eerste verdovingstoestand.Preferably, the gas anesthesia of the slaughtered animal is triggered by anoxia, in particular by bringing the slaughtered animal into a 6 atmosphere with at most 2 vol.% Oxygen for a sufficient time to reach the first state of anesthesia.
Dit percentage zuurstof kan bijvoorbeeld worden bereikt in een atmosfeer met ten hoogste 10 vol.% lucht, waarbij het resterende 5 deel van de atmosfeer bestaat uit een of meer van gassen argon, stikstof en kooldioxide, bijvoorbeeld ongeveer 30 vol.% kooldioxide en 60 vol.% argon. Met anoxia wordt een snel verlies van houding van het slachtdier bereikt, waarbij sterke convulsies optreden.This percentage of oxygen can be achieved, for example, in an atmosphere with at most 10 vol.% Air, the remaining part of the atmosphere consisting of one or more of argon, nitrogen and carbon dioxide gases, for example about 30 vol.% Carbon dioxide and 60 vol. % argon. With anoxia a rapid loss of posture of the slaughtered animal is achieved, with strong convulsions occurring.
In een andere voorkeursuitvoering wordt de gasverdoving van het 10 slachtdier door hypercapnische hypoxia teweeggebracht, bijvoorbeeld door het slachtdier in een gasatmosfeer met ten minste 60 vol.% kooldioxide te brengen gedurende een voldoende tijd voor het bereiken van de eerste verdovingstoestand. Met hypercapnische hypoxia wordt een snel verlies van houding van het slachtdier 15 bereikt. Er treden sterke convulsies op.In another preferred embodiment the gas anesthetic of the slaughtered animal is triggered by hypercapnic hypoxia, for example by bringing the slaughtered animal into a gas atmosphere with at least 60% by volume of carbon dioxide for a sufficient time to reach the first state of anesthetic. With hypercapnic hypoxia a rapid loss of posture of the slaughtered animal is achieved. Strong convulsions occur.
In een volgende voorkeursuitvoering wordt de gasverdoving van het slachtdier door hypercapnische hyperoxygenatie teweeggebracht, bijvoorbeeld door het slachtdier in een gasatmosfeer te brengen met ten minste 25 vol.% zuurstof en ten minste 20 vol.% 20 kooldioxide gedurende een voldoende tijd voor het bereiken van de eerste verdovingstoestand. Met hypercapnische hyperoxygenatie wordt een snel verlies van houding van het slachtdier bereikt, waarbij sterke convulsies optreden.In a further preferred embodiment the gas anesthetic of the slaughtered animal is triggered by hypercapnic hyperoxygenation, for example by bringing the slaughtered animal into a gas atmosphere with at least 25% by volume of oxygen and at least 20% by volume of carbon dioxide for a sufficient time to reach the first anesthetic condition. With hypercapnic hyperoxygenation a rapid loss of posture of the slaughtered animal is achieved, with strong convulsions occurring.
In een voorkeurswerkwijze, waarbij met voordeel van verschil-25 lende kamers gebruik kan worden gemaakt die elk een eigen gasatmosfeer bezitten, wordt de gasverdoving van het slachtdier in een inductiefase door een gasmengsel van 30 vol.% zuurstof, 40 vol.% kooldioxide en 30 vol.% stikstof teweeg wordt gebracht, en in een eindfase door een gasmengsel van 80 vol.% kooldioxide met 5-15 vol.% 30 zuurstof teweeggebracht. Hierbij wordt de eerste verdovingstoestand bereikt in de inductiefase, en wordt de tweede verdovingstoestand bereikt in de eindfase. De inductiefase verloopt zeer geleidelijk, waarbij het slachtdier niet of nauwelijks beweegt.In a preferred method, in which advantageously use can be made of different chambers, each having its own gas atmosphere, the gas anesthetic of the slaughtered animal is induced in an induction phase by a gas mixture of 30% oxygen by volume, 40% carbon dioxide by volume and 30% by volume. % nitrogen by volume, and is produced in a final phase by a gas mixture of 80% carbon dioxide with 5-15% oxygen by volume. Here, the first anesthetic state is reached in the induction phase, and the second anesthetic state is reached in the final phase. The induction phase is very gradual, with the slaughtered animal barely moving, if at all.
In een andere voorkeurswerkwijze, waarbij voor het bereiken van 35 een optimale verwerkingssnelheid gebruik kan worden gemaakt van verschillende kamers, elk met hun eigen gasatmosfeer, wordt de Ί 0 c ; 7 gasverdoving van het slachtdier teweeggebracht door de stappen: brengen van het slachtdier gedurende ca. 20 seconde in een eerste gasatmosfeer die ca. 20 vol.% kooldioxide en ca. 20 vol.% zuurstof omvat; brengen van het slachtdier gedurende ca. 50 seconde in een 5 tweede gasatmosfeer die ca. 40 vol.% kooldioxide en ca. 20 vol.% zuurstof omvat; en brengen van het slachtdier gedurende ca. 30 seconde in een derde gasatmosfeer die ca. 50 vol.% kooldioxide en ca. 20 vol.% zuurstof omvat. Hierbij wordt de eerste verdovingstoe-stand bereikt in de eerste gasatmosfeer, en wordt de tweede 10 verdovingstoestand bereikt in de tweede gasatmosfeer. Het slachtdier wordt hierbij zeer geleidelijk verdoofd, waarbij het niet of nauwelijks beweegt.In another preferred method, in which to achieve an optimum processing speed use can be made of different chambers, each with their own gas atmosphere, the Ί 0 c; 7 gas anesthesia of the slaughtered animal brought about by the steps of: bringing the slaughtered animal for about 20 seconds into a first gas atmosphere comprising approximately 20% by volume of carbon dioxide and approximately 20% by volume of oxygen; bringing the slaughtered animal for approximately 50 seconds into a second gas atmosphere comprising approximately 40 vol.% carbon dioxide and approximately 20 vol.% oxygen; and bringing the slaughtered animal for about 30 seconds into a third gas atmosphere comprising about 50 volume% carbon dioxide and about 20 volume% oxygen. Hereby the first anesthetic state is reached in the first gas atmosphere, and the second anesthetic state is reached in the second gas atmosphere. The slaughtered animal is hereby stunned very gradually, with little or no movement.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de eerste en/of tweede verdovingstoestand 15 teweeggebracht door een elektrische verdoving.In another preferred embodiment of the method according to the invention, the first and / or second anesthetic condition is triggered by an electrical anesthetic.
Bij voorkeur wordt de elektrische verdoving van het slachtdier met een wisselstroom met een frequentie van ten minste 20 Hz en ten hoogste 2,5 kHz teweeggebracht, waarbij met voordeel een normale, gebruikelijke netfrequentie wordt gebruikt. Hoe hoger de frequentie 20 echter is, des te minder beschadigingen, zoals bloedingen, van het slachtdier er zullen optreden. Indien de frequentie 75-125 Hz bedraagt, treden slechts minimale fysiologische veranderingen van het slachtdier op. Bij frequentie tussen 450-550 Hz worden negatieve gevolgen van een elektrische verdoving reeds grotendeels voorkomen. 25 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de eerste en/of de tweede verdovingstoestand teweeggebracht door een elektrische verdoving of door elk slachtdier of een deel daarvan bloot te stellen aan hoogfrequente straling, in het bijzonder hoogfrequente elektromagnetische straling. Op deze 30 wijze kan een verdoving worden bereikt die berust op een temperatuurstijging van het centrale zenuwstelsel. In het bijzonder treedt een verdoving op bij een temperatuur van ca. 45 °C.The electrical anesthetic of the slaughtered animal is preferably generated with an alternating current with a frequency of at least 20 Hz and at most 2.5 kHz, advantageously using a normal, usual mains frequency. However, the higher the frequency, the less damage, such as bleeding, to the slaughtered animal will occur. If the frequency is 75-125 Hz, only minimal physiological changes of the slaughtered animal occur. At frequencies between 450-550 Hz, negative consequences of an electrical anesthetic are already largely prevented. In another preferred embodiment of the method according to the invention, the first and / or the second anesthetic condition is triggered by an electrical anesthetic or by exposing each slaughter animal or part thereof to high-frequency radiation, in particular high-frequency electromagnetic radiation. In this way an anesthetic can be achieved which is based on a temperature rise of the central nervous system. In particular, anesthesia occurs at a temperature of approximately 45 ° C.
In een eerste voorkeurswerkwijze wordt een frequentie van 900-1000 MHz toegepast, waarmee in het geval van gevogelte een sterke 35 opwarming van de nek en de vleugeluiteinden wordt verkregen in het geval van een volledige lichaamsbestraling.In a first preferred method, a frequency of 900-1000 MHz is applied, with which in the case of poultry a strong warming of the neck and the wing ends is obtained in the case of full body irradiation.
' Jr .r.· 8'Jr. · 8
In een volgende voorkeurswerkwijze wordt een frequentie van 2400-2500 MHz, in het bijzonder 2450 MHz toegepast. Een dergelijke frequentie is het meest optimaal, gezien de eigenschappen van de straling: ronde vormen met een straal van 0,8 tot 5 cm concentreren 5 de energie in het centrum daarvan. Een voorbeeld van een dergelijke vorm is de kop van gevogelte.In a following preferred method, a frequency of 2400-2500 MHz, in particular 2450 MHz, is used. Such a frequency is most optimal, given the properties of the radiation: round shapes with a radius of 0.8 to 5 cm concentrate the energy in the center thereof. An example of such a shape is the head of poultry.
