Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL1011271C2 - Verwarmingsinrichting met gegoten, geïntegreerde warmtewisselaar. - Google Patents

Verwarmingsinrichting met gegoten, geïntegreerde warmtewisselaar. Download PDF

Info

Publication number
NL1011271C2
NL1011271C2 NL1011271A NL1011271A NL1011271C2 NL 1011271 C2 NL1011271 C2 NL 1011271C2 NL 1011271 A NL1011271 A NL 1011271A NL 1011271 A NL1011271 A NL 1011271A NL 1011271 C2 NL1011271 C2 NL 1011271C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heat exchanger
heating device
way valve
cast
water channel
Prior art date
Application number
NL1011271A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Hubertus Deckers
Original Assignee
Holding J H Deckers N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Holding J H Deckers N V filed Critical Holding J H Deckers N V
Priority to NL1011271A priority Critical patent/NL1011271C2/nl
Priority to EP00200459A priority patent/EP1028298B1/en
Priority to AT00200459T priority patent/ATE285552T1/de
Priority to DE60016819T priority patent/DE60016819T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1011271C2 publication Critical patent/NL1011271C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H1/00Water heaters, e.g. boilers, continuous-flow heaters or water-storage heaters
    • F24H1/22Water heaters other than continuous-flow or water-storage heaters, e.g. water heaters for central heating
    • F24H1/34Water heaters other than continuous-flow or water-storage heaters, e.g. water heaters for central heating with water chamber arranged adjacent to the combustion chamber or chambers, e.g. above or at side
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H1/00Water heaters, e.g. boilers, continuous-flow heaters or water-storage heaters
    • F24H1/48Water heaters for central heating incorporating heaters for domestic water
    • F24H1/52Water heaters for central heating incorporating heaters for domestic water incorporating heat exchangers for domestic water
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H9/00Details
    • F24H9/14Arrangements for connecting different sections, e.g. in water heaters 
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H9/00Details
    • F24H9/14Arrangements for connecting different sections, e.g. in water heaters 
    • F24H9/142Connecting hydraulic components
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H9/00Details
    • F24H9/14Arrangements for connecting different sections, e.g. in water heaters 
    • F24H9/148Arrangements of boiler components on a frame or within a casing to build the fluid heater, e.g. boiler

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Steam Or Hot-Water Central Heating Systems (AREA)
  • Resistance Heating (AREA)
  • Details Of Fluid Heaters (AREA)
  • Instantaneous Water Boilers, Portable Hot-Water Supply Apparatuses, And Control Of Portable Hot-Water Supply Apparatuses (AREA)

