Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

NL1004772C2 - Transport installation. - Google Patents

Transport installation. Download PDF

Info

Publication number
NL1004772C2
NL1004772C2 NL1004772A NL1004772A NL1004772C2 NL 1004772 C2 NL1004772 C2 NL 1004772C2 NL 1004772 A NL1004772 A NL 1004772A NL 1004772 A NL1004772 A NL 1004772A NL 1004772 C2 NL1004772 C2 NL 1004772C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
auxiliary
discharge
conveyors
supply
Prior art date
Application number
NL1004772A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Hubertus Theodorus Petru Hulst
Jakobus Marie Van Den Goor
Martinus Johannes Mar Vertogen
Original Assignee
Vanderlande Ind Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vanderlande Ind Nederland filed Critical Vanderlande Ind Nederland
Priority to NL1004772A priority Critical patent/NL1004772C2/en
Priority to GB9726113A priority patent/GB2320235A/en
Priority to DE1997155204 priority patent/DE19755204A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1004772C2 publication Critical patent/NL1004772C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/52Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices
    • B65G47/64Switching conveyors
    • B65G47/644Switching conveyors by a pivoting displacement of the switching conveyor
    • B65G47/645Switching conveyors by a pivoting displacement of the switching conveyor about a horizontal axis
    • B65G47/647Switching conveyors by a pivoting displacement of the switching conveyor about a horizontal axis the axis being perpendicular to the conveying direction
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/76Fixed or adjustable ploughs or transverse scrapers
    • B65G47/766Adjustable ploughs or transverse scrapers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Framework For Endless Conveyors (AREA)
  • Intermediate Stations On Conveyors (AREA)

Description

Korte aanduiding : Transportinstallatie.Short designation: Transport installation.

De uitvinding heeft betrekking op een transportinstallatie voorzien van ten minste een toevoertransporteur en van ten minste een 5 tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs, waarbij nabij een afvoereinde van de toevoertransporteur een hulptransporteur is opgesteld, welke om een nabij het afvoereinde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de 10 hulptransporteur naar de ene afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd en een tweede stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de andere afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd, terwijl een tweede hulptransporteur is aangebracht, welke aansluit op een van de beide 15 afvoertransporteurs en ten opzichte van deze afvoertransporteur om een nabij een uiteinde van de afvoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs nabij elkaar zijn gelegen en een tweede stand, waarin het van de afvoertransporteur afgekeerde 20 uiteinde van de tweede hulptransporteur ten opzichte van de eerste stand omhoog gezwenkt is.The invention relates to a conveyor system provided with at least one supply conveyor and at least two discharge conveyors arranged one above the other, wherein an auxiliary conveyor is arranged near a discharge end of the supply conveyor, which pivot is arranged about a pivot axis located near the discharge end of the supply conveyor. between a first position in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to the one discharge conveyor and a second position in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to the other discharge conveyor, while a second auxiliary conveyor is provided, which connects to one of the two discharge conveyors and is pivotable relative to this discharge conveyor about a pivot axis located near one end of the discharge conveyor between a first position, in which the The opposite ends of the two auxiliary conveyors are located close to each other and a second position in which the end of the second auxiliary conveyor remote from the discharge conveyor is pivoted upwards relative to the first position.

Met behulp van een dergelijke transportinstallatie is het mogelijk om met behulp van een enkele toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen naar keuze naar een van de afvoertransporteurs toe te 25 voeren om zo een gewenste sortering tussen de aangevoerde voorwerpen te kunnen bewerkstelligen. Voor het gemak van de beschrijving wordt hier gesproken over een toevoertransporteur en een tweetal daarmee samenwerkende afvoertransporteurs. Het zal echter duidelijk zijn, dat het ook denkbaar is, dat de beide boven elkaar gelegen transporteurs 30 toevoertransporteurs zijn met behulp waarvan voorwerpen naar een gemeenschappelijke afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd. De constructie volgens de uitvinding is op gelijke wijze als hieronder beschreven bij een dergelijke installatie voorzien van twee toevoertransporteurs en een enkele afvoertransporteurs toepasbaar en het is 35 dan ook beoogd, dat ook een dergelijke transportinstallatie onder de beschermingsomvang van de conclusies valt.With the aid of such a transport installation it is possible to supply objects supplied with the aid of a single supply conveyor as desired to one of the discharge conveyors in order to be able to effect a desired sorting between the supplied objects. For the sake of convenience of the description, this refers to a supply conveyor and two discharge conveyors co-operating therewith. It will be clear, however, that it is also conceivable that the two superimposed conveyors are supply conveyors with the aid of which objects can be supplied to a common discharge conveyor. The construction according to the invention can be used in the same manner as described below in such an installation provided with two supply conveyors and a single discharge conveyors and it is therefore intended that such a transport installation also falls within the scope of the claims.

1004772 21004772 2

Met de uitvinding wordt beoogd een eenvoudig en doelmatig mechanisme te verkrijgen voor het verstellen van de beide hulp-transporteurs tussen de beide verschillende standen.The object of the invention is to obtain a simple and efficient mechanism for adjusting the two auxiliary conveyors between the two different positions.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding kan dit worden 5 bereikt, doordat op de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs koppelstangen aangrijpen, waarvan de van de hulp-transporteurs afgekeerde uiteinden in op afstand van elkaar gelegen punten om draaiingsassen draaibaar zijn gekoppeld met een om een zwenkas verzwenkbaar koppelstuk, dat verzwenkbaar is met behulp van 10 een verstelci1inder, die ten opzichte van het koppelstuk verzwenkbaar is om een draaiingsas, die samenvalt met een draaiingsas waarom een koppelstang ten opzichte van het koppelstuk verzwenkbaar is.According to a first aspect of the invention, this can be achieved in that coupling rods engage on the mutually facing ends of the two auxiliary conveyors, the ends of which are remote from the auxiliary conveyors and are rotatably coupled about rotation axes with a about a pivot axis pivotable coupling piece, which is pivotable by means of an adjusting cylinder which is pivotable relative to the coupling piece about a pivot axis, which coincides with a pivot axis about which a coupling rod is pivotable relative to the coupling piece.

Door toepassing van de constructie kan men een eenvoudige en doelmatige opbouw alsmede een doelmatige koppeling van de ver-15 schillende ten opzichte van elkaar verzwenkbare delen verkrijgen onder het bewerkstelligen van een gunstige krachtoverdracht vanaf de ver-stelcilinder op het verzwenkbare koppelstuk.By using the construction, a simple and efficient construction as well as an effective coupling of the different pivotable parts can be obtained while effecting a favorable power transfer from the adjusting cylinder to the pivotable coupling piece.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding grijpen op de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs 20 koppelstangen aan, waarvan de van de hulptransporteurs afgekeerde uiteinden zijn gekoppeld met behulp van een verbindingsstuk, dat langs een geleiding verschuifbaar is in een richting dwars op de lengterichting van de beide koppelstangen.According to a second aspect of the invention, coupling ends are engaged on the mutually facing ends of the two auxiliary conveyors, the ends of which are remote from the auxiliary conveyors, are coupled by means of a connecting piece which is slidable along a guide in a direction transverse to the longitudinal direction of the two coupling rods.

Een dergelijke oplossing kan onder bepaalde inbouw-25 omstandigheden een gunstig alternatief bieden op een de koppelstangen verbindend koppelstuk.Under certain installation conditions, such a solution can offer a favorable alternative to a coupling piece connecting the coupling rods.

Volgens een derde aspect van de uitvinding grijpt op ieder van de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteur een met behulp van zijn eigen aandrijforgaan in zijn lengterichting 30 verplaatsbare drijfstang aan.According to a third aspect of the invention, a connecting rod which is movable in its longitudinal direction by means of its own drive member engages on each of the facing ends of the auxiliary conveyor.

Door toepassing van deze constructie kan de hoek waarover de ene hulptransporteur vanuit de ene stand naar de andere stand wordt verzwenkt onafhankelijk van de hoek waarover de andere hulptransporteur vanuit de ene stand naar de andere stand wordt verzwenkt, 35 worden bepaald, zodat een aan de bedrijfsomstandigheden en beschikbare i C 0 4 ƒ Ί 2 3 ruimte optimale instelling van de zwenkhoeken van de hulptransporteurs te realiseren is.By applying this construction, the angle over which the one auxiliary conveyor is pivoted from one position to the other can be determined independently of the angle over which the other auxiliary conveyor is pivoted from one position to the other, so that one can be adapted to the operating conditions. and available i C 0 4 ƒ Ί 2 3 space optimum adjustment of the swiveling angles of the auxiliary conveyors can be realized.

Volgens een vierde aspect van de uitvinding zijn de hulptransporteurs aan de van elkaar afgekeerde einden voorzien van 5 voor het verzwenken van de hulptransporteurs in draaiing te brengen aandrijforganen, die draaibaar zijn om draaiingsassen, die samenvallen met de draaiingsassen waarop de desbetreffende hulptransporteurs verzwenkbaar zijn.According to a fourth aspect of the invention, the auxiliary conveyors are provided at the remote ends of the auxiliary conveyors with rotary members which can be rotated for pivoting the auxiliary conveyors and which are rotatable about rotary axes which coincide with the rotary axes on which the respective auxiliary conveyors are pivotable.

Een dergelijke uitvoering maakt het aanbrengen respectieve-10 lijk aansluiten van verstelmiddelen op de nabij elkaar gelegen uit einden van de hulptransporteurs overbodig, hetgeen bij bepaalde opstellingen van de transportinstallatie van voordeel kan zijn in verband met de bij de op en neer beweegbare uiteinden van de hulp-transporteur beschikbare ruimte.Such an embodiment makes it unnecessary to fit or connect adjusting means to the adjacent ends of the auxiliary conveyors, which may be advantageous in certain arrangements of the conveyor installation in connection with the ends of the auxiliary movable up and down. -transporter available space.

15 Volgens een vijfde aspect van de uitvinding zijn de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteurs ieder voorzien van een gekromd tandsegment en zijn beide tandsegmenten in ingrijping met een gemeenschappelijk aandrijfrondsel.According to a fifth aspect of the invention, the facing ends of the auxiliary conveyors each have a curved tooth segment and both tooth segments are engaged with a common drive pinion.

Deze uitvoering kan leiden tot een compacte opbouw van het 20 mechanisme voor het verstellen van de beide hulptransporteurs in de nabijheid van de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de desbetreffende hulptransporteurs.This embodiment can lead to a compact construction of the mechanism for adjusting the two auxiliary conveyors in the vicinity of the mutually facing ends of the respective auxiliary conveyors.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoerings-25 vormen van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to some possible embodiments of the construction according to the invention shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont schematisch in perspectief een deel van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de uitvinding.Figure 1 schematically shows in perspective a part of a first exemplary embodiment of a transport installation according to the invention.

Figuur 2 toont schematisch in zijaanzicht een deel van een 30 tweede uitvoeringsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de uitvinding.Figure 2 schematically shows, in side view, a part of a second exemplary embodiment of a transport installation according to the invention.

Figuur 3 toont in zijaanzicht een deel van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de uitvinding.Figure 3 is a side view of part of a third exemplary embodiment of a transport installation according to the invention.

^ 0 0 4 i 7 2 4^ 0 0 4 i 7 2 4

Figuur 4 toont schematisch in perspectief een deel van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de uitvinding.Figure 4 schematically shows, in perspective, a part of a fourth exemplary embodiment of a transport installation according to the invention.

Figuur 5 toont schematisch in perspectief een deel van een 5 vijfde uitvoeringsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de uitvinding.Figure 5 schematically shows in perspective a part of a fifth embodiment of a transport installation according to the invention.

Figuur 6 toont schematisch in zijaanzicht een deel van een zesde uitvoeringsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de uitvinding.Figure 6 schematically shows, in side view, a part of a sixth embodiment of a transport installation according to the invention.

10 Figuur 7 toont schematisch in zijaanzicht een deel van een zevende uitvoeringsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de uitvinding.Figure 7 is a schematic side view of part of a seventh embodiment of a transport installation according to the invention.

Figuur 8 toont schematisch in zijaanzicht een deel van een achtste uitvoeringsvoorbeeld van een transportinstallatie volgens de 15 uitvinding.Figure 8 schematically shows, in side view, part of an eighth embodiment of a transport installation according to the invention.

In figuur 1 zijn de uiteinden van een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs 1 en 2 weergegeven. Op het weergegeven uiteinde van de afvoertransporteur 1 sluit een hulptransporteur 3 aan, welke in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door een 20 eindloze transportband 4, welke is geleid om een tweetal in een gestel 5 gelegerde omleidrollen 6. Het gestel 5 met de door het gestel ondersteunde onderdelen is verzwenkbaar om een as 7 waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn van de nabij het uiteinde van de afvoertransporteur 1 gelegen omleidrol 5.Figure 1 shows the ends of two discharge conveyors 1 and 2 arranged one above the other. An auxiliary conveyor 3, which in the embodiment shown is formed by an endless conveyor belt 4, which is guided around two deflecting rollers 6 mounted in a frame 5, is connected to the illustrated end of the discharge conveyor 1. Supported parts are pivotable about an axis 7 the center line of which coincides with the center line of the diverting roller 5 located near the end of the discharge conveyor 1.

25 In de in de figuur 1 in getrokken lijnen weergegeven stand van de hulptransporteur 3 ligt in het verlengde van deze hulptransporteur 3 een verdere hulptransporteur 8. Deze hulptransporteur 8 is eveneens voorzien van een eindloze transportband 9, die geleid is om een tweetal omleidrollen 10, die zijn gelegerd in een gestel 11.In the position of the auxiliary conveyor 3 shown in solid lines in Figure 1, a further auxiliary conveyor 8 is an extension of this auxiliary conveyor 3. This auxiliary conveyor 8 is also provided with an endless conveyor belt 9, which is guided around two deflecting rollers 10, who are stationed in a frame 11.

30 Deze hulptransporteur 8 is zwenkbaar om een as 12 waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn van de omleidrol 10, die aan het van de hulptransporteur 3 afgekeerde uiteinde van de hulptransporteur 8 is gelegen. Op het ter hoogte van de as 12 gelegen uiteinde van de hulptransporteur 8 sluit een niet nader weergegeven toevoer-35 transporteur aan.This auxiliary conveyor 8 is pivotable about an axis 12 whose axis coincides with the axis of the deflecting roller 10, which is located at the end of the auxiliary conveyor 8 remote from the auxiliary conveyor 3. A feed conveyor (not shown in more detail) connects to the end of the auxiliary conveyor 8 located at the height of the shaft 12.

100477ο 5100477ο 5

Aan weerszijden van de transportband 4 van de hulp- transporteur 3 sluiten op het gestel 5 de boveneinden van koppelstangen 13 scharnierbaar aan, zodanig, dat deze koppelstangen ten opzichte van het gestel 5 verdraaibaar zijn om zich evenwijdig aan de 5 draaiingsassen van de omleidtrommels 6 uitstrekkende scharnierassen.On either side of the conveyor belt 4 of the auxiliary conveyor 3, the top ends of coupling rods 13 pivotally connect to the frame 5, such that these coupling rods are rotatable relative to the frame 5 so as to extend parallel to the 5 axes of rotation of the deflecting drums 6 pivot shafts.

De ondereinden van de koppelstangen 13 zijn gekoppeld met deel van een koppelstuk 14 uitmakende driehoekige koppelplaten 15. Daarbij zijn de koppelstangen 13 scharnierend met het koppelstuk 14 verbonden met behulp van een zich tussen eerste hoekpunten van de beide op afstand 10 van elkaar gelegen koppelplaten 15 uitstrekkende as 16, die zich evenwijdig aan de omleidrollen 6, 10 van de hulptransporteurs 3, 8 uitstrekken. Het koppelstuk 14 is verder door een zich evenwijdig aan de as 16 en tussen tweede hoekpunten van de koppelplaten 15 uitstrekkende as 17 verzwenkbaar ondersteund door vast aan het gestel van 15 de transportinstallatie bevestigde steunen 18.The lower ends of the coupling rods 13 are coupled to triangular coupling plates 15 forming part of a coupling piece 14. The coupling rods 13 are hingedly connected to the coupling piece 14 by means of a coupling plate 15 extending between the first angular points of the two spaced apart plates 10. shaft 16, which extends parallel to the guide rollers 6, 10 of the auxiliary conveyors 3, 8. The coupling piece 14 is further pivotally supported by a shaft 17 extending parallel to the shaft 16 and between second angular points of the coupling plates 15 by supports 18 fixedly fixed to the frame of the transport installation.

Op soortgelijke wijze zijn met het naar de hulptransporteur 3 toegekeerde uiteinde van de hulptransporteur 8 de uiteinden gekoppeld van koppelstangen 19, die ieder met hun andere uiteinde scharnierend met het koppelstuk 14 zijn verbonden in een derde hoek-20 punt van een koppelplaat 15.Similarly, with the end of the auxiliary conveyor 8 facing the auxiliary conveyor 3, the ends of coupling rods 19 are coupled, each of which is hingedly connected to the coupling piece 14 at their third end in a third corner point of a coupling plate 15.

Op de zich tussen de aankoppel punten van de koppelstangen 13 aan het koppelstuk 14 uitstrekkende as 16 grijpt een zuigerstang 20 van een verstelcilinder 21 aan. Met behulp van deze verstelcilinder kan het koppelstuk 14 om de as 17 worden verdraaid, waardoor de 25 koppelstangen 13 en 19 in hoofdzaak in hun lengterichting zullen worden verplaatst om daarmede de beide hulptransporteurs 3, 8 vanuit de in figuur 1 in getrokken standen weergegeven posities te verzwenken naar de met stippellijnen weergegeven posities.A piston rod 20 of an adjusting cylinder 21 engages on the shaft 16 extending between the coupling points of the coupling rods 13 on the coupling piece 14. With the aid of this adjusting cylinder, the coupling piece 14 can be rotated about the shaft 17, whereby the coupling rods 13 and 19 will be displaced substantially in their longitudinal direction in order to move the two auxiliary conveyors 3, 8 from the positions shown in drawn in figure 1. pivot to the dotted lines.

Het zal duidelijk zijn, dat in de in figuur 1 met getrokken 30 lijnen weergegeven standen van de beide hulptransporteurs 3, 8 met behulp van de niet nader weergegeven toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen over de hulptransporteurs 8 en 3 kunnen worden verplaatst om te worden afgegeven aan de bovenste afvoertransporteur 1. In de in gestippelde standen van de beide hulptransporteurs waarin de hulp-35 transporteur 8 vanuit de met getrokken lijnen weergegeven stand naar beneden is verzwenkt en de hulptransporteur 3 vanuit de met getrokken 10047?“ 6 lijnen weergegeven stand naar boven is verzwenkt zullen met de toe-voertransproteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur 8 worden afgegeven op de onderste afvoertransporteur 2 waarop de hulptransporteur 8 met een uiteinde aansluit.It will be clear that in the positions of the two auxiliary conveyors 3, 8 shown in solid lines in Figure 1, objects supplied can be moved over the auxiliary conveyors 8 and 3 with the aid of the feed conveyor (not shown in more detail) in order to be delivered to the upper discharge conveyor 1. In the dotted positions of the two auxiliary conveyors in which the auxiliary conveyor 8 is pivoted downwards from the position shown with solid lines and the auxiliary conveyor 3 is pivoted upwards from the position shown with drawn 10047 lines. articles supplied with the feed transducer via the auxiliary conveyor 8 are delivered to the lower discharge conveyor 2 to which the auxiliary conveyor 8 connects with one end.

5 Zoals reeds hierboven uiteengezet kunnen de beide trans porteurs 1 en 2 ook worden gebruikt voor het toevoeren van goederen, welke goederen dan kunnen worden afgevoerd door de niet nader weergegeven transporteur, die aansluit op het ter hoogte van de as 12 gelegen uiteinde van de hulptransporteur 8. Hoewel dus in de be-10 schrijving en conclusies steeds wordt gesproken over een toevoer- transporteur en een tweetal boven elkaar gelegen afvoertransporteurs is het de bedoeling, dat dit zodanig moet worden verstaan, dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding de beide afvoertransporteurs ook toevoertransporteurs en de toevoertransporteur ook 15 een afvoertransporteur kan zijn.As already explained above, both conveyors 1 and 2 can also be used for supplying goods, which goods can then be removed by the conveyor (not shown in more detail), which connects to the end of the auxiliary conveyor located at the height of the axis 12 8. Although the description and claims always refer to a supply conveyor and two superimposed discharge conveyors, it is the intention that this should be understood in such a way that, within the spirit and scope of the invention, both discharge conveyors also supply conveyors and the supply conveyor can also be a discharge conveyor.

