Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL1009455C2 - Inrichting voor het houden van pluimvee. - Google Patents

Inrichting voor het houden van pluimvee. Download PDF

Info

Publication number
NL1009455C2
NL1009455C2 NL1009455A NL1009455A NL1009455C2 NL 1009455 C2 NL1009455 C2 NL 1009455C2 NL 1009455 A NL1009455 A NL 1009455A NL 1009455 A NL1009455 A NL 1009455A NL 1009455 C2 NL1009455 C2 NL 1009455C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
section
laying
poultry
sections
Prior art date
Application number
NL1009455A
Other languages
English (en)
Inventor
Albrecht Hendrik Jansen
Original Assignee
Jansen Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jansen Holding B V filed Critical Jansen Holding B V
Priority to NL1009455A priority Critical patent/NL1009455C2/nl
Priority to DE69903690T priority patent/DE69903690T2/de
Priority to EP99201960A priority patent/EP0965266B1/en
Priority to AT99201960T priority patent/ATE226787T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1009455C2 publication Critical patent/NL1009455C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/22Poultry runs ; Poultry houses, including auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET HOUDEN VAN PLUIMVEE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het houden van pluimvee, en in het bijzonder een inrichting voor het houden van leghennen of slachtkuikenmoederdieren.
5 . Voor het houden van pluimvee zijn milieuwelzij- nsstallen bekend, waarin legnesten zijn voorzien. In welk legnest het pluimvee in een relatief donkere, beschutte en in hoofdzaak tochtvrije omgeving eieren legt. Voor het welzijn van het pluimvee is naast of ter weerszijde van 10 een dergelijk legnest een scharrelvloer voorzien, waarop het pluimvee kan scharrelen. Daarnaast zijn aparte stellages voorzien, die in veel gevallen bestaan uit op verschillende hoogtes aangebrachte roosters, waarop het pluimvee kan rusten en alwaar het pluimvee drank en 15 voedsel tot zich neemt.
Een bezwaar van een dergelijke inrichting met verscheidene stellages, scharrelvloer en legnesten is, dat een stuk pluimvee wanneer het de behoefte heeft een ei te leggen, van een stellage naar het legnest vliegt, 20 waardoor een aanzienlijke uitval optreedt doordat het pluimvee gewond raakt. Het vliegen van het pluimvee geeft een vergroot voedselgebruik, hetgeen niet alleen kosten verhogend is, doch tevens de hoeveelheid door het pluimvee geproduceerde excrementen vergroot. Ook geeft het een 25 aanzienlijke stofproductie hetgeen ongezond is voor mens en dier. Voor het pluimvee is het tevens mogelijk via een omweg van de scharrelvloer of scharrelruimte naar het legnest te geraken. Een stuk pluimvee zal in een dergelijk geval de neiging hebben op de scharrelvloer te 30 blijven en af te zien van een bezoek aan het legnest, waardoor op de scharrelvloer een groot aantal buitennest-eieren zal worden gelegd. Een bezwaar hiervan is dat het rapen van dergelijke buitennest-eieren arbeidsintensief 1009455 2 is. Bovendien komen dergelijk buitennest-eieren terecht in de op de scharrelvloer geworpen excrementen van het pluimvee, hetgeen het rapen bemoeilijkt en een aanvullende reiniging vergt. Een verder bezwaar is dat de toepas-5 sing van aparte legnesten, scharrelvloeren en stellages een groot stalvloeroppervlak per stuk pluimvee vergt.
Uit het Britse octrooischrift GB 661258 is een stal bekend, waarbij tegen de wanden daarvan een aantal loopsecties en een aantal legsecties zijn bevestigd. Een . 10 bezwaar van deze stal is dat de loopsecties en de legnesten apart aan de stalwanden bevestigd moeten worden, hetgeen arbeidsintensief is en daardoor zeer kostbaar is.
