Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL1011852C2 - Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig. - Google Patents

Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL1011852C2
NL1011852C2 NL1011852A NL1011852A NL1011852C2 NL 1011852 C2 NL1011852 C2 NL 1011852C2 NL 1011852 A NL1011852 A NL 1011852A NL 1011852 A NL1011852 A NL 1011852A NL 1011852 C2 NL1011852 C2 NL 1011852C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
port
actuator
reservoir
pump
Prior art date
Application number
NL1011852A
Other languages
English (en)
Inventor
Laurentius Andreas Ger Mentink
Original Assignee
Applied Power Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19769053&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1011852(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Applied Power Inc filed Critical Applied Power Inc
Priority to NL1011852A priority Critical patent/NL1011852C2/nl
Priority to DE50012586T priority patent/DE50012586D1/de
Priority to DE50003332T priority patent/DE50003332D1/de
Priority to AT00201362T priority patent/ATE247567T1/de
Priority to EP00201362A priority patent/EP1046533B1/de
Priority to EP03076423A priority patent/EP1342599B2/de
Priority to AT03076423T priority patent/ATE323002T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1011852C2 publication Critical patent/NL1011852C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/08Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of non-sliding type, i.e. movable or removable roofs or panels, e.g. let-down tops or roofs capable of being easily detached or of assuming a collapsed or inoperative position
    • B60J7/12Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of non-sliding type, i.e. movable or removable roofs or panels, e.g. let-down tops or roofs capable of being easily detached or of assuming a collapsed or inoperative position foldable; Tensioning mechanisms therefor, e.g. struts
    • B60J7/1226Soft tops for convertible vehicles
    • B60J7/1265Soft tops for convertible vehicles characterised by kinematic movements, e.g. using parallelogram linkages
    • B60J7/1269Soft tops for convertible vehicles characterised by kinematic movements, e.g. using parallelogram linkages with remote power control
    • B60J7/1273Soft tops for convertible vehicles characterised by kinematic movements, e.g. using parallelogram linkages with remote power control using hydraulic means
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B11/00Servomotor systems without provision for follow-up action; Circuits therefor
    • F15B11/16Servomotor systems without provision for follow-up action; Circuits therefor with two or more servomotors
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/30Directional control
    • F15B2211/305Directional control characterised by the type of valves
    • F15B2211/3052Shuttle valves
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/30Directional control
    • F15B2211/305Directional control characterised by the type of valves
    • F15B2211/3056Assemblies of multiple valves
    • F15B2211/30565Assemblies of multiple valves having multiple valves for a single output member, e.g. for creating higher valve function by use of multiple valves like two 2/2-valves replacing a 5/3-valve
    • F15B2211/3057Assemblies of multiple valves having multiple valves for a single output member, e.g. for creating higher valve function by use of multiple valves like two 2/2-valves replacing a 5/3-valve having two valves, one for each port of a double-acting output member
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/30Directional control
    • F15B2211/305Directional control characterised by the type of valves
    • F15B2211/3056Assemblies of multiple valves
    • F15B2211/30585Assemblies of multiple valves having a single valve for multiple output members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/30Directional control
    • F15B2211/315Directional control characterised by the connections of the valve or valves in the circuit
    • F15B2211/31523Directional control characterised by the connections of the valve or valves in the circuit being connected to a pressure source and an output member
    • F15B2211/31541Directional control characterised by the connections of the valve or valves in the circuit being connected to a pressure source and an output member having a single pressure source and multiple output members

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)
  • Arrangement Or Mounting Of Control Devices For Change-Speed Gearing (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Mechanical Control Devices (AREA)