Een inrichting voor het verwerken van slachtdieren, in het bijzonder vogels, in een slachterij, waarbij de slachtdieren in containers worden aangevoerd, en elke container meerdere comparti-10 menten heeft, omvat: een losinrichting voor het lossen van de slachtdieren uit de containers; transportmiddelen voor het transporteren van de containers langs de losinrichting; een stroomafwaarts ten opzichte van de losinrichting opgestelde slachtinrichting; en een transporteur voor het daarmee koppelen van de geloste slachtdie-15 ren en het transporteren van de slachtdieren van de losinrichting naar de slachtinrichting.A device for processing slaughtered animals, in particular birds, in a slaughterhouse, wherein the slaughtered animals are supplied in containers, and each container has several compartments, comprises: a release device for releasing the slaughtered animals from the containers; transport means for transporting the containers along the unloading device; a slaughtering device disposed downstream of the unloading device; and a conveyor for coupling the unloaded slaughter animals thereto and transporting the slaughtered animals from the unloading device to the slaughtering device.
Volgens de uitvinding omvat de losinrichting een aantal losstations die langs de baan van de transporteur zijn geplaatst, en die elk zijn ingericht om een van de containers althans gedeeltelijk te 20 lossen, en waarbij de losinrichting is ingericht om tegelijkertijd slachtdieren uit meerdere, zich in verschillende losstations bevindende containers te lossen.According to the invention, the unloading device comprises a number of unloading stations which are placed along the path of the conveyor, and which are each adapted to at least partially unload one of the containers, and wherein the unloading device is adapted to simultaneously slaughter animals of several, unloading containers located at the unloading stations.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de losinrichting een aantal losstations, die elk zijn ingericht om een of meer volgende 25 compartimenten van een van de door de transportmiddelen langs de losstations getransporteerde containers te lossen.In a preferred embodiment, the unloading device comprises a number of unloading stations, each of which is adapted to unload one or more following compartments of one of the containers transported along the unloading stations by the transport means.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de losinrichting ingericht om tegelijkertijd slachtdieren uit meerdere, in het bijzonder uit alle compartimenten van een van de containers te lossen.In a preferred embodiment, the unloading device is adapted to unload animals for slaughter from several, in particular all, compartments of one of the containers at the same time.
30 In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de losinrichting een bufferinrichting, waarbij de bufferinrichting bij voorkeur een bestuurde transporteur omvat.In a preferred embodiment, the unloading device comprises a buffer device, the buffer device preferably comprising a controlled conveyor.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding een verdoofinrichting voor het verdoven van de slachtdie-35 ren in containers, met transportmiddelen voor het transporteren van de containers door de verdoofinrichting, waarbij de verdoofinrich- '-i ' » 9 ting stroomopwaarts ten opzichte van de losinrichting is opgesteld, en waarbij de slachtdieren in de verdoofinrichting in een eerste verdovingstoestand worden gebracht waarin zij buiten bewustzijn zijn, en de zuurstoftoevoer naar de spieren van de slachtdieren in 5 hoofdzaak intact blijft. De aspecten en voordelen van een dergelijke opzet zijn hiervoor reeds besproken.In a preferred embodiment, the device according to the invention comprises an anesthetic device for anesthetizing the slaughter animals in containers, with transporting means for transporting the containers through the anesthetic device, the anesthetic device upstream of said device the releasing device is arranged, and wherein the animals for slaughter are brought into the anesthetic device in a first anesthetic state in which they are unconscious, and the oxygen supply to the muscles of the animals for slaughter remains substantially intact. The aspects and advantages of such a design have already been discussed above.
Door de keuze van de aard van de verdoving kan de losinrichting op voordelige wijze stroomafwaarts ten opzichte van de verdoofinrichting worden opgesteld.By choosing the nature of the anesthetic the releasing device can advantageously be arranged downstream of the anesthetic device.
10 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de verdoofinrich ting ten minste een verdoofruimte, waarbij de losinrichting in de ten minste ene verdoofruimte is opgesteld. Hiermee wordt effectief voorkomen dat de slachtdieren uit hun verdovingstoestand ontwaken tijdens het lossen van de slachtdieren uit de containers. Aldus zijn 15 de slachtdieren zich met zekerheid niet bewust van de gebeurtenissen tijdens het lossen, waardoor stressreacties van de slachtdieren worden voorkomen.In a further preferred embodiment the anesthetic device comprises at least one anesthetic space, the releasing device being arranged in the at least one anesthetic space. This effectively prevents the animals for slaughter from waking up from their state of anesthesia during the release of the animals for slaughter from the containers. The animals for slaughter are thus certainly not aware of the events during the release, whereby stress reactions of the animals for slaughter are prevented.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding verder een stroomafwaarts ten opzichte van de losinrich-20 ting opgestelde tweede verdoofinrichting voor het verdoven van de geloste slachtdieren, met tweede transportmiddelen voor het transporteren van de slachtdieren, waarbij de slachtdieren in een tweede verdovingstoestand worden gebracht die dieper is dan de eerste verdovingstoestand. In het bijzonder zijn de tweede trans-25 portmiddelen ingericht om de respectieve slachtdieren in hoofdzaak volgtijdelijk te transporteren, waardoor voor elk slachtdier de tijd die ligt tussen het intreden van de tweede verdovingstoestand en het slachten in hoofdzaak gelijk kan zijn, zodat een uniforme hoge kwaliteit van de slachtproducten kan worden bereikt.In a preferred embodiment, the device according to the invention further comprises a second anesthetic device arranged downstream of the unloading device for anesthetizing the released slaughter animals, with second transport means for transporting the slaughter animals, wherein the slaughter animals are brought into a second anesthetic condition which is deeper than the first state of anesthesia. In particular, the second transporting means are arranged to transport the respective slaughtered animals substantially sequentially, so that for each slaughtered animal the time between the onset of the second state of anesthesia and the slaughtering can be substantially equal, so that a uniform high quality of the slaughter products can be achieved.
30 Op eenvoudige en voordelige wijze omvat de losinrichting kan- telmiddelen voor het kantelen van containers.The unloading device comprises tilting means for tilting containers in a simple and advantageous manner.
In een voordelige alternatieve uitvoeringsvorm omvat de losinrichting uitdrijfmiddelen voor het naar een open zijde van de container verplaatsen van de slachtdieren. Zich in de eerste 35 verdovingstoestand bevindende slachtdieren kunnen met de uitdrijf-middelen eenvoudig in de container verplaatst worden om een persoon 1022288 10 in staat te stellen de slachtdieren gemakkelijk op te pakken, bijvoorbeeld voor het aan haken hangen van de slachtdieren. Er wordt voorkomen dat de persoon levende, zich verzettende slachtdieren moet oppakken, of dat de persoon een ongemakkelijke werkhouding moet 5 aannemen om de slachtdieren diep in de container op te pakken.In an advantageous alternative embodiment, the unloading device comprises expulsion means for moving the slaughter animals to an open side of the container. Slaughter animals in the first state of anesthesia can simply be moved in the container with the expulsion means to enable a person to pick up the slaughter animals easily, for example for hanging the slaughter animals on hooks. It is prevented that the person has to pick up live, resisting animals for slaughter, or that the person has to assume an uncomfortable working position to pick up the animals for slaughter deep in the container.
Bij voorkeur omvat de container een door spijlen gevormde wand, waarbij de uitdrijfmiddelen vanaf de buitenzijde van de container tussen de spijlen bewogen kunnen worden tot in de container. Indien de container meerdere compartimenten omvat, zijn de uitdrijfmiddelen 10 bij voorkeur per compartiment werkzaam.The container preferably comprises a wall formed by bars, wherein the expulsion means can be moved from the outside of the container between the bars into the container. If the container comprises several compartments, the expulsion means 10 are preferably effective per compartment.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de uitdrijfmiddelen een reeks uitdrijfelementen, welke zich aan een in de container te brengen einde over een gedeelte van de hoogte van de container of een compartiment daarvan uitstrekken. In een eenvoudige, goedkope 15 opbouw zijn de uitdrijfelementen in hoofdzaak T-vormig of plaatvormig .In a preferred embodiment, the expulsion means comprise a series of expulsion elements, which extend at a end to be introduced into the container over a part of the height of the container or a compartment thereof. In a simple, inexpensive construction, the expulsion elements are substantially T-shaped or plate-shaped.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de losinrichting een in hoofdzaak horizontale bandtransporteur met een eindloze transportband, van welke bandtransporteur althans een gedeelte is bestemd om 20 in de container te worden gebracht nabij een bodem daarvan, of nabij een bodem van een compartiment van de container. Bij een voldoende kleine hoogte van het zich in de container bevindende gedeelte van de bandtransporteur schuiven bij bewustzijn zijnde of zich in de eerste of tweede verdovingstoestand bevindende of dode slachtdieren 25 gemakkelijk op de transportband, om uit de container te worden gebracht.In a preferred embodiment the unloading device comprises a substantially horizontal belt conveyor with an endless conveyor belt, of which belt conveyor at least a portion is intended to be introduced into the container near a bottom thereof, or near a bottom of a compartment of the container. At a sufficiently small height of the part of the belt conveyor located in the container, conscious or dead slaughter animals in the first or second anesthetic state slide easily onto the conveyor belt to be brought out of the container.