Verder is hierboven aangegeven, dat de hulptransporteurs zijn voorzien van eindloze transportbanden. Het zal echter duidelijk zijn, dat binnen de geest en beschermingsomvang de verschillende transporteurs niet slechts kunnen worden gevormd door band-20 transporteurs, maar ook bijvoorbeeld door rollentransporteurs of dergelijke waarbij ook een combinatie van rollentransporteurs en bandtransporteurs denkbaar is.It has furthermore been indicated above that the auxiliary conveyors are provided with endless conveyor belts. It will be clear, however, that within the spirit and scope of protection the different conveyors can be formed not only by belt conveyors, but also, for example, by roller conveyors or the like, whereby a combination of roller conveyors and belt conveyors is also conceivable.

Zoals schematisch in figuur 2 is weergegeven kunnen op de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs 3 en 25 8 de uiteinden van koppelstangen 22 en 23 scharnierend zijn aange sloten. De van de hulptransporteurs 3 en 8 afgekeerde uiteinden van de koppelstangen 22 en 23 zijn daarbij verbonden door een verbindingsstuk 24, bijvoorbeeld een verbindingsstang 24, waarmede de koppelstangen 22 en 23 eveneens scharnierend zijn gekoppeld. Dit verbindingsstuk 24 is 30 rechtlijnig verschuifbaar geleid in een geleidingsorgaan 25, dat vast bevestigd is aan het niet nader weergegeven gestel van de transport-install atie. Met behulp van een niet nader weergegeven aandrijforgaan, bijvoorbeeld een verstelcilinder of dergelijke, kan het verbindingsstuk 24 in de geleiding 25 heen en weer worden geschoven zoals aange-35 duid met de pijl A, waarbij een verschuiving van het verbindingsstuk 24 een verzwenking van de hulptransporteurs 3 en 8 vanuit de in figuur ion/—- 7 2 in getrokken lijnen weergegeven standen naar de in figuur 2 met stippellijnen aangeduide standen en omgekeerd zal bewerkstelligen.As is schematically shown in figure 2, the ends of coupling rods 22 and 23 can be hingedly connected to the ends of the two auxiliary conveyors 3 and 25 facing each other. The ends of the coupling rods 22 and 23 remote from the auxiliary conveyors 3 and 8 are thereby connected by a connecting piece 24, for instance a connecting rod 24, with which the coupling rods 22 and 23 are also hingedly coupled. This connecting piece 24 is guided in a rectilinearly sliding manner in a guiding member 25, which is fixedly attached to the frame of the transport installation (not shown in more detail). With the aid of a drive member (not shown in more detail), for instance an adjusting cylinder or the like, the connecting piece 24 can be slid back and forth in the guide 25 as indicated by the arrow A, whereby a displacement of the connecting piece 24 pivots the auxiliary conveyors. 3 and 8 from the positions shown in solid lines in FIG. 2 to the positions indicated by dotted lines in FIG. 2 and vice versa.

Bij de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm zijn op de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteurs 3 en 8 5 scharnierend aangesloten koppelstangen 26 en 27 aan hun van de hulptransporteurs afgekeerde uiteinden eveneens verbonden met een koppelstuk 28.In the embodiment shown in figure 3, coupling rods 26 and 27 hingedly connected to the ends of the auxiliary conveyors 3 and 8 facing each other are also connected to a coupling piece 28 at their ends remote from the auxiliary conveyors.

Dit koppelstuk 28 werkt samen met een vast in het gestel van de transportinstallatie opgesteld geleidingsorgaan 29 dat is 10 voorzien van een tweetal gekromde geleidingsbanen 30 en 31, die zich ieder van hun hoogste punt, dat nabij het hoogste punt van de andere geleidingsbaan is gelegen in een van de andere geleidingsbanen en van de hulptransporteurs afgekeerde richting uitstrekken. Daarbij is het ene uiteinde van het verbindingsstuk 28 verplaatsbaar langs de ene 15 geleidingsbaan en het andere uiteinde van het verbindingsstuk 28 verplaatsbaar langs de andere geleidingsbaan. De verplaatsing van het koppelstuk kan weer worden bewerkstelligd met behulp van een niet nader weergegeven aandrijforgaan, zoals een verstelci1inder of dergelijke. Bij verplaatsing van het koppelstuk vanuit de in figuur 3 20 weergegeven stand zal het gezien in figuur 3 rechter uiteinde van het koppelstuk langs de geleidingsbaan 30 omhoog bewegen in de richting van de hulptransporteurs, terwijl het langs de geleidingsbaan 31 beweegbare uiteinde van het koppelstuk langs de geleidingsbaan 31 naar beneden zal bewegen in een van de hulptransporteurs afgekeerde 25 richting. Dit heeft een verzwenking van de hulptransporteurs 3 en 8 vanuit de in getrokken lijnen weergegeven stand naar de met stippellijnen aangeduide stand tot gevolg. Door het koppelstuk in tegenstelde richting te bewegen zullen dan de hulptransporteurs weer in de in getrokken lijnen weergegeven stand kunnen worden teruggebracht.This coupling piece 28 cooperates with a guide member 29 fixedly disposed in the frame of the conveying installation and provided with two curved guide tracks 30 and 31, each of which is located from their highest point, which is located near the highest point of the other guide track extend one direction from the other guideways and from the auxiliary conveyors. One end of the connecting piece 28 is movable along the one guide track and the other end of the connecting piece 28 is movable along the other guide track. The displacement of the coupling piece can again be effected by means of an actuator (not shown in more detail), such as an adjusting cylinder or the like. When the coupling piece is displaced from the position shown in figure 3, the right end of the coupling piece seen in figure 3 will move upwards along the guide track 30 towards the auxiliary conveyors, while the end of the coupling piece movable along the guide track 31 along the guide track guide track 31 will move downwards in a direction away from the auxiliary conveyors. This results in a pivoting of the auxiliary conveyors 3 and 8 from the position shown in solid lines to the position indicated by dotted lines. By moving the coupling piece in the opposite direction it will then be possible to return the auxiliary conveyors to the position shown in full lines.

