5G
- 5G
- van Engels, op te vatten als (initiaalwoord) voor vijfde generatie (van mobiele netwerken of draadloze systemen)
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | 5G | - |
| verkleinwoord | - | - |
het 5G o
- (telecommunicatie) standaard voor snelle draadloze communicatie
- ▸ Met 5G kun je tien keer sneller downloaden, passen er honderd keer zoveel apparaten op een zendmast, en wordt het radionetwerk drie keer zo efficiënt. Maar de invoering van 5G is ook vele malen controversiëler dan die van eerdere mobiele netwerkgeneraties.[1]
- (metonymisch) systemen voor snelle draadloze communicatie, gebaseerd op de gelijknamige standaard
- ▸ De Nederlandse providers bieden nu 5G aan, maar moeten hun kernsystemen nog wel vernieuwen.[2]
- Het woord 5G staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron
Marc Hijink“Wie is er bang voor 5G - en 5 andere vragen” (29 november 2019) op nrc.nl - ↑ Marc Hijink“Kabinet: het mobiele netwerk moet in 2022 ‘weerbaarder’ zijn tegen spionage” (11 november 2020) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 2
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Initiaalwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Telecommunicatie in het Nederlands
- Metonymisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal