NL1012270C2 - Dakgootsysteem. - Google Patents

Description

Dakgootsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een dakgootsys-teem, omvattende een aantal geprefabriceerde dakgootelementen met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, welke dakgootelementen aan beide uiteinden zijn voorzien van een eindschot 5 met een daarvan horizontaal uitgaande buisstomp, en verder omvattende een koppelstuk dat monteerbaar is op de buisstomp en waarop een afvoerpijp voor hemelwater aansluitbaar kan zijn.

Een dergelijk dakgootsysteem is bekend uit het EP-A-10 0.700.478. Met behulp van de koppelstukken worden aangrenzen de dakgootelementen met elkaar verbonden, terwijl tevens een afvoerpijp voor hemelwater aansluitbaar kan zijn, in welk geval de koppelstukken dan meestal T-vormig zijn.

Omdat bij dit bekende dakgootsysteem de buisstompen 15 horizontaal uitsteken voorbij de eindschotten van de dakgootelementen, ontstaat tussen de eindschotten van aangrenzende dakgootelementen een grote ruimte die met behulp van afdek-platen moet worden overbrugd. De grote lengte van deze afdekplaten maakt deze instabiel. Tevens moeten deze afdekplaten 20 voorzien worden van voorzieningen om vanaf het dak daarop stromend hemelwater zijdelings naar de dakgootelementen af te voeren. Door de grote lengte van de afdekplaten moeten dergelijke voorzieningen in staat zijn om grote hoeveelheden hemelwater op betrouwbare wijze te kunnen afvoeren, hetgeen 25 deze voorzieningen gecompliceerd, en derhalve de afdekplaten duur maakt. Dezelfde problemen ontstaan aan het uiteinde van een dakgootsysteem, alwaar een afdekplaat een enkele buisstomp moet afdekken. In een dergelijk geval ontstaan in verhevigde mate instabiliteitsproblemen van deze afdekplaat, 30 aangezien deze slechts aan één zijde met een dakgootelement is verbonden.

Ook het WO-A-79.00174 beschrijft een dergelijk dakgootsysteem, waarbij aangrenzende dakgootelementen onderling zijn verbonden door buisstompen die uitsteken 1012270 2 voorbij eindschotten. De hierbij optredende problemen zijn van overeenkomstige aard.

Een ander nadeel van deze bekende dakgootsystemen is, dat de dakgootelementen veel ruimte innemen, hetgeen met 5 name tijdens het transport tot hoge kosten leidt.

De uitvinding beoogt een dakgootsysteem van het onderhavige type te verschaffen, waarmee de in het voorgaande genoemde problemen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze worden opgeheven.

10 Hiertoe bezit het dakgootsysteem volgens de uitvin ding het kenmerk, dat de buisstomp ten minste gedeeltelijk verzonken is ten opzichte van het eindschot.

Doordat de buisstomp ten minste gedeeltelijk ten opzichte van het eindschot is verzonken, steekt de buisstomp 15 ten opzichte van het eindschot minder ver uit, waardoor de tussenruimte tussen aangrenzende dakgootelementen aanzienlijk kan worden verkleind, hetgeen leidt tot kleinere afdekplaten. Hierdoor kunnen de in het voorgaande genoemde problemen in sterke mate worden beperkt of zelfs volledig worden geëlimi-20 neerd. Tevens bezitten de dakgootelementen in totaliteit hierdoor een kleinere lengte, waardoor de in het voorgaande genoemde transportproblematiek eveneens in hevigheid afneemt.

In dit kader wordt opgemerkt, dat uit het DE-U-29 808 197 een dakgootsysteem bekend is, waarbij uit zijwanden 25 buisstompen uitsteken die ten opzichte van de buitenste begrenzingen van het dakgootsysteem zijn verzonken. Deze buitenste begrenzingen worden ter plaatse van de buisstompen echter gevormd door op de eigenlijke zijwanden van het dakgootsysteem geplaatste versterkingsribben, zodat de 30 buisstompen ten opzichte van de zijwanden zelf niet verzonken zijn in de zin van de onderhavige uitvinding. Bovendien suggereert deze publicatie op geen enkele wijze de plaatsing van de buisstompen ter plaatse van de kopse eindschotten.

In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van 35 het dakgootsysteem volgens de uitvinding is de buisstomp zo ver verzonken, dat het buitenste uiteinde daarvan zich binnen de maximale lengte-afmeting van het betreffende dakgootele-ment bevindt.

Enerzijds wordt door deze constructie een verdere 40 verkorting van de tussenruimte tussen twee aangrenzende dak- 10 1 2 2 7 0 2a gootelementen verkregen, terwijl ook de totale lengte van een dakgootelement verder wordt geminimaliseerd. Het belangrijkste voordeel van een dergelijke constructie is echter, dat de dakgootelementen hierdoor in beginsel nestbaar worden, 5 waardoor het vereiste transportvolume in sterke mate kan worden verminderd.