Description

Titel: Verwarmingsinrichting met gegoten, geïntegreerde warmtewisselaar.
De uitvinding heeft betrekking op een verwarmingsinrichting. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een verwarmingsinrichting geschikt voor gebruik als gecombineerde verwarmingsketel voor een 5 ruimteverwarmingscircuit en een tapwaterverwarmingscircuit. Een dergelijke verwarmingsinrichting is bijvoorbeeld bekend uit NL 9402157.
Deze bekende verwarmingsinrichting, schematisch weergegeven in fig. 1, omvat een verwarmingsketel, voorzien 10 van een eerste warmtewisselaar en daarmee verbonden brandermiddelen. Door.de eerste warmtewisselaar strekt zich een waterkanaal uit tussen aansluitmiddelen voor een inlaat en een uitlaat van een ruimteverwarmingscircuit. Bovendien is deze eerste warmtewisselaar voorzien van een rookgas-15 kanaal voor uitwisseling van warmte tussen rookgassen afkomstig van de brandermiddelen en water dat tijdens gebruik door het waterkanaal stroomt. Vanaf de aansluitmiddelen voor de inlaat van een ruimteverwarmingscircuit strekt zich een eerste leidingdeel uit, dat aan een van de 20 ketel afgekeerde zijde is verbonden met een eerste aansluitstomp van een driewegklep. Op een tweede aansluitstomp van deze driewegklep sluit een tweede leiding aan welke naar het ruimteverwarmingscircuit leidt, terwijl op de derde stomp van de driewegklep een derde leiding 25 aansluit welke is verbonden met tapwaterverwarmings- middelen, bijvoorbeeld een tweede warmtewisselaar, een voorraadboiler of een._tapboiler. Vanaf de aansluitmiddelen voor de uitlaat van het ruimteverwarmingscircuit strekt zich een vierde leiding uit, welke aan de van de ketel af 30 gekeerde zijde is verbonden met een eerst aansluitstomp van pompmiddelen, welke met de tweede aansluitstomp zijn verbonden met een eerste aansluitstomp van een T-stuk, dat met een tweede aansluitstomp aansluit op de tapwaterverwar-mingsinrichting en met de derde aansluitstomp is verbonden 1011271' 2 met een vijfde leiding voor retour van water uit het ruimteverwarmingscircuit.
Deze bekende verwarmingsinrichting heeft als voordeel dat hiermee op eenvoudige en economische wijze 5 zowel in een warmtebehoefte in een ruimteverwarmingscircuit als aan de warmtebehoefte in een tapwaterverwarmingscircuit kan worden voldaan. Een nadeel van deze bekende verwarmingsinrichting is echter nog dat aansluitleidingen en koppelingen noodzakelijk zijn voor de verschillende 10 leidingen, de pompmiddelen, de driewegklep en de tapwaterverwarmingsmiddelen, alsmede voor de brander-middelen. Hierdoor wordt fabricage en samenstelling van deze bekende verwarmingsinrichting ingewikkeld, waardoor dit veel tijd vergt en bovendien gemakkelijk tot fouten 15 leidt. Daarenboven is gebruik van dergelijke leidingen en koppelingen relatief kostbaar, evenals de voor de samenstelling benodigde tijd. Voorts nemen de pompmiddelen, de driewegklep en de tapwaterverwarmingsmiddelen relatief veel ruimte in en zijn bovendien relatief kwetsbaar buiten 20 de verwarmingsketel.
De uitvinding beoogt een verwarmingsinrichting van de genoemde soort, waarbij de genoemde nadelen van de bekende verwarmingsinrichting zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een 25 verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Gebruik van een eerste warmtewisselaar, gegoten uit metaal, waarbij ten minste de aansluitmiddelen voor de driewegklep of de pompmiddelen zijn meegegoten, biedt het 30 voordeel dat ten minste de driewegklep respectievelijk de pompmiddelen direct met de eerste warmtewisselaar, althans de respectieve aansluitmiddelen daarvoor kunnen worden gekoppeld, zonder tussenkomst van verdere leidingen of koppelingen. Hierdoor worden de kosten en tijd gemoeid met 35 de vervaardiging beperkt en bovendien de kans op fouten in bijvoorbeeld montage aanmerkelijk verminderd. Bovendien 1011271 3 wordt een nog compactere verwarmingsinrichting verkregen. Het verdient daarbij de voorkeur dat zowel de aansluit-middelen voor de driewegklep als voor de pompmiddelen in de eerste warmtewisselaar zijn meegegoten.
5 Het zal duidelijk zijn een verwarmingsinrichting volgens de uitvinding ook toepasbaar is in een enkelvoudig verwarmingscircuit, bijvoorbeeld alleen voor ruimteverwarming of voor gebruik bij meervoudige verwarmingscircuits, bijvoorbeeld een centrale verwarmings-10 circuit en een vloerverwarmingscircuit. Meerwegklep dient in deze begrepen te worden als ten minste omvattende kleppen voor schakeling tussen ten minste drie leidingen of dergelijke.
In een eerste voordelige uitvoeringsvorm wordt een 15 verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