Description

V
Korte aanduiding: Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.
In figuur 1 van de onderhavige aanvrage is een 5 voertuig getoond met een algemeen bekende uitvoering van een hydraulisch bedienbaar afdekkapsamenstel. In figuur 2 is in de vorm van een hydraulisch schema een algemeen bekende uitvoering van een hydraulische bedieningsinrichting getoond, die geschikt is om het afdekkapsamenstel te 10 bedienen.
Het nadeel van de in figuur 2 getoonde bedieningsinrichting is het grote aantal elektrisch bedienbare tweestanden kleppen, namelijk twee kleppen per aan te sturen actuatorpaar. Dergelijke kleppen zijn kostbare 15 onderdelen en daarom is het bekend te streven naar een reduktie van het aantal kleppen. Verder heeft het aantal kleppen invloed op de elektrische besturingsmiddelen voor de kleppen. Zo zijn ongewenst veel elektrische kabels naar de kleppen nodig.
20 Het is bij hydraulische bedieningsinrichtingen voor afdekkapsamenstellen bekend een "houd-funktie" te voorzien, dat wil zeggen de mogelijkheid te verschaffen de bewegingsafloop van het afdekkapsamenstel op elk willekeurig moment (tijdelijk) stop te zetten, waarbij dan de actuatoren 25 hydraulisch in hun stand worden gehouden doordat geen hydraulische vloeistof uit de actuatoren kan wegstromen.
Tevens is het algemeen bekend te voorzien in een "noodbedieningsfunktie", dat wil zeggen de mogelijkheid om bij een storing het afdekkapsamenstel met de hand te 30 bewegen, indien mogelijk zowel naar de geopende stand als naar de gesloten stand. Met name is de noodbedieningsfunktie relevant bij een elektrische storing, waardoor de elektrisch aangedreven pomp en/of elektrisch bediende kleppen niet meer werken.
10 1 18 5? - 2 -
De in figuur 2 getoonde hydraulische bedieningsinrichting verschaft zowel de genoemde "houdfunktie", namelijk als alle kleppen elektrisch bekrachtigd blijven, als de "noodbedieningsfunktie", 5 namelijk als alle kleppen niet langer bekrachtigd zijn, maar kent zoals gezegd het nadeel van een ongewenst groot aantal kostbare elektrisch bedienbare kleppen.
Om het aantal kleppen te reduceren is een bekende maatregel een of meer van de actuatoren "regeneratief" te 10 bedrijven, hetgeen ook als "differentiaal" bedrijven bekend staat. Bij het normaal bedrijven van een dubbelwerkende hydraulische actuator wordt de ene arbeidskamer verbonden met de perspoort van de pomp en de andere arbeidskamer met het reservoir. Bij het regeneratief bedrijven van een 15 dubbelwerkende hydraulische actuator worden in een verplaatsingsrichting van de zuigerstang beide arbeidskamers verbonden met de perspoort van de pomp. Op basis van het verschil in werkzaam oppervlak van de zuiger aan de zijde van de zuigerstang en de andere zijde van de zuiger, zal de 20 zuigerstang dan uitschuiven. In die situatie kan de zuigerstang ook uitgeschoven worden gehouden. Voor het weer inschuiven wordt de zuigerstangzijdige arbeidskamer verbonden met de perspoort en de andere arbeidskamer met het reservoir. Die oplossing maakt het mogelijk ten opzichte van 25 het schema van figuur 2 bij elke actuator een bedienbare tweestanden klep te besparen door de zuigerstangzijdige arbeidskamer rechtstreeks te verbinden met de perspoort van de pomp zonder tussenkomst van een bedienbare klep. Deze oplossing heeft echter wel tot gevolg dat de kracht die de 30 actuator kan leveren bij het uitschuiven van de zuigerstang geringer is dan bij de oplossing volgens figuur 2. Om deze reden is die oplossing met name geschikt voor die onderdelen van het afdekkapsamenstel die slechts een beperkte aandrijfkracht vereisen. In het bijzonder betreft dit de 35 eventuele hydraulisch bediende vergrendelingen, het deksel voor het afsluiten van een compartiment van het voertuig waarin de geopende afdekkap wordt opgenomen (bekend als 1011852 - 3 - tonneau-cover), en de achter- of stofspanbeugel van een uit een stof vervaardigde kap.
In figuur 3 is in de vorm van een hydraulisch schema een uitvoeringsvoorbeeld getoond van een hydraulische 5 bedieningsinrichting voor een afdeksamenstel van een voertuig, waarin de met een geringe kracht beweegbare onderdelen door regeneratief bedreven hydraulische actuatoren worden aangedreven. Belangrijk nadeel van deze oplossing is echter de nu noodzakelijke door de bestuurder 10 te activeren, in dit vorobeeld met de hand te bedienen, noodbedieningsklep. Deze noodbedieningsklep is hier nodig omdat uit de zuigerstangzijdige arbeidskamers van de stofspanbeugelactuator en van de dekselactuator bij het uitvallen van een elektrische bekrachtiging van de 15 elektrisch bedienbare tweestanden kleppen geen vloeistof kan wegstromen naar het reservoir. Met name is geen stroming mogelijk door de pomp van de perspoort naar de zuigpoort.
Het blijkt moeilijk of onmogelijk de met de hand te bedienen noodbedieningsklep op een makkelijk bereikbare plaats te 20 installeren in het voertuig. Om deze reden en omdat diverse voertuigfabrikanten niet willen dat in een storingsituatie de bestuurder een handeling moet uitvoeren om de noodbedieningsmogelijkheid te verschaffen, en al helemaal niet dat de bestuurder met de hand een klep moet bedienen, 25 is het bekend er naar te streven een dergelijke noodbedieningsklep overbodig te maken en de bedieningsinrichting zo uit te voeren dat de noodbedieningsmogelijkheid automatisch, dus zonder ingrijpen van de bestuurder, wordt verschaft.
30 Het is verder reeds bekend de noodbedieningsklep uit te voeren als een normaal geopende elektrisch bedienbare klep in een verbinding tussen de arbeidskamer(s) van de actuator(s) en het reservoir, die tijdens het bedrijven van het afdeksamenstel elektrisch wordt bekrachtigd en aldus 35 gesloten wordt. Een dergelijke klep is echter kostbaar en vereist een additionele elektronische aansturing.
De onderhavige uitvinding beoogt maatregelen voor te 1011852 - 4 - stellen, die het de vakman mogelijk maken een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig te ontwikkelen met een relatief gering aantal kostbare kleppen. Tevens beoogt de uitvinding de 5 mogelijkheid te verschaffen in combinatie met het geringe aantal kostbare kleppen de noodbedieningsfunktie op automatische wijze te realiseren. Verder wordt beoogd de houdfunktie op een aantrekkelijke wijze te integreren in de bedieningsinrichting.
10 De uitvinding verschaft hiertoe een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig volgens conclusie 1. De vakman kan bepalen gedurende welke tijdsperiode(n) van de bewegingsafloop van de hydraulische bedieningsinrichting het nodig is dat in de 15 met de OF-klep verbonden arbeidskamer van de eerste actuator een hydraulische druk heerst. Daarop kan worden vastgesteld met welke uitgangspoorten van de bedienbare tweestanden kleppen van de inrichting die arbeidskamer van de eerste actuator verbonden zou moeten zijn (via de OF-klep) om in de 20 beoogde tijdsperiode(n) de gewenste hydraulische druk in die arbeidskamer te verschaffen. Indien het nodig blijkt meer dan twee uitgangspoorten van verschillende bedienbare kleppen op die arbeidskamer aan te sluiten, bijvoorbeeld op drie bedienbare kleppen, is het binnen het kader van de 25 uitvinding denkbaar dat de OF-klep met de eerste ingangspoort daarvan is verbonden met de uitgangspoort van een bedienbare tweestanden klep en met de tweede ingangspoort is verbonden met de uitgangspoort van een volgende OF-klep, waarvan de ingangspoorten zijn verbonden 30 met weer andere bedienbare kleppen. De eerste actuator kan bij de maatregel volgens conclusie 1 naar inzicht van de vakman normaal of regeneratief worden bedreven.
Een voordeel van de maatregel volgens de uitvinding is dat een OF-klep als onbediende klep op technisch 35 eenvoudige wijze en daarom goedkoop kan worden gerealiseerd. Verder is geen aansturing nodig, waardoor de elektrische besturingsmiddelen eenvoudig kunnen zijn. Ook zijn OF- 1011852 - 5 - kleppen erg betrouwbaar.
Bij voorkeur is er in voorzien dat de toegepaste 0F-klep of OF-kleppen zodanig zijn uitgevoerd dat een vloeistofstroming van de uitgangspoort naar een of beide 5 ingangspoorten van de OF-klep mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld met de in figuur 4b getoonde uitvoering. Zoals bekend kan een OF-klep ook worden gerealiseerd met twee tegenover elkaar geplaatste terugslagkleppen, waarbij de uitgangspoort dan tussen beide terugslagkleppen aansluit.
10 Die laatstgenoemde uitvoering laat geen stroming van de uitgangspoort van de OF-klep naar een ingangspoort toe. Het voordeel van de maatregel volgens conclusie 2 is dat nu de mogelijkheid wordt verschaft dat via de OF-klep hydraulische vloeistof uit de eerste arbeidskamer van de eerste actuator 15 kan wegstromen.
Met voorkeur is er verder in voorzien, zoals omschreven in conclusie 3, dat de met de OF-klep verbonden bedienbare tweestanden kleppen in onbekrachtigde toestand de eerste stand innemen, bijvoorbeeld zijn voorzien van een 20 veerterugstelling naar de eerste stand. Door de combinatie van de maatregelen volgens conclusies 2 en 3 wordt een automatische noodbedieningsmogelijkheid van de eerste actuator verschaft, doordat bij uitval van de bekrachtiging van de bedienbare kleppen, via de OF-klep en die bedienbare 25 kleppen een verbinding van de eerste arbeidskamer van de eerste actuator met het reservoir wordt verschaft, zodat bij het met de hand verplaatsen van het daksamenstel via de OF-klep hydraulische vloeistof uit de eerste arbeidskamer kan wegstromen of juist kan worden aangezogen.
30 De onderhavige uitvinding verschaft verder volgens een tweede en een derde aspect daarvan bedieningsinrichtingen zoals omschreven in de onafhankelijke conclusies 15 en 16.
De uitvindingsgedachte en voordelige 35 uitvoeringsvormen van de hydraulische bedieningsinrichtingen volgens de uitvinding zijn beschreven in de conclusies en de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij 1011852 - 6 - toont: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een voertuig van het cabriolet type, waarbij de afdekkap gedeeltelijk geopend is en waarbij de hydraulische actuators van de 5 bedieningsinrichting schematisch zijn aangeduid, fig. 2 een hydraulisch schema van een algemeen bekende uitvoeringsvorm van een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel, fig. 3 een hydraulisch schema van een andere uitvoeringsvorm 10 van een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel, fig. 4a een hydraulisch schema van een voorkeursuitvoeringsvorm van een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel volgens de 15 uitvinding, fig. 4b een voorbeeld van een OF-klep, fig. 4c het hydraulisch schema van een variant van figuur 4a, fig. 5 een hydraulisch schema van een vereenvoudigde versie 20 van de uitvoeringsvorm van figuur 4, en fig. 6 een hydraulisch schema van een variant van figuur 5, fig. 7 een hydraulisch schema van een bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig volgens conclusie 15, 25 fig. 8a een gedeelte van het hydraulisch schema van een bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig volgens conclusie 16, en fig. 8b het hydraulisch symbool voor de door hydraulische stuurdruk te sluiten terugslagklep van fig. 8a.
30
Figuur 1 toont een voertuig 1 van het cabriolet-type met een carrosserie en passagiersgedeelte 2 daarin.
Het voertuig 1 heeft een afdekkapsamenstel, dat is 35 samengesteld uit een vouwbare afdekkap voor het overdekken van het passagiersgedeelte 2 en een hydraulische bedieningsinrichting voor het bewegen van de afdekkap tussen 1011852 - 7 - een gesloten stand, waarin de afdekkap het passagiersgedeelte 2 van het voertuig 1 overdekt, en een geopende stand, waarin het passagiersgedeelte 2 niet overdekt is.
5 Achter het passagiersgedeelte 2 heeft de carrosserie van het voertuig 1 een compartiment 3 voor het daarin opnemen van de afdekkap in de geopende stand en verder een omhoog en omlaag zwenkbaar deksel 4 voor het afsluiten van het compartiment 3.
10 De afdekkap heeft een vouwbare bekleding 5 en een samenvouwbaar framewerk voor de bekleding 5. Het framewerk omvat onder andere een hoofdbeugel 6, die door de bedieningsinrichting beweegbaar is tussen een omhooggezwenkte en omlaaggezwenkte stand, en een zwenkbare 15 achterbeugel 7 voor het bewegen van het achterste gedeelte van de bekleding 5 het vouwdak. De achterbeugel 7 is door de bedieningsinrichting beweegbaar tussen een omhooggezwenkte stand, waarin de achterbeugel 7 min of meer naast de omhooggezwenkte hoofdbeugel 6 ligt zoals is te zien in 20 figuur 1, en een omlaaggezwenkte stand.
Voor het vergrendelen van het deksel 4 in de het compartiment 3 afsluitende stand is bij 8 een mechanische dekselgrendel (niet weergegeven) voorzien.
Om de afdekkap in de gesloten stand te vergrendelen, 25 zijn aan de voorste rand van de afdekkap vouwdak twee grendels voorzien bij 9, die kunnen samenwerken met grendeluitsparingen 10 in balk 11 boven voorruit 12 van het voertuig 1.
De weergegeven afdekkap is van een bekend type 30 waarvan het aan de voorste rand van de afdekkap grenzende deel van het vouwdak om scharnierlijn 13 naar boven kan zwenken ten opzichte van het daarachter gelegen deel van de afdekkap. Deze zwenking van het voorste deel wordt bewerkstelligd door een mechanische koppeling tussen dat 35 voorste deel en het door de achterbeugel 7 bewogen achterste deel van de afdekkap.
De hydraulische bedieningsinrichting omvat meerdere 1011852 - 8 - hydraulische actuators, waaronder een paar hoofdbeugelactuators A voor het zwenken van de hoofdbeugel 6, een paar achterbeugelactuators B voor het zwenken van de achterbeugel 7 en een paar dekselactuators C voor het 5 bewegen van het deksel 4.
De hoofdbeugelactuators A, de achterbeugelactuators B, en de dekselactuators C zijn lineaire zuiger/cilinder-inrichtingen van het dubbelwerkende type met elk een eerste arbeidskamer en een tweede arbeidskamer, die door een zuiger 10 van de betreffende actuator van elkaar zijn gescheiden, respectievelijk aangeduid met al,a2, bl,b2, cl,c2. De actuators van elk paar zijn op bekende wijze parallel aangesloten, zodat voor de eenvoud in het vervolg van de beschrijving telkens slechts één actuator van elk paar is 15 aangeduid.
De hydraulische bedieningsinrichting omvat verder een reservoir 14 voor hydraulische vloeistof en een pomp 15.
In figuur 2 is een bekende hydraulische 20 bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig weergegeven met daarin de reeds in figuur 1 getoonde actuators, te weten een paar hoofdbeugelactuators A voor het zwenken van de hoofdbeugel 6, een paar achterbeugelactuators B voor het zwenken van de achterbeugel 25 7 en een paar dekselactuators C voor het bewegen van het deksel 4. De actuators van elk paar zijn op bekende wijze parallel aangesloten, zodat voor de eenvoud in figuur 2 en in het vervolg van de beschrijving telkens slechts één actuator van elk paar is aangeduid.
30 De hoofdbeugelactuators A, de achterbeugelactuators B, en de dekselactuators C zijn lineaire zuiger/cilinder-inrichtingen van het dubbelwerkende type met elk een eerste arbeidskamer en een tweede arbeidskamer, die door een zuiger van de betreffende actuator van elkaar zijn gescheiden, 35 respectievelijk aangeduid met al,a2, bl,b2, cl,c2.
De pomp 15 heeft een zuigpoort 17 en een perspoort 18 en heeft een enkele pomprichting, dat wil zeggen de pomp 1011852 - 9 - 15 kan alleen vloeistof verpompen van de zuigpoort 17 naar de perspoort 18. De zuigpoort 17 is verbonden met het reservoir 14. Verder is de pomp 15 van een zodanig uitvoering dat geen stroming door de pomp 15 van de 5 perspoort 18 naar de zuigpoort 14 en dus naar het reservoir 14 mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld een radiale plunjerpomp zijn. Bij voorkeur wordt de pomp 15 door een niet weergegeven elektromotor aangedreven.
De perspoort 18 van de pomp 15 sluit aan op een 10 gemeenschappelijke leiding 19, welke leiding 19 met elk van de actuators A,B en C is verbonden.
De actuator A heeft een bij de kamer al behorende aansluiting 20 en een bij de kamer a2 behorende aansluiting 21. De actuator B heeft een bij de kamer bl behorende 15 aansluiting 30 en een bij de kamer b2 behorende aansluiting 31.
In figuur 2 bevindt zich tussen elk van de aansluitingen van een actuator en de leiding 19 een leiding met daarin vanaf de aansluiting naar de leiding 19 een 20 bedienbare tweestanden klep, die in een eerste stand daarvan de arbeidskamer verbindt met het reservoir 14 en in een tweede stand daarvan met de leiding 19, en een in de richting van leiding 19 afsluitende terugslagklep. De klep is een elektromagnetisch bediende 3/2-kogelzittingklep met 25 veerterugstelling naar de eerste stand.
De werking van de in figuur 2 getoonde inrichting is algemeen bekend en deels reeds hiervoor toegelicht. Met name wordt opgemerkt dat de terugslagkleppen 23, 25, 33, 35, 43, 45 zijn voorzien om de actuatoren A,B,C in beide richtingen 30 van de zuigerstang daarvan hydraulisch te kunnen vasthouden indien de bewegingsafloop van het afdeksamenstel wordt onderbroken. In dat geval worden alle tweestanden kleppen bekrachtigd, terwijl de pomp 15 wordt uitgeschakeld. Indien bij een bepaalde actuator in een of beide richtingen van de 35 zuigerstang de houdfunktie niet nodig is, kan de bijbehorende terugslagklep vervallen.
101185? - 10 -
In figuur 3 zijn de met figuur 2 overeenkomende onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien en hun werking zal hierna niet verder worden toegelicht.
Belangrijke verschil met figuur 2 is dat de eerste 5 arbeidskamer bl van achterbeugelactuator B en de eerste arbeidskamer cl van de dekselactuator C rechtstreeks, via een vaste leiding zonder kleppen, zijn verbonden met de leiding 19 en dus met de perspoort 18 van de pomp 15. Hierdoor worden deze actuators B en C regeneratief bedreven. 10 Voor het uitschuiven van de zuigerstang van deze actuators B en C wordt de bijbehorende bedienbare klep 34, 44 bekrachtigd, zodat zowel de eerste als de tweede arbeidskamer bl,b2 en cl,c2 onder hydraulische druk komen. Door het verschil in werkzaam oppervlak aan beide zijden van 15 de zuiger van die actuators B en C zal de zuigerstang dan uitschuiven en als de bijbehorende klep bekrachtigd blijft met kracht uitgeschoven worden gehouden. Voor het inschuiven van de zuigerstang van de actuators B en C wordt de bijbehorende bedienbare klep in de eerste stand gebracht, 20 zodat de tweede arbeidskamer b2, c2 wordt verbonden met het reservoir 14, terwijl via de pomp 15 hydraulische vloeistof aan de eerste arbeidskamer bl, cl wordt toegevoerd.
In geval van een elektrische storing zijn alle bedienbare kleppen 22, 24, 34, 44 onbediend en kan via die 25 kleppen dus vloeistof naar het reservoir 14 stromen. De eerste arbeidskamers bl en cl staan echter direct in verbinding met de pomp 15 en uit die kamers bl en cl zou dus geen vloeistof kunnen wegstromen. Dit zou de mogelijkheden om het afdeksamenstel met de hand te bedienen, om de 30 afdekkap te openen danwel te sluiten, ernstig beperken. Om deze reden is voorzien in een met de hand bedienbare noodklep 47, die kan worden geopend om zo de leiding 19 en daarmee de arbeidskamers bl en cl te verbinden met het reservoir.
35
In figuur 4a is een uitvoeringsvoorbeeld van de hydraulische bedieningsinrichting volgens de uitvinding 101185? - 11 - getoond, waarbij met de figuren 2 en 3 overeenkomende onderdelen zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.
Bij de uitvoering van figuur 4a worden de actuatoren B en C niet regeneratief bedreven zoals in figuur 3 maar normaal.
5 De eerste arbeidskamers bl en cl van de actuators B
en C zijn niet langer rechtstreeks verbonden met de leiding 19 zoals in figuur 3 maar op de hierna te beschrijven wijze volgens de uitvinding.
De bedieningsinrichting omvat een OF-klep 50 met een 10 eerste ingangspoort 51 en een tweede ingangspoort 52 alsmede met een enkele uitgangspoort 53. De OF-klep 50 van een algemeen bekende uitvoeringsvorm, welke uitvoering onder de naam wisselklep of onder de engelse aanduiding shuttle valve bekend is. Figuur 4b toont een mogelijke uitvoering. Van 15 belang is hierbij niet zozeer het feit dat bij aanwezigheid van hydraulische druk bij een of beide ingangspoorten ook hydraulische druk bij de uitgangspoort aanwezig is, hetgeen de gewone funktie van een OF-klep is, maar met name dat de klep 50 het toelaat dat hydraulische vloeistof van de 20 uitgangspoort naar een of beide ingangspoorten kan stromen. Dit belang zal hierna verder worden toegelicht.
Een leiding 54 verbindt de poort 53 van de klep 50 met de eerste arbeidskamer bl van de actuator B en met de eerste arbeidskamer cl van de actuator C.
25 De ingangspoort 51 sluit aan op uitgangspoort 26 van de klep 22, terwijl de ingangspoort 52 aansluit op de uitgangspoort 27 van de klep 24.
De OF-klep 50 bewerkstelligt dat in de leiding 54 in feite altijd hydraulische druk heerst als de 30 hoofdbeugelactuator A wordt bediend of hydraulisch in een van zijn eindposities wordt gehouden. In dat geval zal namelijk een van de kleppen 22 of 24 bekrachtigd zijn en dus zal de klep 50 dan de uitgangspoort van die klep 22 of 24 verbinden met de leiding 54. Hierdoor kan de gebruikelijke 35 en algemeen bekende bewegingsafloop van het in figuur 1 getoonde afdekkapsamenstel worden gerealiseerd.
In vergelijk met figuur 3 is een belangrijk aspect 1011852 - 12 - dat er geen apart te bedienen noodbedieningsklep aanwezig is. De noodbedieningsfunktie is hier namelijk op automatische wijze gerealiseerd. Via de leiding 54 en de 0F-klep 50 - met de hierboven beschreven uitvoering - en van 5 daar via de klep 22 of klep 24 is namelijk altijd een verbinding tussen de eerste arbeidskamer bl en cl en het reservoir 14 gewaarborgd indien een elektrische storing optreedt en daardoor alle elektrische kleppen 22, 24, 34, 44 hun eerste stand innemen.
10 De oplossing volgens figuur 4a verschaft ook de gewenste houdfunktie, want indien de kleppen 22, 24 en 34, 44 elektrisch bekrachtigd worden, zijn alle arbeidskamers van de actuatoren A, B en C afgesloten van het reservoir 14.
De hoofdbeugelactuator A wordt normaal bedreven, dat 15 wil zeggen dat om de zuigerstang daarvan uit te schuiven de klep 24 wordt bekrachtigd en de klep 22 niet, zodat de eerste arbeidskamer al met het reservoir 14 verbonden is. Op deze wijze is de volledige hydraulische druk beschikbaar op het cirkeloppervlak van de zuiger van die actuator A en kan 20 die actuator A de voor het bewegen van de hoofbeugel benodigde grote kracht leveren.
Het is met het schema volgens figuur 4a niet mogelijk de actuatoren B en C regeneratief te bedrijven. Dit komt doordat bij het uitschuiven van de zuigerstang van die 25 actuatoren B,C hydraulische vloeistof zou moeten kunnen wegstromen uit de eerste arbeidskamer bl, cl daarvan. Om die actuatoren B,C regeneratief te bedrijven zou echter de eerste arbeidskamer bl. cl daarvan ook verbonden moeten zijn met de perspoort 18 van de pomp 15 via de OF-klep en een van 30 de kleppen 22, 24 of beide kleppen 22, 24 in bekrachtigde toestand. In die situatie verhinderen de terugslagekleppen 23, 25 of een van die terugslagkleppen 23, 25 het wegstromen van vloeistof uit de eerste arbeidskamer bl, cl en kan de zuigerstang van die actuator B,C dus niet regeneratief 35 uitschuiven.
Om een regeneratief bedrijf van de met de OF-klep verbonden actuator(s) mogelijk te maken, stelt de 1011852 - 13 - onderhavige uitvinding twee oplossingen voor, die respectievelijk aan de hand van figuur 4c en figuur 6 zullen worden toegelicht.
In figuur 4c is een variant getoond van het schema 5 van figuur 4a, welke variant het toelaat de actuatoren B en C regeneratief te bedrijven. In figuur 4c ontbreken de terugslagkleppen 23 en 25 uit figuur 4a. Hierdoor is het mogeliijk dat bij het regeneratief bedrijven van de actuatoren B,C hydraulische vloeistof uit de eerste 10 arbeidskamer bl,cl wegstroomt. Het weglaten van de terugslagkleppen 23, 25 bij het schema van figuur 4a heeft echter tot gevolg dat de houdfunktie van de actuatoren A,B,C grotendeels verloren gaat. Dit zou in sommige gevallen toelaatbaar kunnen zijn, bijvoorbeeld als er andere middelen 15 zijn om het houden te realiseren, zoals op de zuigerstang van de actuatoren werkende klemmiddelen. Met name voor de hoofdbeugelactuator A is in de praktijk een houdfunktie vaak zeer wenselijk.
De houdfunktie van de hoofdbeugelactuator A in 20 figuur 4c zou, in combinatie met regeneratief bedrijven van de actuatoren B,C, eventueel kunnen worden gerealiseerd door bij elk van de aansluitingen van de actuator A een terugslagklep aan te brengen, die zijn uitgevoerd als hydraulische te openen terugslagkleppen (pilot operated 25 check valves), waarbij de stuurleiding van de bij de ene aansluiting behorende terugslagklep aansluit op de leiding naar de andere aansluiting van de actuator. Deze oplossing om de houdfunktie te verschaffen is algemeen bekend.
Bij vele hydraulische bedieningsinrichtingen voor 30 beweegbare daksamenstellen van voertuigen zijn er nog meer hydraulisch bediende actuatoren, waarbij in het bijzonder actuatoren aanwezig zijn voor het bedienen van grendels. Bijvoorbeeld kan een actuator zijn voorzien die de voorrand van de afdekkap aan de stijl boven de voorruit van het 35 voertuig vergrendeld. Een dergelijke actuator behoeft vaak geen houdfunktie en indien de OF-klep dan met een bij die actuator behorende tweestanden klep wordt verbonden wordt 1011852 - 14 - het bovengenoemde regeneratief bedrijven met noodbediening ook mogelijk. De vakman zal instaat zijn om te bepalen of de specifieke situatie die oplossing mogelijk maakt.
