Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Frans-Guyana

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Guyane
Kaart
Basisgegevens
Officiële taal Frans
Hoofdstad Cayenne
Regeringsvorm Frans overzees departement
Staatshoofd Emmanuel Macron
Regerings­leider President van de Assemblée:
Gabriel Serville[1]
Prefect:
Thierry Queffelec[2]
Religie Katholiek
Oppervlakte 83.534 km²[3] (2% water)
Inwoners 231.167 (2010)[4]
(2,3/km²)
Overige
Munteenheid Euro (EUR)
UTC −3
Nationale feestdag 14 juli
Web | Code | Tel. .gf | GUF | 594
Detailkaart
Kaart van Frans-Guyana
Portaal  Portaalpictogram  Landen & Volken

Frans-Guyana (Frans: Guyane of Guyane française, Guyaans Creools: Lagwiyann) is een Frans overzees departement aan de noordkust van Zuid-Amerika. Het is het grootste gebied van de Europese Unie buiten Europa. Het grenst in het westen aan Suriname en wordt verder omsloten door de Braziliaanse deelstaat Amapá. Tussen de rivieren de Litani en de Marowijne ligt een gebied dat wordt betwist door Frans-Guyana en Suriname. Ook staat het land bekend om haar verleden als een plantagekolonie van het vroegere moederland: Frankrijk.

De hoofdstad van Frans-Guyana is Cayenne. Bij Kourou ligt de lanceerbasis Centre Spatial Guyanais van de ESA, het Europese ruimtevaartproject. Het 3e Infanterieregiment (3e REI) van het Franse Vreemdelingenlegioen staat in voor de verdediging van de basis en bewaking van de grenzen. Op 1 januari 2002 is zoals in Europa ook in Frans-Guyana de euro als munteenheid ingevoerd, wat resulteerde in een toenemende welvaart in Frans-Guyana.

Prekoloniale geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

Het gebied dat nu Frans-Guyana wordt genoemd, werd al duizenden jaren voor de komst van de Europeanen bewoond door inheemse volken (indianen). De Kalinja, Wayana, Emerillion (Teko), Wayampi, Lokono, en Palikur leefden en leven nog verspreid over het gebied.[5] Cayenne was bijvoorbeeld oorspronkelijk een indiaans dorp.

De inheemse kustbewoners waren vooral in het verleden geroutineerde botenbouwers en vervaardigden zeewaardige kano's, kanawa genaamd. De afmeerlocaties zijn nog te vinden op diverse rotsen langs de kust, bijvoorbeeld bij Kourou. Hier kan men uit de inslijtingen in de rots de afmeting van deze boten opmaken. Het is ook bekend dat er vrij intens contact heeft bestaan tussen de kustbewoners en de eilandbewoners van het Caraïbisch gebied. Dit valt op te maken uit taalovereenkomsten. Het Caraïbisch gebied is vernoemd naar de Kalinja, die door de Portugezen Caraibes (cannibales) werden genoemd.

De cultuur op het vasteland was en is voornamelijk gericht op jacht, visvangst en verzamelen. Het bewerken van de kostgrond is een gemeenschappelijke aangelegenheid, waarbij de vrouwen over het algemeen de lakens uitdelen. De mannen zorgen voor het openkappen van een stuk bos. Verder zijn zij ook verantwoordelijk voor de bouw van huizen. Het bouwen van een woning wordt bij de Kalinja en Lokono gemeenschappelijk gedaan, ("moshiro" of "mayuri") waarbij het gehele dorp betrokken is. Momenteel zijn de rechten van de inheemse volken in Frans-Guyana relatief goed geregeld, hoewel de gebieden die als réserve indienne aangegeven zijn, toch steeds meer en meer door niet-inheemsen worden ingepalmd. Stuurorganisaties van de indianen zijn F.O.A.G en E.P.O.A.C. De inheemse bevolking heeft zitting in de C.O.I.C.A (overkoepelend orgaan van Amazone-indianen).

