Aetosaurus
Aetosaurus Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Laat-Trias | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aetosaurus ferratus | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Aetosaurus Fraas, 1887 | |||||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||||
Aetosaurus ferratus | |||||||||||||||||
Schedel van Aetosaurus ferratus | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Aetosaurus op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Aetosaurus[1][2] is een geslacht van uitgestorven pseudosuchische reptielen die behoren tot de Aetosauria. Het wordt algemeen beschouwd als een van de meest basale aetosauriërs. Momenteel worden drie soorten erkend: Aetosaurus ferratus, de typesoort uit Duitsland en Italië; Aetosaurus crassicauda uit Duitsland en Aetosaurus arcuatus uit het oosten van Noord-Amerika. Aanvullende exemplaren die aan Aetosaurus zijn toegewezen, zijn gevonden in de Chinle-groep in het zuidwesten van de Verenigde Staten, en de Fleming Fjord-formatie van Groenland. Exemplaren van Aetosaurus komen voor in lagen van het Norien.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Aetosaurus was een kleine, basale aetosauriër. In tegenstelling tot meer afgeleide aetosauriërs zoals Desmatosuchus of Typothorax, was het schild lang en smal en ontbraken er stekels. De paramediane beenschubben die de rug bedekten (met één rij aan elke kant van de wervels) zijn aanzienlijk breder dan lang. De zijschubben, die zich onder de paramedianen bevinden en aan weerszijden van het dier een rij vormen, dragen geen stekels of andere uitsteeksels.
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Aetosaurus werd voor het eerst benoemd in 1877 met de beschrijving van de typesoort Aetosaurus ferratus door de Duitse paleontoloog Oscar Fraas. Het holotype is SMNS 5770. Destijds was Aetosaurus bekend van tweeëntwintig gearticuleerde skeletten die waren gevonden in de Tweede Stubensandstein van Duitsland. Dertig jaar later beschreef Fraas' zoon Eberhard de tweede soort Aetosaurus crassicauda, de 'dikstaart', eveneens uit Duitsland. Aetosaurus crassicauda kan worden onderscheiden van Aetosaurus ferratus door zijn grotere omvang; Aetosaurus crassicauda bereikte een maximale lengte van honderdvijftig centimeter terwijl Aetosaurus ferratus een lengte bereikte van maximaal negentig centimeter. Het holotype is SMNS 11837. Volgens veel onderzoekers is deze soort een jonger synoniem van de typesoort.
Naast de Stubensandstein in Duitsland is Aetosaurus ferratus ook bekend van de Calcare di Zorzino-formatie in Cene, Italië. Exemplaren van Aetosaurus die zijn teruggevonden in de Fleming Fjord-formatie in Groenland vertegenwoordigen waarschijnlijk Aetosaurus ferratus. Sommig materiaal van de Chinle Group in het zuidwesten van de Verenigde Staten vertegenwoordigt waarschijnlijk ook Aetosaurus ferratus.
In 1998 werd het geslacht Stegomus gelijkgesteld aan Aetosaurus, hoewel sommige latere onderzoekers het als geldig beschouwen. In 1896 benoemde paleontoloog Othniel Charles Marsh Stegomus arcuatus op basis van een natuurlijk afgietsel van een aetosauriër met inventarisnummer YPM 1647 uit de New Haven-formatie in Fairfield. Dit afgietsel bestond uit het rugschild. Verschillende andere natuurlijke afgietsels met preservering van het oppervlak van de schedel en de staart zijn gevonden in de Passaicformatie van de provincies Hunterdon en Somerset en een ontsluiting van de lagere Sanfordformatie in de Triangle Brick Co. Quarry in Durham County , North-Carolina. Stegomus arcuatus bleek synoniem te zijn met Aetosaurus op basis van verschillende overeenkomsten, waaronder een gebrek aan stekels en een onderscheidend radiaal patroon van groeven op enkele van de staartschubben.
Aetosaurus arcuatus heeft paramediane schubben die veel breder zijn dan lang, zelfs in vergelijking met andere soorten van Aetosaurus. Er is heel weinig putjesvorming op het oppervlak van de schubben, hoewel de porositeit van de zandsteen waaruit de afgietsels bestaan, kan worden aangezien voor putjes. De staart versmalt aanzienlijk voorbij de basis. Het schild is ingesnoerd met een versmalling vlak voor het bekken.
Fylogenie
[bewerken | brontekst bewerken]Het volgende cladogram is vereenvoudigd naar een analyse gepubliceerd door Julia B. Desojo, Martin D. Ezcurra en Edio E. Kischlat (2012).
