Liouville-functie
De Liouville-functie, aangeduid met en genoemd naar de Franse wiskundige Joseph Liouville, is een functie in de getaltheorie die verband houdt met het aantal priemdelers van het positieve natuurlijke getal .
Definitie
[bewerken | brontekst bewerken]Laat een positief natuurlijk getal zijn en het aantal priemfactoren van , dan is de Liouville-functie gedefinieerd door:
en voor
Het aantal priemfactoren van kan afgelezen uit de (rij[1]).
Meervoudige factoren worden in ook meervoudig geteld; bijvoorbeeld is , want 12 = 2×2x3 en de priemdeler 2 wordt tweemaal geteld. Dus is . Voor geldt omdat 13 een priemgetal is, en dus is ook , zoals voor alle priemgetallen.
De Liouville-functie neemt slechts de waarden +1 en -1 aan, afhankelijk ervan of het argument een even of een oneven aantal priemdelers (meervoudig geteld) heeft.
Verband met de Riemann-zèta-functie
[bewerken | brontekst bewerken]De Riemann-zèta-functie , waarin een complex getal is met reëel deel > 1, wordt gedefinieerd als:
Hieruit volgt de volgende gelijkheid:
Sommering
[bewerken | brontekst bewerken]Stel: . Dit is dus de som van de waarden van de Liouville-functie van 1 tot en met .
geeft het verschil aan tussen het aantal getallen van 1 tot en met met een even aantal priemdelers en het aantal met een oneven aantal priemdelers.
George Pólya formuleerde in 1919 het vermoeden, dat voor alle .[2] Dit vermoeden is later echter ontkracht; C.B. Haselgrove bewees in 1958 dat er oneindig veel gehele getallen zijn waarvoor is.[3] Het kleinste getal waarvoor het vermoeden van Pólya niet geldt, blijkt 906150257 te zijn.[4]
L kan zeer grote negatieve en positieve waarden aannemen; zo berekenden Borwein, Ferguson en Mossinghoff met een computercluster van dual-core PowerMac G5s dat L(176064978093269) = −17555181 en L(351753358289465)=1160327.[5] Het is echter nog een open vraag, of al dan niet een oneindig aantal malen van teken verandert.
Een verwante som is
- .
Hiervan werd aanvankelijk vermoed, dat vanaf een voldoend grote , steeds positief is. Als dat waar zou zijn, zou hieruit de Riemann-hypothese volgen. Maar in 1958 bewees Haselgrove, dat er oneindig veel getallen zijn waarvoor negatief is.[3]
- ↑ A008836 in OEIS
- ↑ Pólya, G. (1919). Verschiedene Bemerkungen zur Zahlentheorie. Jahresbericht der deutschen Math.-Vereinigung 28: 31–40.
- ↑ a b Haselgrove, C.B. (1958). A disproof of a conjecture of Pólya. Mathematika 5: 141–145. DOI: 10.1112/S0025579300001480.
- ↑ Tanaka, M. (1980). A Numerical Investigation on Cumulative Sum of the Liouville Function. Tokyo Journal of Mathematics 3 (1): 187–189. DOI: 10.3836/tjm/1270216093.
- ↑ Peter Borwein, Ron Ferguson, Michael J. Mossinghoff. Sign changes in sums of the Liouville function. Mathematics of Computation (pre-publicatie)