Bij voorkeur wordt de transportband zodanig aangedreven, dat deze over een voorafbepaalde afstand wordt verplaatst bij het in de container brengen van genoemd gedeelte van de bandtransporteur. In 30 het geval van zich in een eerste of tweede verdovingstoestand bevindende of dode slachtdieren worden deze gemakkelijk uit de container verwijderd en op de transportband gebufferd, alvorens verder te worden getransporteerd en verwerkt.The conveyor belt is preferably driven such that it is displaced over a predetermined distance when introducing said part of the belt conveyor into the container. In the case of slaughtered or dead animals for slaughter in a first or second anesthetic state, these are easily removed from the container and buffered on the conveyor belt before being further transported and processed.
In het navolgende wordt de uitvinding in detail toegelicht aan 35 de hand van de bijgaande tekening, waarin niet-beperkende uitvoe-ringsvoorbeelden zijn getoond, en waarin: 11 fig. 1 in perspectief een eerste opstelling voor het verwerken van gevogelte volgens de uitvinding toont; fig. la schematisch in dwarsdoorsnede de werking van een losstation in de opstelling van fig. 1 illustreert; 5 fig. lb in perspectief een ander losstation toont; fig. lc in perspectief nog een ander losstation toont; fig. ld in perspectief weer een ander losstation toont; fig. Ie in perspectief opnieuw een losstation toont; fig. lf in perspectief een ander losstation toont; 10 fig. lg in perspectief nog een ander losstation toont; fig. lh in perspectief weer een ander losstation toont; fig. li in perspectief een ander losstation toont; fig. Ij in perspectief nog een ander losstation toont; fig. 2 in perspectief een tweede opstelling voor het verwerken 15 van gevogelte volgens de uitvinding toont; fig. 3 in zijaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, een gedeelte van de opstelling van fig. 2 toont; fig. 4 in bovenaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, de opstelling volgens fig. 2 toont; 20 fig. 5 in dwarsdoorsnede een gedeelte van de opstelling van fig. 2 toont; fig. 6 in zijaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, een ander gedeelte van de opstelling van fig. 2 toont.In the following, the invention is explained in detail with reference to the accompanying drawing, in which non-limiting exemplary embodiments are shown, and in which: Fig. 1 shows a perspective view of a first arrangement for processing poultry according to the invention; Fig. 1a schematically illustrates in cross-section the operation of a discharge station in the arrangement of Fig. 1; Fig. 1b shows another unloading station in perspective; Fig. 1c shows another unloading station in perspective; Fig. Id shows another unloading station in perspective; Fig. 1e shows a unloading station in perspective again; Fig. 1f shows another unloading station in perspective; Fig. 1g shows another unloading station in perspective; Fig. 1h shows another unloading station in perspective; Fig. 1i shows another unloading station in perspective; Fig. Ij shows another unloading station in perspective; Fig. 2 shows a perspective view of a second arrangement for processing poultry according to the invention; Fig. 3 shows in side view, partly in cross-section, a part of the arrangement of Fig. 2; Fig. 4 shows a plan view, partly in cross-section, of the arrangement according to Fig. 2; Fig. 5 shows in cross-section a part of the arrangement of Fig. 2; Fig. 6 shows in side view, partly in cross-section, another part of the arrangement of Fig. 2.
fig. 7 in perspectief een derde opstelling voor het verwerken 25 van gevogelte volgens de uitvinding toont;Fig. 7 shows a perspective view of a third arrangement for processing poultry according to the invention;
In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingscijfers betrekking op gelijke items, of items met een gelijke functie.In the various figures, the same reference numerals refer to the same items, or items with the same function.
Fig. 1 toont een gedeelte van een slachterij waarin gevogelte, in het bijzonder kalkoenen, maar bijvoorbeeld ook kippen, eenden, 30 ganzen of dergelijke, wordt verwerkt. Een transporteur 2, zoals een bandtransporteur of een transporteur met een ander transportmiddel dat op een geschikte wijze kan aangrijpen op langs de baan van de transporteur 2 in de richting van pijl 3 te transporteren containers 4, is op steunbalken 6 op enige hoogte boven een vloer van de 35 slachterij opgesteld. De transporteur 2 kan een enkel transportmiddel omvatten, maar kan ook verschillende onafhankelijk van elkaar in 12 werking te stellen transportmiddelen omvatten die een container 4 achtereenvolgens langs de baan van de transporteur 2 voortbewegen.FIG. 1 shows a part of a slaughterhouse in which poultry, in particular turkeys, but also for example chickens, ducks, geese or the like, is processed. A conveyor 2, such as a belt conveyor or a conveyor with another means of transport that can suitably engage with containers 4 to be transported along the path of the conveyor 2 in the direction of arrow 3, is supported on supporting beams 6 at some height above a floor from the 35 slaughterhouse. The conveyor 2 can comprise a single conveying means, but can also comprise different conveying means which can be operated independently of each other and which move a container 4 successively along the path of the conveyor 2.
In de baan van de transporteur 2 bevindt zich een gasverdoofinrichting 8, welke in de getoonde uitvoeringsvorm een omhulling met 5 een aantal wanddelen omvat waardoorheen de transporteur 2 leidt. De gasverdoofinrichting 8 is aan twee tegenover elkaar liggende zijden voorzien van een langs een rail 10 verplaatsbaar wanddeel 12, waarmee een te openen en te sluiten toegang tot resp. uitgang uit de gasverdoofinrichting 8 zijn verkregen. De gasverdoofinrichting 8 is 10 voorzien van een met de binnenruimte van de omhulling in open verbinding staande afvoerleiding 14 die is aangebracht aan de bovenwand van de omhulling, en een met de binnenruimte van de omhulling in open verbinding staande toevoerleiding 16 die is aangebracht op of nabij de onderwand van de omhulling. Door via de 15 toevoerleiding 16 een verdovend gas of gasmengsel in de omhulling te voeren, wordt daarin een atmosfeer gecreëerd voor het in een eerste verdovingstoestand brengen van het zich in een container 4 bevindend gevogelte (waarin het gevogelte buiten bewustzijn is, en de zuurstoftoevoer naar de spieren van het gevogelte in hoofdzaak 20 intact blijft), wanneer de container 4 zich ten minste gedurende een voorafbepaalde tijd binnen de omhulling bevindt. Het verdovende gas of gasmengsel wordt in hoofdzaak in tegenstroom (ten opzichte van de transportrichting 3 van de transporteur 2) door de omhulling geleid, van de toevoerleiding 16 naar de afvoerleiding 14, hoewel de 25 stromingsrichting naar wens ook omgekeerd kan zijn. De omhulling is zodanig gedimensioneerd, dat zich daarin ten hoogste drie containers 4 kunnen bevinden, waarbij de container 4 die de gasverdoofinrichting 8 het eerst is binnengegaan, deze ook het eerst verlaat ("First In First Out (FIFO-) principe). Ten minste een zijwand van de 30 omhulling omvat vensters 18 om de uitwerking van het verdovende gas of gasmengsel op het gevogelte waar te kunnen nemen.In the path of the conveyor 2 there is a gas numbing device 8, which in the shown embodiment comprises an enclosure with a number of wall parts through which the conveyor 2 leads. The gas anesthetic device 8 is provided on two opposite sides with a wall part 12 which is displaceable along a rail 10, with which an opening and closing access to resp. output from the gas anesthetic device 8. The gas-extinguishing device 8 is provided with a discharge line 14 which is in open communication with the interior of the enclosure and which is arranged on the top wall of the enclosure, and with a supply pipe 16 which is in open communication with the interior of the enclosure and which is arranged on or near the bottom wall of the enclosure. By introducing a stunning gas or gas mixture into the enclosure via the supply line 16, an atmosphere is created therein for bringing the poultry present in a container 4 into a first anesthetic state (in which the poultry is unconscious, and the oxygen supply to the poultry muscles remains substantially intact), when the container 4 is inside the enclosure for at least a predetermined time. The anesthetic gas or gas mixture is led through the enclosure substantially in countercurrent (relative to the conveying direction 3 of the conveyor 2), from the supply line 16 to the discharge line 14, although the flow direction may also be reversed as desired. The enclosure is dimensioned in such a way that there can be at most three containers 4 therein, the container 4 that first entered the gas stunning device 8 also leaving it first ("First In First Out (FIFO) principle"). a side wall of the enclosure comprises windows 18 for observing the effect of the anesthetic gas or gas mixture on the poultry.
Elke container 4 omvat drie op verschillende hoogten gelegen compartimenten 4a, 4b en 4c. Dit is overigens niet essentieel voor de onderhavige uitvinding, volgens welke ook containers met een 35 kleiner of groter aantal gestapelde compartimenten kunnen worden verwerkt.Each container 4 comprises three compartments 4a, 4b and 4c located at different heights. Incidentally, this is not essential for the present invention, according to which containers with a smaller or larger number of stacked compartments can also be processed.