Het doel van de onderhavige uitvinding is de bovengenoemde bezwaren te ondervangen.
15 De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het houden van pluimvee, omvattende: - een gestel; - ten minste twee aan het gestel aangebrachte loopsecties; 20 - ten minste één aan het gestel aangebrachte legsectie voor het leggen van eieren; waarbij de legsectie op een zodanige locatie aan het gestel is aangebracht, dat een stuk pluimvee bij verplaatsing naar één van de loopsecties of van de ene naar 25 de andere loopsectie deze legsectie passeert of althans dicht benadert.
Door het combineren van loopsecties van de stellage en de legsectie of het legnest wordt een stuk pluimvee bij het lopen naar één van de loopsecties of het 30 lopen van de ene naar de andere loopsectie gedwongen een legsectie te passeren, waardoor het stuk pluimvee in de verleiding komt een ei in het legnest in plaats van daarbuiten te leggen. De legsectie en de loopsecties van de inrichting worden volgens de uitvinding aangebracht 35 aan een afzonderlijk gestel in plaats van aan bijvoorbeeld de wanden van een pluimveestal.
Bij voorkeur zijn de loopsecties op twee of meer verschillende hoogtes aan het gestel aangebracht.
1009455 3
Hierdoor kan een stuk pluimvee naar behoefte een hogere of lagere loopsectie betreden zonder de noodzaak te vliegen. Bovendien wordt het niet in de verleiding gebracht te scharrelen zonder dat een legnest bezocht 5 wordt.
Bij voorkeur omvat de inrichting ten minste één voerlijn voor het toevoeren van voedsel, waarbij de voerlijn hoger aan het gestel is aangebracht dan de legsectie en omvat de inrichting ten minste één drinklijn . 10 voor het toevoeren van drank, waarbij de drinklijnen hoger aan het gestel zijn aangebracht dan de legsectie. Hierdoor wordt een stuk pluimvee, wanneer het tijdens het scharrelen behoefte heeft aan drank of voedsel, gedwongen de legsectie te passeren of althans in de nabijheid 15 daarvan te geraken. Omgekeerd wordt een stuk pluimvee wanneer het voedsel of drank tot zich genomen heeft, gedwongen zich langs de legsectie te bewegen wanneer het behoefte voelt om te gaan scharrelen. Als gevolg hiervan zal het stuk pluimvee zijn eieren in hoofdzaak in de 20 legsectie leggen en wordt het leggen van buitennest-eieren buiten deze legsectie zoveel mogelijk vermeden.
Bij voorkeur zijn aan één of meer van de loop-sect ies opklapmiddelen aangebracht voor het opklappen van ten minste een deel van de loopsecties. In opgeklapte 25 toestand ontstaat er zodoende voldoende ruimte om de zich Onder en naast de loopsectie bevindende scharrelruimte of scharrelvloer te reinigen. Bij voorkeur omvatten de opklapmiddelen scharniermiddelen waarlangs het opklapbare deel van een loopsectie scharnierbaar is en tevens op-30 trekmiddelen voor het omhoog en omlaag brengen van het opklapbare deel van de loopsecties.
Bij voorkeur zijn luchtafvoer of luchttoevoer-middelen aangebracht onder de laagste loopsectie van de inrichting voor het over de bodem afvoeren resp. toevoe-35 ren van ventilatielucht. Aangezien pluimvee geneigd is af te zien van het leggen van eieren wanneer het zich in een tochtige omgeving bevindt, wordt door het toe- en/of afvoeren van ventilatielucht over de op de bodem van de 1009455 4 stal voorziene scharrelruimte zoveel mogelijk voorkomen dat aldaar eieren worden gelegd. Bovendien heeft het toe-en afvoeren van ventilatielucht over de bodem van de milieuwelzijnsstal het gevolg dat de op de scharrelvloer 5 geworpen excrementen gedroogd worden. Hierdoor vermindert de productie van ammoniak, neemt het door de excrementen ingenomen volume af en zijn de excrementen op eenvoudige wijze te verwijderen.