Door tevens bevestigingsmiddelen en aansluitmiddelen voor een tweede warmtewisselaar mee te gieten in de eerste warmtewisselaar wordt het voordeel bereikt dat ook de 20 tweede warmtewisselaar direct met de eerste warmtewisselaar, althans met de verschillende verbindings-leidingen kan worden gekoppeld, zonder tussenkomst van verdere externe leidingen of koppelingen.
Bij voorkeur worden bij een verwarmingsinrichting 25 volgens onderhavige uitvinding benodigde bevestigingspunten en bevestigingsvlakken, alsmede middelen voor de voor de bevestiging en/of afdichting benodigde pakkingen, zoals pakkingkamers meegegoten miet de eerste warmtewisselaar, zodat na bewerking van het gietstuk niet of slechts in zeer 30 beperkte mate noodzakelijk is, terwijl montage eenduidig mogelijk is en de kans op montagefouten nog verder wordt verkleind.
Op vergelijkbare wijze kunnen middelen zijn meegegoten voor positionering en afdichting van de brander-35 middelen ten opzichte van de eerste warmtewisselaar.
1011271 4
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 7.
Positionering van de pompmiddelen, de meerwegklep, 5 de brandermiddelen en de tweede warmtewisselaar in of tegen de eerste warmtewisselaar biedt het voordeel dat een nog compactere bouwwijze wordt verkregen waarbij bovendien de gemonteerde delen beter worden beschermd.
In nadere uitwerking wordt een verwarmingsinrichting 10 volgens onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 8.
Door de verbindingsleidingen tussen de verschillende montagedelen door gieten in de eerste warmtewisselaar te voorzien, wordt een nog eenvoudigere verwarmingsinrichting 15 verkregen, in het bijzonder een eerste warmtewisselaar waarbij direct op het gietstuk de verschillende montagedelen kunnen worden aangebracht.
Bij voorkeur wordt voor de montage van de verschillende montagedelen gebruik gemaakt van O-ring 20 afdichtingen waarmee op bijzonder eenvoudige wijze ten minste vloeistofafdichtingen kunnen worden verkregen welke voldoende flexibel zijn om eventuele verschillen in uitzettingscoëfficiënten te kunnen opvangen en voldoende duurzaam zijn, terwijl dergelijke afdichtingen relatief 25 goedkoop zijn en bijzonder eenvoudig in gebruik.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een warmtewisselaar voor gebruik in een verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van een 30 verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding zijn gegeven in de verdere conclusies.
Ter verduidelijking zal een uitvoeringsvoorbeeld van een verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin 35 toont: 1011271 5 fig. 1 een verwarmingsinrichting volgens de stand van de techniek, schematisch in vooraanzicht; fig. 2 een gegoten warmtewisselaar voor gebruik in een verwarmingsinrichting volgens de uitvinding, in 5 vooraanzicht; fig. 3 een warmtewisselaar in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn III-III in fig. 2; fig. 4 een warmtewisselaar volgens fig. 2 in achteraanzicht; 10 fig. 5 een warmtewisselaar in doorgesneden aanzicht volgens de lijn V-V in fig. 3; fig. 6 een warmtewisselaar in doorgesneden aanzicht volgens de lijn VI-VI in fig. 3; en fig. 7 schematisch een verbinding van een pomp met 15 de eerste warmtewisselaar in een verwarmingsinrichting volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont schematisch in vooraanzicht een verwarmingsinrichting volgens de stand van de techniek, voorzien van een ketel 1 met daarin een niet weergegeven 20 warmtewisselaar, welke een waterkanaal en een rookgaskanaal omvat, alsmede brandermiddelen om verhitte rookgassen via het rookgaskanaal door de ketel te dwingen. Het waterkanaal sluit met een eerste leiding 2 aan op een eerste aansluitstomp 4' van een driewegklep 4. Een tweede 25 aansluitstomp 4'' van de driewegklep 4 is verbonden met een tweede leiding 6 welke naar een ruimteverwarmingscircuit leidt. Een derde aansluitstomp 4''' van de driewegklep 4 is aangesloten op een derde leiding 8, welke aan een eerste zijde aansluit op een eerste zijde 10' van een 30 warmtewisselaar 10. Op de tegenovergelegen zijde 10'' van het waterkanaal van de ketel 1 sluit een vierde leiding 12 aan, welke is verbonden met een eerste aansluitstomp 14' van een pomp 14. Een T-vormig koppelstuk 16 is met een eerste aansluitstomp 16' verbonden met een tweede 35 aansluitstomp 16'' van de pomp 14, met een tweede aansluitstomp 16'' aan de tweede zijde 10'' van de tweede 1011271 e warmtewisselaar 10 en met een derde aansluitstomp 16'1' op een vijfde leiding 18 voor terugvoer van water uit het ruimteverwarmingscircuit.