Λ 13Λ 13
In de baan van de transporteur 2 zijn drie losstations 20a, 20b, 20c ingericht voor het uit de containers 4 lossen van het gevogelte. Het aantal losstations is gelijk aan het aantal compartimenten van de te verwerken containers, zodat bij een ander aantal 5 compartimenten dan het in fig. 1 getoonde een overeenkomstig ander aantal losstations behoort. Elk losstation 20a, 20b, 20c kan niet nader getoonde vasthoudmiddelen omvatten teneinde de plaats van een container 4 ten opzichte van het betreffende losstation te fixeren. Anderzijds kunnen de transportmiddelen van de transporteur 2 zodanig 10 bestuurbaar zijn, eventueel in combinatie met een of meer in en uit de baan van de container te plaatsen aanslagen, dat de container met voldoende nauwkeurigheid in een losstation 20a, 20b of 20c wordt gepositioneerd.Three unloading stations 20a, 20b, 20c are arranged in the path of the conveyor 2 for unloading the poultry from the containers 4. The number of unloading stations is equal to the number of compartments of the containers to be processed, so that a different number of unloading stations belongs to a different number of compartments than that shown in Fig. 1. Each unloading station 20a, 20b, 20c may comprise retaining means (not shown) in order to fix the location of a container 4 relative to the relevant unloading station. On the other hand, the conveying means of the conveyor 2 can be controllable, possibly in combination with one or more stops to be placed in and out of the path of the container, that the container is positioned with sufficient accuracy in a discharge station 20a, 20b or 20c.
Zoals meer in detail uit fig. la blijkt, is het losstation 20a 15 voorzien van een uitdrijforgaan 22, zoals een verplaatsbare wand of een verzameling in een vlak opgestelde elementen, welk uitdrijfor-gaan 22 in de container 4 kan worden gebracht en door middel van een of meer aandrijforganen 24, zoals vijzels 26 met drijfstangen 28, kan worden verplaatst tussen de met ononderbroken lijnen aangeduide 20 eerste positie en de met onderbroken lijnen aangeduide tweede positie. De container 4 kan bijvoorbeeld een door spijlen gevormde wand omvatten, waarbij het uitdrijforgaan 22 vanaf de buitenzijde van de container 4 tussen de spijlen bewogen kan worden tot in de container 4. Bij voorkeur zijn de aandrijforganen 24 zodanig 25 ingericht, dat het uitdrijforgaan 22 een door een operator te bepalen positie naar keuze in of tussen de eerste en tweede positie kan aannemen.As appears in more detail from Fig. 1a, the unloading station 20a 15 is provided with an expulsion member 22, such as a movable wall or a collection of elements arranged in a plane, which expulsion member 22 can be introduced into the container 4 and by means of one or more driving members 24, such as jacks 26 with connecting rods 28, can be moved between the first position indicated by solid lines and the second position indicated by broken lines. The container 4 can for instance comprise a wall formed by bars, wherein the expulsion member 22 can be moved from the outside of the container 4 between the bars into the container 4. Preferably, the drive members 24 are arranged such that the expulsion member 22 position to be determined by an operator, as desired, in or between the first and second position.
Het uitdrijforgaan 22 van het losstation 20a is werkzaam in het onderste compartiment 4a van een container 4. Op soortgelijke wijze 30 zijn uitdrijforganen 22 van de losstations 20b en 20c werkzaam in het middelste compartiment 4b resp. het bovenste compartiment 4c van een container.The expulsion member 22 of the unloading station 20a is active in the lower compartment 4a of a container 4. Similarly, expulsion members 22 of the unloading stations 20b and 20c are active in the middle compartment 4b, respectively. the upper compartment 4c of a container.
Tenslotte toont fig. 1 een schematisch aangeduide hangtranspor-teur 30 waarin op op zich bekende wijze langs een rail trolleys 35 worden voortbewogen waaraan haken 32 zijn bevestigd. Langs de baan van de hangtransporteur 30 zijn ter plaatse van de losstations 20a, 14 20b en 20c respectieve platforms 34a, 34b en 34c gesitueerd, elk met een voorafbepaalde hoogte.Finally, fig. 1 shows a schematically indicated overhead conveyor 30 in which trolleys 35 are moved along a rail 35 to which hooks 32 are attached in a manner known per se. Along the path of the overhead conveyor 30, respective platforms 34a, 34b and 34c are situated at the location of the unloading stations 20a, 14 20b and 20c, each with a predetermined height.
De werking van de opstelling volgens fig. 1 en la is als volgt. Aan de linkerzijde van fig. 1 worden containers 4 met levend, bij 5 bewustzijn zijnd gevogelte met behulp van de transporteur 2 in de verdoofinrichting 8 gevoerd, waartoe een toegangsopening is gecreëerd door de wand 12 langs de rail 10 opzij te schuiven. Vervolgens wordt het gevogelte in de verdoofinrichting 8 in de eerste verdovingstoestand gebracht. Elke container 4 met het in de 10 eerste verdovingstoestand gebrachte gevogelte worden dan met behulp van de transporteur achtereenvolgens naar de losstations 20a, 20b en 20c gevoerd en aldaar geplaatst. Bij losstation 20a wordt het onderste compartiment 4a van de container 4 geopend, en bij de losstations 20b en 20c het middelste compartiment 4b respectievelijk 15 bovenste compartiment 4c. Bij de verschillende losstations 20a, 20b en 20c bevinden zich respectieve lossers 36a, 36b en 36c, waarbij de hoogte van de respectieve platforms 34a, 34b en 34c zodanig is gekozen, dat elke losser het geopende compartiment op een goede werkhoogte, bijvoorbeeld borsthoogte, voor zich heeft. Elke losser 20 36a, 36b of 36c bedient op een geschikte wijze, bijvoorbeeld met een of meer voetpedalen, de aandrijforganen 24 van het uitdrijforgaan 22 voor het in de richting van de naar hem toe gekeerde opening van het betreffende containercompartiment verplaatsen van het zich in het compartiment bevindende, bewusteloze gevogelte. Het is natuurlijk 25 ook mogelijk dat de aandrijforganen 24 het uitdrijforgaan 22 autonoom, met een vooraf bepaald snelheidspatroon, aandrijven zonder dat de losser hierop invloed behoeft uit te oefenen. Het zich aldus nabij de compartimentopening bevindende gevogelte kan door de losser zeer gemakkelijk en efficiënt worden beetgepakt en, door zich om te 30 draaien, worden opgehangen aan een passerende vrije haak 32. De haken 32 hangen op een goede werkhoogte doordat de hoogte van de hangtransporteur 30 bij elk losstation de hoogte van het te lossen containercompartiment volgt. Wanneer in losstation 20c het bovenste compartiment 4c van de zich aldaar bevindende container is geleegd 35 (waarbij het onderste compartiment 4a en het middelste compartiment 4b van dezelfde container al eerder in de losstations 20a resp. 20b 15 zijn geleegd) en in losstation 20b het middelste compartiment 4b van de zich aldaar bevindende container is geleegd (waarbij het onderste compartiment 4a van dezelfde container al eerder in het losstation 20a is geleegd), kan de container die zich in het losstation 20c 5 bevindt verder worden getransporteerd met behulp van de transporteur 2, en kan de container die zich in het losstation 20b bevindt worden getransporteerd naar het losstation 20c. Op overeenkomstige wijze kan de zich in het losstation 20a bevindende container worden verplaatst naar het losstation 20b, zodra dit is vrijgemaakt. Het 10 zal duidelijk zijn dat voor de lossers een optimale werksituatie wordt geschapen indien de eerste verdovingstoestand ten minste aanhoudt totdat de losser 36c het bovenste compartiment 4c van de zich aldaar bevindende container heeft geledigd.The operation of the arrangement according to Figs. 1 and 1a is as follows. On the left-hand side of Fig. 1, containers 4 with live, conscious poultry are fed into the stunning apparatus 8 by means of the conveyor 2, to which an access opening has been created by sliding the wall 12 along the rail 10 to the side. The poultry in the anesthetic device 8 is then brought into the first anesthetic state. Each container 4 with the poultry brought into the first anesthetic state is then successively transported to the unloading stations 20a, 20b and 20c with the aid of the conveyor and placed there. At the unloading station 20a the lower compartment 4a of the container 4 is opened, and at the unloading stations 20b and 20c the middle compartment 4b and upper compartment 4c respectively. At the various unloading stations 20a, 20b and 20c there are respective unloaders 36a, 36b and 36c, the height of the respective platforms 34a, 34b and 34c being chosen such that each unloader can open the opened compartment at a good working height, for example chest height. has itself. Each looser 36a, 36b or 36c operates in a suitable manner, for example with one or more foot pedals, the drive members 24 of the expulsion member 22 for displacing it in the direction of the opening of the relevant container compartment facing it. unconscious poultry. It is, of course, also possible for the drive members 24 to drive the drive-out member 22 autonomously, with a predetermined speed pattern, without the release having to influence this. The poultry thus located near the compartment opening can be grasped very easily and efficiently by the looser and, by turning over, can be hung on a passing free hook 32. The hooks 32 hang at a good working height because the height of the overhead conveyor 30 follows the height of the container compartment to be unloaded at each unloading station. When the upper compartment 4c of the container located there has been emptied in unloading station 20c (wherein the lower compartment 4a and the middle compartment 4b of the same container have already been emptied earlier in the unloading stations 20a and 20b, respectively) and in the unloading station 20b the middle compartment compartment 4b of the container located there has been emptied (with the lower compartment 4a of the same container already being emptied into the unloading station 20a), the container that is in the unloading station 20c 5 can be further transported with the aid of the conveyor 2, and the container located in the unloading station 20b can be transported to the unloading station 20c. Similarly, the container located in the unloading station 20a can be moved to the unloading station 20b as soon as this is released. It will be clear that an optimum working situation is created for the unloaders if the first anesthetic condition persists at least until the unloader 36c has emptied the upper compartment 4c of the container located there.