30 Bij de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm van de transportinstallatie zijn met de hulptransporteur 3 de uiteinden gekoppeld van drijfstangen 32 van verstelcilinders 33. Op soortgelijke wijze zijn met de hulptransporteur 8 de uiteinden gekoppeld van drijfstangen 34 van verstelci1inders 35. De met behulp van aandrijf-35 organen vormende verstel cilinders 33 verplaatsbare drijfstangen 32 worden dus onafhankelijk van de met behulp van aandrijforganen *004772 8 vormende verstelcilinders 35 verplaatsbare drijfstangen 34 aangedreven. Een mogelijkheid hierbij is onder meer, dat de ene hulp-transporteur bij het verzwenken tussen de beide voor bedrijf geschikte standen over een andere hoek kan worden verzwenkt dan de andere 5 hulptransporteur. Doordat verder onderlinge mechanische verbinding met koppelstangen of koppelstukken tussen de verschillende aandrijforganen ontbreekt is hier een grotere vrijheid van opstelling mogelijk.In the embodiment of the transport installation shown in figure 4, the ends of connecting rods 32 of adjusting cylinders 33 are coupled to the auxiliary conveyor 3. Similarly, the ends of connecting rods 34 of adjusting cylinders 35 are coupled to the auxiliary conveyor 8. Adjusting cylinders 33 movable connecting rods 32 forming members means are thus driven independently of the connecting rods 34 displaceable with the aid of adjusting cylinders 35 forming actuating members. One possibility here is, inter alia, that one auxiliary conveyor can be pivoted through a different angle than the other auxiliary conveyor when pivoting between the two positions suitable for operation. Because there is also no mutual mechanical connection with coupling rods or coupling pieces between the different drive members, greater freedom of arrangement is possible here.

Een verdere variant op deze in figuur 4 weergegeven uitvoering kan worden verkregen indien men drijfstangen toepast, die 10 van uitwendige schroefdraad zijn voorzien en ze laat samenwerken met moeren, die in draaiing te brengen zijn om de van schroefdraad voorziene drijfstangen in de lengterichting te verplaatsen.A further variant of this embodiment shown in Figure 4 can be obtained by using connecting rods which are externally threaded and allowing them to cooperate with nuts which can be rotated to move the threaded connecting rods in the longitudinal direction.

Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm, waarbij de nabij de van elkaar afgekeerde uiteinden van de hulptransporteurs 3 en 8 gelegen 15 assen 7 en 12 vast zijn verbonden met de gestellen 5 respectievelijk 11 van de hulptransporteurs. Daarbij zijn de assen 7 en 12 rechtstreeks verbonden met de uitgaande assen van aandrijforganen vormende motoren 36 respectievelijk motor-vertragingskasten. Een voordeel van deze opstelling is, dat er nabij de naar elkaar toegekeerde uiteinden 20 van de hulptransporteurs geen aandrijfmiddelen of dergelijke aan de hulptransporteurs gekoppeld zijn, hetgeen onder bepaalde omstandigheden wat betreft beschikbare ruimte en dergelijke van voordeel kan zijn.Figure 5 shows an embodiment in which the shafts 7 and 12 located near the ends of the auxiliary conveyors 3 and 8 facing away from each other are fixedly connected to the frames 5 and 11 of the auxiliary conveyors, respectively. In addition, the shafts 7 and 12 are directly connected to the output shafts of motors 36 forming motor gear units and gearboxes. An advantage of this arrangement is that no drive means or the like are coupled to the auxiliary conveyors near the ends 20 of the auxiliary conveyors which face each other, which may be advantageous in certain circumstances as regards available space and the like.

Een variant op deze uitvoering is weergegeven in figuur 6, 25 waarbij aan de assen 7 en 12 tandwielen 37 zijn bevestigd, die in ingrijping zijn met rondsels 38. Deze rondsels kunnen ieder met behulp van een niet nader weergegeven motor worden aangedreven.A variant of this embodiment is shown in figures 6, 25 in which gears 37 and 12 are mounted on the shafts 7 and 12, which mesh with pinions 38. These pinions can each be driven by means of a motor (not shown in more detail).

Een verdere variant op deze uitvoeringsvorm is weergegeven in figuur 7, waarbij aan de assen 7 en 12 aandri jforganen in de vorm 30 van riemschijven 39 zijn bevestigd. Over deze riemschijven 39 en verdere riemschijven 40-42 is een eindloze riem 43 geleid. Daarbij is de riemschijf 42 met behulp van een motor 43’ in draaiing te brengen voor het verplaatsen van de riem 43 in zijn lengterichting.A further variant of this embodiment is shown in figure 7, in which drive shafts in the form of pulleys 39 are attached to the shafts 7 and 12. An endless belt 43 is guided over these pulleys 39 and further pulleys 40-42. In addition, the pulley 42 can be rotated by means of a motor 43 for moving the belt 43 in its longitudinal direction.

Het zal duidelijk zijn, dat indien de riem 43 wordt 35 verplaatst in de richting volgens pijl b de hulptransporteurs 3 en 8 vanuit de in figuur 7 met getrokken lijnen weergegeven stand zullen t 0 0 477- 9 worden verzwenkt naar de in figuur 7 met stippellijnen weergegeven stand. Bij aandrijving van de riem 43 in een richting tegengesteld aan pijl B zal weer een omgekeerde verzwenking van de hulptransporteurs 3 en 8 plaatvinden.It will be clear that if the belt 43 is moved in the direction according to arrow b, the auxiliary conveyors 3 and 8 will be pivoted from the position shown in solid lines in Figure 7 to the dotted lines in Figure 7. displayed mode. When the belt 43 is driven in a direction opposite to arrow B, a reverse pivoting of the auxiliary conveyors 3 and 8 will again take place.

5 Zoals verder uit de figuur 7 duidelijk zal zijn kan de riemschijf 40 zijn bevestigd aan een as 44, die vast verbonden is met het gestel van een verdere hulptransporteur 45, zodat deze bij aandrijving van de riem 43 ook op soortgelijke wijze als de hulptransporteurs 3 en 8 kan worden verzwenkt, hetgeen van nut kan zijn 10 bij transportinstallaties, die een andere combinatie van toevoer en/of afvoertransporteurs hebben dan hierboven is uiteengezet. Indien de transporteur 45 niet moet worden verzwenkt zal de riemschijf 40 vrij draaibaar zijn.As will further be apparent from Figure 7, the pulley 40 can be attached to a shaft 44, which is fixedly connected to the frame of a further auxiliary conveyor 45, so that when the belt 43 is driven, it also functions in a similar manner as the auxiliary conveyors 3 and 8 can be pivoted, which can be useful in conveying installations which have a different combination of supply and / or discharge conveyors than has been explained above. If the conveyor 45 is not to be pivoted, the pulley 40 will be freely rotatable.

Een andere mogelijkheid om de hulptransporteurs met behulp 15 van een motor te verzwenken in plaats van bijvoorbeeld met verstel- cilinders is weergegeven in figuur 8. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een enkele motor, die nabij de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs 3 en 8 is opgesteld en op de uitgaande as, waarvan een tandwiel 46 is bevestigd. Dit tandwiel of 20 aandrijfrondsel 46 is in ingrijping met een gekromd tandsegment 47, dat is bevestigd aan het nabij gelegen uiteinde van de hulptransporteur 3 en met een gekromd tandsegment 48, dat bevestigd is aan het nabij gelegen uiteinde van de hulptransporteur 8. Het zal duidelijk zijn, dat afhankelijk van de draairichting van het aandrijf-25 rondsel 46 de hulptransporteurs 3 en 8 vanuit de in figuur 8 met getrokken lijnen weergegeven stand kunnen worden verzenkt naar de met stippellijnen aangeduide stand en omgekeerd.Another possibility for pivoting the auxiliary conveyors with the aid of a motor instead of, for example, with adjusting cylinders is shown in figure 8. Here, a single motor can be used, which is located near the opposite ends of the two auxiliary conveyors 3. and 8 is arranged and on the output shaft, of which a gear wheel 46 is mounted. This gear or drive pinion 46 meshes with a curved tooth segment 47 attached to the adjacent end of the auxiliary conveyor 3 and with a curved tooth segment 48 attached to the adjacent end of the auxiliary conveyor 8. It will be apparent that Depending on the direction of rotation of the drive pinion 46, the auxiliary conveyors 3 and 8 can be pivoted from the position shown in solid lines in Figure 8 to the position indicated by dotted lines and vice versa.