Bij voorkeur zijn de legsecties centraal in het . 10 gestel aangebracht en is de eindloze band van de legsec-tie bij voorkeur in het midden daarvan gepositioneerd.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn aan het gestel mestbandventilatiemiddelen aangebracht voor het over een nestafvoerband sturen van venti-15 latielucht, waarbij de mestbandventilatiemiddelen bij voorkeur één of meer zich in langsrichting van het gestel uitstrekkende van ventilatie-openingen voorziene buizen omvatten. Hierbij zijn de ventilatie-openingen op zodanige posities in de buizen aangebracht, dat een geschikte 20 ventilatiestroom over de bijbehorende mestband wordt geleid.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gestel een aantal steunorganen, zoals bijvoorbeeld poten of staanders, waarmee de inrichting vrij 25 opstelbaar is in een pluimveestal. Door deze zelfdragende uitvoering van de inrichting kan deze eenvoudig worden opgezet in een pluimveestal, waarbij ongeacht het stalty-pe gebruik kan worden gemaakt van geprefabriceerde elementen, hetgeen arbeid en kosten bespaart.
30 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn het gestel, de loopsecties, de legsectie en de voer-en/of drinklijn geïntegreerd. Een dergelijke uitvoering is voordelig aangezien het nestbezoek van het pluimvee daardoor verder te sturen en te bevorderen is. Bovendien 35 wordt een verdere vermindering van het benodigde stal-vloeroppervlak per stuk pluimvee tot stand gebracht.
f009455 5
Verdere voordelen, kenmerken en dergelijke van de onderhavige uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van de figuren, waarin tonen: figuur 1 een aanzicht van een voorkeursuit-5 voeringsvorm van de inrichting; figuur 2 een doorsnede door de voorkeursuitvoeringsvorm van figuur 1; figuur 3 een aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een voerlijn; . 10 . figuur 4 een aanzicht van een voorkeursuitvoe ringsvorm van een drinklijn; en figuur 5 een aanzicht van een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting.
De in figuur 1 weergegeven voorkeursvorra van de 15 inrichting toont een milieuwelzijnsstal 1, welke is opgebouwd uit twee zijwanden 3, een voorwand 2, een achterwand 4 en een dak 20. In de miliewelzijnsstal 1 is een gestel 6 aangebracht waarvan een centraal deel voorzien is van een onderste centrale loopsectie 7, een 20 middelste centrale loopsectie 28 en een bovenste centrale loopsectie 10. Ter weerszijden van het gestel zijn onderste loopsecties 8 en bovenste loopsecties 9 aangebracht, die aan het gestel 6 zijn bevestigd op resp. een hoogte tussen de onderste centrale loopsectie 7 en de middelste 25 centrale loopsectie 28 en op een hoogte tussen de middelste centrale loopsectie 28 en de bovenste centrale loopsectie 10. Op de middelste centrale loopsectie 28 is een langgerekte legsectie of langgerekt legnest 11 aangebracht. Het legnest 11 bestaat uit twee hellende grasmat-30 ten 12 op elk waarvan stuks pluimvee plaatsnemen om eieren te leggen. Na het leggen van een ei rolt dit over de hellende grasmat 12 naar een centraal aangebrachte eindloze eierband 14 die het ei naar een afraaptafel of iets dergelijks (niet weergegeven) transporteert. De 35 toegangen van een legnest 11 zijn gedeeltelijk afgesloten met afhangende roodkleurige flappen 13 zodat een stuk pluimvee op comfortabele en beschutte wijze, dat wil 1009455 6 zeggen zonder tocht en overmatige hoeveelheid licht, een ei legt.
De loopsecties 7, 28, 10, 8, 9 zijn bij voorkeur roosters welke zijn voorzien van zodanige uitsparin-5 gen dat de excrementen van het pluimvee door deze uitsparingen naar beneden vallen. Bij voorkeur zijn de loopsecties 7, 28, 10, 8, 9 aan de onderzijde voorzien van eindloze mestafvoerbanden 15, zodat naar beneden gevallen excrementen worden getransporteerd naar één of meer . 10 mestcpntainers (niet weergegeven).