De hangtransporteur 30 transporteert het aan de haken 32 opge-15 hangen gevogelte naar een volgend bewerkingsstation, zoals een uitbloedstation waarin een of meer bloedvaten van het gevogelte worden geopend, en het gevogelte uitbloedt.The overhead conveyor 30 transports the poultry suspended from the hooks 32 to a subsequent processing station, such as a bleeding station in which one or more blood vessels of the poultry are opened, and the poultry bleeds out.
Fig. lb toont een losstation 100 dat stroomafwaarts ten opzichte van een gasverdoofinrichting 8 is opgesteld. Het losstation omvat 20 een rollentransporteur 102, waarover een met verdoofde vogels 104 gevulde container 4 kan worden voortbewogen in de richting van pijl 106, hetzij met de hand, hetzij door aandrijving van rollen 108 van de rollentransporteur 102, hetzij door andere, langs de baan van de container 4 opgestelde, niet getoonde middelen, zoals een meenemer. 25 De rollentransporteur 102 is voorzien van een in en uit de baan van de container 4 te brengen stop 110 voor het op een vooraf bepaalde plaats stoppen van de container 4 in het losstation 100. Een uitdrijforgaan 112 omvat een reeks evenwijdige, in hoofdzaak rechthoekige platen 114, welke elk aan een uiteinde daarvan op een 30 drager 116 zijn bevestigd. De drager 116 kan door middel van een paar vijzels 118, die van elektrische, pneumatische of hydraulische soort kunnen zijn, op bestuurbare wijze worden bewogen in de richtingen van dubbele pijl 120, waarbij de platen 114 tussen spijlen aan een zijde van de container 4 door bewegen in een 35 compartiment 121 van de container 4. De container 4 kan per compartiment op niet nader getoonde wijze worden geopend aan een 1 ü > ' <- o ·.· 16 openingszijde tegenover de van spijlen voorziene zijde, en de vrije uiteinden van de platen 114 kunnen zich in het compartiment bevindende vogels 104 aan de openingszijde uit de container 4 duwen. Om de vogels 104 op te vangen bij hun verwijdering uit de container 5 4 is aan de openingszijde van de container 4 een bandtransporteur 124 opgesteld met een in de richting van pijl 126 bewegende transportband 128, waarop de vogels 104 vanuit de container 4 terechtkomen, en worden afgevoerd voor verdere verwerking, zoals eventueel verder verdoven of doden, positioneren, ophangen, openen 10 van een bloedvat, uitbloeden, en dergelijke.FIG. 1b shows a discharge station 100 which is arranged downstream with respect to a gas stunning device 8. The unloading station comprises a roller conveyor 102, over which a container 4 filled with stunned birds 104 can be advanced in the direction of arrow 106, either by hand or by driving rollers 108 of the roller conveyor 102, or by others, along the track. means, such as a carrier, disposed of container 4, not shown. The roller conveyor 102 is provided with a stopper 110 to be brought in and out of the path of the container 4 for stopping the container 4 at a predetermined location in the unloading station 100. An expulsion member 112 comprises a series of parallel, substantially rectangular plates 114, each of which is attached to a support 116 at one end thereof. The carrier 116 can be steered in a controllable manner in the directions of double arrow 120 by means of a pair of jacks 118, which may be of an electrical, pneumatic or hydraulic type, the plates 114 passing between bars on one side of the container 4 move in a compartment 121 of the container 4. The container 4 can be opened per compartment in a manner not further shown on an opening side opposite to the side provided with bars, and the free ends of the plates 114 can push birds 104 located in the compartment on the opening side out of the container 4. To catch the birds 104 during their removal from the container 4, a belt conveyor 124 is arranged on the opening side of the container 4 with a conveyor belt 128 moving in the direction of arrow 126, on which the birds 104 end up from the container 4, and be discharged for further processing, such as possibly further stunning or killing, positioning, hanging, opening a blood vessel, bleeding, and the like.
De rollentransporteur 102 is met behulp van niet nader getoonde aandrijfmiddelen van een willekeurige bekende soort in op- en neerwaartse richting beweegbaar in de richtingen van dubbele pijl 130 ten opzichte van het uitdrijforgaan 112 en de bandtransporteur 15 124, teneinde de vogels 104 uit volgende compartimenten te kunnen lossen. Het is uiteraard ook mogelijk, het uitdrijforgaan 112 en de bandtransporteur 124 in de richtingen van de dubbele pijl 130 te doen bewegen ten opzichte van de rollentransporteur 102 voor het lossen van andere compartimenten.The roller conveyor 102 can be moved up and down in the directions of double arrow 130 relative to the expulsion member 112 and the belt conveyor 124 with the aid of driving means of any known type, not shown in more detail, in order to remove the birds 104 from the following compartments able to unload. It is of course also possible to cause the expulsion member 112 and the belt conveyor 124 to move in the directions of the double arrow 130 relative to the roller conveyor 102 for unloading other compartments.
20 De opstelling die is getoond in fig. lc, komt in hoofdzaak overeen met die volgens fig. lb, met uitzondering van de toegepaste bandtransporteur 132. De transportband 134 van de bandtransporteur 132 is zodanig langs rollen 136, 138 geleid, dat een gedeelte van de transportband 134 in een compartiment 121 van de container 4, meer 25 in het bijzonder langs de bodem van het compartiment 121, gebracht kan worden over een gedeelte van de diepte van het compartiment.The arrangement shown in Fig. 1c essentially corresponds to that of Fig. 1b, with the exception of the belt conveyor 132 used. The conveyor belt 134 of the belt conveyor 132 is guided along rollers 136, 138 such that a portion of the conveyor belt 134 can be brought into a compartment 121 of the container 4, more particularly along the bottom of the compartment 121, over a part of the depth of the compartment.
Deze beweging kan tot stand worden gebracht door de bandtransporteur 132 als geheel te verplaatsen in de richting van pijl 140, of door de rol 136 van de bandtransporteur 132 in het vlak van de transport-30 band 134 in de richting van de pijl 140 te bewegen ten opzichte van een overigens vast opgesteld frame van de bandtransporteur 132. Hierbij dient voldoende vrije lengte van de transportband 134 beschikbaar te zijn, waarbij de transportband 134 bijvoorbeeld op spanning kan worden gehouden met behulp van de rol 138, die voor dit 35 doel eveneens beweegbaar is uitgevoerd. Het uitdrijforgaan 112 schuift de vogels 104 op het zich in het compartiment 121 bevindende 17 gedeelte van de transportband 134, die de vogels 104 afvoert voor verdere verwerking.This movement can be accomplished by moving the belt conveyor 132 as a whole in the direction of arrow 140, or by moving the roller 136 of the belt conveyor 132 in the plane of the conveyor belt 134 in the direction of the arrow 140 relative to an otherwise fixedly arranged frame of the belt conveyor 132. A sufficient free length of the conveyor belt 134 must be available here, wherein the conveyor belt 134 can for instance be kept under tension with the aid of the roller 138, which is also movable for this purpose. is carried out. The expulsion member 112 slides the birds 104 onto the portion of the conveyor belt 134 located in the compartment 121, which conveys the birds 104 for further processing.
Fig. ld toont een soortgelijke opstelling als fig. lc. In fig. ld is de transportband 134a echter voorzien van perforaties 135, 5 waaruit een gas of gasmengsel stroomt voor het teweegbrengen van de eerste verdovingstoestand van de vogels 104, of voor het teweegbrengen van de tweede verdovingstoestand indien de eerste verdovingstoestand van de vogels 104 reeds in de gasverdoofinrichting 8 was bereikt. Het gas of gasmengsel wordt bijvoorbeeld tussen het 10 heengaande en het teruggaande gedeelte van de transportband 134a verspreid om te ontwijken door de perforaties 135 van de transportband 134a. De zich in de directe nabijheid van, of op de transportband 134a bevindende vogels 104, die het gas of gasmengsel inademen, geraken in de gewenste verdovingstoestand, en worden door de 15 transportband 134a afgevoerd voor verdere verwerking. De platen 114 van het uitdrijforgaan 112 dwingen de vogels 104 in de richting van, en op de transportband 134a.FIG. Id shows a similar arrangement as fig. 1c. In Fig. 1d, however, the conveyor belt 134a is provided with perforations 135, from which a gas or gas mixture flows to induce the first anesthetic state of the birds 104, or to induce the second anesthetic state if the first anesthetic state of the birds 104 is already in the gas extinguishing device 8 was achieved. The gas or gas mixture is, for example, spread between the forward and return portions of the conveyor belt 134a to escape through the perforations 135 of the conveyor belt 134a. The birds 104 located in the immediate vicinity of, or on, the conveyor belt 134a, which inhale the gas or gas mixture, get into the desired anesthetic state, and are discharged by the conveyor belt 134a for further processing. The plates 114 of the expulsion member 112 force the birds 104 in the direction of, and onto, the conveyor belt 134a.