, L 0 47 7 2, L 0 47 7 2

Claims (13)

1. Transportinstallatie voorzien van ten minste een toevoer-transporteur en van ten minste een tweetal boven elkaar opgestelde 5 afvoertransporteurs, waarbij nabij een afvoereinde van de toevoer-transporteur een hulptransporteur is opgesteld, welke om een nabij het afvoereinde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de ene afvoer-10 transporteur kunnen worden toegevoerd en een tweede stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de andere afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd, terwijl een tweede hulptransporteur is aangebracht, welke aansluit op een van beide afvoertransporteurs en ten opzichte van deze 15 afvoertransporteur om een nabij een uiteinde van de afvoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs nabij elkaar zijn gelegen en een tweede stand, waarin het van de afvoertransporteur afgekeerde uiteinde van de tweede hulptransporteur ten 20 opzichte van de eerste stand omhoog gezwenkt is, met het kenmerk, dat op de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs koppelstangen aangrijpen waarvan de van de hulptransporteurs afgekeerde uiteinden in op afstand van elkaar gelegen punten om draaiings- assen draaibaar zijn gekoppeld met een om een zwenkas verzwenkbaar 25 koppelstuk, dat verzwenkbaar is met behulp van een verstelcilinder, die ten opzichte van het koppelstuk verzwenkbaar is om een draaiings-as, die samenvalt met een draaiingsas waarom een koppelstang ten opzichte van het koppelstuk zwenkbaar is.1. Transport installation provided with at least one supply conveyor and with at least two discharge conveyors arranged one above the other, wherein an auxiliary conveyor is arranged near a discharge end of the supply conveyor, which pivot is arranged about a pivot axis located near the discharge end of the supply conveyor. between a first position, in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to the one discharge conveyor and a second position, in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to the other discharge conveyor, while a second auxiliary conveyor is arranged, which connects to one of the two discharge conveyors and is pivotable relative to this discharge conveyor about a pivot axis located near one end of the discharge conveyor between a first position, in which the ends of the facing one another The auxiliary conveyors are located adjacent to each other and a second position in which the end of the second auxiliary conveyor remote from the discharge conveyor is pivoted upwardly relative to the first position, characterized in that coupling rods engage on the ends of the two auxiliary conveyors whose ends remote from the auxiliary conveyors are pivotally coupled about pivot axes at spaced points from each other with a coupling pivotable about a pivot axis, pivotable by means of an adjusting cylinder pivotable relative to the coupling pivot about a pivot -axis, which coincides with a rotary axis why a coupling rod is pivotable relative to the coupling piece. 2. Transportinstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat de verstelcilinder op het koppelstuk aangrijpt in een punt, dat is gelegen tussen de aankoppel punten van een tweetal koppelstangen, die aan weerszijden van een hulptransporteur aan de desbetreffende hulptransporteur zijn gekoppeld.2. Transport installation according to claim 1, characterized in that the adjusting cylinder engages the coupling piece at a point located between the coupling points of two coupling rods, which are coupled on either side of an auxiliary conveyor to the relevant auxiliary conveyor. 3. Transportinstallatie voorzien van ten minste een toevoer- 35 transporteur en van ten minste een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs, waarbij nabij een afvoereinde van de toevoer- • v <J , 7 2 transporteur een hulptransporteur is opgesteld, welke om een nabij het afvoereinde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de ene afvoer-5 transporteur kunnen worden toegevoerd en een tweede stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de andere afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd, terwijl een tweede hulptransporteur is aangebracht, welke aansluit op een van beide afvoertransporteurs en ten opzichte van deze 10 afvoertransporteur om een nabij een uiteinde van de afvoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs nabij elkaar zijn gelegen en een tweede stand, waarin het van de afvoertransporteur afgekeerde uiteinde van de tweede hulptransporteur ten 15 opzichte van de eerste stand omhoog gezwenkt is, met het kenmerk, dat op de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs koppelstangen aangrijpen, waarvan de van de hulptransporteurs afgekeerde uiteinden zijn gekoppeld met behulp van een verbindingsstuk, dat langs een geleiding verschuifbaar is in een richting dwars op de 20 lengterichting van de beide koppelstangen.3. Transport installation provided with at least one supply conveyor and with at least two discharge conveyors arranged one above the other, wherein an auxiliary conveyor is arranged near a discharge end of the supply conveyor, which is arranged around a discharge end close to the discharge end. pivot axis located from the supply conveyor is pivotable between a first position, in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to the one discharge conveyor and a second position, in which objects supplied with the aid of the supply conveyor via the auxiliary conveyor the other discharge conveyor can be supplied, while a second auxiliary conveyor is arranged, which connects to one of the two discharge conveyors and is pivotable relative to this discharge conveyor about a pivot axis located near one end of the discharge conveyor between a first position, in which the facing one another ends of the two auxiliary conveyors are adjacent to each other and a second position in which the end of the second auxiliary conveyor remote from the discharge conveyor is pivoted upwards relative to the first position, characterized in that the ends of the two facing each other auxiliary conveyors engage coupling rods, the ends of which are remote from the auxiliary conveyors are coupled by means of a connecting piece which is slidable along a guide in a direction transverse to the longitudinal direction of the two coupling rods. 4. Transportinstallatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een koppelstuk rechtlijnig verschuifbaar is.Transport installation according to claim 3, characterized in that a coupling piece can be moved rectilinearly. 5. Transportinstallatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de uiteinden van het koppelstuk verschuifbaar zijn langs een 25 tweetal gekromde geleidingsbanen, waarbij iedere geleidingsbaan zich vanaf zijn hoogste punt in een van de andere baan en van de hulptransporteurs afgekeerde richting uitstrekt.5. Transport installation according to claim 3, characterized in that the ends of the coupling piece are slidable along two curved guide tracks, each guide track extending from its highest point in a direction away from the other track and from the auxiliary conveyors. 6. Transportinstallatie voorzien van ten minste een toevoertransporteur en van ten minste een tweetal boven elkaar opgestelde 30 afvoertransporteurs, waarbij nabij een afvoereinde van de toevoer transporteur een hulptransporteur is opgesteld, welke om een nabij het afvoereinde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de ene afvoer-35 transporteur kunnen worden toegevoerd en een tweede stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de - · ·/§ hulptransporteur naar de andere afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd, terwijl een tweede hulptransporteur is aangebracht, welke aansluit op een van de beide afvoertransporteurs en ten opzichte van deze afvoertransporteur om een nabij een uiteinde van de afvoer-5 transporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulp-transporteurs nabij elkaar zijn gelegen en een tweede stand, waarin het van de afvoertransporteur afgekeerde uiteinde van de tweede hulptransporteur ten opzichte van de eerste stand omhoog gezwenkt is, 10 met het kenmerk, dat op ieder van de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteur een met behulp van zijn eigen aandrijforgaan in zijn lengterichting verplaatsbare drijfstang aangrijpt.6. Conveying installation provided with at least one supply conveyor and with at least two discharge conveyors arranged one above the other, wherein an auxiliary conveyor is arranged near a discharge end of the supply conveyor, which pivot is arranged about a pivot axis located near the discharge end of the supply conveyor between a first position, in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to one discharge conveyor and a second position, in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to the other discharge conveyor while a second auxiliary conveyor is arranged, which connects to one of the two discharge conveyors and is pivotable relative to this discharge conveyor about a pivot axis located near one end of the discharge conveyor between a first position, in which the facing onion ends of the two auxiliary conveyors are adjacent to each other and a second position, in which the end of the second auxiliary conveyor remote from the discharge conveyor is pivoted upwards relative to the first position, characterized in that on each of the facing ends of the auxiliary conveyor engages a connecting rod movable in its longitudinal direction by means of its own driving member. 