Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Boris Sjaposjnikov

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Boris Sjaposjnikov
Boris Sjaposjnikov
Boris Sjaposjnikov
Geboren 20 september 1882
Zlato-oest, Gouvernement Oefa, Keizerrijk Rusland
Overleden 26 maart 1945
Moskou
Rustplaats Kremlinmuur-necropolis, Rode Plein, Moskou
Land/zijde Vlag van Keizerrijk Rusland Keizerrijk Rusland
Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie
Onderdeel Keizerlijk Russisch Leger
Rode Leger
Dienstjaren 19011945
Rang Maarschalk van de Sovjet-Unie
Bevel Militair district Leningrad
Militair district Moskou
Hoofd Stavka
Militair district Wolga-Oeral
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Russische Burgeroorlog


Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen zie onderscheidingen

Boris Michailovitsj Sjaposjnikov (Russisch: Бори́с Миха́йлович Ша́пошников) (Zlato-oest, 20 september 1882Moskou, 26 maart 1945) was een maarschalk van de Sovjet-Unie die vocht in de Tweede Wereldoorlog.[1]

Militaire opleiding

[bewerken | brontekst bewerken]

Sjaposjnikov stamde af van kozakken van Orenburg.[2] Van 1893 tot 1900 volgde hij de vakschool te Krasno-oefimsk. In 1901 ging hij naar de officiersschool van het Keizerlijk Russisch Leger te Moskou, waar hij in 1903 afstudeerde met de rang van onderluitenant.[3]

Van 1903 tot 1907 diende hij in het 1e bataljon van Turkestan te Tasjkent. In 1906 werd hij luitenant.

Van 1907 tot 1910 studeerde hij aan de militaire academie van de generale staf. Hij keerde daarna terug naar zijn regiment in Tasjkent.

In 1912 ging hij met de graad van kapitein naar de generale staf als adjudant bij de staf van de 14e divisie cavalerie.[4]

Eerste Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1915 was hij kort stafofficier bij de algemene kwartiermeester van het Noordwestelijk Front van de Eerste Wereldoorlog, Michail Dmitrijevitsj Bontsj-Broejevitsj. In november 1915 werd hij stafchef van de brigade kozakken en in december werd hij luitenant-kolonel. Van 1916 tot 1917 was hij stafchef van verschillende eenheden.

Vanaf september 1917 was hij bevelhebber van het 16e Mingrelische regiment grenadiers van de Kaukasus en in augustus werd hij kolonel. In 1917 steunde hij de Russische Revolutie.

In 1918 werd Sjaposjnikov ziek en kreeg hij buiten het leger een post als secretaris bij het gerecht. In mei 1918 vervoegde hij het Rode Leger als een van de weinige officieren met een militaire opleiding. Hij werd meteen plaatsvervangend hoofd van de operaties van de staf van de opperste raad.

Vanaf 1919 as hij plaatsvervangend stafchef van de volkscommissaris voor militaire en marineaangelegenheden van Oekraïne.

1921 werd Sjaposjnikov plaatsvervangend opperbevelhebber van het Rode Leger.

In 1925 werd hij opperbevelhebber van het Militair district Leningrad en in 1927 van het Militair district Moskou.

De militaire revolutionaire raad in 1927 Sjaposjnikov achteraan tweede van links

Van 1928 tot 1931 was hij stafchef van het Rode Leger in plaats van Michail Toechatsjevski.

In 1929 schreef hij Mozg Armii (Мозг армии, het brein van het leger) in twee delen. Jozef Stalin had er een exemplaar van op zijn bureautafel liggen.

Terwijl Stalin alle anderen aansprak met “Kameraad” sprak hij Sjaposjnikov als enige aan met het beleefde “Boris Michailovitsj”.

In 1930 werd Sjaposjnikov lid van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Het centraal comité besliste dat de verplichte wachttijd voor hem niet van toepassing was.

In 1931 werd hij bevelhebber van het militair district Wolga-Oeral. In 1932 werd hij commandant en commissaris van de Froenzeacademie. Op 20 november 1935 werd hij opperbevelhebber van het militair district Leningrad.

Grote Zuivering

[bewerken | brontekst bewerken]
Boris Sjaposjnikov (achteraan 2e van links) bij de ondertekening van het Molotov-Ribbentroppact in 1939

Hij getuigde tegen Michail Toechatsjevski in de Moskouse Processen van 1937. In 1937 werd hij chef van de generale staf en plaatsvervangend volkscommissaris voor landsverdediging in plaats van Aleksander Jegorov, ook slachtoffer van de Grote Zuivering van het Rode Leger. In 1939 werd hij lid van de Communistische partij van de Sovjet-Unie.

In 1939 keurde Stalin het plan van Sjaposjnikov goed om de sterkte van het Rode Leger snel weer op te bouwen. Sjaposjnikov verkreeg de vrijlating uit de Goelags van 4000 officieren die hij dacht nodig te hebben.

In 1940 werd hij Maarschalk van de Sovjet-Unie en plaatsvervangend volkscommissaris voor landsverdediging.[5] In 1940 plande Sjaposjnikov de invasie van Finland, maar hij was minder optimistisch dan Stalin en Kliment Vorosjilov. De Winteroorlog verliep niet naar wens en in augustus 1940 nam Sjaposjnikov ontslag als stafchef.

Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Toen Duitsland de Sovjet-Unie binnenviel met Operatie Barbarossa werd Sjaposjnikov teruggeroepen als stafchef ter vervanging van Georgi Zjoekov, die naar het front gestuurd was. Hij werd tegelijk Volkscommissaris voor Landsverdediging.

Op 10 mei 1942 nam hij opnieuw ontslag als stafchef om gezondheidsredenen. Hij had zijn opvolger Aleksandr Vasilevski opgeleid, maar bleef Stalin raad geven. Sjaposjnikov geldt ook als leraar van Aleksej Antonov en Sergej Sjtemenko.

Hij werd in juni 1943 bevelhebber van de Militaire academie van de generale staf van de gewapende machten in de Sovjet-Unie.

De urne met zijn as is bijgezet in de Kremlinmuur-necropolis op het Rode Plein in Moskou.

Een Russische torpedobootjager Maarschalk Sjaposjnikov (BPK 543) is naar hem genoemd.

Onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Keizerrijk Rusland

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Boris Shaposhnikov van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.