Bij deze verwarmingsinrichting zijn vijf leidingen 5 2, 6, 8, 12, 18, één T-vormig koppelstuk 16 en acht koppelingen 2a, 6a, 8a, 8b, 12a, 16a, 16b, 16c noodzakelijk voor koppeling van de driewegklep 4, de tweede warmtewisselaar 10 en de pomp 14. Elke koppeling bestaat daarbij uit ten minste drie delen, is relatief kostbaar, 10 storingsgevoelig en vergt relatief veel tijd voor montage, terwijl de kans op montagefouten relatief groot is. Bovendien is de hoogte H van een dergelijke bekende verwarmingsinrichting relatief groot.
In fig. 2-6 is in een aantal aanzichten een eerste 15 warmtewisselaar 20 getoond voor gebruik in een verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding, voorzien van een branderruimte 22 en een rookgasdoorgang 24, welke via een rookgasdoorlaat 26 met de branderkamer 22 in verbinding staat. De rookgasdoorgang 24 sluit aan de van 20 de rookgasdoorlaat 26 afgekeerde zijde aan op schoorsteen-aansluitmiddelen 28. Bovendien zijn in de eerste warmtewisselaar 20 een eerste waterkanaal 30 en een tussen-waterkanaal 32 meegegoten, alsmede een verbindingswater-kanaal 34. Het eerste waterkanaal 30 strekt zich vanaf 25 nabij de onderzijde 36 van de eerste warmtewisselaar 20 meanderend uit nabij de voorzijde 38, tot nabij de branderruimte, passeert vervolgens de rookgasdoorlaat 26 om zich, zoals getoond in fig. 6, meanderend langs de achterzijde 40 via de branderruimte 22 uit te strekken en 30 vervolgens terug in de richting van de onderzijde 36. Nabij de onderzijde 36 is het eerste waterkanaal 30 voorzien van eerste aansluitmiddelen 42 voor aansluiting van bijvoorbeeld een ruimteverwarmingscircuit, voorzien van radiatoren. Bovendien zijn nabij het ondereinde van de 35 eerste warmtewisselaar 20 tweede aansluitmiddelen 44 voorzien voor aansluiting van een retourleiding van genoemd 1011271 7 ruimteverwarmingscircuit. De aansluitmiddelen 44 voor de retourleiding monden uit in een klepholte 46, nabij een eerste einde 48 van het verbindingswaterkanaal 34. Het tussenwaterkanaal 32 ligt aan de tegenover de klepholte 46 5 gelegen zijde van genoemd eerste einde 48. Het verbindingswaterkanaal 34 strekt zich ongeveer evenwijdig aan de onderzijde van de eerste warmtewisselaar 20 uit, langs het onderste deel van het eerste waterkanaal 30, daarvan gescheiden door een relatief smal wanddeel 50. Dit wanddeel 10 50 strekt zich voorts uit rond het eerste einde 48 van het verbindingswaterkanaal. 34, ter afscheiding daarvan van het tussenwaterkanaal 32 en de klepholte 46. Hierop wordt nog teruggekomen.
Zoals getoond in fig. 2 is nabij het ondereinde van 15 de eerste warmtewisselaar 20 een eerste positioneervlak 52 voorzien voor positionering van pompmiddelen (niet getoond), welke van een conventioneel type kunnen zijn. Centraal in het eerste positioneervlak 52 is een pompinlaatopening 54 voor de zuigzijde van de pompmiddelen 20 voorzien, met daar boven een pompuitlaatopening 56 voor de perszijde van de pompmiddelen. De pompinlaatopening 54 en pompuitlaatopening 56 zijn in fig. 5 gestippeld weergegeven, waarbij blijkt dat de pompinlaatopening 54 uitmondt in het tweede einde 56 van het verbindingswater-25 kanaal 34, aan een eerste zijde van het wanddeel 50 terwijl de pompuitlaatopening 56 uitmondt in het eerste waterkanaal 30 aan de tegenovergelegen zijde van het betreffende wanddeel 50. Met behulp van op het eerste positioneervlak 52 geplaatste pompmiddelen kan derhalve water vanuit het 30 verbindingswaterkanaal 34 in het eerste waterkanaal 30 worden gepompt. De pompmiddelen kunnen, onder tussenkomst van een geschikte pakking, tegen het eerste positioneervlak 52 worden bevestigd met in de blinde gaten 57 aangrijpende bouten of dergelijke middelen.
35 Naast het eerste positioneervlak 52 is een tweede positioneervlak 58 voorzien voor positionering van een niet 1011271 8 getoonde driewegklep. Dit is bij voorkeur een conventionele driewegklep. Centraal in het tweede positioneervlak 58 is een driewegklepuitlaatopening 60 voorzien, met daaronder een enigszins niervormige eerste driewegklepinlaatopening 5 62 en boven de driewegklepuitlaatopening 60 een tweede driewegklepinlaatopening 64 welke eveneens enigszins niervormig is. In fig. 5 zijn de driewegklepuitlaat- en driewegklepinlaatopeningen 60, respectievelijk 62, 64 in onderbroken lijnen weergegeven. Daaruit blijkt dat de 10 driewegklepuitlaatopening uitmondt in het eerste einde 48 van het verbindingswaterkanaal 34, de eerste driewegklepinlaatopening 62 in de klepholte 46 en de tweede driewegklepinlaat 64 in het tussenwaterkanaal 32. Hierdoor kan met behulp van de niet getoonde driewegklep ofwel de 15 klepholte 46 in verbinding worden gebracht met het verbindingswaterkanaal 34 ofwel het tussenwaterkanaal 32 met genoemd verbindingswaterkanaal 34.
