Hoofdcoach was Henk van Stee, die bezig was aan zijn eerste seizoen in Kralingen. Hij was de opvolger van Adrie Koster. Onder leiding van Van Stee eindigde Excelsior op de tweede plaats in de eindrangschikking, vlak achter FC Den Bosch dat slechts op basis van een beter doelsaldo (+37 tegen +31) rechtstreeks naar de Eredivisie promoveerde.
Excelsior was veroordeeld tot de nacompetitie en legde het daarin af tegen De Graafschap en Heracles Almelo. De ploeg eindigde als derde in groep B. FC Volendam werd laatste en degradeerde uit de Eredivisie.
In het bekertoernooi verloor Excelsior in de derde ronde van stadgenoot Sparta Rotterdam (0-2), nadat in de eerste twee ronden was afgerekend met achtereenvolgens FC Vinkenslag (0-5) en VVV-Venlo (2-0). Topscorer werd aanvaller Mounir El Hamdaoui met 17 treffers in 33 competitieduels.
Van Stee had zijn handen vol aan El Hamdaoui, die destijds bij Excelsior bekendstond als een groeibriljant en enfant terrible. Van Stee zette hem tweemaal terug naar de beloften. "Beiden botsten dit seizoen al driemaal, voor het eerst direct in de voorbereiding", aldus het voetbalweekblad Voetbal International[1]. "Begin oktober escaleerde de situatie opnieuw en moest El Hamdaoui een week met het tweede elftal meetrainen. Ruim twee weken geleden zette Van Stee zijn topscorer andermaal terug naar de beloften. Hij laakte de houding van de spits, die niet bij een profvoetballer zou passen, en noemde hem een storende factor.”