In figuur 2 is met pijlen aangegeven hoe het pluimvee zich vanaf scharrelruimte 5 via de loopsecties 7, 8, 28, 9 naar de bovenste centrale legsectie 10 en vice versa geplaatst zonder daarbij de vliegen. Uit de 15 tekeningen blijkt duidelijk dat het bij deze beweging vanaf de scharrelruimte 5 naar de bovenste loopsectie 10 het pluimvee gedwongen wordt het legnest 11 te passeren of althans in de nabijheid daarvan te komen.
Er vanuit gaande dat pluimvee enerzijds behoef-20 te heeft te scharrelen en anderzijds behoefte heeft te eten en te drinken is de scharrelruimte 5 op de bodem van de stal gesitueerd en zijn voerlijnen 18 en drinklijnen 19 bovenin de stal gesitueerd, en wel bij voorkeur op de bovenste centrale sectie 10 en de bovenste loopsecties 9. 25 Hierdoor wordt een constant pluimveetransport vanaf de bovenzijde van de stal naar de onderzijde en vanaf de onderzijde naar de bovenzijde verzekerd.
Teneinde de behoefte om eieren te leggen op de scharrelvloer 5 beperkt te houden, wordt via een onder de 30 onderste centrale loopsectie 7 aan het gestel aangebracht ventilatiekanaal 21 (pijl A) en in het gestel 6 aangebrachte roosters 22 (pijl B) ventilatielucht toegevoerd. De meervoudige kleppen 23 zorgen ten eerste voor een juiste verdeling van de ventilatielucht over de lengte 35 van de stal en ten tweede voor een luchtstroom gericht op het scharrelvlak 5. Hierdoor ontstaat boven de bodem of scharrelvloer 5 een luchtstroming waardoor het pluimvee tijdens het scharrelen niet in de verleiding komt om 1009455 7 eieren te gaan leggen. Bovendien zorgt deze luchtstroom voor een snelle droging van de op scharrelvloer 5 geworpen excrementen van het pluimvee. Dit heeft als voordeel dat de productie van ammoniak in de milieuwelzijnsstal 5 binnen de perken blijft. Bovendien kan gedroogde mest eenvoudiger verwijderd worden dan nog vochtige mest. Als alternatief voor roosters 22 met meervoudige kleppen 23 kunnen in het ventilatiekanaal inlaatventielen worden aangebracht welke zijn voorzien van vlinderkleppen voor . 10 de besturing van de ventilatieluchtdebiet. In het dak 20 en de achterwand 4 van de stal 1 zijn ten slotte resp. luchtafvoeropeningen 25 en 26 aangebracht via welke ventilatielucht kan worden afgevoerd.
De bovenste loopsecties 9 zijn aan de ene zijde 15 direct bevestigd aan het gestel 6 en aan de andere zijde via verbindingsarmen 16 met het gestel 6 verbonden. Teneinde het schoonmaken van de scharrelvloer 5 verder te vergemakkelijken zijn loopsecties 8 naar boven te klappen. In deze uitvoeringsvorm zijn de loopsecties 8 daar-20 toe door middel van scharnieren 27 aan het gestel 6 aangebracht en kunnen de loopsecties 8 worden opgeklapt door bediening van aan de uiteinden van de loopsectie 8 aangebrachte optrekkettingen of kabels 17. In opgeklapte toestand ontstaat op deze wijze een zodanige ruimte boven 25 de scharrelvloer 5 dat de scharrelvloer 5 op eenvoudige wijze te bereiken en schoon te maken is.
In figuur 3 is een voorkeursuitvoeringsvorm van een voerlijn 18 voor pluimvee weergegeven. In een houder 32 is een as 30 roteerbaar die wordt aangedreven door een 30 elektromotor (niet weergegeven). Aan deze as 30 is een schroef 31 aangebracht die voedsel V langs een bak 33 in de houder 32 verplaatst. De houder 32 is voorzien van spijlen 34 die op zodanige afstand ten opzichte van elkaar zijn aangebracht dat de daartussen open blijvende 35 ruimte voor pluimvee voldoende is om voedsel te bemachtigen.