Fig. Ie toont opnieuw een soortgelijke opstelling als fig. lc, ditmaal echter in gebruik voor het lossen van levend, niet verdoofd 20 gevogelte 104 uit de container 4. Hierbij wordt de transportband 134 voor het compartiment 121 geplaatst, of over enige afstand, bijvoorbeeld 1/4 of 1/3 of 1/2 of 3/4 of 1/1 deel van de diepte van het compartiment 121, in het compartiment 121 gebracht, en worden de vrije uiteinden van de platen 114 van het uitdrijforgaan 112 tot 25 nabij de rol 136 van de bandtransporteur 132 gebracht, of verder tot boven de transportband 134. Hierdoor zullen de zich in het compartiment bevindende vogels 104 gedwongen worden zich op de transportband 134 te begeven, waarbij zij in de richting van de pijl 126 uit het compartiment 121 worden getransporteerd. Bij het weer uit het 30 compartiment 121 brengen van de transportband 134 volgt het uitdrijforgaan 112 de transportband 134 althans zodanig, dat de platen 114 zich steeds direct achter, of gedeeltelijk boven de transportband bevinden, teneinde de vogels 104 geen gelegenheid te bieden in het compartiment 121 achter te blijven. Vervolgens worden 35 de overige compartimenten van de container 4 op dezelfde wijze geleegd.FIG. Ie again shows a similar arrangement as fig. 1c, this time, however, in use for releasing live, non-anesthetized poultry 104 from the container 4. Here, the conveyor belt 134 is placed in front of the compartment 121, or over some distance, e.g. 4 or 1/3 or 1/2 or 3/4 or 1/1 part of the depth of the compartment 121, introduced into the compartment 121, and the free ends of the plates 114 of the expulsion member 112 to 25 close to the roll 136 of the belt conveyor 132, or further above the conveyor belt 134. As a result, the birds 104 present in the compartment will be forced to move onto the conveyor belt 134, being transported from the compartment 121 in the direction of the arrow 126. . When the conveyor belt 134 is again brought out of the compartment 121, the expulsion member 112 follows the conveyor belt 134 at least such that the plates 114 are always directly behind, or partially above, the conveyor belt, in order to give the birds 104 no opportunity in the compartment 121 to stay behind. Subsequently, the remaining compartments of the container 4 are emptied in the same manner.
1818
Om te voorkomen dat de vogels 104 de transportband 134 verlaten, kan hierover een met streeplijnen aangeduide kap 139 zijn geplaatst van een transparant en/of geperforeerd materiaal, zodat de vogels 104 op de transportband 134 waarneembaar zijn, en als het 5 ware door een tunnel worden gevoerd. De transportband kan eventueel van het geperforeerde type 134a (zie fig. ld) zijn, waarbij een verdovend gas of gasmengsel boven de transportband wordt gebracht.To prevent the birds 104 from leaving the conveyor belt 134, a cover 139 of a transparent and / or perforated material can be placed over it, so that the birds 104 can be observed on the conveyor belt 134, and as it were through a tunnel are being fed. The conveyor belt can optionally be of the perforated type 134a (see Fig. Id), wherein a stunning gas or gas mixture is brought above the conveyor belt.
In dit geval zal de kap 139 in hoofdzaak dicht zijn om gasverlies te minimaliseren, en zullen toevoer- en afvoeropeningen voor de door de 10 kap 139 gevormde tunnel van niet nader getoonde, op zich bekende, passeerbare scheidingswanden, zoals strokengordijnen, zijn voorzien.In this case, the cap 139 will be substantially closed to minimize gas loss, and supply and discharge openings for the tunnel formed by the cap 139 will be provided with per se shown, per se known, passable partition walls, such as strip curtains.
Fig. lf toont weer een soortgelijke opstelling als fig. lc, waarbij echter uitdrijfmiddelen ontbreken, en de bandtransporteur 132 is ingericht om de transportband 134 in hoofdzaak over de gehele 15 diepte van het compartiment 121 in het compartiment 121 te brengen. Aldus kan de transportband 134 zonder de samenwerking met uitdrijf-middelen alle zich in een compartiment bevindende vogels 104 buiten de container 4 brengen en afvoeren voor verdere verwerking.FIG. 1f again shows a similar arrangement to FIG. 1c, but with no expulsion means, and the belt conveyor 132 is adapted to bring the conveyor belt 134 into the compartment 121 over the entire depth of the compartment 121. Thus, without the cooperation with expulsion means, the conveyor belt 134 can take all birds 104 present in a compartment outside the container 4 and remove them for further processing.
De opstelling volgens fig. lg is een losstation 150, dat in 20 feite een variant is van het losstation volgens fig. lb of lc. Een verschil is daarin gelegen, dat de vogels 104 in alle compartimenten van een container 4 in hoofdzaak gelijktijdig gelost worden door toepassing van een uitdrijforgaan 152 met een aantal horizontale reeksen platen 114 op een vergrote drager 154, één reeks platen 114 25 per compartiment, gecombineerd met een reeks bandtransporteurs 156a-156f, één bandtransporteur per compartiment. Het is in deze opstelling niet meer noodzakelijk dat de rollentransporteur 102 of andere componenten van het losstation 150 in verticale richting verplaatsbaar zijn, zoals in de opstellingen volgens fig. lb-lf wel 30 noodzakelijk was. Bij voldoende lengte van de platen 114 behoeven de transportbanden van de bandtransporteurs 156a-156f niet over de gehele diepte in de compartimenten te reiken, terwijl bij een lengte van de platen 114 in de compartimenten die kleiner is dan de compartimentdiepte, bandtransporteurs kunnen worden toegepast van 35 het in fig. lc getoonde type. Zelfs kunnen bandtransporteurs van het 19 in fig. If getoonde type worden toegepast, waarbij het uitdrijfor-gaan 152 kan vervallen.The arrangement according to Fig. 1g is a discharge station 150, which is in fact a variant of the discharge station according to Figs. 1b or 1c. A difference lies in the fact that the birds 104 in all compartments of a container 4 are discharged substantially simultaneously by using an expulsion member 152 with a number of horizontal series of plates 114 on an enlarged carrier 154, one series of plates 114 per compartment, combined with a series of belt conveyors 156a-156f, one belt conveyor per compartment. In this arrangement, it is no longer necessary for the roller conveyor 102 or other components of the unloading station 150 to be displaceable in the vertical direction, as was necessary in the arrangements according to Figs. 1b-1f. With a sufficient length of the plates 114, the conveyor belts of the belt conveyors 156a-156f need not extend over the entire depth into the compartments, while with a length of the plates 114 in the compartments that is smaller than the compartment depth, belt conveyors of 35 the type shown in FIG. Even belt conveyors of the type shown in Fig. If can be used, whereby the expulsion member 152 can be omitted.
Fig. lh toont een transporteenheid 160, omvattende een reeks bandtransporteurs 162a-162f en een reeks bandtransporteurs 164a-5 164f. De bandtransporteurs 164a-164f zijn opgesteld in een frame 166, dat met behulp van een niet nader getoonde bestuurbare aandrijving ten opzichte van een frame 168 van de bandtransporteurs 162a-162f kan worden verplaatst in de richtingen van dubbele pijl 170 met behulp van geleidingswielen 172. De bandtransporteurs 164a-10 164f zijn elk van het in fig. lb-lf getoonde type, en hebben transportbanden 174a-174f die door motoren 176a-176f worden aangedreven voor het uit de compartimenten van container 4 transporteren van vogels 104. Daarbij kan de besturing van de motoren 176a-176f zodanig zijn, dat de vogels 104 slechts tot het naar de 15 bandtransporteurs 162a-162f toegekeerde einde van de bandtransporteurs 164a-164f worden getransporteerd, waarna de aandrijving van de transportbanden 174a-174f stopt. Pas nadat de bandtransporteurs 162a-162f en 164a-164f zich op voldoende korte afstand van elkaar bevinden, wordt de aandrijving van de transportbanden 174a-174f weer 20 gestart, waarna de vogels 104 op de bandtransporteurs 162a-162f terechtkomen, en daardoor worden afgevoerd voor verdere verwerking.FIG. 1h shows a transport unit 160 comprising a series of belt conveyors 162a-162f and a series of belt conveyors 164a-164f. The belt conveyors 164a-164f are arranged in a frame 166, which can be moved relative to a frame 168 of the belt conveyors 162a-162f in the directions of double arrow 170 with the aid of guide wheels 172 with the aid of a control gear (not shown). The belt conveyors 164a-10 164f are each of the type shown in Figs. 1b-1f, and have conveyor belts 174a-174f which are driven by motors 176a-176f for transporting birds 104 from the compartments of container 4. The control can thereby of the motors 176a-176f are such that the birds 104 are only transported to the end of the belt conveyors 164a-164f facing the belt conveyors 162a-162f, whereafter the drive of the conveyor belts 174a-174f stops. Only after the belt conveyors 162a-162f and 164a-164f are spaced sufficiently shortly apart is the drive of the conveyor belts 174a-174f started again, whereafter the birds 104 land on the belt conveyors 162a-162f, and are thereby discharged for further processing.
Het is derhalve mogelijk, de opstelling volgens fig. lh te gebruiken voor het tijdelijk bufferen van gevogelte 104 op een of meer van de bandtransporteurs 174a-174f, zoals fig. li nader illustreert. 25 Uiteraard kan deze wijze van bufferen met twee gescheiden, in serie geplaatste bandtransporteurs ook worden toegepast in de opstellingen van fig. lb-lf voor een enkel compartiment 121 van een container 4.It is therefore possible to use the arrangement according to Fig. 1h for temporarily buffering poultry 104 on one or more of the belt conveyors 174a-174f, as Fig. 1 further illustrates. Of course, this method of buffering with two separate belt conveyors placed in series can also be used in the arrangements of Figs. 1b-1f for a single compartment 121 of a container 4.