De eerste warmtewisselaar 20 is voorts voorzien van een derde positioneervlak 66, hetwelk zich cirkelvormig 20 uitstrekt rond een inlaatopening 68 voor een tweede warmtewisselaar 70, waarvan de contouren in fig. 2 schematisch met behulp van onderbroken lijnen zijn weergegeven. Een vierde positioneervlak 72 is voorzien, hetwelk zich cirkelvormig uitstrekt rond een uitlaatopening 25 74 voor de tweede warmtewisselaar 70. De tweede warmtewisselaar is bij voorkeur een platenwarmtewisselaar van het conventionele type, doch elke geschikte warmtewisselaar kan hier worden toegepast. De tweede warmtewisselaar 70 is bij voorkeur ingericht voor door 30 warmtewisseling verhitte van tapwater. De inlaatopening 68 en uitlaatopening 74 voor de tweede warmtewisselaar 70 zijn in fig. 5 in onderbroken lijnen weergegeven. De inlaatopening 68 mondt uit in het eerste waterkanaal 30 op enige afstand van de aansluitmiddelen 42 voor de aanvoerleiding 35 van het ruimteverwarmingscircuit, terwijl de uitlaatopening 74 uitmondt in het tussenwaterkanaal 74. Water kan derhalve T0t1271 9 tijdens gebruik vanuit het eerste waterkanaal 30 via de tweede warmtewisselaar 70 in het tussenwaterkanaal 32 worden gebracht en daaruit bij geschikte instelling van de driewegklep via de tweede driewegklepinlaatopening 64 en de 5 driewegklepuitlaatopening 60 in het verbindingswaterkanaal 34 worden gebracht. Met behulp van de pompmiddelen kan derhalve water via het waterkanaal 30, de tweede warmtewisselaar 70, het tussenwaterkanaal 32 en het verbindingswaterkanaal 34 worden rondgepompt. Echter, 10 indien de driewegklep wordt overgeschakeld, zodanig dat de klepholte 46 in verbinding wordt gebracht met het verbindingswaterkanaal 34 dan kan met behulp van de pompmiddelen water via het eerste waterkanaal 30 en het ruimteverwarmingscircuit worden rondgepompt. Het water kan 15 in het waterkanaal worden verhit met behulp van rookgassen afkomstig van een brander (niet getoond) opgesteld in de branderruimte 22. Daartoe is aan de achterzijde 40 van de eerste warmtewisselaar 20, onder de rookgasdoorlaat 26 in de rookgasdoorgang 24 een groot aantal het 20 warmteuitwisselendoppervlak vergrotende nokken 76 voorzien, in ten opzichte van elkaar verspringende rijen en kolommen. De nokken 76 zijn meegegoten en daardoor in directe verbinding met de wand van het waterkanaal 30, het tussenwaterkanaal 32 en althans een deel van het 25 verbindingswaterkanaal 34. In het eerste deel van de rookgasdoorgang 24, gezien vanaf de rookgasdoorlaat 26 neemt de lengte van de nokken 76 toe, terwijl in dit deel de nokken enigszins verder uit elkaar zijn geplaatst dan in het daarop aansluitende onderste deel van de 30 rookgasdoorgang 24. Hierdoor is de stromingsweerstand in genoemd eerste deel van de rookgasdoorgang 24 enigszins lager dan in de verdere rookgasdoorgang 24, waardoor een nog betere warmte uitwisseling wordt verkregen. Tijdens gebruik worden de schoorsteenaansluitmiddelen 28 35 aangesloten op een daarvoor geschikte schoorsteen voor het afvoeren van de in belangrijke mate afgekoelde rookgassen.
1011271 10
Nabij het boveneinde is de eerste warmtewisselaar 20 voorzien van twee kerngaten 80 waarin stoppen 82 zijn voorzien, voor afsluiting daarvan. Aan de in fig. 5 getoonde linker zijde is over nagenoeg de volle hoogte van 5 het waterkanaal 30 een kernopening voorzien, zodat de verschillende delen van het meanderende waterkanaal 30 eenvoudig kunnen worden bereikt. Deze opening is tijdens gebruik afgesloten met een deksel 84.
De verschillende positioneervlakken 52, 58, 66 en 72 10 bieden het voordeel dat geschikte pakkingen eenvoudig en eenduidig kunnen worden gepositioneerd voor het verkrijgen van vloeistofdichte afdichtingen van de pompmiddelen, driewegklep, respectievelijk de tweede warmtewisselaar. Geschikte bevestigingsmiddelen zoals blinde gaten 57, 61, 15 63 met daarin bijvoorbeeld schroefdraad maken bovendien bevestiging van de verschillende delen snel en eenvoudig mogelijk. Hierdoor kan een verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding bijzonder snel en met weinig losse delen worden samengebouwd, hetgeen de kans op fouten 20 aanmerkelijk verkleind en bovendien bijzonder economisch is. Bovendien is een verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding bijzonder compact doordat de pomp, de driewegklep en de tweede warmtewisselaar direct tegen de eerste warmtewisselaar zijn gemonteerd, evenals de brander, 25 hetgeen bovendien warmte technische voordelig kan zijn.