In figuur 4 is een voorkeursvorm van een drink-lijn 19 weergegeven. Deze drinklijn 19 bestaat uit een 1009455 8 waterleidingbuis 41 die bevestigd is aan een bevesti-gingsbuis 40. Aan de waterleidingbuis 41 zijn op regelmatige afstand drinknippels 42 aangebracht al waar het pluimvee water tot zich kan nemen.
5 In figuur 5 is een verdere uitvoeringsvorm van een mileuwelzijnsstal 50 weergegeven. Op de zich horizontaal uitstrekkende plaat 51 zijn legnesten 52 aangebracht. Plaat 51 wordt ondersteund door staanders 53, waarbij aan de staanders 53, echter op een niveau hoger . 10 dan de legnesten 52, een tweede plateau 54 is aangebracht. Op dit plateau 54 zijn roosters 55 aangebracht waarop het pluimvee kan lopen. De roosters 55 zijn zodanig uitgevoerd, dat deze door het pluimvee afgegeven uitwerpselen laten passeren tot in de ruimte 57, aan de 15 onderzijde is de ruimte 57 voorzien van een eindloze mestband 56 die de uitwerpselen vervolgens afvoert. Aan weerszijden van het plateau 54 zijn roosters 58 aangebracht waarlangs het pluimvee zich kan voortbewegen teneinde op de roosters te geraken.
20 Ook zijn aan weerszijden van de staanders 53 roosters 61 aangebracht, echter wel op een lagere hoogte dan de eergenoemde roosters 55. Ook deze roosters 61 zijn zodanig gevormd, dat uitwerpselen in een ruimte 62 terechtkomen en via een aan zijde voorziene eindloze nes-25 tafvoerband 60 af te voeren zijn.
Zoals uit de figuur blijkt is in deze voorkeursuitvoeringsvorm het legnest 52 centraal in de etage-eenheid tussen roosters geplaatst, hetgeen een grote ruimtewinst en een stimulatie van nestbezoek oplevert.
30 Bovendien is uit de figuur op te maken dat door de wijze van plaatsing van drinklijnen 63 en voerlijnen 64 het pluimvee gestimuleerd wordt om bij verplaatsing tussen de roosters 55, 58, 61 langs de legsectie 52 te bewegen waardoor het pluimvee in de verleiding komt om in de 35 legsectie 52 eieren te leggen.
Zoals ook het geval is bij de eerder besproken uitvoeringsvorm, is in de uitvoeringsvorm van figuur 5 J sprake van een zelfdragend gestel dat met behulp van 1009455 9 staanders vrij opstelbaar is op de vloer van de stal, zonder dat aanvullende maatregelen, zoals bevestigingen aan de wanden of aan het dak van de stal, benodigd zijn.
In figuur 5 zijn tevens luchtbuizen 65 weerge-5 geven die voorzien zijn van een groot aantal kleine gaten (niet-weergegeven), die op een zodanige positie zijn aangebracht, dat door de buizen 65 stromende ventilatielucht in de richting van pijlen E via de openingen over de mestbanden 60 en 56 gestuurd wordt teneinde de op de 10 mestbanden 60, 56 bevindende mest te drogen.
In de uitvoeringsvorm van figuur 2 is het legnest 11 - in de uitvoeringsvorm van figuur 5 is dit legnest 51 - voorzien van een hellende mat 12 die ervoor zorgt dat de eieren op eierband 14 rollen. Het legnest 15 11, 51 is zodanig uitgevoerd, dat de eierband 14 zich, gezien in de verplaatsingsrichting van een kip, achter het linker resp. rechter nest bevindt. In de weergegeven uitvoeringsvormen zijn de bij het rechter resp. linker nest behorende eierbanden bovendien gecombineerd tot een 20 enkele eierband 14, hetgeen de constructie van de inrichting eenvoudiger maakt.
Uit proefnemingen is gebleken, dat een eierband achter in plaats van voor het nest en de daarmee samenhangende helling van de mat 12 een beduidend beter bezoek 25 aan het nest teweegbrengt, omdat de kip bij het nestbe-zoek met de kop naar de nestingang zit, hetgeen de kip een betere natuurlijke verdedigingshouding biedt.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan; de 30 gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
1009455

