Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Thomas d'Hénin-Liétard d'Alsace

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door AGL (overleg | bijdragen) op 18 feb 2019 om 11:40.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Thomas kardinaal d'Hénin-Liétard d'Alsace
Thomas d'Hénin-Liétard d'Alsace
Kardinaal van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een kardinaal
Rang kardinaal-priester
Titelkerk San Lorenzo in Lucina
Creatie
Gecreëerd door paus Clemens XI
Consistorie 29 november 1719
Kerkelijke carrière
Eerdere functies 1716-1759: aartsbisschop van Mechelen
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Thomas Philippus d'Alsace-Boussu geboren te Wolvertem (kasteel van Imde) op 12 maart 1679[bron?] (Brussel, er gedoopt in de Kapellekerk op 13 november 1679 - Mechelen 5 januari 1759), was van 1716 tot zijn overlijden aartsbisschop van Mechelen.

Hij werd geboren als tweede zoon van Philippe Louis d'Hénin-Liétard d'Alsace, graaf van Boussu en prins van Chimay, ridder in de Orde van het Gulden Vlies en Anne Louise Verreycken, dochter van Charles Verreycken baron van Imde. Hij ontving op zeer jonge leeftijd, op 29 november 1690, de tonsuur. Hij begon zijn studies bij de jezuïeten, studeerde vervolgens filosofie in Keulen en o.m. theologie in Rome.

Hij werd kanunnik van het kathedraalskapittel van Gent, in 1695 proost en werd diaken gewijd op 20 november 1701. Op 15 oktober 1702 werd hij priester en di onore kamerheer van paus Clemens XI. Deze paus wilde hem in 1713 benoemen tot bisschop van Ieper toen keizer Karel VI hem voordroeg voor de vacante zetel van aartsbisschop van Mechelen. Hij werd op 16 december 1715 verkozen en op 19 januari 1716 in Wenen aangesteld tot 9de aartsbisschop, daarmee tevens 35ste abt van Affligem. Hij was nuntius in Oostenrijk en privé-raadsman van de keizer. Op 29 november 1719 werd tot hij kardinaal benoemd.

In 1717 gaf d'Alsace opdracht om een nieuw aartsbisschoppelijk paleis te bouwen in Mechelen. Het paleis was echter nog niet afgewerkt toen d'Alsace in 1759 overleed.[1] Hij ligt begraven in de kathedraal van Mechelen.

Voorganger:
Humbertus Guilielmus de Precipiano
(tot 1711)
Aartsbisschop van Mechelen
1716-1759
Opvolger:
Joannes Henricus van Frankenberg