5 Figuur 5 toont een vereenvoudigde versie van de uitvoering volgens figuur 4a, waarbij dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid. De werking van deze uitvoering kan worden begrepen aan de hand van de toelichting bij figuur 4a, waarbij het verschil is dat de 10 achterbeugelactuator B is weggelaten. Dit is bijvoorbeeld een mogelijke uitvoering bij afdekkapsamenstellen, waarbij de afdekkap geen apart beweegbaar achterste deel heeft of omdat de beweging van dat deel op andere wijze wordt gerealiseerd. Het zal duidelijk zijn dat hetzelfde schema 15 van toepassing is op een afdeksamenstel zonder deksel maar wel met een achterbeugel.
Opgemerkt wordt dat het voor de noodbedieningsmogelijkheid van een of meer van de actuatoren ook wenselijk danwel vereist is dat in de 20 noodbedieningstoestand uit het reservoir hydraulische vloeistof kan worden aangezogen om de arbeidskamer van de actuator waarvan het volume toeneemt bij de verplaatsing van de zuigerstang te kunnen vullen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1011852
Figuur 6 toont een variant van figuur 5, waarbij 2 dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers zijn 3 aangeduid. Verschil is met name dat in figuur 6 de actuator 4 C wel regeneratief kan worden bedreven, terwijl de 5 houdfunktie en de automatische noodbedieningsfunktie 6 volledig zijn gerealiseerd. Figuur 6 is er met name op 7 gericht om duidelijk te maken dat de OF-klep met een van 8 zijn ingangspoorten, hier poort 52, verbonden is met de 9 uitgangspoort van de bedienbare klep 44, die behoort bij de 10 regeneratief bedreven actuator C. Het zal duidelijk zijn dat 11 de andere ingangspoort van die klep 50 naar inzicht van de vakman met de uitgangspoort van een of meer van de uitgangspoorten van de verdere bedienbare tweestanden - 15 - kleppen kan worden verbonden, eventueel met gebruikmaking van een of meer volgende OF-kleppen. In figuur 6 is met streeplijnen een additionele OF-klep getoond, die met ingangspoort 51 van de OF-klep 50 is verbonden, welke 5 additionele OF-klep met de uitgangspoorten van de kleppen 22 en 24 is verbonden om gedurende de beoogde tijdsperiode hydraulische druk te kunnen verschaffen in de eerste arbeidskamer cl van de actuator C.
Door de verbinding van een ingangspoort van klep 50 10 met de tweede arbeidskamer c2 van de actuator C is het mogelijk dat vloeistof uit de eerste arbeidskamer cl naar de tweede arbeidskamer c2 stroomt bij het regeneratief uitschuiven van de zuigerstang.
15 Aan de hand van figuur 7 zal hierna een bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel volgens het tweede aspect van de uitvinding nader worden toegelicht.
Figuur 7 toont een mogelijkheid om de met de hand te bedienen noodklep 47 van het schema in figuur 3 te laten 20 vervallen en op automatische wijze de overschakeling naar de noodbediening mogelijk te maken. Hiertoe is in de leiding 19 van de perspoort 18 van de pomp 15 naar de actuators Α,Β en C een door stroming bediende klep 60 opgenomen. De klep 60 heeft een schuiflichaam 61 met een orifice daarin, welk 25 schuiflichaam 61 in een boring in het huis 63 verschuifbaar is. Op de boring sluit een uitlaat 63 aan naar het reservoir 14. Indien de pomp 15 in bedrijf is stroomt de vloeistof door het schuiflichaam 61 en door de stuwkracht wordt het schuiflichaam 61 tegen de kracht van een lichte 30 terugstelveer 64 in over de aansluiting 63 geschoven, zodat de verbinding naar het reservoir 14 is afgesloten. Indien de pomp 15 stilstaat, drukt de veer 64 het schuiflichaam 61 weer terug en komt de verbinding tussen de leiding 19 en het reservoir 19 automatisch totstand.
35
Aan de hand van figuren 8a en 8b zal hierna een bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel volgens het 1 n i 1 a τ ? - 16 - derde aspect van de uitvinding nader worden toegelicht.
De figuur 8a kan eenvoudig worden begrepen in samenhang met bijvoorbeeld figuur 7 of figuur 3 en voorziet net als in figuur 7 in een oplossing die op automatische 5 wijze een noodbedieningsmogelijkheid verschaft. In figuur 8a zijn wederom het reservoir 14 en de pomp 15 te herkennen alsmede de leiding 19 van de perspoort 18 van de pomp 15 naar een of meer actuatoren van de bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.
10 In figuur 8a is verder te herkennen dat in de leiding 19 een in de richting van de perspoort 18 sluitende terugslagklep 70 is opgenomen. Op de leiding 19 sluit verder aan de van de perspoort 18 afgekeerde zijde van de terugslagklep 70 een eerste aftakleiding 71 naar het 15 reservoir 14 aan, waarin een volgende terugslagklep 72 is opgenomen die sluit in de richting van het reservoir 14. Op de leiding 19 sluit verder aan de van de perspoort 18 afgekeerde zijde een tweede aftakleiding 73 naar het reservoir 14 aan, waarin een hydraulisch te sluiten 20 terugslagklep 74 is opgenomen. Die terugslagklep 74 heeft een zitting en een daarop passend kleplichaam, dat via een stuurdrukleiding 75 hydraulisch tegen de zitting kan worden gedrukt. Door een geschikte keuze van de oppervlakteverhouding tussen de doorlaat van de zitting en 25 het met stuurdrukbelaste stuurdrukoppervlak van de zuiger van de klep 74 kan worden bereikt dat de klep 74 gesloten is als de pomp 15 in werking is. Bij stopzetten van de pomp 15 valt de stuurdruk langzaam weg door lekkage via de pomp 15, zodat de klep 74 geleidelijk opent en de noodbediening 30 mogelijk is. De terugslagklep 70 verhindert dat de klep 74 bij noodbediening van de kap door de hydraulische druk in de leiding 19 wordt gesloten. Als bij de noodbediening een aanzuiging van hydraulische vloeistof uit het reservoir nodig is, kan dat geschieden via klep 72.
35 In figuur 8a is verder nog een orifice 76 te herkennen die eventueel kan worden voorzien om ervoor te zorgen dat de zuiger van de terugslagklep 74 een iets hogere 10 118 5 2 - 17 - druk krijgt dan de kogelzijde van die klep. Een voordeel van de oplossing van figuur 8a boven die van figuur 7 is dat de schuifklep 60 lekverlies met zich mee zal brengen hetgeen niet het geval zal zijn bij de oplossin met kogelzitkleppen 5 in figuur 8a.
1011852