Een ander voordeel van het feit, dat het buitenste uiteinde van de buisstomp zich binnen de maximale lengte-af-meting van het betreffende dakgootelement bevindt, is dat aan 10 het uiteinde van het dakgootsysteem eenvoudige kopschotten kunnen worden toegepast, die nagenoeg een vlakke, tweedimensionale vormgeving bezitten. Dit in tegenstelling tot de kopschotten bij het bekende dakgootsysteem, die tengevolge van het uitsteken van de buisstomp een driedimensionale vormge-15 ving bezitten.

De verzonken plaatsing van de buisstomp ten opzichte van het eindschot kan op constructieve wijze eenvoudig worden 1012270 3 verkregen met een uitvoeringsvorm van het dakgootsysteem volgens de uitvinding, waarbij de buisstomp uitgaat van een binnenwaarts versprongen gedeelte van het eindschot. Zo kan het eindschot een getrapte vormgeving bezitten, waarbij de buis-5 stomp op de het meest naar binnen gelegen trap is geplaatst.

In het algemeen zal een dakgootsysteem van het type, waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft, dakgoot-elementen omvatten die een achterste, aan het dak te bevestigen been en een voorste been bezitten. In een dergelijk geval 10 wordt volgens de uitvinding verder voorgesteld, dat het dakgootsysteem tevens is voorzien van aan het voorste been be-vestigbare frontplaten.

Deze frontplaten bezitten in hoofdzaak een esthetische functie, aangezien ze het voorste, zichtbare gedeelte 15 van het dakgootsysteem vormen en hierdoor het uiterlijk daarvan bepalen. Dergelijke frontplaten maken het op eenvoudige wijze mogelijk om de kleur, de vorm en zichtbare afmetingen van het dakgootsysteem aan de wensen van de gebruiker aan te passen, zonder dat aanpassingen van de dakgootelementen nodig 20 zijn.

De voordelen die worden verkregen met behulp van een dakgootsysteem dat tevens de genoemde frontplaten omvat, zijn legio. Zowel de frontplaten als de dakgootelementen kunnen in standaard lengtes worden uitgevoerd. De dakgootelementen kun-25 nen zonder het uiterlijk van het dakgootsysteem nadelig te beïnvloeden korter worden uitgevoerd, en derhalve eenvoudiger monteerbaar zijn. Bij een geschikte keuze van de verbindingstechniek tussen de frontplaten kunnen deze ook korter uitgevoerd worden en derhalve eenvoudiger monteerbaar zijn. De 30 frontplaten onttrekken storende elementen, zoals de buisstom-pen en de koppelstukken inclusief afvoerpijp voor hemelwater aan het oog. De dakgootelementen en de frontplaten kunnen uit verschillende materialen worden vervaardigd, terwijl voor de frontplaten, zoals reeds eerder werd opgemerkt, elke gewenste 35 kleur kan worden gekozen. Bij beschadiging van de frontplaat kan deze worden vervangen, zonder dat de dakgootelementen moeten worden verwijderd.

Bij een dakgootsysteem dat is voorzien van dergelijke frontplaten, geniet verder een speciale uitvoeringsvorm de 1012270 4 voorkeur, waarbij de frontplaten aan het voorste been beves-tigbaar zijn onder vrijlating van zich daartussen uitstrekkende verticale kanalen.

Het belang van een dergelijke uitvoeringsvorm kan 5 als volgt worden ingezien. Bouwvoorschriften vereisen, dat in de gemonteerde toestand van een dakgootelement het van het gebouw afgekeerde been een lagere hoogte bezit, zodat bij eventuele overstroming van het dakgootelement de afvoer van hemelwater over dit voorste been plaatsvindt. Door thans de 10 frontplaten onder vrijlating van verticale kanalen aan het voorste been te bevestigen, vindt dan de afvoer van hemelwater in het geval van een overstroming door deze verticale kanalen plaats, zonder dat dit tot een storend uiterlijk leidt. Onder handhaving van de geringere hoogte van het voor-15 ste been kan aan de frontplaten een grotere hoogte worden verschaft, zodat op betrouwbare wijze het gehele dakgootelement aan het zicht wordt onttrokken.