7. Transportinstallatie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de drijfstang deel uitmaakt van een verstelcilinder.Transport installation according to claim 6, characterized in that the connecting rod forms part of an adjusting cylinder. 8. Transportinstallatie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de drijfstang aan zijn buitenomtrek is voorzien van schroefdraad en met behulp van een in draaiing te brengen moer in zijn lengterichting verplaatsbaar is.Transport installation according to claim 6, characterized in that the connecting rod is threaded on its outer circumference and can be moved in its longitudinal direction by means of a nut which can be rotated. 9. Transportinstallatie voorzien van ten minste een toevoer- 20 transporteur en van ten minste een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs, waarbij nabij een afvoereinde van de toevoer-transporteur een hulptransporteur is opgesteld, welke om een nabij het afvoereinde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur 25 toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de ene afvoer transporteur kunnen worden toegevoerd en een tweede stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de andere afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd, terwijl een tweede hulptransporteur is aangebracht, welke 30 aansluit op een van beide afvoertransporteurs en ten opzichte van deze afvoertransporteur om een nabij een uiteinde van de afvoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs nabij elkaar zijn gelegen en een tweede stand, waarin het van de afvoer- 35 transporteur afgekeerde uiteinde van de tweede hulptransporteur ten opzichte van de eerste stand omhoog gezwenkt is, met het kenmerk, dat de hulptransporteurs aan de van elkaar afgekeerde einden zijn voorzien van voor het verzwenken van de hulptransporteurs in draaiing te brengen aandrijforganen, die draaibaar zijn om draaiingsassen, die samenvallen met de draaiingsassen waarom de desbetreffende hulp- 5 transporteurs verzwenkbaar zijn.9. Transport installation provided with at least one supply conveyor and with at least two discharge conveyors arranged one above the other, wherein an auxiliary conveyor is arranged near a discharge end of the supply conveyor, which pivot is arranged about a pivot axis located near the discharge end of the supply conveyor. between a first position in which articles supplied with the aid of the supply conveyor 25 can be supplied via the auxiliary conveyor to the one discharge conveyor and a second position in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to the other discharge conveyor, while a second auxiliary conveyor is provided, which connects to one of the two discharge conveyors and is pivotable relative to this discharge conveyor about a pivot axis located near one end of the discharge conveyor between a first position, in which the ends of the facing one another the two auxiliary conveyors are located adjacent to each other and a second position in which the end of the second auxiliary conveyor remote from the discharge conveyor is pivoted upwards relative to the first position, characterized in that the auxiliary conveyors are at the ends remote from each other provided with actuators rotatable for pivoting the auxiliary conveyors, which are rotatable about rotary axes, which coincide with the rotary axes for which the respective auxiliary conveyors are pivotable. 10. Transportinstallatie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat bij de van elkaar afgekeerde uiteinden van de hulptransporteurs iedere hulptransporteur een met het gestel van de desbetreffende hulptransporteur verbonden as omvat, die rechtstreeks is aangesloten 10 op de uitgaande as van een motor respectievelijk motor-vertragings-kast.10. Transport installation according to claim 9, characterized in that at the remote ends of the auxiliary conveyors each auxiliary conveyor comprises a shaft connected to the frame of the respective auxiliary conveyor, which is directly connected to the output shaft of a motor or motor respectively. delay box. 11. Transportinstallatie volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat bij de van elkaar afgekeerde uiteinden van de hulptransporteurs iedere hulptransporteur een met het gestel van de desbetreffende 15 hulptransporteur verbonden as omvat waaraan een tandwiel is bevestigd, dat in ingrijping is met een rondsel van een aandrijfmotor.11. Conveyor installation according to claim 10, characterized in that at the remote ends of the auxiliary conveyors, each auxiliary conveyor comprises a shaft connected to the frame of the respective auxiliary conveyor to which is attached a gear wheel, which meshes with a pinion of a drive motor. 12. Transportinstallatie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat bij de van elkaar afgekeerde uiteinden van de hulptransporteurs iedere hulptransporteur een met het gestel van de desbetreffende 20 hulptransporteur verbonden as omvat, waaraan een riemschijf is bevestigd, terwijl over de riemschijven een aandrijfriem is geleid.12. Conveyor installation according to claim 9, characterized in that at the remote ends of the auxiliary conveyors each auxiliary conveyor comprises a shaft connected to the frame of the respective auxiliary conveyor, to which a pulley is attached, while a drive belt is guided over the pulleys . 13. Transportinstallatie voorzien van ten minste een toevoer- transporteur en van ten minste een tweetal boven elkaar opgestelde afvoertransporteurs, waarbij nabij een afvoereinde van de toevoer- 25 transporteur een hulptransporteur is opgesteld, welke om een nabij het afvoereinde van de toevoertransporteur gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin met behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de ene afvoer-transporteur kunnen worden toegevoerd en een tweede stand, waarin met 30 behulp van de toevoertransporteur toegevoerde voorwerpen via de hulptransporteur naar de andere afvoertransporteur kunnen worden toegevoerd, terwijl een tweede hulptransporteur is aangebracht, welke aansluit op een van beide afvoertransporteurs en ten opzichte van deze afvoertransporteur om een nabij een uiteinde van de afvoertransporteur 35 gelegen zwenkas verzwenkbaar is tussen een eerste stand, waarin de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de beide hulptransporteurs nabij 1004772 elkaar zijn gelegen en een tweede stand, waarin het van de afvoer-transporteur afgekeerde uiteinde van de tweede hulptransporteur ten opzichte van de eerste stand omhoog gezwenkt is, met het kenmerk, dat de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de hulptransporteurs ieder 5 zijn voorzien van een gekromd tandsegment en beide tandsegmenten in ingrijping zijn met een gemeenschappelijk aandrijfrondsel. 1°047?213. Transport installation provided with at least one supply conveyor and with at least two discharge conveyors arranged one above the other, wherein an auxiliary conveyor is arranged near a discharge end of the supply conveyor, which pivot is arranged about a pivot axis located near the discharge end of the supply conveyor. between a first position, in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor to the one discharge conveyor and a second position, in which objects supplied with the aid of the supply conveyor can be supplied via the auxiliary conveyor, to the other discharge conveyor, while a second auxiliary conveyor is arranged, which connects to one of the two discharge conveyors and is pivotable relative to this discharge conveyor about a pivot axis located near one end of the discharge conveyor 35 between a first position, in which the ends facing each other of the two auxiliary conveyors located close to 1004772 and a second position, in which the end of the second auxiliary conveyor remote from the discharge conveyor is pivoted upwards relative to the first position, characterized in that the ends of the auxiliary conveyors that face each other 5 each have a curved tooth segment and both tooth segments engage with a common drive pinion. 1 ° 047? 2
NL1004772A 1996-12-13 1996-12-13 Transport installation. NL1004772C2 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004772A NL1004772C2 (en) 1996-12-13 1996-12-13 Transport installation.
GB9726113A GB2320235A (en) 1996-12-13 1997-12-10 Conveying plant
DE1997155204 DE19755204A1 (en) 1996-12-13 1997-12-12 Conveyor system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004772A NL1004772C2 (en) 1996-12-13 1996-12-13 Transport installation.
NL1004772 1996-12-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004772C2 true NL1004772C2 (en) 1998-06-17