Doordat bij een eerste warmtewisselaar 20 volgens onderhavige uitvinding de branderruimte 22 naar de voorzijde 38 open is, terwijl de rookgasdoorgang 24 aan de achterzijde 40 is gelegen, bereikbaar via de 30 rookgasdoorlaat 26, kunnen de brander, de pomp, de driewegklep en de tweede warmtewisselaar alle goed bereikbaar aan de voorzijde 38 van de eerste warmtewisselaar 20 worden gemonteerd. De achterzijde 40 kan eenvoudig met een in hoofdzaak vlak deksel (niet getoond) 35 worden afgesloten, welk deksel kan aanliggen tegen de vrije einden van de nokken 76 en een omtrekswand 82. De eerste i 1011271 11 warmtewisselaar 20 is bij voorkeur eendelig gegoten uit een lichtmetaal of een legering daarvan, zoals aluminium. Een brander voor gebruik bij een verwarmingsinrichting volgens onderhavige uitvinding is bij voorkeur van het pre-mix 5 type, waarbij de daarvoor benodigde ventilator eveneens aan de voorzijde 38 van de eerste warmtewisselaar 20 kan worden aangebracht. De eerste warmtewisselaar 20 kan eenvoudig op zodanige wijze worden gedimensioneerd dat de verwarmingsinrichting van het condenserende type is, 10 waardoor een nog hoger rendement wordt verkregen·. Geschikte afvoermiddelen voor het condensaat, zoals een sifon kunnen op op zichzelf bekende wijze eenvoudig worden aangebracht.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening weergegeven uitvoeringsvorm.
15 Vele variaties daarop zijn mogelijk.
Het waterkanaal 30, het verbindingswaterkanaal 34 en het tussenwaterkanaal 32 kunnen anders zijn vormgegeven en op andere wijze ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd, waarbij het verbindingswaterkanaal 34 zich 20 bijvoorbeeld op zodanige wijze kan uitstrekken dat de pompmiddelen verder stroomopwaarts in het eerste waterkanaal 30 zijn gelegen, althans dichter bij de branderruimte 22. Ook kunnen de inlaatopening 68 en uitlaatopening 74 voor de tweede warmtewisselaar op andere 25 posities uitmonden, teneinde water door de tweede warmtewisselaar 70 te kunnen laten stromen van een andere temperatuur. De warmte uitwisselend oppervlak vergrotende nokken kunnen anders zijn uitgevoerd of in andere patronen zijn opgesteld, bijvoorbeeld als ribben of dergelijke, 30 waarbij bijvoorbeeld ook dergelijke elementen in de branderruimte 22 kunnen zijn aangebracht of worden weggelaten. De branderruimte 22 kan bovendien bijvoorbeeld naar de bovenzijde van de eerste warmtewisselaar 20 open zijn. Ook kunnen aansluitmiddelen zoals een gas- en/of een 35 luchttoevoerleiding voor de brander in de eerste warmtewisselaar 20 zijn meegegoten, vergelijkbaar met het 1011271 12 tussenwaterkanaal 32 en het verbindingswaterkanaal 34. Vergelijkbare voordelen kunnen worden bereikt door de inlaatopening 68 en uitlaatopening 72 voor de tweede warmtewisselaar weg te laten, bijvoorbeeld wanneer de 5 verwarmingsinrichting slechts dient te worden gebruikt voor ruimteverwarming of wanneer een andersoortige tapwaterver-warmingsinrichting wordt geprefereerd, bijvoorbeeld een voorraad boiler. Ook kan de tweede warmtewisselaar buiten de eerste warmtewisselaar 20 worden aangebracht en kunnen 10 meerdere pompen worden toegepast, bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal aan te sluiten circuits. Uiteraard kunnen de dimensies en de vorm van ten minste de eerste warmtewisselaar naar behoefte worden aangepast. Dergelijke variaties zijn voor de vakman direct duidelijk. Deze en 15 vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen, zoals gedefinieerd in de bij gevoegde conclusies.
Fig. 7 toont een pomp 14, geplaatst op een eerste warmtewisselaar 20. Een aansluitstomp 14a van de pomp 14 20 steekt daarbij in de pompinlaatopening 54. Een pakking, in het bijzonder een O-ring 15 is in een omtreksgroef in de stomp 14a aangebracht zodanig dat deze in de getoonde, samengestelde toestand afdichtend is ingeklemd tussen de stomp 14a en de wand van de opening 54. Tussen de pomp 14 25 en het positioneervlak 52 kan een verdere pakking 15a zijn voorzien, voor verdere afdichting en/of voor een nog betere positionering. Vergelijkbare bevestigings- en afdichtingswijzen zijn bij voorkeur ook toegepast voor de verdere verbindingen, in het bijzonder voor de tweede 30 warmtewisselaar 70, de pomp 14 en de meerwegklep 4.
Eventueel kan in de wand van de opening 54 eveneens een groef zijn voorzien, zodanig dat de pomp 14 althans gedeeltelijk met de O-ring 15 kan worden vastgezet. Uiteraard kunnen ook andere pakkingen worden toegepast, 35 zoals bijvoorbeeld een metalen klemring.
1011271