Claims (19)

1. Inrichting voor het houden van pluimvee, omvattende: - een gestel; - ten minste twee aan het gestel aangebrachte 5 loopspcties; - ten minste één aan het gestel aangebrachte legsectie voor het leggen van eieren; waarbij de legsectie op een zodanige locatie aan het gestel is aangebracht, dat een stuk pluimvee bij ver- 10 plaatsing naar één van de loopsecties of van de ene naar de andere loopsectie deze legsectie passeert of althans dicht benadert.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij loopsecties op twee of meer verschillende hoogtes aan het 15 gestel zijn aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij aan één of meer loopsecties opklapmiddelen zijn aangebracht voor het opklappen van ten minste een deel van de loopsecties.
4. Inrichting volgens 3, waarbij de opklapmid delen scharniermiddelen omvatten waarlangs het op het opklapbare deel van de loopsecties scharnierbaar is en tevens optrekmiddelen omvatten voor het omhoog en omlaag brengen van het opklapbare deel van de loopsecties.
5. Inrichting volgens één der voorgaande con clusies, welke ten minste één voerlijn voor het toevoeren van voedsel omvat, waarbij de voerlijn hoger aan het gestel is aangebracht dan de legsectie voor het ten minste langs de legsectie voeren van het pluimvee.
6. Inrichting volgens één der voorgaande con clusies, welke ten minste één drinklijn voor het toevoeren van drank omvat, waarbij de drinklijn hoger aan het 1009455 gestel is aangebracht dan de legsectie voor het ten minste langs de legsectie voeren van het pluimvee.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij onder althans een loopsectie een eind- 5 loze mestafvoerband is aangebracht.
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij onder de legsectie ten minste één eindloze eierafvoerband is aangebracht.
9. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, . 10 waarbij luchtafvoermiddelen zijn aangebracht onder de laagste loopsectie voor het over de bodem toevoeren van de ventilatielucht.
10. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, waarbij luchttoevoermiddelen zijn aangebracht onder 15 laagste loopsectie voor het over de bodem afvoeren van de ventilatielucht.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij aan het gestel een afscherming is aangebracht.
12. Inrichting voor één der voorgaande conclu sies, waarbij een of meer legsecties centraal in het gestel zijn aangebracht.
13. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij aan het gestel mestbandventilatiemiddelen zijn aangebracht 25 voor het over een mestafvoerband sturen van ventilatielucht .
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de mestbandventilatiemiddelen één of meer zich in langsrich-ting van het gestel uitstrekkende van ventilatie-openin- 30 gen voorziene buizen omvatten.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gestel een aantal steunorganen omvat waarmee de inrichting vrij opstelbaar is in een pluimveestal.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gestel, de loopsecties en de legsectie zijn vervaardigd van geprefabriceerde elementen. T009455
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gestel, de loopsecties, de leg-sectie en de voer- en/of drinklijn geïntegreerd zijn.
18. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de 5 eindloze eierafvoerband centraal in de legsectie is aangebracht.
19. Werkwijze voor het houden van pluimvee, waarbij de inrichting volgens één der voorgaande conclusies wordt toegepast. 1009455
NL1009455A 1998-06-19 1998-06-19 Inrichting voor het houden van pluimvee. NL1009455C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009455A NL1009455C2 (nl) 1998-06-19 1998-06-19 Inrichting voor het houden van pluimvee.
DE69903690T DE69903690T2 (de) 1998-06-19 1999-06-18 Vorrichtung zum Halten von Geflügel.
EP99201960A EP0965266B1 (en) 1998-06-19 1999-06-18 Device for keeping poultry
AT99201960T ATE226787T1 (de) 1998-06-19 1999-06-18 Vorrichtung zum halten von geflügel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009455 1998-06-19
NL1009455A NL1009455C2 (nl) 1998-06-19 1998-06-19 Inrichting voor het houden van pluimvee.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009455C2 true NL1009455C2 (nl) 1999-12-21