Uit overlevering kan opgemaakt worden dat zowel de Spanjaarden, Portugezen als de Fransen zich in het verleden tegenover de inheemse bevolking aan zeer wrede misdaden hebben schuldig gemaakt.

Koloniale en postkoloniale geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]
Fort Cépérou in Cayenne

Rond 1500 werd het land voor het eerst voorbij gevaren door Spaanse ontdekkingsreizigers. Deze vonden het land echter te onbewoonbaar om er zich te vestigen.

De Fransen arriveerden rond 1604 en vestigden hun eerste nederzettingen. In 1637 werd Cayenne gesticht. Van 1660 tot 1664 werd het gebied bezet door de Nederlanders. In 1676 veroverden de Nederlanders het weer tijdens de Hollandse Oorlog. Een jaar later heroverden de Fransen het opnieuw.

Door de Franse Revolutie werd de slavernij in 1794 afgeschaft en werd het gebied voor het eerst een Frans departement. Sinds dat jaar werden ook tegenstanders van het nieuwe republikeinse regime naar Frans-Guyana gedeporteerd. Vanwege het klimaat stierven er velen, zodat Frans-Guyana de bijnaam "droge guillotine" (guillotine sèche) kreeg. In 1802 werd het opnieuw een kolonie en werd de slavernij er weer ingevoerd.

In 1809 bezetten de Portugezen uit Brazilië de kolonie, in reactie op de verovering van Portugal door de Fransen. Na de val van Napoleon werd het door het Verdrag van Parijs in 1814 weer toegewezen aan Frankrijk. In 1817 vertrokken de Portugezen.

Er ontstond een groeiende economie met vooral plantages met zowel inheemsen als creolen (als afstammelingen van ingevoerde Afrikanen) die beide tot slavernij werden gedwongen. Zowel de witte als de zwarte creolen werden door de rode inheemse bevolking als te mijden ziekteverspreiders van Europese en Afrikaanse ziekten gezien. Nadat Frankrijk in 1848 de slavernij had afgeschaft, verdween de economische bloei. Het aantal inwoners zakte onder de 17.000.

Cellen van Île Royale

In 1852 werd er als reactie op de economische neergang door Napoleon III een strafkolonie ingesteld. Er kwamen verschillende bagno's (strafkampen) in het gebied, met als hoofdzetel Saint-Laurent-du-Maroni, voor veroordeelde misdadigers uit heel Frankrijk. De veroordeelden moesten er dwangarbeid verrichten. Na het uitzitten van hun straftijd moesten ze in Guyana blijven als kolonisten. Andere veroordeelden werden zonder meer gedeporteerd. De Franse overheid hoopte zo de bevolking in het gebied te doen toenemen. Maar het werd een flop. Vele stierven in het bagno als gevolg van ziekten en slechte behandelingen.

Door de verschrikkelijke omstandigheden van de bagnards begonnen humanitaire organisaties te ijveren voor de sluiting van de strafkolonie. Op aandringen van de Frans-Guyanese volksvertegenwoordiger Gaston Monnerville besliste de linkse Franse Volksfrontregering in 1938 er een einde aan te maken. De deportaties werden toen stopgezet, maar door de Tweede Wereldoorlog duurde het tot 1946 tot de strafkolonie sloot en de laatste ex-gevangenen keerden pas in 1953 terug.