Claims (10)

1. Verwarmingsinrichting, voorzien van ten minste een eerste warmtewisselaar, pompmiddelen, brandermiddelen, aansluitmiddelen voor een inlaat en een uitlaat van een ruimteverwarmingscircuit, aansluitmiddelen voor de 5 aanvoerleiding van een verder verwarmingscircuit in het bijzonder een tapwaterverwarmingscircuit en een meerwegklep voor verbinding van een waterkanaal in de warmtewisselaar met ofwel de aansluitmiddelen voor de inlaat van het ruimteverwarmingscircuit ofwel de aansluitmiddelen voor de 10 inlaat van het verdere verwarmingsircuit, waarbij de warmtewisselaar is gegoten uit lichtmetaal of een legering met lichtmetaal, waarbij ten minste de aansluitmiddelen voor de meerwegklep en/of de pompmiddelen zijn meegegoten.
2. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij 15 voorts een tweede warmtewisselaar is voorzien, opneembaar in een tapwaterverwarmingscircuit, welke tweede warmtewisselaar in of tegen de eerste warmtewisselaar is bevestigd, waarbij althans een deel van de bevestigingsmiddelen en aansluitmiddelen voor de tweede warmtewisselaar 20 zijn meegegoten met de eerste warmtewisselaar.
3. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 2, waarbij de tweede warmtewisselaar een platenwarmtewisselaar is.
4. Verwarmingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij voor ten minste de pompmiddelen en de 25 meerwegklep althans een deel van de benodigde bevestigingspunten en -vlakken, alsmede middelen voor het opnemen van daarvoor benodigde pakkingsmiddelen zijn meegegoten met de eerste warmtewisselaar.
5. Verwarmingsinrichting volgens een der voorgaande 30 conclusies, waarbij aansluitmiddelen en opneemmiddelen voor pakkingsmiddelen voor de brandermiddelen met de eerste warmtewisselaar zijn meegegoten. 1011271
6. Verwarmingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de meerwegklep, de pompmiddelen en de brandermiddelen in, althans tegen de eerste warmtewisselaar zijn bevestigd.
7. Verwarmingsinrichting volgens conclusies 2 en 6, waarbij tevens de tweede warmtewisselaar in, althans tegen de eerste warmtewisselaar is bevestigd.
8. Verwarmingsinrichting volgens een der conclusies 2 - 7, waarbij ten minste de verbindingsleidingen tussen de 10 pompmiddelen en het waterkanaal in de eerste warmtewisselaar en/of tussen de meerwegklep en de tweede warmtewisselaar enerzijds en de meerwegklep en de aansluitmiddelen voor de inlaat van het ruimteverwarmings-circuit anderzijds in de eerste warmtewisselaar zijn 15 meegegoten.
9. Verwarmingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste de pompmiddelen en de meerwegklep met behulp van O-ring afdichtingen althans vloeistofdicht met de eerste warmtewisselaar worden 20 verbonden.
10. Warmtewisselaar voor gebruik in een verwarmingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, gegoten . uit metaal, voorzien van ten minste geïntegreerde, meegegoten leidingen voor aansluiting en onderlinge 25 verbinding van een waterkanaal in de warmtewisselaar en pompmiddelen, een tweede warmtewisselaar en een meerwegklep en aansluitmiddelen voor een inlaat van een ruimteverwarmingscircuit en dezelfde meerwegklep. 1011271
NL1011271A 1999-02-10 1999-02-10 Verwarmingsinrichting met gegoten, geïntegreerde warmtewisselaar. NL1011271C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011271A NL1011271C2 (nl) 1999-02-10 1999-02-10 Verwarmingsinrichting met gegoten, geïntegreerde warmtewisselaar.
EP00200459A EP1028298B1 (en) 1999-02-10 2000-02-10 Heating apparatus having an one-piece cast heat exchanger
AT00200459T ATE285552T1 (de) 1999-02-10 2000-02-10 Heizgerät mit gegossenem, einteiligem wärmetauscher
DE60016819T DE60016819T2 (de) 1999-02-10 2000-02-10 Heizgerät mit gegossenem, einteiligem Wärmetauscher