Family

ID=19767355

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009455A NL1009455C2 (nl) 1998-06-19 1998-06-19 Inrichting voor het houden van pluimvee.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0965266B1 (nl)
AT (1) ATE226787T1 (nl)
DE (1) DE69903690T2 (nl)
NL (1) NL1009455C2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1031034C2 (nl) * 2006-01-31 2007-08-01 Ven Beheer B V Van De Opfokinrichting voor pluimvee.
ITBO20120125A1 (it) * 2012-03-12 2013-09-13 Andrea Chiari Macchina per la pulizia di capannoni per allevamento di volatili
KR101610198B1 (ko) * 2014-02-27 2016-04-07 농업회사법인 주식회사 태초의 자연으로 다층구조로 이루어진 복지형 축사
KR101624585B1 (ko) * 2014-11-17 2016-06-07 대한민국 동물복지식 복층형 산란계 사육시설
WO2019229246A1 (de) * 2018-06-01 2019-12-05 Big Dutchman International Gmbh Volierenanordnung für geflügeltiere und verfahren zur geflügeltierhaltung
IT202000014755A1 (it) * 2020-06-19 2021-12-19 Omaz S R L Voliera per galline ovaiole perfezionata.
AT17691U1 (de) * 2021-11-09 2022-11-15 Thomas Lehner Stall für Legehennen

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB661258A (en) * 1949-12-14 1951-11-21 Robert Mitchell Beedie Improvements in or relating to hen houses
CH670032A5 (en) * 1986-04-07 1989-05-12 Globogal Ag Hen house with walkways - has spaced superposed resting faces above droppings gulleys

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH665749A5 (de) * 1984-01-25 1988-06-15 Klingentalmuehle Ag Einrichtung fuer die etagenhaltung von gefluegel.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB661258A (en) * 1949-12-14 1951-11-21 Robert Mitchell Beedie Improvements in or relating to hen houses
CH670032A5 (en) * 1986-04-07 1989-05-12 Globogal Ag Hen house with walkways - has spaced superposed resting faces above droppings gulleys

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
BORCHERT: "Ein 2-Etagen-Laufstall für Legehennen", LANDTECHNIK, vol. 40, no. 6, June 1985 (1985-06-01), Lehrte (DE), pages 267 - 269, XP002065271 *

Also Published As

Publication number Publication date
DE69903690T2 (de) 2003-12-18
DE69903690D1 (de) 2002-12-05
ATE226787T1 (de) 2002-11-15
EP0965266A1 (en) 1999-12-22
EP0965266B1 (en) 2002-10-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10980219B2 (en) Draw-ramp egg-teeter-totter wild-animal-shield chicken coop, having easy-access ventilated roosting system, automatic-egg-collecting-and-indicating-teeter-totter nesting system, cable draw-ramp system, automatic-hook sliding-door system, easy-access pivotable feeder-and-water system, extendable chicken-run system, anti-pushing anti-growing anti-digging anti-rotting shield systems, and automatic-relatching-twistable-compressable-spring latch systems
US11846442B2 (en) Aviary ventilation system and method
US7047904B2 (en) Egg harvester
ES2900800T3 (es) Establo, en particular para la cría de cerdos
US2695006A (en) Multiple egg trap nest
KR100841661B1 (ko) 양계용 유정란 낳는 케이지
DK157051B (da) Aeglaegningsrede til fjerkrae
NL1009455C2 (nl) Inrichting voor het houden van pluimvee.
EP0904690B1 (en) Poultry house furnishing and method for holding poultry
US3062185A (en) Chicken nests
KR20090077363A (ko) 가금류 사육장
KR100786770B1 (ko) 고상식 축사
US3994260A (en) Universal poultry cage
US2694381A (en) Egg collecting and retaining nest
US3650246A (en) Automatic egg collection system for poultry nests
WO2011004926A1 (ko) 가금류 사육장
US4213422A (en) Grated floor conveyor for poultry enclosure
NL1008719C2 (nl) Inrichting voor een pluimvee-stal en werkwijze voor het opfokken van pluimvee.
KR20130099619A (ko) 양계 사육장치
NL1003350C2 (nl) Dierenverblijf.
AU2002254804B2 (en) Egg harvester
KR102539297B1 (ko) 위생적인 산란이 가능한 난상장치
NL1013503C2 (nl) Pluimveestal met een ontmestingssysteem.
NL1004441C1 (nl) In een gebouw voor het houden van pluimvee te gebruiken inrichting.
AU2002254804A1 (en) Egg harvester

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040101