In 1930 werd het binnenland een aparte kolonie genaamd Inini en werd per decreet bestuurd door de Gouverneur van Frans-Guyana.[6][7] Van 1940 tot 1943 viel het bestuur onder Vichy-Frankrijk en onder het gezag van admiraal Robert. Wel vertrokken een aantal ex-gevangenen en militairen om de Vrije Fransen te vervoegen. De eerste oorlogsjaren waren zwaar omdat het land moest overleven in autarkie. Vanaf 1943 viel het bestuur toe aan de Vrije Fransen. De Amerikanen legden de luchthaven Rochambeau aan en diepten de haven van Cayenne uit.[8] In 1946 werd Frans-Guyana weer een overzees departement van Frankrijk, en werd Inini opgeheven.[9] In 1974 werd Frans-Guyana tevens een bestuurlijke regio. Op 10 januari 2010 kozen de inwoners in een referendum voor handhaving van deze status. Met een meerderheid van 70% verwierpen ze voorstellen tot uitbreiding van hun autonomie.

Fysieke kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]

Frans-Guyana kent twee geografische gebieden: de kustzone waar de overgrote meerderheid van de bevolking woont, en het binnenland dat bestaat uit bijna ondoordringbaar tropisch regenwoud. Het binnenland stijgt in hoogte en eindigt in het Toemoek-Hoemakgebergte bij de grens met Brazilië. De hoogste berg van het departement is de Bellevue de l'Inini met een hoogte van 851 meter.[10]

Aan de kust liggen een paar kleine eilandgroepen zoals Îles du Salut waartoe het beruchte Duivelseiland behoort, en Îles du Connétable, een beschermd natuurgebied. De Petit-Saut, een stuwmeer waaraan een waterkrachtcentrale is gebouwd, vormt een kunstmatig meer.[11] Frans-Guyana heeft veel grote rivieren waarvan de Marowijne, de Mana en de Oiapoque de belangrijkste zijn.

Tropisch regenwoud bij Saül

Frans-Guyana is een onderdeel van het Guianaschild en is dichtbebost met tropisch oerwoud. Meer dan 80% van het grondgebied bestaat uit ongerept tropisch oerwoud en kent een grote biodiversiteit. In 2021 dekten de beschermde gebieden 52% van het grondgebied van het departement. Het grootste beschermde natuurgebied is het Nationaal Park Guyana dat bestaat uit 20.300 km² Amazone-oerwoud. In 2021 was Frans-Guyana een van de best beschermde gebieden ter wereld, maar wordt bedreigd door illegale goudmijnen, visserij, explosieve bevolkingsgroei en infrastructuurprojecten.[12][13]

Het natuurreservaat Amana bevindt zich aan de Atlantische kust en is samen met naburige natuurreservaat Galibi in Suriname een van 's werelds belangrijkste broedplaatsen van de lederschildpad.[14][15] De moerassen van Kaw-Roura vormen een drasland van 947 km², dat meer dan de helft van de beschermde diersoorten van Frans-Guyana bevat.[16]

De meeste van de 231.167 (2010) inwoners wonen aan de kust van het land, dat een diverse bevolkingssamenstelling kent. De Creolen (mensen van gemengde Afrikaanse en Europese afkomst) zijn de grootste etnische groep. Ongeveer 14% van de bevolking is van Europese, vooral Franse afkomst. De door ingevoerde ziekten uitgedunde inheemse volken vormen 3 à 4% van de bevolking. Langs de kust wonen de Caribisch sprekende Galibi. De eveneens Caribischtalige Wayana wonen langs de bovenloop van de Marowijne.[17] Andere stammen in het binnenland zijn de Arawak sprekende Palikur langs de benedenloop van de Oyapock,[18] de Tupisprekende Wayampi langs de bovenloop van de Oyapock[19] en de eveneens Tupisprekende Teko (Émerillon) in het gebergte tussen de Wayana en Wayampi in.[20] Andere bevolkingsgroepen zijn de Chinezen (3,2%) en de Zuidoost-Aziaten, vooral Laotianen (1,5%). De Marrons, afstammelingen van ontsnapte Afrikaanse slaven, leven hoofdzakelijk langs de rivier de Marowijne. De belangrijkste Marron groepen zijn de Saramakaners, Aukaners en Aluku (Boni).

De dominante religie van Frans-Guyana is het rooms-katholicisme. De Marrons en enkele Indianengemeenschappen onderhouden hun eigen religies.