Op constructieve wijze kan de in het voorgaande genoemde uitvoeringsvorm van het dakgootsysteem worden gereali-20 seerd, indien het voorste been aan zijn buitenzijde is voorzien van op onderlinge afstanden geplaatste, zich verticaal uitstrekkende versterkingsribben. Deze versterkingsribben fungeren als aanslag en afstandsorganen voor de frontplaten. Na montage van de dakgootelementen kunnen de frontplaten dan 25 eenvoudig tegen deze versterkingsribben worden geduwd en op enigerlei geschikte wijze (bijvoorbeeld via snapverbindingen) met de dakgootelementen worden verbonden.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van het dak-30 gootsysteem volgens de uitvinding is weergegeven. Hierbij toont: - fig. 1 schematisch en in perspectivisch aanzicht een uitvoeringsvorm van het dakgootsysteem volgens de uitvinding met dakgootelement en frontplaat, en 35 - fig. 2, eveneens schematisch, een gedeeltelijk vooraanzicht overeenkomstig II in fig. 1.

Het in fig. 1 getoonde dakgootsysteem omvat een aantal dakgootelementen, waarvan er één door het verwijzingscij-fer 1 is aangeduid. Dit dakgootelement 1 bezit een in hoofd- 1012270 5 zaak U-vorraige dwarsdoorsnede met een achterste been 2 en een voorste been 3. Het achterste been 2 bezit een omgezet gedeelte 4, waarmee het dakgootelement 1 op niet nader getoonde wijze aan een dak kan worden bevestigd. De bodem van het dak-5 gootelement is aangeduid door het verwijzingscijfer 5.

Aan beide uiteinden bezit het dakgootelement eind-schotten 6 en 7.

Zoals met name blijkt aan het linker uiteinde van het dakgootelement 1, bezitten de eindschotten 6 en 7 een 10 binnenwaarts versprongen gedeelte 8 en (zie fig. 2) 9. Uitgaande van deze binnenwaarts versprongen gedeeltes 8 en 9 van de eindschotten strekken zich buisstompen 10 uit, waarop op conventionele wijze een koppelstuk 11 (in fig. 2 gestippeld weergegeven) kan worden gemonteerd (waarop bijvoorbeeld een 15 afvoerpijp voor hemelwater aansluitbaar is, niet getoond).

Door de gekozen vormgeving van het dakgootelement met eindschotten 6 en 7 die een versprongen gedeelte 8 respectievelijk 9 bezitten, is de buisstomp 10 verzonken ten opzichte van het eindschot 6 respectievelijk 7. In fig. 2 20 geldt zelfs, dat de buisstomp zo ver is verzonken, dat het buitenste uiteinde daarvan zich binnen de maximale lengte-afmeting van het betreffende dakgootelememt 1 bevindt.

Op het voorste been 3 van het dakgootelement bevinden zich versterkingsribben 12. Deze strekken zich onderling 25 op een afstand verticaal uit. Deze versterkingsribben 12 kunnen samenwerken met een gedeeltelijk weergegeven frontplaat 13 die aan het voorste been van het dakgootelement 1 kan worden bevestigd (bijvoorbeeld door niet nader getoonde snapver-bindingen). In de gemonteerde stand van de frontplaat 13 fun-30 geren de versterkingsribben 12 tevens als afstandhouders, zodat tussen de versterkingsribben 12 in door het voorste been 3 enerzijds en de frontplaat 13 anderzijds begrensde verticale kanalen worden gevormd, via welk overstromend hemelwater kan worden afgevoerd.

35 Het bovenste uiteinde 14 van de frontplaten 13 kan zich omhoog tot voorbij de bovenrand van het voorste been 3 uitstrekken.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het door de 1012270 6 conclusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd.

1012270

Claims (6)

7

1. Dakgootsysteem, omvattende een aantal geprefabriceerde dakgootelementen met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, welke dakgootelementen aan beide uiteinden zijn voorzien van een eindschot met een daarvan horizontaal uit-5 gaande buisstomp, en verder omvattende een koppelstuk dat monteerbaar is op de buisstomp en waarop een afvoerpijp voor hemelwater aansluitbaar kan zijn, met het kenmerk, dat de buisstomp ten minste gedeeltelijk verzonken is ten opzichte van het eindschot.

2. Dakgootsysteem volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de buisstomp zo ver is verzonken, dat het buitenste uiteinde daarvan zich binnen de maximale lengte-afmeting van het betreffende dakgootelement bevindt.

3. Dakgootsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de buisstomp uitgaat van een binnenwaarts versprongen gedeelte van het eindschot.

4. Dakgootsysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk dakgootelement een achterste, aan het dak te bevestigen been en een voorste been bezit, met het ken- 20 merk, dat het dakgootsysteem tevens is voorzien van aan het voorste been bevestigbare frontplaten.

5. Dakgootsysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de frontplaten aan het voorste been bevestigbaar zijn onder vrijlating van zich daartussen uitstrekkende ver- 25 ticale kanalen.

6. Dakgootsysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het voorste been aan zijn buitenzijde is voorzien van op onderlinge afstanden geplaatste, zich verticaal uitstrekkende versterkingsribben. T012270