Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Paardachtigen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Equidae)
Paardachtigen
Steppezebra (Equus quagga)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Perissodactyla (Onevenhoevigen)
Familie
Equidae
Gray, 1821
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Paardachtigen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

De paardachtigen (Equidae) zijn een familie van onevenhoevige zoogdieren. Tegenwoordig bestaat er nog slechts één geslacht, Equus. Tot de paardachtigen behoren vier groepen: de paarden, ezels, halfezels en zebra's. Wilde paardachtigen leven nog op grasvlakten in oostelijk en zuidelijk Afrika en Centraal-Azië, terwijl verwilderde paarden ook in Amerika en Australië voorkomen. Twee soorten, het paard en de ezel, zijn succesvol gedomesticeerd en worden wereldwijd gehouden, voornamelijk als last- en rijdier.

De huidige soorten zijn allemaal middelgrote tot grote herbivore hoefdieren. Ze hebben lange poten met elk één hoef en lange nekken en koppen. De tanden zijn gericheld. De oren zijn groot en staan omhoog gericht. Alle soorten hebben manen en een lange staart. De mannetjes zijn groter dan de vrouwtjes.

Paardachtigen leven voornamelijk van grassen, maar ze eten ook ander taai plantaardig voedsel als bladeren, knoppen, twijgen en wortelen. Het zijn groepsdieren. Sommige soorten (vooral de steppezebra) leven ook in gemengde groepen met andere soorten hoefdieren.

De evolutie van de paardachtigen is zeer goed bestudeerd. In het vroege Eoceen leefde in de bossen van Noord-Amerika een groep kleine zoogdiertjes, waaronder Eohippus, Protorohippus en Epihippus, soorten die vroeger tot het geslacht Hyracotherium werden gerekend. Deze dieren hadden de grootte van een kleine hond, met drie tenen aan de achterpoten en vier aan de voorpoten. Ze hadden geen hoeven, maar voetkussentjes.

Aan het einde van het Eoceen en het begin van het Oligoceen trokken in Noord-Amerika de bossen weg en ontstonden er open vlakten. De paarden die toen ontstonden, Mesohippus en Miohippus, waren wat groter dan de paardjes van het Eoceen, hadden langere poten en drie tenen aan iedere poot. De tanden van deze paardachtigen waren beter aangepast aan lastiger te verteren materiaal.

In het Vroeg-Mioceen splitsten de paardachtigen in twee onderfamilies: de Anchitheriinae en Equinae. De Anchitheriinae waren miljoenen jaren vrij succesvolle drietenige hoefdieren, die leefden van bladeren en twijgen en ook in de Oude Wereld voorkwamen.

Uit de Equinae ontstonden twee groepen, de kleine Archaeohippus en verwanten en een groep grazende paardachtigen. Deze dieren leefden op de eerste grasvlakten. Gras ontstond namelijk pas in het Mioceen. De grazende paardachtigen hebben gerichelde tanden (die minder snel slijten bij het eten van taai gras) en zijn aangepast aan het leven op de vlakte. Ze waren groter en hadden langere, slanke poten. Twee van de drie overige tenen werden rudimentair, terwijl de derde teen een hoef ontwikkelde.

Uit een van deze paarden, Merychippus, ontstonden drie geslachtengroepen. De hipparions (Hippotheriini) waren een grote, diverse groep paarden, die zich al snel over de continenten verspreidde en verscheidene niches innam. De Protohippini was een groep kleinere paarden. De Equini ten slotte was een groep van grotere paardachtigen, waarvan de twee zijtenen steeds kleiner werd en in enkele geslachten ook uiteindelijk verdwenen, tot er nog maar één teen per poot over was. Rond tien miljoen jaar geleden leefden de grootste aantallen paardachtigen.

In het Plioceen ontstond in Noord-Amerika Equus, een eentenig geslacht. Waarschijnlijk waren de eerste leden van het geslacht gestreept, net als de zebra's. In het begin leefden deze dieren samen met andere soorten paardachtigen. Aan het einde van het Plioceen trokken enkele soorten naar de Oude Wereld. Aan het begin van de ijstijd stierven alle andere geslachten uit, en alleen Equus overleefde. Tot één miljoen jaar geleden kwamen leden van Amerihippus, een ondergeslacht van Equus, in Noord- en Zuid-Amerika voor, maar ook deze stierven uit, samen met het grootste gedeelte van de Amerikaanse megafauna.

ORDE Perissodactyla (Onevenhoevigen)

  • Equus ferus ssp. przewalskii in: IUCN 2012. IUCN Red List of Threatened Species 2012.2.
  • Groves, C.P. & Bell, H.B. 2004. New investigations on the taxonomy of the zebras genus Equus, subgenus Hippotigris. Mammalian Biology 69: 182-196.
  • Higuchi et al. 1987. Mitochondrial DNA of the Extinct Quagga: Relatedness and Extent of Postmortem Change. Journal of Molecular Evolution 25: 283-287.
  • International Commission on Zoological Nomenclature. 2003. Opinion 2027 (Case 3010). Usage of 17 specific names based on wild species which are pre-dated by or contemporary with those based on domestic animals (Lepidoptera, Osteichthyes, Mammalia): conserved. Bulletin of Zoological Nomenclature 60(1): 81-84.
  • Moehlman, P.D. 2002. Equids. Zebras, Assess and Horses. Status Survey and Conservation Action Plan. IUCN/SSC Equid Specialist Group. IUCN, Gland, Switzerland. Status Survey and Conservation Action Plan - Equids: Zebras, Asses and Horses