Aetosauria |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
- Fraas, O. (1877). "Aetosaurus ferratus Fr. Die gepanzerte Vogel-Echse aus dem Stubensandstein bei Stuttgar". Festshrift zur Feier des vierhundertjährigen Jubiläums der Eberhard-Karls-Universät zu Tübingen, Wurttembergische naturwissenschaftliche jahreshefte 33 (3): 1–22.
- Marsh, O.C. (1896). "A new belodont reptile (Stegomus) from the Connecticut River Sandstone". American Journal of Science 2: 59–62. doi:10.2475/ajs.s4-2.7.59.
- Fraas, E. (1907). "Aëtosaurus crassicauda n. sp., nebst Beobachtungen tiber das Becken der Aëtosaurier". Jahreshefte des Vereins für vaterländische Naturkunde Württemberg 42: 101–109.
- Jepsen, G.L. (1948). "A Triassic armored reptile from New Jersey". State of New Jersey Department of Conservation Miscellaneous Geological Paper: 1–20.
- Lull, R.S. (1953). "Triassic life of the Connecticut Valley revised". Bulletin of the Connecticut Geologic and Natural History Survey 81: 1–336.
- Parker, J.M. (1966). "Triassic reptilian fossil from Wake County, North Carolina". Journal of the Elisha Mitchell Society 82: 92.
- Baird, D. (1986). "Some Upper Triassic reptiles, footprints and an amphibian from New Jersey". The Mosasaur 3: 125–135.
- Wild, R. (1989). "Aëtosaurus (Reptilia:Thecodontia) from the Upper Triassic (Norian) of Cene near Bergamo, Italy, with a revision of the genus". Rivista del Museo Civico di Scienze Naturali "Enrico Caffi" 14: 1–24.
- Jenkins, F.A. Jr.; Shubin, N.H.; Amaral, W.W.; Gatesy, S.M.; Schaff, C.R.; Clemmensen, L.B.; Downs, W.R.; Davidson, A.R.; Bonde, N.; and Osbaeck, F.F. (1994). "Late Triassic continental vertebrates and depositional environments of the Fleming Fjord Formation, Jameson Land, East Greenland". Meddelelser om Grønland, Geoscience 32: 1–25.
- Parrish, J.M. (1994). "Cranial osteology of Longosuchus meadei and the phylogeny and distribution of the Aetosauria". Journal of Vertebrate Paleontology 14 (2): 196–209. doi:10.1080/02724634.1994.10011552
- Heckert, A.B.; and Lucas, S.G. (1998). "First occurrence of Aetosaurus (Reptilia: Archosauria) in the Upper Triassic Chinle Group (USA) and its biochronological significance". Neues Jahrbuch für Geologie und Paläontologie 1998: 604–612.
- Lucas, S.G.; Heckert, A.B.; and Huber, P. (1998). "Aetosaurus (Archosauromorpha) from the Upper Triassic of the Newark Supergroup, eastern United States, and its biochronological significance". Palaeontology 41 (6): 1215–1230.
- Small, B.J. (1998). "The occurrence of Aetosaurus in the Chinle Formation (Late Triassic, USA) and its biostratigraphic significance". Neues Jahrbuch für Geologie und Paläontologie 1998 (3): 289–300.
- Heckert, A.B.; and Lucas, S.G. (1999). "A new aetosaur (Reptilia: Archosauria) from the Upper Triassic of Texas and the phylogeny of aetosaurs". Journal of Vertebrate Paleontology 19 (1): 50–68. doi:10.1080/02724634.1999.10011122.
- Harris, S.R.; Gower, D.J.; and Wilkinson, M. (2002). "Intraorganismal homology, character construction, and the phylogeny of aetosaurian archosaurs (Reptilia, Diapsida)". Systematic Biology 52 (2): 239–52. doi:10.1080/10635150390192735. PMID 12746149.
- R. R. Schoch. 2007. Osteology of the small archosaur Aetosaurus from the Upper Triassic of Germany. Neues Jahrbuch für Paläontologie und Geologie, Abhandlungen 246:1-35
- Julia B. Desojo, Martin D. Ezcurra and Edio E. Kischlat (2012). "A new aetosaur genus (Archosauria: Pseudosuchia) from the early Late Triassic of southern Brazil". Zootaxa 3166: 1–33. ISSN 1175-5334
- Bryan J. Small and Jeffrey W. Martz (2013). "A new aetosaur from the Upper Triassic Chinle Formation of the Eagle Basin, Colorado, USA". In S.J. Nesbitt, J.B. Desojo and R.B. Irmis (eds). Anatomy, phylogeny and palaeobiology of early archosaurs and their kin. The Geological Society of London.
Noten
- ↑ Aetosaurus. www.reptileevolution.com. Geraadpleegd op 12-03-2023.
- ↑ Fossilworks: Aetosaurus. www.fossilworks.org. Geraadpleegd op 12-03-2023.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Aetosaurus op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.