Fig. Ij toont een losstation 180 dat in hoofdzaak overeenkomt met het losstation dat in fig. li is getoond, met uitzondering van 30 de toevoeging van een bandtransporteur 182, waarvan een uiteinde is gelagerd op een zuil 184, en die aangedreven kan worden voor een verplaatsing van transportband 183 in de richting van pijl 185. De lagering kan in de richtingen van dubbele pijl 186 worden verplaatst langs de zuil 184 met behulp van een bestuurbare motor 188. Aldus is 35 het mogelijk, de bandtransporteur 182 achtereenvolgens ter hoogte van elk van de transportbanden 174a-174f te positioneren, waarna de 20 betreffende transportband 174a-174f kort in beweging kan worden gezet voor het overdragen van de zich daarop bevindende vogels 104 aan de transportband 183, voor het afvoeren en verder verwerken van de vogels 104 .FIG. IJ shows an unloading station 180 that substantially corresponds to the unloading station shown in FIG. 1I, with the exception of the addition of a belt conveyor 182, one end of which is mounted on a column 184, and which can be driven for a displacement of conveyor 183 in the direction of arrow 185. The bearing can be moved along the column 184 in the directions of double arrow 186 with the aid of a controllable motor 188. Thus, it is possible that the belt conveyor 182 successively at the level of each of the conveyor belts 174a-174f, after which the respective conveyor belt 174a-174f can be set into motion briefly for transferring the birds 104 located thereon to the conveyor belt 183, for discharging and further processing of the birds 104.
5 Alhoewel de meeste van de hiervoor beschreven losstations in eerste instantie zijn bestemd voor het lossen van verdoofd of dood gevogelte, zal duidelijk zijn dat zij ook toegepast kunnen worden voor het lossen van niet-verdoofd gevogelte, zoals met name aan de hand van fig. Ie is geïllustreerd.Although most of the unloading stations described above are primarily intended for releasing anesthetized or dead poultry, it will be clear that they can also be used for releasing non-anesthetized poultry, as in particular with reference to FIG. Ie is illustrated.
10 Fig. 2-6 tonen een opstelling met een transporteur 2 voor het transporteren van containers 4 met gevogelte in de richting van de pijl 3. Een afsluitbare kamer 40 omvat een draaiplateau 41 voor het in een gewenste oriëntatie draaien van een zich in de kamer 40 bevindende container. Optioneel kan op niet nader getoonde wijze aan 15 de kamer 40 een verdovend gas of gasmengsel worden toegevoerd voor het inleiden of teweegbrengen van de eerste verdovingstoestand bij het gevogelte dat zich in de kamer 40 bevindt.FIG. 2-6 show an arrangement with a conveyor 2 for transporting containers 4 with poultry in the direction of the arrow 3. A lockable chamber 40 comprises a turntable 41 for rotating a container located in the chamber 40 in a desired orientation . Optionally, an anesthetic gas or gas mixture can be supplied to the chamber 40 in a manner not further shown for introducing or triggering the first state of anesthesia with the poultry present in the chamber 40.
Een kamer 42, die van de kamer 40 is gescheiden door middel van een verplaatsbare wand, een luchtgordijn, een strokengordijn of 20 dergelijke, omvat een kantelmechanisme 44 voor het kantelen van een zich in de kamer 42 bevindende container 4 tot in een zodanige positie, dat het zich in de container 4 bevindende gevogelte de container 4 via openingen in de zijwand daarvan door de werking van de zwaartekracht verlaat. Een bandtransporteur 46 transporteert het 25 gevogelte vervolgens naar een volgende kamer 48, voorzien van een in de richting van pijl 50 bewegende bandtransporteur 52. De kamer 48 beslaat twee functionele gedeelten: een eerste gedeelte 48a dat zich uitstrekt tussen de met "A" en "B" aangeduide plaatsen, en een tweede gedeelte 48b dat zich uitstrekt tussen de met "B" en "C" 30 aangeduide plaatsen. De kamer 42 is voorzien van een afvoerleiding 54 voor zich in de kamer 42 bevindend gas. Het eerste gedeelte 48a van de kamer 48 is voorzien van een toevoerleiding 56 voor toevoer van gas aan het eerste kamergedeelte 48a en de kamer 42, zoals fig.A chamber 42, which is separated from the chamber 40 by means of a movable wall, an air curtain, a strip curtain or the like, comprises a tilting mechanism 44 for tilting a container 4 located in the chamber 42 to such a position, that the poultry present in the container 4 leaves the container 4 via openings in its side wall due to the action of gravity. A belt conveyor 46 then transports the poultry to a subsequent chamber 48 provided with a belt conveyor 52 moving in the direction of arrow 50. The chamber 48 covers two functional sections: a first section 48a extending between the "A" and " B "designated sites, and a second portion 48b extending between the" B "and" C "designated sites. The chamber 42 is provided with a discharge conduit 54 for gas contained in the chamber 42. The first portion 48a of the chamber 48 is provided with a supply line 56 for supplying gas to the first chamber portion 48a and the chamber 42, as shown in FIG.
4 in het bijzonder illustreert. Het tweede gedeelte 48b van de kamer 35 48 is voorzien van een toevoerleiding 58 en een afvoerleiding 60 voor de toevoer resp. afvoer van een verdovend gas of gasmengsel aan 1 t 2 :ii uö 21 het tweede kamergedeelte 48b, waarbij de toevoerleiding 58 en de afvoerleiding 60 onderling zijn gekoppeld onder tussenvoeging van een pomp/injector 62 voor het injecteren van het verdovende gas of gasmengsel voor het handhaven van de vereiste gasconcentratie(s) in 5 het tweede kamergedeelte 48b. Het tweede kamergedeelte 48b is bestemd voor het teweegbrengen van de tweede verdovingstoestand van het gevogelte, die dieper is dan de eerste verdovingstoestand. Er zij opgemerkt, dat de gastoevoer naar, en gasafvoer van de kamer 42 en het kamergedeelte 48a ook weggelaten kunnen worden indien de in 10 de kamer 40 bereikte verdovingstoestand reeds voldoende is.4 in particular. The second part 48b of the chamber 48 is provided with a supply conduit 58 and a discharge conduit 60 for the supply resp. discharge of a narcotic gas or gas mixture to the second chamber portion 48b, wherein the supply line 58 and the discharge line 60 are mutually coupled with the interposition of a pump / injector 62 for injecting the narcotic gas or gas mixture for maintaining the required gas concentration (s) in the second chamber portion 48b. The second chamber portion 48b is intended to cause the second anesthetic state of the poultry, which is deeper than the first anesthetic state. It is to be noted that the gas supply to and gas discharge from the chamber 42 and the chamber portion 48a can also be omitted if the anesthetic condition achieved in the chamber 40 is already sufficient.
Het tweede kamergedeelte 48b is in de zijwanden daarvan voorzien van vensters 63 voor het observeren van het zich in de kamer 48 bevindende gevogelte.The second chamber portion 48b is provided in its side walls with windows 63 for observing the poultry present in the chamber 48.
Er zij hier opgemerkt, dat bij wijze van alternatief in alle 15 kamers 40, 42 en 48 een zodanig verdovend gas of gasmengsel kan worden gebracht, dat daarin de eerste verdovingstoestand van het gevogelte wordt bereikt en in stand gehouden. Hierbij kan in elke kamer 40, 42 en 48 hetzelfde gas of gasmengsel worden gebracht, maar er kunnen ook verschillende gassen of gasmengsels toegepast worden. 20 In het geval waarin in alle kamers 40, 42 en 48 hetzelfde gas wordt gebruikt, kunnen scheidingen tussen de kamers ontbreken, of juist aanwezig zijn voor een goede beheersing van de gasatmosfeer langs het gehele door het gevogelte af te leggen traject in de kamers, en om onderhoud, reparatie en reiniging van de kamers gemakkelijker uit 25 te kunnen voeren.It is to be noted here that, alternatively, in all chambers 40, 42 and 48, such an anesthetic gas or gas mixture can be introduced that the first anesthetic condition of the poultry is reached and maintained therein. The same gas or gas mixture can be introduced into each chamber 40, 42 and 48, but different gases or gas mixtures can also be used. In the case where the same gas is used in all chambers 40, 42 and 48, separations between the chambers may be missing, or may be present for a good control of the gas atmosphere along the entire path in the chambers to be traveled by the poultry, and to facilitate maintenance, repair and cleaning of the rooms.
Bij het verlaten van de kamer 48 komt het gevogelte op een bandtransporteur 64 terecht, alwaar het door personen 66 wordt gepositioneerd en opgehangen aan haken 68 van een hangtransporteur 70 om te worden getransporteerd naar een niet nader getoond 30 uitbloedstation.Upon leaving the chamber 48, the poultry lands on a belt conveyor 64, where it is positioned by persons 66 and hung on hooks 68 of an overhead conveyor 70 to be transported to a bleeding station (not shown).