Family

ID=19764045

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004772A NL1004772C2 (en) 1996-12-13 1996-12-13 Transport installation.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE19755204A1 (en)
GB (1) GB2320235A (en)
NL (1) NL1004772C2 (en)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20004896U1 (en) 2000-03-17 2000-09-21 Beumer Maschinenfabrik Gmbh & Co. Kg, 59269 Beckum General cargo continuous conveyor
CA2437268C (en) * 2001-02-02 2016-05-03 Siemens Aktiengesellschaft Vertical diverter assembly
GB2425104B (en) * 2005-04-16 2008-09-17 Spectral Fusion Techno Limited Object sorting system
DE102008020228B4 (en) * 2008-04-22 2018-10-31 Bizerba SE & Co. KG sorter
DE102011017420A1 (en) * 2011-04-18 2012-10-18 Weber Maschinenbau Gmbh Breidenbach Device for conveying products
CN205387218U (en) * 2016-01-13 2016-07-20 登封市启明轩程控设备有限公司 Vermicelli packagine machine extension material feeding unit
CN107826716B (en) * 2017-10-25 2019-07-16 宁波市奉化智牛自动化设备设计有限公司 A kind of vibrating disk spring leaf process units
CN111302009B (en) * 2020-03-12 2021-02-26 科捷智能科技股份有限公司 Crank arm swinging and rotating conveying device and method thereof

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3093236A (en) * 1959-12-21 1963-06-11 Wilkie Company Deflector mechanism
NL6604786A (en) * 1965-04-07 1966-10-10
US3465870A (en) * 1967-10-11 1969-09-09 Ermanco Inc Diverter for conveyor systems
FR2318810A1 (en) * 1975-07-22 1977-02-18 Ppg Industries Inc BIFURCATION MECHANISM FOR CONVEYOR
EP0444734A1 (en) * 1990-02-19 1991-09-04 Vanderlande Industries Nederland B.V. Conveyor
NL9100910A (en) * 1991-05-28 1992-12-16 Vanderlande Ind Nederland Transport system with two discharge conveyors - which has two hinging auxiliary conveyors between feed conveyor and top discharge conveyor

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1254217B (en) * 1992-02-25 1995-09-14 SELECTIVE TRANSFER DEVICE FOR PRODUCT FILES BETWEEN PAIRS OF CONVEYOR BELTS
IT1276144B1 (en) * 1995-11-16 1997-10-27 Cml Handling Technology S P A APPARATUS AND METHOD FOR LOADING OBJECTS ON A SORTING MACHINE WITH TRANSPORT PLANS ON TWO LEVELS
DE19603125C2 (en) * 1996-01-29 1997-11-20 Wilhelm Hogenkamp Verpackungst Transfer device for objects arriving in transverse rows or groups onto a discharge conveyor

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3093236A (en) * 1959-12-21 1963-06-11 Wilkie Company Deflector mechanism
NL6604786A (en) * 1965-04-07 1966-10-10
US3465870A (en) * 1967-10-11 1969-09-09 Ermanco Inc Diverter for conveyor systems
FR2318810A1 (en) * 1975-07-22 1977-02-18 Ppg Industries Inc BIFURCATION MECHANISM FOR CONVEYOR
EP0444734A1 (en) * 1990-02-19 1991-09-04 Vanderlande Industries Nederland B.V. Conveyor
NL9100910A (en) * 1991-05-28 1992-12-16 Vanderlande Ind Nederland Transport system with two discharge conveyors - which has two hinging auxiliary conveyors between feed conveyor and top discharge conveyor

Also Published As

Publication number Publication date
GB2320235A (en) 1998-06-17
DE19755204A1 (en) 1998-07-23
GB9726113D0 (en) 1998-02-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2004522671A6 (en) Device for redirecting the flow of goods
JP2004522671A (en) Device for redirecting the flow of goods
CN1054348C (en) Conveyor system for divergence and convergence
CN1938206B (en) Apparatus for diverting a stream of articles
KR880000616B1 (en) Workpiece loading / unloading device for a press or the like
US7124876B2 (en) Diverter
US4696386A (en) Conveyor system diverter turn assembly
NL1004772C2 (en) Transport installation.
AU2002336276A1 (en) Apparatus for diverting a stream of articles
US20030019726A1 (en) Transfer device for use between two conveyors
AU2001285742B2 (en) Shuttle top diverter
US6508153B1 (en) Conveyor product transfer apparatus and method
US4618057A (en) Chain-link belt conveyor with adjustable parallel offset and variable radius guide
US4572353A (en) Reversible stow conveyor track
CN1071268C (en) Conveyer and usage
US4759434A (en) Drive mechanism for a conveyor
CN1089706C (en) Product conveying assembly
US5390525A (en) Indexing conveyor for a die transfer system
US5165517A (en) Combiner for streams of articles, such as bottles
US6443062B2 (en) Paddle-wheel deliverer
JPH085143Y2 (en) High speed sorting machine
JPH08282835A (en) Conveyor equipment
CN113387124A (en) Conveying line capable of adjusting discharging position
RU2172289C2 (en) Transporting device
CA2137093C (en) Indexing conveyor for a die transfer system

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030701