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011271 1999-02-10
NL1011271A NL1011271C2 (nl) 1999-02-10 1999-02-10 Verwarmingsinrichting met gegoten, geïntegreerde warmtewisselaar.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011271C2 true NL1011271C2 (nl) 2000-08-11

Family

ID=19768641

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011271A NL1011271C2 (nl) 1999-02-10 1999-02-10 Verwarmingsinrichting met gegoten, geïntegreerde warmtewisselaar.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1028298B1 (nl)
AT (1) ATE285552T1 (nl)
DE (1) DE60016819T2 (nl)
NL (1) NL1011271C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1098148A3 (de) * 1999-11-08 2003-01-22 Joh. Vaillant GmbH u. Co. Heizgerät
NL1035654C2 (nl) 2008-07-03 2010-01-12 Intergas Heating Assets B V Warmtewisselaar.
WO2016055392A1 (en) * 2014-10-08 2016-04-14 Bekaert Combustion Technology B.V. Heat exchanger
WO2018114340A1 (en) * 2016-12-21 2018-06-28 Bekaert Combustion Technology B.V. Cast element for a heat exchanger
EP3425301A1 (en) * 2017-07-07 2019-01-09 Bekaert Combustion Technology B.V. Heat exchanger element

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1404950A1 (de) * 1961-12-05 1968-10-31 Siemens Elektrogeraete Gmbh Heisswasserbereiter
EP0236235A1 (fr) * 1986-03-07 1987-09-09 ELETTRO TERMICA SUD S.p.A. Chaudière à gaz
FR2606127A1 (fr) * 1986-11-03 1988-05-06 Muller Cie Chassis pour chaudiere notamment murale pour le chauffage et l'eau sanitaire
EP0509611A1 (en) * 1991-04-17 1992-10-21 Dejatech B.V. Combined central-heating and water-heating boiler comprising a heat exchanger with built-in pumps
DE4223799A1 (de) * 1992-07-20 1994-01-27 Stiebel Eltron Gmbh & Co Kg Gasheizgerät
NL9402157A (nl) 1994-12-19 1996-08-01 Dejatech Bv Warmtewisselaar met afneembare dekkap en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke warmtewisselaar.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1404950A1 (de) * 1961-12-05 1968-10-31 Siemens Elektrogeraete Gmbh Heisswasserbereiter
EP0236235A1 (fr) * 1986-03-07 1987-09-09 ELETTRO TERMICA SUD S.p.A. Chaudière à gaz
FR2606127A1 (fr) * 1986-11-03 1988-05-06 Muller Cie Chassis pour chaudiere notamment murale pour le chauffage et l'eau sanitaire
EP0509611A1 (en) * 1991-04-17 1992-10-21 Dejatech B.V. Combined central-heating and water-heating boiler comprising a heat exchanger with built-in pumps
DE4223799A1 (de) * 1992-07-20 1994-01-27 Stiebel Eltron Gmbh & Co Kg Gasheizgerät
NL9402157A (nl) 1994-12-19 1996-08-01 Dejatech Bv Warmtewisselaar met afneembare dekkap en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke warmtewisselaar.

Also Published As

Publication number Publication date
ATE285552T1 (de) 2005-01-15
EP1028298A1 (en) 2000-08-16
DE60016819D1 (de) 2005-01-27
DE60016819T2 (de) 2005-12-08
EP1028298B1 (en) 2004-12-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6026804A (en) Heater for fluids
US5950575A (en) Hydronic manifold
US5400853A (en) Modular heating/cooling coil design and coil flow connector
US4756475A (en) Gas-fired boiler
US20070170272A1 (en) Hydraulic header for a heating system
WO1997015798A1 (en) A plate heat exchanger
NL1011271C2 (nl) Verwarmingsinrichting met gegoten, geïntegreerde warmtewisselaar.
US20090194061A1 (en) Oil Module Comprising An Integrated Cooling Water Channel
ATE284520T1 (de) Wärmetauscher für einen brennwertkessel
KR100596161B1 (ko) 분리형 이중 열교환식 급탕 보일러
EP0945688B1 (en) Heating appliance
EP0461781B1 (en) Heat exchanger
EP1408292B1 (en) Heating device
CN115523524A (zh) 模块化供暖站
EP1546611B1 (en) Manifold for central heating systems
CN115597099A (zh) 用于供暖站的互连导轨
CN215766624U (zh) 一种简易冷却换热器
EP1655550A1 (en) Distribution device of the heating fluid to a radiator with radiant plates
EP3465058B1 (en) Low temperature radiator
NL9500392A (nl) Warmtewisselaar met universele verbrandingskamer en condensafvoer.
EP1593915A1 (en) Thermo-refrigerator unit for cooling, heating and sanitary hot water production
EP1544551B1 (en) Heat exchange device particularly for heating systems
FI114117B (fi) Jakotukki ja modulaarinen pumppu
CA2927158C (en) Horizontal drainpipe heat exchanger
NL9100666A (nl) Cv-combiketel met een warmtewisselaar met ingebouwde pompen.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: APPARATENFABRIEK WARMTEBOUW B.V.

SD Assignments of patents

Owner name: VAILLANT GMBH

MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20190209