Bevolkingsontwikkeling sinds 1946

[bewerken | brontekst bewerken]
Jaar Inwoneraantal
1946 25.499
1954 27.863
1961 33.505
1967 44.392
1974 55.125
1982 73.022
1990 114.678
1999 157.213
2006 205.954
2011 237.549
2016 269.352
2022 294.436
Bevolkingsontwikkeling tussen 1946 en 2022

Bron: Institut national de la statistique et des études économiques[21][22][23][24]

Op 1 januari 2021 had Frans-Guyana 286.618[25] inwoners.

Bestuur en instellingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Frans-Guyana is een Frans overzees departement (département d'outre mer). Het bestuur wordt geleid door Gabriel Serville, president van de Assemblée de Guyane, het parlement van Frans-Guyana.[1] Dit parlement vervangt sinds 2015 de voormalige algemene (departementale) raad en regionale raad. Frans-Guyana heeft twee vertegenwoordigers in de Franse Senaat en twee vertegenwoordigers in het Franse parlement. Binnen de Europese Unie heeft Frans-Guyana de status van ultraperifere regio. Het maakt dus integraal onderdeel uit van de Europese Unie. Frans-Guyana valt echter niet onder de Schengenakkoorden. Andere Europese akkoorden, bijvoorbeeld gratis roaming, gelden wel in Frans-Guyana.

Bestuurlijke indeling

[bewerken | brontekst bewerken]
Gemeenten en arrondissementen

Frans-Guyana is een Frans overzees departement (nummer 973).

Het departement is onderverdeeld in drie arrondissementen en tweeëntwintig gemeenten.

De drie arrondissementen van Frans-Guyana zijn:[26]

De hoofdstad van Frans-Guyana is Cayenne.

Enkele andere steden zijn:

Brug naar Brazilië

Frans-Guyana heeft relatief weinig wegen. Sinds 2004 is er een aaneengesloten weg van bijna 450 km evenwijdig met de kust tussen het westen en het oosten van het land. Tussen Cayenne en Saint-Laurent-du-Maroni loopt de N1 (route nationale 1); het verkeer kan van daaruit verder met een veerdienst naar Suriname. Tussen Cayenne en Saint-Georges-de-l’Oyapock loopt de N2. Sinds 2017 kan het wegverkeer daarna verder over een brug naar Brazilië.[27] In de omgeving van Cayenne zijn er ook de nationale wegen N3 (naar de haven) en N4 (naar de luchthaven).

Verder blijven voor het transport over water en door de lucht belangrijk. De voornaamste luchthaven is de luchthaven Félix Eboué en de voornaamste haven die van Dégrad des Cannes.[28] Zowel in de gemeente Saint-Laurent-du-Maroni als in de gemeente Saint-Élie bevonden zich spoorwegen op meterspoor.[29][30] Op het terrein van het Centre Spatial Guyanais ligt een normaalspoorweg voor het transport van de raketten naar de lanceerinstallatie. De lijn is dubbelsporig, maar is gedeeltelijk strengelspoor. De trein heeft een maximumsnelheid van 4 tot 5 km/u.[31]

Ruimtecentrum Kourou

[bewerken | brontekst bewerken]

Nabij Kourou bevindt zich het Centre Spatial Guyanais, waar onder andere satellieten van de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) worden gelanceerd. De bekendste en meest besproken lancering vond plaats op 25 december 2021. Op die datum werd de James Webb-ruimtetelescoop gelanceerd, de opvolger van de Hubble ruimtelescoop. Dit gebeurde met een Ariane 5-raket.

Frans-Guyana heeft een voetbalteam dat niet is aangesloten bij de FIFA omdat het een overzees departement van Frankrijk is. Het Frans-Guyaans voetbalelftal is wel het aangesloten bij de CFU, Caribbean Cup en de CONCACAF.

Zie de categorie Frans-Guyana van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.