Huig Maaskant
Hugh Maaskant | ||||
---|---|---|---|---|
Huig Maaskant voor scholencomplex Technikon, 1970
| ||||
Persoonsinformatie | ||||
Nationaliteit | Nederland | |||
Geboortedatum | 17 augustus 1907 | |||
Geboorteplaats | Rotterdam | |||
Overlijdensdatum | 27 mei 1977 | |||
Overlijdensplaats | Rotterdam | |||
Beroep | architect | |||
Werken | ||||
Praktijk | Van Tijen en Maaskant | |||
Belangrijke gebouwen | Euromast, Pier Scheveningen | |||
Archieflocatie | Het Nieuwe Instituut | |||
RKD-profiel | ||||
|
Huig Aart (Hugh) Maaskant (Rotterdam, 17 augustus 1907 – aldaar, 27 mei 1977), in de literatuur vaak H.A. Maaskant genoemd, was een Nederlands architect met een belangrijke bijdrage aan de wederopbouw van Rotterdam na de Tweede Wereldoorlog.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Na de ambachtsschool volgde Maaskant zijn opleiding tot architect aan de Rotterdamse Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen.[1]
Tussen 1937 en 1955 werkte hij als compagnon van architect Willem van Tijen. Deze samenwerking resulteerde voor de oorlog in onder meer de Plaslaanflat in Kralingen en na de oorlog, na een studiereis naar Chicago, in een aantal bedrijfsverzamelgebouwen in Rotterdam, met als grootste en bekendste het door Amerikaanse architectuur geïnspireerde Groothandelsgebouw, tussen 1949 en '53 gebouwd aan het Stationsplein.
De samenwerking met Van Tijen eindigde in 1955. Maaskant heeft zich daarna met name gericht op utiliteitsbouw. Als belangrijke uitzonderingen hierop tekende hij in 1956-'63 het Hilton Hotel aan het Hofplein, lange tijd het hoogste gebouw in de omgeving, in 1955-'61 de Pier van Scheveningen (in samenwerking met Dick Apon en Dirk Jan Dijk) en in 1958-'60 de Euromast.[2][3]
In 1976, een jaar voor zijn dood, stelde Maaskant een oeuvreprijs in voor jonge architecten, auteurs en docenten. De Rotterdam-Maaskantprijs bestaat uit een oorkonde, een geldbedrag en een publicatie. Om het jaar wordt hij toegekend door de Stichting Rotterdam-Maaskant. Tegenwoordig is er de 'Rotterdam-Maaskantprijs voor Jonge Architecten' voor aanstormend talent, en de Grote Maaskantprijs voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de beleving van architectuur. In 1996 en 2004 werd de prijs niet uitgereikt.[4]
Enkele bekende werken
[bewerken | brontekst bewerken]Tot 1955 onder de naam Architectenbureau Van Tijen en Maaskant. In 1955 en daarna onder de naam Architectenbureau Maaskant, Van Dommelen, Kroos en Senf.
- Groothandelsgebouw Rotterdam 1951
- Remington Rand schrijfmachinefabriek Den Bosch 1955, later vestiging van de Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost
- Scholencluster met sportgebouw en bruggen te Meppel 1957, in 2010 aangewezen als provinciaal monument
- Boekman gebouw Delftsestraat 1958
- Tomadohuis Dordrecht 1962
- Tozindo-fabriek Dordrecht 1961
- Euromast Rotterdam 1960
- Pier van Scheveningen 1961
- Neudeflat, Utrecht 1961
- Hilton Hotel Amsterdam 1962, in samenwerking met Architectenbureau De Vlaming en Salm
- Hilton Hotel Rotterdam 1963
- S. C. Johnson & Son, fabriek en kantoor te Mijdrecht 1964
- Studentencentrum De Bunker in Eindhoven 1969
- Provinciehuis Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch 1971
- Academia (voormalige tekenacademie), Cobbenhagenlaan Tilburg, 1971
- Raadhuis Amstelveen, Laan Nieuwer-Amstel, Amstelveen
Fotogalerij
[bewerken | brontekst bewerken]Fotogalerij met de werken van Huig Maaskant op volgorde van jaar van oplevering
-
1951 - Groothandelsgebouw, Rotterdam
-
1957 - Scholencluster, Meppel
-
1960 - Euromast, Rotterdam
-
1962 - Tomadohuis, Dordrecht
-
1961 - Tozindo-gebouw, Dordrecht
-
1961 - Pier Scheveningen
-
1961 - Neudeflat, Utrecht
-
1962 - Hilton Hotel, Amsterdam
-
1963 - Hilton Hotel, Rotterdam
-
1964 - Johnson Wax, Mijdrecht
-
1968 - Bedrijfsverzamelgebouw 'Katshoek', Rotterdam
-
1969 - Studentencentrum De Bunker Eindhoven (Anno 2022 opgenomen in BunkerToren)
-
1971 - Provinciehuis Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch
-
1971 - Academia, Tilburg
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Michelle Provoost, Hugh Maaskant: Architect of Progress, nai010 publishers, 2013, ISBN 978-90-5662-803-1