Claims (18)

1. Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig met meerdere hydraulisch beweegbare onderdelen, waaronder een tussen een gesloten stand en een geopende stand beweegbare afdekkap, welke 5 bedieningsinrichting omvat: - een eerste actuator alsmede een of meer verdere hydraulische actuatoren, elk voor het bewegen van een onderdeel van het afdekkapsamenstel, - een pomp met een perspoort en een aanzuigpoort, 10. een reservoir voor hydraulische vloeistof, - waarbij de aanzuigpoort van de pomp is verbonden met het reservoir, - waarbij een eerste actuator een dubbelwerkende actuator is met een huis en een heen en weer verschuifbare zuigerstang, 15 welke eerste actuator een eerste arbeidskamer en een tweede arbeidskamer heeft met een bijbehorende eerste en tweede aansluiting voor het toe- en afvoeren van hydraulische vloeistof teneinde de zuigerstang te verschuiven, - waarbij een bij de eerste actuator behorende bedienbare 20 tweestanden klep is voorzien, die in een eerste stand de eerste aansluiting van de eerste actuator verbindt met het reservoir en in een tweede stand met de perspoort van de pomp, - waarbij verder een tweede en eventueel een of meer verdere 25 bedienbare tweestanden klep zijn voorzien, die behoort of behoren bij een of meer verdere actuatoren, welke tweede en eventuele verdere tweestanden kleppen elk een uitgangspoort hebben die is verbonden met een of meer van de verdere actuatoren en die in een eerste stand van de betreffende 30 klep is verbonden met het reservoir en in een tweede stand met de perspoort van de pomp, - en waarbij de bedieningsinrichting is voorzien van noodbedieningsmiddelen zodanig, dat een of meer van de actuatoren een verplaatsing met de hand van een of meer 35 onderdelen van het afdekkapsamenstel toelaten, met het 101185? - 19 - kenmerk, dat de noodbedieningsmiddelen een OF-klep omvatten met een eerste en een tweede ingangspoort alsmede een enkele uitgangspoort, welke OF-klep een van beide ingangspoorten kan verbinden met de uitgangspoort, waarbij de uitgangspoort 5 van de OF-klep is verbonden met de tweede aansluiting van de eerste actuator, en waarbij de eerste ingangspoort en de tweede ingangspoort van de OF-klep elk zijn verbonden met de uitgangspoort van verschillende bedienbare tweestanden kleppen. 10
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de OF-klep zodanig is uitgevoerd dat vloeistofstroming van de uitgangspoort naar een of beide ingangspoorten van de OF-klep mogelijk is. 15
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de met de OF-klep verbonden bedienbare tweestanden kleppen in onbediende toestand hun eerste stand innemen.
4. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste ingangspoort van de OF-klep is verbonden met de uitgangspoort van de eerste bedienbare klep en de tweede ingangspoort van de OF-klep is verbonden met de uitgangspoort van de tweede bedienbare klep. 25
5. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 1- 4. waarbij de verdere tweestanden kleppen een derde bedienbare tweestanden klep omvatten en waarbij de eerste ingangspoort van de OF-klep is verbonden met de 30 uitgangspoort van de tweede bedienbare klep en de tweede ingangspoort van de OF-klep is verbonden met de uitgangspoort van de derde bedienbare klep.
6. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande 35 conclusies, waarbij een of meer van de bedienbare tweestanden kleppen in onbediende toestand de eerste stand innemen. 1011852 - 20 -
7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de bedienbare tweestanden kleppen elektromagnetisch bediende 3/2-kogelzitkleppen zijn met veerterugstelling. 5
8. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij tussen een of meer van de bedienbare tweestanden kleppen en de perspoort van de pomp een in de richting van de pomp sluitende terugslagklep is voorzien. 10
9. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de pomp van het type is dat geen vloeistof van de perspoort naar de zuigpoort kan stromen.
10. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste actuator een aan een zijde uitstekende zuigerstang heeft, waarbij bij toevoer van vloeistof aan de eerste arbeidskamer de zuigerstang uitschuift en bij toevoer van vloeistof aan de tweede 20 arbeidskamer de zuigerstang inschuift.
11. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij een tweede dubbelwerkende actuator is voorzien met een eerste arbeidskamer en een tweede arbeidskamer alsmede bijbehorende 25 aansluitingen, waarbij de uitgangspoort van de tweede bedienbare tweestanden klep aansluit op de eerste arbeidskamer van de tweede actuator en de uitgangspoort van de derde bedienbare tweestanden klep aansluit op de tweede arbeidskamer van de tweede actuator. 30
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het afdeksamenstel een ten opzichte van de voertuigcarrosserie omhoog en omlaag zwenkbare hoofdbeugel omvat, die de afdekkap draagt, waarbij de tweede actuator de hoofdbeugel 35 aandrijft.
13. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande 10 1 1 85 2 - 21 - conclusies, waarbij het afdeksamenstel verder een deksel omvat voor het afdekken van een compartiment van het voertuig waarin de afdekkap in geopende toestand in is opgenomen. 5
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij het afdeksamenstel verder een achter- of stofspanbeugel omvat, die omhoog en omlaag zwenkbaar is voor het bewegen van een achter de hoofbeugel gelegen deel van de afdekkap. 10
15. Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig met een of meer hydraulisch beweegbare onderdelen, waaronder een tussen een gesloten stand en een geopende stand beweegbare afdekkap, 15 welke bedieningsinrichting omvat: - een of meer hydraulische actuatoren, elk voor het bewegen van een onderdeel van het afdekkapsamenstel, - een pomp met een perspoort en een aanzuigpoort, - een reservoir voor hydraulische vloeistof, 20. waarbij de aanzuigpoort van de pomp is verbonden met het reservoir, en waarbij op de perspoort een kanaal aansluit, dat is verbonden met de actuatoren, met het kenmerk, dat in het op de perspoort aansluitende kanaal een door stroming bedienbare klep is opgenomen, welke 25 klep een uitlaatpoort heeft, die verbonden is met het reservoir, waarbij de klep zodanig is uitgevoerd dat bij aanwezigheid van een vloeistofstroom van de perspoort naar een of meer van de actuatoren de uitgangspoort is afgesloten en bij afwezigheid van die stroming is geopend. 30
16. Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig met een of meer hydraulisch beweegbare onderdelen, waaronder een tussen een gesloten stand en een geopende stand beweegbare afdekkap, 35 welke bedieningsinrichting omvat: - een of meer hydraulische actuatoren, elk voor het bewegen van een onderdeel van het afdekkapsamenstel, 1011852 - 22 - - een pomp met een perspoort en een aanzuigpoort, - een reservoir voor hydraulische vloeistof, - waarbij de aanzuigpoort van de pomp is verbonden met het reservoir, en waarbij op de perspoort een kanaal aansluit, 5 dat is verbonden met de actuatoren, met het kenmerk, dat in het op de perspoort aansluitende kanaal een in de richting van de perspoort sluitende eerste terugslagklep is opgenomen, en dat aan de van de perspoort afgekeerde zijde van die eerste terugslagklep het kanaal via 10 een eerste aftakleiding is verbonden met het reservoir, waarin een tweede terugslagklep is opgenomen die sluit in de richting van het reservoir, en dat aan de van de perspoort afgekeerde zijde van de eerste terugslagklep het kanaal via een tweede aftakleiding is verbonden met het reservoir, 15 waarin een hydraulisch sluitende terugslagklep is opgenomen, die sluit in de van het reservoir afgekeerde richting indien de pomp in bedrijf is.
17. Afdeksamenstel voor een voertuig omvattende een 20 hydraulische bedieningsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies.
18. Voertuig voorzien van een afdekkapsamenstel en een hydraulische bedieningsinrichting voor het afdekkapsamenstel 25 volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 1011852
NL1011852A 1999-04-21 1999-04-21 Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig. NL1011852C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011852A NL1011852C2 (nl) 1999-04-21 1999-04-21 Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.
DE50012586T DE50012586D1 (de) 1999-04-21 2000-04-14 Hydraulische Bedienungseinrichtung für eine Verdeckeinheit eines Fahrzeugs
DE50003332T DE50003332D1 (de) 1999-04-21 2000-04-14 Hydraulische Bedienungseinrichtung für eine Verdeckeinheit eines Fahrzeugs
AT00201362T ATE247567T1 (de) 1999-04-21 2000-04-14 Hydraulische bedienungseinrichtung für eine verdeckeinheit eines fahrzeugs
EP00201362A EP1046533B1 (de) 1999-04-21 2000-04-14 Hydraulische Bedienungseinrichtung für eine Verdeckeinheit eines Fahrzeugs
EP03076423A EP1342599B2 (de) 1999-04-21 2000-04-14 Hydraulische Bedienungseinrichtung für eine Verdeckeinheit eines Fahrzeugs
AT03076423T ATE323002T1 (de) 1999-04-21 2000-04-14 Hydraulische bedienungseinrichtung für eine verdeckeinheit eines fahrzeugs