De opstelling omvat voorts een optionele kamer 72, die is gescheiden van de kamer 42 door middel van een verplaatsbare wand, een luchtgordijn, een strokengordijn of dergelijke, en waarin de in de kamer 42 geloste container 4 op een draaiplateau 74 gedraaid kan 35 worden. Op de kamer 72 sluit een reinigingsinrichting 76 voor het reinigen van containers 4 aan.The arrangement further comprises an optional chamber 72 which is separated from the chamber 42 by means of a movable wall, an air curtain, a strip curtain or the like, and in which the container 4 discharged into the chamber 42 can be rotated on a rotating platform 74. A cleaning device 76 for cleaning containers 4 is connected to the chamber 72.
': r, * .": r, *.
\ ^ --- .\ ^ ---.
2222
Fig. 7 toont een soortgelijke opstelling als die volgens fig.FIG. 7 shows a similar arrangement to that of FIG.
2, waarbij echter de kamer 48 en de bandtransporteur 64 ontbreken.2, but the chamber 48 and the belt conveyor 64 are missing.
In containers 4 aangevoerd gevogelte wordt in de kamer 40 en/of de kamer 42 in de eerste verdovingstoestand gebracht. De toevoerleiding 5 52 is hiertoe aangesloten op de kamer 42. De containers 4 worden in de kamer 42 gelost, en het geloste en in de eerste verdovingstoestand gebrachte gevogelte wordt toegevoerd aan een ophangstation 80 waar het gevogelte door ophangers 82 met de poten aan haken 84 van een in de richting van pijl 86 bewegende hangtransporteur 88 wordt 10 opgehangen. Het ophangstation 80 kan zijn voorzien van een niet nader getoonde transporteur, zoals een bandtransporteur, voor het in dezelfde richting als de hangtransporteur bewegen van het gevogelte, nadat dit vanuit de kamer 42 is toegevoerd, en voorafgaand aan het ophangen daarvan aan de haken 84.Poultry supplied in containers 4 is brought into the first anesthetic state in the chamber 40 and / or the chamber 42. To this end, the supply line 52 is connected to the chamber 42. The containers 4 are unloaded into the chamber 42, and the unloaded poultry and brought into the first anesthetic state are supplied to a suspension station 80 where the poultry is hooked by hangers 82 with the legs 84 on hooks 84 is suspended from an overhead conveyor 88 moving in the direction of arrow 86. The suspension station 80 may be provided with a conveyor, not further shown, such as a belt conveyor, for moving the poultry in the same direction as the overhead conveyor, after it has been supplied from the chamber 42, and prior to its suspension on the hooks 84.
1515
Claims (51)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1022288A NL1022288C2 (en) | 2002-12-31 | 2002-12-31 | Animal slaughter method, especially for poultry, involves simultaneously unloading animals from containers at stations at different points along conveyor |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1022288A NL1022288C2 (en) | 2002-12-31 | 2002-12-31 | Animal slaughter method, especially for poultry, involves simultaneously unloading animals from containers at stations at different points along conveyor |
NL1022288 | 2002-12-31 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1022288A1 NL1022288A1 (en) | 2003-01-27 |
NL1022288C2 true NL1022288C2 (en) | 2004-02-18 |
Family
ID=19774616
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1022288A NL1022288C2 (en) | 2002-12-31 | 2002-12-31 | Animal slaughter method, especially for poultry, involves simultaneously unloading animals from containers at stations at different points along conveyor |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1022288C2 (en) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ES2302630A1 (en) * | 2006-11-16 | 2008-07-16 | Jose Server Bolufer | Supply system for poultry slaughterhouses, has blocks and cage for handling with forklift and container that are capable of hosting two superimposed blocks |
Citations (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3621818A (en) * | 1969-11-20 | 1971-11-23 | Ambrose G Johnston | Device for the transportation and quick unloading of poultry and other commodities |
US3973290A (en) * | 1974-12-13 | 1976-08-10 | Werner Wacker | Method serving the stunning of animals for slaughter |
DE3604738A1 (en) * | 1986-02-14 | 1987-08-20 | Gerd Gemmel | Method for stunning animals which are to be slaughtered |
US4829635A (en) * | 1987-05-07 | 1989-05-16 | Bernd Tonnies | Method of stunning animals for slaughter |
WO1994027425A1 (en) * | 1993-06-02 | 1994-12-08 | Sun Valley Poultry Limited | The treatment of small animals |
US5435776A (en) * | 1994-07-21 | 1995-07-25 | Liquid Carbonic Corporation | Poultry stunning with carbon dioxide |
EP0680259A1 (en) | 1992-12-30 | 1995-11-08 | Stork Pmt | Method and device for stunning of poultry. |
US5505582A (en) * | 1993-03-18 | 1996-04-09 | Jerome; Wallace H. | Apparatus and method for unloading content of multilayer containers |
NL1007271C2 (en) * | 1997-10-14 | 1999-04-19 | Meyn Maschf | Poultry stunning method - comprises humanely stunning them by electric current in a first phase, prior to positioning the head or neck for the final stunning phase |
NL1009189C2 (en) * | 1998-05-18 | 1999-11-19 | J M Poultry Technology B V | Placing poultry on a slaughter line |
US6135872A (en) * | 1997-01-27 | 2000-10-24 | Hormel Foods Corporation | Method and apparatus for unloading poultry |
NL1018486C2 (en) * | 2001-07-06 | 2003-01-16 | Stork Pmt | Animal carcass proccesing method, especially for turkeys, includes stunning step to render animals unconscious without interrupting oxygen supply to muscles |
-
2002
- 2002-12-31 NL NL1022288A patent/NL1022288C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3621818A (en) * | 1969-11-20 | 1971-11-23 | Ambrose G Johnston | Device for the transportation and quick unloading of poultry and other commodities |
US3973290A (en) * | 1974-12-13 | 1976-08-10 | Werner Wacker | Method serving the stunning of animals for slaughter |
DE3604738A1 (en) * | 1986-02-14 | 1987-08-20 | Gerd Gemmel | Method for stunning animals which are to be slaughtered |
US4829635A (en) * | 1987-05-07 | 1989-05-16 | Bernd Tonnies | Method of stunning animals for slaughter |
EP0680259A1 (en) | 1992-12-30 | 1995-11-08 | Stork Pmt | Method and device for stunning of poultry. |
US5505582A (en) * | 1993-03-18 | 1996-04-09 | Jerome; Wallace H. | Apparatus and method for unloading content of multilayer containers |
WO1994027425A1 (en) * | 1993-06-02 | 1994-12-08 | Sun Valley Poultry Limited | The treatment of small animals |
US5435776A (en) * | 1994-07-21 | 1995-07-25 | Liquid Carbonic Corporation | Poultry stunning with carbon dioxide |
US6135872A (en) * | 1997-01-27 | 2000-10-24 | Hormel Foods Corporation | Method and apparatus for unloading poultry |
NL1007271C2 (en) * | 1997-10-14 | 1999-04-19 | Meyn Maschf | Poultry stunning method - comprises humanely stunning them by electric current in a first phase, prior to positioning the head or neck for the final stunning phase |
NL1009189C2 (en) * | 1998-05-18 | 1999-11-19 | J M Poultry Technology B V | Placing poultry on a slaughter line |
NL1018486C2 (en) * | 2001-07-06 | 2003-01-16 | Stork Pmt | Animal carcass proccesing method, especially for turkeys, includes stunning step to render animals unconscious without interrupting oxygen supply to muscles |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ES2302630A1 (en) * | 2006-11-16 | 2008-07-16 | Jose Server Bolufer | Supply system for poultry slaughterhouses, has blocks and cage for handling with forklift and container that are capable of hosting two superimposed blocks |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1022288A1 (en) | 2003-01-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7448943B1 (en) | Poultry stunning system | |
US5487699A (en) | Treatment of poultry | |
US5788564A (en) | Tunnel carbon dioxide immobilizer | |
US2737683A (en) | Animal immobilizing apparatus | |
US10757948B2 (en) | Pre-stunning or stunning of animals with a combination of O2, CO2 and NO2 | |
CA2614197C (en) | Stunning animals such as poultry with gas | |
WO1994027425A1 (en) | The treatment of small animals | |
US4272863A (en) | Shackling apparatus for live poultry | |
US2185949A (en) | Hog stunning pen | |
NL1018486C2 (en) | Animal carcass proccesing method, especially for turkeys, includes stunning step to render animals unconscious without interrupting oxygen supply to muscles | |
US6468145B1 (en) | System and method for cleaning animal intestines | |
NL1022288C2 (en) | Animal slaughter method, especially for poultry, involves simultaneously unloading animals from containers at stations at different points along conveyor | |
US4215654A (en) | Shackling system for live poultry | |
US2841817A (en) | Apparatus for facilitating sticking bleeding of slaughter animals | |
US20080302309A1 (en) | Poultry cart and method and apparatus for killing poultry | |
US5397263A (en) | Method for the humane slaughter and processing of ratites, including ostrich and emu | |
US5334088A (en) | Apparatus for combing and decombing bacon | |
US4301770A (en) | Method for shackling live poultry | |
JPS62282535A (en) | Apparatus for anasthetic treatment of poultry | |
US1416443A (en) | Meat-handling apparatus | |
US3143762A (en) | Process for facilitating the immobilization and slaughtering of animals | |
US5405289A (en) | Method for slaughtering and removing the hide from ratites, including ostrich and emu | |
US3657767A (en) | Cattle handling apparatus | |
US3562854A (en) | Animal restraining apparatus | |
US3149368A (en) | Animal slaughtering |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20030926 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MK | Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20210705 |