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011852A NL1011852C2 (nl) 1999-04-21 1999-04-21 Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.
NL1011852 1999-04-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011852C2 true NL1011852C2 (nl) 2000-10-24

Family

ID=19769053

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011852A NL1011852C2 (nl) 1999-04-21 1999-04-21 Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.

Country Status (4)

Country Link
EP (2) EP1046533B1 (nl)
AT (2) ATE247567T1 (nl)
DE (2) DE50012586D1 (nl)
NL (1) NL1011852C2 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT408208B (de) * 2000-02-22 2001-09-25 Hoerbiger Hydraulik Anordnung zur hydraulischen betätigung eines bewegten teils an fahrzeugen, insbesondere eines verdecks, eines heckdeckels, einer abdeckklappe oder dgl.
DE102006037206B3 (de) * 2006-08-09 2008-01-03 Gisela Weber Hydrauliksystem zum Verstellen eines Fahrzeug-Faltdachs, Fahrzeug-Faltdach mit einem derartigen Hydrauliksystem und Verfahren zum Verstellen des Fahrzeug-Faltdachs
DE102007013015B4 (de) 2007-03-19 2014-09-04 Rausch & Pausch Gmbh Hydraulikanlage zum Öffnen und Schließen eines Cabrioverdecks
DE102008048092A1 (de) 2008-09-19 2010-03-25 Wilhelm Karmann Gmbh Hydraulische Betätigungsvorrichtung für eine Verdeckeinheit eines Fahrzeugs
DE102008063423A1 (de) 2008-12-31 2010-07-01 Wilhelm Karmann Gmbh Hydraulische Betätigungsvorrichtung für eine Verdeckeinheit eines Fahrzeugs
DE102010038315B4 (de) 2010-07-23 2015-09-24 Rausch & Pausch Gmbh Hydraulikanlage zum Bewegen eines Verdeckteils eines Cabrioverdecks

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0693390A1 (en) * 1994-07-20 1996-01-24 Applied Power Inc. Hydraulic circuit
DE19730685A1 (de) * 1996-07-31 1998-02-05 Applied Power Inc Klappverdeckeinheit für ein Fahrzeug
EP0842803A1 (en) * 1996-11-14 1998-05-20 Applied Power Inc. Hydraulic actuating device for a cover of a vehicle

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4037824A1 (de) 1990-01-16 1991-07-18 Bosch Gmbh Robert Hydraulische stelleinrichtung
US5188015A (en) 1991-12-26 1993-02-23 Kelley Company, Inc. Automatically sequenced hydraulic cylinder mechanism
EP0893605B1 (de) 1997-07-23 2002-10-09 Hoerbiger Hydraulik GmbH Hydraulische Betätigungsanordnung
AT405750B (de) 1998-05-22 1999-11-25 Hoerbiger Gmbh Anordnung zur hydraulischen betätigung eines heckdeckels

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0693390A1 (en) * 1994-07-20 1996-01-24 Applied Power Inc. Hydraulic circuit
DE19730685A1 (de) * 1996-07-31 1998-02-05 Applied Power Inc Klappverdeckeinheit für ein Fahrzeug
EP0842803A1 (en) * 1996-11-14 1998-05-20 Applied Power Inc. Hydraulic actuating device for a cover of a vehicle

Also Published As

Publication number Publication date
EP1342599B1 (de) 2006-04-12
EP1342599B2 (de) 2010-02-24
EP1046533B1 (de) 2003-08-20
DE50012586D1 (de) 2006-05-24
EP1046533A1 (de) 2000-10-25
EP1342599A1 (de) 2003-09-10
ATE247567T1 (de) 2003-09-15
DE50003332D1 (de) 2003-09-25
ATE323002T1 (de) 2006-04-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6715403B2 (en) Independent and regenerative mode fluid control system
CN109779987B (zh) 扫路车及其液压驱动系统
US5279119A (en) Hydraulic lock and bypass for vehicle hydraulic system
NL1011852C2 (nl) Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.
EP0565190B1 (en) Hydraulic circuit comprising at least two double acting hydraulic piston-cylinder devices
US2737254A (en) Power operated hood mechanism
US6422127B1 (en) Hydraulic actuation arrangement
NL1013743C2 (nl) Aandrijfsamenstel voor een beweegbaar voertuigonderdeel.
NL9401191A (nl) Hydraulische schakeling.
US6217105B1 (en) Arrangement for hydraulically operating a rear cover
US6149221A (en) Hydraulic control unit, in particular for operating a folding roof of a vehicle
NL1017987C2 (nl) Hydraulische bedieningsinrichting, in het bijzonder voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.
CN115605693A (zh) 液压驻车锁致动模块
NL1003715C2 (nl) Vouwdaksamenstel voor een voertuig.
US6446538B2 (en) Arrangement for hydraulic actuation of a movable component on vehicles
JPH0717154B2 (ja) 覆い用の駆動装置
US6764126B2 (en) Hydraulic actuating device for a cover with associated lock
JPH05330344A (ja) 車両カノピー用の油圧式作動装置
US6418715B1 (en) Hydraulic actuating arrangement
JPH07276996A (ja) カブリオレの折り畳み式屋根の切換手段を介して制御できる液圧作動要素に対する操作装置
JPH0930267A (ja) 液体回路
US2704226A (en) Motor car body with collapsible hood
US7194947B2 (en) Hydraulic actuating device
NL1016373C2 (nl) Hydraulische bedieningsinrichting voor een vouwdak van een voertuig.
WO1995011139A1 (en) Controlled convertible top hydraulic lock

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051101